DE DOOD VAN EEN HANDELSREIZIGER
een bijzonder actueel thema
Velen delen niet in de gestegen welvaart
vrn
m
Meer
aanbod
dan
vraag
Wettelijke bescherming is
dringend nodig
Eindhovense
moordzaak
opnieuw in
behandeling
Actiever regerin
voor doorvoering PB.O.
RADIO-ZIEKTE
A;
O
BRIT.
Regeringscommissie ter voorbereiding
van publiekrechtelijk lichaam?
HAMEA
Arbeidsverbod
DE SPOORWEG
STAKING
IN ENGELAND
LEVERT WEINIG
MOEILIJKHEDEN OP,
DANK. ZIJ
V_.
ZATERDAG 4 JUNI 1955
PAGINA 5
Marcel Wittrisch overleden
H.H. WIJDINGEN
BISDOM HAARLEM
De eerste
HET GOUD VAN
DE „RENATE
LEONHARDT"
Skelet oeros in put
van Velser tunnel
Verdachte weer in
arrest gesteld
Psychiatrisch
onderzoek
Regeringscommissie
Een groot nadeel is, dat veel mensen slaaf
worden van hun radio. Zij geven aan hun leven
een onrustige achtergrond, die op den duur
zenuwslopend werkt
MGR. J. M. GROOT
25 JAAR PRIESTER
voor 14-jarige meisjes
Audiënties
w
(NADRUK VERBODEN)
De tenor Marcel Wittrisch, die vele
jaren tot de populairste zangers van
Duitsland behoorde, is na een langdu
rige ziekte op 51-jarige leeftijd in Stutt
gart overleden.
(Van een onzer redacteuren)
„De Dood van een Handelsreiziger" is de titel van een succesvol toneel
stuk, maar bij voorkeur ook van talloze inleidingen, die de laatste jaren op
bijeenkomsten van handelsreizigers gehouden worden. Ongetwijfeld „doet"
zo'n titel het; de geachte spreker kan er bij voorbaat op rekenen, dat beroeps
genoten er op af zullen komen. Maar naast het psychologisch effect, dat de
spreker met een dergelijke titel beoogt, moet er toch nog iets anders zijn,
moet er aanleiding zijn om het levenseinde van de handelsreiziger bij her
haling als vlag te voeren boven inleidingen en discussies over zijn sociaal-
economische positie. Is er „something rotten" in de staat van de handels
reizigers? Wanneer men de waslijst met klachten raadpleegt, schijnt er niet
veel te kloppen met wat tegenwoordig onder bestaanszekerheid verstaan
wordt, nog minder met de gestegen welvaart der laatste jaren, waarvan het
heet dat deze zo gelijkmatig mogelijk over alle groepen van de bevolking
verdeeld moet worden. Onlangs nog heeft de voorzitter van de Ned. Katho
lieke Ver. van Handelsvertegenwoordigers, Handelsagenten en Verzekerings
inspecteurs „Sint Christoffel", de heer P. J. M. de Graaf, op een te Utrecht
gehouden algemene vergadering bepaalde toestanden openlijk gehekeld.
Aanleiding onzerzijds om op de gestelde problemen iets nader in te gaan.
De voorzitter wees er o.m. op, dat de
stijging van prijzen en afzet over het
algemeen geen verhoging van het pro
visie-bedrag ten gevolge heeft gehad
wegens inkrimping van de rayons, ver
laging van de provisie-percentages, wij
ziging van de onkostenvergoeding e.d
Aldus gaat de gestegen welvaart aan
vele handelsreiziger voorbij.
Weliswaar heeft iedere handelsreiziger
een overeenkomst met de firma voor
welke hij reist, een overeenkomst, die
niet eenzijdig door de directie gewijzigd
kan worden, maar in de practijk blijkt
het vaak anders te zijn. Het is geen uit
zondering, dat de reiziger bij z'n och
tendpost een briefje vindt, waarin hem
laconiek verteld wordt, dat z'n provisie
basis verlaagd is. Vaak wordt deze wij
ziging zeer charmant omkleed met pro
ductiebevordering, planmatige opzet van
de verkoop e.d., maar het resultaat is
niet zelden, dat de reiziger er minder
van wordt.
Voor steeds meer bedrijven is efficien
cy een toverwoord geworden, dat pro
ductie en verkoop omhoog doet sprin
gen. Er worden wedstrijden georgani
seerd met als inzet de titel „reiziger
van de maand" en als gevolg, dat zwak
kere broeders de eindstreep niet halen,
dus genoegen moeten nemen met een
kleiner inkomen. Andere bedrijven ne
men gunstige topmaanden als uitgangs
basis voor een nieuwe provisieregeling,
koppelen minder gewilde artikelen aan
de omzet van betere of beperken de
collecties. In theorie moet dit alles de
reiziger geen windeieren leggen, in de
practijk echter wel.
Angst voor ontslag
Nu kan de reiziger weigeren zijn over
eenkomst te wijzigen. Formeel staat hij
in z'n recht, maar de ervaring leert, dat
hij er verstandig aan doet een wijzi
ging te accepteren, omdat zijn functie
bijzonder trefbaar is. Ontslag „om drin
gende reden" is geen uitzondering. „Wie
een hond wil slaan, kan altijd wel een
stok vinden", zei voorzitter De Graaf.
In het Sociaal Maandblad Arbeid schrijft
mr. H. Versloot (20 April 1955) over de
tuchtrechtelijke aspecten van het ont
slag o.m., dat in de rechtspractijk een
toename van het aantal ontslagen op
staande voet duidelijk waarneembaar is
en dat er sprake is van een veranderde
jurisprudentie, in deze zin vooral, dat
de dringendheid der als dringende re
den aangevoerde feiten sneller door de
rechter wordt aanvaard.
Het is bovendien in dit beroep niet
moeilijk iemand te dwingen tot vrijwil
lig ontslag.
Waar de goede relatie tussen di
rectie en reiziger verstoord is, verdwijnt
het feu sacré, zonder welk het moeilijk
werken is. Om die reden heeft het meest
al weinig zin te procederen in een ge
val van onrechtmatig ontslag, omdat de
vertrouwensbasis er niet door hersteld
wordt.
Wie van al deze klachten kennis
neemt, is gauw geneigd te generalise
ren. Hoewel eigenlijk overbodig, moet
daarom toch vooropgesteld worden, dat
er talrijke werkgevers zijn, die de belan
gen van hun reizigers op loffelijke wijze
in het oog houden. Anderen echter
meer dan enkele uitzonderingen la
ten slechts de productiecijfers spreken,
schrijven werknemers af alsof het ma
chines zijn, vergeten dat het om men
sen gaat, om het geluk van hun gezin
nen. In bijna alle klachten, die men van
handelsreizigers hoort, klinkt een tekort
aan begrip voor menselijke verhoudin
gen door. „Human relations" zijn tus
sen werkgevers en werknemers vaak
nog ver te zoeken, hoe graag men ook
met dit moderne begrip schermt bij het
propageren van opvoering der producti
viteit. Meer nog dan de feitelijkheden,
zoals vermindering van de provisie-per
centages, is het dit tekort aan mense
lijke verhoudingen op de achtergrond
hiervan dat de reizigers treft. Hun hele
werk is gebaseerd op het contact van
mens tot mens, op de persoonlijke re
latie. Zij zijn de levende schakel tussen
producent en afnemer, dienen van bei
den het vertrouwen te genieten en zullen
minder presteren naarmate de verhou
ding tot hun werkgever aan menselijk
heid inboet.
Het is onmogelijk in percentages uit
te drukken hoeveel handelsreizigers in
dit opzicht reden tot klagen hebben,
evenmin als vast te stellen valt welk
deel der werkgevers in dit opzicht
schuld heeft. Vast staat echter wel, dat
hier geen sprake is van slechts enkele
incidentele gevallen; hiervoor zijn de
klachtendossiers bij de organisaties te
dik. Belangrijker is overigens om na te
gaan wat de oorzaken zijn en hoe deze
kunnen worden weggenomen. Het is dui
delijk, dat deze kwestie niet eenzijdig
is, dat ook de reizigers zelf, persoonlijk
of collectief, niet van schuld zijn vrij te
pleiten. „Let maar eens op", zei ons een
werkgever. „Het zijn niet de goede rei
zigers, die klachten hebben".
Vooreerst moet geconstateerd worden,
dat de vraag het aanbod niet evenaart
integendeel. Er is geen tekort aan han
delsreizigers, wel aan goede. Ook hier
geldt, dat velen geroepen, doch weinigen
uitverkoren zijn. Het grote aanbod da
teert niet van vandaag of gisteren; tus-
1920 en 1930 steeg de beroepsbevolking
met 16%, maar het aantal handelsreizi
gers met 43%. In de dertiger jaren is
hun aantal ongetwijfeld nog sterker ge
stegen. Na de bevrijding, toen het eco
nomisch leven weer op gang moest ko
men en het heel gemakkelijk was artike
len aan de man te brengen, ontstond
een nieuwe toeloop, waarbij de vakbe
kwaamheid minder belangrijk was dan
thans, nu de afnemers zich weer de
weelde kunnen permitteren een reiziger
„door te sturen".
De grote toeloop maakt het werkge
vers gemakkelijk de minst productieve
krachten af te stoten; er blijft voldoen
de keus over. Weliswaar niet uit de eer
ste klas krachten, maar dit heeft het
voordeel, dat men gemakkelijker genoe
gen neemt met minder goede voorwaar
den.
Ondanks alles blijkt het beroep zo
veel aantrekkingskracht te hebben, dat
steeds weer anderen al of niet na
een mislukte carrière op kantoor zich
melden. Zij voelen zich aangetrokken
tot de vrijheid van het beroep, het ont
plooien van eigen initiatief, het reizen
van plaats naar plaats en de zeer goede
inkomens, die werkelijk goede beroeps
genoten in veel gevallen toucheren. De
desillusie volgt meestal snel, maar de
consequentie - weer een ander beroep
te kiezen kan vaak niet zo gemak
kelijk getrokken worden.
Bescherming nodig
Veel moeilijkheden zouden opgelost,
resp. voorkomen kunnen worden met
wettelijke bescherming van het beroep.
Reeds vóór de oorlog werd dit vraag
stuk herhaaldelijk besproken, doch tot
resultaten kwam men niet. Het grootste
struikelblok blijken de eisen te zijn, die
aan een handelsreiziger gesteld zouden
moeten worden. Eisen, die voor elke
branche en in een bepaalde branche
voor de verschillende soorten van be
drijven vaak sterk uiteenlopen.
Desondanks hebben de drie samen
werkende bonden van handelsreizigers
enige jaren geleden een bescheiden be- John Gobau als de hcindelsTeizicjev in het toneelstuk „De dood vein een
gin gemaakt door vja de Stichting Vak- handelsreiziger".
Advertentie
onderwijs een cursus te organiseren in
verkoopkunde, wetskennis en reclame
Om tegemoet te komen aan de afzon
derlijke branche-eisen is b.v. voor de
schoenenbranche reeds een afzonderlij
ke aanvullende cursus in het leven ge
roepen. Zolang echter geen diploma
vereist wordt, is het effect van een der
gelijke cursus beperkt. De ongeselec-
teerde toeloop wordt niet tot staan ge
bracht. Dit zou pas het geval zijn wan
neer men kwam tot vaststelling van
bepaalde normen o.m. via een cursus
waaraan toekomstige handelsreizigers
zouden moeten voldoen. Zowel het be
lang van de reizigers als dat van hun
directies zou hiermee gediend zijn.
Daarnaast is er het probleem van
de collectieve arbeidsovereenk. Het
schijnt in de practijk niet mogelijk te
zijn tot een dergelijke overeenkomst
te geraken, ook niet voor de afzon
derlijke branches, wederom wegens de
onderling sterk verschillende eisen en
voorwaarden. Dit neemt niet weg, dat
er na de bevrijding wel iets verbe
terd is. Met ingang van 1 Jan. 1947 is
voor de handelsreizigers een minimum
garantieloon ingevoerd, dat in een eer
ste klas gemeente f 238,50 per maand
bedraagt. De successievelijke loonron-
den zijn echter in veel gevallen niet
doorberekend, omdat zij niet verplich
tend gesteld waren voor hen, die bui
ten een C.A.O. of bindende loonrege
ling vielen.
Dat het ook beter kan, wordt in en
kele branches bewezen b.v. in die van
de textiel-groothandel. Dank zij een re
geling met de rijksbemiddelaars en in
overleg met de werkgevers is het maan
delijkse minimum vastgesteld op 340
gulden. De jongste onderhandelingen
hebben zelfs tot een nieuw mini
mum geleid van 375 gulden. Het is ech
ter de vraag of de rijksbemiddelaars
hiermee accoord zullen gaan in verband
met de gewenste stabilisatie van lonen
en prijzen.
Ook in de branches van enige merk
artikelen wordt de positie van de rei
zigers langzamerhand iets meer geëga
liseerd. Men dient hierbij te bedenken,
dat voor bekende merkartikelen de ver
koop niet geheel afhankelijk is van de
reizigers, omdat grote reclamecampag
nes vaak de weg banen naar de con
sument. De reiziger heeft dan meer een
adviserende en stimulerende taak.
Inhaerenf risico
De grote meerderheid echter is af
hankelijk van het bescheiden mini-
mum-inkomen en de vaak sterk fluc
tuerende provisie, die door markt
schommelingen e.d. wordt beïnvloed.
Een nieuw artikel van de concurrent,
dat met veel reclame op de markt
wordt gebracht, heeft ontegenzeglijk
een terugslag op de verkoop van be
staande artikelen tot gevolg, die de
reiziger moet kunnen opvangen, waar
toe hij vaak niet in staat is.
Een zeker risico is aan dit beroep
inhaerent, maar met recht verlangt de
reiziger, dat dit risico niet leidt tot een
inkomen beneden een redelijk mini
mum, zeker niet in de huidige periode
van hoogconjunctuur. Er is echter een
tendenz te bespeuren van verlaging
der provisie-percentages. Terecht
vroeg voorzitter De Graaf zich daar
om in zijn eerder genoemde rede met
bezorgdheid af, hoe de houding van
vele directies dan wel zijn zal in een
tijd van depressie.
Overigens is de loonvorming niet
het enige punt, dat voor een C. A. O.
van belang is. Er zijn talrijke secun
daire voorwaarden, die in een derge
lijke overeenkomst vastgelegd zouden
kunnen worden. We denken in dit
verband aan vacantie, vacantietoesla-
gen, ontslag e.d. Regeling hiervan zou
de positie van de handelsreizigers
reeds aanzienlijk verbeteren.
De loonvorming blijft echter num
mer één. In de Stichting van de Ar
beid worden momenteel onderhande
lingen gevoerd om het minimum
garantieloon op te trekken. De orga
nisaties denken hierbij aan een mini
mum van 275 gulden per maand en
maandelijkse verrekening hiervan.
Thans wordt het inkomen van vele
reizigers, wanneer dit beneden het
minimum blijft, niet maandelijks aan
gevuld, doch eenmaal per jaar, wan
neer het jaarinkomen beneden twaalf
maal het maandelijkse minimum ge
bleven is.
Nog veel werkgevers blijken van
mening te zijn, dat de positie van de
handelsreiziger niet in een collectieve
overeenkomst te regelen valt. Het is
de taak van de organisaties welker
leden samen 30 pet. van de ruim 20.000
bonafide handelsreizigers uitmaken de
werkgeversorganisaties van het tegen
deel te overtuigen. Pas daarna bestaat
de mogelijkheid, om in gezamenlijk
overleg tot een meer of min bevre
digende regeling te komen, die echter
altijd een zekere soepelheid zal moe
ten bezitten, om alle beroepsgenoten
in hun bonte schakering te kunnen
omvatten.
Z.H.Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
vandaag in de Basiliek ,,St. Bavo" te Haar
lem de volgende H.H. Wijdingen toegediend:
Het H. Priesterschap aan de eerw. heren:
Th. A. M. van den Akker, C. H. M. Bense,
C. J. Th. van Bockxmeer, P. J. A. Boo
gaards, J. M. S. van Dijk, L. P. Th. Dijk
stra, J. J. de Graaft, B. P. M. Hemelsoet,
A. S. Hetem, A. J. C. M. Janssen, Th. J.
Kempers, J. C. van Klink, B. J. A. Kort-
mann, C. B. Kouwenhoven, J. J. M. Kwaai-
taal, H. C. Laan, G. H. E. Lammertink, J.
C. van der Linden, C. A. Paardekooper, W.
F. M. Postma, J. C. van Roode, B. J. F.
Rozestraten, W. C. J. Ruigrok, J. M. Schlat-
mann, N. A. M. van der Waart, J. H. Wil-
lems, G. H. W. Zaal, J. P. Jonker.
De H.H. Wijdingen van het Subdiakonaat
aan de eerw. heren: N. J. van den Akker,
J. P. M. Alleman, J. L. M. Ammerlaan S,
Besseling, C. J. den Boogert, J. T. van Daal,
N. A. Dodeman, R. van den Haak. Th. de
Haan, E. H. M. Hammann, H. B. Helsloot,
C. J. Heijnen, P. J. M. Hocks, G. F. J. Kap-
teijn, G. P. Kas, W. J. Kleijn, J. P. van der
Klugt, J. H. M. Koopman, C. G. van dei
Kroft, A. P. Loos, G. I. Lottman, A. J. Met
ten, W. H. de Munck, P. M. Olsthoorn, A
M. van Reisen, N. P. Reuzenaar, C. L. M.
van Ruyven, W. G. van Sambeek, H. A.
Schrama, J. A. Schut, P. A. G. M. Spierings,
J. W. N. Valkestijn, Th. A. S. van Veen,
C. Verberne, A. G. J. Verkleij, J. Walraven.
en reeds jaren i
de beste
De bergingstoren, waarmee de heer
P. Visser uit Wijde Wormer met zijn
bergingsvereniging de f 72 millioen aan
goud uit het bij Den Helder gezonken
Duitse stoomschip „Renate Leonhardt"
wil halen, wordt op het ogenblik in
IJmuiden voor dit werk gereed ge
maakt. Wanneer de weersomstandighe
den goed zijn, wil men half Juni de
sprong naar de Noordzee wagen. Het
gevaarte, dat gemeerd ligt nabij de
Noordersluis, bevat op het ogenblik nog
45 ton water, zodat het op de bodem van
het Noordzeekanaal rust, maar in de
dubbele wanden van de toren worden
grote gaten gebrand, waardoor beton in
de werktoren wordt gestort. In de werk
kamer onder in de toren, welke op het
wrak zal komen te rusten, wordt een
omvangrijke apparatuur aangebracht: er
gaat een lichtaggregaat naar beneden, er
komt een compressor te staan, terwijl
voorts ook een zender van de Neder-
lande Radio Unie wordt ingebouwd.
Inmiddels moet de juiste positie van
het wrak van de „Renate Leonhardt"
opnieuw worden bepaald, daar de boei
die er boven lag, tijdens de jongste storm
is afgedreven.
Het ministerie van Verkeer en Water
staat en de Rijkswaterstaat zouden, naar
het A.N.P. meldt, ten zeerste zijn geïn
teresseerd in het bergingsproject van de
heer Visser.
In de bouwput van de Velser tunnel
is het zo goed als gave skelet aange-
graven van een tam gemaakte oeros,
een zogenaamde bostaurus primigenius,
die hier omstreeks het begin van de
jaartelling moet zijn geslacht. Een
exemplaar als dit is in zijn gaafheid
zeldzaam voor deze omgeving, al heeft
men bij verschillende terpafgravingen
wel eens eerder gedeeltelijke of com
plete oerossen opgedolven.
Donderdag is voor de rechtbank te
's-Hertogenbosch opnieuw in behande
ling geweest de zaak tegen de 31-jarige
opperman M. v. d. V. uit Eindhoven, die
er van wordt beschuldigd 9 October
1954 zijn 32-jarige echtgenote van het
leven te hebben beroofd. De verdachte,
die na de behandeling van zijn zaak in
April op vrije voeten was gesteld, is
inmiddels gearresteerd beschuldigd van
een ander delict.
Een vrouwelijke getuige met wie ver-
dochte na zijn in vrijheidstelling rela
ties had onderhouden legde haar verkla
ringen tijdens een zitting met gesloten
deuren af. Naar later bleek, had zij o.m.
verklaard, dat v. d. V. haar gezegd had,
dat hij zijn vrouw had vermoord en dat
hij daarvan niet kon slapen. De officier
van justitie meende, dat de bewijsvoe
ringen, die in eerste behandeling reeds
naar voren waren gebracht, thans niet
alle herhaald behoefden te worden. Hij
hechtte veel waarde aan de verklaring
van getuigen, dat verd. op de avond van
de moord tegen zijn gewoonte in zulke
schone handen had gehad. Verd. had
verklaard, dat hij zijn kinderen die
avond gebaad had. Het zoontje van verd.
heeft echter verklaard, dat hij zich zelf
had gewassen en ook zijn broertje. Ook
aan de verklaringen dat verd. tegenover
derden zijn daad zou hebben bekend
hechtte de officier veel waarde. Hij
meende het motief voor de daad te vin
den in de slechte verhouding tussen
verd. en zijn echtgenote, een verhou
ding die op de bewuste avond haar uit
barsting gevonden zou hebben.
De officier vroeg de zaak terug te
verwijzen naar de rechter-commissaris
ten einde een psychiatrisch onderzoek
te doen instellen naar de geestesvermo-
gens van verdachte. Hij verzocht voorts
hem onmiddellijk te doen gevangen ne
men.
De verdediger, mr. Scheefhals, be
streed de opinie van de officier van jus
titie. Het bewijs, dat in vorige zittin
gen niet geleverd werd, zoals blijkt uit
de in vrijheid stelling van verdachte,
achtte hij ook nu niet geleverd. Hij oor
deelde de getuigen-verklaringen zwak.
Het verzoek om een psychiatrisch onder
zoek achtte hij geheel overbodig.
De rechtbank beval de gevangeneming
en een psychiatrisch onderzoek van ver
dachte.
Op de vandaag te Utrecht gehouden
besloten bondsraadsvergadering van
de Ned. Kath. Metaalbewerkersbond
,,St. Eloy" heeft de voorzitter, de heer
J. G. van den Brink, zoals gebruike
lijk is op deze vergaderingen, enkele
actuele problemen in de vakbewe
ging besproken. Uitgaande van de grote
waarde van een confessionele vakbewe
ging, noemde hij het niet toevallig, dat
de unieke sociale vrede in ons land sa
menvalt met een sterke confessionele
vakbeweging. Stakingen en uitsluitingen
komen bijna niet meer voor. De naar
vrede gerichte strijd vindt thans zijn
eerste bekroningen in een Stichting van
de Arbeid, vakraden, bedrijfsverenigin
gen, kernen, ondernemingsraden, afde-
lingsziekenkassen en wat al niet meer.
Doch de consolidatie van de huidige
bedrijfsvrede in een publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie laat nog steeds op
zich wachten. De daartoe strekkende
wettelijke mogelijkheden worden in de
ze bedrijfstak nog steeds niet benut,
hetgeen zeggen wil, dat „St. Eloy"
vooralsnog een strijdorganisatie moet
blijven, aldus de voorzitter.
De voorzitter vroeg zich af, of de
bereidheid tot doorvoering van de
P.B.O. meer dan tot nog toe door
de overheid geactiveerd kan wor-
Advertentie
(Van onze medische medewerker)
ls onze lezers zich
afvragen wat wij
met radio-ziek
te bedoelen, zul
len zij bij verder
lezen zien, dat wij het
niet gaan hebben over
radio-activiteit en ande
re schadelijke werkin
gen van atoomenergie,
maar over de radio, die
in vrijwel alle huiska
mers en soms in de slaapkamers zijn
vaste plaats heeft veroverd. Nu bent
U misschien nog niet veel verder,
want hoe zou een mens ziek kunnen
worden door een radio? Bij het stel
len van deze vraag maakt U echter
de veel gemaakte fout, dat U bij het
woord ziekte in het algemeen alleen
denkt aan duidelijk lichamelijke ziek
ten en afwijkingen zoals: pijn, koorts,
gezwellen, enz.
Er zjjn heel wat kwalen en kwaal
tjes met duidelijke of vage klachten,
zoals hoofdpijn, moeheid, lusteloos
heid, waarvoor geen lichamelijke af
wijkingen verantwoordelijk gesteld
kunnen worden.
Onze voorouders hadden hiervan
veel minder last, het tempo waarin
zij leefden was veel langzamer. In de
vorige eeuw was men nog niet beze
ten van de wens om. steeds sneller
te gaan. Wij raken steeds meer ver
trouwd met hoge snelheden, alles
moet vlugger en daardoor komt de
haast in ons leven, de haast die onze
zenuwen onder spanning zet. Veelal is
deze haast overbodig, maar wij wor
den meegevoerd in de steeds sneller
en jachtiger stroom van het moder
ne leven, ten koste van onze rust en
dus ook van onze gezondheid. Vooral
ons hart kan slecht tegen die onge
regelde spanningen. Toch is het niet
mogelijk onze snelle vervoermiddelen
weg te denken, wij zijn er op inge
steld en de voordelen zijn bovendien
veel meer in het oog springend dan
de nadelen. Als zulke nadelen noem
ik: Haast, jachten, lawaai, ongeval
len.
ok de radio zouden wij niet
meer kunnen en willen missen.
Niet alleen is een modern
Een groot nadeel is, dat de radio
veel mensen in zijn macht krijgt. Deze
mensen worden slaaf van hun radio.
Zodra zij opstaan gaat de radio aan.
Als zij thuiskomen is de eerste gang
naar de radio die in bedrijf blijft tot
dat zij naar bed gaan, dit geeft hun
leven een onrustige achtergrond, die
zonder overdrijving gezegd op den
duur zenuwslopend is. Het voeren van
een gesprek, huilende en schreeuwen-
schip, vliegtuig of school ondenkbaar
zonder radio, in onze woning kan de
radio eveneens een belangrijke plaats
vervullen. Elk mens heeft ontspanning
nodig en de radio biedt veel mensen
allerlei vormen van ontspanning,
waarvan muziek wel de voornaamste
is. Zoals alles heeft ook de radio nade
len. Eén ervan is dat het ons te ge
makkelijk wordt gemaakt. De radio
en nog veel meer straks de televisie
zullen het boek in gedrang brengen,
terwijl het boek juist veel meer ge
schikt is om ons rust te brengen en
de dingen die wij lezen te doen ver
werken en overpeinzen. Radio en te
levisie daarentegen gaan voort; een
interessant stuk kan men niet even
stop zetten om er mee bezig te blij
ven zoals men een passage uit een
mooi boek kan herlezen.
de kinderen, een luidruchtige stofzui
ger, allemaal geen bezwaar om de
radio er doorheen te laten spelen.
En daarbij nog de radio van de
buren; ach beste lezers en lezeressen,
hebt toch eerbied voor de eigen haard
van Uw naasten, en zo gij de eerbied
niet mocht hebben, hebt dan medelij
den en verstoor niet hun rust waar
zij misschien zo naar verlangen en
die zij zo nodig hebben... evenals U!
Het leven anno 1955 is al zo vol la
waai, dat wij omwille van onze ge
zondheid op zoek zullen moeten gaan
naar rust en stilte in ons werk en
thuis.
Als U er in de vacantie op uit wilt
trekken, laat dan Uw radio zonder
spijt thuis alleen.
St.
den. Hij dacht daarbij niet zozeer
aan de oplegging van schappen, door
middel van instellingsbesluiten, als
wel aan een actiever regeringspoli
tiek. Daartoe zou z.i. onder andere
kunnen behoren een uit het bedrijfs
leven in te stellen regeringscommis
sie, die concreet een of meer pu
bliekrechtelijke lichamen voor de me
taalnijverheid moet voorbereiden.
Het wil spr. voorkomen, wanneer
de georganiseerde werkgevers voor de
keuze zouden worden gesteld om al of
niet aan deze commissie hun medewer
king te verlenen, zij misschien voor
een deel op zakelijke overwegingen
geen verstek zouden laten gaan. „Wij me
nen", aldus de heer Van den Brink,
„dat op deze wijze ook in de mijnindus
trie de publiekrechtelijke orgaanvor
ming is tot stand gekomen. Daar ston
den de werkgevers aanvankelijk even
min te- trappelen van ongeduld om de
nieuwe koers in te slaan. Vandaag zou
den zij echter de oude toestand niet
meer terug willen".
Zondag 12 Juni herdenkt de vicaris-
generaal van de bisschop van Haarlem,
mgr. J. M. Groot, de dag, waarop hij 25
jaar geleden tot priester werd gewijd.
Op de Vigilie van het feest, Zaterdag
11 Juni, wordt de jubilaris 's avonds
half acht ingehaald in de dekenale kerk
St. Joseph aan de Jansstraat te Haar
lem. Deze plechtigheid is primair be
legd voor de leden van de jeugdbewe
ging in het district Haarlem, t.w. gid
sen, pioniersters, verkenners, voortrek-
kers, kaj otters en leden van de KJMV.
Een woord van welkom zal worden ge
sproken door deken W. N. Zijlstra van
Haartem. Het ligt in de bedoeling, dat
de jeugd daarna de vicaris nog een
extra hulde bereidt.
Zondag 12 Juni draagt de jubilaris in
dezelfde kerk om tien uur de plechtige
Hoogmis op met bisschoppelijke assis
tentie van mgr. J. P. Huibers. Bij die
plechtigheid zal o.m. tegenwoordig zijn
mgr. J. v. Sambeek W.P., rustend bis
schop van Tanganyika en oom van de
vicaris. De predicatie wordt gehouden
door een broer van de vicaris, prof. dr.
J. C. Groot van het Philosophicum te
Warmond. De liturgische gezangen tij
dens de Mis, die zoals gebruikelijk en
in het bijzonder ook op wens van de vi
caris Gregoriaans zullen zijn, worden
verzorgd door de parochiële Scola Can
torum. In het middaguur recipieert mgr.
Groot in zijn woning aan de Kruisweg
te Haarlem van 24 uur.
Met ingang van 1 Juli treedt in wer
king de wijziging van de Arbeidswet,
die bedrijfsarbeid van meisjes beneden
de leeftijd van 15 jaar verbiedt. Be
drijfsarbeid is alle arbeid, met uitzon
dering van huishoudelijke arbeid in
een privé huishouding. Zolang de zgn.
landbouwarbeidswet nog niet in wer
king is getreden, is dit arbeidsverbod
niet van toepassing op arbeid in het
land- en tuinbouwbedrijf.
De districtshoofden der arbeids
inspectie kunnen ondernemers voor
individuele gevallen dispensatie van
dit verbod geven. Bij de beslissing op
een verzoek daartoe zal allereerst aan
dacht worden gewijd aan de belangen
van het betrokken meisje.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem
zal Woensdag 8 Juni geen audiëntie ver
lenen.