van
Prof. V an Slogteren gaf overzicht cm
bijna 40 jaar wetenschappelijk werk
v
Laboratorium voor Bloembollenonderzoek te Lisse
aan het Rijk overgedragen
De zweer van Don Lucas
oos
K ru iswoord raadse l
ffls:
jeRic de noQRman y
Concurrentie voor de bolbloemen
wordt steeds groter
Minister Mansholt over bedrijfs- of
staatsfinanciering
JUAN ANTONIO DE ZUNZUNEGUI
Exposities
R.K. Leeszaal
Zelfwerkzaamheid
door
Uit het Spaans vertaald door dr. G. J. Geers
Maart: Jan Rusmari
VRIJDAG 4 MAART 1955
PAGINA
ri LUI
Minister Mansholt
J
Een half millioen per jaar
Wat is onze taak
Éllllil
IH-'
SRhNI
JANSENe
Onze dicht geWeven lakens en slopen
zijn noch te laken, noch te slopen.
ZANDVOORT
Burgemeester zal Bouwkas-
woningen overdragen
INTERIEUR
Zwemmen in katholiek
gezelschap
Geen spreekuur
't Silver Stoepke
Oplossing kruiswoordraadsel
van Donderdag
Donderdagmiddag werd het Laborato
rium voor Bloembollenonderzoek te Lis-
se, gesticht door het Centraal Bloem
bollen Comité en de Commissie voor
Wetenschappelijk Onderzoek, overgedra
gen aan het rijk en namens de regering
door de Minister van Landbouw aan
vaard.
De plechtigheid geschiedde in de gro
te vergaderzaal van het Laboratorium
in tegenwoordigheid van veie autori
teiten en vooraanstaande vakgenoten.
De minister aanvaardde het gebou
wencomplex met een rede waarin hij
o.m. het vraagstuk van de subsidi
ering van het wetenschappelijk onder
zoek door het rjjk aanroerde. Z. Exc.
stelde, dat de financiering op de eerste
plaats dient te geschieden door de be
trokken bedrijfstak zelf.
Jhr mr dr O. van Nispen tot Panner-
den, in diens kwaliteit van voorzitter
van de Commissie voor wetenschappe
lijk onderzoek, verwelkomde de vele
autoriteiten en vakgenoten onder wie
wjj opmerkten dr E. H. Krelage, ir
v.d. Plassche, dir Generaal van de
Landbouw, de Rector-Magniücus van
de Landbouw-Hogeschooi te Wageningen
alsmede de heren v. Bommel, v. Vloten
en jhr Quarles van Ufford, Comm.
der Koningin in Gelderland, resp. pres-
curator en curator van deze hogeschool,
de heren dr A. Verhage en Orbaan, dir.
en secretaris van het Bedrijfsschap
voor Sierteeltproducten,' de Rijkstuin-
bouwconsulent ir Vlag, mr de Graaf,
burgemeester van Lisse, en vele anderen.
De aanwezigheid van zo velen stellen
wij op hoge prijs, aldus jhr v. Nispen,
cmdat daaruit blijkt de grote belang
stelling voor en de waardering van het
wetenschappelijk onderzoek. Het Cen
traal Bloembollencomité is met trots
en voldoening op deze dag vervuld nu
de uitbreiding, voorzien van de beste
outillage, in gebruik kan worden geno
men. Spr. gaf hierna een opsomming
van de grote wetenschappelijke
resultaten in deze laboratoria behaald
ten aanzien o.m. van het aaltjesziek
van Narcissen en Iris, het oud- en geel
ziek van Hyacinthen, bestrijding van
z.g.n. kwade grond bij tulpen, de zwam-
ziekten der Gladiolen. Jhr v. Nispen
wees vervolgens op de grote successen
behaald bij het virusonderzoek, waar
van het resultaat was een opbrengst
vermeerdering van 20 - 30 pet bij
Irissen zelfs 40 pet. Doch niet alleen
de ziektebestrijding is de taak van het
laboratorium, ook het zoeken naar be
tere cultuurmethoden waardoor de ge-
bruiksperiode van de bolgewassen aan
merkelijk werd verlengd. Voorts is het
aan de grote reputatie van het labpra-
torium onder meer te danken dat de
Verenigde Staten het embargo op bloem
bollen ophieven en dat Engeland de in
voer van Nederlandse Dahlia's weer
toestond. Hiervoor past onze hulde,
bewondering en dankbaarheid aan prof
V. Slogteren en diens medewerkers.
Na dit allies, zo vervolgde spr. moe
ten wjj toch uiting geven aan een
zekere bezorgdheid. Het bloembollen
vak heeft voor de oprichting en in
standhouding van dit laboratorium
belangrijk grotere offers gebracht dan
andere takken van tuinbouw voor hun
eigen inrichtingen. In het feit dat het
bloembollënvakr uit eigen middelen
het laboratorium en thans weer de
nieuwe gebouwen heeft gesticht en
ingericht zou het gevaar kunnen
schuilen dat het rijk zich in financi
eel opzicht geheel terugtrekt en de
volle last overlaat aan het vak zelf.
Ons werk, zo ging spr. verder, helpt
ook andere takken van tuinbouw. Het
virusonderzoek b.v. is van veel ruimer
betekenis dan voor het bloembollenvak
alleen, deze betekenis strekt zich o.m.
ook uit tot de aardappelen en de sui
kerbieten.
Met de wens dat de nieuwe labora
toria, kassen en werkruimten mogen
voor de gehele. Nederlandse economi
sche gemeenschap, besloot jhr v. Nis-
bijdragen tot sterke vooruitgang, niet
alleen van de bloembollencultuur doch
pen zijn rede.
Het is met zeer veel genoegen, aldus
ving de minister zijn rede aan, dat ik
dit prachtige en kostbare geschenk aan
de Nederlandse staat in ontvangst neem.
Dit is zeker geen gebeurtenis die alle
dagen voorkomt hoewel wjj in de land
en tuinbouw toch wel iets gewend zijn.
Het is een groot voorrecht te zien dat
iets, tot stand gekomen door het be
drijfsleven, aan de staat wordt overge
dragen zij het dan, vanzelfsprekend,
met de bedoeling dat de staat zjjn zor
gen daarover gaat uitstrekken.
Wat hier is gebeurd kan tot voorbeeld
worden gesteld aan de gehele land- en
tuinbouw!
Er is wel een grote afstand tussen
datgene wat de bloembollencultuur doet
en wat door de land- en tuinbouw wordt
gedaan waarvan de instituten te Wage
ningen voor soms 90-95 pet. door de
staat zjjn gefinancierd. Kan dit zo door
gaan, zo vroeg spr. zich af.
Ik meen van niet, aldus de heer Mans-
holt; immers, wat het bedrijfsleven ten
bate van het wetenschappelijk werk dat
van zo grote directe betekenis is voor
de betrokken bedrijfstak, zal kunnen
dragen zal het ook moeten draden.
Na een analyse te hebben gegeven
van de bloembollen-economie" die
haar weerga nergens vindt, vervolgde
spr.: ,,Naar ik meen te weten was de
eerste bjjdrage van het bloembollen
vak in 1917 een bedrag van 500,-, wel
ke bijdrage in de loop der jaren is
uitgegroeid tot een half millioen gul
den jaarlijks. Dit is van buitengewone
betekenis en ik ben er van overtuigd,
dat dit zich zelf betaald; evenzo ben ik
er van overtuigd, dat de vakgenoten
het zo zien.
Het is zeker niet de bedoeling dat de
overheid zich terugtrekt, dit in ant
woord op de beduchtheid die ik in de
rede van Uw voorzitter heb menen te
beluisteren. Eerder zal het een aan
sporing zjjn onze bijdrage te blijven le
veren, juist omdat het bedrijfsleven
hier zelf is voorgegaan.
Sprekende over de groeiende concur
rentie van andere landen, zei de Mini
ster dat men ons overal ter wereld op
tuinbouwgebied tracht in te halen en
zo mogelijk voorbij te streven. Zij doen
dit soms met allerlei camouflagemidde
len en hierop past maar een antwoord:
,,Ons nog meer inspannen, nog beter
en meer doen dan die anderen."
Na de toespraak van de minister nam
prof. dr E. van Slogteren het woord,
dat u elders vindt afgedrukt. De geno
digden maakten hierna een rondgang
door de gebouwen en kassen, waarbij
opgesteld in het oude gebouw, grote
speciaal het electronen-microscoop,
opgesteld in het oude gebouw, grote
belangstelling trok.
37. Nauwelijks heeft Branwen de woorden uit de mond, of Erwin
opent de ogen en stamelt een paar onsamenhangende zinnen. Hij is er
niet al te best aan toe, maar het feit, dat hij niet dood is, doet Bran-
wen's moed herleven; alles is nog niet verloren, denkt ze opgelucht.
Fadirü F-fadirstamelt de prins nauw hoorbaar sch-schur-
ken. De wolfshond spitst de oren bij het vernemen van de zachte stem,
maar het volgende ogenblik springt hij tot Branwen's grote schrik op
en steekt luisterend de kop op. Dan hoort de vrouw het ook; het is
ver weg en klinkt nog vaag, maar het is onmiskenbaar wolvengehuil.
Tot Branwen's grenzenloze ontsteltenis begint nu de zwarte wolf ook
te huilen hard en aanhoudend, terwijl het gejank van de andere
wolven snel dichterbij komt. Erwin, sta op! gilt ze in paniek. We
zullen allebei verslonden worden. Radeloos van angst begint ze aan
Erwin te rukken en te schudden. Ik komik kom, prevelt de
knaap half automatisch, terwijl hij zich suffig poogt op te richten.
Waar is f-fadir.... Ja, 't is goed, kermt Branwen, Fadir is er
wel. Kom nu toch. Ze tracht hem overeind te helpen, maar laat hem
dan ineens terugvallen. Zag ze daar niet een grijze schaduw tussen
de stammen bewegen? Blonken daar niet een paar felle ogen? Ze gluurt
met bonzend hart in het kreupelhout, maar nee, er is niets. Alleen de
zwarte wolf glipt als een schaduw weg. Dan ritselt er iets achter haar
m het dorre hout, en omziende slaakt zij een gil van afgrijzen. De grote
kop van een grijze wolf loert tussen het geboomte door en als ze rond
ziet, om weg te vluchten van dit oord der verschrikking, is er nog een
en nog eenZe zijn omsingeld door wolven.
Na de plechtige overdracht van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek te
Lisse aan de Staat der Nederlanden, hield de directeur van het laboratorium,
prof. dr E. van Slogteren een rede waarin hij een kort overzicht gaf en
enkele desiderata noemde van het wetenschappelijk onderzoek dat nu bijna 40
jaren te Lisse geschiedt in het belang van de bloembollencultuur.
Uit dit overzicht, dat zeer sober is gehouden, bleek zonneklaar de ontzaglijke
betekenis dat het researchwerk te Lisse gehad heeft en nog heeft voor het
bloembollenvak in het bijzonder, doch ook voor andere takken van land- en
tuinbouw, speciaal door het onderzoek van plantenvirus, waardoor het labo
ratorium en prof. v. Slogteren zich een wereldfaam hebben verworven.
beide partners om de moeilijkheden te
overwinnen.
De voornaamste plaats voor de
vruchtbare samenwerking was dan ook
de plaats van het laboratorium te mid
den van de cultuur, waar de onderzoe
kers de moeilijkheden van de cultuur
ten volle konden meebeleven. Hier al
leen waren de zo complexe problemen
waarvoor wij dagelijks weer werden
gesteld, te overzien en konden alle fac
toren, welke daarbij een rol speelden,
worden bestudeerd.
Prof. v. Slogteren zeide, nadat hij
dank had gebracht aan vele autoritei
ten op verschillend gebied en in ve
lerlei functie, uit de aard der zaak
kort te moeten zijn maar toch iets te
moeten uiten van de gevoelens die
hem beheersten.
Bjj een terugblik zal het duidelijk
moeten zijn, aldus Prof. v. Slogteren,
dat ik in de eerste plaats namens mijn
medewerkers en mijzelf, dank moet
brengen aan de beoefenaren van het
bloembollenvak over de gehele lijn,
vertegenwoordigd door het Centraal
Bloembollencomité en de Commissie
voor Wetenschappelijk onderzoek, die
door hun steun de bouw van onze werk
plaats hebben mogelijk gemaakt.
Terugziende wil ik niet trachten een
overzicht te geven van hetgeen in de
laatste' 38 jaren is bereikt; dat er het
een en ander tot stand is gebracht
blijkt voldoende uit het feit dat de
gebouwen en installaties, welke thans
aan het Rijk zijn overgedragen, er zijn
gekomen. Geen enkele organisatie
toch zou zo veel jaren achtereen zo
grote bijdragen voor het wetenschap
pelijk onderzoek beschikbaar hebben
gesteld, indien hiermede geen grote be
langen zouden zijn gediend. Van meer
belang zijn vooral de oorzaken waar
door dit resultaat is bereikt, en dat is
in de eerste plaats door de innige sa
menwerking die vanaf het begin tus
sen praktijk en het wetenschappelijk
onderzoek heeft bestaan. Het resul
taat is dan ook de vrucht vangeza
menlijke arbeid en de vaste wil van
Ik zal niet een becijfering geven, al
dus Prof. v. Slogteren, van de verdien
sten, welke het wetenschappelijk onder
zoek voor de cultuur heeft opgeleverd,
maar wel mededelen, dat de eerste
jaarlijkse bijdrage van het vak ad
500.- per jaar voor het wetenschap
pelijk onderzoek, ongeveer 35 jaar gele
den, thans reeds enige jaren ruim 1000
maal zo groot is geworden, dus meer
dan 500.000,- bedraagt.
In de eerste plaats te zorgen voor
een gezond product. Alleen hiermee is
een lonende cultuur te bereiken, terwijl
tevens door de phytosanitaire eisen van
het buitenland onze export alleen hier
door mogelijk is. In dit opzicht zijn
grote vorderingen gemaakt, maar even
als de ingebeelde ziekten aan de me
dicus vaak meer moeilijkheden geven
dan de inderdaad ernstige kwalen, heb
ben wij te doen met vele secundaire
aantastingen die, vaak gedurende het
transport ontstaan of verergerd, tot tal
loze klachten aanleiding geven. Het
overleg hierover met de buitenlandse
deskundigen vraagt zeer veel moeilijk
en delicaat werk. Want wij staan vaak
in een dubbel moeilijke positie, omdat
wij aan de ene kant de buitenlandse
autoriteiten moeten overtuigen, dat hun
eisen de grenzen van het redelijke te
boven gaan, terwijl wij anderzijds onze
kwekers en exporteurs moeten overtui
gen, dat niet alle eisen van het buiten
land onredelijk zijn en slechts op een
verkapte protectie zouden berusten.
Gelukkig worden wij hierin gesteund
door het goede werk van de planten-
ziektenkundige dienst, die al het mo
gelijke doet om te voorkomen dat zie
ke bloembollen, die te velde nog aan
onze controle mochten zijn ontsnapt,
worden uitgevoerd. Maar de basis
voor de gezondheidscertificaten moet
worden gelegd in het gezond maken en
het gezond houden van de culturen.
Met de gezondheid van ons product
alleen hebben wij echter nog lang niet
ons doel bereikt, dat zou ik als het
meer defensieve gedeelte van onze strijd
willen beschouwen. Daarnaast moeten
wij daarom onze volle aandacht geven
aan het offensief ter verhoging van de
export van onze producten.
De concurrentiestrijd is voor onze
bolbloemen steeds moeilijker geworden.
Onze grote voorsprong hebben wij voor
een goed deel verloren en zowel elders
geteelde bol- en knolgewassen als an
dere bloemgewassen zijn geduchte con
currenten geworden. Deze strijd kun
nen wij alleen winnen door een supe
rieure kwaliteit van ons product. Hoe
uitstekend het product kan zijn hebben
we dezer dagen nog weer op diverse
tentoonstellingen kunnen zien. Een der
gelijke kwaliteit moet de gehele we
reld kunnen veroveren en daarom moet
de zorg voor ons product zich
blijven uitbreiden vanaf de wieg tot
aan het moment dat het bij dö uitein
delijke verbruiker, waar ook ter we
reld, in bloei komt. Dat ook ons pro
duct, dat met uitstekende bloeïcapacitei-
ten de schuren van onze kwekers en ex
porteurs verlaat, daarna ernstig kan
worden geschaad door ongunstige in
vloeden van verscheping en klimaat,
weten we helaas maar al te goed. Hier
in moet verbetering komen want ik be
schouw dit als de grootste rem op de
uitbreiding van onze export en de ver
hoging van onze welvaart m de toe
komst.
Ik zal, zo lang mij dit mogelijk is, blij
ven hameren op deze zwakke plek in
onze agressieve taktiek, die moet be
staan in het leveren van een product
dat aan de uiteindelijke verbruiker bloe-
Advertentie
Het Laboratorium voor Bloembollen
onderzoek te Lisse is Donderdag in
tegenwoordigheid van minister Mans
holt aan het Rijk overgedragen. Mi
nister Mansholt zet zijn handteke
ning in het gedenkboek. Links; prof.
dr E. van Slogteren, op de voorgrond
de maquette van het laboratorium.
Op Zaterdag 5 Maart 's middags half
drie zal de burgemeester van Zandvoort
de 28 woningen, welke de Bouwkas der
Nederlandse Gemeenten aan de Frans
Zwaanstraat heeft gesticht, officieel aan
de bouwspaarders-toekomstige bewoners
overdragen. De woningen, gebouwd naar
het ontwerp van de architect De Groot
uit Uithoorn, zien er aantrekkelijk en
solide uit en kunnen als een aanwinst
voor Zandvoort beschouwd worden.
In enkele jaren tijds heeft de Bouwkas
te Zandvoort een grote activiteit ont
wikkeld. In de omgeving van de Ooster
parkstraat kwamen reeds 11 woningen
gereed. Aan de Tolweg en de Piet Lef-
fertstraat is een complex van 24 wonin
gen in aanbouw. Voor nog ongeveer 10
woningen zijn plannen in voorbereiding.
Daarna zal gewacht moeten worden op
beschikbaarstelling van nieuw bouw
volume en op het bouwrijp maken van
de terreinen ten Oosten van de Brede-
r odestraat.
I
K B Dm ze in het hotel op een
/mm dwaalspoor te brengen, bleef hij
B H enige dagen lang een voorzichtig
B dieet voor de maaltijden voort-
zettenMaar ondanks alles
00 merkte men aan hem dat hij de
zweer niet meer had: aan zijn
manier van lopen en van zitten en van eten, van
glimlachen en zelfs van zijn neus snuiten'maar
vooral aan zijn gezicht: het gezicht dat hij nu had
was geen gezicht van een duodenumzweer, een ge
zicht met een betere kleur, ronder en levendiger
Maar lang kon hjj het niet geheim houden dat
zjjn zweer genezen was, want Pablito zelf vertel
de het aan iedereen zonder te beseffen wat hij deed.
,,Dus de Indiaan heeft geen zweer meer?"
„Neen, die heeft hij niet meer".
„Maar wat heeft hij er dan mee uitgevoerd?"
„Wel: wat men doet met zweren als men
kan: ze genezen".
„Oh!"
Het bericht verspreidde zich dadelijk door het hele
stadje. De onderwijzer, toen hij het hoorde, draaide
de wandplaat met haar röntgenfoto om en toen hij
de golven van Spanje aan de kinderen overhoorde,
sloeg hij haar na de Golf van Rosas over. Die
röntgenfoto van de zweer die zo in de mode kwam
in de stad en waar Don Lucas zo royaal mee was,
die met de bochtige en als een baai zo gastvrije
nis, die welke de zweer zo knap en zo welver
zorgd voorstelde, waardoor ze nog heel jong en een
niet gespeende zweer leek... die werd in alle hui
zen van de muur genomen, toen men vernam dat
ze niet meer bestond.
Zodra de Indiaan er zeker van was dat de zweer
genezen was, voelde hij zich alsof ze iets heel be
langrijks van zijn leven hadden geamputeerd. Een
dorre verlatenheid maakte zich meester van zijn
droog geografische landschap.
Wanneer hij op de pier ingezetenen tegenkwam,
vroegen ze hem:
„Hoe is dat toch gebeurd?"
„Ja, moet u eens horen, terwijl ik er het minst
op verdacht was..., terwijl ik juist zo gelukkig met
haar was...
En hij boog zijn hoofd en sloeg zijn ogen neer om
niet te laten zien dat hij huilde.
Velen hielden hem staande, haalden hun schouders
op en openden hun armen alsof ze wilden zeggen:
,,U weet niet hoeveel verdriet het ons doet".
Anderen gaven hem zwijgend de hand.
Het was vreselijk..., maar nog vreselijker als hij
alleen was tussen de vier wanden van zijn kamer.
Dan riep hij haar met de liefste en teerste woord
jes; hjj riep haar aan, hij smeekte haar... maar
niets, steeds maar niets... Hij probeerde haar de
zwaarste gerechten, de prikkelendste specerijen voor
te zetten..., maar zelfs dat hielp niet.
men brengt van een zodanige kwaliteit
dat hij hierover ten volle tevreden kan
zijn. Wij hebben het bewijs geleverd,
dat dit mogelijk is en de wegen hiervoor
aangewezen. Wij rekenen op de volle
medewerking van allen om te zamen
met ons de kwaliteit van het eindpro
duct nog meer te verbeteren door het
uitdragen van de resultaten van het
wetenschappelijk onderzoek.
Tot slot van zijn rede herdacht Prof.
v. Slogteren enkele leden van zijn staf
n.l. wijlen de heer Bakker en zjjn oudste
thans nog in leven zijnde medewerker
dr J. J. Beyer, die een groot aandeel
heeft gehad in het werk aan de verho
ging van de bloeicapaciteit van de bol
gewassen. Voorts bracht hij dank aan
ir v.d. Plassche voor diens grote be
langstelling voor het wetenschappelijk
onderzoek, welke belangstelling spr.
hoopte, ook in de toekomst van diens
opvolger, Ir Honig, hoopte te ondervin
den.
Op zijn rondgang door het laborato
rium kon minister Mansholt niet na
laten even door een microscoop te
kijken. Prof. Van Slogteren kijkt
belangstellend toe.
Advertentie
HAARLEM HÖFLEVE
Als er ogenblikken zijn waarop iemands hart zou
moeten stilstaan, was dit er een.
Hij merkte dat het leven zich uit hem begon terug
te trekken. Toen pas besefte Pablito de dwaas
heid die hij begaan had en hij wilde die man een
hart onder de riem steken... maar het was te laat.
„Kom, Don Lucas, we moeten leven".
„Och, waarom nog?" en hij zei dat op een toon
alsof de gezellin van heel zijn leven gestorven
was.
„Maar u bent toch gaver en gezonder dan ooit!"
„Hoe kan ik gezonder zijn, als zij mijn gezond
heid was?"
Op een dag dat hij hem trachtte te bemoedigen en
de stemming van de Indiaan wat op te beuren, ver
loor hij geheel zijn zelfbeheersing.
„Wat hebt u toch gedaan? Wat hebt u met mij
gedaan? Wat hebt u me aangedaan?"
Uit zijn ogen welden tranen op zo groot als no
ten. zo zeer spoelde de verslagenheid alles in hem
weg.
„Ik ben helemaal verloren... want wat moet ik
nu beginnen, zonder haar beginnen?"
„Leven, u moet leven".
„Maar zij was immers mijn leven!"
Er was zulk een ontwrichting in zijn blik dat
Pablito bang werd.
Juist toen begon Don „Eulo" te stoken in de her
bergen dat de Indiaan met sneltreinvaart aan het ster
ven was en dat Pablito bezig was hem dood te maken.
Er ging een trillende schok door de stad. Na de
geschiedenis met „de Amerikaa.." nu ook de In
diaan in gevaar te zien, dat was een verschrikke
lijk ding. De stad had van zijn Indiaan een mythe
gemaakt en mythen moet men verdedigen tegen
alles en tegen iedereen, want mythen zijn de red
ding der volkeren.
Heel Aldeaalta verhief zich als één man en alle
blikken, geladen met vijandigheid, keerden zich te
gen Pablito.
Don „Eulo" ging voort het vuur, dat bezig was
vernietigende afmetingen aan te nemen, op te
poken.
Pablito voelde dat iets heets en weerzinwekkends
hem als een strop ging grijpen. De stad leek zich
voor hem te bevolken met verwrongen gezichten,
loense ogen en harde gebaren...
De Indiaan met zijn heimwee naar de zweer als
naar zijn dochter smeulde weg als een vonkje.
Hij riep haar niet meer en smeekte haar niet...
Waartoe ook?
„Maar wat hebt u dan toch met die man gedaan?"
„Wel, zijn zweer genezen".
„Ik begrijp niet wat u hem genezen moet hebben,
maar hij sterft weg".
En het was waar dat hij aan het sterven was,
maar Pablito was onmachtig zjjn varval tegen ta
houden.
„Deze man ligt werkelijk op sterven en het is
mijn schuld", zei hij bij zichzelf. „Het leven is een
raadsel en de zweren ook".
„Zegt u dan toch: „ik wil, ik wil leven!" en u
zult leven".
„Zonder haar, waarom?"
Een doffe en onrustige wrok maakte alle blik
ken stekend, alle tongen scherp, alle vuisten ge
bald.
De mensen die het meest aan hem te danken
hadden stonden als een gesel tegen hem op:
„Wat? Komt u hier ook al om ons dood te maken,
zoals de Indiaan?"
Een heilige woede kriebelde in zijn biceps, maar
hij hield zich in.
De Indiaan doofde langzaam uit.
Op de pier als voetstuk was zijn wegkwijnen iets
spectaculairs. Htj was een kleine, zich voortbewe
gende ruïne. Er was hem niets overgebleven dan
een fluisterende stem boven twee gebogen en schoor
voetende benen.
„Die ellendeling is bezig hem te vermoorden."
brulde het volk.
Alle huizen waren nu voor Pablito dichtgesla-l
gen deuren en alle ogen afschuw en verachting.
De Indiaan doofde uit.
De hele burgerij was nu voor Pablito een mon
ster met duizend koppen.
Hij sloot zich angstig in zijn huis op.
Aldeaalta werd nu door een reusachtige golf van
nijd en haat bewogen.
Een ongezonde blijdschap tegenover Pablito bor-1
relde in het hart van iedereen, van armen en rij
ken. Het leven van de Indiaan te kunnen in de hoog
te steken om zich op hem te storten was voor bijna
alle harten een verborgen genot.
„Dat canaille, die misdadiger, die ons zo bedro
gen heeft!" schreeuwden ze.
Op een middaguur besloot de Indiaan, daar hij
het verlies van zijn zweer niet te boven kon ko
men, te sterven.
Don „Eulo" verbreidde onmiddellijk het bericht
langs de herbergen.
„Die moordenaar van een Pablito heeft zijn doel
bereikt" brulde hij.
Dadelijk verspreidde zich de tijding van straat
naar deur, van deur naar raam, van raam naar oor,
van oor naar mond
DE INDIAAN IS DOOD
Het was als een tik met een knots in de nek van
het volk. Niemand wilde het geloven, ofschoon men
hem langzaam had zien sterven.
Maar nu eisten de mensen, in de clubjes op de
werf en in de herbergen, het hoofd van Pablito.
(Slot volgt.)
Nu h-t Velserbad weer ten dienste van
de gemeenschap staat, maken wij onze
lezers nogmaals attent op de zwém-
uren, die de afdeling zwemmen van de
R.K. Sportvereniging „Velsen" heeft
kunnen reserveren. De aandacht wordt
er daarbij op gevestigd, dat op de
zwemuren van de vereniging niemand
toegang heeft zonder vertoon van lid
maatschapskaart. Het bezit van het lid
maatschap maakt ook het zwemmen
goedkoper.
De zwemuren, die de R.K.S.V. Velsen
heeft kunnen reserveren zijn op Woens
dagavond en wel van 6 tot 7 uur voor
de meisjes, van 8.30 tot 9.15 uur voor
de jongens en heren en van 9.15 tot
10 uur voor de dames en oudere meis
jes.
Om nog tijdig in het bezit te komen
van een lidmaatschapskaart, kan men
zich wenden tot de heren A.G.J. Meyer,
Kennemerlaan 37, IJmuiden, J. Mayen
Tuindersstraat 80, IJmuiden, J. Vaneker
Scheldestraat 96, IJmuiden, L. Burg-
houwt, Ericssonstraat 4, IJmuiden, en
J. Habroer, Celsiusstraat 11, IJmui
den.
De burgemeester van V eisen, zal
Maandag 7 Maart 1955 ztfn gebruike
lijke spreekuur niet houden.
Gedurende de maand Maart is in de
R.K. Leeszaal en Bibliotheek aan de
Nieuwe Gracht een karakteristiek te
zien van de tekenaar-schilder Jan Rus
man, waartoe een aantal zijner werken
in de diverse lokaliteiten van het ge
bouw geplaatst zijn.
Als wij hem in zijn atelier aan de
„Glip" vragen, hoe lang hij al schildert
vertelt hij ons, zich te herinneren dat
hij op school al prijzen kreeg voor zijn
werk op de huisvlijttentoonstellingen,
maar ook dat zijn eerste contact met
de sterke arm het rechtstreeks gevolg
was van zijn vrije expressie op schuttin
gen en deuren. Tijdens de katechismus-
les in de parochie Berkenrode heeft hij
eens de zwarte cape van kap. van Die
ren als schoolbord gebruikt en er met
krijt een grote Christusfiguur op gete
kend. De kapelaan heeft deze overigens
toepasselijke kunstuiting gewaardeerd
met een Spaans rietje tot vreugde van
de klasgenoten.
Zijn vader wilde dat hij een vak zou
leren en dit is het bouwvak geworden.
Maar zijn schildersdrang bleek sterker
op den duur, en in 1931 zette hij zijn
aannemersbedrijf aan de kant. Voordien
al had hij als werkend passagier de
zeeën bevaren en in vele landen voor
al de havenarbeiders en de mijnwer
kers getekend.
Van dit alles bezit hij niets meer,
want op 31 Januari 1945 brandde zijn
atelier geheel uit. Het Noorse werk da
teert van een verblijf aldaar in 1952.
Zijn aard van werken is uitermate fors,
de maat van een schilderdoek is hem
altijd nog te klein.
Behalve houtskool en verf, werkt hij
ook met klei, Cement én steen. Tee*ex
positie is een portretkop in steen Van
hem aanwezig.
Rusman is lid van de Federatie, ex
poseerde met „Kunst in Vrijheid (47)"
is medeoprichter van H 47 en richtte
in 1951 de Heemsteedse kring van Beel
dende Kunstenaars op; hij is er voor
zitter van.
Het Frans Halsmuseum bezit van
hem „Boerderij de Glip", aangekocht
op de expositie „Jonge Kunst" 1950.
Advertentie
CHROOM
EXTRA PLAT
I waterdicht schokvrij
stalen achterkast
75,
nu
IWEEIAAR VERZEKERD TEGEN VERLIES EN DIEFSTAL
de kleine zaak met de grootste keuze.
GROTE HOUTSTRAAT 49
Horizontaal: 1. zoek, 6. katrol met draai
bare schijven 11. water in Friesland, 12.
bloem, 14, reeks, 15. keurtroep 18. diepe
groeve, 19. soort weefsel, 21. en anderen
(afk.), 22. woonschip, 24. pret, 25. de onbe
kende, 27. ijle stof, 28. waterkering, 29.
groet, 30. verpakkingsmiddel, 33. water in
N.-Holland. 34. getij, 35. groente, 38. bij
woord, 39. als volgt (afk.), 40. niet door
twee deelbaar, 41. godsdienst, 42. soort vaar
tuig, 43. maat, 45. ondoordringbaar bos, 49.
soort onderwijs (afk.), 50. waard, 51. woede,
53. dun, 54. lidwoord, 56. wig, 57. zangnoot,
59. vruchtvliesje, 61. bedorven, 63. let wel
(Lat. afk.), 64. noodlot, 66. verbinding, 68.
deel v. e. wedstrijd, 70. meisjesnaam, 71.
soort auto, 73. ambtshalve (Lat. afk.), 74.
hinderlijke, 75. muzikant.
Verticaal: 1. raar, 2. koor, 3. meisjesnaam,
4. te zijner plaatse (Lat. afk.), 5. deel v. e.
berg, 6. armelijke woning, 7. lekkernij, 8.
hulpmiddel v. d. ogen, 9. streep, 10. hon-
denverblijf, 13. touw om iets vast te zetten,
16. zangnoot, 17. bar, 19. bank van lening,
20. zonder kapitaal, 23. zuivelproduct, 24 ge
meen, 26. zeedier, 29. godin, 31. wallekant,
32. voorzetsel, 35. naamloos, 36. stoot, 37.
rivier (Spaans), 44. dierenliefkozing 46. no
bel, 47. geogr. aanduiding (afk.), 48. melk-
klier, 49. tam, 50. deel v. e. boot, 52. jon
gensnaam, 55. insect, 58. water in Brabant,
59. stip, 60. wiel, 62. losse naad, 65. stapel,
66. watering, 67. vruchtennat, 69. voormalig
rijksdeel overzee, 71. natuurkundeterm, 72.
Nederlands-Indië (afk.).
Horizontaal: 1. span. 4. Turk, 8. boor, 10.
waas, 12, rosbief, 15. mat, 16. as, 17. et ce
tera, 19. wie, 20. een, 21. pad, 22. lam, 24.
Nel, 26. hes, 28. sportief, 31. si, 32. sir, 33.
Bologna, 35. rode, 37. ooit, 38. Nero, 39. inkt.
Verticaal: 1. soos, 2. pos, 3. arbeider. S,
uw, 6. ramenas, 7. kaar, 8. brat, 9. N.E.C.,
11. staf, 13. ite, 14. fee, 18. telefoon, 19.
wanorde, 23. C.s.s.R., 25. L.T.B., 26. hel,
27. Fiat, 29. pion, 30. ion, 31. snit, 34. gok,
36. er.