DE DOOD VAN EEN HANDELSREIZIGER een bijzonder actueel thema Velen delen niet in de gestegen welvaart vrn m Meer aanbod dan vraag Wettelijke bescherming is dringend nodig Eindhovense moordzaak opnieuw in behandeling Actiever regerin voor doorvoering PB.O. RADIO-ZIEKTE A; O BRIT. Regeringscommissie ter voorbereiding van publiekrechtelijk lichaam? HAMEA Arbeidsverbod DE SPOORWEG STAKING IN ENGELAND LEVERT WEINIG MOEILIJKHEDEN OP, DANK. ZIJ V_. ZATERDAG 4 JUNI 1955 PAGINA 5 Marcel Wittrisch overleden H.H. WIJDINGEN BISDOM HAARLEM De eerste HET GOUD VAN DE „RENATE LEONHARDT" Skelet oeros in put van Velser tunnel Verdachte weer in arrest gesteld Psychiatrisch onderzoek Regeringscommissie Een groot nadeel is, dat veel mensen slaaf worden van hun radio. Zij geven aan hun leven een onrustige achtergrond, die op den duur zenuwslopend werkt MGR. J. M. GROOT 25 JAAR PRIESTER voor 14-jarige meisjes Audiënties w (NADRUK VERBODEN) De tenor Marcel Wittrisch, die vele jaren tot de populairste zangers van Duitsland behoorde, is na een langdu rige ziekte op 51-jarige leeftijd in Stutt gart overleden. (Van een onzer redacteuren) „De Dood van een Handelsreiziger" is de titel van een succesvol toneel stuk, maar bij voorkeur ook van talloze inleidingen, die de laatste jaren op bijeenkomsten van handelsreizigers gehouden worden. Ongetwijfeld „doet" zo'n titel het; de geachte spreker kan er bij voorbaat op rekenen, dat beroeps genoten er op af zullen komen. Maar naast het psychologisch effect, dat de spreker met een dergelijke titel beoogt, moet er toch nog iets anders zijn, moet er aanleiding zijn om het levenseinde van de handelsreiziger bij her haling als vlag te voeren boven inleidingen en discussies over zijn sociaal- economische positie. Is er „something rotten" in de staat van de handels reizigers? Wanneer men de waslijst met klachten raadpleegt, schijnt er niet veel te kloppen met wat tegenwoordig onder bestaanszekerheid verstaan wordt, nog minder met de gestegen welvaart der laatste jaren, waarvan het heet dat deze zo gelijkmatig mogelijk over alle groepen van de bevolking verdeeld moet worden. Onlangs nog heeft de voorzitter van de Ned. Katho lieke Ver. van Handelsvertegenwoordigers, Handelsagenten en Verzekerings inspecteurs „Sint Christoffel", de heer P. J. M. de Graaf, op een te Utrecht gehouden algemene vergadering bepaalde toestanden openlijk gehekeld. Aanleiding onzerzijds om op de gestelde problemen iets nader in te gaan. De voorzitter wees er o.m. op, dat de stijging van prijzen en afzet over het algemeen geen verhoging van het pro visie-bedrag ten gevolge heeft gehad wegens inkrimping van de rayons, ver laging van de provisie-percentages, wij ziging van de onkostenvergoeding e.d Aldus gaat de gestegen welvaart aan vele handelsreiziger voorbij. Weliswaar heeft iedere handelsreiziger een overeenkomst met de firma voor welke hij reist, een overeenkomst, die niet eenzijdig door de directie gewijzigd kan worden, maar in de practijk blijkt het vaak anders te zijn. Het is geen uit zondering, dat de reiziger bij z'n och tendpost een briefje vindt, waarin hem laconiek verteld wordt, dat z'n provisie basis verlaagd is. Vaak wordt deze wij ziging zeer charmant omkleed met pro ductiebevordering, planmatige opzet van de verkoop e.d., maar het resultaat is niet zelden, dat de reiziger er minder van wordt. Voor steeds meer bedrijven is efficien cy een toverwoord geworden, dat pro ductie en verkoop omhoog doet sprin gen. Er worden wedstrijden georgani seerd met als inzet de titel „reiziger van de maand" en als gevolg, dat zwak kere broeders de eindstreep niet halen, dus genoegen moeten nemen met een kleiner inkomen. Andere bedrijven ne men gunstige topmaanden als uitgangs basis voor een nieuwe provisieregeling, koppelen minder gewilde artikelen aan de omzet van betere of beperken de collecties. In theorie moet dit alles de reiziger geen windeieren leggen, in de practijk echter wel. Angst voor ontslag Nu kan de reiziger weigeren zijn over eenkomst te wijzigen. Formeel staat hij in z'n recht, maar de ervaring leert, dat hij er verstandig aan doet een wijzi ging te accepteren, omdat zijn functie bijzonder trefbaar is. Ontslag „om drin gende reden" is geen uitzondering. „Wie een hond wil slaan, kan altijd wel een stok vinden", zei voorzitter De Graaf. In het Sociaal Maandblad Arbeid schrijft mr. H. Versloot (20 April 1955) over de tuchtrechtelijke aspecten van het ont slag o.m., dat in de rechtspractijk een toename van het aantal ontslagen op staande voet duidelijk waarneembaar is en dat er sprake is van een veranderde jurisprudentie, in deze zin vooral, dat de dringendheid der als dringende re den aangevoerde feiten sneller door de rechter wordt aanvaard. Het is bovendien in dit beroep niet moeilijk iemand te dwingen tot vrijwil lig ontslag. Waar de goede relatie tussen di rectie en reiziger verstoord is, verdwijnt het feu sacré, zonder welk het moeilijk werken is. Om die reden heeft het meest al weinig zin te procederen in een ge val van onrechtmatig ontslag, omdat de vertrouwensbasis er niet door hersteld wordt. Wie van al deze klachten kennis neemt, is gauw geneigd te generalise ren. Hoewel eigenlijk overbodig, moet daarom toch vooropgesteld worden, dat er talrijke werkgevers zijn, die de belan gen van hun reizigers op loffelijke wijze in het oog houden. Anderen echter meer dan enkele uitzonderingen la ten slechts de productiecijfers spreken, schrijven werknemers af alsof het ma chines zijn, vergeten dat het om men sen gaat, om het geluk van hun gezin nen. In bijna alle klachten, die men van handelsreizigers hoort, klinkt een tekort aan begrip voor menselijke verhoudin gen door. „Human relations" zijn tus sen werkgevers en werknemers vaak nog ver te zoeken, hoe graag men ook met dit moderne begrip schermt bij het propageren van opvoering der producti viteit. Meer nog dan de feitelijkheden, zoals vermindering van de provisie-per centages, is het dit tekort aan mense lijke verhoudingen op de achtergrond hiervan dat de reizigers treft. Hun hele werk is gebaseerd op het contact van mens tot mens, op de persoonlijke re latie. Zij zijn de levende schakel tussen producent en afnemer, dienen van bei den het vertrouwen te genieten en zullen minder presteren naarmate de verhou ding tot hun werkgever aan menselijk heid inboet. Het is onmogelijk in percentages uit te drukken hoeveel handelsreizigers in dit opzicht reden tot klagen hebben, evenmin als vast te stellen valt welk deel der werkgevers in dit opzicht schuld heeft. Vast staat echter wel, dat hier geen sprake is van slechts enkele incidentele gevallen; hiervoor zijn de klachtendossiers bij de organisaties te dik. Belangrijker is overigens om na te gaan wat de oorzaken zijn en hoe deze kunnen worden weggenomen. Het is dui delijk, dat deze kwestie niet eenzijdig is, dat ook de reizigers zelf, persoonlijk of collectief, niet van schuld zijn vrij te pleiten. „Let maar eens op", zei ons een werkgever. „Het zijn niet de goede rei zigers, die klachten hebben". Vooreerst moet geconstateerd worden, dat de vraag het aanbod niet evenaart integendeel. Er is geen tekort aan han delsreizigers, wel aan goede. Ook hier geldt, dat velen geroepen, doch weinigen uitverkoren zijn. Het grote aanbod da teert niet van vandaag of gisteren; tus- 1920 en 1930 steeg de beroepsbevolking met 16%, maar het aantal handelsreizi gers met 43%. In de dertiger jaren is hun aantal ongetwijfeld nog sterker ge stegen. Na de bevrijding, toen het eco nomisch leven weer op gang moest ko men en het heel gemakkelijk was artike len aan de man te brengen, ontstond een nieuwe toeloop, waarbij de vakbe kwaamheid minder belangrijk was dan thans, nu de afnemers zich weer de weelde kunnen permitteren een reiziger „door te sturen". De grote toeloop maakt het werkge vers gemakkelijk de minst productieve krachten af te stoten; er blijft voldoen de keus over. Weliswaar niet uit de eer ste klas krachten, maar dit heeft het voordeel, dat men gemakkelijker genoe gen neemt met minder goede voorwaar den. Ondanks alles blijkt het beroep zo veel aantrekkingskracht te hebben, dat steeds weer anderen al of niet na een mislukte carrière op kantoor zich melden. Zij voelen zich aangetrokken tot de vrijheid van het beroep, het ont plooien van eigen initiatief, het reizen van plaats naar plaats en de zeer goede inkomens, die werkelijk goede beroeps genoten in veel gevallen toucheren. De desillusie volgt meestal snel, maar de consequentie - weer een ander beroep te kiezen kan vaak niet zo gemak kelijk getrokken worden. Bescherming nodig Veel moeilijkheden zouden opgelost, resp. voorkomen kunnen worden met wettelijke bescherming van het beroep. Reeds vóór de oorlog werd dit vraag stuk herhaaldelijk besproken, doch tot resultaten kwam men niet. Het grootste struikelblok blijken de eisen te zijn, die aan een handelsreiziger gesteld zouden moeten worden. Eisen, die voor elke branche en in een bepaalde branche voor de verschillende soorten van be drijven vaak sterk uiteenlopen. Desondanks hebben de drie samen werkende bonden van handelsreizigers enige jaren geleden een bescheiden be- John Gobau als de hcindelsTeizicjev in het toneelstuk „De dood vein een gin gemaakt door vja de Stichting Vak- handelsreiziger". Advertentie onderwijs een cursus te organiseren in verkoopkunde, wetskennis en reclame Om tegemoet te komen aan de afzon derlijke branche-eisen is b.v. voor de schoenenbranche reeds een afzonderlij ke aanvullende cursus in het leven ge roepen. Zolang echter geen diploma vereist wordt, is het effect van een der gelijke cursus beperkt. De ongeselec- teerde toeloop wordt niet tot staan ge bracht. Dit zou pas het geval zijn wan neer men kwam tot vaststelling van bepaalde normen o.m. via een cursus waaraan toekomstige handelsreizigers zouden moeten voldoen. Zowel het be lang van de reizigers als dat van hun directies zou hiermee gediend zijn. Daarnaast is er het probleem van de collectieve arbeidsovereenk. Het schijnt in de practijk niet mogelijk te zijn tot een dergelijke overeenkomst te geraken, ook niet voor de afzon derlijke branches, wederom wegens de onderling sterk verschillende eisen en voorwaarden. Dit neemt niet weg, dat er na de bevrijding wel iets verbe terd is. Met ingang van 1 Jan. 1947 is voor de handelsreizigers een minimum garantieloon ingevoerd, dat in een eer ste klas gemeente f 238,50 per maand bedraagt. De successievelijke loonron- den zijn echter in veel gevallen niet doorberekend, omdat zij niet verplich tend gesteld waren voor hen, die bui ten een C.A.O. of bindende loonrege ling vielen. Dat het ook beter kan, wordt in en kele branches bewezen b.v. in die van de textiel-groothandel. Dank zij een re geling met de rijksbemiddelaars en in overleg met de werkgevers is het maan delijkse minimum vastgesteld op 340 gulden. De jongste onderhandelingen hebben zelfs tot een nieuw mini mum geleid van 375 gulden. Het is ech ter de vraag of de rijksbemiddelaars hiermee accoord zullen gaan in verband met de gewenste stabilisatie van lonen en prijzen. Ook in de branches van enige merk artikelen wordt de positie van de rei zigers langzamerhand iets meer geëga liseerd. Men dient hierbij te bedenken, dat voor bekende merkartikelen de ver koop niet geheel afhankelijk is van de reizigers, omdat grote reclamecampag nes vaak de weg banen naar de con sument. De reiziger heeft dan meer een adviserende en stimulerende taak. Inhaerenf risico De grote meerderheid echter is af hankelijk van het bescheiden mini- mum-inkomen en de vaak sterk fluc tuerende provisie, die door markt schommelingen e.d. wordt beïnvloed. Een nieuw artikel van de concurrent, dat met veel reclame op de markt wordt gebracht, heeft ontegenzeglijk een terugslag op de verkoop van be staande artikelen tot gevolg, die de reiziger moet kunnen opvangen, waar toe hij vaak niet in staat is. Een zeker risico is aan dit beroep inhaerent, maar met recht verlangt de reiziger, dat dit risico niet leidt tot een inkomen beneden een redelijk mini mum, zeker niet in de huidige periode van hoogconjunctuur. Er is echter een tendenz te bespeuren van verlaging der provisie-percentages. Terecht vroeg voorzitter De Graaf zich daar om in zijn eerder genoemde rede met bezorgdheid af, hoe de houding van vele directies dan wel zijn zal in een tijd van depressie. Overigens is de loonvorming niet het enige punt, dat voor een C. A. O. van belang is. Er zijn talrijke secun daire voorwaarden, die in een derge lijke overeenkomst vastgelegd zouden kunnen worden. We denken in dit verband aan vacantie, vacantietoesla- gen, ontslag e.d. Regeling hiervan zou de positie van de handelsreizigers reeds aanzienlijk verbeteren. De loonvorming blijft echter num mer één. In de Stichting van de Ar beid worden momenteel onderhande lingen gevoerd om het minimum garantieloon op te trekken. De orga nisaties denken hierbij aan een mini mum van 275 gulden per maand en maandelijkse verrekening hiervan. Thans wordt het inkomen van vele reizigers, wanneer dit beneden het minimum blijft, niet maandelijks aan gevuld, doch eenmaal per jaar, wan neer het jaarinkomen beneden twaalf maal het maandelijkse minimum ge bleven is. Nog veel werkgevers blijken van mening te zijn, dat de positie van de handelsreiziger niet in een collectieve overeenkomst te regelen valt. Het is de taak van de organisaties welker leden samen 30 pet. van de ruim 20.000 bonafide handelsreizigers uitmaken de werkgeversorganisaties van het tegen deel te overtuigen. Pas daarna bestaat de mogelijkheid, om in gezamenlijk overleg tot een meer of min bevre digende regeling te komen, die echter altijd een zekere soepelheid zal moe ten bezitten, om alle beroepsgenoten in hun bonte schakering te kunnen omvatten. Z.H.Exc. de Bisschop van Haarlem heeft vandaag in de Basiliek ,,St. Bavo" te Haar lem de volgende H.H. Wijdingen toegediend: Het H. Priesterschap aan de eerw. heren: Th. A. M. van den Akker, C. H. M. Bense, C. J. Th. van Bockxmeer, P. J. A. Boo gaards, J. M. S. van Dijk, L. P. Th. Dijk stra, J. J. de Graaft, B. P. M. Hemelsoet, A. S. Hetem, A. J. C. M. Janssen, Th. J. Kempers, J. C. van Klink, B. J. A. Kort- mann, C. B. Kouwenhoven, J. J. M. Kwaai- taal, H. C. Laan, G. H. E. Lammertink, J. C. van der Linden, C. A. Paardekooper, W. F. M. Postma, J. C. van Roode, B. J. F. Rozestraten, W. C. J. Ruigrok, J. M. Schlat- mann, N. A. M. van der Waart, J. H. Wil- lems, G. H. W. Zaal, J. P. Jonker. De H.H. Wijdingen van het Subdiakonaat aan de eerw. heren: N. J. van den Akker, J. P. M. Alleman, J. L. M. Ammerlaan S, Besseling, C. J. den Boogert, J. T. van Daal, N. A. Dodeman, R. van den Haak. Th. de Haan, E. H. M. Hammann, H. B. Helsloot, C. J. Heijnen, P. J. M. Hocks, G. F. J. Kap- teijn, G. P. Kas, W. J. Kleijn, J. P. van der Klugt, J. H. M. Koopman, C. G. van dei Kroft, A. P. Loos, G. I. Lottman, A. J. Met ten, W. H. de Munck, P. M. Olsthoorn, A M. van Reisen, N. P. Reuzenaar, C. L. M. van Ruyven, W. G. van Sambeek, H. A. Schrama, J. A. Schut, P. A. G. M. Spierings, J. W. N. Valkestijn, Th. A. S. van Veen, C. Verberne, A. G. J. Verkleij, J. Walraven. en reeds jaren i de beste De bergingstoren, waarmee de heer P. Visser uit Wijde Wormer met zijn bergingsvereniging de f 72 millioen aan goud uit het bij Den Helder gezonken Duitse stoomschip „Renate Leonhardt" wil halen, wordt op het ogenblik in IJmuiden voor dit werk gereed ge maakt. Wanneer de weersomstandighe den goed zijn, wil men half Juni de sprong naar de Noordzee wagen. Het gevaarte, dat gemeerd ligt nabij de Noordersluis, bevat op het ogenblik nog 45 ton water, zodat het op de bodem van het Noordzeekanaal rust, maar in de dubbele wanden van de toren worden grote gaten gebrand, waardoor beton in de werktoren wordt gestort. In de werk kamer onder in de toren, welke op het wrak zal komen te rusten, wordt een omvangrijke apparatuur aangebracht: er gaat een lichtaggregaat naar beneden, er komt een compressor te staan, terwijl voorts ook een zender van de Neder- lande Radio Unie wordt ingebouwd. Inmiddels moet de juiste positie van het wrak van de „Renate Leonhardt" opnieuw worden bepaald, daar de boei die er boven lag, tijdens de jongste storm is afgedreven. Het ministerie van Verkeer en Water staat en de Rijkswaterstaat zouden, naar het A.N.P. meldt, ten zeerste zijn geïn teresseerd in het bergingsproject van de heer Visser. In de bouwput van de Velser tunnel is het zo goed als gave skelet aange- graven van een tam gemaakte oeros, een zogenaamde bostaurus primigenius, die hier omstreeks het begin van de jaartelling moet zijn geslacht. Een exemplaar als dit is in zijn gaafheid zeldzaam voor deze omgeving, al heeft men bij verschillende terpafgravingen wel eens eerder gedeeltelijke of com plete oerossen opgedolven. Donderdag is voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch opnieuw in behande ling geweest de zaak tegen de 31-jarige opperman M. v. d. V. uit Eindhoven, die er van wordt beschuldigd 9 October 1954 zijn 32-jarige echtgenote van het leven te hebben beroofd. De verdachte, die na de behandeling van zijn zaak in April op vrije voeten was gesteld, is inmiddels gearresteerd beschuldigd van een ander delict. Een vrouwelijke getuige met wie ver- dochte na zijn in vrijheidstelling rela ties had onderhouden legde haar verkla ringen tijdens een zitting met gesloten deuren af. Naar later bleek, had zij o.m. verklaard, dat v. d. V. haar gezegd had, dat hij zijn vrouw had vermoord en dat hij daarvan niet kon slapen. De officier van justitie meende, dat de bewijsvoe ringen, die in eerste behandeling reeds naar voren waren gebracht, thans niet alle herhaald behoefden te worden. Hij hechtte veel waarde aan de verklaring van getuigen, dat verd. op de avond van de moord tegen zijn gewoonte in zulke schone handen had gehad. Verd. had verklaard, dat hij zijn kinderen die avond gebaad had. Het zoontje van verd. heeft echter verklaard, dat hij zich zelf had gewassen en ook zijn broertje. Ook aan de verklaringen dat verd. tegenover derden zijn daad zou hebben bekend hechtte de officier veel waarde. Hij meende het motief voor de daad te vin den in de slechte verhouding tussen verd. en zijn echtgenote, een verhou ding die op de bewuste avond haar uit barsting gevonden zou hebben. De officier vroeg de zaak terug te verwijzen naar de rechter-commissaris ten einde een psychiatrisch onderzoek te doen instellen naar de geestesvermo- gens van verdachte. Hij verzocht voorts hem onmiddellijk te doen gevangen ne men. De verdediger, mr. Scheefhals, be streed de opinie van de officier van jus titie. Het bewijs, dat in vorige zittin gen niet geleverd werd, zoals blijkt uit de in vrijheid stelling van verdachte, achtte hij ook nu niet geleverd. Hij oor deelde de getuigen-verklaringen zwak. Het verzoek om een psychiatrisch onder zoek achtte hij geheel overbodig. De rechtbank beval de gevangeneming en een psychiatrisch onderzoek van ver dachte. Op de vandaag te Utrecht gehouden besloten bondsraadsvergadering van de Ned. Kath. Metaalbewerkersbond ,,St. Eloy" heeft de voorzitter, de heer J. G. van den Brink, zoals gebruike lijk is op deze vergaderingen, enkele actuele problemen in de vakbewe ging besproken. Uitgaande van de grote waarde van een confessionele vakbewe ging, noemde hij het niet toevallig, dat de unieke sociale vrede in ons land sa menvalt met een sterke confessionele vakbeweging. Stakingen en uitsluitingen komen bijna niet meer voor. De naar vrede gerichte strijd vindt thans zijn eerste bekroningen in een Stichting van de Arbeid, vakraden, bedrijfsverenigin gen, kernen, ondernemingsraden, afde- lingsziekenkassen en wat al niet meer. Doch de consolidatie van de huidige bedrijfsvrede in een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie laat nog steeds op zich wachten. De daartoe strekkende wettelijke mogelijkheden worden in de ze bedrijfstak nog steeds niet benut, hetgeen zeggen wil, dat „St. Eloy" vooralsnog een strijdorganisatie moet blijven, aldus de voorzitter. De voorzitter vroeg zich af, of de bereidheid tot doorvoering van de P.B.O. meer dan tot nog toe door de overheid geactiveerd kan wor- Advertentie (Van onze medische medewerker) ls onze lezers zich afvragen wat wij met radio-ziek te bedoelen, zul len zij bij verder lezen zien, dat wij het niet gaan hebben over radio-activiteit en ande re schadelijke werkin gen van atoomenergie, maar over de radio, die in vrijwel alle huiska mers en soms in de slaapkamers zijn vaste plaats heeft veroverd. Nu bent U misschien nog niet veel verder, want hoe zou een mens ziek kunnen worden door een radio? Bij het stel len van deze vraag maakt U echter de veel gemaakte fout, dat U bij het woord ziekte in het algemeen alleen denkt aan duidelijk lichamelijke ziek ten en afwijkingen zoals: pijn, koorts, gezwellen, enz. Er zjjn heel wat kwalen en kwaal tjes met duidelijke of vage klachten, zoals hoofdpijn, moeheid, lusteloos heid, waarvoor geen lichamelijke af wijkingen verantwoordelijk gesteld kunnen worden. Onze voorouders hadden hiervan veel minder last, het tempo waarin zij leefden was veel langzamer. In de vorige eeuw was men nog niet beze ten van de wens om. steeds sneller te gaan. Wij raken steeds meer ver trouwd met hoge snelheden, alles moet vlugger en daardoor komt de haast in ons leven, de haast die onze zenuwen onder spanning zet. Veelal is deze haast overbodig, maar wij wor den meegevoerd in de steeds sneller en jachtiger stroom van het moder ne leven, ten koste van onze rust en dus ook van onze gezondheid. Vooral ons hart kan slecht tegen die onge regelde spanningen. Toch is het niet mogelijk onze snelle vervoermiddelen weg te denken, wij zijn er op inge steld en de voordelen zijn bovendien veel meer in het oog springend dan de nadelen. Als zulke nadelen noem ik: Haast, jachten, lawaai, ongeval len. ok de radio zouden wij niet meer kunnen en willen missen. Niet alleen is een modern Een groot nadeel is, dat de radio veel mensen in zijn macht krijgt. Deze mensen worden slaaf van hun radio. Zodra zij opstaan gaat de radio aan. Als zij thuiskomen is de eerste gang naar de radio die in bedrijf blijft tot dat zij naar bed gaan, dit geeft hun leven een onrustige achtergrond, die zonder overdrijving gezegd op den duur zenuwslopend is. Het voeren van een gesprek, huilende en schreeuwen- schip, vliegtuig of school ondenkbaar zonder radio, in onze woning kan de radio eveneens een belangrijke plaats vervullen. Elk mens heeft ontspanning nodig en de radio biedt veel mensen allerlei vormen van ontspanning, waarvan muziek wel de voornaamste is. Zoals alles heeft ook de radio nade len. Eén ervan is dat het ons te ge makkelijk wordt gemaakt. De radio en nog veel meer straks de televisie zullen het boek in gedrang brengen, terwijl het boek juist veel meer ge schikt is om ons rust te brengen en de dingen die wij lezen te doen ver werken en overpeinzen. Radio en te levisie daarentegen gaan voort; een interessant stuk kan men niet even stop zetten om er mee bezig te blij ven zoals men een passage uit een mooi boek kan herlezen. de kinderen, een luidruchtige stofzui ger, allemaal geen bezwaar om de radio er doorheen te laten spelen. En daarbij nog de radio van de buren; ach beste lezers en lezeressen, hebt toch eerbied voor de eigen haard van Uw naasten, en zo gij de eerbied niet mocht hebben, hebt dan medelij den en verstoor niet hun rust waar zij misschien zo naar verlangen en die zij zo nodig hebben... evenals U! Het leven anno 1955 is al zo vol la waai, dat wij omwille van onze ge zondheid op zoek zullen moeten gaan naar rust en stilte in ons werk en thuis. Als U er in de vacantie op uit wilt trekken, laat dan Uw radio zonder spijt thuis alleen. St. den. Hij dacht daarbij niet zozeer aan de oplegging van schappen, door middel van instellingsbesluiten, als wel aan een actiever regeringspoli tiek. Daartoe zou z.i. onder andere kunnen behoren een uit het bedrijfs leven in te stellen regeringscommis sie, die concreet een of meer pu bliekrechtelijke lichamen voor de me taalnijverheid moet voorbereiden. Het wil spr. voorkomen, wanneer de georganiseerde werkgevers voor de keuze zouden worden gesteld om al of niet aan deze commissie hun medewer king te verlenen, zij misschien voor een deel op zakelijke overwegingen geen verstek zouden laten gaan. „Wij me nen", aldus de heer Van den Brink, „dat op deze wijze ook in de mijnindus trie de publiekrechtelijke orgaanvor ming is tot stand gekomen. Daar ston den de werkgevers aanvankelijk even min te- trappelen van ongeduld om de nieuwe koers in te slaan. Vandaag zou den zij echter de oude toestand niet meer terug willen". Zondag 12 Juni herdenkt de vicaris- generaal van de bisschop van Haarlem, mgr. J. M. Groot, de dag, waarop hij 25 jaar geleden tot priester werd gewijd. Op de Vigilie van het feest, Zaterdag 11 Juni, wordt de jubilaris 's avonds half acht ingehaald in de dekenale kerk St. Joseph aan de Jansstraat te Haar lem. Deze plechtigheid is primair be legd voor de leden van de jeugdbewe ging in het district Haarlem, t.w. gid sen, pioniersters, verkenners, voortrek- kers, kaj otters en leden van de KJMV. Een woord van welkom zal worden ge sproken door deken W. N. Zijlstra van Haartem. Het ligt in de bedoeling, dat de jeugd daarna de vicaris nog een extra hulde bereidt. Zondag 12 Juni draagt de jubilaris in dezelfde kerk om tien uur de plechtige Hoogmis op met bisschoppelijke assis tentie van mgr. J. P. Huibers. Bij die plechtigheid zal o.m. tegenwoordig zijn mgr. J. v. Sambeek W.P., rustend bis schop van Tanganyika en oom van de vicaris. De predicatie wordt gehouden door een broer van de vicaris, prof. dr. J. C. Groot van het Philosophicum te Warmond. De liturgische gezangen tij dens de Mis, die zoals gebruikelijk en in het bijzonder ook op wens van de vi caris Gregoriaans zullen zijn, worden verzorgd door de parochiële Scola Can torum. In het middaguur recipieert mgr. Groot in zijn woning aan de Kruisweg te Haarlem van 24 uur. Met ingang van 1 Juli treedt in wer king de wijziging van de Arbeidswet, die bedrijfsarbeid van meisjes beneden de leeftijd van 15 jaar verbiedt. Be drijfsarbeid is alle arbeid, met uitzon dering van huishoudelijke arbeid in een privé huishouding. Zolang de zgn. landbouwarbeidswet nog niet in wer king is getreden, is dit arbeidsverbod niet van toepassing op arbeid in het land- en tuinbouwbedrijf. De districtshoofden der arbeids inspectie kunnen ondernemers voor individuele gevallen dispensatie van dit verbod geven. Bij de beslissing op een verzoek daartoe zal allereerst aan dacht worden gewijd aan de belangen van het betrokken meisje. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal Woensdag 8 Juni geen audiëntie ver lenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 5