van Prof. V an Slogteren gaf overzicht cm bijna 40 jaar wetenschappelijk werk v Laboratorium voor Bloembollenonderzoek te Lisse aan het Rijk overgedragen De zweer van Don Lucas oos K ru iswoord raadse l ffls: jeRic de noQRman y Concurrentie voor de bolbloemen wordt steeds groter Minister Mansholt over bedrijfs- of staatsfinanciering JUAN ANTONIO DE ZUNZUNEGUI Exposities R.K. Leeszaal Zelfwerkzaamheid door Uit het Spaans vertaald door dr. G. J. Geers Maart: Jan Rusmari VRIJDAG 4 MAART 1955 PAGINA ri LUI Minister Mansholt J Een half millioen per jaar Wat is onze taak Éllllil IH-' SRhNI JANSENe Onze dicht geWeven lakens en slopen zijn noch te laken, noch te slopen. ZANDVOORT Burgemeester zal Bouwkas- woningen overdragen INTERIEUR Zwemmen in katholiek gezelschap Geen spreekuur 't Silver Stoepke Oplossing kruiswoordraadsel van Donderdag Donderdagmiddag werd het Laborato rium voor Bloembollenonderzoek te Lis- se, gesticht door het Centraal Bloem bollen Comité en de Commissie voor Wetenschappelijk Onderzoek, overgedra gen aan het rijk en namens de regering door de Minister van Landbouw aan vaard. De plechtigheid geschiedde in de gro te vergaderzaal van het Laboratorium in tegenwoordigheid van veie autori teiten en vooraanstaande vakgenoten. De minister aanvaardde het gebou wencomplex met een rede waarin hij o.m. het vraagstuk van de subsidi ering van het wetenschappelijk onder zoek door het rjjk aanroerde. Z. Exc. stelde, dat de financiering op de eerste plaats dient te geschieden door de be trokken bedrijfstak zelf. Jhr mr dr O. van Nispen tot Panner- den, in diens kwaliteit van voorzitter van de Commissie voor wetenschappe lijk onderzoek, verwelkomde de vele autoriteiten en vakgenoten onder wie wjj opmerkten dr E. H. Krelage, ir v.d. Plassche, dir Generaal van de Landbouw, de Rector-Magniücus van de Landbouw-Hogeschooi te Wageningen alsmede de heren v. Bommel, v. Vloten en jhr Quarles van Ufford, Comm. der Koningin in Gelderland, resp. pres- curator en curator van deze hogeschool, de heren dr A. Verhage en Orbaan, dir. en secretaris van het Bedrijfsschap voor Sierteeltproducten,' de Rijkstuin- bouwconsulent ir Vlag, mr de Graaf, burgemeester van Lisse, en vele anderen. De aanwezigheid van zo velen stellen wij op hoge prijs, aldus jhr v. Nispen, cmdat daaruit blijkt de grote belang stelling voor en de waardering van het wetenschappelijk onderzoek. Het Cen traal Bloembollencomité is met trots en voldoening op deze dag vervuld nu de uitbreiding, voorzien van de beste outillage, in gebruik kan worden geno men. Spr. gaf hierna een opsomming van de grote wetenschappelijke resultaten in deze laboratoria behaald ten aanzien o.m. van het aaltjesziek van Narcissen en Iris, het oud- en geel ziek van Hyacinthen, bestrijding van z.g.n. kwade grond bij tulpen, de zwam- ziekten der Gladiolen. Jhr v. Nispen wees vervolgens op de grote successen behaald bij het virusonderzoek, waar van het resultaat was een opbrengst vermeerdering van 20 - 30 pet bij Irissen zelfs 40 pet. Doch niet alleen de ziektebestrijding is de taak van het laboratorium, ook het zoeken naar be tere cultuurmethoden waardoor de ge- bruiksperiode van de bolgewassen aan merkelijk werd verlengd. Voorts is het aan de grote reputatie van het labpra- torium onder meer te danken dat de Verenigde Staten het embargo op bloem bollen ophieven en dat Engeland de in voer van Nederlandse Dahlia's weer toestond. Hiervoor past onze hulde, bewondering en dankbaarheid aan prof V. Slogteren en diens medewerkers. Na dit allies, zo vervolgde spr. moe ten wjj toch uiting geven aan een zekere bezorgdheid. Het bloembollen vak heeft voor de oprichting en in standhouding van dit laboratorium belangrijk grotere offers gebracht dan andere takken van tuinbouw voor hun eigen inrichtingen. In het feit dat het bloembollënvakr uit eigen middelen het laboratorium en thans weer de nieuwe gebouwen heeft gesticht en ingericht zou het gevaar kunnen schuilen dat het rijk zich in financi eel opzicht geheel terugtrekt en de volle last overlaat aan het vak zelf. Ons werk, zo ging spr. verder, helpt ook andere takken van tuinbouw. Het virusonderzoek b.v. is van veel ruimer betekenis dan voor het bloembollenvak alleen, deze betekenis strekt zich o.m. ook uit tot de aardappelen en de sui kerbieten. Met de wens dat de nieuwe labora toria, kassen en werkruimten mogen voor de gehele. Nederlandse economi sche gemeenschap, besloot jhr v. Nis- bijdragen tot sterke vooruitgang, niet alleen van de bloembollencultuur doch pen zijn rede. Het is met zeer veel genoegen, aldus ving de minister zijn rede aan, dat ik dit prachtige en kostbare geschenk aan de Nederlandse staat in ontvangst neem. Dit is zeker geen gebeurtenis die alle dagen voorkomt hoewel wjj in de land en tuinbouw toch wel iets gewend zijn. Het is een groot voorrecht te zien dat iets, tot stand gekomen door het be drijfsleven, aan de staat wordt overge dragen zij het dan, vanzelfsprekend, met de bedoeling dat de staat zjjn zor gen daarover gaat uitstrekken. Wat hier is gebeurd kan tot voorbeeld worden gesteld aan de gehele land- en tuinbouw! Er is wel een grote afstand tussen datgene wat de bloembollencultuur doet en wat door de land- en tuinbouw wordt gedaan waarvan de instituten te Wage ningen voor soms 90-95 pet. door de staat zjjn gefinancierd. Kan dit zo door gaan, zo vroeg spr. zich af. Ik meen van niet, aldus de heer Mans- holt; immers, wat het bedrijfsleven ten bate van het wetenschappelijk werk dat van zo grote directe betekenis is voor de betrokken bedrijfstak, zal kunnen dragen zal het ook moeten draden. Na een analyse te hebben gegeven van de bloembollen-economie" die haar weerga nergens vindt, vervolgde spr.: ,,Naar ik meen te weten was de eerste bjjdrage van het bloembollen vak in 1917 een bedrag van 500,-, wel ke bijdrage in de loop der jaren is uitgegroeid tot een half millioen gul den jaarlijks. Dit is van buitengewone betekenis en ik ben er van overtuigd, dat dit zich zelf betaald; evenzo ben ik er van overtuigd, dat de vakgenoten het zo zien. Het is zeker niet de bedoeling dat de overheid zich terugtrekt, dit in ant woord op de beduchtheid die ik in de rede van Uw voorzitter heb menen te beluisteren. Eerder zal het een aan sporing zjjn onze bijdrage te blijven le veren, juist omdat het bedrijfsleven hier zelf is voorgegaan. Sprekende over de groeiende concur rentie van andere landen, zei de Mini ster dat men ons overal ter wereld op tuinbouwgebied tracht in te halen en zo mogelijk voorbij te streven. Zij doen dit soms met allerlei camouflagemidde len en hierop past maar een antwoord: ,,Ons nog meer inspannen, nog beter en meer doen dan die anderen." Na de toespraak van de minister nam prof. dr E. van Slogteren het woord, dat u elders vindt afgedrukt. De geno digden maakten hierna een rondgang door de gebouwen en kassen, waarbij opgesteld in het oude gebouw, grote speciaal het electronen-microscoop, opgesteld in het oude gebouw, grote belangstelling trok. 37. Nauwelijks heeft Branwen de woorden uit de mond, of Erwin opent de ogen en stamelt een paar onsamenhangende zinnen. Hij is er niet al te best aan toe, maar het feit, dat hij niet dood is, doet Bran- wen's moed herleven; alles is nog niet verloren, denkt ze opgelucht. Fadirü F-fadirstamelt de prins nauw hoorbaar sch-schur- ken. De wolfshond spitst de oren bij het vernemen van de zachte stem, maar het volgende ogenblik springt hij tot Branwen's grote schrik op en steekt luisterend de kop op. Dan hoort de vrouw het ook; het is ver weg en klinkt nog vaag, maar het is onmiskenbaar wolvengehuil. Tot Branwen's grenzenloze ontsteltenis begint nu de zwarte wolf ook te huilen hard en aanhoudend, terwijl het gejank van de andere wolven snel dichterbij komt. Erwin, sta op! gilt ze in paniek. We zullen allebei verslonden worden. Radeloos van angst begint ze aan Erwin te rukken en te schudden. Ik komik kom, prevelt de knaap half automatisch, terwijl hij zich suffig poogt op te richten. Waar is f-fadir.... Ja, 't is goed, kermt Branwen, Fadir is er wel. Kom nu toch. Ze tracht hem overeind te helpen, maar laat hem dan ineens terugvallen. Zag ze daar niet een grijze schaduw tussen de stammen bewegen? Blonken daar niet een paar felle ogen? Ze gluurt met bonzend hart in het kreupelhout, maar nee, er is niets. Alleen de zwarte wolf glipt als een schaduw weg. Dan ritselt er iets achter haar m het dorre hout, en omziende slaakt zij een gil van afgrijzen. De grote kop van een grijze wolf loert tussen het geboomte door en als ze rond ziet, om weg te vluchten van dit oord der verschrikking, is er nog een en nog eenZe zijn omsingeld door wolven. Na de plechtige overdracht van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek te Lisse aan de Staat der Nederlanden, hield de directeur van het laboratorium, prof. dr E. van Slogteren een rede waarin hij een kort overzicht gaf en enkele desiderata noemde van het wetenschappelijk onderzoek dat nu bijna 40 jaren te Lisse geschiedt in het belang van de bloembollencultuur. Uit dit overzicht, dat zeer sober is gehouden, bleek zonneklaar de ontzaglijke betekenis dat het researchwerk te Lisse gehad heeft en nog heeft voor het bloembollenvak in het bijzonder, doch ook voor andere takken van land- en tuinbouw, speciaal door het onderzoek van plantenvirus, waardoor het labo ratorium en prof. v. Slogteren zich een wereldfaam hebben verworven. beide partners om de moeilijkheden te overwinnen. De voornaamste plaats voor de vruchtbare samenwerking was dan ook de plaats van het laboratorium te mid den van de cultuur, waar de onderzoe kers de moeilijkheden van de cultuur ten volle konden meebeleven. Hier al leen waren de zo complexe problemen waarvoor wij dagelijks weer werden gesteld, te overzien en konden alle fac toren, welke daarbij een rol speelden, worden bestudeerd. Prof. v. Slogteren zeide, nadat hij dank had gebracht aan vele autoritei ten op verschillend gebied en in ve lerlei functie, uit de aard der zaak kort te moeten zijn maar toch iets te moeten uiten van de gevoelens die hem beheersten. Bjj een terugblik zal het duidelijk moeten zijn, aldus Prof. v. Slogteren, dat ik in de eerste plaats namens mijn medewerkers en mijzelf, dank moet brengen aan de beoefenaren van het bloembollenvak over de gehele lijn, vertegenwoordigd door het Centraal Bloembollencomité en de Commissie voor Wetenschappelijk onderzoek, die door hun steun de bouw van onze werk plaats hebben mogelijk gemaakt. Terugziende wil ik niet trachten een overzicht te geven van hetgeen in de laatste' 38 jaren is bereikt; dat er het een en ander tot stand is gebracht blijkt voldoende uit het feit dat de gebouwen en installaties, welke thans aan het Rijk zijn overgedragen, er zijn gekomen. Geen enkele organisatie toch zou zo veel jaren achtereen zo grote bijdragen voor het wetenschap pelijk onderzoek beschikbaar hebben gesteld, indien hiermede geen grote be langen zouden zijn gediend. Van meer belang zijn vooral de oorzaken waar door dit resultaat is bereikt, en dat is in de eerste plaats door de innige sa menwerking die vanaf het begin tus sen praktijk en het wetenschappelijk onderzoek heeft bestaan. Het resul taat is dan ook de vrucht vangeza menlijke arbeid en de vaste wil van Ik zal niet een becijfering geven, al dus Prof. v. Slogteren, van de verdien sten, welke het wetenschappelijk onder zoek voor de cultuur heeft opgeleverd, maar wel mededelen, dat de eerste jaarlijkse bijdrage van het vak ad 500.- per jaar voor het wetenschap pelijk onderzoek, ongeveer 35 jaar gele den, thans reeds enige jaren ruim 1000 maal zo groot is geworden, dus meer dan 500.000,- bedraagt. In de eerste plaats te zorgen voor een gezond product. Alleen hiermee is een lonende cultuur te bereiken, terwijl tevens door de phytosanitaire eisen van het buitenland onze export alleen hier door mogelijk is. In dit opzicht zijn grote vorderingen gemaakt, maar even als de ingebeelde ziekten aan de me dicus vaak meer moeilijkheden geven dan de inderdaad ernstige kwalen, heb ben wij te doen met vele secundaire aantastingen die, vaak gedurende het transport ontstaan of verergerd, tot tal loze klachten aanleiding geven. Het overleg hierover met de buitenlandse deskundigen vraagt zeer veel moeilijk en delicaat werk. Want wij staan vaak in een dubbel moeilijke positie, omdat wij aan de ene kant de buitenlandse autoriteiten moeten overtuigen, dat hun eisen de grenzen van het redelijke te boven gaan, terwijl wij anderzijds onze kwekers en exporteurs moeten overtui gen, dat niet alle eisen van het buiten land onredelijk zijn en slechts op een verkapte protectie zouden berusten. Gelukkig worden wij hierin gesteund door het goede werk van de planten- ziektenkundige dienst, die al het mo gelijke doet om te voorkomen dat zie ke bloembollen, die te velde nog aan onze controle mochten zijn ontsnapt, worden uitgevoerd. Maar de basis voor de gezondheidscertificaten moet worden gelegd in het gezond maken en het gezond houden van de culturen. Met de gezondheid van ons product alleen hebben wij echter nog lang niet ons doel bereikt, dat zou ik als het meer defensieve gedeelte van onze strijd willen beschouwen. Daarnaast moeten wij daarom onze volle aandacht geven aan het offensief ter verhoging van de export van onze producten. De concurrentiestrijd is voor onze bolbloemen steeds moeilijker geworden. Onze grote voorsprong hebben wij voor een goed deel verloren en zowel elders geteelde bol- en knolgewassen als an dere bloemgewassen zijn geduchte con currenten geworden. Deze strijd kun nen wij alleen winnen door een supe rieure kwaliteit van ons product. Hoe uitstekend het product kan zijn hebben we dezer dagen nog weer op diverse tentoonstellingen kunnen zien. Een der gelijke kwaliteit moet de gehele we reld kunnen veroveren en daarom moet de zorg voor ons product zich blijven uitbreiden vanaf de wieg tot aan het moment dat het bij dö uitein delijke verbruiker, waar ook ter we reld, in bloei komt. Dat ook ons pro duct, dat met uitstekende bloeïcapacitei- ten de schuren van onze kwekers en ex porteurs verlaat, daarna ernstig kan worden geschaad door ongunstige in vloeden van verscheping en klimaat, weten we helaas maar al te goed. Hier in moet verbetering komen want ik be schouw dit als de grootste rem op de uitbreiding van onze export en de ver hoging van onze welvaart m de toe komst. Ik zal, zo lang mij dit mogelijk is, blij ven hameren op deze zwakke plek in onze agressieve taktiek, die moet be staan in het leveren van een product dat aan de uiteindelijke verbruiker bloe- Advertentie Het Laboratorium voor Bloembollen onderzoek te Lisse is Donderdag in tegenwoordigheid van minister Mans holt aan het Rijk overgedragen. Mi nister Mansholt zet zijn handteke ning in het gedenkboek. Links; prof. dr E. van Slogteren, op de voorgrond de maquette van het laboratorium. Op Zaterdag 5 Maart 's middags half drie zal de burgemeester van Zandvoort de 28 woningen, welke de Bouwkas der Nederlandse Gemeenten aan de Frans Zwaanstraat heeft gesticht, officieel aan de bouwspaarders-toekomstige bewoners overdragen. De woningen, gebouwd naar het ontwerp van de architect De Groot uit Uithoorn, zien er aantrekkelijk en solide uit en kunnen als een aanwinst voor Zandvoort beschouwd worden. In enkele jaren tijds heeft de Bouwkas te Zandvoort een grote activiteit ont wikkeld. In de omgeving van de Ooster parkstraat kwamen reeds 11 woningen gereed. Aan de Tolweg en de Piet Lef- fertstraat is een complex van 24 wonin gen in aanbouw. Voor nog ongeveer 10 woningen zijn plannen in voorbereiding. Daarna zal gewacht moeten worden op beschikbaarstelling van nieuw bouw volume en op het bouwrijp maken van de terreinen ten Oosten van de Brede- r odestraat. I K B Dm ze in het hotel op een /mm dwaalspoor te brengen, bleef hij B H enige dagen lang een voorzichtig B dieet voor de maaltijden voort- zettenMaar ondanks alles 00 merkte men aan hem dat hij de zweer niet meer had: aan zijn manier van lopen en van zitten en van eten, van glimlachen en zelfs van zijn neus snuiten'maar vooral aan zijn gezicht: het gezicht dat hij nu had was geen gezicht van een duodenumzweer, een ge zicht met een betere kleur, ronder en levendiger Maar lang kon hjj het niet geheim houden dat zjjn zweer genezen was, want Pablito zelf vertel de het aan iedereen zonder te beseffen wat hij deed. ,,Dus de Indiaan heeft geen zweer meer?" „Neen, die heeft hij niet meer". „Maar wat heeft hij er dan mee uitgevoerd?" „Wel: wat men doet met zweren als men kan: ze genezen". „Oh!" Het bericht verspreidde zich dadelijk door het hele stadje. De onderwijzer, toen hij het hoorde, draaide de wandplaat met haar röntgenfoto om en toen hij de golven van Spanje aan de kinderen overhoorde, sloeg hij haar na de Golf van Rosas over. Die röntgenfoto van de zweer die zo in de mode kwam in de stad en waar Don Lucas zo royaal mee was, die met de bochtige en als een baai zo gastvrije nis, die welke de zweer zo knap en zo welver zorgd voorstelde, waardoor ze nog heel jong en een niet gespeende zweer leek... die werd in alle hui zen van de muur genomen, toen men vernam dat ze niet meer bestond. Zodra de Indiaan er zeker van was dat de zweer genezen was, voelde hij zich alsof ze iets heel be langrijks van zijn leven hadden geamputeerd. Een dorre verlatenheid maakte zich meester van zijn droog geografische landschap. Wanneer hij op de pier ingezetenen tegenkwam, vroegen ze hem: „Hoe is dat toch gebeurd?" „Ja, moet u eens horen, terwijl ik er het minst op verdacht was..., terwijl ik juist zo gelukkig met haar was... En hij boog zijn hoofd en sloeg zijn ogen neer om niet te laten zien dat hij huilde. Velen hielden hem staande, haalden hun schouders op en openden hun armen alsof ze wilden zeggen: ,,U weet niet hoeveel verdriet het ons doet". Anderen gaven hem zwijgend de hand. Het was vreselijk..., maar nog vreselijker als hij alleen was tussen de vier wanden van zijn kamer. Dan riep hij haar met de liefste en teerste woord jes; hjj riep haar aan, hij smeekte haar... maar niets, steeds maar niets... Hij probeerde haar de zwaarste gerechten, de prikkelendste specerijen voor te zetten..., maar zelfs dat hielp niet. men brengt van een zodanige kwaliteit dat hij hierover ten volle tevreden kan zijn. Wij hebben het bewijs geleverd, dat dit mogelijk is en de wegen hiervoor aangewezen. Wij rekenen op de volle medewerking van allen om te zamen met ons de kwaliteit van het eindpro duct nog meer te verbeteren door het uitdragen van de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek. Tot slot van zijn rede herdacht Prof. v. Slogteren enkele leden van zijn staf n.l. wijlen de heer Bakker en zjjn oudste thans nog in leven zijnde medewerker dr J. J. Beyer, die een groot aandeel heeft gehad in het werk aan de verho ging van de bloeicapaciteit van de bol gewassen. Voorts bracht hij dank aan ir v.d. Plassche voor diens grote be langstelling voor het wetenschappelijk onderzoek, welke belangstelling spr. hoopte, ook in de toekomst van diens opvolger, Ir Honig, hoopte te ondervin den. Op zijn rondgang door het laborato rium kon minister Mansholt niet na laten even door een microscoop te kijken. Prof. Van Slogteren kijkt belangstellend toe. Advertentie HAARLEM HÖFLEVE Als er ogenblikken zijn waarop iemands hart zou moeten stilstaan, was dit er een. Hij merkte dat het leven zich uit hem begon terug te trekken. Toen pas besefte Pablito de dwaas heid die hij begaan had en hij wilde die man een hart onder de riem steken... maar het was te laat. „Kom, Don Lucas, we moeten leven". „Och, waarom nog?" en hij zei dat op een toon alsof de gezellin van heel zijn leven gestorven was. „Maar u bent toch gaver en gezonder dan ooit!" „Hoe kan ik gezonder zijn, als zij mijn gezond heid was?" Op een dag dat hij hem trachtte te bemoedigen en de stemming van de Indiaan wat op te beuren, ver loor hij geheel zijn zelfbeheersing. „Wat hebt u toch gedaan? Wat hebt u met mij gedaan? Wat hebt u me aangedaan?" Uit zijn ogen welden tranen op zo groot als no ten. zo zeer spoelde de verslagenheid alles in hem weg. „Ik ben helemaal verloren... want wat moet ik nu beginnen, zonder haar beginnen?" „Leven, u moet leven". „Maar zij was immers mijn leven!" Er was zulk een ontwrichting in zijn blik dat Pablito bang werd. Juist toen begon Don „Eulo" te stoken in de her bergen dat de Indiaan met sneltreinvaart aan het ster ven was en dat Pablito bezig was hem dood te maken. Er ging een trillende schok door de stad. Na de geschiedenis met „de Amerikaa.." nu ook de In diaan in gevaar te zien, dat was een verschrikke lijk ding. De stad had van zijn Indiaan een mythe gemaakt en mythen moet men verdedigen tegen alles en tegen iedereen, want mythen zijn de red ding der volkeren. Heel Aldeaalta verhief zich als één man en alle blikken, geladen met vijandigheid, keerden zich te gen Pablito. Don „Eulo" ging voort het vuur, dat bezig was vernietigende afmetingen aan te nemen, op te poken. Pablito voelde dat iets heets en weerzinwekkends hem als een strop ging grijpen. De stad leek zich voor hem te bevolken met verwrongen gezichten, loense ogen en harde gebaren... De Indiaan met zijn heimwee naar de zweer als naar zijn dochter smeulde weg als een vonkje. Hij riep haar niet meer en smeekte haar niet... Waartoe ook? „Maar wat hebt u dan toch met die man gedaan?" „Wel, zijn zweer genezen". „Ik begrijp niet wat u hem genezen moet hebben, maar hij sterft weg". En het was waar dat hij aan het sterven was, maar Pablito was onmachtig zjjn varval tegen ta houden. „Deze man ligt werkelijk op sterven en het is mijn schuld", zei hij bij zichzelf. „Het leven is een raadsel en de zweren ook". „Zegt u dan toch: „ik wil, ik wil leven!" en u zult leven". „Zonder haar, waarom?" Een doffe en onrustige wrok maakte alle blik ken stekend, alle tongen scherp, alle vuisten ge bald. De mensen die het meest aan hem te danken hadden stonden als een gesel tegen hem op: „Wat? Komt u hier ook al om ons dood te maken, zoals de Indiaan?" Een heilige woede kriebelde in zijn biceps, maar hij hield zich in. De Indiaan doofde langzaam uit. Op de pier als voetstuk was zijn wegkwijnen iets spectaculairs. Htj was een kleine, zich voortbewe gende ruïne. Er was hem niets overgebleven dan een fluisterende stem boven twee gebogen en schoor voetende benen. „Die ellendeling is bezig hem te vermoorden." brulde het volk. Alle huizen waren nu voor Pablito dichtgesla-l gen deuren en alle ogen afschuw en verachting. De Indiaan doofde uit. De hele burgerij was nu voor Pablito een mon ster met duizend koppen. Hij sloot zich angstig in zijn huis op. Aldeaalta werd nu door een reusachtige golf van nijd en haat bewogen. Een ongezonde blijdschap tegenover Pablito bor-1 relde in het hart van iedereen, van armen en rij ken. Het leven van de Indiaan te kunnen in de hoog te steken om zich op hem te storten was voor bijna alle harten een verborgen genot. „Dat canaille, die misdadiger, die ons zo bedro gen heeft!" schreeuwden ze. Op een middaguur besloot de Indiaan, daar hij het verlies van zijn zweer niet te boven kon ko men, te sterven. Don „Eulo" verbreidde onmiddellijk het bericht langs de herbergen. „Die moordenaar van een Pablito heeft zijn doel bereikt" brulde hij. Dadelijk verspreidde zich de tijding van straat naar deur, van deur naar raam, van raam naar oor, van oor naar mond DE INDIAAN IS DOOD Het was als een tik met een knots in de nek van het volk. Niemand wilde het geloven, ofschoon men hem langzaam had zien sterven. Maar nu eisten de mensen, in de clubjes op de werf en in de herbergen, het hoofd van Pablito. (Slot volgt.) Nu h-t Velserbad weer ten dienste van de gemeenschap staat, maken wij onze lezers nogmaals attent op de zwém- uren, die de afdeling zwemmen van de R.K. Sportvereniging „Velsen" heeft kunnen reserveren. De aandacht wordt er daarbij op gevestigd, dat op de zwemuren van de vereniging niemand toegang heeft zonder vertoon van lid maatschapskaart. Het bezit van het lid maatschap maakt ook het zwemmen goedkoper. De zwemuren, die de R.K.S.V. Velsen heeft kunnen reserveren zijn op Woens dagavond en wel van 6 tot 7 uur voor de meisjes, van 8.30 tot 9.15 uur voor de jongens en heren en van 9.15 tot 10 uur voor de dames en oudere meis jes. Om nog tijdig in het bezit te komen van een lidmaatschapskaart, kan men zich wenden tot de heren A.G.J. Meyer, Kennemerlaan 37, IJmuiden, J. Mayen Tuindersstraat 80, IJmuiden, J. Vaneker Scheldestraat 96, IJmuiden, L. Burg- houwt, Ericssonstraat 4, IJmuiden, en J. Habroer, Celsiusstraat 11, IJmui den. De burgemeester van V eisen, zal Maandag 7 Maart 1955 ztfn gebruike lijke spreekuur niet houden. Gedurende de maand Maart is in de R.K. Leeszaal en Bibliotheek aan de Nieuwe Gracht een karakteristiek te zien van de tekenaar-schilder Jan Rus man, waartoe een aantal zijner werken in de diverse lokaliteiten van het ge bouw geplaatst zijn. Als wij hem in zijn atelier aan de „Glip" vragen, hoe lang hij al schildert vertelt hij ons, zich te herinneren dat hij op school al prijzen kreeg voor zijn werk op de huisvlijttentoonstellingen, maar ook dat zijn eerste contact met de sterke arm het rechtstreeks gevolg was van zijn vrije expressie op schuttin gen en deuren. Tijdens de katechismus- les in de parochie Berkenrode heeft hij eens de zwarte cape van kap. van Die ren als schoolbord gebruikt en er met krijt een grote Christusfiguur op gete kend. De kapelaan heeft deze overigens toepasselijke kunstuiting gewaardeerd met een Spaans rietje tot vreugde van de klasgenoten. Zijn vader wilde dat hij een vak zou leren en dit is het bouwvak geworden. Maar zijn schildersdrang bleek sterker op den duur, en in 1931 zette hij zijn aannemersbedrijf aan de kant. Voordien al had hij als werkend passagier de zeeën bevaren en in vele landen voor al de havenarbeiders en de mijnwer kers getekend. Van dit alles bezit hij niets meer, want op 31 Januari 1945 brandde zijn atelier geheel uit. Het Noorse werk da teert van een verblijf aldaar in 1952. Zijn aard van werken is uitermate fors, de maat van een schilderdoek is hem altijd nog te klein. Behalve houtskool en verf, werkt hij ook met klei, Cement én steen. Tee*ex positie is een portretkop in steen Van hem aanwezig. Rusman is lid van de Federatie, ex poseerde met „Kunst in Vrijheid (47)" is medeoprichter van H 47 en richtte in 1951 de Heemsteedse kring van Beel dende Kunstenaars op; hij is er voor zitter van. Het Frans Halsmuseum bezit van hem „Boerderij de Glip", aangekocht op de expositie „Jonge Kunst" 1950. Advertentie CHROOM EXTRA PLAT I waterdicht schokvrij stalen achterkast 75, nu IWEEIAAR VERZEKERD TEGEN VERLIES EN DIEFSTAL de kleine zaak met de grootste keuze. GROTE HOUTSTRAAT 49 Horizontaal: 1. zoek, 6. katrol met draai bare schijven 11. water in Friesland, 12. bloem, 14, reeks, 15. keurtroep 18. diepe groeve, 19. soort weefsel, 21. en anderen (afk.), 22. woonschip, 24. pret, 25. de onbe kende, 27. ijle stof, 28. waterkering, 29. groet, 30. verpakkingsmiddel, 33. water in N.-Holland. 34. getij, 35. groente, 38. bij woord, 39. als volgt (afk.), 40. niet door twee deelbaar, 41. godsdienst, 42. soort vaar tuig, 43. maat, 45. ondoordringbaar bos, 49. soort onderwijs (afk.), 50. waard, 51. woede, 53. dun, 54. lidwoord, 56. wig, 57. zangnoot, 59. vruchtvliesje, 61. bedorven, 63. let wel (Lat. afk.), 64. noodlot, 66. verbinding, 68. deel v. e. wedstrijd, 70. meisjesnaam, 71. soort auto, 73. ambtshalve (Lat. afk.), 74. hinderlijke, 75. muzikant. Verticaal: 1. raar, 2. koor, 3. meisjesnaam, 4. te zijner plaatse (Lat. afk.), 5. deel v. e. berg, 6. armelijke woning, 7. lekkernij, 8. hulpmiddel v. d. ogen, 9. streep, 10. hon- denverblijf, 13. touw om iets vast te zetten, 16. zangnoot, 17. bar, 19. bank van lening, 20. zonder kapitaal, 23. zuivelproduct, 24 ge meen, 26. zeedier, 29. godin, 31. wallekant, 32. voorzetsel, 35. naamloos, 36. stoot, 37. rivier (Spaans), 44. dierenliefkozing 46. no bel, 47. geogr. aanduiding (afk.), 48. melk- klier, 49. tam, 50. deel v. e. boot, 52. jon gensnaam, 55. insect, 58. water in Brabant, 59. stip, 60. wiel, 62. losse naad, 65. stapel, 66. watering, 67. vruchtennat, 69. voormalig rijksdeel overzee, 71. natuurkundeterm, 72. Nederlands-Indië (afk.). Horizontaal: 1. span. 4. Turk, 8. boor, 10. waas, 12, rosbief, 15. mat, 16. as, 17. et ce tera, 19. wie, 20. een, 21. pad, 22. lam, 24. Nel, 26. hes, 28. sportief, 31. si, 32. sir, 33. Bologna, 35. rode, 37. ooit, 38. Nero, 39. inkt. Verticaal: 1. soos, 2. pos, 3. arbeider. S, uw, 6. ramenas, 7. kaar, 8. brat, 9. N.E.C., 11. staf, 13. ite, 14. fee, 18. telefoon, 19. wanorde, 23. C.s.s.R., 25. L.T.B., 26. hel, 27. Fiat, 29. pion, 30. ion, 31. snit, 34. gok, 36. er.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 2