55 millioen voor een droom Leerling van Jules Verne Eredoctor Van Zwanenberg met rode cappa getooid BOEKENWEEK geopend met „Bastien und Bastienne" Samenwerking in onafhankelijkheid tussen universiteit en industrie De Muzen van Wim Kan en Lotte Goslar Spoed gemaakt met wetsontwerpen 1 Grote belangstelling in Utrechts Domkerk Maximale zekerheid Minimale premie Mgr. M. Bodewes G.S.Sp. Apostolisch prefect van Belastingen en huren SPROETEN**m Koop tijdig SPR UT O L Bangassou A mbtenarensalarissen Verdere documentatie De actie van N.F.R. en Stichting '40-'45 „Geen sprake van doorkruisen" Werving Oostenrijkse mijnwerkers geslaagd ZATERDAG 26 MAART 1955 PAGINA 7 Coöp- Levensverzekering Mij. u.a Stoomgenerator] lAtoomreactorl [Turbinel Condensor; Schroef 1 |Torpedo's HYMAN G. RICKOYER, de bouwer van de eerste atoomduikboot Het zal zo heel lang niet meer duren, of Amerika's tweede atoomduikboot zal te water worden ge laten. Zoals men weet, heeft de eerste atoom duikboot, de „Nautilus", in Januari van dit jaar twee proefvaarten gemaakt. Enige duizenden mijlen heeft hij afgelegd en talrijke malen werd gedoken. De tweede atoomduikboot, die men de „Zeewolf" heeft gedoopt, zal na zijn tewaterlating nog wel bijna een jaar behoeven, alvorens geheel afgebouwd te zijn. Volgend voorjaar, zo wordt verwacht, zal de „Zeewolf" in de vaart komen. Het oudste kind in een gezin is altijd een voortrek ker, een pionier. Het tweede kind, en de volgende, pro fiteren van de prille levenservaringen, welke de oudste, niet minder dan de ouders zelf trouwens ook, in zijn jonge leventje heeft opgedaan. Zo is het ook met de atoomduikboten. Op de „Zee- Wolf" heeft men verbeteringen aangebracht, welke ge vonden werden na de bouw, de proefvaart en de inge bruikname van de „Nautilus". En ook de atoomreactor is van een ander type. Maar wanneer de „Zeewolf" binnenkort zijn neus in het zilte nat zal gestoken hebben, zal de atoomduikboot Van een, even revolutionnair als romantisch en geheim zinnig, wonderschip tot een gangbaar type bij de Ame rikaanse marine geworden zijn en zal admiraal Hyman George Rickover, de profeet van de atoomduikboot en zijn bouwer, het bewijs hebben, dat zijn fanatiek ge streden strijd om de atoomduikboot zin en reden heeft gehad. Want de story van de eerste atoomduikboot ter wereld is de story van Rickover. Voor de kostende prijs van 55 millioen goede Ameri kaanse dollars heeft de Marine van de Verenigde Sta ten Rickover's droom verwerkelijkt en zijn profetie tot waarheid gemaakt. Er zijn vele dromers en profeten in de wereld, maar zo iets gebeurt niet alle dag. Maar Rickover heeft er dan ook vertwijfeld voor moeten vechten. Met al de hardheid en hoekigheid, die in hem was. En tijdens dat gevecht dat jarenlange gevecht heeft hij zowel ogenblikken van triomf als van de diep ste teleurstelling en de grootste ontgoocheling gekend. Ogenblikken, waarop alles verloren scheen en hij alleen maar door zich verbeten aan zijn einddoel vast te klau wen en weer opnieuw te beginnen zijn project boven de golven van het tegentij uit kon houden en van de dreigende ondergang redden. Wanneer was hij begonnen, die droom van Hyman George Rickover? Hoe veel grote dromers kunnen nog zeggen, wanneer precies hun droom een aan vang nam? Is het misschien geweest in die dagen tijdens de eerste wereld oorlog, toen het zoontje van de uit Po len geëmigreerde kleermaker Rickover daar ergens in een eenvoudige woning in de millioenenstad Chicago met gloei ende wangen en brandende ogen, de vingers in de oren gestopt, gebogen zat over Jules Verne's adembenemende ver haal van de bodem der zee iV\ het won derschip de „Nautilus" volgde op zijn romantische onderzeese tochten? Geen uitblinker, die „Rick", zoals zijn kame raden deze middelbare scholier noemen. Geen uitblinker, maar wel een lees- maniak, een boekenverslinder met een niet te verzadigen honger naar weten. En één, die zich kan laten begeesteren en dan het contact met de werkelijk heid zo ver verliest, dat zvjn dromen beginnen te leven en het hem tenslotte niets doet, als zijn zusters en zijn ka meraden hem uitlachen om zijn opge wonden verhalen over kapitein Nemo's geheimzinnige „Nautilus". Het is geen briljante scholier, geen gewaardeerde leerling, geen getapte ka meraad. Het is een eenzame, ontoegan kelijk, stil en teruggetrokken. Hij sluit zich niet aan, op het sportterrein is hij niet van de partij, hji leeft voor zich zelf, met zijn boeken en zijn toekomst dromen, zijn wensen en idealen. Eén wens en niet de geringste: zee officier worden. Als hij achttien jaar is, wordt deze vervuld, hij wordt leerling van de marine-academie. Operatie „Moftenbal Zijn marinecarrière is niet storm achtig, zij heeft niets wat herinnert aan een meteoor. Langzaam beklimt hij de ladder, doorloopt hij de rangen. Een officier uit de middelmaat. Hij valt niet in het oog, hij verricht geen goedkope, spectaculaire daden, hij is een tech nicus. Hij heeft zich gespecialiseerd in electrotechniek, hij volgt schriftelijke cursussen en studeert aan boord. Een korte tijd dient hij op een oude onder zeeboot. Wel was de droom van Jules Verne werkelijkheid geworden, doch deze droom was eigenlijk toch méér dan deze aftandse „Nautilus", die verlangde naar haar doodsbed bij de sloper. Men maakt in Washington gebruik van zijn technische kennis. Hij komt bij de technische dienst en verbetert onder de tweede wereldoorlog de electrische uitrusting van de Ameri- FOTO BOVEN: Admiraal Hyman George Rickover bekijkt met Da niel A. Kimball, minister van Marine, een model van de Nautilus FOTO LINKS: De „Nautilus", het eerste atoomvaartuig ter wereld, loopt van de werf te Groton in de Amerikaanse staat Connecticut van stapel. perieuren daar hebben nog wat met hem af te rekenen en zij begraven zijn rap porten onder bergen ambtelijk papier. En na zijn bezoeken grijnst men elkaar eens sarcastisch aan. „Zo'n fantast!" Maar in Oak Ridge vindt hij gehoor. De bekende atoomgeleerde dr. Edward Teller, die naderhand bestempeld zou worden als de „vader van de waterstof bom", ziet wat in het idee van de man, die de „vader van de atoomduikboot" zou worden. Hij steunt hem en zo komen er ook in Washington wat invloedrijke lieden, die achter het plan gaan staan. De vijanden zijn slechts langzaam te overwinnen en eerst op 1 Mei 1948 geven de Marine en de Commissie voor de Atoomenergie hun toestemming. De voorbereidende werkzaamheden voor de bouw kunnen beginnen. Rickover is de grote man: er komen kaanse schepen. Maar dat verschaft hem geen roem. Daarover brengen de kranten zeker in oorlogstijd geen grote koppen op de voorpagi na's. De oorlog is voorbij en de vele oorlogs schepen keren terug in de havens. De Navy zit met de vele overtollige ma rineschepen in de maag. In vredes tijd is er geen emplooi voor Ze moeten opgelegd worden. Maar ze mogen niet verroesten. De „Operatie-Mottenbal" wordt uitgevonden. Een vloot, ingepakt in cellofaan, dat is de oplossing. Komt er weer een oorlog, dan maakt men de verpakking open en haalt de vloot er uit. Een technisch probleem, iets min der eenvoudig, dan wij het hier in-a-nut- shell afschilderen. Kapitein Rickover is van de partij. Het wordt 1946. Het woord atoomener gie wordt troef in de Verenigde Staten. En ook de U.S. Navy «egint er zich voor te interesseren. Zal het iets voor de marine te betekenen krijgen? Er moet gestudeerd worden, men moet zich oriënteren. Rickover meldt zich aan als vrijwilliger en hij verhuist met een groepje jonge officieren van Washington naar het atoomcentrum Oak Ridge. Men ademt verlucht op, op de ma- rinebureaux van Washington, want Rick over is niet bepaald een geliefd colle ga. Hij had er slag van, zich vijanden te maken. Tegenwerking Het duurt niet lang, of Rickover, die zich daar in Oak Ridge tot over de oren in de studie van de mogelijkheden van het atoom heeft gestort, ziet grote kan sen voor de marine. Een atoomduikboot. Hij schrijft enthousiaste rapporten naar Washington. Maar zijn collega's en su- credieten, een staf van wetenschappe lijk personeel, laboratoria, enorme opdrachten aau grote industrieën en nieuwe vijanden. Want Rickover, die op de bok zit, ergert zich dood aan de suffe trage gang der bureaucratische paarden. Onbarmhartig legt hij de zweep er over en als zij kunnen trach ten zij hem te bijten met hun grote gele tanden. Kapitein Rickover is een geobsedeer de, een bezetene. Hij ziet slechts één ding: de atoomduikboot. „Het heeft nog heel wat voeten m de aarde, het kan nog jaren duren...," zeggen zijn vijan den. „Het moét. en snel!" zegt Rick over „En snel!" ja, zeker, maar er zijn nog heel wat moeilijkheden te overwin nen, er moeten heel wat proeven worden genomen. Er wordt een proefstuk ge reed gemaakt, een „droge" atoomon derzeeër, op vijftienhonderd kilometer afstand van de zee, ergens in de woes tijn van de staat Idaho. Pe „Flying Enterprise" Maar dan komt een grote slag. Een slag, waarvan niemand iets weet, be halve kapitein Rickover. En nog een man. Het is December 1951 en de storm buldert over de Atlantische Oceaan. En opeens vliegen de koppen over de voor pagina's van de kranten, die de hele wereld vertellen van de verbitterde en wanhopige strijd door de Deense kapi tein Kurt Carlsen gevoerd om het be houd van zijn door de storm en de gol ven toegetakelde schip, de „Flying En terprise", een Liberty-schip. En in alle landen volgde men ademloos de riet zo veel doodsverachting gestreden helden- strijd van kapitein Carlsen. Waarom stelde hii alles in de waagschaal om schip en lading te behouden? „Smokkel waar", zeiden lastertongen. „Antiqui teiten en kostbare apparaten", zei Carl sen. Maar méér zei hij niet. Eerst dit jaar werd het onthuld. Het was een lading zirconium, een zeldzaam metaal, bestemd voor de atoomduik boot. Zonder zirconium geen atoom duikboot. Toen niet, tenminste. Nu wel. Zirconium is zeldzaam, en toch komt het méér voor dan tin. Maar het is steeds vermengd met een ander metaal, hafnium en daar moest het van geschei den worden. Alleen een fabriek in de buurt van Hamburg beschikte over de daarvoor nodige installaties. En de „Flying Enterprise" bracht het zuivere zirconium mee. Met de „Flying Enterprise" leek ook de „Nautilus" te kelderen. Maar Rickover was er ook nog. Hij haalt de kopstukken van de Amerikaanse metallurgische industrie bij elkaar. Als de Duitsers zirconium kunnen zuiveren, zouden de Amerikanen dit dan niet kun nen? Kort daarop had Rickover zijn zirconium en de atoomreactor voor de „Nautilus" kon vervaardigd worden. Kapitein Rickover is knap genoeg om een atoomduikboot te bouwen, maar hij is niet goed genoeg om ad miraal te worden. Men „lust hem niet" in Washington. Misschien om dat hij geen „glamour boy" is? In elk geval, twee maal wordt door de bevorderingscommissie zijn benoe ming tot admiraal afgestemd. De kran ten moeten voor hem in de bres sprin gen en eerst een persoonlijk ingrijpen van president Eisenhower brengt tot stand wat te voren blijkbaar onmoge lijk was. Gevecht met de tijd Rickover heeft geen jaren gedaan over de bouw van een bruikbare atoom onderzeeër. Hij heeft haar zijn vijand, de tijd, met geweld uit de handen gewrongen. Fa sen waren er voor hem om overgesla gen te worden, levertijden om verkort te worden. Een firma vroeg een lever tijd van een jaar, maar Ricover bleef aan de telefoon hangen zijn telefoon rekening verslond schatten en hij kreeg het bestelde geleverd in tien we ken! Niet opwindend Hij liet de atoommotor, de Mark I, in een proefonderzeeër 'inbouwen, die, in een reusachtige bolvormige tank met een 825.000 liter zeewater gevuld, werd opgesteld en aan de bodem vast geschroefd, in een verlaten ual in Ida ho. Op 31 Mei van het jaar 1953 werd de zaak aan de gang gebracht en de motor bleef draaien. De eerste atoom motor ter wereld! Het was een histo risch ogenblik, maar het was niet im posant. „Het was minder opwindend, dan het aansteken van een petroleum stel", zei een van de aanwezigen nuchter. Het ging zo helemaal eenvoudigweg, zonder grote woorden of gebaren. Er was zelfs een fotograaf vergeten. En niemand had om een „drinky" gedacht, om het heuglijke feit te vieren. Maar dat was toch te erg, en iemand haalde schielijk een fles alcohol uit het labo ratorium met een fles soda-water, om een feestelijke dronk te fabriceren. Op 21 Januari 1954 liep zijn atoom duikboot van stapel. Zij werd toen de „Nautilus", want mrs. Eisenhower, de vrouw van de president was haar ko men dopen. Nog geen jaar later, op 17 Januari 1955 was het de dag van de technische proefvaart. Voor de eerste maal in de geschiedenis der mensheid zou een voer- of een vaartuig door atoomenergie worden voortbewogen. Ruim honderd man van de marine en zestig civiele deskundigen waren aan boord van de „Nautilus", toen hij uitvoer naar de Long Island Sound. Burgers mochten dit uitvaren niet ga deslaan, de journalisten werden op een afstand gehouden. Doch toen het mach tige schip van 2800 ton langzaam de rivier opvoer, seinde het met lichtsig nalen de boodschap: „Wij varen op atoomkracht". Dat was het grote moment voor Rickover,' de gehate, miskende en te gengewerkte profeet van de atoom duikboot, wiens „story" wjj u hier hebben verteld. Mr. H. C. M. EDELMAN „Niet uw persoonlijke bijdrage tot de wetenschap, maar uw verdiensten op ander niveau zijn aanleiding ge weest u het eredoctoraat in de genees kunde te verlenen. Hoewel zelf geen academicus, heeft u de wetenschap, in het bijzonder de geneeskunde, be vorderd en gestimuleerd op meer in directe, doch hoogst efficiënte wijze". Aldus sprak Vrijdagmiddag in de Dom kerk te Utrecht de promotor, prof. dr W. G. Sillevis Smitt, tot de heer Saai van Zwanenberg uit Oss, nadat hij de nieuwe doctor met een plechtig ge baar het diploma overhandigd had en de secretaris der medische faculteit, prof. dr J. Jongbloed, verzocht had de heer Van Zwanenberg te bekleden met de rode cappa, symbool van zijn nieu we waardigheid. Er klonk geen,applaus onder de ho ge gewelven, maar het moment van intense stilte, dat op de overhandiging volgde, zei meer dan welk luidruchtig bewijs van instemming ook had kun nen doen. De twaalfhonderd aanwezi gen, onder de indruk van het plech tig gebeuren, beseften op dat moment tenvolle wat een dergelijke onderschei ding moest betekenen voor de man, die even later verklaarde, dat hij het zich tot zijn levenstaak had gesteld het werk van anderen te bevorderen. De wijze waarop dit gebeurd was en de betekenis hiervan werden door de promotor uitvoerig geschetst. Wat de N.V. Organon. onder leiding van de heer Van Zwanenberg bereikt heeft, had in een universitair laboratorium nimmer gerealiseerd kunnen worden. In deze tijd van super-specialisatie en teamwork kunnen in een dergelijk ex- tra-universitair centrum elitegroepen van wetenschappelijke werkers ge vormd worden, waartoe de universi teit helaas niet meer in staat is, al dus prof. Sillevis Smittj die tenslotte benadrukte, dat geen economische over wegingen in de werkgemeenschap van Organon geprevaleerd hadden; het was de vooruitgang der wetenschap, die de heer Van Zwanenberg had gestimu leerd. Een stimulans, die zó groot was, dat hij na de bitterheid van zijn bal lingschap tijdens de oorlog in En geland zijn geschonden levenswerk weer opnam. In zijn dankwoord benadrukte de heer Van Zwanenberg, dat de sa menwerking tussen universiteit en industrie niet mag leiden tot af hankelijkheid. Spr. citeerde het En gelse boek „Science in War", waar in de samenwerking tussen Orga non en universiteit ten voorbeeld wordt gesteld aan Engeland. „Het van oudsher bestaande wantrouwen van de academicus ten opzichte var de industrie moet overwonnen wor den. Deze volkomen verkeerde gees teshouding zou ongetwijfeld kunnen verdwijnen in een redelijk geïnte greerd werkschema van pharmacue- tische ontwikkeling, indien allen, in plaats van enkelen, in deze tot sa- Advertenti k voor collectieve per soneelv er zekeringen Hoofdkantoor: Oudonoord - Utrocht Tol. 16591 <3 ll|non> werper v.d. atoomdumbool W.YJ Commandopost! Verblijven v.d. bemanning) De Nederlandse Boekenweek, de twin tigste, werd gisteravond in de Stads schouwburg te Amsterdam geopend met al het ceremonieel, dat bjj deze avonden traditie is. De schouwburg was versierd, het publiek eveneens. Het publiek, dat waren de uitgevers, de boekhandelaren en de auteurs, de notabelen onder hen, die op de Olym pus zitten, deze avond gesymboliseerd door het presenteerblad met aangren zende gebieden, en de kleinen, die e'r nog moeten komen en overal en nergens zaten. Aangezien iedereen er was, heeft het geen zin u te vertellen wie er waren. Vast staat, dat ditmaal zelfs dr. Willem Drees er was. Hij hield de openingsspeech, zodat er geen twijfel kan bestaan. Nadat dit geschied was, vertoonde allereerst de Nederlandse Opera onder leiding van Alexander Krannhals Mo zart's zangspelletje „Bastien und Bas tienne" in een precieus pittoresk décor- tje en costuums van Hans van Norden, geregisseerd door Heinrich Altmann en met- Hedda Heusser, Rudolf Kat en Guus Hoekman in de drie rollen. Dit werd een allerliefste vertoning, heel fijntjes gemusiceerd, maar een tikje te bedachtzaam, hetgeen misschien ver klaard kan worden door het feit, dat het stuk niet door en door vast zat. Met de bezetting voelde men zich niet altijd even gelukkig, want al is Hedda Heusser wel een muzikaal actricetje en al heeft zij een mooie kleine stem, zjj komt maar niet over haar detonaties heen. Het is niet te begrijpen, waarom ditniet verholpen wordt. Rudolf Kat was een verdienstelijke Bastien zonder evenwel door bijzondere stemhoedanig- heid op te vallen en Guus Hoekman was Colas, de goedige tovenaar, die hij heel verzorgd en als altijd magnifiek van klank voor het voetlicht bracht. Na de pauze was de beurt aan de lichte en de allerlichtste Muzen. De al lerlichtste werd niet bepaald vertegen woordigd door Wim Kan. Hij is zwaar en vol van inhoud vergeleken met Lotte Goslar, die in het geheel geen inhoud heeft, maar dit niets met een verbijs terende flair presenteert. Wim Kan heeft de zaal een half uurtje zeer ver maakt, misschien een tikje haars on danks, want het lijkt mij na dit halve uur bepaald niet zeker, dat Wim Kan heel erg dol is op de literatoren. Neen, hij gooide weliswaar niet met rotte ap pelen, maar in het overdrachtelijke kreeg men toch geen moment de in druk, dat hij lauwerkransen de zaal stond in te werpen. Men heeft zich zeer vermaakt met Wim Kan, om welke re den dan ook. Na afloop van de voorstelling was het bal L.H. Deze week zijn de wetsontwerpen in zake belastingverlaging en huurverho ging door de Tweede Kamer in de af delingen onderzocht. Het is de bedoe ling dat aan het eind van de komende week of in het begiq van de Goede Week het voorlopig verslag zal ver schijnen. Men zet er alles op om de behandeling te bespoedigen en in ieder geval de wetsontwerpen voor 1 Juli in het Staatsblad te krijgen. Daarop bestaat tot dusver goede hoop, zodat de belas tingverlaging waarschijnlijk inderdaad op 1 Juli zal kunnen ingaan. Advertentie komen vroeg in't voorjoor Op het provincialaat der Paters van de H. Geest te Rhenen is jericht ont vangen, dat pater M. H. M. Bodewes C.S.Sp. door de H. Stoel is benoemd tot apostolisch prefect van Bangassou in Frans Midden-Afrika. De prefectuur Bangassou werd 14 Ju ni 1954 opgericht door afscheiding van het vicariaat Bangui. In de nieuwe pre- j fectuur zijn speciaal Nederlandse paters I van de H. Geest werkzaam. i Bastien en Bastienne: Rudolf Kat en Hedda Heusser. menwerking zouden kunnen ko men". De rector magnificus, prof. dr H. W. Julius, zinspeelde in zijn felicitatie op deze samenwerking, toen hij er op wees, dat het streven van de heer Van Zwanenberg en dat van de uni versiteit in dezelfde bedding stroom den en dat dit samengaan door de ver lening van het eredoctoraat tot uit drukking moest worden gebracht. Na afloop van de plechtigheid reci pieerde de eredoctor in het univer siteitsgebouw, dat nauwelijks alle be langstellenden kon bevatten. Onder hen, die in de kerk en op de recep tie aanwezig waren, bevonden zich de minister van Binnenl. Zaken, prof. dr. L. Beel, de commissarissen der Ko ningin in de provincies Utrecht, Noord- Brabant en Overijssel, de burgemees ters van Utrecht en Oss, vele leden van het curatorium en een lange stoer van hoogleraren in plechtig-zwarte toga's. Specialisten Aan de Diesrede ging Vrijdagmor gen in de Stadsschouwburg een bijeen komst vooraf, die georganiseerd werd door de samenwerkende studentenor ganisaties. Prof dr K. C. Winkler sprak over „De strijd om het verstaan", in welke rede hij de universiteit verge leek met een concert, waarbij de curatoren als impressariï optreden, de rector magnificus dirigent is, de hoog leraren met hun al eigenaardighe den soliëren, de studenten het koor voren en de wereld het publiek is. Sprekend over het steeds verder gaande specialisme, merkte hij op, dat de universiteit vakmensen opleidt, maar dat de wereld niet het minst gebaat is bfj meer specialisten in welk vak dan ook. Er is alleen behoefte aan mensen, die inzicht, overtuiging en verantwoordelijkheid hebben, die heb ben leren denken en die willen ver staan. Het belangrijkste facet van de veelzijdige taak van de Universiteit is niet de student een vaktaal te leren, maar hem te leren verstaan en te den ken in het eigen vak en te leren zelf standig vraagstukken op te lossen. Op de Diesviering volgde vandaag de jaarlijkse Universiteitsdag, waar voor een uitvoerig programma van fa culteitslezingen was samengesteld, dat besloten werd met een algemene bij eenkomst in de Domkerk en een ont vangst van de deelnemers door het college van curatoren en het bestuur van het Universiteitsfonds in de aula van het Universiteitsgebouw. Tijdens de bijeenkomst in de Domkerk hield prof. dr E. J. Dijksterhuis een rede over de Natuurwetenschap in de Eeuw der Verlichting, nadat de voorzitter van de theologische faculteit, prof. dr A. H. Edelkoort, en de voorzitter van het Utrechts Universiteitsfonds, prof. dr V. J. Koningsberger, woorden van welkom gesproken hadden. Zilveren medaille Traditiegetrouw heeft de faculteit der rechtsgeleerdheid, hiertoe in staat ge steld door het Utrechts Universiteits fonds, vandaag, tijdens de viering van de Universiteitsdag, een zilveren me daille uitgereikt aan een oud-leerling der faculteit, die door kennis en werk voor de Nederlandse gemeenschap ge toond heeft een vooraanstaande plaats onder de Nederlandse juristen in te nemen. De uitverkorene was mr H. de Bie, oud-president van de Rotter damse rechtbank. Behalve het onderzoek naar de dis crepantie tussen de reële lonen in het vrije bedrijfsleven en in overheids dienst. waaromtrent aan een verder gaande documentatie wordt gewerkt, heeft de ARKA nog een andere pijl op haar boog bij het voortzetten van haar actie om tot het algemeen inzicht te komen dat salarisverhoging voor het ambtenarencorps niet langer kan uit blijven. Deze organisatie heeft namelijk een rapport laten samenstellen inzake de begrotingspositie van de gezinnen der ambtenaren, een rapport over de zgn. „normatieve budgetering". Dit rap port, waaraan bekwame statistici en economen hebben medegewerkt, is de zer dagen in voorlopige opzet gereed gekomen. Het zal begin April in een vergadering aan het hoofdbestuur wor den aangeboden en besproken. Uit een en ander blijkt wel dat het afsluiten» van het georganiseerd overleg door minister Beel nog geenszins bete kent, dat de organisaties het er nu ver der bij laten zitten. Integendeel. De rede van de minister wordt van die zijde zeer nauwkeurig bestudeerd en men heeft er reeds enige aanknopingspunten in ge vonden om tot verdere ontplooiing van activiteit te komen. De Nationale Federatieve Raad van het voormalig verzet deelt mee, dat hij het meer nog dan het bestuur van de Stichting '40'45 betreurt dat er blijk baar door de gelijktijdige acties van de NFR en de grote en laatste inza meling van de Stichting '40'54 misver standen kunnen ontstaan. Zij wensen de aandacht er op te vestigen, dat tot de actie van de NFR voor de viering en het behoud van de 5e Mei als natio nale feestdag reeds werd beslóten op het in Mei 1954 gehouden congres van deze organisatie, toen van een eventuele inzameling voor de Stichting '40'45 nog niets bekend was. Van een doorkrui sen van deze inzameling t.b.v de Stich ting is dus geen sprake, aldus de NFR, die er tenslotte op vertrouwt, dat het Nederlandse volk met gulle hand de in zameling van de Stichting '40'45 zal gedenken en dat de actie voor het be houd van de 5e Mei als nationale feest dag zijn weerklank zal blijven vinden. De door de Oranje Nassaumijnen in Januari begonnen actie voor werving van arbeiders uit Oostenrijk kan reeds I als volledig geslaagd worden beschouwd. I Alhoewel deze actie nog niet is afge- I sloten zijn thans al ongeveer 200 Oos- I tenrijkse arbeiders bij de Oranje Nassau mijnen te werk gesteld. Zij zijn onder gebracht in het Gezellenhuis te Hoens- broek. De werving door de Oranje Nassau mijnen zal binnenkort weer worden voortgezet. Er worden dan nog minstens honderd arbeiders uit Oostenrijk ver wacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 7