WINTERS CARNAVAL
de Waddeneilanden
SunderumsSumïeklaen
op
Org
aniseren
we ons dood?
Hof te Dublin op plaats waar
de „Triton' neerstortte
van
Douwe Egberts
tabac
Krantenpapier
EEN HERNIEUWDE KENNISMAKING
met belletrie van Arthur van Schendel,
Top Naeff, Johan de Meester
en Johan van der Woude
PARATYPHUS, gevaarlijke ziekte?
H
D
Ameland spant
de kroon
Vloog vliegtuig minder hoog dan
aangenomen werd?
Subsidiërings
systeem bijsonder
VHM. O.
Mgr. W. Mutsaerts
12 Vl jaar bisschop
Zes Salamander^ in_ nieuwe omslag
TWEE FRANSE
LIEFDES
Te veel fantasie
LITERAIRE KRONIEK
ZATERDAG 11 DECEMBER 1954
PAGINA 5
(Van onze correspondent)
/n de meest mistroostige dagen van het jaar, pal voor, of zoals
dit jaarna het feest van de Bisschop van Myra, zoals wij dat
hennen, viert men op de Waddeneilanden het meest opgewekte
feest van het jaar, waarin alle eilanders één zijn, waarbij alles, of
in elk geval heel veel geoorloofd is en waarvan men wekenlang stof
tot praten overhoudt. Die feesten zijn het opkledenop Vlieland,
dat van de Sunderums op Terschellingvan de Klozums op Schier
monnikoog en van de jonge en oude Sundeklazen op Ameland. Het
zijn allemaal feesten die rond Sinterklaas gevierd worden, maar die
er evenveel mee te maken hebben als schrijver dezes met de jongste
millioenenerfenis. Het zijn veeleer midwinterommegangen. Hier en
daar vindt men er overblijfselen in van vruchtbaarheidsriten en al
denkt niemand daar vandaag, anno 1954, nog aan: men viert de
feesten met een gloeiend enthousiasme. Ameland is dan het eiland
van honderden, meestal goedmoedige demonen en ook op de andere
eilanden treft men even vreemde, zij het weer geheel andere ver
schijningen aan, die samen een uitzonderlijk stuk sfeer scheppen en
een bezoek in deze tijd tot een belevenis op zichzelf maken.
NederlandsFranse
suikerfabriek in Afrika
VIER DODELIJKE
ONGELUKKEN
4;
Deken L. Nieuwenhuizen
bij een Katholiek Instituut, dus bij
HET NEDERLANDS SCHRIFTELIJK STUDIECENTRUM
Culemborg
Er is vaak echt detective-werk voor nodig om er
achter te komen welke persoon en welk vee
van welke boerderij oorzaak is der epidemie
Dienstmeisje voert
bandiet ten tonele
(Vervolg van pagina 1)
Het is duidelijk, dat al dit werk
van de grootste betekenis is voor
een zo gezond mogelijk beeld van
ons volksgeheel. Het is duidelijk, dat
de Overheid hiervoor zodanige belang
stelling heeft, dat We het in Nederland
tenslotte hebben gebracht tot een apart
ministerie voor Maatschappelijk Werk.
P? "et ontstaan van dit ministerie heb-
■>7D?fW^.om twee redenen even ons hart
nef8,i uUden- z°dra ambtelijke instan-
rian §aan bemoeien met wat tot
tiniilier y.oorbehouden aan het par-
vaar van dl l1 bestaat altijd het ge-
Tf Ho k 1-ambtel'dking. Goddank
de. eerste bewindsman voor deze por
tefeuille een ovenuigd voorstander van
het subsidiariteitsbeginsel. Hij moest
zijn departement zelf opbouwen en
had dus alle kans er een stem
pel op te drukken, er een richting aan
te geven, die voor nu en voor de toe
komst ruimte zou laten voor de liefde
van mens tot mens. Het is verheugend
te mogen constateren, dat minister Van
Thiel zijn begroting 1955 laat vooraf
gaan door een bezinning op de grote
lijn in het maatschappelijk werk. En
vooral dat deze grote lijn zo volledig
?ekening houdt met de wens, die wij
hierboven formuleerden, n.l. dat het par-
rjeuUer initiatief vooral in maatschap-
p ijjke noodtoestanden in het voorste
®ehd moet staan. Maar ondanks de uit
rekende bedoelingen van de minister
rjOfttt het ons voor, dat de grootste
?Aakzaamheid geboden is (vooral bij de
uiverse vormen, waarin op het ogenblik
®ari maatschappelijk werk wordt ge
daan) tegen elke verambtelijking. Er
*f)n verschijnselen we denken aan de
subsidiëring van het gezinszorgwerk en
he daarbij gestelde voorwaarden die
Sfop duiden, dat zelfs minister van
thiel deze verambtelijking niet geheel
aan keren.
Een tweede gevaar, waartegen we na
drukkelijk wensen te waarschuwen, is
nat uiteen groeien van de katholieke so
ciale organisaties en het Nationaal Bu
reau voor Geestelijke Volksgezondheid.
We erkennen gaarne en volledig, dat on-
*e standsorganisaties niet de specialisatie
kunnen opbrengen, die nodig is voor de
moderne vormen van maatschappelijk
werk. Maar dit mag zeker niet ontaar-
?c.h in een laat-maar-waaien mentati
on. Coördinatie en samenwerking zijn
hier zeker eis des tijds.
megang als zodanig is bewaard gebleven.
Ook op dit eiland denkt echter nie
mand daar nog aan. Het gaat om het
kijkspel en dat is het Klozumfeest vol
op, twee avonden lang, net als op Ame
land, de eerste avond voor de jongeren,
de tweede avond voor de ouderen. Wor
den op Ameland echter de „ondermaat
se" Sundeklazen van de straat geranseld
Het meest originele feest wordt ge
vierd op Ameland, waar men dat zijn
de mannen van vijf tot tachtig jaar
al weken van tevoren druk bezig is om
in het verborgene de meest vreemd
soortige costuums te fabriceren van jute
en lappen, van lakens en papiersnippers.
Men maakt niet alleen vreemdsoortige,
angstaanjagende costuums, maar ook bij
zonder fraaie gewaden, die terecht kun
nen worden beschouwd als een stuk
volkskunst. Zodra op Ameland de duis
ternis valt begint het spel. Aan de voet
van de torens van Hollum en Ballum,
van Nes en Buren verschijnen vreemde,
angstaanjagende gestalten, die gehuld
zijn in wapperende witte lakens, terwijl
zij toeteren op reusachtige buffelhoorns,
met stokken op hekken en deuren slaan,
zich als geesten bewegen in het vallend
duister. Het zijn de fameuze baanvegers,
die alles wat rokken draagt van de
straat jagen, want op Ameland komen
aan dit feest geen vrouwen te pas, dat
Wil zeggen niet buitenshuis. Binnenshuis
zijn ze zelfs onmisbaar. Wee het meisje
of de vrouw, die zich op deze avond
buiten waagt, maar binnen: binnen zijn
zij uiteindelijk toch weer de spil, waar
alles om draait, maar dat is pas later
op de avond. Dan komen de „omes", de
potsierlijk» verklede figuren de huizen
binnen, waar vrouwen en meisjes in
afwachting bijeen zitten en zich vol
spanning, afvragen, wie zich achter het
vreemde masker verbergt. Zij worden
door de „omes" gedwongen om over ver
sierde stokken te springen of te zingen,
hetgeen kan worden afgekocht tegen een
Omhelzing van zo'n geheimzinnig, on
herkenbaar uitgedoste verschijning. Het
is dus niet zo vreemd, als men beweert,
dat in deze dagen de harten van vele
meisjes op het eiland sneller kloppen.
In Hollum vooral, het meest Weste
lijke en nog meest oorspronkelijke
dorp van Ameland, presteren de
„omes" het om met lakens en keurige
papiersnippers de meest opmerkelijke
jassen te maken met fraaie motieven.
In Hollum is dit feest ook nog het
meest origineel, terwijl het in Nes
steeds meer, mede door het demasqué
en het bal na afloop, een carnavals
idee krijgt, zoals dat ook op Schier
monnikoog het geval is. Daar ver
kleden ook de vrouwen zich als
„Klozums", mede omdat men daar
veel zeevarenden heeft en er voor
een dergelijk feest eigenlijk steeds te
weinig mannen zijn.
Baanvegers komen er op Schiermon
nikoog evenmin aan te pas: de Klozums
verschijnen daar onaangekondigd. Op dit
eiland is het Klozumfeest een opgewekt
en onschuldig carnaval, ook al duurt
het tot diep in de nacht. Achter elk mas
ker kan zowel een man als een vrouw
verborgen zijn. Ook zijn er de Klozums
vaak lang niet zo onherkenbaar ver
momd als op Ameland en evenmin vindt
men hier de wijde jassen en de won
derlijke mutsen met klingelende belle
tjes. De vruchtbaarheidsritten zijn hier
kennelijk door een zekere civilisatie
Verloren gegaan, maar de midwinterom-
wanneer zij op de avond der ouderen
ontdekt worden, op Schiermonnikoog
bekommert men zich daar niet meer om.
Zo viert men op beide eilanden op
gewekt dit unieke feest en op beide
eilanden mag dan heel veel. De Sun
deklazen en de Klozums mogen bij
voorbeeld de burgemeester op zijn
schouder kloppen, ze mogen hem in
bedekte termen te verstaan geven, dat
er een tehuis voor ouden van dagen
of riolering moet komen en ze kun
nen vrij vele huizen binnenstommelen,
hetgeen op Ameland luidruchtiger toe
gaat dan op Schiermonnikoog. Dat is
ook de reden, waarom men daar in de
open huizen de meubels uit de kamer
zet en de lampekappen verwijdert. Dit
feest beleeft men tenslotte maar één
maal per jaar. Oud-eilanders keren
ervoor terug naar hun geboortegrond
en vieren de feesten mee. Waarom ook
niet: eenmaal per jaar is niet veel,
ook niet al duren de wonderlijke ma
nifestaties tenslotte twee dagen. Waar
dit gebeuren z'n ontstaan aan dankt?
Niemand weet het precies, wellicht is
het zomaar, net als volgens het Ame
lander volkslied dit eiland is ontstaan:
opgeweld uit wier en zand. Hoe het
zij. men bekommert zich er niet om
en zelfs stropers en jutters laten er
palen en konijnen voor in de steek. Ze
vieren midwinter, zonder de zin er
van te begrijpen.
Van lakens en papiersnippers worden soms de fraaiste costuums vervaardigd, die
inderdaad als een sterk levende volkskunst mogen gelden.
Vandaag was de Kings Inns te Du
blin leeg. Het internationale hof, dat
nu al elf dagen lang de ramp met
de KLM superconstellation „Triton"
onderzoekt, heeft de plaats van het
ongeluk zelf in ogenschouw genomen:
het vliegveld Shannon, de rivier de
Shannon, en de overblijfselen van de
„Triton" zelf. Het onderzoek zal
Maandag worden hervat en zal ver
moedelijk in de loop van de volgende
week gesloten worden. De uitspraak
wordt pas volgend jaar verwacht.
Vrijdag zijn technische beschouwin
gen de hoofdschotel van het onderzoek
geweest. Twee luchtvaartexperts, wer
den gehoord: de Ier G. B. Probert,
luchtvaartingenieur van het Iers depar
tement van industrie en handel, en de
Nederlander ir. F. E. Douwes Dekker,
ingenieur bij het Nationaal Luchtvaart
laboratorium te Amsterdam. Beiden
verstrekten inlichtingen over proef
vluchten, die na de ramp met andere
Superconstellations van de KLM op de
luchthaven Shannon zijn gemaakt.
Hoewel niet met zovee; woorden ge
zegd, ddee zich weer 't vermoeden voor,
dat de „Triton" op zijn laatste vlucht
nimmer een hoogte van 250 voet bereikt
heeft, hetgeen de bemanning verklaart
op de hoogtemeter te hebben afgele
zen, dan wel dat het toestel niet de
snelheid van 160 knopen heeft kunnen
bereiken bij de door de bemanning ver
melde klimsnelheid over de korte r.f-
stand, die de machine na de start heeft
afgelegd, voor zo i m het water terecht
kwam.
De heer Douwes Dekker roerde ten
slotte een punt aan, waarbij hjj er te
gen waakte de indruk te wekken als zou
hij daarbij op Viruly doelen. Hij sprak
over het „menselijke gevoel", waaraan
een piloot die een vliegtuig de lucht
intrekt, zich niet kan onttrekken.
„Kunt u het hof een idee geven van
de oorzaak van het ongeluk?" werd
de heer Douwes Dekker ten slotte ge
vraagd.
Hjj dacht dertig seconden na en ant
woordde toen: „Nee, ik weet niet vol
doende van alle feiten af om me ver
antwoord te gevoelen, indien ik hier
Te Parijs is overeenstemming be
reikt tussen een Nederlandse groep,
onder leiding van de Nederlanlsche
Handel Mij. en de Franse Societé
Industrielle et Agricole du Niari tot
het gezamenlijk bouwen van een
suikerfabriek in Madingou, in Frans
Equatoriaal Afrika en het aanleggen
van een grote suikerriet-aanplant in
de Niarivallei. i
een persoonlijke opinie ten beste zou
geven."
Ter vermijding van ieder misverstand
drong na afloop van de zitting'de heer
G. J. ten Duis, wnd. hoofdopleiding
stuurhut bemanningen der KLM, er bij
de Nederlandse verslaggevers met klem
op aan, uit zijn naam het publiek duide
lijk te maken, dat er van „gevoel-vlie-
gen" bij de KLM geen sprake is en
dat dat zeker ook niet is geschied bij
de vlucht met de „Triton".
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp tot wijziging van de
Middelbaar-Onderwijswet, de Hoger-
Onderwijswet en de Pensioenwet 1922
t.a.v. de subsidiëring van de uitgaven
van de bijzondere scholen voor middel
baar en voorbereidend hoger onderwijs.
Het daarin opgenomen voorstel tot
vergoeding van de salarissen wijkt van
hetgeen in vroegere wetsontwerpen is
opgenomen niet af. De in het ontwerp
voorgestelde regeling van de vergoe
ding van de stichtingskosten en van de
jaarlijkse uitgaven van materiële aard
daarentegen is anders dan het thans
geldende systeem. Het ontwerp beoogt
een systeem, waarbij de schoolbesturen
niet langer een deel van de bouwkosten
van een school voor eigen rekening
zullen behoeven te nemen. Tevens wil
men overgaan tot invoering van de re
geling van de subsidiëring van de
overige uitgaven van materiële aard
van het bijzonder middelbaar en voor
bereidend hoger ohderwijs. Het in het
aangeboden ontwerp uitgewerkte
systeem omvat samenvattend: a. Ver
goeding van de salarissen van het on
derwijzend en bedienend personeel der
schooi; b. Vergoeding van de uitgaven
voor het huren van gebouwen en ter
reinen en voor de erfpacht van terrei
nen; c. Vergoeding van de uitgaven voor
het jaarlijks onderhoud van de gebou
wen en terreinen en voor verlichting en
verwarming en dergelijke, berekend
naar de bedragen, die daarvoor ten be
hoeve van de rijksscholen worden uit
gegeven, volgens het in de vorenge
noemde wetsontwerpen nos. 2594 en
2595 opgenomen systeem; d. Vergoeding
van de kosten van stichting van gebou
wen en aanleg van terreinen in de
vorm van een vergoeding van de rente
en aflossing van voor deze stichting en
aanleg gesloten geldleningen.
Vrijdagochtend was de 46-jarige schil
der H. Quaedvlieg uit Linne bezig met
schilderswerk aan de nieuwe Plemcen-
trale te Buggenum. Hij zat in een schil
derstoeltje op 30 meter hoogte. Op een
gegeven moment verlooi hij zijn even
wicht en kwam te vallen. Met gebro
ken ledematen en zware inwendige
kneuzingen werd hij opgenomen en
naar het St. Laurentiusziekenhuis te
Roermond overgebracht. Kort nadien
is hij aan zijn verwondingen overleden.
Q. was gehuwd en vader van één kind.
De 39-jarige wethouder van de ge
meente Heumen bij Nijmegen, de heer
M. Huyber is door een auto aangere
den, tóen hij in Nijmegen met zijn
bromfiets de weg wilde oversteken. Hij
overleed ter plaatse. Het slachtoffer
laat een vrouw en vier kinderen achter.
Vrijdagmiddag is de arbeider S. Gub-
bels uit Beegden, die werkzaam was op
een baggermolen van de baggermaat-
schappij „Merwede", liggend in de
Maas bij Roermond, door een grijper
getroffen en gedood. G. was gehuwd en
vader van 5 kinderen.
De 28-jarige hulprangeerder P. Op-
genoordt uit Heerlen is Vrijdag op het
rangeerterrein van de mijn „Oranje
Nassau" te Heerlen om het leven ge
komen doordat hij bekneld raakte tus
sen de buffers van twee rangerende
wagons. De juiste toedracht van het on
geluk is niet bekend. Daar niemand het
heeft zien gebeuren. Het slachtoffer
was ongehuwd.
Woensdag 29 December herdenkt mgr.
W Mutsaerts, bisschop van 's-Hertogen-
bosch, de dag waarop hij 12'/2 jaar ge
leden in de Kathedrale basiliek van St.
Jan de H. Bisschopswijding ontving.
Ter gelegenheid daarvan heeft het Ka
thedrale kapittel een rondschrijven ge
richt aan de gelovigen van het bisdom,
en hen opgeroepen dit feest aan te grij
pen als welkome gelegenheid om de
financiële zorgen van hun bisschop te
verlichten. Het schrijven herinnert aan
de jaarlijkse exploitatie-tekorten van de
beide diocesane seminaries en aan de
achterstand in het onderhoud en de
restauratie van gebouwex
Advertentie
MVO 17&
Eerlijk gezegd vraag ik
mij af of die heer uit Goes,
die inplaats van f 50.000
krantenpapier in een enve
loppe heeft gestopt en
tegen wie deswege drie
jaar werd geëist, niet vrij
zal moeten worden gespro
ken. Want het verslag
spreekt nu wel met onbe
grensde luchthartigheid over „waar
deloos krantenpapier", maar dat is
een verschrikkelijke misvatting.
Krantenpapier is allerminst waarde
loos. Op krantenpapier kun je
„Uilen" drukken bijvoorbeeld. Bo-
dien wordt krantenpapier ook zuiver
naar de substantie gezien steeds
duurder. Iedereen weet dat. Als de
prijzen maar blijven stijgen. En dat
doen zij wel, dan wordt het zelfs
onbetaalbaar.
Zodat de mogelijkheid niet is uit
gesloten, dat wij U binnenkort de
krant moeten aanbieden, niet gedrukt
op krantenpapier, maar op bankbil
jetten. Uit bezuiniging.
Zwitserland De 69-jarige Zwitserse
minister van posterijen en spoorwegen,
dr. Joseph Escher, een katholiek con
servatief, is gisteren gedurende een
vergadering van het Zwitserse Lager
huis te Bern plotseling gestorven. (Rtr)
Na twintig jaar hetzelfde gezicht te hebben vertoond is de Salamander
aan een verjongingskuur begonnen. Het was nodig, zeiden de schoon
heidsspecialisten. Ook het uiterlijk van een boekenreeks moet met de
tijd meegaan, overigens met behoud van het vertrouwde karakter. Zo heb
ben de boekjes hun blauwlinnen, halfstijve kaftjes alsmede hun geijkt for
maat bewaard. Ook als ruggetjes naast elkaar opgesteld in de boekenkast
zijn ze onveranderd gebleven. Het enige verschil is eigenlijk, dat zo open en
bloot op de tafel het stofomslag een betere blikvanger is geworden ver
geleken bij vroeger. Drie salamanderhuidjes vormen nu lijsten rondom drie
etiketachtige velden, waarin onderscheidenlijk plaats is voor auteur en titel
van de roman, voor een vluchtige illustratie en voor het embleem van de
reeks.
ARTHUR
VAN SCHENDEL,
romanticus.
Naar wij vernemen, is deken L. H. M.
Nieuwenhuizen, van Alphen aan den
Rijn, opnieuw opgenomen in het Sint
Elisabethsziekenhuis teLeiden, thans
voor het ondergaan van een oogopera
tie. De operatieve behandeling is naar
wens verlopen.
Advertentie
Vraagt prospectus.
(Van onze medische medewerker)
Enige tijd geleden was
er in het westen van
ons land een kleine
epidemie van paratyphus.
Gelukkig was ze niet ern
stig en kon ze door stren
ge maatregelen gauw be
dwongen worden. Bij het
woord epidemie denken
wij aan de grote epide
mieën uit vroeger tijden,
waardoor soms hele land
streken werden ontvolkt,
o.a. door pest, pokken en
cholera. De ouderen onder U zullen
zich de Spaanse griep nog herinne
ren, die kort na de eerste wereld
oorlog duizenden slachtoffers heeft
geëist. Gelukkig bleef de paratyphus-
epidemie beperkt tot een klein deel
van ons land en bovendien is deze
ziekte minder ernstig. Toch wekt het
woord epidemie altijd enige ongerust
heid, omdat de min of meer vage
dreiging die van dit woord uitgaat
de gemoederen meer verontrust dan
nodig is. Wij denken hierbij aan de
angst van vele mensen tijdens het
pokken-epidemietje een paar jaar ge
leden in Tilburg. Evenzo aan de
epidemie van witte pokken verleden
jaar in Den Haag.
Het woord paratyphus duidt er
reeds op dat de ziekte lijkt op ge
wone typhus. Bij beide: koorts, buik
pijn en vaak diarrhee. Ook worden
deze ziekten op dezelfde manier over
gebracht, de bacterie die de ziekte
veroorzaakt verlaat het lichaam van
het besmette dier of mens met de
ontlasting. Degene die met een ziek
dier of mens omgaat of hem ver
pleegt, moet dus de uiterste zinde
lijkheid in acht nemen. In de eer
ste plaats betekent dit dat men zorg
vuldig de handen moet wassen. Aller
lei voedingsstoffen, vooral water en
melk kunnen gemakkelijk besmet
worden. Bij paratyphus komt nog een
andere, heel merkwaardige wijze van
besmetting voor. Het.is.nl. gebleken
dat vele eenden en duiven besmet
zijn zonder dat deze dieren ziek zijn.
Wel brengen zij de besmetting over
op hun eieren. Een groot deel van
de eendeneieren is dus besmet met
paratyphus; vandaar dat men die
eieren alleen mag eten, als zij min
stens 10 a 12 minuten worden ge
kookt.
Wij hebben nu gezien dat de ziek
te overgebracht kan worden door on
hygiënische toestanden op de boer
derij als er besmet vee is, door on
zindelijkheid van de mensen die pa-
ratyphus-patiënten verplegen en ten
slotte is er nog een derde mogelijk
heid, die eigenlijk onder de twee ge
noemde valt, nl. dat in zeldzame ge-
reiding van bepaalde voedingsstoffen.
Zo mogen melkbussen niet worden
omgespoeld met slootwater, waarin
ook een deel van de ontlasting van
het vee terecht komt. Zijn er een
maal mensen besmet dan is natuur
lijk een uiterst hygiënische verple
ging noodzakelijk om verdere uit
breiding van de ziekte te voorkomen.
Ook kan men de ziekte voorkomen
door mensen die naar streken gaan
waar de ziekte nogal eens voorkomt,
in te enten. Dit geldt voor reizigers
die naar tropische streken gaan. Vaak
wordt deze vaccinatie dan gecombi
neerd met die van cholera en typhus.
Men krijgt op' deze wijze enige be
scherming tegen enkele der meest
De verandering schijnt eenvoudig en
wordt misschien de moeite van het
uitvoerig releveren niet waard gevon
den. Wie echter oog heeft voor het ui
terlijk van een boek, zal beamen dat
hier een bijzonder geslaagde oplossing
is gevonden voor een lastig probleem.
Theo Kurpershoek heeft als ontwerper
een verlossende weg gevonden tussen
traditie en de eisen des tijds; heel
in het klein zoiets als dat waarnaar
Amsterdam vergeefs streeft met be
trekking tot zijn binnenstadsproblemen.
Van de eerste zes Salamanders die
in het nieuwe omslag het licht zagen,
behoren er twee tot de modern-klassie
ke Franse literatuur. Ze werden# ge
schreven door zeer jonge auteurs en
staan op het uitgelezen lijstje van me-
neo- nig boekenvriend. U weet wel: dat lijst
je, dat men opstelt met de gedachte:
als ik naar een eiland verbannen zou
worden en ik mocht tien of vijftien boe
ken meenemen, welke zou ik dan kie
zen? Het is in letterlievende kringen
lange tijd een treffend spelletje geweest
en bijzonder aardig is het om na tien
jaar het nieuwe lijstje eens met het
oude te vergelijken. Hoe weinig boeken
blijken het dan te hebben uitgehouden
Ik betwijfel, of ik „Het grote avon
tuur" van Alain Fournier en „Van de
liefde bezeten" van Raymond Radiguet
er serieus op zou laten staan als de
nood aan de man kwam. Voor een een
zaam eilandbewoner zouden ze op de
duur te romantische kost zijn en ook
te veel vrucht van een opgezweepte
jeugd in een opgezweept tijdperk. Maar
aansprekelijk zijn ze door de jaren heen
gebleven. Alain Fournier,' geboren in
1886 en gesneuveld in 1914, schreef
zijn roman, die in het origineel ,.Le
grand Meaulnes" heet, vlak voor het
uitbreken van de oorlog, dus vlak voor
zijn dood. Ook Raymond Radiguet, ge
boren in 1903 en gestorven in 1923,
schreef zijn „Le diable au corps" met
de dood op zijn hielen. Het kan haast
niet anders of deze twee jonge vlam
men wisten dat zij fel en haastig moes
ten branden, dat hun tijd uitgemeten
was. Nauwelijks volwassen waren zij
ópgebrand, hadden zij alles gezegd; ie
ders leven ligt nu kwetsbaar-onkwets-
baar voor ons open in een roman. De
roman van een jeugd. Bij Fournier: de
roman van een droom, zo groot, dat er
geen plaats voor was in de werkelijk
heid der volwassenheid. Bij Radiguet: de
roman van een liefde, die geen bloeien
kende, maar ineens een rijpe vrucht
van kennis en dood was.
vallen mensen, die de ziekte hebben
doorgemaakt en ogenschijnlijk geheel
zijn genezen, lange tijd na hun ziekte
de bacterie nog met hun ontlasting
blijven uitscheiden. Zij zijn voort
durend een gevaar voor hun omge
ving. Bij gewone typhus is dit laat
ste lang niet zo zeldzaam.
Omdat de oorzaak van de besmet
ting zo vaak gelegen is in besmet
voedsel, spreekt men wel van voed
selvergiftiging. Zoals U uit het boven
staande wel begrepen zult hebben is
deze naam evenwel niet juist, het is
geen echte vergiftiging maar een in
fectieziekte.
oe kunnen wij deze ziekte nu
bestrijden? Op de eerste plaats
natuurlijk door strenge zinde
lijkheid in acht te nemen bij de be-
voorkomende tropische darmziekten.
De vaccinatie geeft echter geen ab
soluut zekere bescherming, zoals dat
trouwens bij geen enkele vaccinatie
het geval is.
Iemand die lijdt aan paratyphus
mag gewoon thuis verpleegd worden,
mits alle aanwijzingen van de dok
ter worden opgevolgd, zodat er geen
gevaar is, dat de patiënt het uit
gangspunt wordt van een epidemie.
Als iemand ziek is zal men altijd
veel moeite doen om de besmettings
bron op te sporen. Er is dan vaak
echt detective-werk voor nodig om
er achter te komen welke persoon
of welk vee van welke boerderij de
oorzaak is van de epidemie. U be
grijpt natuurlijk dat dit vaak kost
bare werk nodig is om een grote
epidemie: te voorkomen. St.
„Het grote avontuur" zou men bij
na een sprookje kunnen noemen.
Maar Fournier gelóófde er in; hij
leefde er in als in dé wereld. Het
is juist de passie, waarmee hij zijn
wondere wereld aan dé wereld ge
huwd deed zijn, welke adem geeft
aan dit boek.
Radiguet, die ontdekking van Cocteau,
is het tegendeel van een sprookjes
schrijver. De ik-figuur in zijn roman
is, ook als hij fantaseert, een realist
en een moralist van puur Fransen hui
ze, Verwant aan de romanfiguren van
Mauriac, Bernanos, Julien Green, Gide
en zoveel anderen. Hij ent geen droom
op de wereld. Hij is de wereld, als
zelfontbranding en zelfvernietiging.
Hij is „van de liefde (in feite van de
duivel) bezeten" En met lucide precisie
slaat hij het proces van zijn lijden
gade.
Op Marsman, Engelman en menig
jong dichter hebben beide romans
diepe indruk gemaakt. In deze nieuwe
Nederlandse uitgave zullen zij weder
om veel vrienden maken.
Vaderlandse auteurs
e overige Salamanders dragen na
men van vaderlandse auteurs en
bevatten werk, dat min of meer
in het vergeetboek is geraakt, hetgeen
men zich kan voorstellen als men zo
ineens van die twee jonge Fransen op
hen moet overstappen. Maar dat is
een niet helemaal zuivere maatstaf.
Top Naeffs „De dochter" heeft in
1907 heel wat harten veroverd en ook
nadien, blijkens herdruk op herdruk.
De roman behelst in het precieus-na
turalistische proza dier jaren de ge
schiedenis van een jonge vrouw, Julie,
die, liever dan te trouwen, de een
zaamheid van haar vader deelt en stil
aan met hem ouder wordt zonder ooit
de kans te krijgen haar eigen verlan
gen naar geluk vervuld te zien.
Top Naeff, wier boek „De doch
ter" al in 1907 heel wat harten ver
overd heeft.
Johan de Meester Sr. vader van de
huidige leider van de Nederlandse Co-
medie en auteur van de indertijd be
roemde roman „Geertje" werd door
zijn zoon geëerd met een bloemlezing
uit zijn novellistisch werk: „Allerlei
mensen." Victor van Vriesland schreef
er een korte inleiding voor. waarin
hij opmerkt: „De Meester (1860-1931)
was, hierin de voornaamste kunststro
mingen van zijn tijd weerspiegelend,
een pessimist. Maar zijn pessimisme
was zo vitaal, dat het hem niet deed
kwijnen, maar dat het, integendeel, om
zo te zeggen het leven een opgewon
den standje gaf. Deze schrijver leed
en leefde met zijn figuren. Zijn novel
len en zijn romans zijn doortrokken
van die ontroerbaarheid uit sociale deer
nis en mensenliefde, die na het aan
vankelijke naturalisme mede den grond
slag tot een neo-romantiek voorbereid
de."
Van die neo-romantiek geeft de ver
halenbundel „Blanke gestalten" van
Arthur van Schendel een mooi beeld.
Het boek verscheen in '23, maar kreeg
pas bij zijn eerste herdruk, in '41, in
brede kring bekendheid. Het is een van
de innigste verbeeldingswerken uit het
oeuvre van Van Schendel.
Tenslotte „Straat Maggelanes". de
roman waarmee Johan van der Woude
in '33 debuteerde. Aan de hand van
een oud scheepsjournaal verhaalt de
schrijver over een tocht om de wereld
anno 1600.
Is Top Naeffs precieuze zieleschil-
dering kentekenend voor de eerste tien
jaren onzer eeuw, De Meesters sociaal
naturalisme voor het tweede tiental,
Van Schendels neo-romantiek voor de
twintiger jaren, dan mag deze roman
van Johan van der Woude kentekenend
heten voor het verzakelijkt-romantische
streven der jongeren in de dertiger ja
ren. Meer dan over mensen is „Straat
Magellanes" een roman over dingen,
over schepen, over de scheepvaart in
het algemeen. De romantiek schuilt
achter de nog onontgonnen horizon. 1)
NICO VERHOEVEN
1) Salamanderreeks.
Amsterdam 1954.
Uitg. Querido,
In de loop van Donderdagavond zou
in Schijndel (N.B.) een brutale inbraak
zijn gepleegd in de woning van de heer
Van H„ procuratiehouder bij een in
dustriële onderneming te Schijndel. De
heer en vrouw des huizes waren die
avond niet thuis en het achttien-jarig
dienstmeisje van Z. had derhalve het
rijk alleen. Zij had de laatste dagen zo
het een en ander over roofovervallen
den. inbraken gelezen en deze verhalen
begonnen haar fantasie parten te spe
len. Zij voerde een gemaskerde bandiet
ten tonele, die onder dreiging van een
vuurwapen haar zou hebben gedwon
gen de voordeur te openen. De man
had zijn slag geslagen en had in zijn
overijdelde vlucht enkele voorwerpen
van de buit in de tuin verloren. Dit ver
haal kregen de heer en mevrouw Van H.
opgedist toen zij 's avonds thuiskwa
men en tot hun schrik bemerkten dat
er een ongenode gast in htm huis was
geweest.
In de tuin lagen een bonbonschaaltje,
een theezeefje met lekbakje en een
chocoladeletter.
De politie werd gewaarschuwd en na
onderzoek vertrouwde zij de zaak niet.
Het dienstmeisje werd aan een verhoor
onderworpen. Niet lang heeft zij haar
verhaal over een gemaskerde en gewa
pende bandiet kunnen handhaven. Zij
bekende de inbraak te hebben geënsce
neerd om Van H. duidelijk te maken,
dat zij 's avonds niet graag alleen thuis
blijft en dat zij ook graag een avondje
uitgaat.