Kard. Segura s onhoudbare positie in Sevilla De nuntius prijst de coadjutor K.V.P. pleit voor soepeler gratiebeleid Middenstand aanvaardt strijd tegen handels marge besch ikk ing De sigaar is weer aas de winnende band! Nieuwe atoomcentrale in Calder Hall Waarom hier andere gedragslijn dan elders wordt toegepast? Stage-verordening voor advocaten wordt afgekeurd Clandestien vlugschrift WOENSDAG 9 MAART 1955 PAGINA Het begon met een speldeknop plutonium In Eerste Kamer Personeelstekort in het bakkersbedrijf Samentrekking van kleine bakkerswijken? Door snelle reactie Automobilist ontsnapt aan ernstig ongeluk „Rode Zee" redt Australisch vrachtschip f*> ENGELAND STAPT in het atoom tijdperk In uw lijfblad hebt u kunnen lezen, d»t de Britse regering onlangs een indrukwekkend voorlopig program voor de bouw van twaalf atoom centrales heeft bekend gemaakt. Dit plan, waarvan de kosten op zowat drie milliard gulden geraamd worden, vraagt ter verwerkelijking een tijds duur van tien jaar. De gezamenlijke capaciteit van deze twaalf atoomcen trales zal 1500 tot 2000 megawatt bedragen. Zouden „gewone" centrales deze enorme hoeveelheid electriciteit moeten opwekken, dan zou daar vijf tot zes millioen ton steenkool voor nodig zijn. Het is goed, dit laatste erbij te ver melden, want hierin is en wij hopen daar hieronder op terug te komen de bestaansreden van deze atoomcentrales gelegen. Hoewel met de voorbereidende werkzaamheden al reeds een aanvang is gemaakt, zullen de te overwinnen moeilijkheden nog zo groot zijn, dat het niet mogelijk zal zijn met de bouw van een commerciële atoomcentrale te beginnen vóór 1957. En niet vóór 1961 zal, naar men verwacht, het eerste type atoomcentrale in werking worden gesteld. Maar dan zal men de Engel sen door middel van atoomenergie opgewekte electriciteit ter beschikking kunnen stellen, die ongeveer dezelfde prijs zal kosten als de met behulp van steenkool opgewekte electrische energie nu. Een prijs van ongeveer 0,6 d. per eenheid. Met één grote stap is Engeland via dit plan het atoomtijdperk binnen ge treden en daarom is het billijk, hieraan enige nadere aandacht te schenken. Op het eind van het vorig jaar ver- MHHMnB'; ;|HB scheen er, ten behoeve van beleggers, Wm in de Ver. Staten een rapport over Jj|p de commerciële atoomenergie. In dit jR rapport werd de verwachting uitge- w* ;JH1 sproken, dat het jaar 1965 de datum Wm zou zijn, waarop energie uit kernre- Av' - Mk actors economisch zou kunnen con- 1 i kiP* curreren met bestaande, door kolen v of olie gedreven centrales. De eer- m» ste tien jaar zouden moeten worden beschouwd als een experimentele pe- 8 riode. I Het rapport wees ook op het gevaar f - Voor Amerika van buitenlandse concur- i rentie in de fabricage van atoominstal- t laties voor de industrie. Als oorzaak I 'jhHHbHH Voor deze gevreesde concurrentie werd gewezen op het feit, dat de Westeuro- pese landen met lagere kosten van we- tenschappelijk onderzoek beginnen, zo- IjSlSS' dat zü sneller tot economische atoom- electriciteit zullen komen dan de Ver. Staten. Daarvoor is ook nog een andere reden. Op deze reden heeft dr. law- otBHB rence Hafstad, het hoofd van de afde- ling reactorenbouw van de Amerikaan- se Commissie voor Atoomenergie on- VS? iA'- langs gewezen. De prijzen van steen- 1 "iêt- *1^3 kool en olie liggen in Amerika lager dan in Europa. Dientengevolge kan „atomische" electriciteit in Europa eer- der concurrerend optreden dan in.de Ver. Staten. Daarnaast waren, aldus f l dr. Hafstad, de Europese wetenschaps- Jgtó JmS^KÊaÈil mensen over het algemeen genomen iV 'i twee maal zo goed als die in Amerika. j Het was zijn eigen ervaring, welke hem tot dit complimenteuze oordeel - - v wSÊh bracht. Een en ander bracht hem 'Pt5' |H «S® tot de overtuiging, dat Europa een voordeel van 4 op 1 had ten opzichte - van Amerika, voor wat betreft een economisch verantwoorde ontwikke ling der atoomenergie. In verband hiermee blijkt uit de En gelse bekendmaking inderdaad, dat En geland op weg is zich op dit terrein een voorsprong te veroveren en dat er Zich een vreedzame wedloop naar de atoomelectriciteit aan het ontwikkelen is tussen deze twee van de „grote drie" op atoomgebied de Verenigde Staten. Engeland en Rusland. Dwingende noodzaak Is het een op zich zeker niet ver- Oordelenswaardige jacht op records, Welke Groot-Brittannië ertoe gebracht heeft het zeer kostbare program voor het Britse atoomtechnische onderzoek dermate te stimuleren? Geenszins. Het is dwingende nood zaak. Engeland bezit slechts beperkte steenkoolreserves, maar weinig water kracht en bijna geen olie van zich zelf. Het grijpt naar de atoomkracht als naar een reddingboei, tegen het ogenblik, dat de steenkool daar nog schaarser gaat worden. En dat ogen blik staat Engeland binnen afzienbare tijd te wachten. De beste steenkoolla gen zijn reeds als gevolg van twee wereldoorlogen uitgeput. De ont wikkeling van de atoomcentrales is dus bedoeld als een maatregel ter be sparing op het gebruik van steenkool. Want andere maatregelen treffen geen doel. De grote investeringen in de ko lenmijnen hebben helaas niet tot resul taat, dat de kolenproductie belangrijk toeneemt. Tegenover dit onplezierige feit staat, dat het verbruik van brand stof en electriciteit in Engeland zich snel uitbreidt. De moderne industrie schreeuwt en dit niet in Engeland alleen om al maar méér electriciteit, om al maar meer energie. Tengevolge Van deze gang van zaken dreigt Groot- Brittannië, als alles bij het oude zou blijven, van een grote exporteur van steenkool een grote importeur te wor den. Het is dus zaak voor de Britten, hiet de grootste spoed een andere ener giebron aan te boren en tot ontwikke ling te brengen. Immers, de industrie moet ervan verzekerd zijn, dat het op treden van een crisis in de brandstof- Voorziening en de opwekking van elec triciteit voorkomen zal worden. En *ulk een crisis is geen hersen- senschim. Want, hoewel de gemiddelde Amerikaanse arbeider reeds drie keer zoveel electriciteit tot zijn beschikking heeft om voor zich te laten werken als zjjn Britse collega, is een tekort aan kolen, de grondstof voor de elec triciteit, onvermijdelijk, Engeland heeft Ïp liet ogenblik jaarlijks 63 millioen >n kolen nodig voor de opwekking van electriciteit. In de eerstkomende 15 a 20 jaar zal de geschatte Britse jaarpro ductie van kolen met een goede 20 mil lioen ton per jaar onder het geschat te verbruik blijven. Bij deze allerminst rooskleurige situa te is een van de eerste, voorlopige doel stellingen van het Britse atoomprogram ma het bouwen van een aantal atoom- factors, die in staat zijn voldoende fectriciteit op te wekken, om een be sparing van deze 20 millioen ton ko- '®h mogelijk te maken. Het is daar om, dat Engeland het gebruik van atoomenergie als het ware wel wil torceren. Twintig milligram plutonium Groot-Brittannië heeft intussen met j t uit nood geboren atoomplan de ogen er wereld op zich gevestigd. Een groot, rf' gedurfd, project. Een kostbare on tneming. Én wat is het begin van 't alles geweest? Waaruit is dit alles oortgekomen? Toch niet uit het niets, tor* ,Neen> niet uit het niets. Maar o scheelt het niet veel. hoe is dat alles begonnen? Met emg materiaal twintig milli- •nliHK11 Plutonium, het merkwaardige de 1 Trf materiaal, dat tevoren op aar- kwam was en er 00k niet voor- rihoo maar dat geboren is in de Ame- anse atoomreactors. Sir Edwin Noel Plowden, leider van de Britse Autoriteit voor atoomenergie. 1 Twintig milligram geleend plutoni um, een hoeveelheid, ongeveer ge noeg om er een speldeknop van te maken. Maar ook belangrijk genoeg om er een fabriek omheen te bou wen en een industrie de industrie van morgen op te grondvesten. Het is het verhaal van een wijze, vooruitziende, maar ook verrassende en energieke daad van diezelfde Brit se leeuw, die men zo af en toe nog wel eens geneigd is als een versufte oude sukkel te beschouwen. Hoe dat alles in zijn werk is gegaan, heeft de Britse regering, nu een jaar ongeveer geleden, door haar minister Kenneth Jay laten vertellen in een boek je, dat tot titel droeg „Britain's atomic factories." „The story of Atomic Ener gy Production," zo luidt de ondertitel en het is de moeite waard, deze „story" hier na te vertellen. Voor de oorlog kon het aantal lie den, die in Europa aan de mogelijkheid, dat men een atoombom zou kunnen ver vaardigen, gedacht hadden, vermoedelijk wel op de vingers van een hand geteld worden. Om van Amerika maar niet te spreken. We hebben wel eens ooit horen vertellen, dat de dichter Mathias Kemp uit Maastricht tot deze personen behoord heeft, maar over het algemeen had men deze lieden in de kring der atoomgeleerden te zoeken. Volgens het Steeds verder grijpt de macht van het atoom om zich heen. Onlangs heeft de Britse regering bekend gemaakt, dat zij in de komende tien jaar 12 atoom- centralen gaat bouwen, die in totaal 3 milliard gulden gaan kosten en die in totaal 1500 tot 2000 meggwatt aan elec triciteit zullen gaan leveren. De eerste centrale is reeds in aanbouw te Calder Hall m het graafschap Cumberland. De bovenste foto toont een maquette van de centrale. De andere foto laat een van de gebouwen zien, dat thans reeds in aanbouw is. In het totaal van de atoomcentrale is het slechts een zeer klein onderdeeltje. Op de maquette ziet men het gebouw geheel rechts onder in de hoek. W« vernemen van do Kath. Midden standsbond, dat men zich door de han delsmargebeschikking zeer bezwaard voelt. Men zal er met alle wettige mid delen naar streven om deze beschik king zo spoedig mogelijk weer inge trokken te krjjgen. Het bevriezen van de marges op een gemiddelde over het tijdvak van 1 Januari tot 30 Septem ber 1954 houdt een verbod in tot het doorberekenen van de zes procent loons verhoging. Men acht dit in scherpe tegenstelling met de gedragslijn die ten aanzien van andere sectoren van het bedrijfsleven gevoerd wordt. Wanneer bijvoorbeeld de noodzaak van doorberekening voor de landbouw verdedigd kan worden, dan ziet men de absolute onaanvaardbaarheid daarvan voor de middenstand niet in. Het karak ter van de vrijwillige zes procents loonsverhoging heeft zich door om standigheden anders ontwikkeld dan men wellicht kon voorzien. Het is een algemene loonsverhoging geworden, waaraan men zich moeilijk kon ont trekken. Dit moet men ten aanzien van de mogelijkheid tot doorberekening voor ogen houden. Men deelde ons verder mede, dat de voordelen voor de middenstand bij wij ziging van de omzetbelasting door de regering bij herhaling in het vooruit zicht gesteld zjjn als compensatie voor gestegen bedrijfskosten, o.a. bij meer dere loonronden en ook in de Midden standsnota. Men acht het daarom on juist dat in de enkele gevallen waar deze wijzigingen tot prijsstijging leid den de term „ongemotiveerde prijsstij ging" gehanteeerd wordt. Ook verzet men zich tegen het feit dat door de vage mededelingen over het onderzoek van de Economische Con troledienst de indruk niet wordt uitge sloten, dat de stijging van het index cijfer aan de handel te wijten zou zjjn. Men is van mening dat het tegendeel het geval is. De discussie over het gratiebeleid vormde gisteren de hoofdschotel bü de debatten over de begroting van het departement van Justitie in de Eerste Kamer. Het befaamde artikel van prof. Langcmeijer werd herhaaldelijk geci teerd en geïnterpreteerd. De beer Witteman (KVP) verklaarde dat zijn fractie op dit punt het beleid van de minister, als zijnde te star, afkeurt. Spreker sloot zich ten aanzien van de bijzondere positie van de politieke delin quenten aan bij de mening van prof. Langemeijer. Er zijn belangrijke verschillen met de commune delinquenten, welke de grond vormen om tot een soepeier gra tiebeleid over te gaan. Hij stelde uit drukkelijk dat hij niet wilde generali seren, de individuele persoon moet bij het beleid het uitgangspunt blijven vor men. Hij vroeg zich echter af of het feit van onze tienjarige bevrijding geen goede gelegenheid vormt om in dit op zicht grootmoedigheid te tonen, wellicht ook tegenover de commune delinquen ten. Advertentie Merkt U, dat U HAAR verliest? Roos is de eerste waarschuwing bij haaruitval. Misschien hebt U die eerste waarschuwing niet direct begrepen? Let dan nu goed op het volgende: als U thans haar in de kam vindt, moet U daar terstond iets tegen doen. Het is een vergissing, te denken, dat dit ver schijnsel vanzelf wel zal ophouden. Haaruitval dient onmiddellijk te wor den bestreden. Hoe? Wel, zoals talloze mensen het hebben gedaan sedert Sil- vikrin, de biologische haarvoeding, werd uitgevonden. Ga vandaag nog Silvikrin gebruiken, het vanouds oe- kende haargroei-preparaat, dat over de gehele wereld honderdduizenden dank bare verbruikers telt. Silvikrin kon hun weer nieuw haar geven, omdat alléén Silvikrin de 14 natuurlijke op bouwstoffen voor de haargroei in de juiste verhouding bevat; precies de juiste dosis Tryptofaan, Tyrosine, Cysti ne en nog 11 andere uit de amino- groep, welker namen U minder zullen zeggen, doch die voor hernieuwde haargroei onontbeerlijk zijn! Herstel Uw haar met Silvikrin be gin nog heden! De heer Diepenhorst (AR) stelde uit drukkelijk dat hij ten aanzien van de politieke delinquenten geen genade voor recht wilde laten gelden. Eventuele on gelijke behandeling en onbillijkheden bij de veroordeling moeten echter in aanmerking genomen wordt n. Uit tal van overwegingen pleitte spreker voor tegemoetkomingen. De heer Vixseboxse (CH) vond dat de grotere mate van verleiding tot misdaad in oorlogstijd bij de beoordeling der delinquenten in aanmerking moet worden genomen. De heren Algra (AR). De Vos van Steen- wijk (WD) en Cammelbeek (PvdA) zag i echter geen redenen voor een milder gratiebeleid aanwezig en stelden zich in dezen achter minister Donker. Enige druk werd op de m.nister uit geoefend in de kwestie Anneke Beek man. De heer De Vos van Steenwijk zag vele verzachtende omstandigheden, doch eiste dat de medeplichtigen reeds nu gestraft zullen worden. Het straf baar feit is bewezen en er is dus geen reden aanwezig om de opsporing van het meisje af te wachten. De stage-verordening van de Neder landse Orde van Advocaten vond geen genade. Mr. Cammelbeek vond haar in strijd met de Advocatenwet en met het algemeen belang. Ook de heren De Vos van Steenwijk en Diepenhorst ga ven van hun afkeuring blijk. De vrees bestaat dat men van de advocatuur een gesloten beroep maakt. De minister zou vandaag antwoorden. Het is voor het bakkersbedrijf niet ge makkelijk jong personeel aan te trekken. De lonen en arbeidsvoorwaarden in andere bedrijven zijn gunstiger. Bovendien is het verloop van ouder personeel tamelijk groot. Gecfacht wordt aan een oplossing in de richting van het samentrekken van kleine bakkerswijken met vroege bezorging. Hier door zouden de distributiekosten kunnen dalen. Ook zouden de beloningen voor de bezorgers beter kunnen worden. Dit zou passen in de van overheidszijde geopperde idee van een afhaalsysteem tegen iets la gere prijzen. Om tot verdere rationalisatie van cfe ar beid te komen, gaan de gedachten uit naar een ploegenstelsel in de grotere bak kersbedrijven. Sir John Cockcroft, Nobelprijswinnaar en leider van de wetenschappelijke research omtrent atoomenergie in Engeland, met zijn twee dochters. boekje waren er in Engeland in ieder geval geleerden, die in 1940 de aandacht van de Engelse regering op die moge lijkheid hebben gevestigd. Men was in Engeland aan het begin van de oorlog al vrij ver gevorderd op het terrein van de kernenergie. Het uit breken van de oorlog was echter de oorzaak dat het werk in Engeland ge staakt moest worden. Maar het werd in het veilige Canada voortgezet. En later werden de onderzoekingen van de Britten en de Canadezen met die van de Amerikanen gecombineerd en werd, wegens de veilige ligging van de Verenigde Staten, de vervaardiging van de atoombom in dat land ter hand ge nomen. Men ziet dus, Engelands bemoeiing met de ontwikkeling van de atoomener gie dateert dus niet bepaald van gis teren. En de Britse geleerden wisten er iets van af: in 1941 kwamen de Amerikanen zelfs de haringvijver over om in Engeland op dit terrein hun licht eens op te steken. Na de oorlog evenwel kwam aan een groot deel van de in oorlogstijd bestaande Engels-Amerikaanse samen werking op het terrein van het atoom een einde. En in 1946 werd in de Ver. Staten een wet aangenomen, de MacMahön-Act. die ten doel had te voorkomen, dat enig atoomgeheim buiten Amerika bekend zou worden. De Britse atoomgeleerden konden huis toe gaan. En ze namen mee, wat ze nu eenmaal niet in de Ver. Staten konden achterlaten: een ruime dosis ervaring in het wetenschappelijk kernphysisch onderzoek. Doch in ruil voor hun weten schappelijke bijdrage aan de ontwikke ling van de atoombom kregen zij geen inlichtingen hoegenaamd omtrent de practische kanten van de uranium- en plutoaiiumfabricage mee. En zo moes ten zij, terug in Engeland, de atoom installaties letterlijk en figuurlijk uit de grond stampen. Een enorme opgaaf, waarvan ze zich met succes gekweten hebben. Ten koste van honderden millioenen guldens werd in vijf jaar tijd een mach tige Britse atoomindustrie uit het niets opgebouwd. In het onderzoekcentrum Harwell, drie reusachtige fabrieken te Springfields, waar uranium uit erts wordt gewonnen. Windcale bij Sella- field (Cumberland), waar uranium in plutonium wordt omgezet en Ca- penhurst, waar het befaamde urani- um-235 geproduceerd wordt het in aanbouw zijnde energiestation Calder Hall in Cumberland, en de eveneens in aanbouw zijnde energiecentrale te Dounreay, in Caithness, in het uiterste noorden van Schotland, met een „broed"-reactor, bezit Engeland een belangrijk complex atoominstallaties, zjj het dan van bescheidener omvang dan in Amerika. Dank zij de ervaren chemici van de ICI (Imperial Chemical Indus tries) de Britse tegenhanger van de Duitse IG kreeg men de ont zaglijk zware problemen waarvoor men kwam te staan onder de knie. Twee mannen hadden hun krachten gegeven bij de leiding van deze suc cesvolle ontwikkeling: Sir Christopher Hinton die de opdracht had gekregen zo spoedig mogelijk plannen voor een Britse atoom-industrie te ontwerpen en de Nobelprijswinnaar Sir John Cockcroft, Engelands atoomgeleerde nummer één, die de wetenschappelij ke research leidde. In Maart van dat jaar legde de mi nister voor de Atoomenergie het par lement een ontwerp voor van een wet op de Atoomenergie, die voorzag in de oprichting van een Autoriteit voor de Atoomenergie. Deze vorm van toezicht op de atoom energie wordt ontwikkeld volgens richtlijnen, welke dichter de structuur van een industriële organisatie nade ren, dan een regeringsorgaan. De Auto riteit is een „public corporation", een statutaire corporatie, met een uitvoe rend bestuur. Op 1 Augustus is deze Britse Auto riteit voor de Atoomenergie, onder lei ding van sir Edwin Noel Plowden, be gonnen te functionneren. Op haar rust de taak het program te coördineren. De commerciële centrales, welke men nu van plan is te gaan oprichten, zullen door de particuliere industrie gebouwd worden voor de „electricity authorities" die er de eigenaars van zullen worden en die ze zuilen iaten functionneren. Het is voor de Britse ontwikkeling van de vreedzame atoomenergie van geen gering belang, dat Engeland toe gang heeft tot voldoende uraniumbron- nen. Drie zeer belangrijke uraniumge- bieden horen onder het Gemenebest. Daar is Canada, dat een belangrijke uraniumproductie bezit, Australië, waar aanzienlijke hoeveelheden uranium zijn ontdekt en tenslotte Zuid-Afrika, dat eveneens uranium levert. Deze stap in het atoomtijdperk opent voor de Britse economie wel een zeer aantrekkelijk toekomstperspectief. Mr. H. C. M. EDELMAN. (Van onze correspondent in Spanje) Hoewel van officiële kerkelijke instanties niet te vernemen is, in precies welke vorm en met precies welke soort van aandrang de daartoe strek kende stappen zijn gedaan, is het wel als zeker te beschouwen, dat de aartsbisschop van Sevilla, Pedro, kardinaal Segura y Saenz, te kennen is ge geven, dat het vrijwillig opgeven van zijn aartsbisschoppelijke zetel, zoals de zaken thans liggen, de meest wenselijke uitweg biedt uit de onhoudbare positie, waarin hijzelf en met hem de Kerk in het Sevillaanse aartsdiocees en de Sevil- laanse Kerkprovincie zijn komen te verkeren. In feite is de Kardinaal zijn afstand doen reeds duidelijk gesuggereerd, toen hem begin November van het vorig jaar, ongevraagd en tegen zjjn wil in, door de H. Stoel in overleg met de Spaanse regering, een coadjutor met recht van opvolging en „cum omnibus juribus et facuitatibus" werd toegewezen in de persoon van mgr Bueno Mon- real, tot dan toe bisschop van Vitoria. Wij hebben toen reeds op de bevreem dende omstandigheden gewezen, waaronder mgr Bueno Monreal's benoeming en diens inbezitname van zijn nieuwe functie plaats hadden. fenwoordigheid van de nuntius, van de evilliaanse geestelijkheid en duizenden gelovigen, in zijn kathedrale basiliek. Hij zeide daarin, dat hij „zijn trouw aan de H. Stoel onverlet zou handhaven, ondanks de hem opgelegde offers." Nochtans bleef hjj erbij, dat zijn on verzoenlijkheid in de kwestie van het protestantisme in Spanje de oorzaak was van de indirecte blaam, waarmede de H. Stoel hem had getroffen door de toewijzing van een coadjutor. De daaropvolgende dag hield de pau selijke nuntius in het grootste theater van Sevilla een toespraak tot een ge hoor van enkele duizenden leden van de Katholieke Actie en van de Sevillaan se „cofradias", gepresideerd door mgr Bueno Monreal, terwijl de kardinaal aartsbisschop natuurlijk niet aanwezig was. In deze toespraak bracht mgr An- De kardinaal bevond zich te Rome aan het hoofd van een pelgrimage en binnen de vierentwintig uur na de officiële be kendmaking van zijn benoeming had mgr Bueno Monreal te Sevilla het ka- nunnikencollege in buitengewone zitting bijeengeroepen. Kardinaal Segura, in al lerijl per vliegtuig uit Rome via Ma drid teruggekeerd, kwam daags daarop te Sevilla aan en vond er zijn coadjutor reeds canoniek geïnstalleerd. De episo de was uiterst pijnlijk en het vervolg niet minder. Kardinaal Segura bleef zijn coadjutor ignoreren, terwijl zijner zijds mgr Bueno Monreal, krachtens zjjn „rechten en volmachten" praktisch het bestuur van het aartsdiocees aan zich trok: in grote meerderheid had mgr Bueno Monreal de hogere en lagere geestelijkheid op zijn hand, en ook de Katholieke Actie. In mgr Bueno Mon real zagen zij eindelijk de bisschop, die een open oog had voor de realiteiten van de huidige eeuw, voor de diepe geestelijke noden van het diocees en voor de moderne vormen van het apos tolaat. Hoezeer kardinaal Segura de wer kelijke macht over zijn diocees was kwijtgeraakt bleek de vorige maand, toen hij, om zijn jongste aanval op de regeringspolitiek van verdraag zaamheid en laksheid tegenover de protestantse penetratie te lanceren, zijn toevlucht had moeten nemen tot de uitgave van een clandestien ge drukt vlugschrift: tot dusver publiceer de hij deze aanvallen langs de gebrui kelijke weg van het officieel dioce saan mededelingenblad. Men kon wel haast spreken enhet is in katho lieke milieux ook gedaan van een Sevillaans schisma. Niet alleen van wege de scheuring in het aartsdio cees zelf tussen aanhangers van ener zijds de coadjutor en anderzijds de kardinaal, maar ook vanwege de houding van deze laatste tegenover de H. Stoel. Tenslotte is de pauselijke nuntius te Madrid, mgr Ildebrando Antoniutti, per soonlijk in Sevilla tussenbeide moeten komen. De nuntius heeft er van de kar dinaal-aartsbisschop een openlijke ver klaring van trouw aan de H. Stoel ge- eist. Kardinaal Segura heeft deze op 19 Februari dan ook afgelegd, in te- (Van onze correspondent) Op een wel zeer wonderbaarlijke wij ze is de bestuurder van een personen auto, de heer J. de Boer uit Deventer, Dinsdagmiddag aan een ernstig onge luk ontsnapt. De heer de Boer reed met zijn auto langs het Apeldoorns-Dierens kanaal en slipte. Het gevolg was dat de auto in de berm langs het kanaal te recht kwam en daar over de kop sloeg om vervolgens op het ijs midden boven de vaargeul op zijn wielen terug te ko men. De heer de Boer opende met veel tegenwoordigheid van geest het portier en slaagde erin via het ijs de vaste wal te bereiken. Hij had geen spatje aan zijn kleding gekregen. Ondertussen zakte de auto met veel geraas door het ijs om geheel onder water te verdwij nen. Met veel moeite heeft de brand weer de wagen later weten op te take len. De Nederlandse sleepboot „Rode Zee" is Dinsdagochtend het Australische vrachtschip „Ulooloo" in een zware storm te hulp gekomen, nadat de sleep boot zwakke SOS-seinen had opgevan gen bij het passeren van de „Ulooloo" in de Koraalzee. De „Rode Zee" slaag de er in het schip op sleeptouw te ne men en seinde later dat alles in orde was. De „Ulooloo" dreef hulpeloos rond in een storm met een windsnelheid van 90 mijl per uur. Reusachtige golven overspoelden het schip waardoor de machinekamer onderliep, de „Ulooloo" was van Bowen op weg naar Sydney en kwam ter hoogte van Mackey (Queens land) in een storm terecht. De „Rode Zee" was op weg om de oude Austra lische kruiser „Australia" op te halen, die zij naar Engeland zal brengen waar het schip gesloopt wordt. toniutti een door het gehoor met een ovatie begroete warme hulde aan mgr Bueno Monreal „vanwege zijn trouw aan de H. Stoel" en „zijn streven om de katholieke Actie gericht te houden op Rome, bron van waarheid en licht." De naam van kardinaal Segura werd daarentegen in de toespraak niet ver meld. De pauselijke nuntius gewaagde verder nog van „de goede betrekkingen, die er tussen Kerk en Staat, ieder in zijn eigen sfeer, moeten bestaan" en aan het slot sprak hij de verwachting uit, dat het bisdom Sevilla, dat „in het verleden zulke schitterende pagina's in de Kerkhistorie had geschreven, op nieuw onder de Spaanse diocesen de plaats zou innemen, die het toekomt." Wanneer een figuur van dermate on buigzaam karakter thans tragisch dreigt te moeten breken, zjjn daar ook de Spaans-Amerikaanse accoorden niet he lemaal vreemd aan. Niet zozeer omdat kardinaal Segura tegen de nationale, in deze accoorden belichaamde politiek ge kant is, als wel omdat de tenuitvoer legging van deze accoorden voor zijn dio cees en zjjn bisschopsstad de nagenoeg permanente drukke aanwezigheid van Amerikaans personeel meebrengt en, daaruit voortvloeiend, volgens de hem inquisitoriaal obsederende visie, het ge vaar voor zjjn kudde van „protestant se", „ketterse" contacten. In de nabij heid van Sevilla wordt een van de grote Amerikaanse luchtbases aangelegd en in de haven Sevilla zjjn geregeld Ame rikaanse vlooteenheden op bezoek. Advertentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 5