WINTERS CARNAVAL de Waddeneilanden SunderumsSumïeklaen op Org aniseren we ons dood? Hof te Dublin op plaats waar de „Triton' neerstortte van Douwe Egberts tabac Krantenpapier EEN HERNIEUWDE KENNISMAKING met belletrie van Arthur van Schendel, Top Naeff, Johan de Meester en Johan van der Woude PARATYPHUS, gevaarlijke ziekte? H D Ameland spant de kroon Vloog vliegtuig minder hoog dan aangenomen werd? Subsidiërings systeem bijsonder VHM. O. Mgr. W. Mutsaerts 12 Vl jaar bisschop Zes Salamander^ in_ nieuwe omslag TWEE FRANSE LIEFDES Te veel fantasie LITERAIRE KRONIEK ZATERDAG 11 DECEMBER 1954 PAGINA 5 (Van onze correspondent) /n de meest mistroostige dagen van het jaar, pal voor, of zoals dit jaarna het feest van de Bisschop van Myra, zoals wij dat hennen, viert men op de Waddeneilanden het meest opgewekte feest van het jaar, waarin alle eilanders één zijn, waarbij alles, of in elk geval heel veel geoorloofd is en waarvan men wekenlang stof tot praten overhoudt. Die feesten zijn het opkledenop Vlieland, dat van de Sunderums op Terschellingvan de Klozums op Schier monnikoog en van de jonge en oude Sundeklazen op Ameland. Het zijn allemaal feesten die rond Sinterklaas gevierd worden, maar die er evenveel mee te maken hebben als schrijver dezes met de jongste millioenenerfenis. Het zijn veeleer midwinterommegangen. Hier en daar vindt men er overblijfselen in van vruchtbaarheidsriten en al denkt niemand daar vandaag, anno 1954, nog aan: men viert de feesten met een gloeiend enthousiasme. Ameland is dan het eiland van honderden, meestal goedmoedige demonen en ook op de andere eilanden treft men even vreemde, zij het weer geheel andere ver schijningen aan, die samen een uitzonderlijk stuk sfeer scheppen en een bezoek in deze tijd tot een belevenis op zichzelf maken. NederlandsFranse suikerfabriek in Afrika VIER DODELIJKE ONGELUKKEN 4; Deken L. Nieuwenhuizen bij een Katholiek Instituut, dus bij HET NEDERLANDS SCHRIFTELIJK STUDIECENTRUM Culemborg Er is vaak echt detective-werk voor nodig om er achter te komen welke persoon en welk vee van welke boerderij oorzaak is der epidemie Dienstmeisje voert bandiet ten tonele (Vervolg van pagina 1) Het is duidelijk, dat al dit werk van de grootste betekenis is voor een zo gezond mogelijk beeld van ons volksgeheel. Het is duidelijk, dat de Overheid hiervoor zodanige belang stelling heeft, dat We het in Nederland tenslotte hebben gebracht tot een apart ministerie voor Maatschappelijk Werk. P? "et ontstaan van dit ministerie heb- ■>7D?fW^.om twee redenen even ons hart nef8,i uUden- z°dra ambtelijke instan- rian §aan bemoeien met wat tot tiniilier y.oorbehouden aan het par- vaar van dl l1 bestaat altijd het ge- Tf Ho k 1-ambtel'dking. Goddank de. eerste bewindsman voor deze por tefeuille een ovenuigd voorstander van het subsidiariteitsbeginsel. Hij moest zijn departement zelf opbouwen en had dus alle kans er een stem pel op te drukken, er een richting aan te geven, die voor nu en voor de toe komst ruimte zou laten voor de liefde van mens tot mens. Het is verheugend te mogen constateren, dat minister Van Thiel zijn begroting 1955 laat vooraf gaan door een bezinning op de grote lijn in het maatschappelijk werk. En vooral dat deze grote lijn zo volledig ?ekening houdt met de wens, die wij hierboven formuleerden, n.l. dat het par- rjeuUer initiatief vooral in maatschap- p ijjke noodtoestanden in het voorste ®ehd moet staan. Maar ondanks de uit rekende bedoelingen van de minister rjOfttt het ons voor, dat de grootste ?Aakzaamheid geboden is (vooral bij de uiverse vormen, waarin op het ogenblik ®ari maatschappelijk werk wordt ge daan) tegen elke verambtelijking. Er *f)n verschijnselen we denken aan de subsidiëring van het gezinszorgwerk en he daarbij gestelde voorwaarden die Sfop duiden, dat zelfs minister van thiel deze verambtelijking niet geheel aan keren. Een tweede gevaar, waartegen we na drukkelijk wensen te waarschuwen, is nat uiteen groeien van de katholieke so ciale organisaties en het Nationaal Bu reau voor Geestelijke Volksgezondheid. We erkennen gaarne en volledig, dat on- *e standsorganisaties niet de specialisatie kunnen opbrengen, die nodig is voor de moderne vormen van maatschappelijk werk. Maar dit mag zeker niet ontaar- ?c.h in een laat-maar-waaien mentati on. Coördinatie en samenwerking zijn hier zeker eis des tijds. megang als zodanig is bewaard gebleven. Ook op dit eiland denkt echter nie mand daar nog aan. Het gaat om het kijkspel en dat is het Klozumfeest vol op, twee avonden lang, net als op Ame land, de eerste avond voor de jongeren, de tweede avond voor de ouderen. Wor den op Ameland echter de „ondermaat se" Sundeklazen van de straat geranseld Het meest originele feest wordt ge vierd op Ameland, waar men dat zijn de mannen van vijf tot tachtig jaar al weken van tevoren druk bezig is om in het verborgene de meest vreemd soortige costuums te fabriceren van jute en lappen, van lakens en papiersnippers. Men maakt niet alleen vreemdsoortige, angstaanjagende costuums, maar ook bij zonder fraaie gewaden, die terecht kun nen worden beschouwd als een stuk volkskunst. Zodra op Ameland de duis ternis valt begint het spel. Aan de voet van de torens van Hollum en Ballum, van Nes en Buren verschijnen vreemde, angstaanjagende gestalten, die gehuld zijn in wapperende witte lakens, terwijl zij toeteren op reusachtige buffelhoorns, met stokken op hekken en deuren slaan, zich als geesten bewegen in het vallend duister. Het zijn de fameuze baanvegers, die alles wat rokken draagt van de straat jagen, want op Ameland komen aan dit feest geen vrouwen te pas, dat Wil zeggen niet buitenshuis. Binnenshuis zijn ze zelfs onmisbaar. Wee het meisje of de vrouw, die zich op deze avond buiten waagt, maar binnen: binnen zijn zij uiteindelijk toch weer de spil, waar alles om draait, maar dat is pas later op de avond. Dan komen de „omes", de potsierlijk» verklede figuren de huizen binnen, waar vrouwen en meisjes in afwachting bijeen zitten en zich vol spanning, afvragen, wie zich achter het vreemde masker verbergt. Zij worden door de „omes" gedwongen om over ver sierde stokken te springen of te zingen, hetgeen kan worden afgekocht tegen een Omhelzing van zo'n geheimzinnig, on herkenbaar uitgedoste verschijning. Het is dus niet zo vreemd, als men beweert, dat in deze dagen de harten van vele meisjes op het eiland sneller kloppen. In Hollum vooral, het meest Weste lijke en nog meest oorspronkelijke dorp van Ameland, presteren de „omes" het om met lakens en keurige papiersnippers de meest opmerkelijke jassen te maken met fraaie motieven. In Hollum is dit feest ook nog het meest origineel, terwijl het in Nes steeds meer, mede door het demasqué en het bal na afloop, een carnavals idee krijgt, zoals dat ook op Schier monnikoog het geval is. Daar ver kleden ook de vrouwen zich als „Klozums", mede omdat men daar veel zeevarenden heeft en er voor een dergelijk feest eigenlijk steeds te weinig mannen zijn. Baanvegers komen er op Schiermon nikoog evenmin aan te pas: de Klozums verschijnen daar onaangekondigd. Op dit eiland is het Klozumfeest een opgewekt en onschuldig carnaval, ook al duurt het tot diep in de nacht. Achter elk mas ker kan zowel een man als een vrouw verborgen zijn. Ook zijn er de Klozums vaak lang niet zo onherkenbaar ver momd als op Ameland en evenmin vindt men hier de wijde jassen en de won derlijke mutsen met klingelende belle tjes. De vruchtbaarheidsritten zijn hier kennelijk door een zekere civilisatie Verloren gegaan, maar de midwinterom- wanneer zij op de avond der ouderen ontdekt worden, op Schiermonnikoog bekommert men zich daar niet meer om. Zo viert men op beide eilanden op gewekt dit unieke feest en op beide eilanden mag dan heel veel. De Sun deklazen en de Klozums mogen bij voorbeeld de burgemeester op zijn schouder kloppen, ze mogen hem in bedekte termen te verstaan geven, dat er een tehuis voor ouden van dagen of riolering moet komen en ze kun nen vrij vele huizen binnenstommelen, hetgeen op Ameland luidruchtiger toe gaat dan op Schiermonnikoog. Dat is ook de reden, waarom men daar in de open huizen de meubels uit de kamer zet en de lampekappen verwijdert. Dit feest beleeft men tenslotte maar één maal per jaar. Oud-eilanders keren ervoor terug naar hun geboortegrond en vieren de feesten mee. Waarom ook niet: eenmaal per jaar is niet veel, ook niet al duren de wonderlijke ma nifestaties tenslotte twee dagen. Waar dit gebeuren z'n ontstaan aan dankt? Niemand weet het precies, wellicht is het zomaar, net als volgens het Ame lander volkslied dit eiland is ontstaan: opgeweld uit wier en zand. Hoe het zij. men bekommert zich er niet om en zelfs stropers en jutters laten er palen en konijnen voor in de steek. Ze vieren midwinter, zonder de zin er van te begrijpen. Van lakens en papiersnippers worden soms de fraaiste costuums vervaardigd, die inderdaad als een sterk levende volkskunst mogen gelden. Vandaag was de Kings Inns te Du blin leeg. Het internationale hof, dat nu al elf dagen lang de ramp met de KLM superconstellation „Triton" onderzoekt, heeft de plaats van het ongeluk zelf in ogenschouw genomen: het vliegveld Shannon, de rivier de Shannon, en de overblijfselen van de „Triton" zelf. Het onderzoek zal Maandag worden hervat en zal ver moedelijk in de loop van de volgende week gesloten worden. De uitspraak wordt pas volgend jaar verwacht. Vrijdag zijn technische beschouwin gen de hoofdschotel van het onderzoek geweest. Twee luchtvaartexperts, wer den gehoord: de Ier G. B. Probert, luchtvaartingenieur van het Iers depar tement van industrie en handel, en de Nederlander ir. F. E. Douwes Dekker, ingenieur bij het Nationaal Luchtvaart laboratorium te Amsterdam. Beiden verstrekten inlichtingen over proef vluchten, die na de ramp met andere Superconstellations van de KLM op de luchthaven Shannon zijn gemaakt. Hoewel niet met zovee; woorden ge zegd, ddee zich weer 't vermoeden voor, dat de „Triton" op zijn laatste vlucht nimmer een hoogte van 250 voet bereikt heeft, hetgeen de bemanning verklaart op de hoogtemeter te hebben afgele zen, dan wel dat het toestel niet de snelheid van 160 knopen heeft kunnen bereiken bij de door de bemanning ver melde klimsnelheid over de korte r.f- stand, die de machine na de start heeft afgelegd, voor zo i m het water terecht kwam. De heer Douwes Dekker roerde ten slotte een punt aan, waarbij hjj er te gen waakte de indruk te wekken als zou hij daarbij op Viruly doelen. Hij sprak over het „menselijke gevoel", waaraan een piloot die een vliegtuig de lucht intrekt, zich niet kan onttrekken. „Kunt u het hof een idee geven van de oorzaak van het ongeluk?" werd de heer Douwes Dekker ten slotte ge vraagd. Hjj dacht dertig seconden na en ant woordde toen: „Nee, ik weet niet vol doende van alle feiten af om me ver antwoord te gevoelen, indien ik hier Te Parijs is overeenstemming be reikt tussen een Nederlandse groep, onder leiding van de Nederlanlsche Handel Mij. en de Franse Societé Industrielle et Agricole du Niari tot het gezamenlijk bouwen van een suikerfabriek in Madingou, in Frans Equatoriaal Afrika en het aanleggen van een grote suikerriet-aanplant in de Niarivallei. i een persoonlijke opinie ten beste zou geven." Ter vermijding van ieder misverstand drong na afloop van de zitting'de heer G. J. ten Duis, wnd. hoofdopleiding stuurhut bemanningen der KLM, er bij de Nederlandse verslaggevers met klem op aan, uit zijn naam het publiek duide lijk te maken, dat er van „gevoel-vlie- gen" bij de KLM geen sprake is en dat dat zeker ook niet is geschied bij de vlucht met de „Triton". Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wijziging van de Middelbaar-Onderwijswet, de Hoger- Onderwijswet en de Pensioenwet 1922 t.a.v. de subsidiëring van de uitgaven van de bijzondere scholen voor middel baar en voorbereidend hoger onderwijs. Het daarin opgenomen voorstel tot vergoeding van de salarissen wijkt van hetgeen in vroegere wetsontwerpen is opgenomen niet af. De in het ontwerp voorgestelde regeling van de vergoe ding van de stichtingskosten en van de jaarlijkse uitgaven van materiële aard daarentegen is anders dan het thans geldende systeem. Het ontwerp beoogt een systeem, waarbij de schoolbesturen niet langer een deel van de bouwkosten van een school voor eigen rekening zullen behoeven te nemen. Tevens wil men overgaan tot invoering van de re geling van de subsidiëring van de overige uitgaven van materiële aard van het bijzonder middelbaar en voor bereidend hoger ohderwijs. Het in het aangeboden ontwerp uitgewerkte systeem omvat samenvattend: a. Ver goeding van de salarissen van het on derwijzend en bedienend personeel der schooi; b. Vergoeding van de uitgaven voor het huren van gebouwen en ter reinen en voor de erfpacht van terrei nen; c. Vergoeding van de uitgaven voor het jaarlijks onderhoud van de gebou wen en terreinen en voor verlichting en verwarming en dergelijke, berekend naar de bedragen, die daarvoor ten be hoeve van de rijksscholen worden uit gegeven, volgens het in de vorenge noemde wetsontwerpen nos. 2594 en 2595 opgenomen systeem; d. Vergoeding van de kosten van stichting van gebou wen en aanleg van terreinen in de vorm van een vergoeding van de rente en aflossing van voor deze stichting en aanleg gesloten geldleningen. Vrijdagochtend was de 46-jarige schil der H. Quaedvlieg uit Linne bezig met schilderswerk aan de nieuwe Plemcen- trale te Buggenum. Hij zat in een schil derstoeltje op 30 meter hoogte. Op een gegeven moment verlooi hij zijn even wicht en kwam te vallen. Met gebro ken ledematen en zware inwendige kneuzingen werd hij opgenomen en naar het St. Laurentiusziekenhuis te Roermond overgebracht. Kort nadien is hij aan zijn verwondingen overleden. Q. was gehuwd en vader van één kind. De 39-jarige wethouder van de ge meente Heumen bij Nijmegen, de heer M. Huyber is door een auto aangere den, tóen hij in Nijmegen met zijn bromfiets de weg wilde oversteken. Hij overleed ter plaatse. Het slachtoffer laat een vrouw en vier kinderen achter. Vrijdagmiddag is de arbeider S. Gub- bels uit Beegden, die werkzaam was op een baggermolen van de baggermaat- schappij „Merwede", liggend in de Maas bij Roermond, door een grijper getroffen en gedood. G. was gehuwd en vader van 5 kinderen. De 28-jarige hulprangeerder P. Op- genoordt uit Heerlen is Vrijdag op het rangeerterrein van de mijn „Oranje Nassau" te Heerlen om het leven ge komen doordat hij bekneld raakte tus sen de buffers van twee rangerende wagons. De juiste toedracht van het on geluk is niet bekend. Daar niemand het heeft zien gebeuren. Het slachtoffer was ongehuwd. Woensdag 29 December herdenkt mgr. W Mutsaerts, bisschop van 's-Hertogen- bosch, de dag waarop hij 12'/2 jaar ge leden in de Kathedrale basiliek van St. Jan de H. Bisschopswijding ontving. Ter gelegenheid daarvan heeft het Ka thedrale kapittel een rondschrijven ge richt aan de gelovigen van het bisdom, en hen opgeroepen dit feest aan te grij pen als welkome gelegenheid om de financiële zorgen van hun bisschop te verlichten. Het schrijven herinnert aan de jaarlijkse exploitatie-tekorten van de beide diocesane seminaries en aan de achterstand in het onderhoud en de restauratie van gebouwex Advertentie MVO 17& Eerlijk gezegd vraag ik mij af of die heer uit Goes, die inplaats van f 50.000 krantenpapier in een enve loppe heeft gestopt en tegen wie deswege drie jaar werd geëist, niet vrij zal moeten worden gespro ken. Want het verslag spreekt nu wel met onbe grensde luchthartigheid over „waar deloos krantenpapier", maar dat is een verschrikkelijke misvatting. Krantenpapier is allerminst waarde loos. Op krantenpapier kun je „Uilen" drukken bijvoorbeeld. Bo- dien wordt krantenpapier ook zuiver naar de substantie gezien steeds duurder. Iedereen weet dat. Als de prijzen maar blijven stijgen. En dat doen zij wel, dan wordt het zelfs onbetaalbaar. Zodat de mogelijkheid niet is uit gesloten, dat wij U binnenkort de krant moeten aanbieden, niet gedrukt op krantenpapier, maar op bankbil jetten. Uit bezuiniging. Zwitserland De 69-jarige Zwitserse minister van posterijen en spoorwegen, dr. Joseph Escher, een katholiek con servatief, is gisteren gedurende een vergadering van het Zwitserse Lager huis te Bern plotseling gestorven. (Rtr) Na twintig jaar hetzelfde gezicht te hebben vertoond is de Salamander aan een verjongingskuur begonnen. Het was nodig, zeiden de schoon heidsspecialisten. Ook het uiterlijk van een boekenreeks moet met de tijd meegaan, overigens met behoud van het vertrouwde karakter. Zo heb ben de boekjes hun blauwlinnen, halfstijve kaftjes alsmede hun geijkt for maat bewaard. Ook als ruggetjes naast elkaar opgesteld in de boekenkast zijn ze onveranderd gebleven. Het enige verschil is eigenlijk, dat zo open en bloot op de tafel het stofomslag een betere blikvanger is geworden ver geleken bij vroeger. Drie salamanderhuidjes vormen nu lijsten rondom drie etiketachtige velden, waarin onderscheidenlijk plaats is voor auteur en titel van de roman, voor een vluchtige illustratie en voor het embleem van de reeks. ARTHUR VAN SCHENDEL, romanticus. Naar wij vernemen, is deken L. H. M. Nieuwenhuizen, van Alphen aan den Rijn, opnieuw opgenomen in het Sint Elisabethsziekenhuis teLeiden, thans voor het ondergaan van een oogopera tie. De operatieve behandeling is naar wens verlopen. Advertentie Vraagt prospectus. (Van onze medische medewerker) Enige tijd geleden was er in het westen van ons land een kleine epidemie van paratyphus. Gelukkig was ze niet ern stig en kon ze door stren ge maatregelen gauw be dwongen worden. Bij het woord epidemie denken wij aan de grote epide mieën uit vroeger tijden, waardoor soms hele land streken werden ontvolkt, o.a. door pest, pokken en cholera. De ouderen onder U zullen zich de Spaanse griep nog herinne ren, die kort na de eerste wereld oorlog duizenden slachtoffers heeft geëist. Gelukkig bleef de paratyphus- epidemie beperkt tot een klein deel van ons land en bovendien is deze ziekte minder ernstig. Toch wekt het woord epidemie altijd enige ongerust heid, omdat de min of meer vage dreiging die van dit woord uitgaat de gemoederen meer verontrust dan nodig is. Wij denken hierbij aan de angst van vele mensen tijdens het pokken-epidemietje een paar jaar ge leden in Tilburg. Evenzo aan de epidemie van witte pokken verleden jaar in Den Haag. Het woord paratyphus duidt er reeds op dat de ziekte lijkt op ge wone typhus. Bij beide: koorts, buik pijn en vaak diarrhee. Ook worden deze ziekten op dezelfde manier over gebracht, de bacterie die de ziekte veroorzaakt verlaat het lichaam van het besmette dier of mens met de ontlasting. Degene die met een ziek dier of mens omgaat of hem ver pleegt, moet dus de uiterste zinde lijkheid in acht nemen. In de eer ste plaats betekent dit dat men zorg vuldig de handen moet wassen. Aller lei voedingsstoffen, vooral water en melk kunnen gemakkelijk besmet worden. Bij paratyphus komt nog een andere, heel merkwaardige wijze van besmetting voor. Het.is.nl. gebleken dat vele eenden en duiven besmet zijn zonder dat deze dieren ziek zijn. Wel brengen zij de besmetting over op hun eieren. Een groot deel van de eendeneieren is dus besmet met paratyphus; vandaar dat men die eieren alleen mag eten, als zij min stens 10 a 12 minuten worden ge kookt. Wij hebben nu gezien dat de ziek te overgebracht kan worden door on hygiënische toestanden op de boer derij als er besmet vee is, door on zindelijkheid van de mensen die pa- ratyphus-patiënten verplegen en ten slotte is er nog een derde mogelijk heid, die eigenlijk onder de twee ge noemde valt, nl. dat in zeldzame ge- reiding van bepaalde voedingsstoffen. Zo mogen melkbussen niet worden omgespoeld met slootwater, waarin ook een deel van de ontlasting van het vee terecht komt. Zijn er een maal mensen besmet dan is natuur lijk een uiterst hygiënische verple ging noodzakelijk om verdere uit breiding van de ziekte te voorkomen. Ook kan men de ziekte voorkomen door mensen die naar streken gaan waar de ziekte nogal eens voorkomt, in te enten. Dit geldt voor reizigers die naar tropische streken gaan. Vaak wordt deze vaccinatie dan gecombi neerd met die van cholera en typhus. Men krijgt op' deze wijze enige be scherming tegen enkele der meest De verandering schijnt eenvoudig en wordt misschien de moeite van het uitvoerig releveren niet waard gevon den. Wie echter oog heeft voor het ui terlijk van een boek, zal beamen dat hier een bijzonder geslaagde oplossing is gevonden voor een lastig probleem. Theo Kurpershoek heeft als ontwerper een verlossende weg gevonden tussen traditie en de eisen des tijds; heel in het klein zoiets als dat waarnaar Amsterdam vergeefs streeft met be trekking tot zijn binnenstadsproblemen. Van de eerste zes Salamanders die in het nieuwe omslag het licht zagen, behoren er twee tot de modern-klassie ke Franse literatuur. Ze werden# ge schreven door zeer jonge auteurs en staan op het uitgelezen lijstje van me- neo- nig boekenvriend. U weet wel: dat lijst je, dat men opstelt met de gedachte: als ik naar een eiland verbannen zou worden en ik mocht tien of vijftien boe ken meenemen, welke zou ik dan kie zen? Het is in letterlievende kringen lange tijd een treffend spelletje geweest en bijzonder aardig is het om na tien jaar het nieuwe lijstje eens met het oude te vergelijken. Hoe weinig boeken blijken het dan te hebben uitgehouden Ik betwijfel, of ik „Het grote avon tuur" van Alain Fournier en „Van de liefde bezeten" van Raymond Radiguet er serieus op zou laten staan als de nood aan de man kwam. Voor een een zaam eilandbewoner zouden ze op de duur te romantische kost zijn en ook te veel vrucht van een opgezweepte jeugd in een opgezweept tijdperk. Maar aansprekelijk zijn ze door de jaren heen gebleven. Alain Fournier,' geboren in 1886 en gesneuveld in 1914, schreef zijn roman, die in het origineel ,.Le grand Meaulnes" heet, vlak voor het uitbreken van de oorlog, dus vlak voor zijn dood. Ook Raymond Radiguet, ge boren in 1903 en gestorven in 1923, schreef zijn „Le diable au corps" met de dood op zijn hielen. Het kan haast niet anders of deze twee jonge vlam men wisten dat zij fel en haastig moes ten branden, dat hun tijd uitgemeten was. Nauwelijks volwassen waren zij ópgebrand, hadden zij alles gezegd; ie ders leven ligt nu kwetsbaar-onkwets- baar voor ons open in een roman. De roman van een jeugd. Bij Fournier: de roman van een droom, zo groot, dat er geen plaats voor was in de werkelijk heid der volwassenheid. Bij Radiguet: de roman van een liefde, die geen bloeien kende, maar ineens een rijpe vrucht van kennis en dood was. vallen mensen, die de ziekte hebben doorgemaakt en ogenschijnlijk geheel zijn genezen, lange tijd na hun ziekte de bacterie nog met hun ontlasting blijven uitscheiden. Zij zijn voort durend een gevaar voor hun omge ving. Bij gewone typhus is dit laat ste lang niet zo zeldzaam. Omdat de oorzaak van de besmet ting zo vaak gelegen is in besmet voedsel, spreekt men wel van voed selvergiftiging. Zoals U uit het boven staande wel begrepen zult hebben is deze naam evenwel niet juist, het is geen echte vergiftiging maar een in fectieziekte. oe kunnen wij deze ziekte nu bestrijden? Op de eerste plaats natuurlijk door strenge zinde lijkheid in acht te nemen bij de be- voorkomende tropische darmziekten. De vaccinatie geeft echter geen ab soluut zekere bescherming, zoals dat trouwens bij geen enkele vaccinatie het geval is. Iemand die lijdt aan paratyphus mag gewoon thuis verpleegd worden, mits alle aanwijzingen van de dok ter worden opgevolgd, zodat er geen gevaar is, dat de patiënt het uit gangspunt wordt van een epidemie. Als iemand ziek is zal men altijd veel moeite doen om de besmettings bron op te sporen. Er is dan vaak echt detective-werk voor nodig om er achter te komen welke persoon of welk vee van welke boerderij de oorzaak is van de epidemie. U be grijpt natuurlijk dat dit vaak kost bare werk nodig is om een grote epidemie: te voorkomen. St. „Het grote avontuur" zou men bij na een sprookje kunnen noemen. Maar Fournier gelóófde er in; hij leefde er in als in dé wereld. Het is juist de passie, waarmee hij zijn wondere wereld aan dé wereld ge huwd deed zijn, welke adem geeft aan dit boek. Radiguet, die ontdekking van Cocteau, is het tegendeel van een sprookjes schrijver. De ik-figuur in zijn roman is, ook als hij fantaseert, een realist en een moralist van puur Fransen hui ze, Verwant aan de romanfiguren van Mauriac, Bernanos, Julien Green, Gide en zoveel anderen. Hij ent geen droom op de wereld. Hij is de wereld, als zelfontbranding en zelfvernietiging. Hij is „van de liefde (in feite van de duivel) bezeten" En met lucide precisie slaat hij het proces van zijn lijden gade. Op Marsman, Engelman en menig jong dichter hebben beide romans diepe indruk gemaakt. In deze nieuwe Nederlandse uitgave zullen zij weder om veel vrienden maken. Vaderlandse auteurs e overige Salamanders dragen na men van vaderlandse auteurs en bevatten werk, dat min of meer in het vergeetboek is geraakt, hetgeen men zich kan voorstellen als men zo ineens van die twee jonge Fransen op hen moet overstappen. Maar dat is een niet helemaal zuivere maatstaf. Top Naeffs „De dochter" heeft in 1907 heel wat harten veroverd en ook nadien, blijkens herdruk op herdruk. De roman behelst in het precieus-na turalistische proza dier jaren de ge schiedenis van een jonge vrouw, Julie, die, liever dan te trouwen, de een zaamheid van haar vader deelt en stil aan met hem ouder wordt zonder ooit de kans te krijgen haar eigen verlan gen naar geluk vervuld te zien. Top Naeff, wier boek „De doch ter" al in 1907 heel wat harten ver overd heeft. Johan de Meester Sr. vader van de huidige leider van de Nederlandse Co- medie en auteur van de indertijd be roemde roman „Geertje" werd door zijn zoon geëerd met een bloemlezing uit zijn novellistisch werk: „Allerlei mensen." Victor van Vriesland schreef er een korte inleiding voor. waarin hij opmerkt: „De Meester (1860-1931) was, hierin de voornaamste kunststro mingen van zijn tijd weerspiegelend, een pessimist. Maar zijn pessimisme was zo vitaal, dat het hem niet deed kwijnen, maar dat het, integendeel, om zo te zeggen het leven een opgewon den standje gaf. Deze schrijver leed en leefde met zijn figuren. Zijn novel len en zijn romans zijn doortrokken van die ontroerbaarheid uit sociale deer nis en mensenliefde, die na het aan vankelijke naturalisme mede den grond slag tot een neo-romantiek voorbereid de." Van die neo-romantiek geeft de ver halenbundel „Blanke gestalten" van Arthur van Schendel een mooi beeld. Het boek verscheen in '23, maar kreeg pas bij zijn eerste herdruk, in '41, in brede kring bekendheid. Het is een van de innigste verbeeldingswerken uit het oeuvre van Van Schendel. Tenslotte „Straat Maggelanes". de roman waarmee Johan van der Woude in '33 debuteerde. Aan de hand van een oud scheepsjournaal verhaalt de schrijver over een tocht om de wereld anno 1600. Is Top Naeffs precieuze zieleschil- dering kentekenend voor de eerste tien jaren onzer eeuw, De Meesters sociaal naturalisme voor het tweede tiental, Van Schendels neo-romantiek voor de twintiger jaren, dan mag deze roman van Johan van der Woude kentekenend heten voor het verzakelijkt-romantische streven der jongeren in de dertiger ja ren. Meer dan over mensen is „Straat Magellanes" een roman over dingen, over schepen, over de scheepvaart in het algemeen. De romantiek schuilt achter de nog onontgonnen horizon. 1) NICO VERHOEVEN 1) Salamanderreeks. Amsterdam 1954. Uitg. Querido, In de loop van Donderdagavond zou in Schijndel (N.B.) een brutale inbraak zijn gepleegd in de woning van de heer Van H„ procuratiehouder bij een in dustriële onderneming te Schijndel. De heer en vrouw des huizes waren die avond niet thuis en het achttien-jarig dienstmeisje van Z. had derhalve het rijk alleen. Zij had de laatste dagen zo het een en ander over roofovervallen den. inbraken gelezen en deze verhalen begonnen haar fantasie parten te spe len. Zij voerde een gemaskerde bandiet ten tonele, die onder dreiging van een vuurwapen haar zou hebben gedwon gen de voordeur te openen. De man had zijn slag geslagen en had in zijn overijdelde vlucht enkele voorwerpen van de buit in de tuin verloren. Dit ver haal kregen de heer en mevrouw Van H. opgedist toen zij 's avonds thuiskwa men en tot hun schrik bemerkten dat er een ongenode gast in htm huis was geweest. In de tuin lagen een bonbonschaaltje, een theezeefje met lekbakje en een chocoladeletter. De politie werd gewaarschuwd en na onderzoek vertrouwde zij de zaak niet. Het dienstmeisje werd aan een verhoor onderworpen. Niet lang heeft zij haar verhaal over een gemaskerde en gewa pende bandiet kunnen handhaven. Zij bekende de inbraak te hebben geënsce neerd om Van H. duidelijk te maken, dat zij 's avonds niet graag alleen thuis blijft en dat zij ook graag een avondje uitgaat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 5