GEWETENSVRIJHEID EN HUWELIJKSRECHT Tussen neus en lippen Vraa Antwoord Magister-generaal der Dominicanen De Twentsche Bank Zij gaf de eerste stoot Effectenverkeer met het buitenland verruimd X WOENSDAG 13 APRIL 1955 /AGINA 4 MAC. Dr. J. C. STOKMAN O.F.M. tot een dubbel succes. TANDBEDERF De berichten in de dagbladen over een tweede, kerkelijk huwelijk van katholieken, die burgerlijk niet van hun (eerste) vrouw waren ge scheiden, hebben onder de niet-katho- lieken in Nederland nogal deining ver oorzaakt. Het dagblad Trouw van 1 April sprak van een ondersteboven lo pen van een gedeelte van ons burger lijk recht door de RJC. Kerk en vroeg zich met bezorgdheid af, waar het heen gaat als een bisschop links en rechts briefjes gaat schrijven, waarin hij wet tige huwelijken ongeldig verklaart. Het Parool van 29 Maart noemt dit „on duldbaar", spreekt van „machtsusurpa tie" en roept de grondregel der demo cratie in. volgens welke eenieder zich bij meerderheidsbeslissingen moet neer leggen, behalve in uitzonderingsgeval len „om des gewetens wille". Men kan op dit alles scherp reageren en de aanklagers onder de verdenking brengen een hetze tegen de katholieken op touw te willen zetten. Men kan ech ter ook proberen aan de animositeit van niet-katholieke dagbladen maar voorbij te gaan en door te dringen tot de kern van de zaak ten einde over en weer juiste begrippen daarover te bevorde ren en de onmiskenbaar aanwezige spanningsverhouding tussen Kerk en Staat tot de juiste proporties terug te brengen ten nutte ook van onze sa menleving in een democratische staat. Deze laatste methode wil ik trachten te volgen. Als punt van uitgang voor het be toog dient dan te worden gekozen de door allen aanvaarde gewetensvrijheid. Niemand zal ontkennen, ook niet Trouw, De Telegraaf. Het Parool of Het Vrije Volk, dat iedere Nederlander vrij is zijn eigen geweten te vormen en te volgen in een zo algemeen menselijke aangelegenheid als het huwelijksleven. Diezelfde gewetensvrijheid staat een ieder toe zijn geweten te conformeren aan de leer van zijn eigen Kerkgenoot schap op dit stuk. Dat een katholiek de doctrine van de R.K. Kerk in dezen volgt, zal bij niemand op verzet stui ten: het is een strikt godsdienstig-zede- lijke aangelegenheid. De Katholieke Kerk leert nu, dat iedere sexuele bevrediging slechts ge oorloofd is in een huwelijk, dat over eenkomstig de regelen van de Katho lieke Kerk zelf geldig gesloten is. Hieruit springt aanstonds in het oog de moeilijkheid van de gewetensvraag, waarvoor een katholiek komt te staan, die aan de huwelijksbeleving behoefte heeft en die wel kerkelijk, maar niet burgerlijk kan huwen. Dit kan zich voordoen, wanneer een katholiek bur gerlijk-geldig getrouwd is, doch wiens huwelijk kerkrechtelijk ongeldig is. Dit was het geval in de publicaties, die de boven genoemde dagbladen ons brach ten. Daarnaast zijn er echter ook nog andere voorbeelden, met name indien er voor een te sluiten burgerlijk hu welijk beletselen zijn (zoals de leeftijd, het ontbreken van toestemming der ouders of voogden bij minderjarigen), welke beletselen niet gelden voor het aangaan van een kerkelijk huwelijk. Wat moet een katholiek in deze ge vallen doen? De burgerlijke wet maar op zij zetten? Aan de Bisschop vragen, of hij hem daarin een handje wil hel pen? En doet de Kerkelijke Overheid dat dan of acht zij zich daartoe althans gerechtigd? Ziedaar de kernvragen, waaromtrent blijkens de dagbladartikelen der laatste dagen nog heel wat misverstand be staat, meestal voortvloeiende uit een niet voldoende op de hoogte zijn van de leer en de practijk der Katholieke Kerk. Om deze laatste duidelijk te maken, begin ik met de vraag: hoe ziet de Ka tholieke Kerk het burgerlijk recht in zake het huwelijk? Welke visie heeft zij met name op ons Nederlands Bur gerlijk Wetboek? In uw blad van 31 Maart heeft Mgr. Nolet geschreven, dat ons Burgerlijk Wetboek alleen maar burgerlijke be trekkingen regelt en voluit rekening houdt met de katholieke opvattingen. Alleen art. 136 (verbod van godsdiensti ge plechtigheden vóór het burgerlijk huwelijk) zou een uitzondering zijn op de algemene regel. In alle bescheiden heid ben ik van mening, dat dit een verouderde sententie is. De Nederland se wetgever heeft in het Burgerlijk Wetboek de (natuurlijke) huwelijks band zelf willen regelen: door de tus senkomst van de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand ontstaat een burger lijke overeenkomst, welke zedelijke rechten en plichten met zich brengt, terwijl door een uitspraak van de rech ter de huwelijksband weer kan worden verbroken. Dat ons Burgerlijk Wetboek aldus moet worden opgevat, staat voor een gezagvol canonist als de vroegere Professor aan het Groot-Seminarie Rij- senburg Dr. Mulder zonder meer vast. De Nederlandse juristen laten hierom trent evenmin twijfel bestaan. En deze opvatting sluit ook volkomen aan bij de ontwikkeling, die zich onder de in vloed van de Reformatie, het Gallica- nisme, de Aufklarung en de Franse re volutie heeft voltrokken en die het hu welijk eenvoudig heeft beschouwd als een burgerlijke overeenkomst, uitslui tend onderworpen aan de wetten van de Staat. En hieruit valt de reactie van Trouw (2 April) op het artikel van Mgr. Nolet ook te begrijpen. Maar indien deze opvatting van ons burgerlijk huwelijksrecht feitelijk als de enig-juiste moet worden beschouwd, dan is dit burgerlijk huwelijksrecht zelf voor de Katholieke Kerk in beginsel alleen maar verwerpelijk. Naar de vast staande doctrine van de Katholieke Kerk en hierin val ik Mgr. Nolet uiteraard weer geheel bij valt het huwelijk van katholieken onder de uit sluitende rechtsmacht der Kerk, juist omdat de huwelijksovereenkomst zelf: het geven van de instemming tussen de twee partijen, tot een sacrament is ver heven, welks bediening uitsluitend aan de Kerk is toevertrouwd. Voor katho lieken bestaat er derhalve geen ander werkelijk huwelijk tenzij het huwelijk, dat voor de Katholieke Kerk geldig is gesloten. Dit wil echter niet zeggen, dat het burgerlijk recht er helemaal niet meer aan te pas komt. De burgerlijke over heid is bevoegd, zo zegt canon 1016 van het Kerkelijk Wetboek, de „zuiver bur gerlijke gevolgen" van zulk een kerke lijk huwelijk te regelen. Wat zijn die „zuiver burgerlijke gevolgen"? Geen zaken, die onafscheidelijk verbonden zijn met het bestaan van de kerkelijk geldige huwelijksband zelf, zoals b.v. de wettigheid der kinderen. Een kind, geboren uit een kerkelijk-geldig en burgerlijk-ongeldig huwelijk, zou niet het voor onwettige kinderen geldende beletsel met zich dragen, krachtens hetwelk de kerkelijke wijdingen niet mogen worden ontvangen, noch uitge oefend. Wel echter vallen onder de „zuiver burgerlijke gevolgen" zaken als de rechtspositie van de vrouw (hande lingsbekwaamheid of niet), het huwe lijksgoederenrecht (gemeenschap of geen gemeenschap van goederen). Bovendien moet men niet denken, dat de Katholieke Kerk ook al meent zij dat het burgerlijk huwelijk voor ka tholieken in beginsel slechts een forma liteit is onverschillig staat tegenover het al of niet aangaan van dit burger lijk huwelijk. In beginsel de burgerlij ke wet voor de huwelijken van katho lieken verwerpend, leert niettemin de Katholieke Kerk, dat de bepalingen van het B.W. in zaken die uit zich zelf niet ongeoorloofd zijn toch moeten "den nagekomen door de katholie ken; zij zijn daartoe zelfs in geweten verplicht. Het wil mij voorkomen, dat juist over dit punt bij de niet-katholie- ken veel (te verontschuldigen) onwe tendheid bestaat en dat juist daaruit zovele grieven zijn ontstaan naar aanlei ding van de verschenen publicaties. De verplichting van de katholiek om óók de burgerlijke huwelijkswet te on derhouden en met name om ook „bur gerlijk te trouwen", vloeit voort uit de grote nadelen en onheilen, die uit de verwaarlozing dier wet voortvloeien. Nadelen voor de huwenden zelf, die in de ogen der burgerlijke Overheid in concubinaat leven. Nadelen voor hun kinderen, die burgerlijk onwettige kin deren zijn met alle gevolgen van dien. Onheilen tenslotte voor de Kerk en hare bedienaren, die de schijn op zich ladén het wettig gezag der Overheid te ontkennen. Deze leer van de Katholieke Kerk is niet van vandaag of gisteren. Een in structie van de Paenitentiarie in Rome van 15 Jan. 1866 hield reeds in, dat de pastoors tot de kerkelijke huwelijks sluiting niet moesten toelaten de gelo vigen, die geen burgerlijk huwelijk zou den kunnen sluiten. En dit niet om dat de burgerlijke wet zelf niet ver- oordelenswaardig was, maar wel om wille van de kinderen, die door de bur gerlijke overheid als onwettig zouden worden beschouwd, alsook om het ge vaar van polygamie te vermeden. En door het Provinciaal Concilie van Utrecht, dat bindende rechtsregels heeft opgesteld voor de gehele Katho lieke Kerk in Nederland, is in 1924 be paald, dat de katholieke geestelijken geen huwelijken mogen sluiten van hen, die niet van te voren de huwelijksacte op de Burgerlijke Stand hebben geslo ten. Ook de commentatoren op het nieuwe Kerkelijk Wetboek stemmen hierin overeen, dat het burgerlijk hu welijk, zelfs indien het volgens de wet moet voorafgaan aan de kerkelijke hu welijkssluiting, door de katholieken mag en moet worden gesloten juist met het oog op de wettigheid der kinderen, wier maatschappelijk welzijn eist, dat zij ook door de burgerlijke Overheid als wettige kinderen worden beschouwd en behandeld. Hieruit moge blijken, dat er van een ondersteboven lopen van het burgerlijk wetboek door de Katholieke Kerk geen sprake is. Zij werkt de wetsovertreding volstrekt niet in de hand; integendeel, zij bevordert de naleving van de burger lijke wet, niettegenstaande zij deze wet zelr in beginsel onrechtvaardig acht ten opzichte van de Katholieke Kerk. Trouw en Het Parool zullen mij nu ongetwijfeld vragen, hoe het dan zit met de gevallen in het bisdom Haarlem, waarover zoveel geschreven en gesproken is. Daar immers is de burgerlijke wet niet onderhouden: het kerkelijk geldig huwelijk is voltrokken vóór het burgerlijke; ja zelfs was dit laatste helemaal niet mogelijk, daar de betrokken personen burgerlijk gehuwd waren. Door de voltrekking van een kerkelijk huwelijk werd zelfs van ker kelijke zijde medegewerkt aan het straf bare feit van overspel, zo geven ons Het Vrije Volk van 30 Maart en Trouw van 1 April te verstaan. Bezien wij daarom deze gevallen eens nader. De twee mannen, waarover het ging in de publicaties van Het Pa rool van 29 Maart en 2 April, waren burgerlijk getrouwd. Die huwelijken waren kerkelijk ongeldig en zij zijn dit niet geworden door een verklaring van de Bisschop van Haarlem, neen, zij zijn kerkelijk nooit geldig geweest. De uit drukking van de Secretaris van het Bisdom, dr. M. J. de Jong: „ongeldig verklaard", kan onmogelijk verstaan worden als een te niet doen van wat vóór die verklaring geldig was ge weest. Ik begrijp dat niet-katholieken de uitdrukking: „ongeldig verklaard" gemakkelijk opvatten in de zin van in valideren, d.i. te niet doen wat er is. Zij mogen echter beseffen, dat niet één katholiek, die op de hoogte is van de kerkelijke leer over de geldigheid en de ongeldigheid van een huwelijk, die uitdrukking zó verstaat. Zij betekent niets meer, maar ook niets minder dan dat het bevoegde kerkelijke gezag officieel constateert, dat er geen voor de Kerk geldende en in geweten bin dende huwelijksband bestaat. Evenmin kan die uitdrukking betekenen, dat het huwelijk civielrechtelijk ongeldig werd verklaard, want daarover heeft alleen de burgerlijke rechter zeggensmacht. En niet één kerkelijke gezagsdrager zal het in zijn hoofd halen over burger lijke huwelijksverbintenissen uitspra ken te doen of verklaringen van ongel digheid in foro civili af te ge ven. Ik hoop dat Trouw hiervan goede notitie wil nemen in verband met de door dit blad gevreesde briefjesschrij verij van een bisschop links en een bis schop rechts „met de verrassende me dedeling, dat hij wettige huwelijken on geldig verklaart". Derhalve heeft de Bisschop van Haarlem door zijn secretaris dit alleen laten weten: uw burgerlijk huwelijk is voor de Kerk ongeldig. In de brief van dr. de Jong aan de katholieke vrouw (Parool 29 Maart) was er spra ke van „ongeldig verklaard" - zij kon door als katholiek weten, hoe dit door katho lieken wordt verstaan. In de brief aan de protestantse vrouw (Parool 2 April) was er - en aan dit adres terecht en ook juister - sprake van het burgerlijk huwelijk, dat „voor de Katholieke Kerk geen geldig huwelijk is". Dit feit eenmaal gegeven, stonden de betrokken personen voor deze keuze: of wel afzien van iedere huwelijksbele ving, ofwel een huwelijk sluiten, dat alléén voor de Kerk en niet voor de wet geldig is. De eerste mogelijkheid is inderdaad een oplossing, maar dit is een persoon lijke zaak voor de betrokkene. Als katholiek weet deze persoon, dat hij plichten heeft en houdt ten opzichte van de vrouw, met wie hij burgerlijk is gehuwd. Hij weet ook, dat hij met die vrouw voor zijn ge weten in concubinaat leeft. En indien een verzoening, gevolgd door een ker kelijk geldig huwelijk, niet mogelijk is (zoals b.v. in het ene geval, waar de vrouw zelf een aanvrage tot scheiding van tafel en bed had ingediend), dan is het zijn plicht als katholiek om voortaan in onthouding te leven. Meent hij in geweten, dat dit laatste moreel voor hem onmogelijk is, dan komt de tweede, boven aangegeven mogelijkheid aan de orde. De vraag, of hij dan de burgerlijke wet mag overtreden (wat onvermijdelijk is), moet hij oplossen in het licht van de regel, die de redac tie van Het Parool zelf in het nummer van 29 Maart heeft opgesteld: bij meer derheidsbesluiten moet iedere burger zich neerleggen, behalve in uitzonde ringsgevallen „om des gewetens wille". Zulk een uitzonderingsgeval acht Het Parool in casu niet aanwezig. Maar kan en mag de redactie hierover oordelen? Zij gelieve te bedenken, dat naar de overtuiging der katholieken, wier ge wetensvrijheid ook de Parool-redactie zal erkennen, de sexuele bevrediging slechts geoorloofd is in een kerkelijk- geldig huwelijk. Naar mijn mening kan het oordeel over de vraag, of er in derdaad een uitzonderingsgeval aan wezig is, slechts aan de betrokkene worden overgelaten, hoe wij er zelf a prima vista en zonder kennis van aller lei persoonlijke omstandigheden ook over mogen denken. Besluit de betrokken persoon een Advertentie Nee, niet met biljarten, maar wèl. met het witte truitje, dat ze aan heeft. Want door toedoen van die kleine vuilmaak-kampioen is haar moeder OMO gaan probe ren en natuurlijk is zij het blijven gebruiken. OMO werkt voor twee. Daardoor wordt in de eerste plaats het goed wérkelijk wit en in de tweede plaats vlekkeloos schoon. Meteen ander was middel is slechts óf het ene of het andere te bereiken. Ja, 't mag gezegd worden èn zuiver wit èn vlekkeloos, dat 's OMO-schoon. Inderdaad kent alléén het moderne OMO het geheim van de z.g. dubbele waskracht, die èn wit wast, èn ook de koppige vlekken verdrijft. Vandaar het reeds beroemde „OMO voor de schoonste was van je leven!" O 2)7 B Wat 'n apen Leden van het Indi sche parlement zijn met rode hoofden van ver ontwaardiging naar Neh- roe gestapt en hebben hem verzocht, om on middellijk maatregelen te willen nemen, om hen te beschermen tegen do zijnen apen, die hun wo ningen in de nabijheid van de parlementsgebou wen hebben geplunderd. Zij de apen waren de huizen binnengedron gen, hadden boeken ver nield en flessen en kis ten opengebroken en waren tenslotte met flin ke hoeveelheden levens middelen weggerend. Te vroeg De inwoners van Librizzi bij Messina op Sicilië juichten en zij namen er eentje, toen kortsluiting brand ver oorzaakte in het belas tingkantoor van het stad je en het domein van de fiscus in een puinhoop veranderde. Maar ze hadden te vroeg gejuicht, de brave burgers, en ze hadden te vroeg er een tje genomen, want de brandweer speelde het klaar, om alle aanslag biljetten voor vernieti ging te besparen. Jij schurk Het gebeurde, toen de zer dagen premier Siro- ky van Tsjechoslowak.ije voor radio Bratislava een lofzang op d- welvaart van het volk ten beste gaf en zich daarbij zo opwond, dat hij steeds ogenblikjes nodig had, om adem te scheppen. Tijdens zo'n ogenblikje klonk plotseling de kreet van een Tsjechische vrouw door de aether, die „jij schurk!" riep. Van de zijde van radio Vrij Europa, die de uit zending opving, zei men te menen, dat een onbe kende radio-technicus in Bratislava de duidelijk uitgesproken woorden in de rede moet hebben in gelast, daar de uitroep niet voorkwam in de zelfde rede, welke door radio Praag werd uitge zonden. Zes milliard Als het om de good will voor de mode gaat, wordt er niet op een dubbeltje gekeken. De New Yorkse confectie- koningen hebben mede gedeeld, dat zij het plan hebben, om in het cen trum van Manhattan een gebouw van tien verdie pingen te laten bouwen, waarin een „huis van de mode" zal worden on dergebracht. De krabber zal onder meer een zaal met tweeduizend plaat sen, verscheidene restart rants, een modemuseum en een gespecialiseerde bibliotheek omvatten. Kosten: om en nabij zes milliard dollar. Fijngevoelig Toen in Napels Ciro Palotta met een gestolen kist vol eieren aan de achterkant van een vrachtwagen op straat stapte, zag hij op een flinke afstand twee poli tiemannen, die hem ken nelijk achterna zaten. Hij gooide de kist echter niet weg, maar liet zich arresteren, hoewel hij dat verklaarde de politie later zelf gemakkelijk had kunnen wegkomen. Toen Palotta over zijn handelwijze werd onder vraagd, zei hij laconiek: „Aan al die kapotte eie ren zou niemand meer iets gehad hebben en vreemd genoeg had ik gewoon niet de moed om een ommelette van twee duizend eieren te ma ken nieuw huwelijk aan te gaan en spreekt hij daarover met een geestelijke, dan moet deze laatste de zaak aan de Bis schop voorleggen. Het Provinciaal Con cilie van Utrecht (1924) heeft dat voor geschreven, juist om te voorkomen, dat de geestelijken in zulke ernstige zaken alleen op eigen inzicht en oordeel zou den af gaan. De Bisschop zal vooreerst onderzoe ken, of de persoon in kwestie niet door een ook voor de Kerk geldige huwe lijksband is verbonden een kwestie, die in de onderhavige gevallen niet moeilijk was op te lossen, maar die in andere gevallen wel eens zeer moeilijk kan zijn, een diepgaand onderzoek ver eist en een gedegen kennis van het Kerkelijk recht veronderstelt. Is er geen kerkelijk geldige huwe lijksband, dan zal de Bisschop zich ver volgens een oordeel moeten vormen over de motieven, die voor het aan gaan van een voor de Kerk geldig hu welijk vóór of zelfs zonder het burger lijke huwelijk worden aangevoerd. Niet elk motief is voldoende! In 1917 ver klaarde de Romeinse Congregatie voor de Sacramenten op een vraag van de Italiaanse Bisschoppen, dat het verlies van een weduwenpensioen geen vol doende motief is om zulk een weduwe kerkelijk in nieuwe echt te verbinden zonder de burgerlijke huwe lijkssluiting, ten gevolge waarvan deze weduwe haar pensioen zou verlie zen. (Ik moge hiervoor terloops de bijzondere aandacht van Het Parool vragen, die blijkens zijn nummer van 2 April in Beieren een pastoor heeft ontdekt, die in eenzelfde geval wèl het huwelijk kerkelijk zou hebben ingeze gend; Het Parool voegt er aan toe, dat volgens zijn inlichtingen het Vaticaan anders oordeelt dan die Beierse pas toor hetgeen ik op grond van het boven gezegde ook niet anders had kun nen verwachten). Is een geldelijk verlies geen voldoen de motief voor een kerkelijk huwelijk zonder het burgerlijke, het motief var.' gewetensnood is van geheel andere aard. Wel is waar kan er in absolute zin niet van „nood" sprake zijn: de betrokkene „kan" immers van iedere huwelijksbeleving afzien. Maar als hij in eer en geweten zegt, dat hem dit persoonlijk niet mogelijk is, mag dan een Bisschop zeggen: gij moet het toch maar doen? Mag dan een Bisschop een voor de Kerk geldig huwelijk (zonder de „godsdienstige plechtigheden", waar over aanstonds) aan deze man weigeren, terwijl hij dit naar kerkelijk recht kan sluiten? De Bisschop zal alles doen om een betere oplossing te vinden en de ongewenste situatie van een kerke lijk wel, maar burgerlijk niet geldig huwelijk te voorkomen. Daarom ook heeft mgr. Huibers in de onderhavige gevallen blijkens de door Het Parool gepubliceerde brieven van dr. M. J. de Jong gedacht aan de mogelijkheid van een kerkelijk huwelijk met de eerste vrouw en vervolgens aan burgerlijke echtscheiding, waardoor een nieuw huwelijk mogelijk zou zijn geworden, dat èn burgerlijk èn kerkelijk geldig zou kunnen zijn. Als echter deze of an dere mogelijkheden falen door wiens of wier schuld dan ook dan zou de weigering of het verbod van een nieuw, alleen maar kerkelijk geldig huwelijk met een andere vrouw, practisch be tekenen een ingrijpen van de Bisschop in de persoonlijke gewetensovertuiging van een katholiek in een strikt indivi dueel geval. Het zou mij verwonde ren, indien onze niet-katholieke mede burgers geen begrip zouden kunnen opbrengen voor de onmogelijkheid van zulk een beslissing. Ik kan met hen meegaan, indien zij er bezwaar tegen maken, dat de Bisschop in zo'n geval zou verklaren, dat een nieuw kerkelijk huwelijk zal of moet worden voltrok ken en wel op de gewone wijze der halve voor de pastoor en twee getuigen en tijdens een godsdienstige plechtig heid. Dan immers zou de Bisschop zelf meewerken aan de overtreding van de burgerlijke wet. Maar zo'n verklaring i s niet gegeven het blijkt uit de officiële bekendmaking van het Bisdom Haarlem en zulk een verklaring wordt ook nooit gegeven. Volgens mijn inlich tingen is dit ook de standvastige prac tijk, en niet alleen in Haarlem, maar eveneens in andere bisdommen. Het eindoordeel van de Bisschop gaat niet verder dan dat een nieuw huwelijk volgens de Kerkrechtelijke bepalingen mogelijk is en niet kan worden ver boden. Of de betrokkene zulk een nieuw huwelijk sluit, hangt van hem alleen af. Hij kan het volgens het Kerkelijk Wetboek (canon 1098) aangaan zonder de tussenkomst van enig priester, zon der enige godsdienstige plechtigheid; hij heeft alleen twee willekeurige ge tuigen nodig bij het geven en aanvaar den van de huwelijksinstemming. Als er toch een priester bij aanwezig is (als gekwalificeerde getuige en om de hu welijksinzegening te verrichten), dan doet deze priester dit op eigen risico. De Bisschop zal hem daartoe geen ver lof, laat staan enige opdracht geven. Ook dat staat duidelijk in de verkla ring van het bisdom Haarlem. Persoon lijk zou ik daaraan willen toevoegen, dat zulk een priester in het algemeen ge sproken niet verstandig of zelfs onver antwoord handelt, al is het psycholo gisch ook te begrijpen, dat hij toegeeft aan de op hem uitgeoefende drang tot het verlenen van zijn geestelijke dien sten. Hij overtreedt echter zonder noodzaak de burgerlijke wet en hij ver geet dat zijn daad ook het welzijn van de Kerk zelf kan schaden, juist als ge volg van mogelijke bezwaren en reac ties bij onze niet-katholieke medebur gers. Om deze reden kan men dan ook verschillend oordelen over de eventuele afschaffing van art. 136 B.W. en art. 449 Sr. Ook wanneer men deze wetsbe palingen in beginsel onrechtvaardig acht ten opzichte van de Katholieke Kerk, kan men toch in de feitelijke situatie willen berusten, omdat enerzijds de afschaffing dier bepalingen niet strikt noodzakelijk is voor de oplos sing van gewetensvragen in bepaalde uitzonderingsgevallen, en omdat ander zijds die afschaffing bevorderlijk zou kunnen zijn voor de totstandkoming van maatschappelijk ongewenste huwe lijkssituaties. Ik hoop dat uit deze uiteenzetting ook aan niet-katholieken duidelijk ge bleken is, hoe de Katholieke Kerk in het algemeen denkt over de burger lijke huwelijkswetten en hoe in het bij zonder de Bisschop van Haarlem geen enkele verantwoordelijkheid draagt voor, geen enkele toestemming of machtiging heeft gegeven tot een over treding van de burgerlijke wet. Want daarin vooral bestond bij de niet-ka- Vragen voor doze rubriek moeten worden gericht aan de Redactie van ons blad (met in de linker-boven- hoek der enveloppe: „Vragenru- briek"). De beantwoording geschiedt gratis. De Red actie behoudt Zich echter het recht voor, bepaalde vra gen niet voor beantwoording in aanmerking te doen komenOver de beslissing dienaangaande kan niet worden gecorrespondeerd. Gaar ne vermelding van naam en adres bij de ingezonden vragen. Vertegenwoordigers van de veettig provincies van de Orde van de H. Do minions hebben Maandagmorgen te Rome tot magister-generaal van de Orde gekozen de Ierse pater dr. Mi chael Browne. tholieke bladen de grief tegen de Bis schop van Haarlem. Ik geef gaarne toe, dat de situatie van de (eerste) vrouw een zeer pijnlijke kan zijn in al die gevallen, waarin al léén een burgerlijk huwelijk aanwezig is en de betrokkene in civiele echt scheiding niet meent te kunnen toe stemmen. „Dit huwelijk beschouw ik als geldig voor God", zo schrijft blij kens Het Parool van 2 April een pro testantse vrouw, die eerst burgerlijk en daarna in de hervormde kerk met een katholiek man is getrouwd. Ik ken de omstandigheden van deze huwelijkstra gedie niet, maar abstract oordelend, kan ik het standpunt van die vrouw op zich zelf genomen waax-'deren. Toch moet ik hieraan toevoegen, dat zij zich bij haar huwelijk met een katholieke man rekenschap had moeten geven van de consequenties, welke zulk een huwe lijk zou kunnen hebben. Noch zij zelf, noch iemand anders zou ooit de eis kun nen stellen, dat ook de Katholieke Kerk dit huwelijk als geldig moet erkennen. Want dit zou practisch betekenen, dat aan de Katholieke Kerk een eigen hu welijksrecht wordt ontzegd, hetgeen tegen de grondwettelijk gegarandeerde godsdienstvrijheid zou indruisen. Aan vaardt men echter als feit, dat de Ka tholieke Kerk op grond van de gods dienstvrijheid een eigen huwelijkswet geving ,kan uitvaardigen, dan kan het subjectieve oordeel over een huwelijks gebondenheid nooit opwegen tegen de objectieve rechtsregels, die deze huwe- Hjksgebondenheid beheersen. Ook de Nederlandse Staat zou dit op het ter rein van het burgerlijk huwelijk niet aanvaarden. Alleen de huwelijksslui ting voor de ambtenaar van de Burger lijke Stand brengt het burgerlijk huwe lijk tot stand - niet een onderlinge ver klaring met of zonder getuigen, nog minder een sterke wederzijdse liefde, waarin sommigen het wezen zelf zien van de huwelijksband. Op dezelfde wijze, d.i. naar de bestaande canonieke wetten, heeft de Bisschop van Haar lem moeten oordelen over de kerkelijke geldigheid of ongeldigheid van het hu welijk der boven genoemde protestantse vrouw. Dat hij daarbij de morele ver plichtingen van de katholieke man ten opzichte van deze vrouw uitdrukkelijk erkent en bij haar door zijn Secretaris laat informeren of die morele verplich tingen worden vervuld, getuigt slechts van de gewetensvolheid, waarmede deze moeilijke en soms pijnlijke zaken op het bisdom worden behandeld. Ik meen dat men daarvoor slechts waar dering kan hebben, ook als men de huwelijkswetgeving van de Katholieke Kerk niet kan aanvaarden of zelfs meent te moeten bestrijden. Een groep geleerden in Philadelphia heeft onder leiding van dr. Albert Schatz, mede - ontdekker van het streptomicine, een nieuwe methode ge vonden om microben te isoleren die misschien de oorzaak zijn van tandbe derf. Huis gevorderd Abonné De gemeente heeft vol gens mij ten onrechte een huis ge vorderd. De vorderingscommissie heeft eenstemmig dit besluit ondersteund. Toch ben ik van mening, dat de ge meente in dit geval iets onrechtmatigs heeft gedaan. Waar moet ik mij ver voegen voor het verkrijgen van een rechterlijke uitspraak? Antwoord: In geval van vordering van woonruimte, bestaat slechts de mo gelijkheid van beroep in geval het be sluit niet eenstemmig is genomen. Dit beroep kan dan worden ingesteld bij Ged. Staten. Aangezien in uw geval nie mand van de vorderingscommissie te gen het besluit gestemd heeft, bestaat voor u geen recht van beroep. Sfeun Noodwet J. de V. Een gehuwd familielid van mij heeft 32.inkomen per week en heeft er „door invulling van enige papieren" nog een bedrag bijgekregen van de noodwet ouderdomsvoorziening. Is dat mogelijk? Antwoord: Ja, dat is heel goed mo gelijk. Het inkomen van een gehuwd familielid bedraagt dus 52 x 32.en dat is 1664.per jaar. Aangezien dit bedrag beneden de inkomensgrens van ƒ2.000.ligt, heeft het dus recht op de uitkering. Indien dit familielid onge huwd was, had het geen recht, want voor een ongehuwde ligt de grens op 1350.per jaar. Voor toeslag op ouderdomsrente moet u zijn bij de Dienst van Sociale Zaken. Zangers A. M. de W. a) Kunt u mij zeg gen wie de tenor-zanger is geweest in de film „De Kuise Violetta"? b) Is Ben- jamino Gigli een Italiaan of een Duitser van geboorte? Antwoord: a) Stel u in verbinding met het filmverhuurkantoor Nederland, Hobbemastraat 20. Amsterdam, b) Gigli is een Italiaan. Ambassadeur en gezant L. G. B. Wil de functies en het verschil weten van ambassadeur, ge zant, vice-consul, consul en verdere bijzonderheden. Antwoord: Een ambassadeur, gezant en hoofdconsul (hoofd van consulaat- generaal) worden benoemd door de Kroon; consul en vice-consul door de minister van Buitenlandse Zaken, Am bassadeur en gezant zijn diplomatieke vertegenwoordigers van hun land, die het contact onderhouden met de rege ring van de staat, waar zij zijn heen gezonden. De ambassadeur is de hoog st» rang, voorheen alleen tussen grote mogendheden, na de wereldoorlogen ook tussen de geallieerde landen. Een con sul is meer als hun assistent te be schouwen en behartigt de belangen van zijn landgenoten in den vreemde. Van zelfsprekend heeft een ambassadeur meer rechten en worden de kosten hoofdzakelijk door zijn eigen land ge dragen. Hij staat in rang gelijk of on geveer gelijk aan een minister. Onder de consuls zjjn er, die de kosten zelf dragen. Diplomatieke voorrechten bezit de consul niet. Wel is hij vrijgesteld van belastingen. Reis per touringcar J. A. v.d. Z. Wil een reis maken per touringcar naar Frankrijk. Waar kan ik een reisprogram krijgen? Antwoord: De beheerder van de tou ringcar maatschappij zal u toch wel kunnen helpen aan een programma van de reis, die u met zijn wagen maakt. U kunt u ook vervoegen bij de bekende reisbureaux. Nieuweroord M. V. Ik wilde graag enige in lichtingen aangaande de Nieuweroord het Rust en Vacantiehuis van de KAB. Hoe komt het dat het maar zo kort bestaan heeft? En komt er nu weer een ander? Antwoord: De exploitatiekosten van Nieuweroord bleken te hoog te zijn en daarom is het opgeheven. Thans is er Sonnehaerdt te Zeist, doch dit is alleen rustoord. Het streven is, kleinere va- cantie-oorden op te richten via de af delingen. Een oud boekje J. M. Is in het bezit van een oud boekje n.l. „De Navolging van Chris tus" door Thomas a Kempis. Het is uitgegeven te Antwerpen bij J. Thijs boekdrukker en verkoper op de Vlas- markt in de Pauw. Wanneer is dit boek je uitgegeven en de hoeveelste druk is het? Het boekje bevat een voorrede van kardinaal Bellarminus. Als datum staat vermeld 27 April 1700. Antwoord: Kardinaal Bellarminus is in 1621 overleden Maar aannemende, dat hij op hoge leeftijd de voorrede schreef, houdt dit nog niet in, dat om streeks 1620 het boekje gedrukt behoeft te zijn. Tussen schrijven en drukken verliep dikwijls heel wat tijd. Maar het voornaamste is de vermelding van de datum van goedkeuring: 27 April 1700. Dat houdt wel in, dat het boekje kort na die datum gedrukt is. Met vacantie C.v.d.B.- Met de a.s. vacantie wil ik een tocht per auto langs de Rijn ma- Advertentie Algemene vergunningen nrs. EZ 5960246/9 zijn verschenen, inhoudende een verdere verruiming van het effectenverkeer met het buitenland. Wij tullen gaarne Uw gids zijn in de doolhof van deze nieuwe bepalingen. Uw financiële raadsman ken. Terug wil ik over de Vogezen door Frankrijk en Luxemburg via Belgie weer naar Nederland. 1) Heb ik voor Duitsland en-of Frank rijk een visum nodig, zo ja, waar moet ik me dan vervoegen? 2) Hoeveel bedraagt de prijs van ben zine in Duitsland en Frankrijk? 3) Hoeveel liters benzine mag ik uit Nederland meenemen over de grens. Antwoord: U hebt nodig voor uzelf en eventuele medereizigers een geldig pas poort. Visum is niet meer nodig. 2) In Duitsland kost benzine DM 0.62, super benzine DM 0.69. In Frankrijk fr. 64.10 gewone benzine en super fr. 67.50. 3) Uitvoer uit Nederland is toegestaan. Behalve de volle tank mag nog 50 li ter worden meegenomen. 4) Reserve smeerolie is vrij tot 1 kg. Voor het meerdere moet in Duitsland per 5 liter DM 2, betaald worden. 5) Grensdocumenten: kentekenbewijs ten name van eigenaar of houder van het motorrijtuig en nationaiisatiebewijs afgegeven na 14 December 1947. a) identiteitsbewijs voor eventueel ra diotoestel, tenzij dit staat vermeld op b) nationaliteitsbewijs. c) verder alia overige in Nederland vereiste papieren, d) triptiek of carnet de passages en douane, e) internationaal bewijs voor motorrijtuigen, f) idem rijbewijs voor de bestuurder, g) een NL-plaat die 's nachts ve.-cht moet zijn. Wat verde re invoer betreft van bagage en het ge reed maken van uw papieren kunt u zich wenden tot het kantoor van de A.N.W.B. in uw woonplaats, waar u tevens alle verdere inlichtingen kunt krijgen. Successierecht J.M.K. Stelt een paar vragen over suc cessierecht en wat daarmede samen hangt. Antwoord: Vermoedelijk is destijds door de broer geen schenkingsrecht betaald, en dit is gemerkt, omdat de notaris in de memorie ook de vervallen periodie ke uitkeringen moet opgeven. Is des tijds door de broer wel betaald, dan komt ook ons de zaak onbegrijpelijk voor. Stel u zo nodig opnieuw in ver binding met de notaris. Personele belasting A.v.S.- Stelt een vraag over personele belasting. Antwoord: Voor de personele belasting wordt genomen de zuivere huurwaarde. Is daarom de werkelijk betaalde huur beïnvloed door andere factoren, bv. dat het waterverbruik voor rekening van de verhuurder is of zo iets, dan wordt de huurwaarde voor de personele be lasting lager dan die betaalde huur over het betrokken jaar. Nalatenschap TA'.- Mijn zoon is overleden. Hij was getrouwd en laat geen kinderen achter. Komt de nalatenschap nu geheel aan zijn weduwe of heb ik ook nog ergens recht op? Antivoord: Indien uw zoon geen testa ment heeft gemaakt, waarin hij een an der dan zijn vrouw tot erfgenaam heeft benoemd of legaten heeft gemaakt, dan komt zijn nalatenschap geheel aan zijn weduwe. In het andere geval krijgt zij uit hoofde van het huwelijk slechts de helft van het huwelijksvermogen, plus zoveel als uit het testament blijkt. Huis bouwen J.S.- 1) Mijn plan is om een houten woonhuis te bouwen, maar nu heeft men mij verteld, dat men daar niet langer dan vijf jaar in mag blijven wonen. Is dat zo 2) Wordt er nog subsidie gegeven op een houten huis? Antwoord: Wij zullen beginnen met viaa^ 2. Subsidie wordt niet verleend. 1) Hiervoor zult u zich in verbinding moeten stellen met de dienst van we deropbouw, Dreef 24 te Haarlem. Het bouwen van houten huizen is niet al leen kostbaar, maar u zult er na 5 jaren weer uit moeten. Bespreekt u uw voornemen eens op dit bureau. Wellicht kunt u er dan toe overgaan een ste nen huis te laten bouwen met subsidie. Prentbriefkaarten A.J de N. Wil oude, beschreven prent briefkaarten weer geschikt maken voor verzending. Kan dat? Antwoord: Indien deze beschreven zijn met potlood, zult u het wellicht kunnen verwijderen met stuf, indien ze beschre ven zjjn met inkt, zult u de adreszijde moeten overplakken. Anders weten wij er ook geen raad op. U dient natuur lijk wel een nieuwe postzegel te plak ken, anders moet de ontvanger straf port betalen. Kinderbijslag J. de W.- Hoeveel bedraagt de kinder- bijsl- voor 4, 6, 8 of 10 kinderen? Antwoord: Hangt af van het aantal da gen per kwartaal: Kwartaal van 77 dagen 4 kind. 188.65, 6 kind. 319.55, 8 kind. 458.15, 10 kind. 596 75, 78 dagen 4. kind. 191.10 6 kind. 323.70, 8 kind. 464.10, 10 kind. 604.50 79 dagen 4. kind. 193.55, 6 kind. 327.85, 8 kind. 470.05, 10 kind 612.25 De huurverhoging J.J.B.- Stelt een vraag over de toekom stige huurverhoging. .Antwoord: Voor zover ons thans bekend is, komt waterleiding niet in aanmer king voor huurverhoging. Alle bijkom stige kosten, dus die voor water, aan gebrachte verbeteringen e.d„ moeten eerst van de huurprijs, die geldt op 30 Juni a.s., worden afgetrokken en aan de hand van dat bedrag moet de huur verhoging worden berekend. Het kan daardoor zeer goed zijn, dat u geen 10 maar 5 pet. betalen moet, zelfs kan zich het geval voordoen, dat men daar door geheel vrij is. Nogmaals: wij plaat sen dit bericht onder voorbehoud, want met zekerheid is nog niets te zeggen. Het ontwerp moet beide Kamers der Staten-Generaal nog passeren. Wanneer van school af? J.A.B.- Mijn zoon wordt 27 April a.s. 14 jaar. Mag ik hem met April van school nemen? Antwoord; De leerplichtwet eindigt aan het einde van het leerjaar, na afloop waarvan het kind ten minste 8 jaren leerling is geweest van een of meer scholen in de zin van de leerplichtwet. (Raadpleeg hierover de afdeling onder wijs op het gemeentehuis.) Naar Gulpen L.B.- Wilt u mij een reis beschrijven van Amsterdam naar Gulpen (L.)? Antwoord: Amsterdam, Utrecht, Zalt- bommel, Den Bosch, Eindhoven, Weert. Echt, Sittard, Heerlen, via een binnen weg naar Gulpen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 4