Naar continu-nro
in de grote steden
Omschakeling van het ambachtelijke
op het industriële
Naar één grondmaat voor het bouwen?
J tiet mysterie der Cjoddelijke
Almacht en liefde
N 2
De economische voordelen zijn niet gering
Moeilijkheden in
de practijk
ZATERDAG 21 MEI 1955
PAGINA 7
et voornaamste onderdeel, waar de woning
bouw op vast loopt, is het gebrek aan
bekwame vaklieden. Weliswaar is de mate
riaalvoorziening niet steeds even bevredigend,
maar de bottle-neck wordt op de eerste plaats
gevormd door het niet voldoende aantal bouwvak
arbeiders, speciaal metselaars. Versnelde scholing
en het omvormen van tariefionen in prestatieionen
zou de woningbouw een eind op streek helpen.
Maar men kan de - gedeeltelijke - oplossing van
de moeilijkheden ook zoeken in de vereenvoudi
ging van de bouwmethode: een omschakeling van
het ambachtelijke op het industriële. M.a.w. er
zou meer plaats moeten worden ingeruimd voor
de systeembouw, waarvoor de bouwelementen op
de fabriek of op het bouwwerk in een industrieel
proces vervaardigd worden. Voor de ruwbouw
zijn geen bouwvakkers nodig, slechts geoefenden
e?i geschoolden, die na enkele maanden inwerken
het beton storten of de bouwelementen stapelen of
zij hun hele leven niets anders hebben gedaan. Het
is duidelijk, dat men op deze wijze jaarlijks een
flink kwantum woningen kan toevoegen aan de
nog steeds te beperkte aanwas.
Reeds is sinds de bevnjding dertien procent
van het totaal aantal gereedgekomen woningen in
systeembouw vervaardigd; van de 380.000 48.528.
In 1952 bereikte men het maximum met zestien
procent. Sindsdien is er een sterke daling te con
stateren: 1953 twaalf procent, 1954 acht pro
cent. De wijken van betonwoningen in vele nieuwe
stadsdelen - vooral in Zuid-Holland: Den Haag,
Delft en Dordrecht - zijn vertrouwde elementen
geworden, die redelijk voldoen en, mits niet te
dicht op elkaar gebouwd, voor een aangename
afwisseling zorgen. Het aantal is echter naar de
mening van minister Witte, vooral met het oog
op de besparing van arbeid van de bouwvakkers,
te gering. Hij wil de systeembouw verder door
voeren, zes grote bouwmaatschappijen inschake
len, opdat deze bouw in de drie grote steden een
belangrijk grotere omvang krijgt. Men heeft hier
aanzienlijk minder geschoolde vakarbeiders voor
nodig en ten opzichte van de traditionele bouw
kan men een niet onbelangrijke besparing berei
ken. Van het grootste belang is, dat de systeem
bouw continu kan doorwerken. Hiaten in de
productie doen de voordelen te niet.
1
Uitbreiding Philips-
fabrieken
nmn
Voor twaalfde keer
Veiligheidscertificaat
voor K.L.M. in de West
Meer woningen door systeembouwlw"He7lva7 "steren
Tot nu toe ging de systeembouw meest
al met horten en stoten. Een bepaalde
gemeente sloot met een der ondernemin
gen een contract van zeg zeshonderd
woningen. Er was voor driekwart jaar
werk. En daarna moest er weer moei
zaam onderhandeld worden terwijl de
productie stil lag. Dit incidentele wer
ken is fnuikend voor de organisatie en
de geoefendheid van de arbeiders, ter
wijl er ook moeilijkheden met de beton-
fabrieken ontstaan. Is men verzekerd
van voortdurend werk verdeeld over
Als er niet hele stadsdelen in
systeembouw uit de grond ge
stampt worden, maar men de
blokken betonwoningen oordeel
kundig over de wijken verdeelt,
kunnen er in stedebouwkundig
opzicht geen grote bezwaren te
gen deze wijze van bouwen aan
gevoerd worden.
schillende systemen toegepast. Enkele
vijf jaar dan kan de doorlopende pro- i ervan waren slecht, andere heel goed.
ductie de kostprijs verlagen. Men kan 1
aan de lopende band de elementen ver
vaardigen, de arbeiders blijven het ge
hele jaar aan het werk en het loont de
moeite verder te standaardiseren. Reeds
is bij enkele systemen de ruwbouw zes
tot tie,, procent goedkoper dan de tra-
ditionel' bouw. Bij continu-productie
zullen de kosten beslist nog lager ko
men te liggen.
De onderhandelingen van de systeem
bouwers met de drie grote gemeenten
hebben een moeizaam verloop. De
systeembouwers staan voor grote in
vesteringen. Zij moeten weten waar zij
aan toe zijn voor zij omschakelen op
een grotere productie. De gemeenten
aan de andere kant kunnen moeilijk een
waterdicht contract sluiten, dat bepa
lingen behelst voor systeembouw over
een tijdsbestek van bijvoorbeeld vier of
vijf jaar. De goede wil is er echter aan
beide kanten. Men verwacht dat men
tot een gentleman-agreement onder su
pervisie van Wederopbouw zal komen.
25 pet. van de totale bouw
Men acht het in ter zake kundige
kringen mogelijk, dat de systeembouw
uiteindelijk vijf en twintig procent van
de totale woningbouw zal omvatten.
Daartoe zal zeker de medewerking moe
ten worden ingeroepen van meer dan
de zes beoogde maatschappijen. En
ook zal de bouw niet beperkt mogen
blijven tot de drie grote steden. Grote
provinciesteden als Eindhoven en Den
Bosch waar sterk geïndustrialiseerd
wordt en waar de woningnood de ves
tiging van arbeidskrachten belemmert
zullen zeker moeten worden ingescha
keld.
De systeembouw heeft in de korte
tijd van zijn toepassing al vele kinder
ziekten overwonnen. Waren er aanvanke
lijk een driehonderd systemen, na een
scherpe selectie kwamen er ongeveer
vijftig tot uitvoering. Niet steeds ble
ken deze systemen deugdelijk. Er zijn
blokken gebouwd die verre van water
dicht waren, waarvan de muren scheur
den. Vandaar dat de systeembouw niet
overal even graag gezien wordt. Maar
allengs trad een twintigtal systemen op
de voorgrond, die aan strenge eisen,
gesteld door de Stichting Ratiobouw. vol
deden. Ratiobouw kan beschouwd wor
den als de adviseuse van het ministerie.
De minimum maatstaf is, dat de sys
teemwoning zeker vijftig jaar goed be
woonbaar moet blijven. Men streeft er
naar de duurzaamheid gelijkwaardig te
doen zijn aan die van de traditionele
woningen. Vergelijking is echter moei
lijk. Toch kan van een normale „bak
steenwoning" gezegd worden dat deze
na vijftig jaar sociaal is verouderd.
Meestal treedt daarna verwaarlozing
op. Men kan wel stellen dat een tradi
tionele woning na honderd jaar tech
nisch „op" is. Men woont er veelal
nog wel langer in, doch van een vol
waardige woning kan dan niet meer ge
sproken worden. Overigens, men kan
moeilijk garanderen, dat een systeem
woning even goed is als de nu gebrui
kelijke. Menselijkerwijze zo is ons
van de meest deskundige wijze verze
kerd heeft men er alles aan gedaan
om de kwaliteit zo goed mogelijk te
doen zijn. Enig risico blijft er echter
altijd. Maar als men dat niet neemt,
op geen enkel levensgebied, wordt de
vooruitgang afgesneden.
Fouten achterhaald
Dit neemt niet weg, dat er bij ver
schillende systemen fouten zijn opgetre
den. Er zijn woningen en zehs compiexen
aan te wijzen, waar muren zijn in
gescheurd, regen door de muur drong
en andere bezwaren zijn ondervonden.
De systeembouw kreeg hierdoor een
slechte naam, hoewel dezelfde verschijn
selen ook bij de baksteenbouw niet
zeldzaam zijn. De thans toegepaste sys
temen zijn deze kinderziekten echter
te boven. Men kan zeggen, dat de ge
noemde fouten niet meer voorkomen
en dat de warmte- en geluidsisolatie
zelfs beter is dan bij de traditionele
bouw.
Men scheert zo gauw alles over één
kam. Bij de bouw van het Betondorp
Toch zegt men in het algemeen: de
woningen in Betondorp deugen niet.
Intussen staan de woningen er al der
tig jaar en worden zij - nadat de slechte
hersteld waren tot volle tevreden
heid bewoond.
De systeembouwers, wier systeem de
moeilijkheden van de aanloopperiode
te boven is gekomen, beseffen dat zij moe
ten blijven streven naar technische en
economische verbetering van hun pro
duct. Elf van hen hebben zich daartoe
kort geled aaneengesloten tot de Ver
eniging van Systeembouwers waarvan
prof. dr. ir. J. P. Mazure wetenschap
pelijk adviseur is. Deze vereniging wil
in samenwerking met T.N.O. en Ratio
bouw wetenschappelijke onderzoekin
gen doen verrichten. Als eerste program
mapunt is gesteld de verbetering van
voor systeembouw geschikte schoor
steenconstructies, omdat het dikwijls
voorkomt, dat schoorstenen door warmte-
werking scheuren. Opnieuw een gebrek,
dat niet tot de systeembouw beperkt is,
doch ook bij vele gemetselde schoorste
nen voorkomt.
Verschillende methoden
De grondgedachte van de systeem
bouw is, het bouwen eenvoudiger te
doen verlopen, doch deze gedachte
wordt op zeer verschillende wijze uit
gewerkt. Allereerst het stortsysteem
waarbij men met een voor het doel ge- Men krijgt ook in de systeembouw een fris aspect door de belangrijke vakken
schikte betonsoort gehele muren giet in de gevel van baksteen te vervaardigen. Meer en meer ziet men deze methode
in gestandaardiseerde bekistingen, die toegepast.
veertig tot vijftig maal worden ge
bruikt. De meeste systemen bouwen ech
ter van in fabrieken of werkplaatsen
vervaardigde (geprefabriceerde) onder
delen, die op de bouwplaats op vooraf
nauwkeurig bestudeerde wijze worden
ge ronteerd en aan elkaar verbonden,
in sommige gevallen worden lichte ele
menten gebruikt, waarbij het monteren
uit de hand geschiedt, doch andere sys
temen maken gebruik van montagekra
nen, waarbij gehele wanden ineens op
hun plaats worden gebracht.
Andere verschillen, die tussen de
thans gebruikte systemen vallen op te
merken, liggen bijv. in het verkrijgen
van de benodigde isolatie (door isole
rend beton of afzonderlijke isolatiela
gen), de verbinding der gemonteerde
elementen (door specie of z.g. droog,
bijv. doe bouten of schroeven) en de
afwerking van de muurvlakken aan
buiten- of binnenzijde.
Bij deze industrialisatie van de
bouw kan er sneller gewerkt worden
dan bij de traditionele bouw. Echter,
de afwerking, het stucadoorswerk,
het timmerwerk, houdt een snelle af
bouw tegen. Evenals het niet in on
beperkte mate voorradig zijn van sa
nitair.
Beziet men naast het nadeel van veel
onderhoudskosten de voordelen van de
systeembouw: bij de meeste systemen iets
goedkoper, minder bouwvakarbeiders,
daarnaast de faciliteit, dat een vierde van
het gebouwde kwantum niet afgetrokken
wordt van het toegestane bouwvolume,
dan mag het wellicht enige verwonde
ring wexken, dat er nog zo betrekke
lijk weinig betonnen woningblokken zijn
verrezen. Het is daarbij opmerkelijk, dat
enkele middelgrote gemeenten bepaald
progressiever zijn dan de grote steden,
waar de beslissing niet en petit comité
kan worden genomen, maar te veel in
stanties er in moeten worden gekend.
De aversie is wel begrijpelijk. De tra
ditionele baksteen is in Nederland zeer
geliefd. Men vreest monotone stadsde
len, massificering. Bovendien was men
gedurende de aanloopperiode nietge
heel zeker van de kwaliteit. Daar dit
laatste bezwaar is overwonnen, rest de
in de Watergraafsmeer te Amsterdam I tegenzin tegen de „doodse betonblokken",
werden in de twintiger jaren tien ver- Zonder de bezwaren te onderschatten
moet men toch vaststellen, dat de sys
teembouwers zo veel mogelijk doen om
er aan tegemoet te komen. Naast de
systemen die geheel of overwegend in
beton uitgevoerd worden ziet men sys
teembouw, waarbij de buitengevel van
baksteen gemaakt wordt (waardoor het
voordeel van minder bouwvakkers ech
ter gedeeltelijk opgeheven wordt) en
andere waarbij belangrijke vakken in
de gevel van baksteen vervaardigd wor
den. Bij hoogbouw is dit laatste bepaald
wenselijk. Vaak ziet men zeer aanvaard
bare toepassingen van de baksteen in
de systeembouw, waarbij een trappen
huis, een serie balcons van baksteen
de betonbouw verlevendigt. BK scholen
bouw hebben wy brede muren op aan
trekkelijke wijze onderbroken gezien
door baksténen liftkokers.
Voor de architecten een interessan
te opgave tóch besparing en snellere
bouw te bereiken door betonbouw,
maar daarnaast de aesthetische zijde
niet te verwaarlozen. Het rhythme van
de ramen is daarbij van veel belang. Een
strak ontwerp kan vaak door een enkel
baksteen-ornament zeer verlevendigd
worden. En stedebouwkundigen zK de
wijsheid gewenst om de blokken sys
teemwoningen dusdanig over een wijk
te verdelen dat de geliefde baksteen
toch de overhand behoudt. De beton
nen blokken dienen als een welkome
variatie te worden beschouwd. Een
stad ontleent tenslotte haar aan
trekkingskracht mede aan de afwis
seling van de gebouwen. Uitgestrek
te baksteenblokken kunnen net zo een
tonig zijn als betonblokken. Hier en
daar een betoncomplex kan het aan
zien van een wijk zelfs verlevendigen.
In de nieuwe Haagse wijken Moerwijk
en Morgenstond is vijftien tot acht
tien procent van de woningen in sys
teembouw uitgevoerd. Zij werken
geenszins monotoon, geven veeleer de
gewenste variatie.
BK dit al doet men goed van de sys
teembouw geen wonderen te verwach
ten. Minister Witte heeft gezegd dat
deze vorm van woningbouw niet moet
worden gezien als een panacee. VKf en
twintig procent van het totale program
schKnt wel het uiterste te zKn, voorop
gesteld dat men tot continu-bouw komt.
Maar ook dit is een zeer welkome aan
vulling, meer niet, zoals men ons met
nadruk verzekerde. Al komen wK hier
mee dan niet tot 100.000 of zelfs 85.000
woningen per jaar, een flinke vermeer
dering van het bouwprogramma kan
men er cker van verwachten.
In de loop van de volgende week zal
een begin worden gemaakt met een uit
breiding van de Philipsvestiging in Sit-
tard, de vijfde sinds het begin van deze
fabriek in 1946. De vergroting wordt
noodzakelijk geacht, daar de gereed
schapsmakerij met een ruimtetekort te
kampen heeft. Bovendien zal er een
mica-afdeling worden gevestigd, waar
voor in de bestaande hallen geen ruim
te meer beschikbaar is. Over ongeveer
gen jaar hoopt men met de werkzaam
heden gereed te zijn.
Ook in Zwolle is Philips aan het uit
breiden. Op het terrein, dat daar is
aangekocht, staat reeds een fabriek
met een oppervlakte van 4000 vierkante
meter. Men is thans bezig hier een
andere fabriek op te richten van 3000
vierkante meter.
e ware beleving van een godsdienst
kan nooit uitsluitend gelegen
zijn in het nakomen of onderhou
den van een leer, van geboden en ver
boden, van uitwendige voorschriften, die
op een of andere wijze ons gedrag be
palen. Deze dingen zijn tot op zekere
hoogte ongetwijfeld noodzakelijk, om
dat godsdienst altijd een gemeenschap
veronderstelt en een gemeenschap on
denkbaar is zonder bepaalde voor allen
geldende kentekenen, zoals o.v. een
uniforme levenswijze of bepaalde vor
men van eredienst enz. Het wezen der
godsdienstbeleving ligt in het gelovig
en nederig benaderen van het mysterie
der godheid, dat ons menselijk bevat
tingsvermogen totaal te boven gaat.
De hernieuwing van het geloofslevéft,
die tegenwoordig algemeen als een drin
gende noodzaak wordt gevi%ld, kan
dan ook slechts resultaat hebben, wan
neer de mens zich opnieuw weet open
te stellen voor het mysterie van God,
dat hem zijn eigen kleinheid en ontoe
reikendheid weer doet beseffen en hem
op de knieën dwingt voor de Schepper
van het heelal.
De dagen tussen Hemelvaart en Pink
steren, waarin wij nu leven, zijn wel
bijzonder geschikt om ons met de ge
heimenissen van God in contact te bren
gen, omdat zij ons midden in Zijn heils
plannen met de mensheid plaatsen.
Verleden Donderdag hebben wij het
feest gevierd van 's Heren Hemelvaart.
De H. Schrift verhaalt ons, dat de Heer
veertig dagen na Zijn Verrijzenis, voor
de ogen van Zijn leerlingen ten hemel
opsteeg en dat een wolk Hem aan hun
blikken onttrok. Christus had hen tevo
ren gewaarschuwd, dat Hij hen verlaten
zou, dat Hij zou terugkeren tot de Vader
in de Hemel, van Wie Hij was uitge
gaan. Diezelfde Vader in de hemel ver
heerlijkte Zijn zoon en bekrachtigde
zodoende de vervulling van Diens ver
lossingstaak. Door Zijn Hemelvaart gaf
Christus met een zichtbaar teken het
opstijgen ten Hemel Zijn leerlingen te
verstaan, dat Hij hen nu op aarde voor
goed verliet. Zijn menselijke taak onder
de mensen was afgelopen. Er zou nu een
heel andere tijd aanbreken, waarin de
Apostelen en hun opvolgers en volge^
lingen het Verlossingswerk van de Heer
moesten voortzetten zonder de hulp van
Zijn menselijke aanwezigheid.
Betekent dit dat wij mensen nu alleen
aan ons zelf en onze eigen krachten
overgelaten zijn? Zeer zeker niet. ChriS'
tus had Zijn Apostelen zeer duidelijk
het tegendeel beloofd. Hij zou hen niet
als wezen achterlaten. Hij zou bij hen
blijven tot aan het einde der tijden. Hij
zou hun Zijn Geest zenden, Die hen
steeds met Zijn goddelijke genadehulp
zou bijstaan. Maar Zijn „menselijk" ver
blijf onder ons had een einde genomen.
En wel bij Zijn dood aan het Kruis. De
Verrijzenis op Paasmorgen betekende
Christus' terugkeer tot het leven in de
hemelse glorie, die Hij van alle eeuwig
heid bij de Vader genoten had. Zijn
„menselijke" natuur verrees uit de dood,
maar niet meer zoals zij op aarde ge
leefd had, doch in verheerlijkte staat.
Vandaar ook, dat de omgang van Chris
tus met Zijn Apostelen tijdens de veer
tig dagen tussm Pasen en Hemelvaart
op een heel ander plan ligt dan voor
heen; omdat Hij, na Zijn Verrijzenis, tot
een bovenaardse en hemelse bestaans
wijze was overgegaan. De Hemelvaart
zelf na veertig dagen is het zicht
bare heengaan van de Heer, waardoor
de Apostelen overtuigd moesten worden
van Zijn terugkeer tot de Vader.
Advertentie
begint op aarde het leven van
de Kerk, van de gemeenschap der
gelovigen dat geheel en al op
geloof en hoop is gebaseerd. Hier staan
wij al direct voor het Goddelijk myste
rie, dat alle „weten" uitsluit en slechta
gelovige en vertrouwvolle overgave aan
Gods woord vraagt. Zoals Christus'
Hemelvaart enerzijds de verheerlijking
van de Verrezen Verlosser betekent en
dus onafscheidelijk met Pasen verbon
den is, zo wijst Zijn heengaan naar de
Vader tegelijkertijd ook op Zijn beloof
de wederkomst op het einde der tijden,
wanneer Christus zal terugkeren al»
Rechter van levenden en doden en het
Godsrijk, dat geen einde meer neemt,
voorgoed zal beginnen in zijn absoluut
volmaakte vorm.
Dat Godsrijk is in wezen geestelijk en
begint zij het in onvolmaakte vorm
reeds na Hemelvaart. De zending van
de H. Geest zal de jonge Kerk definitief
voorzien van alle bovennatuurlijke
genadehulp, die zij op haar weg naar de
eindvoltooiing nodig heeft. Zo staan wij
dan in de wereld met niets anders dan
ons geloof en onze hoop, maar ander
zijds ook uitgerust met goddelijke ge-
nadesteun, die onoverwinnelijk is op
voorwaarde, dat wij meewerken. Wij
weten omdat Christus het ons voor
zegd heeft dat wij omwille van
dat geloof vervolging zullen moeten
lijden, maar „schept moed, want Ik heb
de wereld overwonnen". Sterk in het
vertrouwen op dit Goddelijk woord
moeten wij het leven aandurven in
blinde en toch overtuigde overgave aan
dat geloof en die hoop, hoezeer de schijn
ook tegen ons is. Want wij geloven in en
hopen op God, de almachtige, waartegen
alle menselijk verzet machteloos is al»
dorre bladeren in de storm. Het myste
rie der Goddelijke almacht en liefde
dragen wij diep in onze gedoopte harten.
Voor wie gelooft, is alles mogelijk, heeft
Christus gezegd. Tegenover deze feiten
is er geen redelijke plaats meer voor
menselijke redenering en wijsheid. God»
wegen en Gods plannen zijn niet te om
vatten door een geschapen verstand. Hier
past slechts nederige onderworpenheid
en volledig vertrouwen.
Slechts als wij dat kunnen opbrengen
zal er vrede neerdalen in onze harten,
een vrede, „die de wereld niet geven
kan" en die Hemelvaart en Pinksteren
ons waarborgen met Goddelijke zeker
heid.
De „Inter-Amerikaanse Veiligheids
raad heeft voor de twaalfde achtereen
volgende maal aan het West-Indisch be
drijf van de K.L.M. het veiligheidscer
tificaat uitgereikt. Deze onderscheiding
is voor het jaar 1954 aan de K.L.M. ver
leend wegens veilige vluchtuitvoering
binnen het Caraïbisch gebied en Mid-
den-Amerika, waarbij K.L.M.-vliegtui-
gen 4.700.000 km. aflegden. Het West-
Indisch bedrijf van de K.L.M., dat in
Januari 1935 werd opgericht, heeft een
luchtnet van ruim 12.000 km. lengte,
waarin 24 steden zijn opgenomen.
nige weken geleden hebben wK
uitvoerig de voordelen van de nor
malisatie uiteengezet. In de bouw
heeft men reeds de metselsteen
min of meer als genormaliseerd
bouwelement. En meer en meer
ziet men verwerking van gestandaardi
seerde onderdelen als deuren, kozijnen,
kasten, trappen, zelfs hele keukens.
Echter, hoe belangrijk deze maatnor-
malisatie is, het is niet zeker dat de
ouderdeLn ii het geheel passen. Het
gevolg is verlies van materiaal en ar-
beidstKd door het pasklaar maken op
het werk van de overige elementen
rond de gestandaardiseerde onderde
len. Vandaar dat men er in de hoogste
technische kringen al geruime tKd voor
ijvert om te komen tot een grondmaat
die de gehele bouw moet omvatten.
Als men zich baseert op een bepaalde
grondmaat en alle onderdelen van de
bouw een veelvoud van deze maat doet
zijn, moet, zo redeneert men, het werk
veel sneller kunnen worden uitgevoerd,
is het materiaalverlies aanzienlijk klei
ner en wordt aldus het bouwen belang-
rijk goedkoper.
De gebruikmaking van deze grond
maat betitelt men met de benaming
modulaire coördinatie of eenvoudiger
bouwmoduul, 'n zeer ver doorgevoer
de normalisatie. Reeds ziet men op be
perkte schaal een dergelijke methode
ingevoerd in de ruwbouw als een ge
bouw ontworpen wordt op de maatroos
ter van de baksteen. Ook de systeem
bouw kent in elk systeem afzonderlijk
een bepaalde grondmaat.
De economische voordelen zijn niet
rationele grondslag verkrKgt men
een vereenvoudigde uitvoering en
voorkomt men het verhakken en ver
snijden. Het gamma van afmetingen
wordt verminderd, het aantal typen
vereenvoudigd. Seriefabricage is
daardoor mogelijk. Gevolg: verlaging
van de productiekosten en minder ka
pitaalsinvestering voor de voorraden.
Belangrijk is voorts de vereenvoudi
ging van de ontwerpen voor en de
detaillering van de bouwplannen.
Daar alles passend is gemaakt werkt
men veel sneller, zodat met de pro
ductie veel minder tijd gemoeid gaat.
In verscheidene landen heeft men
reeds een begin gemaakt met de bouw
op de grondslag van een bepaalde maat
die voor alle onderdelen geldt. In België
verbiedt de wet normalisatie van nieu
we in de bouw te gebruiken elementen
als deze normalisatie niet berust op de
grondmaat van tien cm. In Zweden
heeft men het „elementhus", een gepre
fabriceerde houten woning, waarvan de
wanden en vloeren volgens een modu
lus van tien cm zyn genormaliseerd.
In West-Duitsland zijn verplichte mini-
mum-normen vastgesteld voor de ver-
gering. Door het toepassen van deze diepingshoogte, de afmetingen van ver
trekken, de grootte der trappen, ven
sters en deuren. In de U.S.S.R. worden
materialen en bouwelementen volgens
een uniform afmetingensysteem dat op
eer modulus van tien cm berust gefa
briceerd. In de V.S. worden de grond
slagen van het modulaire bouwen vrij
wel algemeen aanvaard. De standaar
disatie van bouwelementen en geprefa
briceerde grotere onderdelen in de wo
ningbouw ontwikkelt zich geheel vol
gens deze grondslagen. Toch ziet men
geen volledige doorvoering in de prac
tijk.
Vele weerstanden
Systeembouw met gebruikmaking van grote elementen. Dit blok woningen, ruim van opzet, vertoont in de zon een leven
dige aanblik. Bij somber weer zijn de betonwanden toch wel grauw en monotoon.
En ons land? Men heeft hier vele
weerstanden te overwinnen. Allereerst
van de traditionele bouwers, die behou
dend van aard zijn, van vele architec
ten die hun vrijheid beperkt achten.
Voorts van de bouwmaterialenindustrie
die bi) omschakeling grote investerin
gen vreest. Ook het bouw- en woning
toezicht met vele verschillende plaat
selijke bouwverordeningen vormen een
handicap.
Men is in de hoogste technische krin
gen voorts de overtuiging toegedaan
dat de practijk grote moeilijkheden zal
bieden. In het algemeen neemt men
aan, dat ook in ons land een grondmaat
van tien cm wenselijk is. Maar de ge
bruikelijke „koppenmaat" van de bak
steen is elf cm. Omschakeling brengt
voor de steenfabrieken grote kosten
mee. En zijn de constructies dan zwaar
genoeg? Zijn half steensmuren die nu
ternauwernood balkdragend zKn bK
een gebruikmaking van een maat van
tien cm voldoende stevig? Voorts: als
er een baksteen van tien cm aangeno
men wordt let men dan voldoende op
de speling voor voegen die nodig is?
Zo zijn er velerlei bezwaren. Een grond
maat van tien cm wordt hier en daar
te klein geacht, een maat van vijftien
cm echter te groot. Het materiaalver
lies zou dan te omvangrijk zijn. Men
propageert in dit strakke systeem dat
geen rekening houdt met de geringe
maatvastheid van de baksteen het toe
passen van enige „vrije ruimte", dia
speling toelaat. Maar zet men dan de
grote voordelen van de modulaire coör
dinatie niet tegelijk over boord?
BK verschillende onderdelen zou het
weinig economisch zijn, soms zelfs on
mogelijk, om alle afmetingen in een
veelvoud van de modulus te maken. Men
denke hierbij aan de dikte van muren,
vooral van scheidingswanden, vloeren,
bekledingen en afwerklagen. Dit be
zwaar zou zich in veel mindere mate
doen gelden wanneer de modulus klein
genomen zou worden, b.v. in de orde van
grootte van één cm. Maar in dat ge
val verliest de modulus elke betekenis.
Een en ander verkeert in ons land nog
in het stadium van studie en van „rap
porten-maken". Men benadert het pro
bleem voorzichtig en is van mening dat
een volkomen doorvoering van het mo-
duulstelsel uitgesloten is. Als praetische
en op korte termKn te verwerkelKken
oplossing komt in aanmerking modula
tie van kalkzandsteen, betonelementen
en gegoten wandconstructies. Intussen
is men wel van mening, dat een goed
opgezet moduulstelsel bK een verstan
dige toepassing stellig zal kunnen bij
dragen tot de zo noodzakelKke opvoe
ring van de bouweconomie.