DE VOERTAAL OP
NIEUW-GUIN E A
In Tage krijgt het Nederlands zijn kans
NEDERLANDS
IS MALEIS
^lÖolken
vraki gen
Douwe
Egberts
telrafc
S.E.R. laat de omstreden
aftrekregeling vallen
De wonderlijke autodieven van Forli
Debiet voor Radio-Djakarta
Dertig huizen in
het donker
„Oorlog" contra
arbeidswet
Prof. De VriesKamer wist niet
wat zij deed
In Mussolini's Paleis
van Justitie woonde een
ondernemende gravin
Conflict in haring
visserij
GROOT TEKORT
AAN EUROPESE
LEERKRACHTEN
Door autobotsing
Spoedorders leidden tot
wetsovertreding
P.B.O. op losse schroeven
Deze maand nog geen
nieuwe haring?
ZATERDAG 14 MEI 1955
PAGINA 5
KING pepermunt
(Van een redacteur)
Het behoort tot de taak van de Onderafdelingschef van het eiland Japen,
mr. H. van Andel, om van tijd tot tijd de stand van het onderwijs in
zijn ressort te inspecteren. Daartoe begaf hij zich op zekere keer naar
een van de z.g. „Volksscholen" en nodigde de aldaar verzamelde Papoea
kinderen uit de naam te noemen van de lichaamsdelen, die hij aanwees,
^oen zijn wijsvinger in de richting van zijn been ging, ruiste het door de
klas: „Kaki". De aanwijzing van zijn linkerhand had een spontaan „Tangan
kiri" tot gevolg. Maar toen mr. Van Andel de hand naar het hoofd bracht
etl zijn schaarse haren aldaar bedekte, viel er een gechoqueerd stilzwijgen.
Eindelijk was er een meisje, dat de moed opbracht om, verlegen naar buiten
kijkend, te stamelen: „Sama orang lain ada ramboet." (Bij andere mensen zit
daar haar). Een delicate situatie, waaruit, behalve een boel andere dingen,
*alt te leren, dat op Nederlands Nieuw-Guinea de voertaal Maleis is, d.w.z.
de taal, die gesproken wordt voor de microfoon, van radio Djakarta, een van
de weinige radiozenders, die op heel Nieuw-Guinea goed worden ontvangen.
Dat Maleis dateert hier niet van vandaag of gisteren. Grote gebieden aan de
Noord- en de Westkust hebben lange jaren behoord tot de rechtsmacht van
ket zelfbesturende landschap Tidore, welks sultan zijn aanspraken grondde
°P het feit, dat zijn voorvaderen hun slaven altijd al van deze kusten had
den betrokken. De eindeloze versnippering, die het taalgebied van de Pa
poea's kenmerkte, maakte, dat er tussen de verschillende stammen onderling
Seen inheemse „lingua franca" bestond. Daarvoor nam men nu de taal van
de Tidorese ambtenaren, het uitheemse Maleis. En deze practijk werd aan
gemoedigd door alle Nederlanders, die op dit gebied hun „Indische ervaring"
Biet voor zich konden houden. Heden ten dage wordt dus de Austronesische
Papoea door Nederlanders aangesproken en vaak ook onderwezen in een
Aziatische taal, de taal van de regering te Djakarta, die reeds de vrijheid
heeft genomen om Westelijk Nieuw-Guinea in te delen als Indonesisch kies
district.
De nadelen, die de handhaving van
«et Maleis als voertaal aankleven, zijn
evident^ De voordelen springen minder
*h het oog. Of eigenlijk is het beter om
te spreken van de moeilijkheden, die
®an de afschaffing ervan zijn verbon
den.
Op het ogenblik komen alle Papoea's,
die de sfeer van het eigen stamleven
Verlaten in een Maleis-sprekend milieu.
De Ambonese of Keiese onderwijzer
(goeroe) in de kampong spreekt Ma
leis, de Ambonese bestuursassistent en
de inheemse politieman bezigen die taal
eveneens en geen van allen zijn zij het
Nederlands voldoende machtig om
daarop over te schakelen. En ook als
de Nederlander op Nieuw-Guinea ge
hoor geeft aan zijn eerste opwellingen,
dan spreekt hij, als hij die taal enigs-
Zins machtig is, tot de eerste de beste
gekleurde onderdaan van H. M. de Ko
ningin Maleis.
En wat zich in het bijzonder tegen
de invoering van het Nederlands ver-
Zet, is het nijpende tekort aan onder-
Wijzers, die in die taal les kunnen
geven, en het even grote tekort aan wo
ningen om die onderwijzers behoorlijk
te huisvesten. Dit laatste, maar ook
die andere toestanden, zijn reële moei
lijkheden, die men maar al te gemak
kelijk onderschat. Als het echter wer
kelijk de bedoeling is om van het Ma
leis over te schakelen op het Neder
lands, dan zal men méér moeten doen
dan die moeilijkheden alleen met zorg
lijke blik nameten.
De vraag is evenwel, of iedereen de
Wenselijkheid van een dergelijke over
schakeling onderschrijft. Van niemand
op heel Nieuw-Guinea kregen wij daar
op zo'n duidelijke ontkenning als van
de Terreinleider van de Zending der
Nederlands Hervormde Kerk, dr. F. C.
Kamma, en van de rector van de Theo
logische School in het bekoorlijke Se
roei, ds. I. S. Kijne. Zij voelen niets
voor de invoering van het Nederlands.
Ds. Kijne meent, dat het hele denk
beeld een utopie is.
Een zekere passie maakt zich mees
ter van deze ernstige man, die zijn
halve leven in de tropen heeft gesleten.
Hij spreekt er met ons over in de late
namiddag, als de schaduwen van de
Zware regenbomen langer en vager
Worden. Het laatste zonlicht verleent
een gouden gloed aan het groen van
de aloen-aloen, waar jonge Papoea's in
Veelkleurige hemden op blote voeten
®en balletje trappen. „Hoe wil men er
Ooit het Maleis uit krijgen?" vraagt hij.
gingen. Als de Zending de Papoea's Ne
derlands gaat Ieren, dan stelt zU zich
onwillekeurig in dienst van het streven
van diegenen, die Westelijk Nieuw-
Guinea tot in de lengte van jaren ten
nauwste verbonden' willen zien met Ne
derland. En hoe zij daar zelf ook over
moge denken, dat is de taak niet van
de Zending. Aldus dr. Kamma.
Nu wil het ons voorkomen dat dit ar
gument op zijn minst omkeerbaar is.
Handhaving van het Maleis betekent
evenzeer ondersteuning van de Indone
sische aanspraken. Wil de Zending vol
strekt afzien van het uitoefenen van
invloed, die politieke consequenties kan
hebben, dan dient zij terug te keren tot
het Biaks-Noemfoerees, dat nog is ge
bruikt door de eerste zendelingen, de
Duitsers Ottow en Geiszler, die nu pre
cies honderd jaar geleden op Nieuw-
Guinea aankwamen. Sindsdien is de
Zending overgegaan op het Maleis en
nu kan men zich afvragen, of hier geen
andere factoren in het spel zijn. Bijna
honderd jaar heeft de Zending gepreekt
en geleerd in het Maleis.
Zou het niet zo kunnen zijn, dat de
Zending, die op Nieuw-Guinea de oud
ste papieren bezit, langzamerhand in
de ban is geraakt van de traditie, die
Coasters vervullen een belangrijke junctie in de zich ontwikkelende economie
van Westelijk Nieuw-Guinea. Seroei is een exportcentrum (ook voor de
Onderafdeling Waropen) van copal, krokodillenhuiden, trocaschelpen, groen
ten en gevlochten reismandjes (kaliba's). Men ziet hier een coaster aan de stei
ger van Seroei. De opleiding van Papoea's voor de scheepvaart geschiedt voor
namelijk in Hollandia en daar worden alle scheepstermen en scheepscom-
mando's in het Nederlands onderwezen.
Dat gaat zelfs niet via een soort Zuid-
Afrikaans (sommigen bepleiten de invoe
ring van een z.g. vereenvoudigd Neder
lands).
Ds. Kijne houdt vol, dat van nieuw
uitgezonden krachten uit Nederland nog
steeds moet worden geëist, dat zij Ma
leis kennen.
Dr. Kamma vindt, dat het elke Pa
poea vrij moet staan zich in het Neder
lands te bekwamen, als hij dat wil,
maar dat het voor een niet-politieke
grootheid als de Protestantse Zending
onjuist is actief mee te werken aan de
invoering van het Nederlands als voer
taal, omdat deze maatregel slechts kan
zijn ingegeven door politieke overwe-
zij zelf heeft geschapen, dat zij is be
vangen door iets als de „dialectiek
der vooruitgang"? De R.K. Missie,
die zoveel jonger is, denkt er heel an
ders over. Daar is men volledig be
reid en zelfs verlangend om het Ne
derlands in te voeren als „lingua
franca". En de Missie levert ook het
bewijs, dat zoiets mogelijk is, mits,
en dat is de grote voorwaarde, mits
er voldoende leerkrachten beschik
baar zijn.
In een van de meest primitieve ge
bieden van Nieuw-Guinea, aan de Wis
selmeren, ligt het „Beschavingscentrum
Tage", waar pastoor A. van Nuenen
O.F.M. de scepter zwaait. Daar fun
geert als directrice van het meisjes
internaat zuster C. Holla van het Derde
Orde Apostolaat. Zuster Holla kent
geen Maleis, maar wel heeft zij, vóór
haar vertrek uit Nederland, de talen
van de Ekari's en de Moni's geleerd,
die door de Missie-linguïst, pater P.
Drabbe M.S.C., voorlopig op schrift zijn
gebracht. De Ekari's en de andere be
woners van het Centrale Bergland ken
nen vrijwel geen Maleis en hier was
dus een prachtige gelegenheid om van
de plaatselijke talen rechtstreeks over
te schakelen op het Nederlands.
In Tage is die kans aangegrepen en zo
kon het gebeuren, dat wij, behoedzaam
voortglibberend over een bergpad in
het hartje van een der primitiefste ge
bieden ter aarde, terwijl een gestage
regen de rook uit de hutten neersloeg,
twee kleine Papoea-meisjes ontmoet
ten, die ons stralend „Goedenmiddag
meneer" toeriepen. Terwijl wij verder
gingen, telden zij luidkeels en in het
Nederlands de leden van ons gezel
schap. Volkomen correct kwamen zij
tot de slotsom, dat wij met ons tienen
waren.
Hoe wordt over dit alles in Hollandia
gedacht? De gouverneur, dr. J. van
Baal, acht het mogelijk om in 20 a 25
jaar zover te komen, dat er een wer
kelijke laag Nederlands-sprekende Pa
poea's is. Op het ogenblik wordt aan
de vorming van die laag nog niet sys
tematisch gewerkt, want, aldus dr. Van
Baal, „wij zitten r.a te denken over
een plan". Voorlopig ziet men de moei
lijkheden, die daarbij overwonnen moe
ten worden, nog als zeer groot en in
gouvernementskringen is men geneigd
op de argeloze bezoeker, die daar mis
schien wat al te lichtvaardig over
denkt, iet of wat geïrriteerde vragen
af te vuren als: „Ziet u kans om in
Nederland een paar honderd onderwij
zers te vangen? Beseft u wel, dat in
voering van het Nederlands op Nieuw-
Guinea even moeilijk is als invoering
van het Russisch in Nederland?"
De directeur van de Dienst Culturele
Zaken, dr. H. Kroeskamp, dient in deze
zaken de gouverneur van advies. Hij
ziet in de eerste plaats het grote tekort
aan Europese krachten en de daarmee
samenhangende noodzaak om de be
schikbare onderwijzers te stationneren
op „sleutelposten". Dr. Kroeskamp,
daarin van harte gesteund door de gou
verneur, keert zich in dit stadium zeer
beslist tegen onderwijs in het Neder
lands aan gesubsidieerde Volksscholen.
Een Volksschool is een 3-jarige school
in de kampong, die men met wat goede
wil kan vergelijken met de eerste drie
klassen van een lagere school. Aan de
Missie in het Zuiden, die bij de Zen
ding in het Noorden een halve eeuw
achterop ligt, is enkele jaren geleden
bij wijze van experiment toegestaan
om op enkele Volksscholen een Euro
pese leerkracht aan te stellen. Dr.
Kroeskamp is overigens van mening,
dat een Volksschool niet het meest eco
nomische emplooi biedt aan een Euro
pese onderwijzer.
Maar goed, toen de gouverneur en
dr. Kroeskamp enige tijd geleden een
bezoek brachten aan een Volksschool
van de Missie te Mindiptana, toonden
zij zich zeer ontstemd over het feit,
dat daar in de eerste klas Nederlands
werd gesproken. Zij menen, dat het
experiment met Europese leerkrach
ten alleen is bedoeld om de achter
stand van de Missie in te halen. Het
vak Nederlands, zo betogen zij, eist
vele uren, die aan andere vakken wor
den onttrokken. De ondergrond blijft
dan toch nog erg zwak en in een niet-
Nederlands milieu vervluchtigt die
nieuwe taal bijzonder snel.
Derhalve blijft het Nederlands nu
evenals voorheen voorbehouden aan
leerlingen van hogere scholen en in het
bijzonder aan de toekomstige onderwij
zers op de z.g. „Opleidingsschool voor
Volksonderwijzers". De stimulering van
het Nederlands zoekt het gouvernement
tot nader order in de sfeer van het on
verbindende advies: „DeEuropese bevol
king moet in huis, op kantoor en in het
bedrijf minder Maleis spreken tot de
Papoea's". Dat advies is in ieder geval
goed, al was het alleen maar, omdat
dat Maleis aan weerskanten ook al geen
reden tot pochen geeft. En verder denkt
men na over een plan. H. J. N.
Advertentie
fcJ*WJ7Sj
Onder invloed van sterke drank is
een automobilist uit Zwolle te Ach
terveld met een gehuurde auto tegen
een tweetal lichtmasten opgebotst.
Het gevolg was, dat een woonwijk
van dertig woningen verstoken werd
van electriciteit. In bewusteloze toe
stand werd de automobilist naar het
ziekenhuis vervoerd. De auto werd
ernstig beschadigd.
Voor het Apeldoornse kantongerecht
hadden zich J. D. en J. G. H. D., directeu
ren van een fabriek van draadsnijgereed-
schappen te verantwoorden wegens
meervoudige overtreding van de Ar
beidswet. In niet minder dan dertig ge
vallen was door de werknemers van de
fabriek de toegestane arbeidstijd over
schreden.
J. D. gaf toe dat enkele jaren geleden
op het gebied van de arbeidstijden on
toelaatbare toestanden hadder. geheerst,
doch thans is daarin een grote verbete
ring gekomen. De gevallen, waarvoor
beiden thans terecht stonden, vonden
hun oorzaak in het uitvoeren van spoed
opdrachten van het Rijk in het kader
van grote defensie-orders. Wanneer de
orders te laat werden uitgevoerd kreeg
d onderneming boete van het Rijk we
gens het niet nakomen van de lever
tijden.
Het leek de ambtenaar van het O.M.
gewenst om zich in elk geval aan de
Arbeidswet te houden. Hij eiste voor
J. G. H. D. tien dagen hechtenis en voor
J. D. 20 maal ƒ20— boete. De kanton
rechter was wat milder en veroordeel
de J. D. conform en J. G. H. D. tot 10
maal ƒ20.boete.
De Staten Generaal hebben niet gewe
ten wat zij deden, zij hebben alleen ge
weten wat zij bedoelden te bereiken,
aldus prof. De Vries tijdens de Vrijdag
gehouden vergadering van de S.E.R. HU
doelde hiermee op de goedkeuring van
de aftrekregeling in art. 126 van de Wet
op de Bedrijfsorganisatie, welke het mo-
gelqk maakt de vrij georganiseerde on
dernemers in een bedrijfschap minder
zwaar te belasten dan de niet georga
niseerde leden. Het Dagelijks bestuur
acht de bezwaren van deze regeling zo
groot, dat het handhaven er van niet
gewenst oordeelt. Een minderheid van
de Raad voelde er echter niets voor een
jong artikel, waarmee nog zo weinig er
varing is opgedaan, reeds nu op de hel
ling te zetten. Deze minderheid werd
gevormd door vertegenwoordigers van
landbouw en middenstand, versterkt
door vertegenwoordigers van enige
werkgeversorganisaties. De Raad be
sloot echter met 23 stemmen voor, 10 te
gen en 1 blanco de minister van P.B.O.
te adviseren de regeling te schrappen.
Prof. de Vries stelde, dat de aftrek
regeling in het leven geroepen is om de
bedrijfstakken die slechts zwak geor
ganiseerd waren een steun in de rug te
geven. Het was echter menselijkerwijs
onmogelijk om de draagwijdte van deze
maatregel te overzien.
Een der gedurende het laatste half
jaar gerezen bezwaren is de organisa-
tiedwang welke het verschil van hef
fing tengevolge heeft. De spreker bleek
hier vooral te doelen op centralisatie-
dwang, waarmee hij speciaal de orga
nisaties in de landbouwsector op het
oog had. HU doelde op een sterker ma-
Advertentie
In King geeft de natuur U
precies wat U in dit jachtige
leven zo nodig hebt:
rust en verkwikking.
Seroei, de hoofdplaats van het eiland Japen, bekleedt in het Zendingswerk
ban de Nederlands Hervormde Kerk een centrale plaats. De Theologische
School is hier gevestigd, alsmede een kweekschool voor volksonderwijzers, een
'hieisjesvervolgschool met internaat en een jongensvervolgschool met internaat,
een landbouwschool met internaat en een Algemene Lagere School, allemaal
dus van de Zending. Seroei zelf is een attractie voor iedere bezoeker. Dit
laantje van knoestige regenbomen, waarvan de stammen zijn bezet met orchi-
••cón, doet als weinig andere punten op Nieuw-Guinea denken aan Indonesië,
b.v. aan een kleine kustplaats op Java.
(Van onze Romeinse correspondent)
JHV e duivel gaat geen stad voorbij, zelfs Forli niet
in Mussolini's eigen land, de Romagna. Geest-
JS driftig volgde daar het zondig mensengeslacht
het even algemene als verwerpelijke gebruik om
auto's te stelen. De mannen van de statistiek meenden
zelfs, dat Forli te geestdriftig te werk ging: geen
wagen was er veilig, vanaf de Cadillac tot de zeepkist
met hulpmotor.
Waar de politie zich echter vaktechnisch ge
sproken dood aan ergerdewas het feit, dat de
meeste auto'st kort na de aangifte van de diefstal onge
deerd in een stille straat of op een landweg toerden
teruggevonden. Nooit ontbrak er iets, ook de in
onverwoestbaar optimisme achtergelaten jassen, por
tefeuilles, tasjes, sleutels, papieren en parapluies
werden onaangeraakt herontdekt. De wagens waren
een korte tijd door de vreemde hand uitstekend
bereden, joy riding scheen uitgesloten.
Het enige houvast voor de detectives was, dat
soms de auto's ongehoord stoffig, ja nies van binnen
waren en er een vreemd luchtje in hing. Kort ge
leden ontdekte de politie bloedsporen op de voorbank
van een dier geheimzinnige auto's. Het was mensen
bloed. stelden de experts vast. De recherche heeft
heel Forli uitgekamd op wonden. Maar in plaats van
zelfs het normale bloedverlies uit neuzen, knieën,
schedels of wangen, gevolg van een misstap of een
met stoffelijke middelen beslecht opinieverschil, bleek
de laatste dagen in Forli geen spat, geen drup bloed
vergoten te zijn.
Tot de speurders op straat een jongeman ontdek-
ten, die een pleister langszij het hoofd geplakt had.
Hij' moest onverbiddelijk mee, een staf van deskun-
I digen onderzochten het geval met een nauwkeurig
heid, als gold het een gaaf aangetroffen exemplaar
van de Neandertalmens.
En ziet: de man zou,' volgens zijn zeggen, een ge
laden Engelse revolver gevonden hebben en toen hij
ermee speelde, had ontijdig een kogel de tromp van
het vuistvuurwapen verlaten en was hem langs de
slaap geschampt. De hooggeboren Vrouwe, gravin
Isabella dei Gentili di Santa Sofia, een medebewoon
ster van het Paleis van Justitie te Forli, bevestigde
de juistheid van dit verhaal. Er waren nog twee
getuigen, die bezwoeren alles, maar dan ook élles
gezien te hebben, het ongeluk was gebeurd in een
der vertrekken van het palazzo, de schrik zat hen
nog in de benen en zo verder.
De beschadigde jongeman kreeg een proces-verbaal,
dat te maken had met de vuurwapenwet, hij werd
van de revolver ontlast en verder vrijgelaten. Enig
verband tusen de bebloede voorbank van de Fiat 1110
en het Engels moordtuig kon wel verhoopt, maar
niet bewezen worden. Intussen hield van nu af aan
de recherche een extra oog gericht op het Paleis van
Justitie.
Want U moet weten, dat er in Forli „iets is" met
dat Palazzo di Giustizia. Op een goede dag had
Mussolini het bijzonder feestelijke idee gekregen om
zijn eigen stad te versieren met een bonk van een
gerechtshuis, heldhaftig en imperiaal op te trekken,
koen te doortimmeren, de Nibelungenring verzacht
door de Traviata. Juist zou het grandioos gaan worden,
toen het regime viel en de bouwkassen ineenstortten.
Het half voltooide complex werd daarop in bezit
genomen door daklozen, zwervers en een zigeuner
familie, die peerd en wagen, dauw en avondkilte
beu was.
nder de daklozen bevond zich gravin Isabella,
die uit een roemrucht verleden slechts haai
naam geërfd had en één martiaal portret van
een voorvader, geëncadreerd en al.
„Mevrouw", zei het palazzo al spoedig, „de konin
gin van de kashba", zei de rest van Forli. Zowel
het palazzo als de rest hadden peltjk, Isabella re
geerde haar graafschap ad interim.
Keren wij terug naar de maand April van dit jaar.
Pleister of geen pleister, vermoedens en oplettend
heid ten spijt, de autodiefstallen gingen door. Dat
de politie dag en nacht met het probleem bezig was,
bleek in de persoon van de jeugdige wachtmeester
Morelli. Die zat in het holst van de nacht plotseling
rechtop in zijn bed en schreeuwde: kip, kip, het is
kip en even later, nog steeds kip roepend, rende hij
half gekleed het huis uit naar het politiebureau.
Het was kip; dat rare luchtje, dat soms voor
kwam in de gestolen auto's herinnerde Morelli plot
seling aan pluimvee en de geur der vermeerderings-
b edrijven.
Toen was het nog slechts een stap, van de Cadillacs
en de zeepkisten naar de rode kippenfokkers, die in
de Romagna niet onaanzienlijke bedragen verdienen
aan het kweken van gevogelte, dat als „polio" op het
menu van elk Italiaans restaurant voorkomt. Nu
had zich in dit schokkend jaar in de Romagna ook
een ander crimineel verschijnsel voorgedaan: ge
heimzinnige personen bleken er hun zinnen op gezet
te hebben de goed boerende communisten aan ge
lijkschakeling te wennen door hen systematisch van
een aanzienlijk deel van hun roerend fokgoed te
ontdoen.
„En deze knapen opereren met auto's, die zij telkens
voor hun escapades lenen", concludeerde de wacht
meester en daarmede legde hij het hechte fundament
voor zijn spoedige bevordering.
De volgende morgen werd de kashba omringd door
een cordon „stillen" en ieder werd er geschaduwd.
Thans bevinden zich gravin Isabella van de Edelen
van Santa Sofia, haar veel jongere morganatische
minnaar en acht andere bewoners van het Paleis van
Justitie in het gevang. Onder hen is ook een telg
der zigeunersfamilie, die de deskundige was in geluid
en geruisloze verwijdering van levende kippen.
Levende kippen immers brengen op de markt meer
op dan gestorven kippen. Hij heeft verklaard het
familiegeheim te dezen nimmer aan de openbaarheid
te zullen prijsgeven.
Met een begrijpelijke en zelfs loffelijke drang weer
iets van de oude naam van Santa Sofia te her
stellen door om te beginnen aan hét schilderij
ook enkele stoelen, een sofa, bed, tafel en roemers
toe te voegen, is de gravin het slachtoffer geworden
harer ketterse overtuiging, dat elk middel zulk een
doel heiligde. Want vanuit Mussolini's Unvollendete
leidde zij een bende, die de schrik was van toerisme
en kippenfarms en die aan de groeptaal der misdaad
het woord „chicken riding" toevoegde.
ken van de standsorganisaties ten na
dele van gespecialiseerde organisaties.
Daarnaast bestaan ook manipulaties
met contributies welke van simpeler
aard zqn.
De minderheid heeft tegen de be-
staansmogelUkheid van deze manipu
laties geen argumenten ingebracht.
De heer Mertens (landbouw) waar
schuwde vooral voor de gevolgen die
het wegvallen van de regeling kan
hebben. Er dreigt een leegloop in de
vrqe organisaties te ontstaan, welke
een groter gevaar vormt voor de P.B.
O. dan de door het Dagelijks Bestuur
gesignaleerde bezwaren. De laatste
zqn volgens hem met goede wil ook
alle te overwinnen.
Prof. de Vries erkende, dat men de
gevolgen van een afschaffing van de
aftrekregeling niet kan overzien. Wan
neer de vrees voor leegloop werkelUk
gerechtvaardigd is, dan duidt dit op
het bestaan van een probleem van zeer
bedenkelijke aard, dat sombere perspec
tieven opent. De PBO is immers opge
bouwd op vrjje organisaties, die geacht
worden voldoende rijpheid te bezitten.
Wanneer nu enkele tientjes contributie
reeds genoeg zijn om deze organisaties
te ondermijnen, dan blijkt het met de
rijpheid toch wei slecht gesteld te zijn.
De PBO is niet gebaat met vrqe orga
nisaties die propaganda voeren met het
geld dat hun dank zij de aftrekregeling
toevloeit.
IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllll
Mijn vriend Frits had
destijds in de hongerwinter
uit barre nooddruft zijn
trouwring verkwanseld, zo
al niet voor een bord lin
zensoep dan toch voor wat
vlees en brood. Hij had het
uiteraard stiekum gedaan,
want zijn vrouw mocht het
natuurlijk niet weten. Om
haar te misleiden had hij zelfs een
verguld-blikken ding gekocht. Jaren
lang was- het goed gegaan. De vlees
potten van Egypte stonden weer ter
beschikking van Frits, maar zijn hei
lig voornemen om een nieuwe, échte
trouwring te kopen vergat hij waar
te maken.
Korte tijd geleden echter gebeurde
het hem dat hij zich niet goed voelde.
Sterker, hij dacht een poosje, dat hij
dood zou gaan; op korte termijn wel
te verstaan. En toen hij dus zijn gees
telijke inventaris begon op te maken,
kreeg hij ineens weer wroeging over
die trouwring. Nu is Frits op een ge
geven moment geen man van halve
maatregelen; en hij stapte dus op
zekere dag met Magere Hein aan zijn
zijde een bijouterie-winkel binnen,
kocht het befaamde gulden huwelijks
souvenir en stak het aan zijn vinger.
„Mijn vrouw zal een echte ring aan
mijn lUk vinden", moet hij zo onge
veer gedacht hebben. Aanmerkelijk
opgelucht, alhoewel nog steeds over
tuigd van zijn 'op handen zijnd ster
ven, keerde Frits naar huis terug.
Zijn echtgenote, wie het gemis bij
haar man nimmer was opgevallen,
zag wél meteen het overcompleet.
„Wat heb je nou gedaan?" vroeg ze.
„Ik heb een ring gekocht", zei Frits
somber. Enfin, toen kwam het hele
verhaal.
Toen hij uitgesproken was zei zqn
vrouw: „Kun je je nog herinneren,
dat wij zo gesmuld hebben van die
zak witte bonen?"
„Ja", antwoordde Frits.
„Nu", zei zijn vrouw. „Die had ik
van mfjn trouwring gekocht."
Van dat moment af is Frits weer
gaan geloven in het (zijn) leven.
llllllllllllllllilillllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIiniMIIIIII
Na het overleg met de looncommissie
van de Stichting van de Arbeid op 11
Mei, dat tot resultaat had dat de par
tijen opnieuw zouden onderhandelen
over de arbeidsvoorwaarden voor het
komende haringseizoen, zijn deze on
derhandelingen opnieuw vastgelopen.
In dit nieuwe overleg, is het niet ge
lukt tot overeenstemming te komen.
Het moet nu wel zeer twijfelachtig wor
den geacht, dat vóór de datum waarop
het uitvaren is vastgesteld, overeen
stemming kan worden bereikt.
Partüen komen volgende week op
nieuw onder leiding van de Stichting
van de Arbeid bijeen. De Centrale bond
van werknemers in het transportbedrijf
heeft intussen de vissers het advies ge
geven onder deze omstandigheden niet
te monsteren. De kans dat nog in Mei
nieuwe haring zal worden aangevoerd
moet thans wel zeer gering worden ge
acht.