I Maar van vrede durven wij niet te spreken i EEN ALLOCUTIE VAN DE HEILIGE VADER Alleen de liefde kan de vrees X- wegnemen r r oor het eerst weer Kerstmis in een wereld 1/ zonder oorlog! Op de grote slagvelden is de rust teruggekeerd. Geen bommen werpers zullen in deze Heilige Nacht hun duivelse la§t door het luchtruim voeren. En het zware ge schut zal zwijgen. De 'nacht zal, sinds drie en twintig jaar, stiller zijn dhn ooit. Er is plotseling een einde gekomen aan een lange reeks grote ge wapende conflicten. Een reeks die begon met een spoorwegaanslag bij Moekden in 1931, en die be sloten werd met de in werking treding van de Indo-Chinese wapenstilstand in de afgelopen zomer. Rmm twee decennia geleden werden wij opgeschrikt door de uitbarsting van de Chinees- Japanse oorlog. Die oorlog speelde zich nog af op grote afstand. Maar al spoedig, in het midden van 'de dertiger jqfen, ontbrandde er opnieuw een strijd tussen twee naties. En daar ditmaal een Europees land de agressor was, ging er een schok door Europa. De Italiaanse aanval op Ethiopië werd gevolgd door een ontzettende burgeroorlog in Spanje. En tenslotte brak de tweede wereld brand in deze eeuw uit. Maar zelfs toen de strijd krachten van Duitsland en Japan verslagen wa ren, keerde de rust op de aardbol niet terug. Frankrijk was nog nauwelijks bekomen van de door Hitier toegebrachte slagen of het land zag zich genoodzaakt in het Verre Oosten de troepen van Ho Tsji Minh te bestrijden. Intussen werd in enkele jaren heel China door Mao Tse Toeng's rode soldaten onder de voet gelopen en- vielen in 1950 communistische eenheden uit het Noor den Zuid-Korea binnen. Maar vorig jaar heeft men te Pan Moen Jon besloten het vuren te doen staken op het Koreaanse schiereiland, en op Woensdag 21 Juli j.l. om tien voor vier 's middags hebben een aantal diplomaten van Oost en West hun handtekening, gezet onder een stick, waarbij verder bloedvergieten in Vietnam, Laos èn Cam bodja werd voorkomen. Het was het einde van de laatste grote oorlog. „Zo rijst voor de ogen van wereld het vooruitzicht van verwoestingen" de angstige reusachtige Goede wil i I Voor liet eerst weer Kerstmis in een De Trappist Thomas Merton, die tot de communiteit be hoort van de Abdij van Gethsemani in de Amerikaanse staat Kentucky, heeft enige jaren geleden een bundel religieuze be schouwingen gepubliceerd onder de titel „Seeds of Contemplation". In dit boek hebben wij onder staande passage aangetroffen, die op deze Kerstmis onze bijzondere aandacht verdient: „Aan iedere oorlog ligt vrees ten grondslag; niet zozeer de vrees, die de mensen voor elkaar heb ben ais die, welke zij voor alles koesteren. Het is niet slechts, dat zij elkaar niet vertrouwen, zij vertrouwen zich zelf niet. Terwijl zij niet weten, of iemand hen niet plotseling zal vermoorden, zijn zij er nog minder zeker van of zij zich zelf niet vermoorden zullen. Zij kunnen nergens op bouwen, omdat zij niet langer in God ge- lov tl. Door de mensen te vragen ver trouwen te hebben in mensen, die kennelijk niet vertrouwd kunnen worden, kan men aan oorlogen geen eindè maken Neen. Leer hun God te beminnen en op Hem te vertrouwen; dan zullen zij in staat zijn de mensen, die zij niet kunnen vertrouwen, lief te heb ben. Zij zullen dan met deze mensen vrede uurven sluiten, niet op hen, maar op God ver trouwend. Want alleen de liefde dat wil zeggen de nederigheid kan de vrees wegnemen, die de wortel is van iedere oorlog. Voor sommige mensen betekent vrede slechts de vrijheid anderen uit te buiten, zonder vrees voor vergelding. Voor anderen bete kent vrede het elkaar onbelem merd kunnen bestelen. Voor weer anderen is het de weelde om het goede van de aarde te genieten, zonder dit genot ook maar een ogenblik te onderbreken voor het spijzen van de hongerigen. U moet dus niet beminnen wat u als vrede beschouwt, maar u moet uw medemensen en, boven alles, God lief hebben. En in plaats van de mensen te haten die u als oorlogsstókers ziet, moet u haat koesteren voor de legeerten en de wanordelijkhe den in uw eigen ziel, omdat dat de oorzaken zijn van Je oorloj' wereld zonder oorlog! Maar al woedt er dan geen grote oor log meer, gevochten wordt er nog op tal van plaatsen ter wereld. In Malakka tracht men een bloedige opstand te onderdrukken. Aan de bestrijding van het rode bandietisme in deze Britse kolonie poogt men al vijf jaar lang met bitter weinig resultaat een einde te maken. Sinds Januari zijn hier niet minder dan vijf duizend communistische rebellen gedood, alsmede twee duizend soldaten en politie-agenten en drie dui zend burgers. Men hoort in ons land maar weinig 'van de guerilla, die in de jungle ten Noorden van Singapore plaats vindt, want er zijn geen veld slagen, die plotseling de aandacht van de wereld zouden kunnen trekken. In Malakka heerst geen grote, maar dan toch wel een „kleine oorlog" en dat zelfde geldt in nog sterkere mate. voor een andere Engelse bezitting: Kenya. Hier, aan de Oost kust van Afrika, oefent het geheime genootschap van de Mau Mau een ter reur uit onder de blanke en onder de zwarte bevolking. In duistere ceremoniën worden mensen onder ede verplicht hun naaste verwanten om het leven te brengen. In de wouden houden zich leiders schuil die met satanische middelen schrik en verderf zaaien. Drastisch treedt men tegen hen op, en helaas is ook bij de radicale pogingen om de veiligheid te herstellen onrecht begaan. Duizenden hebben ook in deze kolonie bij de gewapende botsingen der laatste paarjaren het leven gelaten. Maar nog kunnen we onze opsomming van beperkte „oorlogen" voortzetten: In de Franse gebieden van Noord- Afrika vinden voortdurend ernstige schermutselingen en talloze incidenten plaats. Aan de Palestijnse oorlog blijkt nog altijd geen einde gekomen te zijn. Uit Latijns-Amerika bereiken ons her haaldelijk berichten over revoluties, die vele slachtoffers kosten en aan de Oostkust van Azië doet communistisch China aanvallen op Nationalistische eilanden. Toen de Indo-Chinese oorlog be ëindigd werd heeft niemand van een vrede durven spreken. En iat niet alleen omdat er nog overal op onze aarde gevochten werd, maar vooral omdat er een stil, maar daarom niet minder hevig, conflict bleef woeden. Een conflict, dat men wel „de koude oorlog" heeft "genoemd. Om deze koude niet in een hete oorlog te doen overslaan hadden de Westerse mogendheden bij de Geneefse confe rentie een grote prijs betaald aan de machtige tegenstander. Zes jaar ge leden had men de inlijving van Tsje- choslowakije in het rijk van Stalin getolereerd. Een gebied met onge veer evenveel inwoners is nu, in 1954, aan de communisten uitgeleverd. En de vrees bestaat dat als uiterste con sequentie van „Genève" over ander half jaar heel Vietnam in de handen van Ho Tsji Minh zal vallen. De grote vrees Wij durven het woord vrede niet op de lippen te nemen, omdat een derde wereldoorlog ons voortdurend bedreigt. De leidende staatslieden der aarde houden ons van dag tot dag Voor dat een nieuw groot conflict niet uitgesloten is. Het dringt niet altijd tot ons door en wij willen deze waarheid, die zo verschrikkelijk is, wel eens vergeten, maar nu en dan wordt ons het grote gevaar zo duidelijk geschilderd dat wij er wel wat van moeten zien. De leiders van de Sovjet- Unie en Rood-China laten ons in het ongewisse over hun bedoelingen voor de naaste toekomst, maar wij weten dat zij een ramp zouden kunnen ver oorzaken die in de hele geschiedenis van de mensheid zonder weerga zou zijn. De president van de Verenigde Staten en de eerste minister van Groot-Brittannië, als dt voornaamste vertegenwoordigers van de vrije we reld, hebben ook in de loop van dit jaar voortdurend uiting gegeven aan hun intense bezorgdheid over wat ons allen te wachten zou kunnen staan. Bij sommige gelegenheden hebben hun waarschuwingen diepe indruk op ons gemaakt, maar indrukwekkender dan in welke rede van welke staatsman dan ook is in de allocutie, die de Paus met Pasen uitsprak, de grote bedreiging van onze tijd onder woorden gebracht. Het "was slechts ee„ korte toespraak, maar het is van alle hoogst behartigenswaar dige lessen, die Pius de Twaalfde ons in zijn grote wijsheid geschonken heeft, wellicht de belangrijkste. In enkele treffende beelden had de H. Vader op de ochtend van de eerste Paasdag de vreugde over de Verrijzenis des Heren getekend, toen zijn betoog plotseling een ontstellende wending nam en zijn toon een grote bekommer nis verried: Al is er in de hemel vrede en blijdschap, zo hield Hij zijn toe hoorders voor, op aarde is de realiteit heel anders. „In plaats van een on verstoorde vrede, waarvan het ge heim reeds door Christus onthuld is," aldus de Paus, „vermeerdert zich hier van jaar op jaar de bezorgde vrees, de angst voor een derde wereldoorlog en voor een toekomst die is toever trouwd aan wapenen met een onge hoorde uitwerking. Wapenen, die door middel van radio-actieve isotopen de atmosfeer, de aarde en zelfs de ocea nen lange jaren blijvend ongeschikt voor de mens kunnen maken, tot op verre afstanden van de onmiddellijk door de kernontploffingen getroffen ge bieden en besmette punten." Het is een uitspraak, die ons her innert aan de bombardementen van Hiroshima en Nagasaki, terwijl de woorden van de Paus ons tevens het tragisch lot voor de geest roepen van de Japanse vissers, die het slachtoffer werden van een recente atoomproef in de Stille Oceaan. Vervolgens maakt de H. Vader ons als het ware deelgenoot van een schrikwekkend visioen. Een visioen, dat hij in onvergelijkelijk treffende taal beschrijft: „Zo rijst voor de ogen va.n de ang stige wereld het vooruitzicht van reusachtige ver woestingen, van gebieden die niet langer bewoonbaar en bruikbaar zijn voor de mensheid, fcn dan spreken Wij nog niet over de bio logische gevolgen, die zich kunnen voor doen, hetzij door veranderingen in de kiemen of in de micro-organismen, het zij door het onbekende resultaat dat een langdurige radio-actieve uitwerking kan hebben op de grotere organismen, de mens en zijn nageslacht inbegrepen." Het is alsof de Paus gedacht heeft aan het einde der tijden, zoals ons dat bjj de aanvang van de Advent nog in het Evangelie is voorgehou den, waar Jezus spreekt van „de benauwdheid onder de volkeren, ver bijsterd door het bruisen van -zee en golven, terwijl de mensen zullen ster ven van schrik, in afwachting van wat de wereld zal overkomen. Want", zo zegt Christus, „de krachten der hemelen zullen geschokt wor den." Hoopvol perspectief In zijn toespraak van Pasen heeft de H. Vader het vurig verlangen uitgedrukt dat de aardse machtigen de atomische, chemische en bacterio logische oorlog in gezamenlijk overleg zullen uitbannen, terwijl hij de mens heid verzekert persoonlijk alles in het werk te willen stellen om tot het be reiken van dit doel bij te dragen. On getwijfeld heeft de Paus de jongste debatten in de Verenigde Naties over de uitbanning van de atoomwapens met de grootste nauwkeurigheid gevolgd, biddend dat deze zo hoogst gewichtige discussies uiteindelijk resultaat zouden afwerpen. En zo zal Hij ook met grote ongerustheid enige maanden geleden vernomen hebben hoe de voorzitter van de Amerikaanse Commissie voor Atoomenergie, Strauss, verklaarde dat de V. S. nu een H-bom van iedere gewenste grootte kunnen vervaardigen; een bom waarmee een stad als New York bijvoorbeeld verwoest zou kun nen worden. AlVorens de Paus zijn Paas-allocutie met een beschouwing over bovenna tuurlijke zaken besloot, sprak hij nog over een aards gegeven dat ons een hoopvol perspectief biedt. Een gege ven, dat ook president Eisenhower bij zonder na aan het hart ligt. Dè H. Vader vroeg zich in de betreffende pas sage af wanneer de geleerden van de wereld hun wonderbare ontdekkingen van de diepe krachten der materie uit sluitend voor vredesdoeleinden zouden aanwenden. Men zou dan wellicht goed kope energie kunnen verkrijgen om daarmee de ongelijke geografische ver deling van goederen en welvaart te corrigeren en aldus de volkeren nieuwe bronnen van voorspoed te geven. Het is niet veel meer dan een jaar geleden dat het Amerikaanse staats hoofd in een rede tot de Algemene Vergadering van de Verenigde Na ties zijn groots plan ontvouwde voor de stichting van een internationaal bureau voor atoomenergie, waaraan door staten uit Oost en West ura nium en splitsbaar materiaal ter be schikking gesteld zou moeten wor den. Intussen zijn er inderdaad enige, maar helaas nog te geringe vorderingen gemaakt bij de verwe zenlijking van dit zo prachtige pro ject, dat vooral de onontwikkelde ge bieden van de wereld op den duur grote mogelijkheden zou kunnen bie den. Als men dan bedenkt dat on geveer een derde deel van alle we reldbewoners, d.w.z. een achthonderd millioen mensen, steeds honger lijden beseft men wat een taak ons wacht, als wij de atoomenergie bij voorbeeld voor de landbouw ten nutte gaan maken. Voor het eerst weer Kerstmis in een wereld zonder oorlog! Maar de angst voor een nieuwe wereld brand laat ons niet los. Het is een droevig feit dat er ook in de vrije wereld staatslieden zijn, die de ont ketening vaneen nieuw internationaal conflict niet principieel afwijzen, of die althans geen blijk geven het ontzetten de gevaar waaraan wij bloot staan te beseffen. De onverdacht anti-commu nistische maar fanatieke president van Zuid-Korea, Syngman-Rhee, heeft bijvoorbeeld een half jaar geleden te Washington een werkelijk verbijsteren de rede gehouden, waarin hij voor een preventieve oorlog - pleitte. Dat was een extreem geval, maar toch stond Rhee niet alleen met zijn schrikwek kende theorie. Ovèr het probleem van de principiële geoorloofdheid van de moderne totale oorlog heeft de Paus onlangs ver scheidene malen gesproken. Hij deed dit in toespraken tot juristen, medici en militaire artsen. Het feit van een verplichting om zich tegen welk on recht dan ook te verdedigen acht de H. Vader niet voldoende rechtvaardi ging voor het gebruik van het geweld- middel oorlog. Wanneer de hierdoor veroorzaakte schade niet te vergelijken is met die van het verdragen onrecht, kan men, aldus de Paus, de verplich ting hebben om het onrecht lijdelijk te ondergaan. Maar de Paus qonstateert dat de volkerengemeenschap rekening moet houden met de gewetenloze mis dadigers, die er niet voor terugschrik ken om ter verwezenlijking van him eerzuchtige plannen de totale oorlog te ontketenen. Daarom blijft er, volgens Hem, voor de andere volkeren niets anders over dan zich voor te bereiden op de dag dat zij zich moeten ver dedigen. Een troostende gedachte voor de vrjje wereld is dat een man als Eisenhower, die persoonlijk over het gebruik van Amerikaanse atoomwa penen heeft te beslissen, zulk een wijze voorzichtigheid aan de dag legt. In Augustus heeft hij uitdrukkelijk verklaard dat de gedachte aan een preventieve oorlog in dit atoomtijd perk niet bij hem op zou kunnen ko men, en enkele weken geleden zei hij dat Amerika de moed moest hebben geduldig te zijn, hopend tenslotte de tegenpartij er van te overtuigen dat men eerlijke motieven had. Laten wjj deze Kerstmis, met al onze vrees voor een nieuw internationaal conflict, denken aan een recente uit spraak van de Paus: „Wederzijdse goe de wil vermag steeds de oorlog, als laatste middel om geschillen tussen de Staten te beslechten, te vermijden." Het is die goede wil waarvan wij in de Nachtmis in het Gloria zingen. HANS BRONKHORST

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1954 | | pagina 9