Drie kwart eeuwVOLMAAKT 55
„Zoek een draadje dat gloeien blijft"
Ir. Staf houdt voet .bii stuk
ondanks motie
Radio-
Commentaar
om
Economisch instituut voor de
katholieke ziekenhuizen
Moskou dreigt ook vriendschapsverdrag
met Engeland op te zeggen
Hernieuwde pressie op Franse Assemblee
KIP.
a
Twee procent inspiratieacht en
negentig procent transpiratie
Radiodistributie
wordt duurder
Grote behoefte aan bedrijjsvergelijking
Klachten over post
bestellingen
Apothekers en zieken
fondsen zijn het eens
Oprichting voorgesteld van:
NA NOTA AAN FRANKRIJK
WILDE STAKING
IN ENSCHEDE
Rector J. v. d. Hoogte
DINSDAG 21 DECEMBER 1954
PAGINA 3
T T et jaar 1879 liep ten einde, toen Thomas Alva
h~i Edison aan meer dan drieduizend personen
een merkwaardige uitnodiging zond: de
uitnodiging tot een tuinfeest. Een tuinfeest in de
winter, dat betekende toch wél heel weinig kans,
dat het feest een sprookje en een feeërie zou wor
den. Maar het werd desondanks een sprookje en
een feeërie. Want toen Edison des avonds in de
tuin van Menlo Park te New-Yersey, waar hij zijn
laboratoria en zijn werkplaatsen had gevestigd,
de honderden gloeilampjes had ontstoken, die tus
sen de bomen waren opgehangen, waren de be-
zoekers verrukt en zeer onder de indruk. Het was
het feest van het „volmaakte licht". Zo noemde
Edison vol trots het licht van zijn eerste bruikbare
gloeilamp.
iHfir
Geen Kerstgratificatie bij
een textielindustrie
Nieuwe directeur voor
emigrantenpriesters
Soekarno voor tweede maal
met tweede vrouw gehuwd
NIEUWJAARSRECEPTIE
COMM. DER KONINGIN
1
Advertentit
Hoeveel mensen zouden op de dag
van vandaag willen beweren, dat het
licht in hun huiskamer „volmaakt licht"
is? En toch kunnen wij ons Edison's
trots op zijn uitvinding levendig voor
stellen. Ze was zowat drie maanden oud
op dat ogenblik: op 21 October van dat
jaar was zijn electrische gloeilamp ge
boren. Ze was vijf en veertig uur ach
ter elkaar blijven branden de overwin
ning was behaald. Een jaar lang was hij
er mee bezig geweest. Een jaar van
rusteloze en vergeefs lijkende inspan
ning En de laatste loodjes waren ook
hier het zwaarste geweest. Na eindeloze
proeven was het Edison en zijn vriend
Bachelor tenslotte voor het eerst gelukt,
een samenhangende kooldraad uit de
verkolingsoven die hij gebruikte te krij
gen', maar deze brak helaas bij de po
ging om hem aan de leidingsdraad voor
de elctrische stroom te verbinden. Toen
besloten zij, niet te rusten vóór er
een gloeilamp klaar was. Op 20 October
hadden zij opnieuw een gloeidraad en
waren zij er zelfs in geslaagd deze goed
en wel aan de platinadraden te beves
tigen. Maar toen Bachelor er mee door
de tuin liep naar de afdeling voor de
glazen ballons, kwam er een plotselinge
windstoot, die de draad brak. Wanhopig
keerde hij terug om zijn vriend zijn on
geluk te vertellen. Maar Edison wilde
niet capituleren. Met de hem eigen taai
heid begon hij nog maar eens met het
werk. Op de ochtend van de 21ste Oc
tober was er eindelijk een gloeilamp
gereed. Onder de hoede van meer dan
dertig technici lieten zij haar achter, om
zich eindelijk wat rust te gunnen, welke
hun zo lang ontbroken had. Groot was
Edisons vreugde toen hem bij zijn ont
waken verteld werd dat de lamp nog
altijd brandde.
Er scheen toekomst in zijn uitvinding
te zitten, want nog in het zelfde, jaar
voorzag Edison de stoomboot „Colum
bia" met een electrische installatie van
honderd vijftien jampen. Daarna eerst
had hij tijd om zijn eigen laboratorium
te Menlo Park met de omgeying elec-
trisch te verlichten en meteen op groot
scheepse wijze de bruikbaarheid van
zijn gloeilamp voor openbare en parti
culiere verlichtingsdoeleinden te demon
streren.
Zijn uitvinding -1
In de voorbije zomer heeft het Duitse
stadje Springe aan de Deister de hon
derdste verjaardag van de gloeilamp
gevierd! Het deed dat zo terloops, tus
sen de viering van zijn eigen zeven
honderdjarig bestaan door. Niet dat de
■Magistraat van het stadje zich verrekend
had, en daardoor Edison zo maar een
kwart eeuw voorschot had gegeven.
Ook niet, dat zij daartoe verleid door
THOMAS ALVA
EDISON:
driekwart eeuw
volmaakt licht.
het Russische voorbeeld beweerde,
dat er honderd jaar geleden al een
electrische gloeilamp gebrand had te
Springe aan de Deister. Nee, zfj liet de
eer aan de Nieuwe Wereid. Maar zij
wilde het feit herdenken dat in 1854
Heinrich Göbel te New-York de elec
trische gloeilamp had uitgevonden. 'Zij
deed dat, omdat deze New Yorkse op
ticien uit' Springe afkomstig was.
En er was een kleine wan
klank bü het feest. Want de Springe-
naren of moeten wjj soms de Sprin
gers zeggen? moesten meteen het
betreurenswaardige feit herdenken, dat
Göbel niet zo heel veel profijt van zijn
uitvinding had weten te trekken. Hii
wist er niet veel meer van te maken
dan een paar lampen in zijn etalage, een
lampje voor de naaimachine van zijn
ViO'iw en een lampje voor de tlok.
Kort voor Göbels dood ontbrandde een
patentstrijd tussen twee Amerikaanse
electriciteitsondernemingen. Hij eindig
de met de erkenning van Göbels uit
vinding. Arme Edison dus? Neen, ar
me Göbel is het toch. Want ook hij
was niet de eerste geweest.
„Het zit in de lucht!"', zeggen de men
sen, wanneer» twee of meer personen
onafhankelijk van elkaar op een zelfde
denkbeeld komen.
Inderdaad, uitvindingen schijnen soms
„in de lucht" te zitten. Er zijn meerdere
voorbeelden van. Er zijn ook voorbeel
den van uitvindingen, die gedaan wer
den en jaren later soms nog eens
over gedaan moesten worden, omdat de
eerste in het vergeetboek was geraakt.
(Vervolg van pagina 1)
Wilde interrupties
De vergaderingkreeg een ogenblik
Poolse landdag-allures, toen de minister
verklaarde: „De auto's zijn privé bezit
van de burgers. Men kan ook in een
huiskamer, waar men toevallig nog
ruimte ontdekt, niet zomaar een stoel
gaan opeisen." Het liften kan enigszins
met bedelen worden vergeleken, aldus
ir. Staf, die verschillende malen zich
zelf niet meer verstaanbaar kon maken
vanwege de wilde interrupties. Hij kon
niet aannemen dat jongens, die 30.
per maand zakgeld krijgen, zo behoef
tig zijn.
Wel gaf de minister te verstaan, dat
het particulier initiatief hij noemde
de Thuisfronten een taak zou
hebben, door in de behoefte aan ver
voer tegemoet te komen.
In tweede instantie kwam minister
Staf voor nieuwe kritiek te staan. De
heer Vermeer vond, dat men de zaak op
zijn kop zet, als de minister de parti
culiere organisaties hier wil laten in
springen. De minister kan het liften zo
regelen als in dé Ver. Staten. Daar on
dervindt het verkeer geen hinder.
Grondwettelijk bezwaar
Prof. Oud (VVD) meende een geluid
te hebben beluisterd als van een ouder
wetse generaal, die met de eisen des
tijds geen rekening hield. Van de rau
welings gegeven verboden heeft de dis
cipline veel meer te lijden dan van lif
ten. Hij vond mét de heer Fens, dat
compensatie gewenst is en had voprts
het grondwettelijk bezwaar, dat de mi
nister bij zijn legerorder een beroep
had gedaan op een advies van de In
specteur-Generaal, Prins Bernhard. De
regering kan alle adviezen vragen die
zij wil, maar daar mag nooit een woord
van naar buiten blijken. Hij noemde dit
een onvergefelijke fout van de minis
ter. De minister antwoordde, dat
het geenszins zijn bedoeling was ge
weest zich achter de Prins te ver
schuilen.
Ook Freule Wttewaal van Stoetwe
gen (C.H.) nam het op voor de solda
ten en meende, dat het Nederlandse
volk wel iets mag stellen tegenover
het offer dat zij brengen. Zij vond het
overdreven, om van gevaar voor het
verkeer te spreken. Wanneer op
de stations militairen samendrommen
als spreeuwen in een kerseboom, dan
nemen wij dat ook voor lief, als wij
geen Nurksen zijn. Op vergaderingen
waar zij gesproken heeft werd terecht
de opmerking gemaakt: Laat minister
Staf liever maatregelen nemen dat er
niet gevloekt wordt.
Onpsychologisch vond zij het dat de
minister niet de reactie van het Neder
landse volk had voorzien op dit „es ist
Verboten".
De heer Scheps (P. v. d. A.) meende
dat de minister het offer van 7 mil-
lioen op het altaar van het vaderland
Daoet brengen. Hij had veel bezwaar te
gen een onwaardige „ophaaldienst" door
particulieren, zoals de minister sugge
reert:
'De heer Weiter (KNP) herinnerde
aan de Franse uitdrukking voor een
bewindsman die een blunder maakt:
„Le ministre est mal conseillé". De
toon van wat de minister verteld had
deed hem denken aan de verouderde
militair kolonel Blimp Wij moeten van
deze zaak geen probleem maken. Een
soldaat meenemen in een auto is een
prettige en menslievende bezigheid. De
heer Weiter zou om practische redenen
voor de motie stemmen.
Een handige politieke salto maakte de
heer Zandt, die wel met de motie mee
kon gaan, maar niet met de toelichting
en dus toch voorstemde!
In zijn laatste repliek aan de Kamer
zei de minister dat hij noch het lift-
verbod kan opheffen noch de soldij ver
hogen. Hij was van oordeel dat de nor
men voor het handhaven van tucht iets
minder veranderd zijn dan men denkt.
Oude opvattingen zijn in dit verband
niet ouderwets te noemen.
Wanneer een goed commandant, die
op juiste wijze zijn leiderschap uit
oefent, maatregelen neemt, dan zal de
minister hem steeds steunen.
Routine is één van de ergste spoken
die de mensheid in deze tijd kan be
lagen. (Vooropgesteld: het is ook de
grootste vijand van de schrijver van
deze regels). Ook in de aether speelt
routine een rol, oh, oh, welk een rol.
Het loopt tegen Kerstmis, zou men zo
zeggen, Als men dat niet zeggen zou.
men hoort het heus wel! Een Zondag
avondsluiting over twee zenders met
„plaatjes". En maar Kerstliederen, met
toelichtend „gepraèt", tegen elkaar op.
Met Kerstmis als zodanig heeft dat
niets te maken. Het is een sentimenteel,
en dus verwerpelijk, gedoe, met sneeuw
en lichtjes en sleetjes enBing
Crosby.
Routineurs noemt men wel eens de
leden van de vaste hoorspel-kern. De
werkelijke artiesten onder hen zijn dat
niet. Nico de Jong js dat ook zeker
niet. Maar Dirk Verèl leidde hem on
juist in het, overigens zeer mooie,
•Kerstgedicht in proza, „De laatste her
der". Of er was te weinig gerepeteerd,
óf de rol was te zwaar yoor de 76-jarige
acteur. In ieder geval overheerste pa-
piergefladder vaak de mooie tekst, ter
wijl de overige meespelenden al te
overhaast invielen.
Weet u het al; Willem Parel is tot
half April uit de aether. Hij gaat op
tournée. Maar misschien wil hij z'n
film, die in Januari klaar komt, niet
dwars zitten. Het is tenslotte allemaal
„show-business"
En de familie Doorsnee gaat met 48
man Kerst-vieren. Wat zullen we
lachen over 14 dagen! Alweer: show
business. En je vliegt er toch maar in.
J. v. S.
Was het soms zoiets met Göbel, Edison
en de gloeilamp? Neen,zo was het niet.
Het was iets anders
Men schreef 1879.
Het was al weer bijna een eeuw, dat
de mensheid de stromings-electriciteit
beter had leren kennen. Want in het
jaar 1800 had Volta reeds zijn eerste
electrische batterij ontwikkeld.
„Wat kun je er mee doen?" vroegen de
mensen. Dat vragen ze namelijk altijd,
als iemand met iets nieuws komt.
Men zou hef later te zien krijgen, wat
er mee te doen was. In 1830 had men aan
Faraday, de grondlegger van de moderne
electriciteitsleer, dezelfde vraag gesteld.
„Wat is het nut er van?" „Wat is het
nut van een baby?", had Faraday met
een wedervraag de vraag teruggekaatst.
„Wacht af tot de baby volwassen is
geworden".
Zo heel lang zou men
echter niet eens meer
behoeven te wachten.
Want de baby was toen
eigenlijk al een kleu
ter. Want kort nadat
Volta zijn electrische
ontdekkingen bekend
had gemaakt, constru
eerde een eenvoudige
helper in het laborato
rium van een zekere dr
Beddoes te Bristol een
zuil van Volta. Deze
leerling Humphrey
Davy geheten, nam bij
de ontlading van de
zuil van Volta grote vonken waar. En
hij kwam tot de ontdekking, dat hij
zelfs een extra-grote vonk kon krijgen
als hij goed doorbrande houtskool als
electroden gebruikte. Davy werd na
derhand een der schitterendste Engel
se geleerden en in het jaar 1802 de
monstreerde hij voor het Royal In
stitution zijn „kool-licht" rfiet een bat
terij van honderdvijftig elementen. Dat
was de geboorte van de electrische
vlamboog, de geboorte van het elec
trische licht. Een grote toekomst was
evenwél voor de booglampen niet
weggelegd. Rond 1850 werden zij voor
het eerst gebruikt in vuurtorens. Na
wat verbeteringen kwamen zij hier en
daar in Parijs bijvoorbeeld in
gebruik als straatverlichting en ter
verlichting van fabrieksterreinen.
Maar voor huisverlichting was de
booglamp niet geschikt. Die rol zou
weggelegd zijn voor de gloeidraadlamp
In het jaar 1840 vervaardigde Grove
een gloeilamp met gloeidraden van pla
tina en in 1841 had De Mouleyns pa
tent op een metaaldraadlamp gekregen.
In 1854 maakte Göbel zijn kooldraad-
lamp, nadat in 1845 al door Starr en
King was voorgesteld om gloeidraden
van koolstof te gebruiken.
Wat heeft Edison dan toch eigenlijk
gedaan?
De gloeidraadlamp schiep niet zo heel
licht oplosbare problemen. De moei
lijkheid was te zorgen, dat de ten gevol
ge van de stroom witgloeiende draden
niet verbrandden en, in het bijzonder voor
wat betreft het gebruik van koolstof,
dunne draden te vervaardigen, die des
ondanks van voldoende sterkte waren.
„Zoek eens een draadje dat gloeien
blijft
Edison wist de kooldraadlamp echter
te perfectionneren, haar te maken tot
een lamp die de concurrentie zou kun
nen opnemen tegen de gaslamp, die haar
zegetocht was begonnen. Edison werd
daarbij op de hielen gezeten door de
Engelsman Joseph William Swann, of
misschien zat Edison Swann op, de hie
len. Maar Edison wist de gloeilamp in
dustrie-rijp te maken. Hij was niet al
leen een geniale uitvinder, maar ook
een man met commerciële gaven. En
dat blijkt uit dit verhaal ook een
man met zin voor reclame.
Swann was niet de enige, die hem op
de hielen zat. Terwijl Edison bezig was,
leek het een ogenblik, alsof zijn land
genoten Sawyer en Man hem vóór zou
den komen. Ze hadden een heel een
voudig procédé ontdekt om kooldraden
te maken. Zij sneden carton m de vorm
van kleine beugels, omhulden die met
grafietpoeder en verkoolden ze dan in
een moffeloven. Maar ook deze beugels
vertoonden een fundamenteel gebrek:
als koolbeugels hadden ze te weinig sa
menhang om een langdurig gloeien te
kunnen verdragen. Het werd een koorts
achtig zoeken en zoeken, daar in Menlo
Park. Na een groot aantal mislukkingen
slaagde Edison er dan ten slotte in
een dunne gloeidraad te maken van
grondig verkoold katoen. Deze brandde
een tijd, vóór dat zij uit elkaar viel.
Daarna experimenteerde Edison ver
der. Alles wat maar te verkolen was,
werd geprobeerd op zijn bruikbaarheid.
Zonder te vragen wat het kostte werden
allerlei materialen beproefd en aan een
onderzoek onderworpen. En het kostte
enorme sommen.
Op het laatst bleek, dat hij het beste
resultaat boekte met een bamboevezel,
uit een waaier gebroken. Dat was een
aanwijzing. Edison zou dié aanwijzing
volgen. Hij deed het en op een groot
scheepse manier. Hij bestudeerde de
bamboeplant en ontdekte dat er niet
minder dan een twaalfhonderd soorten
van bestaan. Er werd zelfs een expedi
tie uitgerust voor de bamboejacht en
vele honderden variëteiten werden ge
probeerd, voor hij tot de conclusie
kwam, dat de Madake-bamboe, die er
gens in Japan groeit, de plant was, die
aan de gestelde eisen voldeed. Edison
had zijn doel bereikt. Het „volmaakte
licht" was geboren. Maar hét had hem
in totaal 240.000 gulden gekost.
Had hij gelijk of niet, toen hij zei,
dal uitvinden slechts voor twee procent
inspiratie, maar voor. 98 procent trans-
spiratie is?
Mr. H. C, M EDELMAN
(Van onze parlementaire redacteur)
Minister Algera heeft de Tweede Ka
mer er van in kennis gesteld, dat de
tarieven van de posterijen niet verhoogd
zullen worden.
Evenmin is een verlaging te verwach
ten. De loonsverhoging van zes procent
zou dit laatste onmogelijk maken. Wel
heeft de minister een verhoging van de
betaling voor radiodistributie in het
vooruitzicht gesteld. Het tarief dat thans
geldt maakt geen lonende exploitatie
meer mogelijk.
Dr. Lucas (KVP) had opgemerkt,
dat er van verschillende kanten klach
ten zijn over gebrek aan service van de
PTT wat betreft het postbedrijf. In de
grote steden zijn slechts twee postbe
stellingen, waarvan de ochtenpost bo
vendien nog tè laat komt. Minister Al
gera was van mening, dat-Jiier niet ge
makkelijk in zal kunnen worden voor
zien al wil hij een nader onderzoek in
stellen De bestellingen hangen samen
met het systeem van de nachtpost
treinen. Voor de vestiging van een twee
de centraal girokantoor denkt men aan
Zwolle.
De PTT-begroting is z.h.s. aangeno
men.
De voorzitter van de onderhande
lingscommissie van apothekers en al
gemene ziekenfondsen deelt namens
de commissie het volgende mede:
De onderhandelingscommissie van
de Koninklijke Nederlandse Maat
schappij tot Bevordering der Pharma-
cie en de organisaties van algemene
ziekenfondsen heeft overeenstemming
bereikt over een gezamenlijk voorstel
ter oplossing van de bestaande moei
lijkheden. Dit voorstel zou vandaag
ter goedkeuring worden voorgelegd
aan de algemene vergadering van de
Kon. Ned. Mij. tot Bevordering der
Pharmacie.
Op de jaarvergadering van de Ver
eniging van Katholieke Ziekenhuizen,
die Woensdag in Utrecht wordt gehou
den, hoopt het bestuur sanctie te krij
gen om een z.g. Economisch Instituut
voor de Ziekenhuizen op te richten,
dat het mogelijk zal maken administra
tieve gegevens van de ziekenhuizen on
derling te vergelijken. Dit met het doel
de ziekenhuizen enige achtergrond te
bieden voor hun beleid en de onder
handelingspositie - zowel van de zie
kenhuizen als van de organisatie - te
versterken.
Aan dit voorstel is de instelling voor
afgegaan van een commissie (Van Ber-
kum), die de financiële verhoudingen
in het ziekenhuiswezen bestudeerd
heeft en tot de overtuiging gekomen is
dat slechts door een nauw onderling
samengaan der ziekenhuizen de in
standhouding van het particuliere zie
kenhuiswezen kan worden verzekerd.
De commissie constateerde dan ook, dat
er vooral de laatste tijd van de kant
der ziekenhuisorganisaties steeds meer
naar gestreefd wordt om gezamenlijk
positie te kiezen tegenover de vele
problemen, welke naar voren zijn ge
treden.
Ter voorkoming van misverstand wijst
drs. A. A. V. Tummers er in het Decem-
ber-nummer van „Ons Ziekenhuis", het
orgaan der vereniging, op, dat een der
gelijke concentratie niet de ordening
van het ziekenhuiswezen ten doel- ag
hebben, omdat dit tot de taak van de
vereniging zelf behoort. De „Open Con-
De Russische waarnemend minister van Buitenlandse Zaken, Gromyko,
heeft gistermiddag aan de Britse ambassadeur in Moskou, sir William Hayter,
een nota overhandigd, waarin gedreigd wordt het Russisch-Britse vriend
schapsverdrag van 1942 op te zeggen, indien Engeland „de daad van de rati
ficatie der Parijse accoorden" voltooit. De nota is ongeveer in dezelfde termen
gesteld als die welke de regering in Moskou verleden week aan de Franse
regering zond en waarin gedreigd werd het Frans-Russische vriendschaps
verdrag van 1944 op te zeggen. In politieke kringen wordt het onmogelijk
geacht, dat de jongste Russische nota aan de Britse regering enige invloed
zal uitoefenen op de Britse politiek.
Gistermiddag om vier uur plaatselij
ke tijd keerde sir William Hayter van
het Russische ministerie van Buiten
landse Zaken naar zijn ambassade te
rug met dp mededeling „We hebben een
nota ontvangen. De nota is soortgelijk
als die, welke Frankrijk onlangs ont
vangen heeft." In de middaguren werd
op het ministerie van Buitenlandse
Zaken in Moskou een persconferentie
gehouden, waarbij de pers-chef, Iljits-
jev, een toelichting gaf op de Russi
sche stap.
Het Brits-Russische vriendschapsver
drag omvat vrijwel dezelfde clausules
als het Frans-Russische. Ook Engeland
verbindt zicjr geen afzonderlijke vrede
te sluiten met Duitsland. Rusland en
Engeland beloven elkaar wederzijdse
hulp, wanneer een van beide in de
na-oorlogse periode in oorlog met Duits
land zou geraken en beiden verplich
ten zich geen bondgenootschappen te
sluiten die tegen de verdragsgenoot zijn
gericht. Het verdrag is geldig voor een
tijdsduur van twintig jaar en loopt dus
in 1962 ten einde.
In politieke kringen toonde men zich
verrast door de Russische nota. Het
Britse parlement heeft de verdragen
van Parijs reeds in November met
grote meerderheid van stemmen be
krachtigd en de eigenlijke ratificatie
procedure is dus reeds voltooid, zo
dat een Russische dreiging op dit
ogenblik geen zin meer schijnt te heb
ben. De feitelijke ratificatie in Enge
land geschiedt door de koningin en
de regering. Men acht het onmogelijk,
dat de Britse regering haar poli
tiek ten aandien van de West-
Europese Unie en de West-Duitse her
bewapening alsnog zou wijzigen als
gevolg van de nota uit Moskou. Men
gelooft veeleer, dat de Russische ma
noeuvre bedoelt is als 'n nieuwe pres
sie op het Franse parlement, dat gis
teren begonnen is met de behande
ling van de Parijse verdragen. Door
de verdragen te ratificeren zou het
dan de oorzaak zijn zowel van de op
zegging van het Frans-Russische als
van het Brits-Russische vriendschaps
verdrag. Bovendien gelooft men in
Westelijke kringen, dat Rusland zich
gehaast heeft ook Engeland een dreig
brief te sturen, nadat in de Weste
lijke commentaren op de dreigbrief
aan Frankrijk veelvuldig opgemerkt
was, dat de dreiging kennelijk aan
het Franse parlement gericht was,
want dat Moskou eenzelfde verdrag
met Engeland rustig liet voortbe
staan.
Minder opwindend is de vraag, die
sommigen zich in Londen hebben ge
steld. Namelijk: Waar blijft nu het
schilderij van Frank Salisbury, dat hij
gemaakt heeft van de ondertekening
van het vriendschapsverdrag in 1942.
Daarop ziet men Eden en de Russische
ambassadeur in Londen, Maisky, terwijl
ook Churchill en Molotov zichtbaar zijn.
Het schilderij hing in de grote marme
ren hal van het Spiridonovka-paleis, de
ambtswoning van minister Molotov. Het
doek blijkt echter reeds zeven jaar ge
leden, toen de temperatuur van de kop-
de oorlog daalde, te zijn weggenomen.
ventie", die de commissie Van Berkum
voorstelt, kan echter wel een waarde
vol hulpmiddel zijn om het ordenings
beleid te bepalen. Evenmin, aldus drs.
Tummers, mag het nastreven van een
machtspositie vooropstaan, al kan het
nodig zijn, dat de ziekenhuispolitiek
dus de politiek der gezamenlijke zie
kenhuizen 'door het vormen van
machtsposities ondersteund wordt, met
name als waarborg voor de eigen ge
rechtvaardigde desiderata tegenover
andere gestelde machten, zoals die van
de overheid en van de ziekenfondsen.
De vijf hoofdtaken van de open con
ventie ziet drs. Tummers in bedrijfs-
vergelijkingjkwaliteits- en efficiency-
bevordering, ondersteuning tariefs-
onderhandelingen, analyse der kos-
tenbeweging en materiaal voor prog-
nosen voor individuele adviezen ver
zamelen.
Met betrekking tot de bedrijfsvergelij-
king merkt de schrijver op, dat de zie
kenhuizen hieraan het meest behoefte
hebben. Er is een grote differentiatie
in de verschillende componenten, die
uiteindelijk de verpleegprijs bepalen,
ook bij ziekenhuizen van dezelfde ge
aardheid en grootte. Het onderling ver
schil in verplegingsstandaard, arbeids
organisatie en arbeidskosten is zeer
groot, zodat er geen representatief ge
middelde uit af te leiden is. Dit geldt
ook voor voeding, medicamenten, ver-
plegingsartikelen, enz.
De historische verklaring van deze
verschillen meen' drs. Tummers gevon
den te hebben in het feitelijke locale
monopolie, dat ieder ziekenhuis heeft,
waardoor de noodzaak tot kostenegali-
satie welke in een vrije concurrentie
verhouding langs economisch-wetmatige
weg tot stand komt niet aanwezig is.
Een bewijs hiervoor vormt de grote
variatie-breedte in de uiteindelijke ta
rieven, die de ziekenhuizen in rekening
brengen.
In enkele fabrieken van de textiel
industrie N.V. Gerhard Jannink en
Zn. te Enschede is Maandag een wil
de staking uitgebroken naar aanlei
ding van het besluit van de directie
dit jaar geen Kerstgratificatie uit te
keren. Bij de wilde staking waren
bijna zevenhonderd man betrokken.
De regeling van de Kerstgratificatie
houdt verband met de bedrijfsinkom-
sten. De directie van bovengenoemde
fabriek was van oordeel, dat een
Kerstgratificatiedit jaar niet verant
woord is. In de C. A. O. van de tex
tielindustrie zal het volgend jaar wel
een gratificatieregeling worden opge
nomen. De stakers zijn Maandagmid
dag weer aan het werk gegaan nadat
de directie had meegedeeld, dat zij
bereid was over deze kwestie bespre
kingen te voeren. Het werk diende
evenwel eerst te worden hervat.
Bij besluit van 30 November heeft de
H. Congregatie van het Consistorie te
Rome de zeereerw. heer J. A. G. van
der Hoogte uit Amsterdam benoemd tot
directeur van de Nederlandse boord-
geestelijken voor de emigrantenschepen.
Momenteel is rector Van der Hoogte
o.m. geestelijk adviseur van de Katho
lieke Land- en Tuinbouwbond en lan
delijk bisschoppelijk commissaris bij de
Katholieke Centrale Emigratie Stich
ting.
Toen ik het café binnen
kwam, zat daar juist elk
der gasten met een konij
nen- of fazantenlij k vóór
zich te zingen, dat hij (zij>
nog lang niet naar huis
ging. Ik nam plaats aan
de leestafel en begon te
bladeren in een tijdschrift.
Rondom mij heen spoelde
de feestelijkheid aan alle kanten.
Het ging om een klaverjasclub, die
zo juist haar jaarlijkse Kersttour-
nooi had beëindigd; dat was mij al
spoedig duidelijk. Juist zat ik het
verschijnsel te bepeinzen, dat gans
het Nederlandse volk telken jare
met het naderen van de Kerst plot
seling de varkens- en ossenlapjes
ver van zich afwerpt en een duide
lijke voorkeur voor wild en gevo
gelte begint te vertonen, toen een
heer op mij toe trad en een levens
grote dode haas -oor mij op tafel
legde, zeggende:
„Pik in, het is winter".
Het beest en ik keken elkander
een ogenblik met afgrijzen in de
ogen. Toen zei ik:
„Dat is een vergissing. Ik heb
niet mee gedaan".
De man begon bulderend te
lachen.
„Hij heb niet meegedaan, zegt-ie,
hij heb niet meegedaan", gierde hij.
„Mot je dat troef-ponem zien".
Onder luidruchtige bijval kwamen
ze allemaal kijken.
„Die haas is niet van mij", zei
ik strak.
Toen werd het stil.
„Luister eens vader", zei de -man,
„als ik, zeg, dat dat beest van jou
is, is-'t-ie van jou".
Er steeg een goedkeurend gemom
pel op.
„Misschien heb-ie liever konijn",
giechelde een der dames.
„Hij krijgt haas", zei de man vast
besloten.
Ik ontkwam er niet aan, aan die
uitgebluste langoor, dat begreep ik
nu wel.
„Maar dan wil ik 'm betalen",
zei ik.
De man varslapte plotseling tot
een en al welwillendheid.
„Ho effe", zei hij, „betalen dos je
niet; dat willen we niet. Dat beest
krijg je sowieso. Maar voor twee
knaken ben je donateur van K. I. P.;
een jaar lang lol en smullen met de
kerst".
„Wat is K. I. P.?" vroeg ik voor
zichtig; want het kon wel een com
munistische mantelorganisatie we
zen.
„Klaverjassen Is Plezier", zei de
man fier, „wéét je dat niet eens?"
Ik heb twee rijksdaalders neerge
teld. Toen werd ik met gemich en
een rondje ingehaald.
Maar die haas heb ik afgestaan
voor een spontaan opgekomen tom-
bola-voor-een-goed-doeL
Soekarno en zijn tweede vrouw zijn
in October voor de tweede maal in het
huwelijk getreden, als gevolg van ju
ridische bezwaren tegen de eerste plech
tigheid, zo melden de dagbladen in Dja
karta.
De tweede plechtigheid vond in het
geheim plaats in Soekarno's huis in de
bergen van West-Java.
De autoriteiten hadden twijfel over
de rechtsgeldigheid van het huwelijk
van Soekarno dat hij in Juni met Har-
tini was aangegegaan uitgesproken, om
dat het plaats vond binnen drie maan
den nadat Hartini van haar eerste man
gescheiden was.
De commissaris der Koningin in de
provincie Noord-Holland en mevrouw
Prinsen zijn voornemens een Nieuw
jaarsreceptie te houden op Zaterdag,
8 Januari 1955, des namiddags van 3-5
uur ten Provinciehuize te Haarlem (in
gang Paviljoenslaan).