OP WEG NAAR HET ABSOLUTE NULPUNT SCHEEPVAARTBERICHÏEN ZWITSAL De zweer van Don Lucas D< gedragingen der materie gijn er sterk gewijzigd i Gezonde Bob/es JUAN ANTONIO DE ZUNZUNEGUI r Aardbevingen op Sicilië Zo spaarde Nederland in 1954 DONDERDAG 6 JANUARI 1955 PAGINA 4 Waar de Noordpool warm lijkt Pauselijke Filmcommis sie uitgebreid Secties voor radio en televisie door Uit het Spaans vertaald door dr. G. J. Geers "N V Burgemeester van Doorn gaat heen MARKTBERICHTEN „BROEDREACTOR" MET GROTE MOGELIJKHEDEN Gouverneur van Nederl. Nieuw-Guinea naaj* Nederland Kou met Kerstmis is niets vreemd, kou in Juli is iets bijzonders. En een kou, waarbij de temperatuur van de Zuidpool, waar men zo'n dikke vijftig graden Celsius beneden het vriespunt meet, niet veel meer dan een zomers koeltje is, is dat zeker. En toch werd zo'n kou ooit in ons land gemeten. Het gebeurde te Leiden en het was op 10 Juli van het jaar 1908. De temperatuur, die gemeten werd, bedroeg 271,8 graden Celsius onder nul. Het was in het beroemde Cryogeen Laboratorium, dat sindsdien de naam ge kregen heeft van „het koudste plekje op aarde", een naam die het nog steeds met trots draagt. Het was op die dag, dat professor Heike Kamerlingh Onnes voor de eerste maal het oppervlak van een merkwaardige vloeistof scherp tegen de rand van een vacuumglas zoiets als een thermosfles zag afsteken: hij had bij die temperatuur helium vloeibaar gemaakt! Een historische dag. Naderhand is het nog dikwijls zo extreem koud geweest in Leiden, ja nog kouder zelfs. En ook op andere plaatsen op aarde heeft men zulke lage tem peraturen kunnen meten in Toronto bijvoorbeeld en in Oxford maar dat heeft nog wel even geduurd. Pas in 1922, dus veertien jaar later, lukte het aan MacLennan in Toronto om op dezelfde manier als Kamerlingh Onnes helium vloeibaar te maken. En kort daarop slaagde men ook in Duitsland er in. de natuurkundigen in het verleden niet zo maar een antwoord wisten te geven. Proberen, was het parool. Daarbij kwam aan het licht, dat al leen maar het samenpersen niet altijd hielp. Het gas moest tot be neden een bepaalde temperatuur, die men de kritische noemde, afge koeld worden. Anders ging het niet. De grote Engelse natuurkundige Fara day wist een groot aantal gassen vloei baar te maken. Hij spiegelde zich daarbij aan het gedrag van de eau de cologne. Sommige gassen worden bij afkoeling gemakkelijk vloeibaar. Andere zijn las tiger. Hij nam nu een geschikt gas en maakte dat in een koudmakend meng sel vloeibaar. Dan pompte hij boven dat vloeibare gas de lucht weg, zodat het snel verdampte. Daardoor werd de rest van de vloeistof zo koud, dat zij soms vast werd. Hij mengde die vaste stof met een andere en kreeg dafi een mengsel dat nog meer afkoelde. Kool zuurgas kon bijvoorbeeld vast gemaakt worden koolzuursneeuw noemt men dat en door het te mengen met aether wist hij zelfs een temperatuur van 90 graden onder nul te bereiken. Slechts weinig gassen bleken tegen Fa raday's aanslagen bestand. Zo bijvoor beeld waterstof en zuurstof. Hun kriti sche temperatuur lag veel lager dan die, welke Faraday bereiken kon. Het leek, alsof Faraday voor een koude-bar- rière stond! Dit alles komt terug in de herinne ring bij het bericht, dat de natuurkun dige Lord Cherwell er enige tijd gele den in het Clarendon-koudelaboratorium te Oxford taf geslaagd is het absolute nulpunt 273,15 graden Celsius tot op minder dan 0,002 graad te hebben benaderd. Wat betekent dit? Een record in de jacht naar het bereiken van het be faamde abs ilute nulpunt? Wij geloven het niet. Ei. wel om twee 'redenen: j Op de eerste plaats is er geen sprake van recordjagerij bij het stre ven naar steeds lager temperaturen. Er wordt in het natuurkundig onder zoek bij extreem lage temperaturen jaarlijks oen niet onaardig stuk be lastinggeld geïnvesteerd en dat wordt niet weggegooid aan een ijdele, doel loze jacht op records. Er is ook nog iets anders. Als wij het toch over records hebben, Leiden heeft een aantal interessante records niet maar nagejaagd omwille van het record-alleen-maar op zijn naam staan. Om te beginnen het veertien jaar lang onaangetast record van 1908. Maar ook records uit jonge re jaren. Jn het jaar 1947 bijvoor beeld werd in Leiden een tempera tuur gemeten van 0,003 graad boven het absolute nulpunt. En in het jaar 1949 zelfs van 0,0015 graad. Beide records. Het lijkt er dus nog niet op, dat dit laatste record in Oxford verbeterd ou zijn. De bijna anderhalve eeuw oude strijd om het absolute nulpunt is geen record jagerij. Het gaat niet zo zeer om het bereiken van lage temperaturen, als wel om het bestuderen van wat er zich bij deze lage temperaturen afspeelt, hoe de stoffen zich onder die omstan digheden gedragen. Dat is wel zo be langwekkend. En het bereiken van een nog lagere temperatuur is alleen daar om belangrijk, omdat zij de kans geeft méér van dat gedrag te weten te komen, een zuiverder inzicht in dat ge drag en in de physische eigenschappen der materie te krijgen en dat inzicht te verdiepen. De lezer, die zijn schooljarer al een tijd achter de rug heeft, heeft intussen al lang een aantal vragen bij zich voe len opkomen. Het is hem niet kwalijk te nemen. „Wat is dat ook weer precies, dat absolute nulpunt?" Het komt hierop neer: Het kan maar niet steeds kouder worden. Kou heeft een onderste grens. Het kan niet kouder worden dan onge veer 273 graden Celsius onder nul. Dat klinkt misschien wonderlijk, maar toch is het zo. Rond 1800 ontdekte de Franse natuur kundige Gay-Lussac bij het doen van metingen, dat gassen bii afkoeling in krimpen. Bij iedere graad Celsius tem- peratuursverlaging verliezen ze één 273ste van het volume, dat ze bij nul graden hadden. De conclusie lag voor de hand: bij 273 graden onder nul moest er een eindpunt zijn. Dan zouden zij hun volume geheel verloren hebben. Dat het in werkelijkheid niet zo s, laten wij maar even buiten beschou wing, maar het bracht, zo in het mid den van de vorige eeuw, Lord Keivin ertoe een nieuwe temperatuurschaal op te stellen, die bij 273 graden onder*nul begon en die hij de „absolute" noemde. 273 graden onder nul was het „absolute nulpunt". Nog op een andere manier kunnen wij iets over dat absolute nulpunt zeg gen. „Wat is eigenlijk temperatuur?" Alle stoffen zijn opgebouwd uit mole culen. In gassen kunnen de moleculen zich vrij bewegen. En ze maken daar duchtig gebruik van. Ze vliegen met grote snelheid kriskras door elkaar heen. En nu komt het: de temperatuur wordt bepaald door de snelheid van de moleculen. Hoe sneller de moleculen rondvliegen, des te hoger de temperatuur. Hoe geringer de snelheid, hoe meer de moleculen tot rust komen, des te kouder de stof. Ten slotte moet ér bij voortgezette af koeling dus een ogenblik komen, waar op de moleculen volledig tot rust zijn gekomen. Dan kan de temperatuur dus niet lager meer worden, het absolute nulpunt is bereikt. Berekening heeft uitgewezen dat dit ligt bij 273,15 graden Celsius onder nul. Hoe maakt men kou? Hoe moet men dat doen, zo diep af koelen, de temperatuur zó verlagen? Hoe moet men kou fnaken? Dat is een hele vraag en het antwoord daarop helpt de moderne koeltechniek aan haar dividenden. Toch weet u er wel iets van. Als u op een warme zomer dag eau de cologne op uw huid smeert, is dat heerlijk koel. Dat komt niet omdat u de eau de colognefles uit de ijskast haalt, want dat doet u niet. Maar de eau de cologne verdampt, daar is warmte voor nodig, die ont trekt ze aan uw huid en die koelt daar- door af. En als het 's winters ge sneeuwd heeft, kunt u het nog kouder maken door sneeuw met gewoon zout te vermengen. Als u precies 100 gram sneeuw met 23 grrm zout vermengt kunt u zelfs tot 20 graden onder nul komen. Met andere mengsels zelfs nog lager. Maar dan begint de misère al, want bij 39 graden onder nul bevriest het kwik in uw thermometer. Die kunt u daarna wel wegleggen. U zult een ander instrument, een gasthermometer, moeten hebben. Maar bereikt u op die manier vijftig graden onder nul, dan is datal erg aardig. Lager komt u niet en u zult naar een andere methode moeten omzien. t Die is er Wanneer waterdamp voldoende af koelt, wordt het veer water. Perst men hem samen, dan eveneens. Kan men alle gassen want water damp is een gas vloeibaar ma ken? Dat-was een vraag waarop Een koude-„barrière" Die barrière werd in het jaar 1877 door Raoul Pictet en Louis Paul Cailletet vrijwel gelijktijdig genomen. Beiden hadden zij een methode gevonden om zo'n lage temperatuur te bereiken dat zuurstof niet langer weerstand bood en vloei baar werd. Pictet paste een methode toe. waarbij steeds nieuwe gassen, bij steeds lagere temperaturen, vloei baar gemaakt werdem De z.g. cas cade- of trappen-methode. En hier komt Kamerlingh Onnes in het spel. Want deze heeft die cascade methode nog verbeterd. Zo kon hij tot onder een temperatuur van 119 graden onder nul komen, de kritische tempera tuur van zuurstof, zodat hij er in slaag de zuurstof vloeibaar te maken. En dus ook lucht, want de stikstof in de lucht is niet zo weerbarstig als de zuurstof. Twee gassen wareneer nog, die aan alle pogingen hardnekkig weer stand boden: waterstof en helium. Maar ook voor hen gold geen par don. Dewar wist in 1898 water stof tot capitulatie te dwingen en in Juli 1908 brak de grote dag aan, waarop Kamerlingh Onnes helium dwong vloeibaar te worden. Een kunstje dat men hem veertien jaar lang tevergeefs poogde na te doen! Kamerlingh Onnes verfijnde zijn me thode nog verder, maar ter'slotte was er aan deze methode een technische grens. Die was zowat bereikt. Als een schone apotheose aan het slot was prof. Willem Hendrik Keesom, de opvolger van Kamerlingh Onnes in het Cryogeen Laboratorium, er in 1926, vier maan den na diens dood, in geslaagd vloeibaar helium vast te maken. Maar toen het hem nog gelukt was tot 0,71 graden boven het absolute nulpunt te geraken, was hij langs deze weg daar mee aan het eind van zijn latjjn. Wat nu? Er kwam uitkomst van een heel andere kant. Giauque in Califomië en de Nederlander Debye, die in 1936 de Nobelprijs kreeg, hadden in 1926 en 1927 een geheel nieuwe methode ont wikkeld, die ook in Leiden toepassing vond. Een zeer merkwaardige werk wijze: koude maken met behulp van een magneet! Wij zullen er maar heel weinig over zeggen. Sommige stoffen, die men de paramagnetische noemt, gedragen zich, wanneer ze tussen de polen van een magneet worden geplaatst, zelf ook als een magneet. Wanneer het magnetische veld tussen de po len plotseling wordt uitgeschakeld, dan verliezen deze stoffen hun magnetisme. En nu komt het: dat gaat gepaard met afkoeling. Niet veel, weliswaar, maar in het ge bied in de buurt van het absolute nulpunt toch juist belangrijk ge noeg. Prof. De Haas in Leiden bereikte er in 1933 al een temperatuur van 0,37 graad boven het absolute nulpunt mee en prof. Giauque ter zelfder tijd in Amerika 0,25 graad. Dank zij dit z.g. „magneto-calorisch effect" kon de strijd om het absolute nulpunt onver moeid worden voortgezet. Supergeleiding Wat is de zin van dit alles? Of is het alleen maar een kostbaar, tijd en geld rovend spel voor geleerden? Zeker niet. Het doel was: kennis en inzicht verzamelen omtrent de materie en haar eigenschappen. En het onderzoek bij die uitzonder lijk lage temperaturen bracht aller merkwaardigste zaken aan het licht. Zo bleek, dat tal van eigenschappen van de stoi radicale wijziging onder gingen, wanneer die stof tot in de na bijheid van het absolute nulpunt afge koeld werd. Eén zo'n ontdekking is het* interes sante verschijnsel van de electrische supergeleiding van metalen. Wat is dat? Metalen zijn goede geleiders voor electriciteit. Dat is wel bekend. Het wil zeggen, dat electriciteit er vrij gemakkelijk doorheen stroomt. Maar toch ondervindt die electrische stroom ook in zo'n goede geleider een zekere weerstand Helaas. Want in het gewone leven betekent dat een lelijke schadepost. Ze is de oorzaak van groot stroomverlies. Daardoor wordt bijv. het overbren gen van electricitei* van de centra le naar de gebruiker kostbaar. Maar nu: bij extreem lage tempe ratuur verdwijnt die weerstand geheel. Kamerlingh Onnes schrok ervan, toen hij het in 1911 de eerste keer bij liet metaal kwik constateerde. Hij kon zijn ogen niet geloven en dacht, dat er er gens een fout gemaakt was. Maar dat was niet het geval. De ontdekking was overigens de schrik ten volle waard, want ze leverde heir in 1913 de No belprijs op. Wat is dat eigenlijk, die supergeleid- baarheid? Wel, wanneer men- een loden ring afkoelt tot beneden zeven graden boven het absolute nulpunt, en men brengt er een electrische stroom in, dan blijft die stroom maar rusteloos in de ring rondlopen, ook als er geen stroombron meer aanwezig is. Hij ondervindt geen weerstand meer. Wordt de ring nu verwarmd en stijgt de temperatuur daardoor weer tot bo ven de 7 graden, dan wordt opeens de weerstand weer herborer en verdwijnt de electrische stroom als op slag. Een zeer singuliere eigenschap, deze supergeleidbaarheid. Het Leidse Cryogeen Laboratorium heeft zelfs ooit zo'n merkwaardige supergeleidende loden ring op be stelling geleverd! En het moest nog vlug gaan ook! Inwoners van een der dorpjes op het eilandje Salina, aan de Noordkust van Sicilië, verzamelen zich buiten hun door aardbevingen getroffen dorpjes in het open veld. Hoewel meteorologen hen meedeelden, dat er geen gevaar meer bestond voor herhalingen van de schokken, waren zij te bevreesd om terug te keren. Een aantal huizen werd bij de aardschokken verwoest; per soonlijke 'ongevallen deden zich echter niet voor. Advertentie POEDER ZALF ZE EP OLIE LOTION Uitsluitend bij Apothekers en Drogisten Een bestelling, die uiteraard niet iederevdag voorkomt. Dat was in 1932. in de tijd, dat men in Engeland de kunst nog niet ver stond, om vloeibaar helium te maken. Prof. MacLennan zou uit Toronto naar Londen komen om er voor de fameuze Royal Institution een lezing te houden over lage temperaturen. Hij had zich daarbij in het hoofd gezet enkele proe ven te demonstreren, met name over de supergeleiding. In heel Engeland kon men hem echter niet aan vloeibaar helium helpe** en zo kreeg Leiden de uitzonderlijke bestelling. In Leiden werd een fles gevuld met vloeibaar helium en daarin werd een loden ring gedaan, waarin een electrische stroom werd opgewekt. Die rende onvermoeid in de ring rond. Haastje repje werd het hele geval op een warme zomer middag per vliegtuig naar Londen ge bracht het moest vlug gaan, want anders zou het helium verdampt zijn en aan de referent overhandigd. De electrische stroom draaide nog altijd rond door de ring, hoe- wel het inmiddels al avond gewor den was. Prof. McLennan kon zijn geleerde toehoorders vergasten op het schouwspel van de supergelei dende ring. Met behulp van een magneetnaaldje kon men n.l. de stroom zichtbaar doen worden, want hij gaf dat naaldje een afwijking. Af.: Kou en leven Wie in de sneeuw gaat slapen, maakt een mooie kans om dood te vriezen. Hoe zal het dan niet gaan bij die bij zonder lage temperaturen? Dat vroeg Pictet zich rond 1880 ook al af. En hij sloot honden en konijnen op in een ruimte, waar een tempera tuur heerste van 90 graden C. onder nul. Na nog geen twee uur waren zij dood. Een kikvors was na een kwar tier al zo hard als een steen. Insecten kunnen zelfs een hogere temperatuur niet eens verdragen. En een mens? Pictet was durfal genoeg om zelf de proef te nemen. Goed gekleed door stond hij een temperatuur van min 110 graden Celsius. Maar bij nog lagere temperaturen? Pater Gilbert Rahm OSB, die deze vraag interesseerde is er ooit speciaal voor uit Duitsland naar Leiden geko men,* om er een antwoord op te krij gen. Hij had speciale belangstelling voor planten en diertjes uit het hoge Noorden. Voor mos en lagere diersoor ten, als de z.g. beerdiertjes, die in het mos voorkomen. Ze bleken een fantas- .tisch groot weerstandsvermogen tegen koude te hebben. Na 26 uur in een temperatuur van 253 graden onder nul vertoefd te hebben, voelden zij zich blijkbaar nog kiplekker Toen gingen zij het vloeibare helium: in: 272 graden onder nul. Zeven koude uren lang. Ze werden weer wakker uit hun ver- stijvingsslaap, toen ze weer bij de war me kachel stonden. Enkele tenminste, want er waren er ook die dit toch niet overleefd hadden! Bacteriën, zo bijv. de typhusbacil, bleken ook een kuur van enkele dagen in een vloeistof met een temperatuur van min 253 graden zonder schade te kunnen doorstaan. Er zijn mensen die van een strenge winter geen last hebben, maar die in een kwakkelwinter ziek worden. Iets dergelijke, maar meer paradoxaal, ver tonen sommige lagere diersoorten. De trypanosomen, verwekkers van de slaapziekte, bleken, als zij tenminste virulent waren, gevaarlijk dus, het wekenlang te kunnen uithouden bij een temperatuur van 190 graden onder nul. Geharde heren dus! Jawel, maar het wonderlijke was, dat zij twintig graden vorst niet overleefden. Een pa radoxaal verschijnsel, dat het „ver schijnsel van Zandbergen" genoemd wordt. De niet virulente kunnen een afkoeling tot 190 graden beneden nul niet doorstaan. Er is dus heel wat wetenswaar digs te ontdekken in de buurt van het absolute nulpunt." Ook als er geen records worden nagejaagd. Mr. H. C. M. EDELMAN De H. Stoel heeft de Pauselijke Film commissie gereorganiseerd en uitgebreid met secties voor radio en televisie. De nieuwe vorm heeft de goedkeuring van de H. Vader reeds verkregen. Voorzitter blijft Mgr. M. J. O'Connor, rector van het Noord-Amerikaans college in Rome. Het doel van de uitgebreide commis sie is niet censuur uit te oefenen, doch te fungeren als een organisatie, die ideologisch en practisch film, radio en televisie blijft volgen en daarbij voort durend in contact staat met de lande lijke instellingen der bisschoppen. De commissie wil op deze wijze beter in staat zijn op deze terreinen van het leven leiding te geven en invloed uit te oefenen. Leden van de commissie zijn o.a. de assessoren en secreta rissen der verschillende bestuursinstan- ties der Kerk. Voor het eerst heeft ook de H. Con gregatie voor de Oosterse Jcerken zitting in de commissie. Bij de reorganisatie stond voorop, dat een uniforme censuur in de practijk niet te verwezenlijken is. De samenwerking met de landelijke in stellingen zal bestaan in het ontvangen v.an .^lichtingen en het geven van richtlijnen en conclusies, getrokken uit internationaal opgezette studies. ABBEKERK p. 6 Natuna n. Hongk. ADINDA p. 6 Str. Banka n. Pladju. ALBLASSERDIJK 6 te Rotterdam. APPINGEDIJK p. 6 Trinidad n. Rio Jan. BANTAM 6 te Jolo. BRITSUM p. 6 Dungen. n. S Juan CHARIS 6 te Pto. Cabell.o DRADLE OF LIBERTY 6 te Pt. Said. EKINNA 6 te Saigon. ESSO DEN HAAG 6 te Aden. GROOTE BEER p. 6 Ouess. n. Southampt. HECUBA 6 te Trinidad. ILOS p. 6 Kp. Bon n. Patras. INDRAPOERA 6 te Semarang. K1ELDRECHT p. 6 Ouess. n. Antw. I.OENERKERK 6 te Rotterdam. MANOERAN p. 6 Kp. Gada n. Mars. POELAU LAUT 6 te Amsterdam. PRINS JOH. WILL. FRISO 6 te Lissabon. PRINS FR. HENDRIK p. 6 Burl. n. Palma. PRINS MAURITS p. 6 Dungen. n. A'dam. RIDDERKERK 6 te Kaapstad. SAPAROEA 6 te Rotterdam. SHERATAN 6 te Ras Tanura. SIBAJAK p. 6 Daedalus n. Suez. SOESTDIJK 6 te Cheribon. STRAAT BALI 6 te Balikpapan. TEIRESIAS p. 6 Savannah n. Newp. N. T1TUS 6 te Thessaloniki. T.TITJALENGKA p. 6 Miri n. Hongk. VAN SPILBERGEN p. 6 Kp. Blanco naar WONOGIRI p. 6 Daedalus n. Pt. Said. ALDABI 6 te Hamburg. ALNATI p. 6 Recife n. Rio Jan. BENNEKOM 6 te Coquimbo. BOSKOOP 6 te Pto. Cabello. CALTEX LEIDEN p. 6 Gibr. n. R'dam. CALTEX NEDERLAND 6 van Stockh. n. Rotterdam. CALTEX PERNIS p. 6 Kreta n. R'dam. CELEBES 6 te Amsterdam. CRADLE OF LIBERTY p. 6 Kreta naar Philad. EENDRACHT 6 te Gibraltar. ESSO DEN HAAG 6 van Aden n. Suez. FALCO 6 te Amsterdam. GOUWE p. 6 Ouess. n. Bremen. GROOTE KERK 6 te Duinkerken. HERMES 6 te Amsterdam. ITTERSUM p. 6 Galveston n. Brownsv. KOTA AGOENG 6 te Cowes. LETO p. 6 Wight n. Hamb. LUTTERKERK p. 6 Gibr. n. R'dam. MACOMA 6 van Malta n. Algiers. MACUBA 6 van Adel. n. Surab. NOTOS 6 te Rotterdam. POELAU LAUT 6 te Amsterdam. POLYDORUS 6 te Hamburg. PRINS WILL. GEORGE FREDERIK 6 te Halifax. SARANGAN 6 te Durban. SUMATRA 6 te Amsterdam. TARA 6 te Antwerpen. TROMPENBERG 6 van Havre n.-A'dam. WATERLAND 6 te Bahia. WATERMAN p. 6 Finist. n. Wellington. AMOR 5 te Tripolis. ARGOS 5 te Bremen. ALNATI p. 5 Fern. Nor. n. Rio Jan. AMSTELBRUG 5 van Balboa n. Kobe. AMSTELVEEN 5 te Colombo. AMSTELDIJK p. 5 Key West n. Havre. AMERSKERK p. 5 Socotra n. Djib. ARDEAS p. 5 Dungen. n. A'dam. ARENDSDIJK p. 5 Pt. Said n. Djib. ALGENIB 5 te Rotterdam. AMSTELDIEP 5 te Amsterdam. ARTEMIS 5 te Goriaioes. AXELDIJK 5 te Santos. BOREAS 5 van Alg. n. Bareel. BAARN p. 5 Azoren n. Antw. BREDA 5 te Amsterdam. BALI 5 van IJmuiden n. Bremen. BANKA 5 te Seattle. CALTEX DELFT p. 5 Kp. Gata n. R'd. CHAMA p. 5 Miri n. P. Balkon. COTTICA 5 te Paramaribo. CALTEX LEIDEN p. 5 Alg. n. R'dam. DEO FAVENTE p. 5 Hantsh. n. A'd. DELFT p. 5 Crisjobal n. Balboa. DELFLAND p. 5 Kp. St. Vine. n. A'd. DAPHNIS 5 te Pto. Cabello. DELFSHAVEN 5 te B. Aires. DOMBURGH p. 5 Ouess. n. C'asabl. DRACO p. 5 Ouess. n. A'dam. ETREMA 5 te Rotterdam. EN A p. 5 #ara riv. n. Curagao. GORDIAS 5 te Famagusta. GOUWE p. 5 Finist. n. Bremen. GROOTEKERK 5 te Duinkerken. GAASTERKERK 5 te Genua. HAULERWIJK 5 te Ryeka. HERA 5 te Pt. au Prince. HESTIA 5 te Baltimore. HERMES 5 te Rotterdam. HOUTMAN p. 5 Deadalus n. Bèlat^. HOOGKERK p. 5 Burl. n. Antw. HATHOR 5 te Izmir. HELDER 5 van Blackriv. n. Tampa. HELICON p. 5 Str. Yucatan n. Marac. HAARLEM p. 5 Aruba n. Antw. KOTA AGOENG 5 van Southampt. naar Cowes. KOTA GEDE 5 te Surabaja. KOROVINA p. 5 Walvisb. n. Durban. KATELYSIA 5 te Tripoli. MILLIOEN GULOEN P/JKSPOST SPAARBANK BIJZONDERE SPAARBANKEN 1954 Deze grafiek geeft een overzicht van de verschillen tussen de inge legde en terugbetaalde gelden bij de Rijkspostspaarbank en bij de bijzon dere spaarbanken in Nederland. Het voordelig spaarverschil van de Rijkspostspaarbank werd over ge heel 1954 door het Centraal Plan-bureau geraamd op 60 millioen gulden. Eind November 1954 werd dit bedrdg reeds bijna bereikt. Het spaartotaal van de bijzondere spaarbanken beliep t.m. October ruim 170 millioen gul den, zodat de Nederlandse bevolking in de loop van 1954 bijna een kwart- milhard gulden opzij wist te leggen. Het gemiddelde aantal inleggingen per maand bedroeg bij de Rijkspostspaarbank ongeveer 500.000 tegen ruim 600.000 bij de bijzondere spaarbanken. Het aantal terugbetalingen was 200.000 tegen 250.000 gulden per maand. De 6 pet. loonsverhoging per 1 October is zichtbaar bij de Rijkspostspaar- bankspaarcijfers over November. Een zelfde stijging ziet men na de loon- ronde van 1 Januari 1954 bij beide categorieën spaarbanken. De oudste zoon van Don Aniceto, die fiu en dan op het hoofdkantoor kwam, leek niet erg schrander. Hij was gehuwd met een Boli viaanse, erg gesteld op families en groepen van de society, en in plaats van haar man te animeren om de erfenis van de vader voort te zetten en uit te breiden, duwde ze hem de kant van luxe en reizen op. Zij leed, gelijk vele Ame rikanen, aan de Parijse ziekte, waardoor ze haar man noopte lange tijden de zaak de rug toe te draaien. De tweede was bekwamer, maar die had geen sterk gestel en bracht de grootste helft van het jaar op het land door. De dochter was getrouwd met de zoon van een aristocratenfamilie uit Argentinië van Franse afkomst, die een harts tocht voor paardenrennen had. Zjj was een opzich tige, oppervlakkige en decoratieve vrouw wier leven zich bewoog van de kapster naar het feest en van het feest naar de modiste. Reeds tijdens de laatste levensjaren van Alonso was het grote bedrijf in handen van Don Lucas. Deze had een boekhouder, een toegedane, werkzame en schrandere stadhouder, genaamd Fernando Mèn- dez, een jongeman uit Ampuero, die net als hij als hulpje was begonnen, maar die met even 25 jaar zijn vertrouwensman was. „Fernandito,mjjn jongen," zoals Don Lucas hem vaderlijk noemde, was in staat om zelfs het touw waarmee de grote pakken werden dichtgemaakt, te boeken. „Fernan dito, mijn jongen" bezocht iedere week de grote filialen in .Puebla, Guadalajara, Tampico en Vera cruz.... En onder zijn angstvallige schraapzucht werd alles tot op een cent en op de dag geveri fieerd. ,,'t Is een juweel, die grote Montanès!" bekende hij later op de club van zijn landgenoten, op het Casino Espanol. „Met hem kan er geen centiem ongemerkt doorslippen." Kort voordat Alonso, teleurgesteld over de pech die hij met zijn kinderen had gehad, stierf, deed hij de zaak voor de helft over aan Don Lucas, voordat zij hem onder de waarde verkochten. „Hij zal toch vandaag of morgen wel helemaal in jouw handen komen," bekende hij Don Lucas weemoedig. Zo ging het ook; kort na de dood van Don Aniceto Alonso begonnen de bezoeken van zijn kinderen bij Don Lucas, altijd over geld. Op die manier raakten zij bij stukjes en beetjes hun zaak kwijt. Alleen de zieke behield zijn aandeel tot het laatste ogen blik, maar daar hij getrouwd was met de dochter van een Californische landeigenaar en zijn kinderen een voorliefde hadden voor het buitenlevenliet hij het tenslotte ook in handen van Don Lucas. Bij het einde van dat boekjaar, toen „Fernandito, mijn jongen" hem de balans voorlei, dacht hij in zwijm te vallen van geluk. Hij was millionnair, en nog wel met verscheidene millioenen peso's, en de inkomsten stroomden letterlijk binnen. Hij was juist het voorgebergte van de 50 jaar omgevaren en een blanke vermoeidheid begon zich te nestelen in het merg van zijn botten. In die dagen bracht een Asturiaanse landgenoot hem op het Casino het bericht: „Don Atilano is in uw stad gestorven." „Wie was die mijnheer?" Don Lucas wist het wel, maar hij hield zich on nozel. „Een van de onzen, hij heeft hier ook meege lopen; ik heb hem in Cuba leren kennen, waar hij tenslotte een groot vermogen heeft verdiend." „Suiker?" „Ja, hij had drie heel goede suikerplantages in het district Matanzas en bouwterreinen in La Ha- bana, Santiago en in Matanzas zelf. Een aardig kapi taal; toen hij naar uw beider geboorteplaats terug keerde, zat hij er al aardig bij." „Was hij oud toen hij stierf?" „Ja. Atilano zal wel al over de 80 zijn geweest." Ze kijken elkaar aan met een droge ondeugendheid. „Wel, mijn waarde, de post van Indiaan is in uw plaats voor u vrij; bereid i) voor om hem in te nemen." Don Lucas bloosde en ging weg. Maar hij liep er in die dagen veel over te den ken. „Fernandito, mijn jongen" betrapte hem twee maal op verstrooidheid in zaken. „Er is iets heel ernstigs met die man," dacht hij. Inderdaad hij had geen rust voor hij van een landgenoot die geboortig was van een plaats uit zijn streek en die bevriend was geweest met Don Atilano al diens wederwaardigheden tot aan zijn dood had vernomen. „Atilano was heel koppig en ruw, maar hoewel het helemaal niet zo leek, was hij een man met een goed hart. Heel vasthoudend en taai in het werken. Als hij vier uur kon rusten, was hij de hele dag wakker en actief. Ik heb hem leren kennen en ben met hem omgegaan op Cuba en later in jullie dorp, in de jaren dat ik nog in het mijne placht terug te komen bij het leven van mijn ouders en voordat ik hier trouwdeIk herinner me dat ik hem op een morgen tegenkwam op de nieuwe kade die toen bijna klaar was. Hij was in die dagen pas in Aldeaalta aangekomen en liep te wandelen met drie honden. Atilano had altijd een zwak voordieren. Zijn huis was stéeds vol met honden, katten, schildpadden en alle soorten vogels. Hij zat toen in een woning die hij gehuurd had van een weduwe dié in de benedenverdieping een „estanco" had. Hij leefde heel eenvoudig. De weinigen van zijn leeftijd in het dorp die hem ken den, kwamen als ze zagen hoe hij leefde niet op het idee dat hij geld hadOp een dag nam ik hem eens onder handen en zei tegen hem: „Hoor eens, Atilano, Aldeaalta heeft nu al 5000 in woners ik overdreef maar een beetje tegen hem, want het waren er toen nog maar 3700 en het heeft een Indiaan nodig. Tot nu toe is er hier in die betrekking pog niet voorzien, deels omdat het dorp nog klein was en het nog niet nodig was er in te voorzienMaar nu is dat iets an ders, zij zijn nu bijna klaar met de aanleg van de nieuwe kade en er komen politici en aristocraten uit de residentie hier de zomer doorbrengen, er is hier een hele kweek knappe jonge meisjes en kustplaatsjes van veel minder betekenis dan Aldeaal ta zijn al bezig in die vacature te voorzienIk vind dat het oeenblik gekomen is dat jij hier in Aldeaalta solliciteertNiemand kan je die plaats betw^ten. 't Zou onnozel zijn om onbekend op een miezerige kamer dood te gaan, boven een centenaar sigaren van de Canarische Eilanden en lucifer doosjes van 5 centimes, terwijl je een vermogen van vele millioenen peseta's bezit en niemand om het aan na te laten. Wees niet dwaas en sollici teerIndiaan zijn is aardig voor een man van jouw middelen en jouw omstandighedenDaarbi;' heeft het dorp er behoefte aanEn je kun1 niet beweren dat het niet strelend is." Atilano zei geen ja en geen neen. Zijn gezicht, weelderig be snord, weerspiegelde een domme onverschilligheid (Wordt vervolgd.) Ampuero ligt in de z.g. Montana, een gedeelte van Asturië dat de bakermat is van vele grote Spa'njaarden o.a. Lope 'de Vega. Een winkel van tabaksartikelen (en o.a. ge zegeld papier), van het Spaans tabaksmonopolie (Cia Arrendataria del Tabaco). De burgetneester van Doorn, de heer J H. E. Baron van Nagell, zal njet 1 Juli de dienst verlaten wegens het dan bereikt hebben van de 65-jarige leeftijd. LIBERTY BELL p. 5 Muscat n. Mena Ahm. LIEVE VROUWEKERK 5 te Vizagap. LOPPERSUM 5 te Savona. LUNA 5 te Amsterdam. LANGLÉECLYDE 5 te Antwerpen. LAWAK p. 5 ManZanillo n. Balboa. LISSEKERK 5 te Amsterdam. LEOPOLDSKERK p. 5 Pt. Sudan n. Antw» LEMSTERKERK p. 5 R. Djebel n. Bahr. MARKELO 5 te Kjoge. MANTO p. 5 Burl. n. Valencia. MALE A 5 te B. Papan. MADOERA p. 5 Kreta n. Beyr. M1DAS 5 van Gothenb. n. A'dam. NIOBE 5 te Mantyoloto. NIEUW AMSTERDAM 5 van N. Y. naar S. Thomas. ORESTES 5 te Amsterdam. OVERIJSEL 5 te Newcastle. OMALA 5 te Curagao. OBERON 5 van Pt. Prince n. Curagao. PEPERKUST 5 te Hamburg. PYGMALION 5 te Rotterdam. POSEIDON 5 te Aruba. PRINS FR. WILLEM 5 van Gandia naar Burr. PRINS W. G. FREDERIK 5 te Halifax. PRINS WILLEM III p. 5 Dungen. n. Oslo. PRINS ALEXANDER 5 te Antwerpen. POLYPHEMUS p. 5 Socotra n. Djib. ROTULA p. 5 Azoren n. Thamesh. RADJA 5 te Djakarta. SCHIE 5 te Amsterdam. STAD HAARLEM p. 5 Wight n. N. Y. SARPEDON 5 te New York. STAD ALKMAAR 5 van R'dam n. Narvik. STRAAT BANKA 5 te Penang. STAD SCHIEDAM 5 van R'dam n. Narv. SINABANG 5 te Sorong. SLOTERDIJK 5 te Bremen. SLIEDRECHT p. 5 Alg. n. Fahaheel. STAD ROTTERDAM p. 5 Bermuda n. Gibr. SJILUWAH 5 van Belawan n. Singap. TALISSE 5 van Suez n. A'dam. TJIPONDOK 5 te Makassar. TIBA 5 te B. Aires. TANKHAVEN III p. 5 Camb. n. S Ger. VAN LINSCHOTEN p. 5 Burl. n. Havre. WAAL 5 te Alexandrië. WESTLAND p. 5 St. Pauls R. n. Rio Jan. WATERMAN p. 5 Dungen. n. Curagao. IJSSEL 5 te Thessaloniki. ZIJPENBERG 5 vaö Ceuta n. Savona. ZEELAND p. 5 Kp. St. Vine. n. Halifax. VEILING POELDIJK 5 Jan. Prei A 40— 45 ct. A2 38—40 ct. B 36 ct. B2 25—34 ct Andijvie 55—67 ct. Stoofsla 35—47 ct. Schor seneren A 3741 ct. A2 28 ct. B 16—23 ct. B2 1418 ct. Boerenkool 4052 ct. Sprui ten A2 4857 ct. Rode kool 3638 ct. Wit te kool 15 ct. Witlof 55 ct. AppelenGoud- reinet 3237 ct. alles per kg. Sla B2 16 ct C 14 ct. Knolselderij A 22—28 ct. B 12 16 ct. C 8—9% ct. alles per stuk. Sel derij f 7.0015.Peterselie f 12.0018.00, per 100 bos. VEILING TIEL 5 Januari resp. c b a le soort en 2e soort. Appelen: Bloemee 1012 46, Brab. Bellefleur 1214 48 Benderzoet 20—23 10—16, Canada Re net 1214 610, Coxs Orange Pippin 2640 917, Dijkmanszoet 1823 9 16, Engelse Bellefleur 18—27 4—8, Goud- reinette 21—36 15—27 7—21, Golden Deli cious 3445 2530, Groninger Kroon 17—22 5—15, Jasappel 1618 815, Jo nathan 2230 1420 814, Kaneelzuur 10—14 58, Laxton superbé 47—51 17 20, Pomme Rosa 12—15 5—7, Present of England 24—28 20—22 6—12, Sterappel 23— 30 10—14 5—9, Zuur kroet blank per 100 kilo 250, Zuur kroet rood idem 150, Zoet kroet idem 150. eren: Beurré Giffard .9—15, Brederode 16—18 5—15, Comtesse de Paris 16—19 3—11, Gieser Wildeman 1625 1012, Legipont 18—25 417 Pro visiepeer M—?0 9—12, Sint Remy 8—14, IJsbout 10—13 5—8, Winterjan 15—16 7J—15, alles in cents per kilo ten- zi] anders vermeld. Perenkroet per 100 ki lo 160. VEILING VENLO 5 Jan. Andijvie A 76, kas 75, Bieten, rode A 41, Bloemkool A 52§9, B 3744, C 27, Champignons I 280 —317, II 173, III 119—122, Kool rode 21— 36 Witte 26—27, Savoyen A 24—29, Spits kool 24.90, Spruitkool A 61—70, B 51 Boe renkool 2437, Knolselderij A 32—44 B 18—28, Breekpeen A 2540, B 3244, Prei A 4862, Schorseneren A 6469, B i824. Sla kas A 15—22.30, B 8—12, Stoofsla 20 —50, Spinazie II 30, Tomaten A 124—161. B 123—149, C 116, Bonken 74—79, Uien B 30—32, A I 6165, All 5458, BI 6265, B II 52—57. Alles in guldens per 100 kg/ stuks/bos. Fruit: Appelen Boscoop H I gr 2730.60, Hl 16.80—22.00, HII 9.20, KI 18—12.80, Kil 6.20, Kr I 9.50—9.90, Kr II 3.—. Jonathan H I gr. 22.70—35.60, H I 15.70, H II 8.—. KI 8.30—13.10, K II 6.—, Kr I 5.30, Kr II 3.—. Ster: K I 9.80, K II 7.20, Kr I 4.30. Bellefleur Kr II 3.Ales in guldens per 100 kg. Een nieuw type atoomreactor, waar van de Amerikaanse commissie voor atoomenergie begin verleden jaar het bestaan bekend maakte, zou, volgens een deskundige correspondent van de „New York Times", brandstof ter waar de van 100.000 dollar kunnen omzetten in energie ter waarde van 30.000.000 dollar. De correspondent schreef in een arti kel, dat Woensdag werd gepubliceerd, dat de broedreactor, die thorium dat veel minder schaars is dan uranium verbruikt, meer atoombrandstof kan produceren dan hij verbruikt Niet-splijtbaar thorium zou kunnen worden omgezet in uranium 233, een element, dat niet in de natuur voor komt. Een kleine hoeveelheid b.v. een tot vijf procent splijtbaar ura nium 235, zou nodig zijn om de reactor op gang te brengen. Als de neutronen van het uranium 235 verbruikt zouden zijn, zou het uranium 233 zichzelf blij ven reproduceren uit het thorium. De schrijver verklaarde van mening te zijn, dat de Ver. Staten onder be paalde waarborgen broedreactors aan Europese en Aziatische landen en on ontwikkelde gebieden zonden kunnen verpachten. Dank zij deze goedkope energie zou de wereld in een „werke lijk land van belofte" kunnen worden veranderd. De gouverneur van Nederlands Nieuw Guinea dr. J. van Baal, wordt in de loop van de volgende week in Nederland ver wacht voor het voeren van routine besprekingen. VRIJDAG HILVERSUM I, 402 m. VARA: 7.00 nieuws, 7.10 gram., 7.15 gym., 7.30 gram., 8.00 nieuws, 8.18 gram., 8.45 huisvrouw, 0.00 gym., 9.10 gram., 9.40 gram. VPRO: 10.00 caus., 10.05 prot. pr. VARA: 10.20 kleuters, 10.40'piano, 11.10 radiofeuille ton, 11.30 grarh. AVRO: 12.00 dansmuz., 12.33 sport, 12.48 piano, 13.00 nieuws, 13.15 gram., 13.20 amus.muz., 13.55 koer sen, 14.00 kamerork., 14.20 caus., 15.00 orgel en zang, 15.30 lichte muz. VARA: 16.30 kinderen, 17.00 gram., 17.20 muz. caus., 18.00 nieuws, 18.15 act., 18.20 lichte muz., 18.45 caus., 19.00 jeugd, 19.10 muz. caus. VPRO: 19.30 reportage, 20.00 nieuws, 20.05 literaire caus., 20.15 voordr. met muz., 20.30 gevar. progr. VARA: 21.00 amusmuz., 21.35 buitenl. week- overz., 21.50 Spaanse volksmuz., 22.20 lichte muz. VPRO: 22.40 caus., 22.45 prot. pj\ VARA: 23.00 nieuws, 23.15 gram. HILVERSUM II, 298 m. NCRV: 7.00 nieuws, 7.10 muz., 7.30 gram., 7.45 prot. pr., 8.00 nieuws. 8.15 gram., 9.00 zieken, 9:30 huisvr., 9.35 gram., 10.30 prot pr., 11.00 gram., 11.10 tenor en piano, 11.20 gram,, 12.33 gram., 12.53 gram., 13.00 nieuws, 13.15 prot. caus., 13.20 instr sex tet, 13.50 gram., 14.0(5 schoolradio, 14.30 gram., 14.50- vocaal ens. en sol., 15.15 voordr., 15.35 gram., 16.00 rep., 1615 piano, 16.45 .gram., 17.00 voordr., 17 20 lichte muz., 17.45 stemmen v. overzee 18.00 gram\, 18.15 lichte muz., 18.35 ca baret, 19.00 nieuws, 19.10 regeringsuitz., 19.30 gram., 20.00 radiokrant, 20.20 gram., 20.30 hoorspel, 21.00 oratorium, 23.15 nieuws, 23.30 gram. ENGELAND, BBC, home service, 330 m.: 12.00 amus.muz., 14.40 lichte muz., 16.30 ork.conc., 19.30 Braziliaanse volks muz., 23.15 pianokwartet. BBC, light progr., 1500 en 247 m.: 12.15 amus.muz., 13.00 mil. ork., 13.45 ork.conc., 16.00 amus.muz., 16.45 lichte muz., 18.30 gevar. muz., 21.00 revue-ork., 22.00 gevar. muz., 23.20 gevar. muz.. 0.20 amus.muz. NORDWESTDEUTSCHER RUNDFUNK, 309 m.: 12.00 gevar. muz., 13.10 gevar. muz., 14.15 balletmuz., 16.00 kamermuz., 19.45 Manon Lescaut, opera, 23.20 mo derne muz., 0.25 dansmuz., 1.15 gevar. muz. FRANKRIJK, nat. programma, 347 m.: 12.30 zang, 20.00 Rocio, opera, 22.45 so- listenconc. BRUSSEL, 324 m.: 12.00 omr.ork.. 13.30 gevar. muz., 17.10 lichte muz., 19.40 volkszang. 484 m.: 16.05 lichte muz., 17.30 piano recital, 20.00 Mam'zelle Nitouche, ope rette. ENGELAND, BBC. European Service. Uitz. voor Nederl. 22.00-22.30 Nieuws. Feiten v. d. dag. Hoe de weekbladen het zien. (Op 224 m.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 4