OP WEG NAAR HET
ABSOLUTE NULPUNT
SCHEEPVAARTBERICHÏEN
ZWITSAL
De zweer van Don Lucas
D< gedragingen der materie
gijn er sterk gewijzigd
i
Gezonde Bob/es
JUAN ANTONIO DE ZUNZUNEGUI
r
Aardbevingen op Sicilië
Zo spaarde Nederland in 1954
DONDERDAG 6 JANUARI 1955
PAGINA 4
Waar de Noordpool
warm lijkt
Pauselijke Filmcommis
sie uitgebreid
Secties voor radio en
televisie
door
Uit het Spaans vertaald door dr. G. J. Geers
"N
V
Burgemeester van Doorn
gaat heen
MARKTBERICHTEN
„BROEDREACTOR"
MET GROTE
MOGELIJKHEDEN
Gouverneur van Nederl.
Nieuw-Guinea naaj*
Nederland
Kou met Kerstmis is niets vreemd, kou in Juli is iets bijzonders. En een
kou, waarbij de temperatuur van de Zuidpool, waar men zo'n dikke
vijftig graden Celsius beneden het vriespunt meet, niet veel meer dan
een zomers koeltje is, is dat zeker. En toch werd zo'n kou ooit in ons land
gemeten. Het gebeurde te Leiden en het was op 10 Juli van het jaar 1908.
De temperatuur, die gemeten werd, bedroeg 271,8 graden Celsius onder nul.
Het was in het beroemde Cryogeen Laboratorium, dat sindsdien de naam ge
kregen heeft van „het koudste plekje op aarde", een naam die het nog steeds
met trots draagt.
Het was op die dag, dat professor Heike Kamerlingh Onnes voor de eerste
maal het oppervlak van een merkwaardige vloeistof scherp tegen de rand
van een vacuumglas zoiets als een thermosfles zag afsteken: hij had
bij die temperatuur helium vloeibaar gemaakt! Een historische dag.
Naderhand is het nog dikwijls zo extreem koud geweest in Leiden, ja nog
kouder zelfs. En ook op andere plaatsen op aarde heeft men zulke lage tem
peraturen kunnen meten in Toronto bijvoorbeeld en in Oxford maar
dat heeft nog wel even geduurd. Pas in 1922, dus veertien jaar later, lukte
het aan MacLennan in Toronto om op dezelfde manier als Kamerlingh Onnes
helium vloeibaar te maken. En kort daarop slaagde men ook in Duitsland
er in.
de natuurkundigen in het verleden
niet zo maar een antwoord wisten
te geven. Proberen, was het parool.
Daarbij kwam aan het licht, dat al
leen maar het samenpersen niet
altijd hielp. Het gas moest tot be
neden een bepaalde temperatuur,
die men de kritische noemde, afge
koeld worden. Anders ging het niet.
De grote Engelse natuurkundige Fara
day wist een groot aantal gassen vloei
baar te maken. Hij spiegelde zich daarbij
aan het gedrag van de eau de cologne.
Sommige gassen worden bij afkoeling
gemakkelijk vloeibaar. Andere zijn las
tiger. Hij nam nu een geschikt gas en
maakte dat in een koudmakend meng
sel vloeibaar. Dan pompte hij boven
dat vloeibare gas de lucht weg, zodat
het snel verdampte. Daardoor werd de
rest van de vloeistof zo koud, dat zij
soms vast werd. Hij mengde die vaste
stof met een andere en kreeg dafi een
mengsel dat nog meer afkoelde. Kool
zuurgas kon bijvoorbeeld vast gemaakt
worden koolzuursneeuw noemt men
dat en door het te mengen met
aether wist hij zelfs een temperatuur
van 90 graden onder nul te bereiken.
Slechts weinig gassen bleken tegen Fa
raday's aanslagen bestand. Zo bijvoor
beeld waterstof en zuurstof. Hun kriti
sche temperatuur lag veel lager dan
die, welke Faraday bereiken kon. Het
leek, alsof Faraday voor een koude-bar-
rière stond!
Dit alles komt terug in de herinne
ring bij het bericht, dat de natuurkun
dige Lord Cherwell er enige tijd gele
den in het Clarendon-koudelaboratorium
te Oxford taf geslaagd is het absolute
nulpunt 273,15 graden Celsius tot
op minder dan 0,002 graad te hebben
benaderd.
Wat betekent dit? Een record in de
jacht naar het bereiken van het be
faamde abs ilute nulpunt?
Wij geloven het niet. Ei. wel om twee
'redenen: j
Op de eerste plaats is er geen
sprake van recordjagerij bij het stre
ven naar steeds lager temperaturen.
Er wordt in het natuurkundig onder
zoek bij extreem lage temperaturen
jaarlijks oen niet onaardig stuk be
lastinggeld geïnvesteerd en dat wordt
niet weggegooid aan een ijdele, doel
loze jacht op records.
Er is ook nog iets anders. Als wij
het toch over records hebben, Leiden
heeft een aantal interessante records
niet maar nagejaagd omwille van
het record-alleen-maar op zijn
naam staan. Om te beginnen het
veertien jaar lang onaangetast record
van 1908. Maar ook records uit jonge
re jaren. Jn het jaar 1947 bijvoor
beeld werd in Leiden een tempera
tuur gemeten van 0,003 graad boven
het absolute nulpunt. En in het jaar
1949 zelfs van 0,0015 graad. Beide
records. Het lijkt er dus nog niet
op, dat dit laatste record in Oxford
verbeterd ou zijn.
De bijna anderhalve eeuw oude strijd
om het absolute nulpunt is geen record
jagerij. Het gaat niet zo zeer om het
bereiken van lage temperaturen, als
wel om het bestuderen van wat er zich
bij deze lage temperaturen afspeelt,
hoe de stoffen zich onder die omstan
digheden gedragen. Dat is wel zo be
langwekkend. En het bereiken van een
nog lagere temperatuur is alleen daar
om belangrijk, omdat zij de kans geeft
méér van dat gedrag te weten te
komen, een zuiverder inzicht in dat ge
drag en in de physische eigenschappen
der materie te krijgen en dat inzicht
te verdiepen.
De lezer, die zijn schooljarer al een
tijd achter de rug heeft, heeft intussen
al lang een aantal vragen bij zich voe
len opkomen. Het is hem niet kwalijk
te nemen. „Wat is dat ook weer precies,
dat absolute nulpunt?"
Het komt hierop neer: Het kan
maar niet steeds kouder worden.
Kou heeft een onderste grens. Het
kan niet kouder worden dan onge
veer 273 graden Celsius onder nul.
Dat klinkt misschien wonderlijk,
maar toch is het zo.
Rond 1800 ontdekte de Franse natuur
kundige Gay-Lussac bij het doen van
metingen, dat gassen bii afkoeling in
krimpen. Bij iedere graad Celsius tem-
peratuursverlaging verliezen ze één
273ste van het volume, dat ze bij nul
graden hadden. De conclusie lag voor
de hand: bij 273 graden onder nul
moest er een eindpunt zijn. Dan zouden
zij hun volume geheel verloren hebben.
Dat het in werkelijkheid niet zo s,
laten wij maar even buiten beschou
wing, maar het bracht, zo in het mid
den van de vorige eeuw, Lord Keivin
ertoe een nieuwe temperatuurschaal op
te stellen, die bij 273 graden onder*nul
begon en die hij de „absolute" noemde.
273 graden onder nul was het „absolute
nulpunt".
Nog op een andere manier kunnen
wij iets over dat absolute nulpunt zeg
gen. „Wat is eigenlijk temperatuur?"
Alle stoffen zijn opgebouwd uit mole
culen. In gassen kunnen de moleculen
zich vrij bewegen. En ze maken daar
duchtig gebruik van. Ze vliegen met grote
snelheid kriskras door elkaar heen. En nu
komt het: de temperatuur wordt bepaald
door de snelheid van de moleculen. Hoe
sneller de moleculen rondvliegen, des
te hoger de temperatuur. Hoe geringer
de snelheid, hoe meer de moleculen
tot rust komen, des te kouder de stof.
Ten slotte moet ér bij voortgezette af
koeling dus een ogenblik komen, waar
op de moleculen volledig tot rust zijn
gekomen. Dan kan de temperatuur dus
niet lager meer worden, het absolute
nulpunt is bereikt. Berekening heeft
uitgewezen dat dit ligt bij 273,15 graden
Celsius onder nul.
Hoe maakt men kou?
Hoe moet men dat doen, zo diep af
koelen, de temperatuur zó verlagen?
Hoe moet men kou fnaken? Dat is een
hele vraag en het antwoord daarop
helpt de moderne koeltechniek aan
haar dividenden. Toch weet u er wel
iets van. Als u op een warme zomer
dag eau de cologne op uw huid
smeert, is dat heerlijk koel. Dat komt
niet omdat u de eau de colognefles uit
de ijskast haalt, want dat doet u niet.
Maar de eau de cologne verdampt,
daar is warmte voor nodig, die ont
trekt ze aan uw huid en die koelt daar-
door af. En als het 's winters ge
sneeuwd heeft, kunt u het nog kouder
maken door sneeuw met gewoon zout
te vermengen. Als u precies 100 gram
sneeuw met 23 grrm zout vermengt
kunt u zelfs tot 20 graden onder nul
komen. Met andere mengsels zelfs nog
lager. Maar dan begint de misère al,
want bij 39 graden onder nul bevriest
het kwik in uw thermometer. Die kunt
u daarna wel wegleggen. U zult een
ander instrument, een gasthermometer,
moeten hebben. Maar bereikt u op die
manier vijftig graden onder nul, dan
is datal erg aardig. Lager komt u
niet en u zult naar een andere methode
moeten omzien. t
Die is er
Wanneer waterdamp voldoende af
koelt, wordt het veer water. Perst
men hem samen, dan eveneens.
Kan men alle gassen want water
damp is een gas vloeibaar ma
ken? Dat-was een vraag waarop
Een koude-„barrière"
Die barrière werd in het jaar
1877 door Raoul Pictet en Louis
Paul Cailletet vrijwel gelijktijdig
genomen. Beiden hadden zij een
methode gevonden om zo'n lage
temperatuur te bereiken dat zuurstof
niet langer weerstand bood en vloei
baar werd.
Pictet paste een methode toe.
waarbij steeds nieuwe gassen, bij
steeds lagere temperaturen, vloei
baar gemaakt werdem De z.g. cas
cade- of trappen-methode.
En hier komt Kamerlingh Onnes in
het spel. Want deze heeft die cascade
methode nog verbeterd. Zo kon hij tot
onder een temperatuur van 119 graden
onder nul komen, de kritische tempera
tuur van zuurstof, zodat hij er in slaag
de zuurstof vloeibaar te maken. En
dus ook lucht, want de stikstof in de
lucht is niet zo weerbarstig als de
zuurstof.
Twee gassen wareneer nog, die
aan alle pogingen hardnekkig weer
stand boden: waterstof en helium.
Maar ook voor hen gold geen par
don. Dewar wist in 1898 water
stof tot capitulatie te dwingen en
in Juli 1908 brak de grote dag aan,
waarop Kamerlingh Onnes helium
dwong vloeibaar te worden. Een
kunstje dat men hem veertien jaar
lang tevergeefs poogde na te doen!
Kamerlingh Onnes verfijnde zijn me
thode nog verder, maar ter'slotte was
er aan deze methode een technische
grens. Die was zowat bereikt. Als een
schone apotheose aan het slot was prof.
Willem Hendrik Keesom, de opvolger
van Kamerlingh Onnes in het Cryogeen
Laboratorium, er in 1926, vier maan
den na diens dood, in geslaagd
vloeibaar helium vast te maken. Maar
toen het hem nog gelukt was tot 0,71
graden boven het absolute nulpunt te
geraken, was hij langs deze weg daar
mee aan het eind van zijn latjjn.
Wat nu?
Er kwam uitkomst van een heel
andere kant. Giauque in Califomië en
de Nederlander Debye, die in 1936 de
Nobelprijs kreeg, hadden in 1926 en
1927 een geheel nieuwe methode ont
wikkeld, die ook in Leiden toepassing
vond. Een zeer merkwaardige werk
wijze: koude maken met behulp van
een magneet!
Wij zullen er maar heel weinig over
zeggen.
Sommige stoffen, die men de
paramagnetische noemt, gedragen
zich, wanneer ze tussen de polen
van een magneet worden geplaatst,
zelf ook als een magneet. Wanneer
het magnetische veld tussen de po
len plotseling wordt uitgeschakeld,
dan verliezen deze stoffen hun
magnetisme. En nu komt het: dat
gaat gepaard met afkoeling. Niet
veel, weliswaar, maar in het ge
bied in de buurt van het absolute
nulpunt toch juist belangrijk ge
noeg.
Prof. De Haas in Leiden bereikte er
in 1933 al een temperatuur van 0,37
graad boven het absolute nulpunt mee
en prof. Giauque ter zelfder tijd in
Amerika 0,25 graad. Dank zij dit z.g.
„magneto-calorisch effect" kon de
strijd om het absolute nulpunt onver
moeid worden voortgezet.
Supergeleiding
Wat is de zin van dit alles? Of is
het alleen maar een kostbaar, tijd en
geld rovend spel voor geleerden?
Zeker niet. Het doel was: kennis en
inzicht verzamelen omtrent de materie
en haar eigenschappen.
En het onderzoek bij die uitzonder
lijk lage temperaturen bracht aller
merkwaardigste zaken aan het licht.
Zo bleek, dat tal van eigenschappen
van de stoi radicale wijziging onder
gingen, wanneer die stof tot in de na
bijheid van het absolute nulpunt afge
koeld werd.
Eén zo'n ontdekking is het* interes
sante verschijnsel van de electrische
supergeleiding van metalen.
Wat is dat?
Metalen zijn goede geleiders voor
electriciteit. Dat is wel bekend. Het
wil zeggen, dat electriciteit er vrij
gemakkelijk doorheen stroomt. Maar
toch ondervindt die electrische
stroom ook in zo'n goede geleider
een zekere weerstand Helaas. Want
in het gewone leven betekent dat
een lelijke schadepost. Ze is de
oorzaak van groot stroomverlies.
Daardoor wordt bijv. het overbren
gen van electricitei* van de centra
le naar de gebruiker kostbaar.
Maar nu: bij extreem lage tempe
ratuur verdwijnt die weerstand geheel.
Kamerlingh Onnes schrok ervan, toen
hij het in 1911 de eerste keer bij liet
metaal kwik constateerde. Hij kon zijn
ogen niet geloven en dacht, dat er er
gens een fout gemaakt was. Maar dat
was niet het geval. De ontdekking was
overigens de schrik ten volle waard,
want ze leverde heir in 1913 de No
belprijs op.
Wat is dat eigenlijk, die supergeleid-
baarheid?
Wel, wanneer men- een loden ring
afkoelt tot beneden zeven graden boven
het absolute nulpunt, en men brengt
er een electrische stroom in, dan blijft
die stroom maar rusteloos in de ring
rondlopen, ook als er geen stroombron
meer aanwezig is. Hij ondervindt geen
weerstand meer.
Wordt de ring nu verwarmd en stijgt
de temperatuur daardoor weer tot bo
ven de 7 graden, dan wordt opeens de
weerstand weer herborer en verdwijnt
de electrische stroom als op slag.
Een zeer singuliere eigenschap, deze
supergeleidbaarheid.
Het Leidse Cryogeen Laboratorium
heeft zelfs ooit zo'n merkwaardige
supergeleidende loden ring op be
stelling geleverd! En het moest nog
vlug gaan ook!
Inwoners van een der dorpjes op het eilandje Salina, aan de Noordkust van
Sicilië, verzamelen zich buiten hun door aardbevingen getroffen dorpjes in
het open veld. Hoewel meteorologen hen meedeelden, dat er geen gevaar
meer bestond voor herhalingen van de schokken, waren zij te bevreesd om
terug te keren. Een aantal huizen werd bij de aardschokken verwoest; per
soonlijke 'ongevallen deden zich echter niet voor.
Advertentie
POEDER ZALF ZE EP OLIE LOTION
Uitsluitend bij Apothekers en Drogisten
Een bestelling, die uiteraard niet
iederevdag voorkomt.
Dat was in 1932. in de tijd, dat men
in Engeland de kunst nog niet ver
stond, om vloeibaar helium te maken.
Prof. MacLennan zou uit Toronto naar
Londen komen om er voor de fameuze
Royal Institution een lezing te houden
over lage temperaturen. Hij had zich
daarbij in het hoofd gezet enkele proe
ven te demonstreren, met name over
de supergeleiding. In heel Engeland kon
men hem echter niet aan vloeibaar
helium helpe** en zo kreeg Leiden de
uitzonderlijke bestelling. In Leiden
werd een fles gevuld met vloeibaar
helium en daarin werd een loden ring
gedaan, waarin een electrische stroom
werd opgewekt. Die rende onvermoeid
in de ring rond. Haastje repje werd
het hele geval op een warme zomer
middag per vliegtuig naar Londen ge
bracht het moest vlug gaan, want
anders zou het helium verdampt zijn
en aan de referent overhandigd.
De electrische stroom draaide
nog altijd rond door de ring, hoe-
wel het inmiddels al avond gewor
den was. Prof. McLennan kon zijn
geleerde toehoorders vergasten op
het schouwspel van de supergelei
dende ring. Met behulp van een
magneetnaaldje kon men n.l. de
stroom zichtbaar doen worden, want
hij gaf dat naaldje een afwijking.
Af.:
Kou en leven
Wie in de sneeuw gaat slapen, maakt
een mooie kans om dood te vriezen.
Hoe zal het dan niet gaan bij die bij
zonder lage temperaturen?
Dat vroeg Pictet zich rond 1880 ook
al af. En hij sloot honden en konijnen
op in een ruimte, waar een tempera
tuur heerste van 90 graden C. onder
nul. Na nog geen twee uur waren zij
dood. Een kikvors was na een kwar
tier al zo hard als een steen. Insecten
kunnen zelfs een hogere temperatuur
niet eens verdragen. En een mens?
Pictet was durfal genoeg om zelf de
proef te nemen. Goed gekleed door
stond hij een temperatuur van min
110 graden Celsius.
Maar bij nog lagere temperaturen?
Pater Gilbert Rahm OSB, die deze
vraag interesseerde is er ooit speciaal
voor uit Duitsland naar Leiden geko
men,* om er een antwoord op te krij
gen. Hij had speciale belangstelling
voor planten en diertjes uit het hoge
Noorden. Voor mos en lagere diersoor
ten, als de z.g. beerdiertjes, die in het
mos voorkomen. Ze bleken een fantas-
.tisch groot weerstandsvermogen tegen
koude te hebben. Na 26 uur in een
temperatuur van 253 graden onder nul
vertoefd te hebben, voelden zij zich
blijkbaar nog kiplekker Toen gingen
zij het vloeibare helium: in: 272 graden
onder nul. Zeven koude uren lang.
Ze werden weer wakker uit hun ver-
stijvingsslaap, toen ze weer bij de war
me kachel stonden.
Enkele tenminste, want er waren
er ook die dit toch niet overleefd
hadden! Bacteriën, zo bijv. de
typhusbacil, bleken ook een kuur
van enkele dagen in een vloeistof
met een temperatuur van min 253
graden zonder schade te kunnen
doorstaan.
Er zijn mensen die van een strenge
winter geen last hebben, maar die in
een kwakkelwinter ziek worden. Iets
dergelijke, maar meer paradoxaal, ver
tonen sommige lagere diersoorten. De
trypanosomen, verwekkers van de
slaapziekte, bleken, als zij tenminste
virulent waren, gevaarlijk dus, het
wekenlang te kunnen uithouden bij
een temperatuur van 190 graden onder
nul. Geharde heren dus! Jawel, maar
het wonderlijke was, dat zij twintig
graden vorst niet overleefden. Een pa
radoxaal verschijnsel, dat het „ver
schijnsel van Zandbergen" genoemd
wordt. De niet virulente kunnen een
afkoeling tot 190 graden beneden nul
niet doorstaan.
Er is dus heel wat wetenswaar
digs te ontdekken in de buurt van
het absolute nulpunt." Ook als er
geen records worden nagejaagd.
Mr. H. C. M. EDELMAN
De H. Stoel heeft de Pauselijke Film
commissie gereorganiseerd en uitgebreid
met secties voor radio en televisie. De
nieuwe vorm heeft de goedkeuring van
de H. Vader reeds verkregen. Voorzitter
blijft Mgr. M. J. O'Connor, rector van
het Noord-Amerikaans college in Rome.
Het doel van de uitgebreide commis
sie is niet censuur uit te oefenen, doch
te fungeren als een organisatie, die
ideologisch en practisch film, radio en
televisie blijft volgen en daarbij voort
durend in contact staat met de lande
lijke instellingen der bisschoppen. De
commissie wil op deze wijze beter in
staat zijn op deze terreinen van het
leven leiding te geven en invloed uit
te oefenen. Leden van de commissie
zijn o.a. de assessoren en secreta
rissen der verschillende bestuursinstan-
ties der Kerk.
Voor het eerst heeft ook de H. Con
gregatie voor de Oosterse Jcerken zitting
in de commissie. Bij de reorganisatie
stond voorop, dat een uniforme censuur
in de practijk niet te verwezenlijken is.
De samenwerking met de landelijke in
stellingen zal bestaan in het ontvangen
v.an .^lichtingen en het geven van
richtlijnen en conclusies, getrokken uit
internationaal opgezette studies.
ABBEKERK p. 6 Natuna n. Hongk.
ADINDA p. 6 Str. Banka n. Pladju.
ALBLASSERDIJK 6 te Rotterdam.
APPINGEDIJK p. 6 Trinidad n. Rio Jan.
BANTAM 6 te Jolo.
BRITSUM p. 6 Dungen. n. S Juan
CHARIS 6 te Pto. Cabell.o
DRADLE OF LIBERTY 6 te Pt. Said.
EKINNA 6 te Saigon.
ESSO DEN HAAG 6 te Aden.
GROOTE BEER p. 6 Ouess. n. Southampt.
HECUBA 6 te Trinidad.
ILOS p. 6 Kp. Bon n. Patras.
INDRAPOERA 6 te Semarang.
K1ELDRECHT p. 6 Ouess. n. Antw.
I.OENERKERK 6 te Rotterdam.
MANOERAN p. 6 Kp. Gada n. Mars.
POELAU LAUT 6 te Amsterdam.
PRINS JOH. WILL. FRISO 6 te Lissabon.
PRINS FR. HENDRIK p. 6 Burl. n. Palma.
PRINS MAURITS p. 6 Dungen. n. A'dam.
RIDDERKERK 6 te Kaapstad.
SAPAROEA 6 te Rotterdam.
SHERATAN 6 te Ras Tanura.
SIBAJAK p. 6 Daedalus n. Suez.
SOESTDIJK 6 te Cheribon.
STRAAT BALI 6 te Balikpapan.
TEIRESIAS p. 6 Savannah n. Newp. N.
T1TUS 6 te Thessaloniki.
T.TITJALENGKA p. 6 Miri n. Hongk.
VAN SPILBERGEN p. 6 Kp. Blanco naar
WONOGIRI p. 6 Daedalus n. Pt. Said.
ALDABI 6 te Hamburg.
ALNATI p. 6 Recife n. Rio Jan.
BENNEKOM 6 te Coquimbo.
BOSKOOP 6 te Pto. Cabello.
CALTEX LEIDEN p. 6 Gibr. n. R'dam.
CALTEX NEDERLAND 6 van Stockh. n.
Rotterdam.
CALTEX PERNIS p. 6 Kreta n. R'dam.
CELEBES 6 te Amsterdam.
CRADLE OF LIBERTY p. 6 Kreta naar
Philad.
EENDRACHT 6 te Gibraltar.
ESSO DEN HAAG 6 van Aden n. Suez.
FALCO 6 te Amsterdam.
GOUWE p. 6 Ouess. n. Bremen.
GROOTE KERK 6 te Duinkerken.
HERMES 6 te Amsterdam.
ITTERSUM p. 6 Galveston n. Brownsv.
KOTA AGOENG 6 te Cowes.
LETO p. 6 Wight n. Hamb.
LUTTERKERK p. 6 Gibr. n. R'dam.
MACOMA 6 van Malta n. Algiers.
MACUBA 6 van Adel. n. Surab.
NOTOS 6 te Rotterdam.
POELAU LAUT 6 te Amsterdam.
POLYDORUS 6 te Hamburg.
PRINS WILL. GEORGE FREDERIK 6 te
Halifax.
SARANGAN 6 te Durban.
SUMATRA 6 te Amsterdam.
TARA 6 te Antwerpen.
TROMPENBERG 6 van Havre n.-A'dam.
WATERLAND 6 te Bahia.
WATERMAN p. 6 Finist. n. Wellington.
AMOR 5 te Tripolis.
ARGOS 5 te Bremen.
ALNATI p. 5 Fern. Nor. n. Rio Jan.
AMSTELBRUG 5 van Balboa n. Kobe.
AMSTELVEEN 5 te Colombo.
AMSTELDIJK p. 5 Key West n. Havre.
AMERSKERK p. 5 Socotra n. Djib.
ARDEAS p. 5 Dungen. n. A'dam.
ARENDSDIJK p. 5 Pt. Said n. Djib.
ALGENIB 5 te Rotterdam.
AMSTELDIEP 5 te Amsterdam.
ARTEMIS 5 te Goriaioes.
AXELDIJK 5 te Santos.
BOREAS 5 van Alg. n. Bareel.
BAARN p. 5 Azoren n. Antw.
BREDA 5 te Amsterdam.
BALI 5 van IJmuiden n. Bremen.
BANKA 5 te Seattle.
CALTEX DELFT p. 5 Kp. Gata n. R'd.
CHAMA p. 5 Miri n. P. Balkon.
COTTICA 5 te Paramaribo.
CALTEX LEIDEN p. 5 Alg. n. R'dam.
DEO FAVENTE p. 5 Hantsh. n. A'd.
DELFT p. 5 Crisjobal n. Balboa.
DELFLAND p. 5 Kp. St. Vine. n. A'd.
DAPHNIS 5 te Pto. Cabello.
DELFSHAVEN 5 te B. Aires.
DOMBURGH p. 5 Ouess. n. C'asabl.
DRACO p. 5 Ouess. n. A'dam.
ETREMA 5 te Rotterdam.
EN A p. 5 #ara riv. n. Curagao.
GORDIAS 5 te Famagusta.
GOUWE p. 5 Finist. n. Bremen.
GROOTEKERK 5 te Duinkerken.
GAASTERKERK 5 te Genua.
HAULERWIJK 5 te Ryeka.
HERA 5 te Pt. au Prince.
HESTIA 5 te Baltimore.
HERMES 5 te Rotterdam.
HOUTMAN p. 5 Deadalus n. Bèlat^.
HOOGKERK p. 5 Burl. n. Antw.
HATHOR 5 te Izmir.
HELDER 5 van Blackriv. n. Tampa.
HELICON p. 5 Str. Yucatan n. Marac.
HAARLEM p. 5 Aruba n. Antw.
KOTA AGOENG 5 van Southampt. naar
Cowes.
KOTA GEDE 5 te Surabaja.
KOROVINA p. 5 Walvisb. n. Durban.
KATELYSIA 5 te Tripoli.
MILLIOEN
GULOEN
P/JKSPOST
SPAARBANK
BIJZONDERE
SPAARBANKEN
1954
Deze grafiek geeft een overzicht van de verschillen tussen de inge
legde en terugbetaalde gelden bij de Rijkspostspaarbank en bij de bijzon
dere spaarbanken in Nederland.
Het voordelig spaarverschil van de Rijkspostspaarbank werd over ge
heel 1954 door het Centraal Plan-bureau geraamd op 60 millioen gulden.
Eind November 1954 werd dit bedrdg reeds bijna bereikt. Het spaartotaal
van de bijzondere spaarbanken beliep t.m. October ruim 170 millioen gul
den, zodat de Nederlandse bevolking in de loop van 1954 bijna een kwart-
milhard gulden opzij wist te leggen. Het gemiddelde aantal inleggingen
per maand bedroeg bij de Rijkspostspaarbank ongeveer 500.000 tegen ruim
600.000 bij de bijzondere spaarbanken. Het aantal terugbetalingen was 200.000
tegen 250.000 gulden per maand.
De 6 pet. loonsverhoging per 1 October is zichtbaar bij de Rijkspostspaar-
bankspaarcijfers over November. Een zelfde stijging ziet men na de loon-
ronde van 1 Januari 1954 bij beide categorieën spaarbanken.
De oudste zoon van Don Aniceto,
die fiu en dan op het hoofdkantoor
kwam, leek niet erg schrander.
Hij was gehuwd met een Boli
viaanse, erg gesteld op families
en groepen van de society, en in
plaats van haar man te animeren
om de erfenis van de vader voort te zetten
en uit te breiden, duwde ze hem de kant van
luxe en reizen op. Zij leed, gelijk vele Ame
rikanen, aan de Parijse ziekte, waardoor ze
haar man noopte lange tijden de zaak de rug
toe te draaien. De tweede was bekwamer, maar die
had geen sterk gestel en bracht de grootste helft
van het jaar op het land door. De dochter was
getrouwd met de zoon van een aristocratenfamilie
uit Argentinië van Franse afkomst, die een harts
tocht voor paardenrennen had. Zjj was een opzich
tige, oppervlakkige en decoratieve vrouw wier leven
zich bewoog van de kapster naar het feest en van
het feest naar de modiste.
Reeds tijdens de laatste levensjaren van Alonso
was het grote bedrijf in handen van Don Lucas.
Deze had een boekhouder, een toegedane, werkzame
en schrandere stadhouder, genaamd Fernando Mèn-
dez, een jongeman uit Ampuero, die net als hij
als hulpje was begonnen, maar die met even 25
jaar zijn vertrouwensman was. „Fernandito,mjjn
jongen," zoals Don Lucas hem vaderlijk noemde,
was in staat om zelfs het touw waarmee de grote
pakken werden dichtgemaakt, te boeken. „Fernan
dito, mijn jongen" bezocht iedere week de grote
filialen in .Puebla, Guadalajara, Tampico en Vera
cruz.... En onder zijn angstvallige schraapzucht
werd alles tot op een cent en op de dag geveri
fieerd.
,,'t Is een juweel, die grote Montanès!" bekende
hij later op de club van zijn landgenoten, op het
Casino Espanol. „Met hem kan er geen centiem
ongemerkt doorslippen."
Kort voordat Alonso, teleurgesteld over de pech
die hij met zijn kinderen had gehad, stierf, deed
hij de zaak voor de helft over aan Don Lucas,
voordat zij hem onder de waarde verkochten.
„Hij zal toch vandaag of morgen wel helemaal
in jouw handen komen," bekende hij Don Lucas
weemoedig.
Zo ging het ook; kort na de dood van Don Aniceto
Alonso begonnen de bezoeken van zijn kinderen bij
Don Lucas, altijd over geld. Op die manier raakten
zij bij stukjes en beetjes hun zaak kwijt. Alleen
de zieke behield zijn aandeel tot het laatste ogen
blik, maar daar hij getrouwd was met de dochter
van een Californische landeigenaar en zijn kinderen
een voorliefde hadden voor het buitenlevenliet
hij het tenslotte ook in handen van Don Lucas.
Bij het einde van dat boekjaar, toen „Fernandito,
mijn jongen" hem de balans voorlei, dacht hij in
zwijm te vallen van geluk. Hij was millionnair,
en nog wel met verscheidene millioenen peso's, en
de inkomsten stroomden letterlijk binnen.
Hij was juist het voorgebergte van de 50 jaar
omgevaren en een blanke vermoeidheid begon zich
te nestelen in het merg van zijn botten.
In die dagen bracht een Asturiaanse landgenoot
hem op het Casino het bericht:
„Don Atilano is in uw stad gestorven."
„Wie was die mijnheer?"
Don Lucas wist het wel, maar hij hield zich on
nozel.
„Een van de onzen, hij heeft hier ook meege
lopen; ik heb hem in Cuba leren kennen, waar hij
tenslotte een groot vermogen heeft verdiend."
„Suiker?"
„Ja, hij had drie heel goede suikerplantages in
het district Matanzas en bouwterreinen in La Ha-
bana, Santiago en in Matanzas zelf. Een aardig kapi
taal; toen hij naar uw beider geboorteplaats terug
keerde, zat hij er al aardig bij."
„Was hij oud toen hij stierf?"
„Ja. Atilano zal wel al over de 80 zijn geweest."
Ze kijken elkaar aan met een droge ondeugendheid.
„Wel, mijn waarde, de post van Indiaan is in uw
plaats voor u vrij; bereid i) voor om hem in te
nemen."
Don Lucas bloosde en ging weg.
Maar hij liep er in die dagen veel over te den
ken. „Fernandito, mijn jongen" betrapte hem twee
maal op verstrooidheid in zaken.
„Er is iets heel ernstigs met die man," dacht hij.
Inderdaad hij had geen rust voor hij van een
landgenoot die geboortig was van een plaats uit
zijn streek en die bevriend was geweest met Don
Atilano al diens wederwaardigheden tot aan zijn dood
had vernomen.
„Atilano was heel koppig en ruw, maar hoewel
het helemaal niet zo leek, was hij een man met
een goed hart. Heel vasthoudend en taai in het
werken. Als hij vier uur kon rusten, was hij de
hele dag wakker en actief. Ik heb hem leren kennen
en ben met hem omgegaan op Cuba en later in jullie
dorp, in de jaren dat ik nog in het mijne placht
terug te komen bij het leven van mijn ouders en
voordat ik hier trouwdeIk herinner me dat
ik hem op een morgen tegenkwam op de nieuwe
kade die toen bijna klaar was. Hij was in die
dagen pas in Aldeaalta aangekomen en liep te
wandelen met drie honden. Atilano had altijd een
zwak voordieren. Zijn huis was stéeds vol met
honden, katten, schildpadden en alle soorten vogels.
Hij zat toen in een woning die hij gehuurd had
van een weduwe dié in de benedenverdieping een
„estanco" had. Hij leefde heel eenvoudig. De
weinigen van zijn leeftijd in het dorp die hem ken
den, kwamen als ze zagen hoe hij leefde niet op
het idee dat hij geld hadOp een dag nam
ik hem eens onder handen en zei tegen hem:
„Hoor eens, Atilano, Aldeaalta heeft nu al 5000 in
woners ik overdreef maar een beetje tegen hem,
want het waren er toen nog maar 3700 en het
heeft een Indiaan nodig. Tot nu toe is er hier
in die betrekking pog niet voorzien, deels omdat
het dorp nog klein was en het nog niet nodig
was er in te voorzienMaar nu is dat iets an
ders, zij zijn nu bijna klaar met de aanleg van de
nieuwe kade en er komen politici en aristocraten
uit de residentie hier de zomer doorbrengen, er is
hier een hele kweek knappe jonge meisjes en
kustplaatsjes van veel minder betekenis dan Aldeaal
ta zijn al bezig in die vacature te voorzienIk
vind dat het oeenblik gekomen is dat jij hier in
Aldeaalta solliciteertNiemand kan je die plaats
betw^ten. 't Zou onnozel zijn om onbekend op een
miezerige kamer dood te gaan, boven een centenaar
sigaren van de Canarische Eilanden en lucifer
doosjes van 5 centimes, terwijl je een vermogen
van vele millioenen peseta's bezit en niemand om
het aan na te laten. Wees niet dwaas en sollici
teerIndiaan zijn is aardig voor een man van
jouw middelen en jouw omstandighedenDaarbi;'
heeft het dorp er behoefte aanEn je kun1
niet beweren dat het niet strelend is." Atilano zei
geen ja en geen neen. Zijn gezicht, weelderig be
snord, weerspiegelde een domme onverschilligheid
(Wordt vervolgd.)
Ampuero ligt in de z.g. Montana, een gedeelte
van Asturië dat de bakermat is van vele grote
Spa'njaarden o.a. Lope 'de Vega.
Een winkel van tabaksartikelen (en o.a. ge
zegeld papier), van het Spaans tabaksmonopolie (Cia
Arrendataria del Tabaco).
De burgetneester van Doorn, de heer
J H. E. Baron van Nagell, zal njet 1
Juli de dienst verlaten wegens het dan
bereikt hebben van de 65-jarige leeftijd.
LIBERTY BELL p. 5 Muscat n. Mena Ahm.
LIEVE VROUWEKERK 5 te Vizagap.
LOPPERSUM 5 te Savona.
LUNA 5 te Amsterdam.
LANGLÉECLYDE 5 te Antwerpen.
LAWAK p. 5 ManZanillo n. Balboa.
LISSEKERK 5 te Amsterdam.
LEOPOLDSKERK p. 5 Pt. Sudan n. Antw»
LEMSTERKERK p. 5 R. Djebel n. Bahr.
MARKELO 5 te Kjoge.
MANTO p. 5 Burl. n. Valencia.
MALE A 5 te B. Papan.
MADOERA p. 5 Kreta n. Beyr.
M1DAS 5 van Gothenb. n. A'dam.
NIOBE 5 te Mantyoloto.
NIEUW AMSTERDAM 5 van N. Y. naar
S. Thomas.
ORESTES 5 te Amsterdam.
OVERIJSEL 5 te Newcastle.
OMALA 5 te Curagao.
OBERON 5 van Pt. Prince n. Curagao.
PEPERKUST 5 te Hamburg.
PYGMALION 5 te Rotterdam.
POSEIDON 5 te Aruba.
PRINS FR. WILLEM 5 van Gandia naar
Burr.
PRINS W. G. FREDERIK 5 te Halifax.
PRINS WILLEM III p. 5 Dungen. n. Oslo.
PRINS ALEXANDER 5 te Antwerpen.
POLYPHEMUS p. 5 Socotra n. Djib.
ROTULA p. 5 Azoren n. Thamesh.
RADJA 5 te Djakarta.
SCHIE 5 te Amsterdam.
STAD HAARLEM p. 5 Wight n. N. Y.
SARPEDON 5 te New York.
STAD ALKMAAR 5 van R'dam n. Narvik.
STRAAT BANKA 5 te Penang.
STAD SCHIEDAM 5 van R'dam n. Narv.
SINABANG 5 te Sorong.
SLOTERDIJK 5 te Bremen.
SLIEDRECHT p. 5 Alg. n. Fahaheel.
STAD ROTTERDAM p. 5 Bermuda n. Gibr.
SJILUWAH 5 van Belawan n. Singap.
TALISSE 5 van Suez n. A'dam.
TJIPONDOK 5 te Makassar.
TIBA 5 te B. Aires.
TANKHAVEN III p. 5 Camb. n. S Ger.
VAN LINSCHOTEN p. 5 Burl. n. Havre.
WAAL 5 te Alexandrië.
WESTLAND p. 5 St. Pauls R. n. Rio Jan.
WATERMAN p. 5 Dungen. n. Curagao.
IJSSEL 5 te Thessaloniki.
ZIJPENBERG 5 vaö Ceuta n. Savona.
ZEELAND p. 5 Kp. St. Vine. n. Halifax.
VEILING POELDIJK 5 Jan. Prei A 40—
45 ct. A2 38—40 ct. B 36 ct. B2 25—34 ct
Andijvie 55—67 ct. Stoofsla 35—47 ct. Schor
seneren A 3741 ct. A2 28 ct. B 16—23 ct.
B2 1418 ct. Boerenkool 4052 ct. Sprui
ten A2 4857 ct. Rode kool 3638 ct. Wit
te kool 15 ct. Witlof 55 ct. AppelenGoud-
reinet 3237 ct. alles per kg. Sla B2 16
ct C 14 ct. Knolselderij A 22—28 ct. B 12
16 ct. C 8—9% ct. alles per stuk. Sel
derij f 7.0015.Peterselie f 12.0018.00,
per 100 bos.
VEILING TIEL 5 Januari resp. c b a le
soort en 2e soort. Appelen: Bloemee
1012 46, Brab. Bellefleur 1214 48
Benderzoet 20—23 10—16, Canada Re
net 1214 610, Coxs Orange Pippin
2640 917, Dijkmanszoet 1823 9
16, Engelse Bellefleur 18—27 4—8, Goud-
reinette 21—36 15—27 7—21, Golden Deli
cious 3445 2530, Groninger Kroon
17—22 5—15, Jasappel 1618 815, Jo
nathan 2230 1420 814, Kaneelzuur
10—14 58, Laxton superbé 47—51 17
20, Pomme Rosa 12—15 5—7, Present of
England 24—28 20—22 6—12, Sterappel 23—
30 10—14 5—9, Zuur kroet blank per 100
kilo 250, Zuur kroet rood idem 150, Zoet
kroet idem 150. eren: Beurré Giffard
.9—15, Brederode 16—18 5—15, Comtesse
de Paris 16—19 3—11, Gieser Wildeman
1625 1012, Legipont 18—25 417 Pro
visiepeer M—?0 9—12, Sint Remy
8—14, IJsbout 10—13 5—8, Winterjan
15—16 7J—15, alles in cents per kilo ten-
zi] anders vermeld. Perenkroet per 100 ki
lo 160.
VEILING VENLO 5 Jan. Andijvie A 76,
kas 75, Bieten, rode A 41, Bloemkool A
52§9, B 3744, C 27, Champignons I 280
—317, II 173, III 119—122, Kool rode 21—
36 Witte 26—27, Savoyen A 24—29, Spits
kool 24.90, Spruitkool A 61—70, B 51 Boe
renkool 2437, Knolselderij A 32—44 B
18—28, Breekpeen A 2540, B 3244, Prei
A 4862, Schorseneren A 6469, B i824.
Sla kas A 15—22.30, B 8—12, Stoofsla 20
—50, Spinazie II 30, Tomaten A 124—161.
B 123—149, C 116, Bonken 74—79, Uien B
30—32, A I 6165, All 5458, BI 6265,
B II 52—57. Alles in guldens per 100 kg/
stuks/bos.
Fruit: Appelen Boscoop H I gr 2730.60,
Hl 16.80—22.00, HII 9.20, KI 18—12.80, Kil
6.20, Kr I 9.50—9.90, Kr II 3.—. Jonathan
H I gr. 22.70—35.60, H I 15.70, H II 8.—.
KI 8.30—13.10, K II 6.—, Kr I 5.30, Kr II
3.—. Ster: K I 9.80, K II 7.20, Kr I 4.30.
Bellefleur Kr II 3.Ales in guldens per
100 kg.
Een nieuw type atoomreactor, waar
van de Amerikaanse commissie voor
atoomenergie begin verleden jaar het
bestaan bekend maakte, zou, volgens
een deskundige correspondent van de
„New York Times", brandstof ter waar
de van 100.000 dollar kunnen omzetten
in energie ter waarde van 30.000.000
dollar.
De correspondent schreef in een arti
kel, dat Woensdag werd gepubliceerd,
dat de broedreactor, die thorium dat
veel minder schaars is dan uranium
verbruikt, meer atoombrandstof kan
produceren dan hij verbruikt
Niet-splijtbaar thorium zou kunnen
worden omgezet in uranium 233, een
element, dat niet in de natuur voor
komt. Een kleine hoeveelheid b.v.
een tot vijf procent splijtbaar ura
nium 235, zou nodig zijn om de reactor
op gang te brengen. Als de neutronen
van het uranium 235 verbruikt zouden
zijn, zou het uranium 233 zichzelf blij
ven reproduceren uit het thorium.
De schrijver verklaarde van mening
te zijn, dat de Ver. Staten onder be
paalde waarborgen broedreactors aan
Europese en Aziatische landen en on
ontwikkelde gebieden zonden kunnen
verpachten. Dank zij deze goedkope
energie zou de wereld in een „werke
lijk land van belofte" kunnen worden
veranderd.
De gouverneur van Nederlands Nieuw
Guinea dr. J. van Baal, wordt in de loop
van de volgende week in Nederland ver
wacht voor het voeren van routine
besprekingen.
VRIJDAG
HILVERSUM I, 402 m. VARA: 7.00
nieuws, 7.10 gram., 7.15 gym., 7.30 gram.,
8.00 nieuws, 8.18 gram., 8.45 huisvrouw,
0.00 gym., 9.10 gram., 9.40 gram. VPRO:
10.00 caus., 10.05 prot. pr. VARA: 10.20
kleuters, 10.40'piano, 11.10 radiofeuille
ton, 11.30 grarh. AVRO: 12.00 dansmuz.,
12.33 sport, 12.48 piano, 13.00 nieuws,
13.15 gram., 13.20 amus.muz., 13.55 koer
sen, 14.00 kamerork., 14.20 caus., 15.00
orgel en zang, 15.30 lichte muz. VARA:
16.30 kinderen, 17.00 gram., 17.20 muz.
caus., 18.00 nieuws, 18.15 act., 18.20 lichte
muz., 18.45 caus., 19.00 jeugd, 19.10
muz. caus. VPRO: 19.30 reportage, 20.00
nieuws, 20.05 literaire caus., 20.15 voordr.
met muz., 20.30 gevar. progr. VARA:
21.00 amusmuz., 21.35 buitenl. week-
overz., 21.50 Spaanse volksmuz., 22.20
lichte muz. VPRO: 22.40 caus., 22.45 prot.
pj\ VARA: 23.00 nieuws, 23.15 gram.
HILVERSUM II, 298 m. NCRV: 7.00
nieuws, 7.10 muz., 7.30 gram., 7.45 prot.
pr., 8.00 nieuws. 8.15 gram., 9.00 zieken,
9:30 huisvr., 9.35 gram., 10.30 prot pr.,
11.00 gram., 11.10 tenor en piano, 11.20
gram,, 12.33 gram., 12.53 gram., 13.00
nieuws, 13.15 prot. caus., 13.20 instr sex
tet, 13.50 gram., 14.0(5 schoolradio, 14.30
gram., 14.50- vocaal ens. en sol., 15.15
voordr., 15.35 gram., 16.00 rep., 1615
piano, 16.45 .gram., 17.00 voordr., 17 20
lichte muz., 17.45 stemmen v. overzee
18.00 gram\, 18.15 lichte muz., 18.35 ca
baret, 19.00 nieuws, 19.10 regeringsuitz.,
19.30 gram., 20.00 radiokrant, 20.20 gram.,
20.30 hoorspel, 21.00 oratorium, 23.15
nieuws, 23.30 gram.
ENGELAND, BBC, home service, 330
m.: 12.00 amus.muz., 14.40 lichte muz.,
16.30 ork.conc., 19.30 Braziliaanse volks
muz., 23.15 pianokwartet.
BBC, light progr., 1500 en 247 m.:
12.15 amus.muz., 13.00 mil. ork., 13.45
ork.conc., 16.00 amus.muz., 16.45 lichte
muz., 18.30 gevar. muz., 21.00 revue-ork.,
22.00 gevar. muz., 23.20 gevar. muz.. 0.20
amus.muz.
NORDWESTDEUTSCHER RUNDFUNK,
309 m.: 12.00 gevar. muz., 13.10 gevar.
muz., 14.15 balletmuz., 16.00 kamermuz.,
19.45 Manon Lescaut, opera, 23.20 mo
derne muz., 0.25 dansmuz., 1.15 gevar.
muz.
FRANKRIJK, nat. programma, 347 m.:
12.30 zang, 20.00 Rocio, opera, 22.45 so-
listenconc.
BRUSSEL, 324 m.: 12.00 omr.ork.. 13.30
gevar. muz., 17.10 lichte muz., 19.40
volkszang.
484 m.: 16.05 lichte muz., 17.30 piano
recital, 20.00 Mam'zelle Nitouche, ope
rette.
ENGELAND, BBC. European Service.
Uitz. voor Nederl. 22.00-22.30 Nieuws.
Feiten v. d. dag. Hoe de weekbladen
het zien. (Op 224 m.).