DE VOERTAAL OP NIEUW-GUIN E A In Tage krijgt het Nederlands zijn kans NEDERLANDS IS MALEIS ^lÖolken vraki gen Douwe Egberts telrafc S.E.R. laat de omstreden aftrekregeling vallen De wonderlijke autodieven van Forli Debiet voor Radio-Djakarta Dertig huizen in het donker „Oorlog" contra arbeidswet Prof. De VriesKamer wist niet wat zij deed In Mussolini's Paleis van Justitie woonde een ondernemende gravin Conflict in haring visserij GROOT TEKORT AAN EUROPESE LEERKRACHTEN Door autobotsing Spoedorders leidden tot wetsovertreding P.B.O. op losse schroeven Deze maand nog geen nieuwe haring? ZATERDAG 14 MEI 1955 PAGINA 5 KING pepermunt (Van een redacteur) Het behoort tot de taak van de Onderafdelingschef van het eiland Japen, mr. H. van Andel, om van tijd tot tijd de stand van het onderwijs in zijn ressort te inspecteren. Daartoe begaf hij zich op zekere keer naar een van de z.g. „Volksscholen" en nodigde de aldaar verzamelde Papoea kinderen uit de naam te noemen van de lichaamsdelen, die hij aanwees, ^oen zijn wijsvinger in de richting van zijn been ging, ruiste het door de klas: „Kaki". De aanwijzing van zijn linkerhand had een spontaan „Tangan kiri" tot gevolg. Maar toen mr. Van Andel de hand naar het hoofd bracht etl zijn schaarse haren aldaar bedekte, viel er een gechoqueerd stilzwijgen. Eindelijk was er een meisje, dat de moed opbracht om, verlegen naar buiten kijkend, te stamelen: „Sama orang lain ada ramboet." (Bij andere mensen zit daar haar). Een delicate situatie, waaruit, behalve een boel andere dingen, *alt te leren, dat op Nederlands Nieuw-Guinea de voertaal Maleis is, d.w.z. de taal, die gesproken wordt voor de microfoon, van radio Djakarta, een van de weinige radiozenders, die op heel Nieuw-Guinea goed worden ontvangen. Dat Maleis dateert hier niet van vandaag of gisteren. Grote gebieden aan de Noord- en de Westkust hebben lange jaren behoord tot de rechtsmacht van ket zelfbesturende landschap Tidore, welks sultan zijn aanspraken grondde °P het feit, dat zijn voorvaderen hun slaven altijd al van deze kusten had den betrokken. De eindeloze versnippering, die het taalgebied van de Pa poea's kenmerkte, maakte, dat er tussen de verschillende stammen onderling Seen inheemse „lingua franca" bestond. Daarvoor nam men nu de taal van de Tidorese ambtenaren, het uitheemse Maleis. En deze practijk werd aan gemoedigd door alle Nederlanders, die op dit gebied hun „Indische ervaring" Biet voor zich konden houden. Heden ten dage wordt dus de Austronesische Papoea door Nederlanders aangesproken en vaak ook onderwezen in een Aziatische taal, de taal van de regering te Djakarta, die reeds de vrijheid heeft genomen om Westelijk Nieuw-Guinea in te delen als Indonesisch kies district. De nadelen, die de handhaving van «et Maleis als voertaal aankleven, zijn evident^ De voordelen springen minder *h het oog. Of eigenlijk is het beter om te spreken van de moeilijkheden, die ®an de afschaffing ervan zijn verbon den. Op het ogenblik komen alle Papoea's, die de sfeer van het eigen stamleven Verlaten in een Maleis-sprekend milieu. De Ambonese of Keiese onderwijzer (goeroe) in de kampong spreekt Ma leis, de Ambonese bestuursassistent en de inheemse politieman bezigen die taal eveneens en geen van allen zijn zij het Nederlands voldoende machtig om daarop over te schakelen. En ook als de Nederlander op Nieuw-Guinea ge hoor geeft aan zijn eerste opwellingen, dan spreekt hij, als hij die taal enigs- Zins machtig is, tot de eerste de beste gekleurde onderdaan van H. M. de Ko ningin Maleis. En wat zich in het bijzonder tegen de invoering van het Nederlands ver- Zet, is het nijpende tekort aan onder- Wijzers, die in die taal les kunnen geven, en het even grote tekort aan wo ningen om die onderwijzers behoorlijk te huisvesten. Dit laatste, maar ook die andere toestanden, zijn reële moei lijkheden, die men maar al te gemak kelijk onderschat. Als het echter wer kelijk de bedoeling is om van het Ma leis over te schakelen op het Neder lands, dan zal men méér moeten doen dan die moeilijkheden alleen met zorg lijke blik nameten. De vraag is evenwel, of iedereen de Wenselijkheid van een dergelijke over schakeling onderschrijft. Van niemand op heel Nieuw-Guinea kregen wij daar op zo'n duidelijke ontkenning als van de Terreinleider van de Zending der Nederlands Hervormde Kerk, dr. F. C. Kamma, en van de rector van de Theo logische School in het bekoorlijke Se roei, ds. I. S. Kijne. Zij voelen niets voor de invoering van het Nederlands. Ds. Kijne meent, dat het hele denk beeld een utopie is. Een zekere passie maakt zich mees ter van deze ernstige man, die zijn halve leven in de tropen heeft gesleten. Hij spreekt er met ons over in de late namiddag, als de schaduwen van de Zware regenbomen langer en vager Worden. Het laatste zonlicht verleent een gouden gloed aan het groen van de aloen-aloen, waar jonge Papoea's in Veelkleurige hemden op blote voeten ®en balletje trappen. „Hoe wil men er Ooit het Maleis uit krijgen?" vraagt hij. gingen. Als de Zending de Papoea's Ne derlands gaat Ieren, dan stelt zU zich onwillekeurig in dienst van het streven van diegenen, die Westelijk Nieuw- Guinea tot in de lengte van jaren ten nauwste verbonden' willen zien met Ne derland. En hoe zij daar zelf ook over moge denken, dat is de taak niet van de Zending. Aldus dr. Kamma. Nu wil het ons voorkomen dat dit ar gument op zijn minst omkeerbaar is. Handhaving van het Maleis betekent evenzeer ondersteuning van de Indone sische aanspraken. Wil de Zending vol strekt afzien van het uitoefenen van invloed, die politieke consequenties kan hebben, dan dient zij terug te keren tot het Biaks-Noemfoerees, dat nog is ge bruikt door de eerste zendelingen, de Duitsers Ottow en Geiszler, die nu pre cies honderd jaar geleden op Nieuw- Guinea aankwamen. Sindsdien is de Zending overgegaan op het Maleis en nu kan men zich afvragen, of hier geen andere factoren in het spel zijn. Bijna honderd jaar heeft de Zending gepreekt en geleerd in het Maleis. Zou het niet zo kunnen zijn, dat de Zending, die op Nieuw-Guinea de oud ste papieren bezit, langzamerhand in de ban is geraakt van de traditie, die Coasters vervullen een belangrijke junctie in de zich ontwikkelende economie van Westelijk Nieuw-Guinea. Seroei is een exportcentrum (ook voor de Onderafdeling Waropen) van copal, krokodillenhuiden, trocaschelpen, groen ten en gevlochten reismandjes (kaliba's). Men ziet hier een coaster aan de stei ger van Seroei. De opleiding van Papoea's voor de scheepvaart geschiedt voor namelijk in Hollandia en daar worden alle scheepstermen en scheepscom- mando's in het Nederlands onderwezen. Dat gaat zelfs niet via een soort Zuid- Afrikaans (sommigen bepleiten de invoe ring van een z.g. vereenvoudigd Neder lands). Ds. Kijne houdt vol, dat van nieuw uitgezonden krachten uit Nederland nog steeds moet worden geëist, dat zij Ma leis kennen. Dr. Kamma vindt, dat het elke Pa poea vrij moet staan zich in het Neder lands te bekwamen, als hij dat wil, maar dat het voor een niet-politieke grootheid als de Protestantse Zending onjuist is actief mee te werken aan de invoering van het Nederlands als voer taal, omdat deze maatregel slechts kan zijn ingegeven door politieke overwe- zij zelf heeft geschapen, dat zij is be vangen door iets als de „dialectiek der vooruitgang"? De R.K. Missie, die zoveel jonger is, denkt er heel an ders over. Daar is men volledig be reid en zelfs verlangend om het Ne derlands in te voeren als „lingua franca". En de Missie levert ook het bewijs, dat zoiets mogelijk is, mits, en dat is de grote voorwaarde, mits er voldoende leerkrachten beschik baar zijn. In een van de meest primitieve ge bieden van Nieuw-Guinea, aan de Wis selmeren, ligt het „Beschavingscentrum Tage", waar pastoor A. van Nuenen O.F.M. de scepter zwaait. Daar fun geert als directrice van het meisjes internaat zuster C. Holla van het Derde Orde Apostolaat. Zuster Holla kent geen Maleis, maar wel heeft zij, vóór haar vertrek uit Nederland, de talen van de Ekari's en de Moni's geleerd, die door de Missie-linguïst, pater P. Drabbe M.S.C., voorlopig op schrift zijn gebracht. De Ekari's en de andere be woners van het Centrale Bergland ken nen vrijwel geen Maleis en hier was dus een prachtige gelegenheid om van de plaatselijke talen rechtstreeks over te schakelen op het Nederlands. In Tage is die kans aangegrepen en zo kon het gebeuren, dat wij, behoedzaam voortglibberend over een bergpad in het hartje van een der primitiefste ge bieden ter aarde, terwijl een gestage regen de rook uit de hutten neersloeg, twee kleine Papoea-meisjes ontmoet ten, die ons stralend „Goedenmiddag meneer" toeriepen. Terwijl wij verder gingen, telden zij luidkeels en in het Nederlands de leden van ons gezel schap. Volkomen correct kwamen zij tot de slotsom, dat wij met ons tienen waren. Hoe wordt over dit alles in Hollandia gedacht? De gouverneur, dr. J. van Baal, acht het mogelijk om in 20 a 25 jaar zover te komen, dat er een wer kelijke laag Nederlands-sprekende Pa poea's is. Op het ogenblik wordt aan de vorming van die laag nog niet sys tematisch gewerkt, want, aldus dr. Van Baal, „wij zitten r.a te denken over een plan". Voorlopig ziet men de moei lijkheden, die daarbij overwonnen moe ten worden, nog als zeer groot en in gouvernementskringen is men geneigd op de argeloze bezoeker, die daar mis schien wat al te lichtvaardig over denkt, iet of wat geïrriteerde vragen af te vuren als: „Ziet u kans om in Nederland een paar honderd onderwij zers te vangen? Beseft u wel, dat in voering van het Nederlands op Nieuw- Guinea even moeilijk is als invoering van het Russisch in Nederland?" De directeur van de Dienst Culturele Zaken, dr. H. Kroeskamp, dient in deze zaken de gouverneur van advies. Hij ziet in de eerste plaats het grote tekort aan Europese krachten en de daarmee samenhangende noodzaak om de be schikbare onderwijzers te stationneren op „sleutelposten". Dr. Kroeskamp, daarin van harte gesteund door de gou verneur, keert zich in dit stadium zeer beslist tegen onderwijs in het Neder lands aan gesubsidieerde Volksscholen. Een Volksschool is een 3-jarige school in de kampong, die men met wat goede wil kan vergelijken met de eerste drie klassen van een lagere school. Aan de Missie in het Zuiden, die bij de Zen ding in het Noorden een halve eeuw achterop ligt, is enkele jaren geleden bij wijze van experiment toegestaan om op enkele Volksscholen een Euro pese leerkracht aan te stellen. Dr. Kroeskamp is overigens van mening, dat een Volksschool niet het meest eco nomische emplooi biedt aan een Euro pese onderwijzer. Maar goed, toen de gouverneur en dr. Kroeskamp enige tijd geleden een bezoek brachten aan een Volksschool van de Missie te Mindiptana, toonden zij zich zeer ontstemd over het feit, dat daar in de eerste klas Nederlands werd gesproken. Zij menen, dat het experiment met Europese leerkrach ten alleen is bedoeld om de achter stand van de Missie in te halen. Het vak Nederlands, zo betogen zij, eist vele uren, die aan andere vakken wor den onttrokken. De ondergrond blijft dan toch nog erg zwak en in een niet- Nederlands milieu vervluchtigt die nieuwe taal bijzonder snel. Derhalve blijft het Nederlands nu evenals voorheen voorbehouden aan leerlingen van hogere scholen en in het bijzonder aan de toekomstige onderwij zers op de z.g. „Opleidingsschool voor Volksonderwijzers". De stimulering van het Nederlands zoekt het gouvernement tot nader order in de sfeer van het on verbindende advies: „DeEuropese bevol king moet in huis, op kantoor en in het bedrijf minder Maleis spreken tot de Papoea's". Dat advies is in ieder geval goed, al was het alleen maar, omdat dat Maleis aan weerskanten ook al geen reden tot pochen geeft. En verder denkt men na over een plan. H. J. N. Advertentie fcJ*WJ7Sj Onder invloed van sterke drank is een automobilist uit Zwolle te Ach terveld met een gehuurde auto tegen een tweetal lichtmasten opgebotst. Het gevolg was, dat een woonwijk van dertig woningen verstoken werd van electriciteit. In bewusteloze toe stand werd de automobilist naar het ziekenhuis vervoerd. De auto werd ernstig beschadigd. Voor het Apeldoornse kantongerecht hadden zich J. D. en J. G. H. D., directeu ren van een fabriek van draadsnijgereed- schappen te verantwoorden wegens meervoudige overtreding van de Ar beidswet. In niet minder dan dertig ge vallen was door de werknemers van de fabriek de toegestane arbeidstijd over schreden. J. D. gaf toe dat enkele jaren geleden op het gebied van de arbeidstijden on toelaatbare toestanden hadder. geheerst, doch thans is daarin een grote verbete ring gekomen. De gevallen, waarvoor beiden thans terecht stonden, vonden hun oorzaak in het uitvoeren van spoed opdrachten van het Rijk in het kader van grote defensie-orders. Wanneer de orders te laat werden uitgevoerd kreeg d onderneming boete van het Rijk we gens het niet nakomen van de lever tijden. Het leek de ambtenaar van het O.M. gewenst om zich in elk geval aan de Arbeidswet te houden. Hij eiste voor J. G. H. D. tien dagen hechtenis en voor J. D. 20 maal ƒ20— boete. De kanton rechter was wat milder en veroordeel de J. D. conform en J. G. H. D. tot 10 maal ƒ20.boete. De Staten Generaal hebben niet gewe ten wat zij deden, zij hebben alleen ge weten wat zij bedoelden te bereiken, aldus prof. De Vries tijdens de Vrijdag gehouden vergadering van de S.E.R. HU doelde hiermee op de goedkeuring van de aftrekregeling in art. 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, welke het mo- gelqk maakt de vrij georganiseerde on dernemers in een bedrijfschap minder zwaar te belasten dan de niet georga niseerde leden. Het Dagelijks bestuur acht de bezwaren van deze regeling zo groot, dat het handhaven er van niet gewenst oordeelt. Een minderheid van de Raad voelde er echter niets voor een jong artikel, waarmee nog zo weinig er varing is opgedaan, reeds nu op de hel ling te zetten. Deze minderheid werd gevormd door vertegenwoordigers van landbouw en middenstand, versterkt door vertegenwoordigers van enige werkgeversorganisaties. De Raad be sloot echter met 23 stemmen voor, 10 te gen en 1 blanco de minister van P.B.O. te adviseren de regeling te schrappen. Prof. de Vries stelde, dat de aftrek regeling in het leven geroepen is om de bedrijfstakken die slechts zwak geor ganiseerd waren een steun in de rug te geven. Het was echter menselijkerwijs onmogelijk om de draagwijdte van deze maatregel te overzien. Een der gedurende het laatste half jaar gerezen bezwaren is de organisa- tiedwang welke het verschil van hef fing tengevolge heeft. De spreker bleek hier vooral te doelen op centralisatie- dwang, waarmee hij speciaal de orga nisaties in de landbouwsector op het oog had. HU doelde op een sterker ma- Advertentie In King geeft de natuur U precies wat U in dit jachtige leven zo nodig hebt: rust en verkwikking. Seroei, de hoofdplaats van het eiland Japen, bekleedt in het Zendingswerk ban de Nederlands Hervormde Kerk een centrale plaats. De Theologische School is hier gevestigd, alsmede een kweekschool voor volksonderwijzers, een 'hieisjesvervolgschool met internaat en een jongensvervolgschool met internaat, een landbouwschool met internaat en een Algemene Lagere School, allemaal dus van de Zending. Seroei zelf is een attractie voor iedere bezoeker. Dit laantje van knoestige regenbomen, waarvan de stammen zijn bezet met orchi- ••cón, doet als weinig andere punten op Nieuw-Guinea denken aan Indonesië, b.v. aan een kleine kustplaats op Java. (Van onze Romeinse correspondent) JHV e duivel gaat geen stad voorbij, zelfs Forli niet in Mussolini's eigen land, de Romagna. Geest- JS driftig volgde daar het zondig mensengeslacht het even algemene als verwerpelijke gebruik om auto's te stelen. De mannen van de statistiek meenden zelfs, dat Forli te geestdriftig te werk ging: geen wagen was er veilig, vanaf de Cadillac tot de zeepkist met hulpmotor. Waar de politie zich echter vaktechnisch ge sproken dood aan ergerdewas het feit, dat de meeste auto'st kort na de aangifte van de diefstal onge deerd in een stille straat of op een landweg toerden teruggevonden. Nooit ontbrak er iets, ook de in onverwoestbaar optimisme achtergelaten jassen, por tefeuilles, tasjes, sleutels, papieren en parapluies werden onaangeraakt herontdekt. De wagens waren een korte tijd door de vreemde hand uitstekend bereden, joy riding scheen uitgesloten. Het enige houvast voor de detectives was, dat soms de auto's ongehoord stoffig, ja nies van binnen waren en er een vreemd luchtje in hing. Kort ge leden ontdekte de politie bloedsporen op de voorbank van een dier geheimzinnige auto's. Het was mensen bloed. stelden de experts vast. De recherche heeft heel Forli uitgekamd op wonden. Maar in plaats van zelfs het normale bloedverlies uit neuzen, knieën, schedels of wangen, gevolg van een misstap of een met stoffelijke middelen beslecht opinieverschil, bleek de laatste dagen in Forli geen spat, geen drup bloed vergoten te zijn. Tot de speurders op straat een jongeman ontdek- ten, die een pleister langszij het hoofd geplakt had. Hij' moest onverbiddelijk mee, een staf van deskun- I digen onderzochten het geval met een nauwkeurig heid, als gold het een gaaf aangetroffen exemplaar van de Neandertalmens. En ziet: de man zou,' volgens zijn zeggen, een ge laden Engelse revolver gevonden hebben en toen hij ermee speelde, had ontijdig een kogel de tromp van het vuistvuurwapen verlaten en was hem langs de slaap geschampt. De hooggeboren Vrouwe, gravin Isabella dei Gentili di Santa Sofia, een medebewoon ster van het Paleis van Justitie te Forli, bevestigde de juistheid van dit verhaal. Er waren nog twee getuigen, die bezwoeren alles, maar dan ook élles gezien te hebben, het ongeluk was gebeurd in een der vertrekken van het palazzo, de schrik zat hen nog in de benen en zo verder. De beschadigde jongeman kreeg een proces-verbaal, dat te maken had met de vuurwapenwet, hij werd van de revolver ontlast en verder vrijgelaten. Enig verband tusen de bebloede voorbank van de Fiat 1110 en het Engels moordtuig kon wel verhoopt, maar niet bewezen worden. Intussen hield van nu af aan de recherche een extra oog gericht op het Paleis van Justitie. Want U moet weten, dat er in Forli „iets is" met dat Palazzo di Giustizia. Op een goede dag had Mussolini het bijzonder feestelijke idee gekregen om zijn eigen stad te versieren met een bonk van een gerechtshuis, heldhaftig en imperiaal op te trekken, koen te doortimmeren, de Nibelungenring verzacht door de Traviata. Juist zou het grandioos gaan worden, toen het regime viel en de bouwkassen ineenstortten. Het half voltooide complex werd daarop in bezit genomen door daklozen, zwervers en een zigeuner familie, die peerd en wagen, dauw en avondkilte beu was. nder de daklozen bevond zich gravin Isabella, die uit een roemrucht verleden slechts haai naam geërfd had en één martiaal portret van een voorvader, geëncadreerd en al. „Mevrouw", zei het palazzo al spoedig, „de konin gin van de kashba", zei de rest van Forli. Zowel het palazzo als de rest hadden peltjk, Isabella re geerde haar graafschap ad interim. Keren wij terug naar de maand April van dit jaar. Pleister of geen pleister, vermoedens en oplettend heid ten spijt, de autodiefstallen gingen door. Dat de politie dag en nacht met het probleem bezig was, bleek in de persoon van de jeugdige wachtmeester Morelli. Die zat in het holst van de nacht plotseling rechtop in zijn bed en schreeuwde: kip, kip, het is kip en even later, nog steeds kip roepend, rende hij half gekleed het huis uit naar het politiebureau. Het was kip; dat rare luchtje, dat soms voor kwam in de gestolen auto's herinnerde Morelli plot seling aan pluimvee en de geur der vermeerderings- b edrijven. Toen was het nog slechts een stap, van de Cadillacs en de zeepkisten naar de rode kippenfokkers, die in de Romagna niet onaanzienlijke bedragen verdienen aan het kweken van gevogelte, dat als „polio" op het menu van elk Italiaans restaurant voorkomt. Nu had zich in dit schokkend jaar in de Romagna ook een ander crimineel verschijnsel voorgedaan: ge heimzinnige personen bleken er hun zinnen op gezet te hebben de goed boerende communisten aan ge lijkschakeling te wennen door hen systematisch van een aanzienlijk deel van hun roerend fokgoed te ontdoen. „En deze knapen opereren met auto's, die zij telkens voor hun escapades lenen", concludeerde de wacht meester en daarmede legde hij het hechte fundament voor zijn spoedige bevordering. De volgende morgen werd de kashba omringd door een cordon „stillen" en ieder werd er geschaduwd. Thans bevinden zich gravin Isabella van de Edelen van Santa Sofia, haar veel jongere morganatische minnaar en acht andere bewoners van het Paleis van Justitie in het gevang. Onder hen is ook een telg der zigeunersfamilie, die de deskundige was in geluid en geruisloze verwijdering van levende kippen. Levende kippen immers brengen op de markt meer op dan gestorven kippen. Hij heeft verklaard het familiegeheim te dezen nimmer aan de openbaarheid te zullen prijsgeven. Met een begrijpelijke en zelfs loffelijke drang weer iets van de oude naam van Santa Sofia te her stellen door om te beginnen aan hét schilderij ook enkele stoelen, een sofa, bed, tafel en roemers toe te voegen, is de gravin het slachtoffer geworden harer ketterse overtuiging, dat elk middel zulk een doel heiligde. Want vanuit Mussolini's Unvollendete leidde zij een bende, die de schrik was van toerisme en kippenfarms en die aan de groeptaal der misdaad het woord „chicken riding" toevoegde. ken van de standsorganisaties ten na dele van gespecialiseerde organisaties. Daarnaast bestaan ook manipulaties met contributies welke van simpeler aard zqn. De minderheid heeft tegen de be- staansmogelUkheid van deze manipu laties geen argumenten ingebracht. De heer Mertens (landbouw) waar schuwde vooral voor de gevolgen die het wegvallen van de regeling kan hebben. Er dreigt een leegloop in de vrqe organisaties te ontstaan, welke een groter gevaar vormt voor de P.B. O. dan de door het Dagelijks Bestuur gesignaleerde bezwaren. De laatste zqn volgens hem met goede wil ook alle te overwinnen. Prof. de Vries erkende, dat men de gevolgen van een afschaffing van de aftrekregeling niet kan overzien. Wan neer de vrees voor leegloop werkelUk gerechtvaardigd is, dan duidt dit op het bestaan van een probleem van zeer bedenkelijke aard, dat sombere perspec tieven opent. De PBO is immers opge bouwd op vrjje organisaties, die geacht worden voldoende rijpheid te bezitten. Wanneer nu enkele tientjes contributie reeds genoeg zijn om deze organisaties te ondermijnen, dan blijkt het met de rijpheid toch wei slecht gesteld te zijn. De PBO is niet gebaat met vrqe orga nisaties die propaganda voeren met het geld dat hun dank zij de aftrekregeling toevloeit. IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllll Mijn vriend Frits had destijds in de hongerwinter uit barre nooddruft zijn trouwring verkwanseld, zo al niet voor een bord lin zensoep dan toch voor wat vlees en brood. Hij had het uiteraard stiekum gedaan, want zijn vrouw mocht het natuurlijk niet weten. Om haar te misleiden had hij zelfs een verguld-blikken ding gekocht. Jaren lang was- het goed gegaan. De vlees potten van Egypte stonden weer ter beschikking van Frits, maar zijn hei lig voornemen om een nieuwe, échte trouwring te kopen vergat hij waar te maken. Korte tijd geleden echter gebeurde het hem dat hij zich niet goed voelde. Sterker, hij dacht een poosje, dat hij dood zou gaan; op korte termijn wel te verstaan. En toen hij dus zijn gees telijke inventaris begon op te maken, kreeg hij ineens weer wroeging over die trouwring. Nu is Frits op een ge geven moment geen man van halve maatregelen; en hij stapte dus op zekere dag met Magere Hein aan zijn zijde een bijouterie-winkel binnen, kocht het befaamde gulden huwelijks souvenir en stak het aan zijn vinger. „Mijn vrouw zal een echte ring aan mijn lUk vinden", moet hij zo onge veer gedacht hebben. Aanmerkelijk opgelucht, alhoewel nog steeds over tuigd van zijn 'op handen zijnd ster ven, keerde Frits naar huis terug. Zijn echtgenote, wie het gemis bij haar man nimmer was opgevallen, zag wél meteen het overcompleet. „Wat heb je nou gedaan?" vroeg ze. „Ik heb een ring gekocht", zei Frits somber. Enfin, toen kwam het hele verhaal. Toen hij uitgesproken was zei zqn vrouw: „Kun je je nog herinneren, dat wij zo gesmuld hebben van die zak witte bonen?" „Ja", antwoordde Frits. „Nu", zei zijn vrouw. „Die had ik van mfjn trouwring gekocht." Van dat moment af is Frits weer gaan geloven in het (zijn) leven. llllllllllllllllilillllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIiniMIIIIII Na het overleg met de looncommissie van de Stichting van de Arbeid op 11 Mei, dat tot resultaat had dat de par tijen opnieuw zouden onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden voor het komende haringseizoen, zijn deze on derhandelingen opnieuw vastgelopen. In dit nieuwe overleg, is het niet ge lukt tot overeenstemming te komen. Het moet nu wel zeer twijfelachtig wor den geacht, dat vóór de datum waarop het uitvaren is vastgesteld, overeen stemming kan worden bereikt. Partüen komen volgende week op nieuw onder leiding van de Stichting van de Arbeid bijeen. De Centrale bond van werknemers in het transportbedrijf heeft intussen de vissers het advies ge geven onder deze omstandigheden niet te monsteren. De kans dat nog in Mei nieuwe haring zal worden aangevoerd moet thans wel zeer gering worden ge acht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 5