Naar continu-nro in de grote steden Omschakeling van het ambachtelijke op het industriële Naar één grondmaat voor het bouwen? J tiet mysterie der Cjoddelijke Almacht en liefde N 2 De economische voordelen zijn niet gering Moeilijkheden in de practijk ZATERDAG 21 MEI 1955 PAGINA 7 et voornaamste onderdeel, waar de woning bouw op vast loopt, is het gebrek aan bekwame vaklieden. Weliswaar is de mate riaalvoorziening niet steeds even bevredigend, maar de bottle-neck wordt op de eerste plaats gevormd door het niet voldoende aantal bouwvak arbeiders, speciaal metselaars. Versnelde scholing en het omvormen van tariefionen in prestatieionen zou de woningbouw een eind op streek helpen. Maar men kan de - gedeeltelijke - oplossing van de moeilijkheden ook zoeken in de vereenvoudi ging van de bouwmethode: een omschakeling van het ambachtelijke op het industriële. M.a.w. er zou meer plaats moeten worden ingeruimd voor de systeembouw, waarvoor de bouwelementen op de fabriek of op het bouwwerk in een industrieel proces vervaardigd worden. Voor de ruwbouw zijn geen bouwvakkers nodig, slechts geoefenden e?i geschoolden, die na enkele maanden inwerken het beton storten of de bouwelementen stapelen of zij hun hele leven niets anders hebben gedaan. Het is duidelijk, dat men op deze wijze jaarlijks een flink kwantum woningen kan toevoegen aan de nog steeds te beperkte aanwas. Reeds is sinds de bevnjding dertien procent van het totaal aantal gereedgekomen woningen in systeembouw vervaardigd; van de 380.000 48.528. In 1952 bereikte men het maximum met zestien procent. Sindsdien is er een sterke daling te con stateren: 1953 twaalf procent, 1954 acht pro cent. De wijken van betonwoningen in vele nieuwe stadsdelen - vooral in Zuid-Holland: Den Haag, Delft en Dordrecht - zijn vertrouwde elementen geworden, die redelijk voldoen en, mits niet te dicht op elkaar gebouwd, voor een aangename afwisseling zorgen. Het aantal is echter naar de mening van minister Witte, vooral met het oog op de besparing van arbeid van de bouwvakkers, te gering. Hij wil de systeembouw verder door voeren, zes grote bouwmaatschappijen inschake len, opdat deze bouw in de drie grote steden een belangrijk grotere omvang krijgt. Men heeft hier aanzienlijk minder geschoolde vakarbeiders voor nodig en ten opzichte van de traditionele bouw kan men een niet onbelangrijke besparing berei ken. Van het grootste belang is, dat de systeem bouw continu kan doorwerken. Hiaten in de productie doen de voordelen te niet. 1 Uitbreiding Philips- fabrieken nmn Voor twaalfde keer Veiligheidscertificaat voor K.L.M. in de West Meer woningen door systeembouwlw"He7lva7 "steren Tot nu toe ging de systeembouw meest al met horten en stoten. Een bepaalde gemeente sloot met een der ondernemin gen een contract van zeg zeshonderd woningen. Er was voor driekwart jaar werk. En daarna moest er weer moei zaam onderhandeld worden terwijl de productie stil lag. Dit incidentele wer ken is fnuikend voor de organisatie en de geoefendheid van de arbeiders, ter wijl er ook moeilijkheden met de beton- fabrieken ontstaan. Is men verzekerd van voortdurend werk verdeeld over Als er niet hele stadsdelen in systeembouw uit de grond ge stampt worden, maar men de blokken betonwoningen oordeel kundig over de wijken verdeelt, kunnen er in stedebouwkundig opzicht geen grote bezwaren te gen deze wijze van bouwen aan gevoerd worden. schillende systemen toegepast. Enkele vijf jaar dan kan de doorlopende pro- i ervan waren slecht, andere heel goed. ductie de kostprijs verlagen. Men kan 1 aan de lopende band de elementen ver vaardigen, de arbeiders blijven het ge hele jaar aan het werk en het loont de moeite verder te standaardiseren. Reeds is bij enkele systemen de ruwbouw zes tot tie,, procent goedkoper dan de tra- ditionel' bouw. Bij continu-productie zullen de kosten beslist nog lager ko men te liggen. De onderhandelingen van de systeem bouwers met de drie grote gemeenten hebben een moeizaam verloop. De systeembouwers staan voor grote in vesteringen. Zij moeten weten waar zij aan toe zijn voor zij omschakelen op een grotere productie. De gemeenten aan de andere kant kunnen moeilijk een waterdicht contract sluiten, dat bepa lingen behelst voor systeembouw over een tijdsbestek van bijvoorbeeld vier of vijf jaar. De goede wil is er echter aan beide kanten. Men verwacht dat men tot een gentleman-agreement onder su pervisie van Wederopbouw zal komen. 25 pet. van de totale bouw Men acht het in ter zake kundige kringen mogelijk, dat de systeembouw uiteindelijk vijf en twintig procent van de totale woningbouw zal omvatten. Daartoe zal zeker de medewerking moe ten worden ingeroepen van meer dan de zes beoogde maatschappijen. En ook zal de bouw niet beperkt mogen blijven tot de drie grote steden. Grote provinciesteden als Eindhoven en Den Bosch waar sterk geïndustrialiseerd wordt en waar de woningnood de ves tiging van arbeidskrachten belemmert zullen zeker moeten worden ingescha keld. De systeembouw heeft in de korte tijd van zijn toepassing al vele kinder ziekten overwonnen. Waren er aanvanke lijk een driehonderd systemen, na een scherpe selectie kwamen er ongeveer vijftig tot uitvoering. Niet steeds ble ken deze systemen deugdelijk. Er zijn blokken gebouwd die verre van water dicht waren, waarvan de muren scheur den. Vandaar dat de systeembouw niet overal even graag gezien wordt. Maar allengs trad een twintigtal systemen op de voorgrond, die aan strenge eisen, gesteld door de Stichting Ratiobouw. vol deden. Ratiobouw kan beschouwd wor den als de adviseuse van het ministerie. De minimum maatstaf is, dat de sys teemwoning zeker vijftig jaar goed be woonbaar moet blijven. Men streeft er naar de duurzaamheid gelijkwaardig te doen zijn aan die van de traditionele woningen. Vergelijking is echter moei lijk. Toch kan van een normale „bak steenwoning" gezegd worden dat deze na vijftig jaar sociaal is verouderd. Meestal treedt daarna verwaarlozing op. Men kan wel stellen dat een tradi tionele woning na honderd jaar tech nisch „op" is. Men woont er veelal nog wel langer in, doch van een vol waardige woning kan dan niet meer ge sproken worden. Overigens, men kan moeilijk garanderen, dat een systeem woning even goed is als de nu gebrui kelijke. Menselijkerwijze zo is ons van de meest deskundige wijze verze kerd heeft men er alles aan gedaan om de kwaliteit zo goed mogelijk te doen zijn. Enig risico blijft er echter altijd. Maar als men dat niet neemt, op geen enkel levensgebied, wordt de vooruitgang afgesneden. Fouten achterhaald Dit neemt niet weg, dat er bij ver schillende systemen fouten zijn opgetre den. Er zijn woningen en zehs compiexen aan te wijzen, waar muren zijn in gescheurd, regen door de muur drong en andere bezwaren zijn ondervonden. De systeembouw kreeg hierdoor een slechte naam, hoewel dezelfde verschijn selen ook bij de baksteenbouw niet zeldzaam zijn. De thans toegepaste sys temen zijn deze kinderziekten echter te boven. Men kan zeggen, dat de ge noemde fouten niet meer voorkomen en dat de warmte- en geluidsisolatie zelfs beter is dan bij de traditionele bouw. Men scheert zo gauw alles over één kam. Bij de bouw van het Betondorp Toch zegt men in het algemeen: de woningen in Betondorp deugen niet. Intussen staan de woningen er al der tig jaar en worden zij - nadat de slechte hersteld waren tot volle tevreden heid bewoond. De systeembouwers, wier systeem de moeilijkheden van de aanloopperiode te boven is gekomen, beseffen dat zij moe ten blijven streven naar technische en economische verbetering van hun pro duct. Elf van hen hebben zich daartoe kort geled aaneengesloten tot de Ver eniging van Systeembouwers waarvan prof. dr. ir. J. P. Mazure wetenschap pelijk adviseur is. Deze vereniging wil in samenwerking met T.N.O. en Ratio bouw wetenschappelijke onderzoekin gen doen verrichten. Als eerste program mapunt is gesteld de verbetering van voor systeembouw geschikte schoor steenconstructies, omdat het dikwijls voorkomt, dat schoorstenen door warmte- werking scheuren. Opnieuw een gebrek, dat niet tot de systeembouw beperkt is, doch ook bij vele gemetselde schoorste nen voorkomt. Verschillende methoden De grondgedachte van de systeem bouw is, het bouwen eenvoudiger te doen verlopen, doch deze gedachte wordt op zeer verschillende wijze uit gewerkt. Allereerst het stortsysteem waarbij men met een voor het doel ge- Men krijgt ook in de systeembouw een fris aspect door de belangrijke vakken schikte betonsoort gehele muren giet in de gevel van baksteen te vervaardigen. Meer en meer ziet men deze methode in gestandaardiseerde bekistingen, die toegepast. veertig tot vijftig maal worden ge bruikt. De meeste systemen bouwen ech ter van in fabrieken of werkplaatsen vervaardigde (geprefabriceerde) onder delen, die op de bouwplaats op vooraf nauwkeurig bestudeerde wijze worden ge ronteerd en aan elkaar verbonden, in sommige gevallen worden lichte ele menten gebruikt, waarbij het monteren uit de hand geschiedt, doch andere sys temen maken gebruik van montagekra nen, waarbij gehele wanden ineens op hun plaats worden gebracht. Andere verschillen, die tussen de thans gebruikte systemen vallen op te merken, liggen bijv. in het verkrijgen van de benodigde isolatie (door isole rend beton of afzonderlijke isolatiela gen), de verbinding der gemonteerde elementen (door specie of z.g. droog, bijv. doe bouten of schroeven) en de afwerking van de muurvlakken aan buiten- of binnenzijde. Bij deze industrialisatie van de bouw kan er sneller gewerkt worden dan bij de traditionele bouw. Echter, de afwerking, het stucadoorswerk, het timmerwerk, houdt een snelle af bouw tegen. Evenals het niet in on beperkte mate voorradig zijn van sa nitair. Beziet men naast het nadeel van veel onderhoudskosten de voordelen van de systeembouw: bij de meeste systemen iets goedkoper, minder bouwvakarbeiders, daarnaast de faciliteit, dat een vierde van het gebouwde kwantum niet afgetrokken wordt van het toegestane bouwvolume, dan mag het wellicht enige verwonde ring wexken, dat er nog zo betrekke lijk weinig betonnen woningblokken zijn verrezen. Het is daarbij opmerkelijk, dat enkele middelgrote gemeenten bepaald progressiever zijn dan de grote steden, waar de beslissing niet en petit comité kan worden genomen, maar te veel in stanties er in moeten worden gekend. De aversie is wel begrijpelijk. De tra ditionele baksteen is in Nederland zeer geliefd. Men vreest monotone stadsde len, massificering. Bovendien was men gedurende de aanloopperiode nietge heel zeker van de kwaliteit. Daar dit laatste bezwaar is overwonnen, rest de in de Watergraafsmeer te Amsterdam I tegenzin tegen de „doodse betonblokken", werden in de twintiger jaren tien ver- Zonder de bezwaren te onderschatten moet men toch vaststellen, dat de sys teembouwers zo veel mogelijk doen om er aan tegemoet te komen. Naast de systemen die geheel of overwegend in beton uitgevoerd worden ziet men sys teembouw, waarbij de buitengevel van baksteen gemaakt wordt (waardoor het voordeel van minder bouwvakkers ech ter gedeeltelijk opgeheven wordt) en andere waarbij belangrijke vakken in de gevel van baksteen vervaardigd wor den. Bij hoogbouw is dit laatste bepaald wenselijk. Vaak ziet men zeer aanvaard bare toepassingen van de baksteen in de systeembouw, waarbij een trappen huis, een serie balcons van baksteen de betonbouw verlevendigt. BK scholen bouw hebben wy brede muren op aan trekkelijke wijze onderbroken gezien door baksténen liftkokers. Voor de architecten een interessan te opgave tóch besparing en snellere bouw te bereiken door betonbouw, maar daarnaast de aesthetische zijde niet te verwaarlozen. Het rhythme van de ramen is daarbij van veel belang. Een strak ontwerp kan vaak door een enkel baksteen-ornament zeer verlevendigd worden. En stedebouwkundigen zK de wijsheid gewenst om de blokken sys teemwoningen dusdanig over een wijk te verdelen dat de geliefde baksteen toch de overhand behoudt. De beton nen blokken dienen als een welkome variatie te worden beschouwd. Een stad ontleent tenslotte haar aan trekkingskracht mede aan de afwis seling van de gebouwen. Uitgestrek te baksteenblokken kunnen net zo een tonig zijn als betonblokken. Hier en daar een betoncomplex kan het aan zien van een wijk zelfs verlevendigen. In de nieuwe Haagse wijken Moerwijk en Morgenstond is vijftien tot acht tien procent van de woningen in sys teembouw uitgevoerd. Zij werken geenszins monotoon, geven veeleer de gewenste variatie. BK dit al doet men goed van de sys teembouw geen wonderen te verwach ten. Minister Witte heeft gezegd dat deze vorm van woningbouw niet moet worden gezien als een panacee. VKf en twintig procent van het totale program schKnt wel het uiterste te zKn, voorop gesteld dat men tot continu-bouw komt. Maar ook dit is een zeer welkome aan vulling, meer niet, zoals men ons met nadruk verzekerde. Al komen wK hier mee dan niet tot 100.000 of zelfs 85.000 woningen per jaar, een flinke vermeer dering van het bouwprogramma kan men er cker van verwachten. In de loop van de volgende week zal een begin worden gemaakt met een uit breiding van de Philipsvestiging in Sit- tard, de vijfde sinds het begin van deze fabriek in 1946. De vergroting wordt noodzakelijk geacht, daar de gereed schapsmakerij met een ruimtetekort te kampen heeft. Bovendien zal er een mica-afdeling worden gevestigd, waar voor in de bestaande hallen geen ruim te meer beschikbaar is. Over ongeveer gen jaar hoopt men met de werkzaam heden gereed te zijn. Ook in Zwolle is Philips aan het uit breiden. Op het terrein, dat daar is aangekocht, staat reeds een fabriek met een oppervlakte van 4000 vierkante meter. Men is thans bezig hier een andere fabriek op te richten van 3000 vierkante meter. e ware beleving van een godsdienst kan nooit uitsluitend gelegen zijn in het nakomen of onderhou den van een leer, van geboden en ver boden, van uitwendige voorschriften, die op een of andere wijze ons gedrag be palen. Deze dingen zijn tot op zekere hoogte ongetwijfeld noodzakelijk, om dat godsdienst altijd een gemeenschap veronderstelt en een gemeenschap on denkbaar is zonder bepaalde voor allen geldende kentekenen, zoals o.v. een uniforme levenswijze of bepaalde vor men van eredienst enz. Het wezen der godsdienstbeleving ligt in het gelovig en nederig benaderen van het mysterie der godheid, dat ons menselijk bevat tingsvermogen totaal te boven gaat. De hernieuwing van het geloofslevéft, die tegenwoordig algemeen als een drin gende noodzaak wordt gevi%ld, kan dan ook slechts resultaat hebben, wan neer de mens zich opnieuw weet open te stellen voor het mysterie van God, dat hem zijn eigen kleinheid en ontoe reikendheid weer doet beseffen en hem op de knieën dwingt voor de Schepper van het heelal. De dagen tussen Hemelvaart en Pink steren, waarin wij nu leven, zijn wel bijzonder geschikt om ons met de ge heimenissen van God in contact te bren gen, omdat zij ons midden in Zijn heils plannen met de mensheid plaatsen. Verleden Donderdag hebben wij het feest gevierd van 's Heren Hemelvaart. De H. Schrift verhaalt ons, dat de Heer veertig dagen na Zijn Verrijzenis, voor de ogen van Zijn leerlingen ten hemel opsteeg en dat een wolk Hem aan hun blikken onttrok. Christus had hen tevo ren gewaarschuwd, dat Hij hen verlaten zou, dat Hij zou terugkeren tot de Vader in de Hemel, van Wie Hij was uitge gaan. Diezelfde Vader in de hemel ver heerlijkte Zijn zoon en bekrachtigde zodoende de vervulling van Diens ver lossingstaak. Door Zijn Hemelvaart gaf Christus met een zichtbaar teken het opstijgen ten Hemel Zijn leerlingen te verstaan, dat Hij hen nu op aarde voor goed verliet. Zijn menselijke taak onder de mensen was afgelopen. Er zou nu een heel andere tijd aanbreken, waarin de Apostelen en hun opvolgers en volge^ lingen het Verlossingswerk van de Heer moesten voortzetten zonder de hulp van Zijn menselijke aanwezigheid. Betekent dit dat wij mensen nu alleen aan ons zelf en onze eigen krachten overgelaten zijn? Zeer zeker niet. ChriS' tus had Zijn Apostelen zeer duidelijk het tegendeel beloofd. Hij zou hen niet als wezen achterlaten. Hij zou bij hen blijven tot aan het einde der tijden. Hij zou hun Zijn Geest zenden, Die hen steeds met Zijn goddelijke genadehulp zou bijstaan. Maar Zijn „menselijk" ver blijf onder ons had een einde genomen. En wel bij Zijn dood aan het Kruis. De Verrijzenis op Paasmorgen betekende Christus' terugkeer tot het leven in de hemelse glorie, die Hij van alle eeuwig heid bij de Vader genoten had. Zijn „menselijke" natuur verrees uit de dood, maar niet meer zoals zij op aarde ge leefd had, doch in verheerlijkte staat. Vandaar ook, dat de omgang van Chris tus met Zijn Apostelen tijdens de veer tig dagen tussm Pasen en Hemelvaart op een heel ander plan ligt dan voor heen; omdat Hij, na Zijn Verrijzenis, tot een bovenaardse en hemelse bestaans wijze was overgegaan. De Hemelvaart zelf na veertig dagen is het zicht bare heengaan van de Heer, waardoor de Apostelen overtuigd moesten worden van Zijn terugkeer tot de Vader. Advertentie begint op aarde het leven van de Kerk, van de gemeenschap der gelovigen dat geheel en al op geloof en hoop is gebaseerd. Hier staan wij al direct voor het Goddelijk myste rie, dat alle „weten" uitsluit en slechta gelovige en vertrouwvolle overgave aan Gods woord vraagt. Zoals Christus' Hemelvaart enerzijds de verheerlijking van de Verrezen Verlosser betekent en dus onafscheidelijk met Pasen verbon den is, zo wijst Zijn heengaan naar de Vader tegelijkertijd ook op Zijn beloof de wederkomst op het einde der tijden, wanneer Christus zal terugkeren al» Rechter van levenden en doden en het Godsrijk, dat geen einde meer neemt, voorgoed zal beginnen in zijn absoluut volmaakte vorm. Dat Godsrijk is in wezen geestelijk en begint zij het in onvolmaakte vorm reeds na Hemelvaart. De zending van de H. Geest zal de jonge Kerk definitief voorzien van alle bovennatuurlijke genadehulp, die zij op haar weg naar de eindvoltooiing nodig heeft. Zo staan wij dan in de wereld met niets anders dan ons geloof en onze hoop, maar ander zijds ook uitgerust met goddelijke ge- nadesteun, die onoverwinnelijk is op voorwaarde, dat wij meewerken. Wij weten omdat Christus het ons voor zegd heeft dat wij omwille van dat geloof vervolging zullen moeten lijden, maar „schept moed, want Ik heb de wereld overwonnen". Sterk in het vertrouwen op dit Goddelijk woord moeten wij het leven aandurven in blinde en toch overtuigde overgave aan dat geloof en die hoop, hoezeer de schijn ook tegen ons is. Want wij geloven in en hopen op God, de almachtige, waartegen alle menselijk verzet machteloos is al» dorre bladeren in de storm. Het myste rie der Goddelijke almacht en liefde dragen wij diep in onze gedoopte harten. Voor wie gelooft, is alles mogelijk, heeft Christus gezegd. Tegenover deze feiten is er geen redelijke plaats meer voor menselijke redenering en wijsheid. God» wegen en Gods plannen zijn niet te om vatten door een geschapen verstand. Hier past slechts nederige onderworpenheid en volledig vertrouwen. Slechts als wij dat kunnen opbrengen zal er vrede neerdalen in onze harten, een vrede, „die de wereld niet geven kan" en die Hemelvaart en Pinksteren ons waarborgen met Goddelijke zeker heid. De „Inter-Amerikaanse Veiligheids raad heeft voor de twaalfde achtereen volgende maal aan het West-Indisch be drijf van de K.L.M. het veiligheidscer tificaat uitgereikt. Deze onderscheiding is voor het jaar 1954 aan de K.L.M. ver leend wegens veilige vluchtuitvoering binnen het Caraïbisch gebied en Mid- den-Amerika, waarbij K.L.M.-vliegtui- gen 4.700.000 km. aflegden. Het West- Indisch bedrijf van de K.L.M., dat in Januari 1935 werd opgericht, heeft een luchtnet van ruim 12.000 km. lengte, waarin 24 steden zijn opgenomen. nige weken geleden hebben wK uitvoerig de voordelen van de nor malisatie uiteengezet. In de bouw heeft men reeds de metselsteen min of meer als genormaliseerd bouwelement. En meer en meer ziet men verwerking van gestandaardi seerde onderdelen als deuren, kozijnen, kasten, trappen, zelfs hele keukens. Echter, hoe belangrijk deze maatnor- malisatie is, het is niet zeker dat de ouderdeLn ii het geheel passen. Het gevolg is verlies van materiaal en ar- beidstKd door het pasklaar maken op het werk van de overige elementen rond de gestandaardiseerde onderde len. Vandaar dat men er in de hoogste technische kringen al geruime tKd voor ijvert om te komen tot een grondmaat die de gehele bouw moet omvatten. Als men zich baseert op een bepaalde grondmaat en alle onderdelen van de bouw een veelvoud van deze maat doet zijn, moet, zo redeneert men, het werk veel sneller kunnen worden uitgevoerd, is het materiaalverlies aanzienlijk klei ner en wordt aldus het bouwen belang- rijk goedkoper. De gebruikmaking van deze grond maat betitelt men met de benaming modulaire coördinatie of eenvoudiger bouwmoduul, 'n zeer ver doorgevoer de normalisatie. Reeds ziet men op be perkte schaal een dergelijke methode ingevoerd in de ruwbouw als een ge bouw ontworpen wordt op de maatroos ter van de baksteen. Ook de systeem bouw kent in elk systeem afzonderlijk een bepaalde grondmaat. De economische voordelen zijn niet rationele grondslag verkrKgt men een vereenvoudigde uitvoering en voorkomt men het verhakken en ver snijden. Het gamma van afmetingen wordt verminderd, het aantal typen vereenvoudigd. Seriefabricage is daardoor mogelijk. Gevolg: verlaging van de productiekosten en minder ka pitaalsinvestering voor de voorraden. Belangrijk is voorts de vereenvoudi ging van de ontwerpen voor en de detaillering van de bouwplannen. Daar alles passend is gemaakt werkt men veel sneller, zodat met de pro ductie veel minder tijd gemoeid gaat. In verscheidene landen heeft men reeds een begin gemaakt met de bouw op de grondslag van een bepaalde maat die voor alle onderdelen geldt. In België verbiedt de wet normalisatie van nieu we in de bouw te gebruiken elementen als deze normalisatie niet berust op de grondmaat van tien cm. In Zweden heeft men het „elementhus", een gepre fabriceerde houten woning, waarvan de wanden en vloeren volgens een modu lus van tien cm zyn genormaliseerd. In West-Duitsland zijn verplichte mini- mum-normen vastgesteld voor de ver- gering. Door het toepassen van deze diepingshoogte, de afmetingen van ver trekken, de grootte der trappen, ven sters en deuren. In de U.S.S.R. worden materialen en bouwelementen volgens een uniform afmetingensysteem dat op eer modulus van tien cm berust gefa briceerd. In de V.S. worden de grond slagen van het modulaire bouwen vrij wel algemeen aanvaard. De standaar disatie van bouwelementen en geprefa briceerde grotere onderdelen in de wo ningbouw ontwikkelt zich geheel vol gens deze grondslagen. Toch ziet men geen volledige doorvoering in de prac tijk. Vele weerstanden Systeembouw met gebruikmaking van grote elementen. Dit blok woningen, ruim van opzet, vertoont in de zon een leven dige aanblik. Bij somber weer zijn de betonwanden toch wel grauw en monotoon. En ons land? Men heeft hier vele weerstanden te overwinnen. Allereerst van de traditionele bouwers, die behou dend van aard zijn, van vele architec ten die hun vrijheid beperkt achten. Voorts van de bouwmaterialenindustrie die bi) omschakeling grote investerin gen vreest. Ook het bouw- en woning toezicht met vele verschillende plaat selijke bouwverordeningen vormen een handicap. Men is in de hoogste technische krin gen voorts de overtuiging toegedaan dat de practijk grote moeilijkheden zal bieden. In het algemeen neemt men aan, dat ook in ons land een grondmaat van tien cm wenselijk is. Maar de ge bruikelijke „koppenmaat" van de bak steen is elf cm. Omschakeling brengt voor de steenfabrieken grote kosten mee. En zijn de constructies dan zwaar genoeg? Zijn half steensmuren die nu ternauwernood balkdragend zKn bK een gebruikmaking van een maat van tien cm voldoende stevig? Voorts: als er een baksteen van tien cm aangeno men wordt let men dan voldoende op de speling voor voegen die nodig is? Zo zijn er velerlei bezwaren. Een grond maat van tien cm wordt hier en daar te klein geacht, een maat van vijftien cm echter te groot. Het materiaalver lies zou dan te omvangrijk zijn. Men propageert in dit strakke systeem dat geen rekening houdt met de geringe maatvastheid van de baksteen het toe passen van enige „vrije ruimte", dia speling toelaat. Maar zet men dan de grote voordelen van de modulaire coör dinatie niet tegelijk over boord? BK verschillende onderdelen zou het weinig economisch zijn, soms zelfs on mogelijk, om alle afmetingen in een veelvoud van de modulus te maken. Men denke hierbij aan de dikte van muren, vooral van scheidingswanden, vloeren, bekledingen en afwerklagen. Dit be zwaar zou zich in veel mindere mate doen gelden wanneer de modulus klein genomen zou worden, b.v. in de orde van grootte van één cm. Maar in dat ge val verliest de modulus elke betekenis. Een en ander verkeert in ons land nog in het stadium van studie en van „rap porten-maken". Men benadert het pro bleem voorzichtig en is van mening dat een volkomen doorvoering van het mo- duulstelsel uitgesloten is. Als praetische en op korte termKn te verwerkelKken oplossing komt in aanmerking modula tie van kalkzandsteen, betonelementen en gegoten wandconstructies. Intussen is men wel van mening, dat een goed opgezet moduulstelsel bK een verstan dige toepassing stellig zal kunnen bij dragen tot de zo noodzakelKke opvoe ring van de bouweconomie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 7