Drie kwart eeuwVOLMAAKT 55 „Zoek een draadje dat gloeien blijft" Ir. Staf houdt voet .bii stuk ondanks motie Radio- Commentaar om Economisch instituut voor de katholieke ziekenhuizen Moskou dreigt ook vriendschapsverdrag met Engeland op te zeggen Hernieuwde pressie op Franse Assemblee KIP. a Twee procent inspiratieacht en negentig procent transpiratie Radiodistributie wordt duurder Grote behoefte aan bedrijjsvergelijking Klachten over post bestellingen Apothekers en zieken fondsen zijn het eens Oprichting voorgesteld van: NA NOTA AAN FRANKRIJK WILDE STAKING IN ENSCHEDE Rector J. v. d. Hoogte DINSDAG 21 DECEMBER 1954 PAGINA 3 T T et jaar 1879 liep ten einde, toen Thomas Alva h~i Edison aan meer dan drieduizend personen een merkwaardige uitnodiging zond: de uitnodiging tot een tuinfeest. Een tuinfeest in de winter, dat betekende toch wél heel weinig kans, dat het feest een sprookje en een feeërie zou wor den. Maar het werd desondanks een sprookje en een feeërie. Want toen Edison des avonds in de tuin van Menlo Park te New-Yersey, waar hij zijn laboratoria en zijn werkplaatsen had gevestigd, de honderden gloeilampjes had ontstoken, die tus sen de bomen waren opgehangen, waren de be- zoekers verrukt en zeer onder de indruk. Het was het feest van het „volmaakte licht". Zo noemde Edison vol trots het licht van zijn eerste bruikbare gloeilamp. iHfir Geen Kerstgratificatie bij een textielindustrie Nieuwe directeur voor emigrantenpriesters Soekarno voor tweede maal met tweede vrouw gehuwd NIEUWJAARSRECEPTIE COMM. DER KONINGIN 1 Advertentit Hoeveel mensen zouden op de dag van vandaag willen beweren, dat het licht in hun huiskamer „volmaakt licht" is? En toch kunnen wij ons Edison's trots op zijn uitvinding levendig voor stellen. Ze was zowat drie maanden oud op dat ogenblik: op 21 October van dat jaar was zijn electrische gloeilamp ge boren. Ze was vijf en veertig uur ach ter elkaar blijven branden de overwin ning was behaald. Een jaar lang was hij er mee bezig geweest. Een jaar van rusteloze en vergeefs lijkende inspan ning En de laatste loodjes waren ook hier het zwaarste geweest. Na eindeloze proeven was het Edison en zijn vriend Bachelor tenslotte voor het eerst gelukt, een samenhangende kooldraad uit de verkolingsoven die hij gebruikte te krij gen', maar deze brak helaas bij de po ging om hem aan de leidingsdraad voor de elctrische stroom te verbinden. Toen besloten zij, niet te rusten vóór er een gloeilamp klaar was. Op 20 October hadden zij opnieuw een gloeidraad en waren zij er zelfs in geslaagd deze goed en wel aan de platinadraden te beves tigen. Maar toen Bachelor er mee door de tuin liep naar de afdeling voor de glazen ballons, kwam er een plotselinge windstoot, die de draad brak. Wanhopig keerde hij terug om zijn vriend zijn on geluk te vertellen. Maar Edison wilde niet capituleren. Met de hem eigen taai heid begon hij nog maar eens met het werk. Op de ochtend van de 21ste Oc tober was er eindelijk een gloeilamp gereed. Onder de hoede van meer dan dertig technici lieten zij haar achter, om zich eindelijk wat rust te gunnen, welke hun zo lang ontbroken had. Groot was Edisons vreugde toen hem bij zijn ont waken verteld werd dat de lamp nog altijd brandde. Er scheen toekomst in zijn uitvinding te zitten, want nog in het zelfde, jaar voorzag Edison de stoomboot „Colum bia" met een electrische installatie van honderd vijftien jampen. Daarna eerst had hij tijd om zijn eigen laboratorium te Menlo Park met de omgeying elec- trisch te verlichten en meteen op groot scheepse wijze de bruikbaarheid van zijn gloeilamp voor openbare en parti culiere verlichtingsdoeleinden te demon streren. Zijn uitvinding -1 In de voorbije zomer heeft het Duitse stadje Springe aan de Deister de hon derdste verjaardag van de gloeilamp gevierd! Het deed dat zo terloops, tus sen de viering van zijn eigen zeven honderdjarig bestaan door. Niet dat de ■Magistraat van het stadje zich verrekend had, en daardoor Edison zo maar een kwart eeuw voorschot had gegeven. Ook niet, dat zij daartoe verleid door THOMAS ALVA EDISON: driekwart eeuw volmaakt licht. het Russische voorbeeld beweerde, dat er honderd jaar geleden al een electrische gloeilamp gebrand had te Springe aan de Deister. Nee, zfj liet de eer aan de Nieuwe Wereid. Maar zij wilde het feit herdenken dat in 1854 Heinrich Göbel te New-York de elec trische gloeilamp had uitgevonden. 'Zij deed dat, omdat deze New Yorkse op ticien uit' Springe afkomstig was. En er was een kleine wan klank bü het feest. Want de Springe- naren of moeten wjj soms de Sprin gers zeggen? moesten meteen het betreurenswaardige feit herdenken, dat Göbel niet zo heel veel profijt van zijn uitvinding had weten te trekken. Hii wist er niet veel meer van te maken dan een paar lampen in zijn etalage, een lampje voor de naaimachine van zijn ViO'iw en een lampje voor de tlok. Kort voor Göbels dood ontbrandde een patentstrijd tussen twee Amerikaanse electriciteitsondernemingen. Hij eindig de met de erkenning van Göbels uit vinding. Arme Edison dus? Neen, ar me Göbel is het toch. Want ook hij was niet de eerste geweest. „Het zit in de lucht!"', zeggen de men sen, wanneer» twee of meer personen onafhankelijk van elkaar op een zelfde denkbeeld komen. Inderdaad, uitvindingen schijnen soms „in de lucht" te zitten. Er zijn meerdere voorbeelden van. Er zijn ook voorbeel den van uitvindingen, die gedaan wer den en jaren later soms nog eens over gedaan moesten worden, omdat de eerste in het vergeetboek was geraakt. (Vervolg van pagina 1) Wilde interrupties De vergaderingkreeg een ogenblik Poolse landdag-allures, toen de minister verklaarde: „De auto's zijn privé bezit van de burgers. Men kan ook in een huiskamer, waar men toevallig nog ruimte ontdekt, niet zomaar een stoel gaan opeisen." Het liften kan enigszins met bedelen worden vergeleken, aldus ir. Staf, die verschillende malen zich zelf niet meer verstaanbaar kon maken vanwege de wilde interrupties. Hij kon niet aannemen dat jongens, die 30. per maand zakgeld krijgen, zo behoef tig zijn. Wel gaf de minister te verstaan, dat het particulier initiatief hij noemde de Thuisfronten een taak zou hebben, door in de behoefte aan ver voer tegemoet te komen. In tweede instantie kwam minister Staf voor nieuwe kritiek te staan. De heer Vermeer vond, dat men de zaak op zijn kop zet, als de minister de parti culiere organisaties hier wil laten in springen. De minister kan het liften zo regelen als in dé Ver. Staten. Daar on dervindt het verkeer geen hinder. Grondwettelijk bezwaar Prof. Oud (VVD) meende een geluid te hebben beluisterd als van een ouder wetse generaal, die met de eisen des tijds geen rekening hield. Van de rau welings gegeven verboden heeft de dis cipline veel meer te lijden dan van lif ten. Hij vond mét de heer Fens, dat compensatie gewenst is en had voprts het grondwettelijk bezwaar, dat de mi nister bij zijn legerorder een beroep had gedaan op een advies van de In specteur-Generaal, Prins Bernhard. De regering kan alle adviezen vragen die zij wil, maar daar mag nooit een woord van naar buiten blijken. Hij noemde dit een onvergefelijke fout van de minis ter. De minister antwoordde, dat het geenszins zijn bedoeling was ge weest zich achter de Prins te ver schuilen. Ook Freule Wttewaal van Stoetwe gen (C.H.) nam het op voor de solda ten en meende, dat het Nederlandse volk wel iets mag stellen tegenover het offer dat zij brengen. Zij vond het overdreven, om van gevaar voor het verkeer te spreken. Wanneer op de stations militairen samendrommen als spreeuwen in een kerseboom, dan nemen wij dat ook voor lief, als wij geen Nurksen zijn. Op vergaderingen waar zij gesproken heeft werd terecht de opmerking gemaakt: Laat minister Staf liever maatregelen nemen dat er niet gevloekt wordt. Onpsychologisch vond zij het dat de minister niet de reactie van het Neder landse volk had voorzien op dit „es ist Verboten". De heer Scheps (P. v. d. A.) meende dat de minister het offer van 7 mil- lioen op het altaar van het vaderland Daoet brengen. Hij had veel bezwaar te gen een onwaardige „ophaaldienst" door particulieren, zoals de minister sugge reert: 'De heer Weiter (KNP) herinnerde aan de Franse uitdrukking voor een bewindsman die een blunder maakt: „Le ministre est mal conseillé". De toon van wat de minister verteld had deed hem denken aan de verouderde militair kolonel Blimp Wij moeten van deze zaak geen probleem maken. Een soldaat meenemen in een auto is een prettige en menslievende bezigheid. De heer Weiter zou om practische redenen voor de motie stemmen. Een handige politieke salto maakte de heer Zandt, die wel met de motie mee kon gaan, maar niet met de toelichting en dus toch voorstemde! In zijn laatste repliek aan de Kamer zei de minister dat hij noch het lift- verbod kan opheffen noch de soldij ver hogen. Hij was van oordeel dat de nor men voor het handhaven van tucht iets minder veranderd zijn dan men denkt. Oude opvattingen zijn in dit verband niet ouderwets te noemen. Wanneer een goed commandant, die op juiste wijze zijn leiderschap uit oefent, maatregelen neemt, dan zal de minister hem steeds steunen. Routine is één van de ergste spoken die de mensheid in deze tijd kan be lagen. (Vooropgesteld: het is ook de grootste vijand van de schrijver van deze regels). Ook in de aether speelt routine een rol, oh, oh, welk een rol. Het loopt tegen Kerstmis, zou men zo zeggen, Als men dat niet zeggen zou. men hoort het heus wel! Een Zondag avondsluiting over twee zenders met „plaatjes". En maar Kerstliederen, met toelichtend „gepraèt", tegen elkaar op. Met Kerstmis als zodanig heeft dat niets te maken. Het is een sentimenteel, en dus verwerpelijk, gedoe, met sneeuw en lichtjes en sleetjes enBing Crosby. Routineurs noemt men wel eens de leden van de vaste hoorspel-kern. De werkelijke artiesten onder hen zijn dat niet. Nico de Jong js dat ook zeker niet. Maar Dirk Verèl leidde hem on juist in het, overigens zeer mooie, •Kerstgedicht in proza, „De laatste her der". Of er was te weinig gerepeteerd, óf de rol was te zwaar yoor de 76-jarige acteur. In ieder geval overheerste pa- piergefladder vaak de mooie tekst, ter wijl de overige meespelenden al te overhaast invielen. Weet u het al; Willem Parel is tot half April uit de aether. Hij gaat op tournée. Maar misschien wil hij z'n film, die in Januari klaar komt, niet dwars zitten. Het is tenslotte allemaal „show-business" En de familie Doorsnee gaat met 48 man Kerst-vieren. Wat zullen we lachen over 14 dagen! Alweer: show business. En je vliegt er toch maar in. J. v. S. Was het soms zoiets met Göbel, Edison en de gloeilamp? Neen,zo was het niet. Het was iets anders Men schreef 1879. Het was al weer bijna een eeuw, dat de mensheid de stromings-electriciteit beter had leren kennen. Want in het jaar 1800 had Volta reeds zijn eerste electrische batterij ontwikkeld. „Wat kun je er mee doen?" vroegen de mensen. Dat vragen ze namelijk altijd, als iemand met iets nieuws komt. Men zou hef later te zien krijgen, wat er mee te doen was. In 1830 had men aan Faraday, de grondlegger van de moderne electriciteitsleer, dezelfde vraag gesteld. „Wat is het nut er van?" „Wat is het nut van een baby?", had Faraday met een wedervraag de vraag teruggekaatst. „Wacht af tot de baby volwassen is geworden". Zo heel lang zou men echter niet eens meer behoeven te wachten. Want de baby was toen eigenlijk al een kleu ter. Want kort nadat Volta zijn electrische ontdekkingen bekend had gemaakt, constru eerde een eenvoudige helper in het laborato rium van een zekere dr Beddoes te Bristol een zuil van Volta. Deze leerling Humphrey Davy geheten, nam bij de ontlading van de zuil van Volta grote vonken waar. En hij kwam tot de ontdekking, dat hij zelfs een extra-grote vonk kon krijgen als hij goed doorbrande houtskool als electroden gebruikte. Davy werd na derhand een der schitterendste Engel se geleerden en in het jaar 1802 de monstreerde hij voor het Royal In stitution zijn „kool-licht" rfiet een bat terij van honderdvijftig elementen. Dat was de geboorte van de electrische vlamboog, de geboorte van het elec trische licht. Een grote toekomst was evenwél voor de booglampen niet weggelegd. Rond 1850 werden zij voor het eerst gebruikt in vuurtorens. Na wat verbeteringen kwamen zij hier en daar in Parijs bijvoorbeeld in gebruik als straatverlichting en ter verlichting van fabrieksterreinen. Maar voor huisverlichting was de booglamp niet geschikt. Die rol zou weggelegd zijn voor de gloeidraadlamp In het jaar 1840 vervaardigde Grove een gloeilamp met gloeidraden van pla tina en in 1841 had De Mouleyns pa tent op een metaaldraadlamp gekregen. In 1854 maakte Göbel zijn kooldraad- lamp, nadat in 1845 al door Starr en King was voorgesteld om gloeidraden van koolstof te gebruiken. Wat heeft Edison dan toch eigenlijk gedaan? De gloeidraadlamp schiep niet zo heel licht oplosbare problemen. De moei lijkheid was te zorgen, dat de ten gevol ge van de stroom witgloeiende draden niet verbrandden en, in het bijzonder voor wat betreft het gebruik van koolstof, dunne draden te vervaardigen, die des ondanks van voldoende sterkte waren. „Zoek eens een draadje dat gloeien blijft Edison wist de kooldraadlamp echter te perfectionneren, haar te maken tot een lamp die de concurrentie zou kun nen opnemen tegen de gaslamp, die haar zegetocht was begonnen. Edison werd daarbij op de hielen gezeten door de Engelsman Joseph William Swann, of misschien zat Edison Swann op, de hie len. Maar Edison wist de gloeilamp in dustrie-rijp te maken. Hij was niet al leen een geniale uitvinder, maar ook een man met commerciële gaven. En dat blijkt uit dit verhaal ook een man met zin voor reclame. Swann was niet de enige, die hem op de hielen zat. Terwijl Edison bezig was, leek het een ogenblik, alsof zijn land genoten Sawyer en Man hem vóór zou den komen. Ze hadden een heel een voudig procédé ontdekt om kooldraden te maken. Zij sneden carton m de vorm van kleine beugels, omhulden die met grafietpoeder en verkoolden ze dan in een moffeloven. Maar ook deze beugels vertoonden een fundamenteel gebrek: als koolbeugels hadden ze te weinig sa menhang om een langdurig gloeien te kunnen verdragen. Het werd een koorts achtig zoeken en zoeken, daar in Menlo Park. Na een groot aantal mislukkingen slaagde Edison er dan ten slotte in een dunne gloeidraad te maken van grondig verkoold katoen. Deze brandde een tijd, vóór dat zij uit elkaar viel. Daarna experimenteerde Edison ver der. Alles wat maar te verkolen was, werd geprobeerd op zijn bruikbaarheid. Zonder te vragen wat het kostte werden allerlei materialen beproefd en aan een onderzoek onderworpen. En het kostte enorme sommen. Op het laatst bleek, dat hij het beste resultaat boekte met een bamboevezel, uit een waaier gebroken. Dat was een aanwijzing. Edison zou dié aanwijzing volgen. Hij deed het en op een groot scheepse manier. Hij bestudeerde de bamboeplant en ontdekte dat er niet minder dan een twaalfhonderd soorten van bestaan. Er werd zelfs een expedi tie uitgerust voor de bamboejacht en vele honderden variëteiten werden ge probeerd, voor hij tot de conclusie kwam, dat de Madake-bamboe, die er gens in Japan groeit, de plant was, die aan de gestelde eisen voldeed. Edison had zijn doel bereikt. Het „volmaakte licht" was geboren. Maar hét had hem in totaal 240.000 gulden gekost. Had hij gelijk of niet, toen hij zei, dal uitvinden slechts voor twee procent inspiratie, maar voor. 98 procent trans- spiratie is? Mr. H. C, M EDELMAN (Van onze parlementaire redacteur) Minister Algera heeft de Tweede Ka mer er van in kennis gesteld, dat de tarieven van de posterijen niet verhoogd zullen worden. Evenmin is een verlaging te verwach ten. De loonsverhoging van zes procent zou dit laatste onmogelijk maken. Wel heeft de minister een verhoging van de betaling voor radiodistributie in het vooruitzicht gesteld. Het tarief dat thans geldt maakt geen lonende exploitatie meer mogelijk. Dr. Lucas (KVP) had opgemerkt, dat er van verschillende kanten klach ten zijn over gebrek aan service van de PTT wat betreft het postbedrijf. In de grote steden zijn slechts twee postbe stellingen, waarvan de ochtenpost bo vendien nog tè laat komt. Minister Al gera was van mening, dat-Jiier niet ge makkelijk in zal kunnen worden voor zien al wil hij een nader onderzoek in stellen De bestellingen hangen samen met het systeem van de nachtpost treinen. Voor de vestiging van een twee de centraal girokantoor denkt men aan Zwolle. De PTT-begroting is z.h.s. aangeno men. De voorzitter van de onderhande lingscommissie van apothekers en al gemene ziekenfondsen deelt namens de commissie het volgende mede: De onderhandelingscommissie van de Koninklijke Nederlandse Maat schappij tot Bevordering der Pharma- cie en de organisaties van algemene ziekenfondsen heeft overeenstemming bereikt over een gezamenlijk voorstel ter oplossing van de bestaande moei lijkheden. Dit voorstel zou vandaag ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering van de Kon. Ned. Mij. tot Bevordering der Pharmacie. Op de jaarvergadering van de Ver eniging van Katholieke Ziekenhuizen, die Woensdag in Utrecht wordt gehou den, hoopt het bestuur sanctie te krij gen om een z.g. Economisch Instituut voor de Ziekenhuizen op te richten, dat het mogelijk zal maken administra tieve gegevens van de ziekenhuizen on derling te vergelijken. Dit met het doel de ziekenhuizen enige achtergrond te bieden voor hun beleid en de onder handelingspositie - zowel van de zie kenhuizen als van de organisatie - te versterken. Aan dit voorstel is de instelling voor afgegaan van een commissie (Van Ber- kum), die de financiële verhoudingen in het ziekenhuiswezen bestudeerd heeft en tot de overtuiging gekomen is dat slechts door een nauw onderling samengaan der ziekenhuizen de in standhouding van het particuliere zie kenhuiswezen kan worden verzekerd. De commissie constateerde dan ook, dat er vooral de laatste tijd van de kant der ziekenhuisorganisaties steeds meer naar gestreefd wordt om gezamenlijk positie te kiezen tegenover de vele problemen, welke naar voren zijn ge treden. Ter voorkoming van misverstand wijst drs. A. A. V. Tummers er in het Decem- ber-nummer van „Ons Ziekenhuis", het orgaan der vereniging, op, dat een der gelijke concentratie niet de ordening van het ziekenhuiswezen ten doel- ag hebben, omdat dit tot de taak van de vereniging zelf behoort. De „Open Con- De Russische waarnemend minister van Buitenlandse Zaken, Gromyko, heeft gistermiddag aan de Britse ambassadeur in Moskou, sir William Hayter, een nota overhandigd, waarin gedreigd wordt het Russisch-Britse vriend schapsverdrag van 1942 op te zeggen, indien Engeland „de daad van de rati ficatie der Parijse accoorden" voltooit. De nota is ongeveer in dezelfde termen gesteld als die welke de regering in Moskou verleden week aan de Franse regering zond en waarin gedreigd werd het Frans-Russische vriendschaps verdrag van 1944 op te zeggen. In politieke kringen wordt het onmogelijk geacht, dat de jongste Russische nota aan de Britse regering enige invloed zal uitoefenen op de Britse politiek. Gistermiddag om vier uur plaatselij ke tijd keerde sir William Hayter van het Russische ministerie van Buiten landse Zaken naar zijn ambassade te rug met dp mededeling „We hebben een nota ontvangen. De nota is soortgelijk als die, welke Frankrijk onlangs ont vangen heeft." In de middaguren werd op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Moskou een persconferentie gehouden, waarbij de pers-chef, Iljits- jev, een toelichting gaf op de Russi sche stap. Het Brits-Russische vriendschapsver drag omvat vrijwel dezelfde clausules als het Frans-Russische. Ook Engeland verbindt zicjr geen afzonderlijke vrede te sluiten met Duitsland. Rusland en Engeland beloven elkaar wederzijdse hulp, wanneer een van beide in de na-oorlogse periode in oorlog met Duits land zou geraken en beiden verplich ten zich geen bondgenootschappen te sluiten die tegen de verdragsgenoot zijn gericht. Het verdrag is geldig voor een tijdsduur van twintig jaar en loopt dus in 1962 ten einde. In politieke kringen toonde men zich verrast door de Russische nota. Het Britse parlement heeft de verdragen van Parijs reeds in November met grote meerderheid van stemmen be krachtigd en de eigenlijke ratificatie procedure is dus reeds voltooid, zo dat een Russische dreiging op dit ogenblik geen zin meer schijnt te heb ben. De feitelijke ratificatie in Enge land geschiedt door de koningin en de regering. Men acht het onmogelijk, dat de Britse regering haar poli tiek ten aandien van de West- Europese Unie en de West-Duitse her bewapening alsnog zou wijzigen als gevolg van de nota uit Moskou. Men gelooft veeleer, dat de Russische ma noeuvre bedoelt is als 'n nieuwe pres sie op het Franse parlement, dat gis teren begonnen is met de behande ling van de Parijse verdragen. Door de verdragen te ratificeren zou het dan de oorzaak zijn zowel van de op zegging van het Frans-Russische als van het Brits-Russische vriendschaps verdrag. Bovendien gelooft men in Westelijke kringen, dat Rusland zich gehaast heeft ook Engeland een dreig brief te sturen, nadat in de Weste lijke commentaren op de dreigbrief aan Frankrijk veelvuldig opgemerkt was, dat de dreiging kennelijk aan het Franse parlement gericht was, want dat Moskou eenzelfde verdrag met Engeland rustig liet voortbe staan. Minder opwindend is de vraag, die sommigen zich in Londen hebben ge steld. Namelijk: Waar blijft nu het schilderij van Frank Salisbury, dat hij gemaakt heeft van de ondertekening van het vriendschapsverdrag in 1942. Daarop ziet men Eden en de Russische ambassadeur in Londen, Maisky, terwijl ook Churchill en Molotov zichtbaar zijn. Het schilderij hing in de grote marme ren hal van het Spiridonovka-paleis, de ambtswoning van minister Molotov. Het doek blijkt echter reeds zeven jaar ge leden, toen de temperatuur van de kop- de oorlog daalde, te zijn weggenomen. ventie", die de commissie Van Berkum voorstelt, kan echter wel een waarde vol hulpmiddel zijn om het ordenings beleid te bepalen. Evenmin, aldus drs. Tummers, mag het nastreven van een machtspositie vooropstaan, al kan het nodig zijn, dat de ziekenhuispolitiek dus de politiek der gezamenlijke zie kenhuizen 'door het vormen van machtsposities ondersteund wordt, met name als waarborg voor de eigen ge rechtvaardigde desiderata tegenover andere gestelde machten, zoals die van de overheid en van de ziekenfondsen. De vijf hoofdtaken van de open con ventie ziet drs. Tummers in bedrijfs- vergelijkingjkwaliteits- en efficiency- bevordering, ondersteuning tariefs- onderhandelingen, analyse der kos- tenbeweging en materiaal voor prog- nosen voor individuele adviezen ver zamelen. Met betrekking tot de bedrijfsvergelij- king merkt de schrijver op, dat de zie kenhuizen hieraan het meest behoefte hebben. Er is een grote differentiatie in de verschillende componenten, die uiteindelijk de verpleegprijs bepalen, ook bij ziekenhuizen van dezelfde ge aardheid en grootte. Het onderling ver schil in verplegingsstandaard, arbeids organisatie en arbeidskosten is zeer groot, zodat er geen representatief ge middelde uit af te leiden is. Dit geldt ook voor voeding, medicamenten, ver- plegingsartikelen, enz. De historische verklaring van deze verschillen meen' drs. Tummers gevon den te hebben in het feitelijke locale monopolie, dat ieder ziekenhuis heeft, waardoor de noodzaak tot kostenegali- satie welke in een vrije concurrentie verhouding langs economisch-wetmatige weg tot stand komt niet aanwezig is. Een bewijs hiervoor vormt de grote variatie-breedte in de uiteindelijke ta rieven, die de ziekenhuizen in rekening brengen. In enkele fabrieken van de textiel industrie N.V. Gerhard Jannink en Zn. te Enschede is Maandag een wil de staking uitgebroken naar aanlei ding van het besluit van de directie dit jaar geen Kerstgratificatie uit te keren. Bij de wilde staking waren bijna zevenhonderd man betrokken. De regeling van de Kerstgratificatie houdt verband met de bedrijfsinkom- sten. De directie van bovengenoemde fabriek was van oordeel, dat een Kerstgratificatiedit jaar niet verant woord is. In de C. A. O. van de tex tielindustrie zal het volgend jaar wel een gratificatieregeling worden opge nomen. De stakers zijn Maandagmid dag weer aan het werk gegaan nadat de directie had meegedeeld, dat zij bereid was over deze kwestie bespre kingen te voeren. Het werk diende evenwel eerst te worden hervat. Bij besluit van 30 November heeft de H. Congregatie van het Consistorie te Rome de zeereerw. heer J. A. G. van der Hoogte uit Amsterdam benoemd tot directeur van de Nederlandse boord- geestelijken voor de emigrantenschepen. Momenteel is rector Van der Hoogte o.m. geestelijk adviseur van de Katho lieke Land- en Tuinbouwbond en lan delijk bisschoppelijk commissaris bij de Katholieke Centrale Emigratie Stich ting. Toen ik het café binnen kwam, zat daar juist elk der gasten met een konij nen- of fazantenlij k vóór zich te zingen, dat hij (zij> nog lang niet naar huis ging. Ik nam plaats aan de leestafel en begon te bladeren in een tijdschrift. Rondom mij heen spoelde de feestelijkheid aan alle kanten. Het ging om een klaverjasclub, die zo juist haar jaarlijkse Kersttour- nooi had beëindigd; dat was mij al spoedig duidelijk. Juist zat ik het verschijnsel te bepeinzen, dat gans het Nederlandse volk telken jare met het naderen van de Kerst plot seling de varkens- en ossenlapjes ver van zich afwerpt en een duide lijke voorkeur voor wild en gevo gelte begint te vertonen, toen een heer op mij toe trad en een levens grote dode haas -oor mij op tafel legde, zeggende: „Pik in, het is winter". Het beest en ik keken elkander een ogenblik met afgrijzen in de ogen. Toen zei ik: „Dat is een vergissing. Ik heb niet mee gedaan". De man begon bulderend te lachen. „Hij heb niet meegedaan, zegt-ie, hij heb niet meegedaan", gierde hij. „Mot je dat troef-ponem zien". Onder luidruchtige bijval kwamen ze allemaal kijken. „Die haas is niet van mij", zei ik strak. Toen werd het stil. „Luister eens vader", zei de -man, „als ik, zeg, dat dat beest van jou is, is-'t-ie van jou". Er steeg een goedkeurend gemom pel op. „Misschien heb-ie liever konijn", giechelde een der dames. „Hij krijgt haas", zei de man vast besloten. Ik ontkwam er niet aan, aan die uitgebluste langoor, dat begreep ik nu wel. „Maar dan wil ik 'm betalen", zei ik. De man varslapte plotseling tot een en al welwillendheid. „Ho effe", zei hij, „betalen dos je niet; dat willen we niet. Dat beest krijg je sowieso. Maar voor twee knaken ben je donateur van K. I. P.; een jaar lang lol en smullen met de kerst". „Wat is K. I. P.?" vroeg ik voor zichtig; want het kon wel een com munistische mantelorganisatie we zen. „Klaverjassen Is Plezier", zei de man fier, „wéét je dat niet eens?" Ik heb twee rijksdaalders neerge teld. Toen werd ik met gemich en een rondje ingehaald. Maar die haas heb ik afgestaan voor een spontaan opgekomen tom- bola-voor-een-goed-doeL Soekarno en zijn tweede vrouw zijn in October voor de tweede maal in het huwelijk getreden, als gevolg van ju ridische bezwaren tegen de eerste plech tigheid, zo melden de dagbladen in Dja karta. De tweede plechtigheid vond in het geheim plaats in Soekarno's huis in de bergen van West-Java. De autoriteiten hadden twijfel over de rechtsgeldigheid van het huwelijk van Soekarno dat hij in Juni met Har- tini was aangegegaan uitgesproken, om dat het plaats vond binnen drie maan den nadat Hartini van haar eerste man gescheiden was. De commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland en mevrouw Prinsen zijn voornemens een Nieuw jaarsreceptie te houden op Zaterdag, 8 Januari 1955, des namiddags van 3-5 uur ten Provinciehuize te Haarlem (in gang Paviljoenslaan).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 3