Hotels in Haarlem kunnen niet
rendabel geëxploiteerd worden
Nieuw hotel kan de behoefte in het
hoogseizoen toch niet dekken
H
H
G
Bouw van hotel in overleg met het
bedrijfsleven moet mogelijk zijn
Televisie-service
DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL
MERENDEEL DER HAARLEMSE HOTELIERS MEENT:
iM
Overheid heeft eigen taak
Niettemin komen er 40 bedden bij
Champs Elysées
in Haarlem
SLEUTEL WEG?
usfiT
•V
TOURISTISCHE DESKUNDIGEN VERKLAREN:
H. J. Maertens N. V.
ZATERDAG 22 JANUARI 1955
PAGINA 3
mn nt
Verkooplokaal NOTARISHUIS
Inboedelveiling 1/2 Febr. 1955
Overleg
Rclrmcu
Rojriocl^.
Steun van Overheid
„DE SLEUTELSPECIALIST'
Het vroegere hotel Den Hout is te koop, evenals restaurant Dreef-
I zicht. De ligging van Den Hout is eenvoudig ideaal: een riant uit-
f «jj zicht, een rustige omgeving en toch vlak bij het centrum van Haar
lem. Velen zouden enthousiast zijn ais aan het gebouw zijn oorspron
kelijke bestemming zou worden gegeven. Is er dan geen voortvarend
persoon te vinden, die Den Hout weer als hotel wil exploiteren? Maar
niemand schijnt de stap te willen wagen. Hotels in Haarlem zijn
(nog) niet lonend en met een verbouwing van Den Hout zouden ton
nen gemoeid zijn, zo redeneert men.
Onze goede stad Haarlem, waar het nog immer heer
lijk blijft te toeven, begint langzamerhand, on
nodig het te ontkennen, ouderdomsgebreken te
vertonen. Daarmee is een natuurlijke gang van zaken
aangestipt, die geenszins verontrustend is te noemen,
vooral niet, wanneer de vroede vaderen een open oog
blijken te hebben voor deze gebreken. En gelukkig
wordt in Haarlem aan deze voorwaarde voldaan. Is daar
niet het waarlijk baanbrekende, grootscheepse verkeers
plan, dat van de oude city het waardevolle'en schone
wil laten voortbestaan, doch onbarmhartig het mes
wenst te hanteren in minder ooglijke stadsdelen?
Want de ouderdom van Haarlem is nog steeds een
zijner voornaamste bekoorlijkheden. Voorzover in de
stad de schoonheid van de ouderdom in gaafheid be
houden kan blijven, juichen wij. Maar wel vragen wij
Op dit gebied bestaan onder uiteen
lopende groepen belanghebbenden vele
wensen. Wij vroegen enkele tot oordelen
bevoegde personen naar hun visie op
deze belangrijke aangelegenheid en
daarbij bleek, dat een aantal hotelex
ploitanten enerzijds de hotelruimte in
deze stad ruimschoots toereikend acht,
terwijl diezelfde exploitanten ander
zijds, ten koste van enorme sommen,
trachten de ruimte uit te breiden en de
outillage te verbeteren, als een tege
moetkoming aan het publiek, waardoor
dus ook de service verhoogd zal wor
den. De meningen over een nieuw hotel
In Haarlem-Zuid, waarvan sinds kort
sprake is, bleken tamelijk verdeeld te
zijn.
Het hotelprobleem in Haarlem is een
teer punt en vertoont tal van aspecten.
Dat is ons wel duidelijk geworden uit
de vele gesprekken, die wij hebben ge
voerd met hotelexploitanten.
Hun algemene overtuiging, door erva
ringen gesterkt, is, dat hotels in Haar
lem niet lonend te exploiteren zijn. Wel
iswaar is men gedurende de seizoentijd
tussen de maanden Mei en Augustus,
wanneer in Haarlem tal van attracties
lokken, geheel of gedeeltelijk bezet,
maar deze verdiensten zijn niet voldoen
de om een rendabele exploitatie moge
lijk te maken.
Voor de onderbezetting tijdens verre
weg het grootste deel van het jaar zijn
verschillende oorzaken aan te wijzen.
Als een der voornaamste kan de ligging
van Haarlem ten opzichte van Amster
dam genoemd worden. De aantrekkings
kracht die de hoofdstad van het land
op vreemdelingen en bezoekers uitoe
fent, is evident en begrijpelijk, maar
niettemin voor Haarlem bepaald een
bittere pil, die telkenjare opnieuw be
reid wordt.
Geen stopplaats
Onze stad is geen stopplaats, zoals
een der hoteleigenaren zich uit
drukte. Deze exploitant is er ook
van overtuigd, dat van de gasten, die
tijdens het topseizoen in Haarlemse
hotels verblijven, 60 tot 70 pet. uit Am
sterdam wordt afgestoten wegens plaats
gebrek aldaar.
Haarlem beschikt over ongeveer 400
bedden in hotels, terwijl voorts, als de
hotelruimte bezet is, nog 1700 bedden
door particulieren disponibel kunnen
worden gesteld. De afgelopen jaren heb
ben geleerd, dat men met deze hoe
veelheid in de zomermaanden net toe
komt. Zodra het seizoen is afgelopen,
zakt het aantal hotelgasten tot gemid
deld 20 a 30 pet. van de totale opname
capaciteit. Enkele hotels blijven nog
zelfs beneden dit percentage. Begrijpe
lijk is dus de mening van de exploitan
ten over een nieuw hotel in Haarlem-
Als er niet spoedig ingegrepen
wordt en daar ziet het niet
naar uit zal Grand Hotel
Funckler, dat kan bogen op een
wijde en oude vermaardheid, bin
nenkort worden opgeheven.
Zuid: volkomen overbodig, terwijl de
exploitatie, behalve misschien m het
topseizoen, onrendabel zal blijken. Een
hunner noemde het denkbeeld zelfs
ronduit belachelijk, zeker, wanneer bij
het nieuwe hotel geen soort vermaak-
centrum zou worden gebouwd. Boven
dien zou een deel van de toch al ge
ringe clièntele, die thans in de hotels
in de binnenstad verblijft, voor deze
hotels verloren raken, waardoor de
schadepost nog groter wordt.
Overigens erkent men gaarne, dat
er in onze stad geen hotel bestaat, dat
voor modern en in alle opzichten com
fortabel, beantwoordend aan de eisen
des tijds, kan doorgaan. Voldoende
parkeerruimte, een eerste vereiste in
deze tijd, is bijna nergens aanwezig.
Inwendige vernieuwingen en restau
raties van de bestaande hotels, waar
naar, trots de kapitalen, die ermee
zijn gemoeid, wordt gestreefd, kunnen
niet zó noodzakelijk zijn, of er moet
rekening gehouden worden met de
doorgaans aanzienlijke ouderdom der
gebouwen. Daardoor kunnen de ver
beteringen nooit grondig genoeg zijn.
Het merendeel der Haarlemse
hoteliers stelt zich derhalve op het
standpunt, dat uitbreiding van de ho
telruimte door het stichten van een
nieuw gebouw overbodig en onge
wenst is. Aan de behoefte, die in de
zomermaanden ontstaat, komt het bo
vendien niet noemenswaardig tege
moet.
Enkele hotelexploitanten verwerpen
de idee tot hotelbouw in het Zuiden
van Haarlem niet a priori. Als attractie
vonden zij het plan geslaagd. De plaats
was voorts goed gekozen, omdat dan
rekening werd gehouden met het auto
verkeer, dat op de lange duur het
treinverkeer, voorzover het hotelgasten
betreft, schijnt te gaan overtreffen.
Wij zullen nu in deze en de volgende
kolommen de meningen hieromtrent
weergeven van een aantal hoteliers, die
wij tot dit doel bezochten.
Nieuw stationshotel
de aandacht voor de gebreken van de ouderdom, die zich
niet langer meer latent, maar steeds opvallender en
hinderlijker doen gevoelen. Niet in de eerste plaats be
doelen wij nu de verkeersproblemen, die zich reeds
lang in een hevige publieke belangstelling mogen ver
heugen, maar wel een vraagstuk, dat daarmee aller
nauwste relaties heeft: de hotelaccommodatie in Haar
lem.
Het is wellicht een pijnlijke constatering, maar zo er
ergens van ouderdom gesproken kan worden, dan toch
zeker hier. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te
wijzen en men moet bewondering hebben voor de wijze,
waarop enkele Haarlemse hoteliers de inrichting en
accommodatie nog zo hoog mogelijk trachten op te voe
ren, voorzover dat binnen de muren van de oude ge
bouwen mogelijk is.
voor Pasen met de verbeteringen klaar
te zijn.
80 pet. reist per auto
otel Oud St. Jan in de Jansweg,
dat thans 30 kamers met in to
taal 49 bedden telt, zal in de
winter worden uitgebreid met 12 bed
den. Daartoe zal de zolderverdieping
vervangen worden door een volwaar
et stationshotel bij uitstek is nog
steeds „Royal". De naam dateert
van een flinke tijd geleden, want
hoewel „Royal" met zijn 60 bedden tot
de grootste hotels van Haarlem behoort,
kan de ruimte niet royaal genoemd
worden. Van April af zou de exploitant,
de heer H. F. M. Alsem, viermaal zo
veel bedden kunnen gebruiken! De
heer Alsem acht het in dit verband no
dig, dat in het buitenland meer bekend
heid wordt gegeven aan de beperkte
hotel-accommodatie in Haarlem. Dan
worden gasten en exploitant niet onver
wachts voor moeilijkheden geplaatst.
Zoals bekend zal over een aantal
jaren het Stationsplein grondig en af
doende gesaneerd worden. Hoe dit plan
wordt uitgevoerd, is momenteel in stu
die bij een speciaal daartoe aangewezen
commissie. Mocht in de verjongings
kuur, die het Stationsplein zal onder
gaan, de bouw van een nieuw hotel zijn
begrepen, dan overweegt de heer
Alsem, zo hij belast wordt met de ex
ploitatie, een grootse aanpak.
Het gebouw moet een forse allure
bezitten, 75 tot 100 kamers bevatten
en alle mogelijke comfort bieden. Als
ideale oplossing voor het parkeer
probleem zag de heer Alsem een
groot parkeerterrein onder het nieuwe
hotel, geschikt om 100 tot 150 auto's
op te kunnen nemen.
Het blijft natuurlijk de vraag, zo voe
gen zij daar onzerzijds aan toe, of de
ligging van een hotel aan het Stations
plein even gunstig blijft als vroeger en
ook nu nog het geval is. Het verkeer
per auto neemt steeds toe en zullen
reizigers, die uit Amsterdam of het
Zuiden op die manier in Haarlem arri
veren, direct een overnachtingsgelegen
heid zoeken bij het station?
In afwachting van een beslissing om
trent het toekomstige beeld van het
Stationsplein overweegt de heer Alsem
geen opzienbarende verbouwingen aan
„Royal". Wel zullen enige inwendige
verbeteringen worden aangedacht.
Toch uitbreiding
Lion d'Or" aan de Kruisweg is met
zijn 84 bedden en een lift het
grootste en modernste hotel van
Haarlem. Na het zomerseizoen wil ho
telier Lou Bandy de accommodatie nog
uitbreiden met 20 kamers, voorzien van
badkamer. Het hotel zal dan 70 kamers
tellen, een mooi aantal, dat werkelijk
respect afdwingt. Lou Bandy ziet deze
uitbreiding louter als een service aan
de gasten, niet als een rendabel te ex
ploiteren object. Want een hotel in
Haarlem, zo vindt hij, is niet lonend,
en dus is ook een hotel in Haarlem-
Zuid niet levensvatbaar. Mochten er
ook buiten het hoogseizoen reizigers in
logeren, dan schaadt dat alleen maar
de overige hotels. Uit mijn uitlatingen,
zo voegt de heer Bandy daaraan toe,
moet u niet afleiden, dat ik niet Haar
lems voel. Dat doe ik wel degelijk,
maar hotels in Haarlem zijn nu een
maal niet rendabel.
„Laat het alle hotels in Haarlem
maar goed gaan, dan profiteren we daar
allemaal van", aldus het standpunt van
de heer A. de Graaf, bedrijfsleider van
hotel „De Leeuwerik". Ook hij gelooft
niet, dat een nieuw hotel waar dan ook
in Haarlem zou renderen. Haarlem is
een seizoenstad en als zodanig niet te
vergelijken met Amsterdam. Het top
seizoen voor de Haarlemse hotels is ge
legen tussen half Juli en half Augus
tus, terwijl voor de rest van het jaar
een onderbezetting valt te constateren.
Wel viel het te betreuren dat Haarlem
niet over een up-to-date hotel beschikt.
De vaste clientèle van „De Leeuwe
rik", dat beschikt over 27 kamers met
46 bedden, is vrij uitgebreid. De heer
De Graaf liet een waarschuwend ge
luid horen aan het adres van sommige
particulieren, die tegen veel te hoge
prijzen bedden beschikbaar stellen.
Zulke praktijken doen de naam van
Haarlem geen goed, omdat juist buiten
landers snel generaliseren.
Het restaurant van „De Leeuwerik"
zal ten dele worden herzien. Zo zullen
o.a. de wanden worden vernieuwd. Ook
de voorzaal wordt opgeknapt. Men hoopt
Advertentie
Directeur W. N. WOLT2R1NK
Bilderdijkstraat by de Zylweg
Haarlem Tel. (K 2500) 11928
Inzendingen van huisraad worden dage-
lyks aangenomen. Eigen afhaaldienst.
is er gedurende de zomermaanden in
een stad wel iets zo gezellig als een
comfortabel terras, met prettige zitjes
en een interessant uitzicht?
Grand Hötel Funckler
rand Hötel Funckler in de Kruis
straat is nog steeds een begrip.
Geheel ingesteld op het ontvan
gen van de haut chic uit vroeger dagen
kan het zich tegenwoordig nauwelijks
meer handhaven. De heer Jacobi, eige
naar van Funckler, die het hotel reeds
50 jaar exploiteert, stelt er de uiterste
prijs op zijn gasten met hoffelijke waar
digheid te ontvangen. Helaas slinkt de
cliëntèle, die deze ontvangst op prijs
stelt, gestadig. Omdat de heer Jacob)
niet voornemens is op dit gebied eni
gerlei concessies te doen, is hij bezig
het hotel te verkopen. Het ziet er naar
uit, dat het gebouw reeds in de zomer
maanden van eigenaar zal gaan ver
wisselen. Onder de gegadigden, zo
deelde de heer Jacobi ons mede, zijn
geen hotelhouders, zodat Funckler het
hotel, waar vorsten en vorstinnen ge
logeerd en gedineerd hebben, en dat
kan bogen op een waarlijk, roemrijk
verleden, nauw verweven met een stuk
Haarlemse historie, vermoedelijk spoe
dig zal gaan verdwijnen. Zolang Funck
ler nog bestaat, exploiteer ik het zelf,
aldus onze gastheer.
De heer Jacobi acht een nieuw hotel
in Haarlem met modern comfort als
attractie niet onaardig, maar beslist on
rendabel.
Hotel Van Aken op het Houtplein
wordt na het seizoen uitgebreid met
vier kamers, waardoor het in totaal 25
I
dige derde étage waar 21 bedden zullen ten kan j,erber
„mriinn flonlbOTCT ><11. 1 -
worden geplaatst.
De eigenaar van Oud St. Jan, de heer
H. L. Dahmen, noteert per jaar 46
weken onderbezetting. Begrijpelijk is
dus zijn reactie op het plan van een
nieuw hotel: het tekort in het hoogsei
zoen blijft toch. Hij zag echter voor de
toekomst in een nieuw hotel in Haar
lem-Zuid wél een rendabel object door
het steeds intensiever autoverkeer.
Van de gasten, die Oud St. Jan be
zoeken, reist ongeveer 80 pet. per auto.
Ook Oud St. Jan heeft interesse bij
de sanering van het Stationsplein. Er
is een mogelijkheid, dat het hotel na
de herziening en de afbraak van de
Beijnesgebouwen een uitgang krijgt
op het plein. Daar zou dan een aardig
terrasje kunnen worden gecreëerd,
iets waaraan Haarlem zo dringend
behoefte fieeft. Met dit plan won de
/heer Dahmen ons geheel en al. Want
Het hotelbedrijf in Haarlem is naar
de mening va.n de eigenaar, de heer
A. v. Aken, alleen lonend in demaan
den April en Mei. De rest van het jaar
kunnen de hotels het gemakkelijk af.
In Haarlem is gebrek aan amusement,
zodat bezoekers liever naar Amsterdam
gaan, waar zy dan verder ook blijven
logeren.
De ,heer J. A. H. Koelemij, eigenaar
van Zijlhoeve aan de Zijlweg, vertelde
ons hetzelfde verhaal: hotels zijn niet
lonend
In het nevenstaande artikel gaven wij de meningen weer van een aantal
hotelexploitanten in Haarlem over het vraagstuk van de hotelaccom
modatie in deze stad. Diverse factoren, die een rol bleken te spelen,
werden daarin ontleed en er ontstond een leerzaam brok materiaal, dat
wellicht voldoende stof bevat om het schrijven van een dissertatie mogelijk
te maken. Om echter het schijnsel van onze lamp zo breed en zo sterk moge
lijk op deze problemen te doen vallen, hadden wij een onderhoud met enkele
andere personen, wier visie alleszins vermeldenswaard bleek. Speciaal de
plannen van. de heer W. van Willige, directeur van Haarlems Bloei, zijn
interessant terwijl wethouder D. J. A. Geluk, voorzitter van de stichting,
van mening was, dat het principe „de kost gaat voor de baat uit" te weinig
aanzien genoot.
maanden de clientele uit de hotels in
de binnenstad zou worden gezogen. Het
touristenverkeer naar Haarlem zou ove
rigens aanmerkelijk kunnen verhoogd
worden, als in Nederland en vooral
daarbuiten geen propaganda gemaakt
wordt voor Haarlem alleen, maar te
gelijkertijd voor de omgeving tot ver
in de omtrek, en deze omgeving tou-
ristisch a.h.w. geannexeerd wordt.
Haarlem moet zijns inziens nog aan
trekkelijker gemaakt worden voor een
vreemdeling. Deze moet 's avonds zijn
vermaak in de stad kunnen vinden.
Royal zal te zijner tijd met de sanering van het Stationsplein verdwijnen. Of
er een nieuw stationshotel zal worden gebouwd, is niet zeker, maar als er een
komt, dan zal de inrichting up-to-date moeten zijn. De heer Alsem heeft in dit
opzicht grote plannen.
De heer Den Brave is de exploitant
van restaurant Het Heerenhek. Hij
bleek van oordeel, dat in Haarlem wer
kelijk behoefte bestaat aan een hotel
met een modern en redelijk, dus geen
overmatig luxe, comfort. Een derge
lijk hotel bestaat in onze stad niet en
het zou wel degelijk, mits niet te groot
opgezet, levensvatbaar zijn. Heeft het
hotel, dat bij voorkeur aan een auto
weg in Haarlem-Zuid zou moeten wor
den gebouwd, en zou moeten beschik
ken over een ruime parkeerplaats, zich
eenmaal bekendheid verworven, dan
zou het vrijwel doorlopend bezet zijn,
zo meent hij.
De heer Den Brave heeft de destijds
ontworpen plannen om op het restau
rant hotelruimte van twee verdiepin
gen te bouwen nog niet opgegeven.
Moeilijkheden van financiële aard
staan dit plan nog in de weg. De
uitbreiding zou immers tonnen kosten.
Een gesprek, dat wij mochten heb
ben met de heer D. F. Weegenhuise,
voorzitter van de HORECAF in Haar
lem e.o., was bijzonder instructief. Hij
zette uiteen, dat het hotel- en restau
rantvak een evolutie hadden meege
maakt, waardoor tenslotte „het feest
er uit is geraakt." Reële prijzen worden
niet berekend omdat een overnach
ting of een kopje koffie dan be
paald onbetaalbaar werd. Als nadeel
van een nieuw hotel zag hij vooral,
afgezien van de economische zijde, het
feit, dat ook in de seizoentijd het ho
tel niet noemenswaard in de behoefte
zou voorzien, terwijl in de overige
Advertentie
Nassaustraat 5 - Haarlem - Tel. 15220
Warm weggedoken in een win
terse jas heb ik deze week
een tocht gemaakt dwars
door de bollenstreek. Het was op
die dag, dat de ene sneeuwstorm
krijgertje speelde met de ander.
De velden waren kaal en leeg, de
sneeuw roomde tot aan de horizon
en op de weg waren het maar en
kelingen, die het duel met het bar
re weer aandurfden. Het was stil
in de streek en mooi, want nimmer
wordt het landschap zo puur tegen
de hemel getekend als in een witte
winter. De echo van een kerkklok
is in die stilte voller en de huizen
staan toegedekt langs de wegen
als in een winterslaap gedompeld.
Dat alles lijkt een droom en in
de streek scheen die sluimering een
dichterlijke werkelijkheid. Maar
1 ook in de dagen van het winterlijk
sprookje kent het land van de bol-
bloemen geen droom, geen sluime
ring en geen slaap. In de besloten
heid van het Hollandse binnenhuis,
in de wijde ruimte van schuren en
hallen wordt er gevlerkt om het
jaarlijkse feest van het voorjaar
voor te bereiden.
Dat is altijd weer het wonder van
de bollenstreek, dat het voorjaar
in de barre maanden geborgen ligt
onder de grond, zwijgend en kleur
loos, en wachtend op een milde zon
tegen een blauwe hemel. Maar dan,
wanneer het toegedekte leven het
wachten moe is, breekt het uit,
triomfantelijk en vol kleuren en met
de allure van een zonnig bruidstoi
let.
Op dat feest van het nieuwe leven
en de jonge kleur bereidt de streek
zich voor en zij ziet nu reeds uit
naar de dag, waarop zij die tooi aan
honderdduizenden uit stad en land
en van buiten de grenzen zal kun
nen tonen. De streek hunkert naar
het uur, waarop het bloemencorso
zijn tocht door haar midden zal be
ginnen.
Natuurlijk, achter al die. rustieke
schoonheid gaan veel zakelijke be
langen schuil, maar het is nog al
tijd de trots der bloemen, dat in
haar presentie de zakelijkheid Je
glans krijgt van een gedicht.
En hadden exporteurs, kwekers
en al die andere bollen-mannen een
dichterlijker naam voor het corso
van dit jaar kunnen kiezen dan de
versregels van Jan Prins „En Hol
land is de bruid"?
Meer dan een generatie lang
wordt die Prinselijke Bruid op de
schoolbanken bemind, dit gedicht
blijft jong en onsterfelijk, omdat
ieder jaar opnieuw die Bruid zich
lichtvoetig presenteert, zoals ook
binnen enkele maanden de verzen
van Jan Prins weer nagezegd kun
nen worden:
De torenklok zong, wat ze kon,
de vlaggen staken uit.
De bruigom was de lentezon
en Holland was de bruid.
Intussen leeft ook Haarlem in
hoopvol afwachten. Het corso heeft
elk jaar een vermoeiende weg vice-
versa afgelegd door de streek, en
zou het daarom niet vorstelijker
zijn die tocht slechts eenmaal te
maken met als eindpunt Haarlem,
dat zich naar historie en traditie
een Bloemenstad mag noemen.
Over dat Haarlemse eindpunt is
het laatste woord nog niet gespro
ken; sommigen maken geen be
zwaar, anderen denken een stuk
eigenbelang te zullen verliezen.
Een Leidse courant schreef reeds
bij voorbaat, dat er van de Haar
lemse plannen wel niets terecht
zal komen, maar ik, die uit de
oorlogsjaren weet, dat Leidse huts
pot van bloembollen niet smaakt,
vind, dat Leiden zich beter rond
de originele hutspot kan scharen
en dat het Haarlem de bolbloemen
moet laten.
Het festijn van het voorjaar zou
overigens naar mijn mening pas
volledig zijn, als het corso met alle
pracht de oude stad binnentrok;
het zou zich daar thuis voelen en
het zou heel even een oud sprookje
doen herleven. En is Haarlem niet
bij uitstek geschikt om een Hol
landse bruid te ontvangen; de ver
grijsde binnenstad houdt van het
groene blad en wil niet alles van
haar romantiek verliezen.
Daarom is de Bruid van het cor
so hartelijk welkom in ons rpidden,
de stad wil haar ten huwelijk vra
gen met een serenade. Maar dan
mogen wij, die zo gelukkig ge-
«r-4
maakt worden, ons geen nurksen
tonen, als de vader van de bruid, die
de streek toch is, ons een bruids
schat vraagt!
Hebt u ooit wel eens gedanst
met de bruid zonder muziek?
Hebt u overigens ooit wel
eens feest kunnen vieren zonder
muziek? Dat is mij nog nooit ge
lukt en hopelijk zal dat ook nooit
gebeuren. Daarom zijn straatver
enigingen, oranje-comité's en alle
mogelijke andere corporaties al
toos in de weer om bij festiviteiten
in ieder geval voor muziek te zor
gen. Nu zijn we ook op dat punt
in Haarlem niet zo gelukkig meer,
want soms tuiten de oren van de
winkelende straatgangers als zij
her en der overvallen worden door
mechanisch croonende juffrouwen
en erbarmelijke, alle-duvels-uit-de-
hel-oproepende orkesten, die via
luidsprekers een kakophonische
confetti in de straat strooien. Een
gelukkig gevoel bekroop mij hei
melijk, toen ik deze week kennis
nam van het programma, dat voor
de binnenstad op de Bevrijdings
dag is georganiseerd. Onder aan
voering van mr. Ten Bokkel gaat
men er een Hollands feest van ma
ken met als voornaamste attractie:
een draaiorgel-concours op de Gro
te Markt met op de achtergrond de
oude Sint Baaf en de Vleeshal.
Dat belooft een hommage te wor
den aan het straat-instrument bij
uitstek, een eerbetoon dat hard no
dig is, omdat het gilde van de
draaiorgellieden uitstervende is. In
Haarlem kennen we nog twee
draaiorgels, „Zaza" en „Witje" en
het kan u nog gebeuren, dat u plot
seling op 'n zonnige morgen verrast
wordt door een hartelijk mopje mu
ziek, een melodietje, dat in een
concertzaal of door de fadio ordi
nair kan klinken, maar dat uit de
pijpen van het draaiorgel een
warmte en een menselijkheid mee
krijgt, welke soms ontroerend zijn.
Hendrik Andriessen, een Haar
lemmer van komaf en thans een
vermaard musicus in het serieuze
genre, heeft over de draaiorgels
eens een apart artikel geschreven.
Zij dienen officieel nergens toe,
zegt hij, maar luisteren het leven
in de straat op; op hun manier
brengen zij het muziek-zonnetje
tussen de huizen op de ogenblik
ken, dat iedereen zijn alles-opeisen-
de plicht doet. Wat een gezelligheid
voor een paar centen! Het draai
orgel heeft iets, dat virtuozen niet
hebben: het heeft nog iets van de
minstreel, die met liederen reisde
en die maar liever op de schob
berdebonk leefde, dan een regel
matig beroep uit te oefenen.
Zo is het. Al doet het mij pijn
ook in Haarlem te zien, dat het
draaiorgel zo gemechaniseerd is,
dat de motor al het werk doet. De
orgelman draait niet meer en de
melodie verliest alle kleur, die het
lied van de draaier krijgt.
Want het is een kunst om een
orgel te bespelen met een rad. Dat
is gèen rad van avontuur, maar
een register, waarmee de artist
het lied zijn artistieke vorm geeft.
Dat draaien is ook een boeiende
bezigheid, u weet dat; want u bent
toch in uw jeugd ook wel eens
straat in straat uit met het orgel
meegelopen, totdat u opeens was
verdwaald
De klanken van dit levenslustige
instrument worden steeds schaar
ser gehoord, in hele Haarlemse wij
ken zult u ze tevergeefs beluiste
ren. En daarom zal het op de Be
vrijdingsdag voor ons allemaal
feest zijn. Dan komt de fameuze
„Arabier" uit Groningen, de „Prui-
kenkast" van Akki en Tom Poes
uit Amsterdam en zovele andere
merkwaardige namen naar Haar
lem. Dan zal er weer gedraaid
worden, de straatmop, de wals en
de opera-ouverture. In die sfeer
leeft het Hollandse Haarlem weer
op en krijgt de dichter weer ge
lijk:
De wereld is een wonderbron
van telkens nieuw geluid,
De bruigom is de lentezon
en Holland is de bruid.
Nu houden wij ons nog stil in
dit guur getij. Wij zien elkaar haast
niet door onze opstaande kragen.
Maar u en ik zullen elkaar ont
moeten, als het bruiloftsfeest is
op de Grote Markt
en wij dansen met
de Bruid.
De heer Van Willige, directeur van
Haarlems Bloei, wil zo spoedig
mogelijk gaan onderzoeken, of
een nieuw hotel in Haarlem-Zuid te ver
wezenlijken is. Daartoe treft hij voor
bereidingen om in overleg tussen het
industriegebied IJmond, de welvaren
de bollenstreek met allerlei internatio
nale relaties en de luchthaven Schip
hol, waarmee nu een uitstekende ver
binding met Haarlem tot stand geko
men is, die nog verbeterd zal worden,
en in samenwerking met de overheid
zich te beraden over de vraag, of in
het Zuiden van Haarlem een hotel kan
worden gebouwd, dat niet uitsluitend
in de seizoentijd, maar ook daarbuiten
een behoorlijke bezetting zou kunnen
hebben. Als dit overleg en dit onder
zoek zouden uitwijzen, dat de exploita
tie niet rendabel is, dan zal het plan
moeten worden opgegeven.
Het hotel moet luxe zijn, waardoor
het voordeel wordt verkregen, dat de
hotels in de binnenstad, waarvan de
heer Van Willige meer zou verwach
ten maar wier moeilijkheden hij al te
goed kent, niet geschaad worden.
Hij acht het zeer verblijdend, dat ver
schillende hotels ondanks die moeilijk
heden uitgebreid of verbeterd worden.
Onze gastheer vertelde ons nog van
zijn toekomstbeeld van de Haarlemse
Dreef.
Van het schelpenpad langs het rij
wielpad zou hij een soort promenade
willen maken, terwijl het gebouw van
de griffie feestelijk geïllumineerd
moet zijn. Aan die zijde moet de
Dreef dan van een rij lantaarns voor
zien worden. Het Houtplein moet door
speciale verlichting een grandioze en-
trée tot de stad vormen, terwijl men
voor een gezellig zitje bijvoorbeeld
bij Dreefzicht terecht kan of bij het
voormalige hotel Den Hout.
Gezien de voortvarendheid, waarmee
de heer Van Willige doorgaans zijn
plannen ten uitvoer tracht te brengen,
is een spoedige verwezenlijking van
ook dit ideaal van een soort Haarlem
se Champs Elysées niet denkbeeldig!
De kost gaat voor de baat uit".
Dit principe wordt over het al
gemeen veel te weinig in aan
merking genomen, zo oordeelde wethou
der Geluk, toen wij hem vroegen naar
zijn persoonlijke mening over de hotel
accommodatie in Haarlem. De stich
ting van een hotel met modern com
fort kan de vraag doen toenemen, waar
van alle hoteliers kunnen profiteren.
Haarlem is bovendien uit touristisch
oogpunt bezien bevoorrecht, waar het
seizoen door de bollen eerder begint
dan overal elders.
De heer Geluk sprak als zijn per
soonlijke mening uit, dat de gemeente
een taak heeft op dit gebied in die
zin, dat de overheid steun behoort te
verlenen aan die hotels, die niet renda
bel blijken. Instandhouding van hotels
komt immers ten goede aan het ge
hele bedrijfsleven. Zo achtte hij het
ook nodig Grand Hötel Funckler voor
verdwijnen te behoeden. De heer Ge
luk is zeer goed op de hoogte van de
moeilijkheden, waarmee het Haarlemse
hotelleven te kampen heeft. In de win
tertijd is Haarlem nu eenmaal te wei
nig aantrekkelijk om blijvend vreem
delingen te behouden.
Wethouder Geluk meende te weten,
dat het bedrijfsleven in Haarlem en
omgeving en ook het bloembollenbe-
drjjf zich interesseren voor de stichting
van een modern, comfortabel hotel in
Haarlem. In dit verband achtte de heer
Geluk het niet ongewenst, dat de slui
tingstijd van de Haarlemse café's en
restaurants in de binnenstad gelijk zou
worden gesteld aan die van Amster
dam.
Resumerend stellen wij vast, dat er
in Haarlem veel belangstelling voor
het hotelprobleem bestaat. Het plan van
het Anegangcomité om aan een nieuw
te formeren verkeersplein een hotel te
stichten, is daar een bewijs te meer
voor. De bestaande hotelruimte dient,
koste wat het kost en desnoods met
steun van de overheid, in ieder geval
gehandhaafd te worden. Dat is een eis,
die men, dunkt ons, voor een stad
als Haarlem, als centrum gelegen in
een van de mooiste streken van ons
land, moeilijk kan laten vallen.
Advertentie
LANGE VEEESTRAAT 10 TEL. 11493