Vreemdeling
wat nieuws is er in
de
Contributie-aftrek voor leden
wereld en wat
verrichten de koningen
De nieuwsgierigheid der Grieken
van erkende organisaties
DÊBRALIIME
BRANDEND PROBLEEM IN P.B.O.
Homerische taal
Verschillende
standpunten
DINSDAG 5 JULI 1955
PAGINA
Middenstands
problemen
Concours hippique te Aken
Mej. Paletihorpe eerste
bij jachtsprimgen
Uitreiking K.G.V.L.-
diploma's
JAN ENGELMAN J
De ingang van het stadion van Delfoi.
in de volkskroeg...."
iedereen de loef afsteken; dat de hotel
houder met gemak de kamer, die hij
U verhuurd heeft, aan een ander geeft
als hij er méér voor kan krijgen; dat gij
in de winkels en de bazars de helft moet
geven van hetgeen men U vraagt, dit
alles kan een kind weten. Wat wij koop-
manstrouw, burgerlijk fatsoen of or
ganisatievermogen noemen, kennen zij
niet. Zij improviseren. Zij slapen als de
zon schijnt, maar zij zijn verschrikkelijk
wakker als het de moeite van het ont
waken waard is. Zij hebben zich, na in
de tweede wereldoorlog aan de soldaten
van Mussolini, die hun land binnenvie
len, een ongenadig pak slaag te hebben
gegeven, als één man verzet tegen de
tirannie der Duitsers. Zij waren aan
vijf eeuwen verzet, tegen de Turken,
gewend, zij kenden de knepen van het
bedrijf in dat bergachtige land. Zij heb
ben zich spoedig redelijk weten te her
stellen van de schrikkelijke hel waarin
zij hebben geleefd door de burgeroorlog,
waarin alle politieke hartstochten en
particuliere veten hun kans kregen,
hartstochten die pas systematisch
bestreden konden worden toen Engelsen
en Amerikanen landden in Piraeus en 'n
corridor maakten naar het betonnen ho
tel King-George, gelegen in het hart van
Athene aan het Sintagma. Vandaar uit
is Griekenland heroverd en de sporen
zijn nog op vele plaatsen waarneem
baar, zij zijn misschien ernstiger te ne
men dan de vele verwoestingen die tel
kens door aardbevingen worden teweeg
gebracht, dan in de Peloponnesus, dan
in het Noorden.
Sinds enige jaren is Griekenland weer
bereisbaar en men heeft de indruk, dat
het niet lang meer duren zal of het is
opgenomen in de algemene trekwoede
en het intense toeristenverkeer, die na
de tweede wereldoorlog door de mens
heid zijn ontwikkeld. Of op de duur de
volksaard daardoor niet ingrijpend zal
veranderen, of men in de toekomst nog
zulke aardige ontmoetingen zal hebben
met personen die homerisch van de
tongriem zijn gesneden, dit zijn vragen
waarop men het antwoord maar liever
schuldig blijft. In het isolement is kracht
gelegen, het schenkt in ieder geval een
eigen karakter, en een vereniging voor
vreemdelingenverkeer is er onder om
standigheden toe in staat, een droom
van een landstreek in een paar jaar
tijcis te veranderen in een ontluisterde
chaos, die tot een nachtmerrie wordt.
Het ontsluiten van „achterlijke" gebie-
(Van een medewerker)
De Wet op de bedrijfsorganisatie
van 27 Jan. 1950 kent de instelling
van publiekrechtelijke bedrijfsor
ganisaties, welke organen een zelfstandig
doel hebben, al is dit doel niet onafhan
kelijk, doch afhankelijk van het alge
meen belang. Tot deze organen beho
ren de product-, hoofdbedrijf- er be
drijfschappen. In de besturen van deze
„schappen" worden door de organisa
ties van ondernemers en van werkne
mers een gelijk aantal leden benoemd.
Het ontworpen stelsel van publiek
rechtelijke bedrijfsorganisatie beoogt
de zelfwerkzaamheid van de bedrijfs-
genoten zoveel mogelijk tot ontwikke
ling te brengen. Alleen door het „zelf-
doen" en „zelf verantwoordelijkheid
dragen" zullen deze nieuwe lichamen
levende organe kunnen worden. Van
die gedachte uitgaande steunt de pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie op
de vrije organisaties van werknemers
en ondernemers. Zonder gebruikma
king van de ervaring op organisato
risch gebied, welke deze vrije organi
saties bezitten, kunnen de in te stellen
nieuwe organen niet tot ontplooiing ko
men.
Nu bepaalt artikel 126 van deze Wet,
die gemakshalve als de P.B.O.-wet
woirdt aangeduid, dat het product-, het
hoofdbedrijf- en het bedrijfschap bij
verordening aan hen, die de onderne
mingen drijven, waarvoor deze „schap
pen" zijn ingesteld, heffingen kan op
leggen. Op dezp heffingen kan het be
stuur van het „schap" volgens bij ver
ordening te stellen regelen, aan de le
den van erkende organisaties van on
dernemers een aftrek toestaan tot een
deel van het bedrag, dat zij als contri
butie aan deze organisaties hebben be
taald. Deze aftrek kan echter niet
ke de 50 niet overschrijden, geen be
zwaar behoeft te worden gemaakt. Ho
gere percentages dienen echter op hun
toelaatbaarheid te worden getoetst. In
dien de wet het toetsingsrecht van
aftrekbepalingen uitsluit, dan zou naar
het oordeel van een gedeelte van da
commissie op wetswijziging moeten
worden aangedrongen.
Er speelt in dit geheel nog iets
anders. Het betrokken wetsartikel
zegt, dat de aftrekregeling kan wor
den toegepast voor leden van iedere
■echtspersoonlijkheic bezittende ver
eniging. De commissie meent echter,
dat duidelijk is, dat dit niet de be
doeling kan zijn en dat de vrijheid
openblijft om te beoordelen, of een
vereniging a1 dan niet voor toepas
sing van dit wetsartikel in aanmer
king komt.
et Dagelijks Bestuur van de
S.E.R. had naar aanleiding van
dit contributie-aftrek-probleem
een voorstel geformuleerd om de Re
gering te verzoeken artikel 126 uit de
wet te schrappen. In een zitting van de
Raad verenigde deze zich met 23 tegen
10 stemmen en 1 blanco met het
prae-advies van het Dagelijks Bestuur,
in de middenstandspers, het verslag
van de Koninklijke Nederlandse Mid
denstandsbond 1954, lazen wij o.a.:
„Een betreurenswaardig besluit, dat
met name de landbouw- en mid
denstandsorganisaties pijnlijk heeft ge
troffen. De aftrekregeling is namelijk
destijds in de wet opgenomen, vooral
met het oog op de positie van de mid
denstandsorganisaties". Het is duide
lijke taal. Het Vakblad voor de Bloe
misterij van 27 Mei 1955 licht ons nader
den is een verheven humanitair ideaal,
maar het is ef t vraag om te overwe
gen of men, alles bijeengenomen, men
sen niet ongelukkiger maakt dan zij wa
ren, als men hun behoeften leert die
zij vroeger niet hebben gekend.
De voornaamste factor in het „ont
sluiten" van Griekenland is de verbete
ring van het wegennet, waarmede men
in de laatste jaren druk bezig is. Dat
de KLM U in zeven uur van Schiphol
naar Athene brengt, dat er goede boten
zijn die U (zij het onder begeleiding
van hinderlijke radiomuziek) van Triëst,
Venetië, Brindisi of Marseille uit, over
azuren zeeën heen naar Piraeus Varen,
dat ook de spoorweg mogelijkheden biedt
wist men wel. Maar er deden afschrik
wekkende verhalen de ronde over de
kwaliteit der verbindingswegen in het
binnenland. Slechte wegen, waarop men
een auto in korte tijd tot oud roest kan
degraderen, zijn er in Griekenland nog
genoeg, maar zij hebben hun langste tijd
gehad. Om de Noordkant van de Pelo
ponnesus heen loopt langs zee en golf 'n
uitstekende autoweg, zodat gij van
Olympia naar Korinthe, en vandaar
naar Nauplion kunt rijden, zonder méér
hindernis te ervaren dan op onze grote
wegen. De weg van Athene naar Del
foi is vol krommingen, maar in zijn
soort niet slechter dan een weg in de
Alpen of de Apennijnen. Van Athene naar
Kaap Sounion legt met een model-weg
aan, die al grotendeels gereed is. Dit
sc rt verbindingen zal zeker sterk wor
den uitgebreid. Hotels die beantwoorden
aan Westerse begrippen van comfort en
hygiëne waren er vroeger alleen in Athe
ne. Thans vindt men op de voornaamste
punten, waar opgravingen zijn en mu
sea van belang, een soort hotels die
kennelijk uit de Marshall-beurs zijn ge
bouwd, waarin men 's avonds schoon
te bed gaat, met het gezicht op vloeren
van Bruynzeel en meubels uit de eta
lage van Metz, of vloeren en meubels
in daarmede internationaal verband
houdende stijl. Dit zijn heerlijkheden die
menigeen ee i veilig gevoel van thuis-
zijn zullen geven, zij gaan echter ge
paard met een schromelijk gebrek aan
fantasie in de cuisine. Overal eet men
in die etablissementen hetzelfde ge
stoomde internationale voer.
Ik prefereer het visje in de voikskroeg
licht geroosterd, met een wijn er bjj die
dar desnoods geresineerd mag zijn. Er
is altijd fris water bij de hand om hem
te verdunnen. Veel werk van zijn keu
ken maakt de Griek niet, hij is er waar
schijnlijk altijd te arm voor geweest en
de grond levert niet voldoende op. Maar
hi| heeft immer vissen, lamsvlees, salade
en heerlijke vruchten - rijpe abrikozen
op Pinksteren! - hij eet goed als hij zich
houdt aan de producten, die de natuur
hem in zijn naaste omgeving te bieden
heeft, aan zijn primeurs, niet als hij
gaat zitten aan de Marshall-ruif en blik
ken ledigt.
Zo beginnen dan de reisbureaux in
Athene het druk te krijgen, vooral van 't
volk uit het machtige rijk waar men de
zonderlinge gewoonte heeft om met het
bont-gekleurde, fladderende hemd uit,
in plaats van in de broek te lopen. Ook
van Engelsen, Fransen, Duitsers en
Scandinaviërs. Zij komen meest in drom
men en zij klimmen in machtige nieuwe
autobussen, die her en der het land in
rijden voor sight-seeing. Een halve dag
Delfi, een halve dag Olympia wat
heeft men er aan? We leven niet meer
in de tijd van de Romantiek, toen allen
die uit den vreemde kwamen „lourdi"
heetten, omdat zij lords waren en dus
over zoveel vrije tijd beschikten als zij
wensten, maar het is zeker dat een reis
naar Griekenland geen profijt voor de
geest oplevert, als men niet blijven kan
waar men het mooi vindt en waar de
resten van de Oudheid U aangrijpen. Gij
dient U voor een reis naar Grieken
land vele maanden voor te bereiden, te
herlezen wat gij misschien op de school
met de leraar hebt doorgenomen, zon
der te weten met welke schoonheid en
wijsheid gij bezig waart. Gij dient iets
van de opeenvolging der beschavingen
te weten, iets van de geschiedenis der
opgravingen en van de grote onder
linge stijlverschillen der architecturen,
beeldhouwwerken, vazen. Gij dient de
gedachtenwereld der Ouden te kennen
om iets te begrijpen van het volk van
vandaag, hoezeer 't van ras en van taal
veranderd moge zijn. En dan zult gij'
vatten, waarom daar boven in het gele
en grauwe gebergte de doodarme boer
U met zoveel eerbied behandelt en in
zijn hut een glas wijn aanbi .dt. Waar
om daarginds in het groene dal van de
Kladéos een lachend meisje, in prach
tige kleuren gekleed en als sierlijke ama
zone zittend op een ezel, een roos van
haar boezem neemt, om die precies te
mikken in Uw auto. Waarom Athene,
snel gegroeid na de periode der diepe
vernedering, een dorre stad is, ee stad
met buurten die ellendiger zijn dan de
banlieue van Parijs, een stad met bittere
armoe en vele ontwortelden, maar waar
om het toch een stad van uitverkiezing
blijft, vanwege die droom van pentelisch
marmer daarboven op de heuvel, waar
eens het licht is ontstoken van een be
schaving waar wij nóg op teren.
ontsieren Uw gelaat. Ze verdwij.
nen dikwijls in 24 uur,evenals
vuile poriën en vetwormpjes.door
het beroemde huidgeneesmiddel
Uit een veld van 33 deelneemsters
heeft de Engelse mej. Palethorpe met
„Earlsrath Rambler" Maandag te Aken
een jachtspringconcours voor amazones
gewonnen. Het parcours van 660 meter
telde 13 hindernissen. Een barrage
tn vijf veiv.jc ..e saermsSen had tot
revtyt dat me1, palethorpe en de
Belgische mej. Schockaerdt met „Mus-
kadin" foutloos bleven. De Engelse
had echter de beste tijd gemaakt: 32
tegen 36.4 sec. en plaatste zich der
halve eerste.
Op het programma stond voorts een
gecombineerd zwaar jachtspringcon
cours over een parcours van 600 meter.
Het resultaat werd een grote verras
sing, want de zege viel ten deel aan
ae Zwitserse luitenant Eschier met
„Doriskos" en „Goldherr" met 103.3
sec. Onze landgenoot M. Koster kwam
uit met „Vera Cruzano" en „Cobbey"
Hij reed niet fortuinlijk, want nadat
„Vera Cruzano" een hindernis had
omgeworpen en eenmaal had gewei
gerd, weigerde „Cobbey" tweemaal op
het tweede stuk van het parcours,
waarmee Koster uitgeschakeld was.
meer dan de helft van de heffing, zo- jn £)at de landbouw- en middenstands
als bovenbedoeld, bedragen.
De bedrijfschappen voor het slagers-
en het schildersbedrijf, zo ook het
landbouwschap, hebben in hun begro
tingen voo- het jaar 1955 een korting
op de aan de vrije organisaties be
taalde contributies opgenomen van.
resp. 35.70 en 90 pet. Tegen deze gang
vai. zaken is nu achteraf bezwaar ge
maakt door de Sociaal Economische
Raad (S.E.R.), in het bijzonder door
de financiële commissie uit deze Raad.
Een deel van deze commissie is van
oordeel, dat de wetgever deze materie
uitputtend heeft geregeld, zodat de
S.E.R. geen goedkeuringsrecht toe
komt, mite de aftrek-bepalingen binnen
de grenzen van het wettelijk toegesta
ne blijven, d.w.z. e*.n deel van de con
tributie, doch ten hoogste de helft van
de heffing mag worden afgetrokken.
Dit gedeelte van de commissie is dan
ook van oordeel, dat niets veranderd
kan werden, t de wet gewijzigd wordt.
Een ander deel van de commissie
is van oordeel, dat de S.E.R. in die
gevallen, waarin hem de goedkeuring
v de besluiten van openbare be-
drijfslichamen is opgedragen, deze be
sluiten mag etsen aan de wet en aan
het algemeen :dryfs." .lang. Deze
toetsingscriteria staan echter naast
elkander. Deze leden zijn van oordeel,
dat de hier van toepassing zijnde wets
bepalingen de mogelijkheid openlaten
voor manipulaties, welke in strijd met
het algemeen bedrijfsbelang moeten
worden geacht. Men kan deze contri
buties bijv. verhogen voor tal van doel
einden zonder dat offers voor de aan
geslotenen worden gevraagd, n.l. zo
lang' men maar blijft beneden de
helft van het heffingspercentage. Op
die wijze kan men de inkomsten van ae
vrije organisati s belangrijk vergroten
en deze indirect laten betalen door on
georganiseerden of leden van andere
verenigingen. Langs die weg wordt een
soort organisatie-dwang uitgeoefend en
ook via de P.B.O. een ongewenste con
currentie tussen de vrije organisaties
opgeroepen. Naar de mening van deze
leden is daarom het opschroeven van
het percentage van de contributie van
vrije organisaties, dat voor aftrek in
aanmerking komt. uit een oogpunt van
algemeen bedrijfsbelang bedenkelijk.
Op d' uk t de redelijkheid niet
uit het oog verloren worden en de per
centages van aftrek in zekere evenre
digheid blijven staan tot hetgeen de
Vi Jganisatics naast het openbare
bedrijfslichaam in het algemeen be
lang verrichten.
Het is dit deel van de commissie dat
voorts overv eegt, dat een overmatige
aftrekmogelijkheid niet in het belang
is van de vrije verenigingen, want
geen of geringe offers vormen nimmer
een aansporing tot actief medeleven.
Bovendien wordt het aanzien van de
P.B.O. geschaad, wanneer men deze
indirect gaat gebruiken als instrument
om de vrije organisaties te financieren.
Deze leden ontveinzen zich voorts niet
dat moeilijk kan worden vastgesteld
welk percentage van de contributie
voor aftrek in aanmerking komt. In
het algemeen menen zij, dat tegen af
trek van contributie-percentages, wei
vertegenwoordigers in de openbare zit
ting van de Raad het niet gemakkelijk
zouden hebben, was te voorzien. Zy
werden door de meeste werkgevers-,
werknemers- en leden van de Kroon
„op ongenadige manier geconfron
teerd met de werkelijkheid". De argu
mentatie van de woordvoerders van de
drie centrale landbouworganisaties en
van de middenstand was onbegrijpelijk
zwak, aldus dit blad.
Het is zeker van belang daarop nog
even verder in te gaan. Hun argumen
ten, dat men een leeglopen van hun
organisaties vreesde als de aftrekrege
ling geschrapt zou worden en dat men
reeds enkele jaren „propaganda" had
gemaakt met d, mogelijkheid tot con
tributie aftrek, maakte geen indruk op
de andere leden van de S.E.R. De voor
zitter van de S.E.R., prof. F. de Vries,
beantwoordde de sprekers in zijn toe
lichting op het voorstel van het dage
lijks Bestuur. Hij stelde o.m„ dat hy
zeer teleurgesteld zou zijn, indien het
waar zou zijn, dat de vrye organisaties
een leeg lonen zouden vrezen, en dat
daaruit zou blijken, dat de organisaties
nog onvoldoende rijp zouden zijn om een
plaats in de P.B.O. in te nemen. Ook
het feit, dat men van meet af rekening
heeft gehouden met een contributie-af
trek, achtte de voorzit*"!* neslist aeen
sterK' punt ran 3e" "BetroKKen 'organisa
ties. De beslissing van de Commissie
Financiën Bedrijfslichamen van da
S.E.R. moet nu worden afgewacht.
Deze Commissie zal de consequenties
moeten trekken uit de mening van de
meerderheid van de S.E.R. In Horecaf
van 3 Juni 1955 wordt hetzelfde onder
werp aangesneden. Daar lezen we: „Zo
als men weet. is by het Bedryfschap
Horeca in overleg met'de vrije organi
saties reeds eerder afgezien van toe
passing van de contributie-aftrek."
Wy zouden willen besluiten met de
opmerking, of onze vraag al dan niet
gewettigd is: mankeert het in de gehele
middenstandssector niet ernstig aan or
ganisatie-zin?
M.
De Katholieke Centrale Vereniging
voor lectuurvoorziening zal op 16 Juli te
15.45 uur in het Jaarbeursrestaurant te
Utrecht de eerste diploma's uitreiken
aan bibliothecarissen van een aantal pa
rochie St. Vincentius e.d. bibliothe
ken.
De cursus, die in het afgelopen
seizoen gelanceerd is, deels in nauwe
samenwerking met de R. K. Nederlandse
Boekhandelaren- en Uitgeversvereniging
St. Jan, wordt verzorgd door het Neder
lands Schriftelijk Studiecentrum te Cu-
lemborg.
De Franse zwemmer Bozon is er niet
in geslaagd zijn poging, het wereldre
cord 100 meter rugslag, dat sinds 27 Fe
bruari van dit jaar met 1 min. 2.1 sec.
op zijn naam staat, te verbeteren. Tij
den wedstrijden te Vittel liet hy een
tijd noteren van 1 min. 6 sec.
Niet overal in Griekenland komt men zulke idyllen tegen.
De Griek eet de producten, die de natuur hem biedt.
TT oe reist men in Griekenland?
j Als ik de reisbeschrijvingen lees van twintig jaar geleden, relazen
van hoogleraren, van klassici en archeologen, krijg ik de indruk, dat zij
op expeditie waren in een ver verwijderd, Aziatisch land, met een bevolking,
die zéér sterk verschilt van de mensen in het Westen van Europa. De komst
van buitenlandse geleerden werd, wanneer het tenminste om een enigszins
uitgebreid gezelschap ging, in de Griekse kranten aangekondigd met al het
pathos waarover men in Hellas van oudsher heeft beschikt. Aan de vreemde
ling werd zeer bloemrijk gezegd, hoezeer hij welkom was; zodra hij voet aan
land had gezet, bemerkte hij, dat hij voor de bewoners een bezienswaardigheid
was, zoals zij het op hun beurt waren voor de van ver gekomene. Een aller
aardigst voorval vertelt Marnix Gijsen, die er in die tijd geweest is, in zijn
boekje „Odusseus Achterna". Het illustreert kort, maar afdoende, hoezeer het
Griekse volk, althans op het platteland, aan zichzelf gelijk i gebleven; hoe
het, door de bittere eeuwen der Turkse overheersing heen, eigenschappen
heeft bewaard, die men niet anders dan „homerisch" kan noemen. De gulle
gastvrijheid, waarvoor geen geld wordt betaald, op zijn hoogst een passend
geschenk aangeboden, gaat gepaard met een enorme nieuwsgierigheid naar
het bedrijf der mensen in het algemeen en de afkomst en de leefwijze van
de gast in het bijzonder.
Zo zijn ook alle Grieken geweldig be
langstellend in de politiek, het doen en
laten der regeerders heeft voor hen nog
dezelfde betekenis als toen Attika met
Xerxes slaags was geraakt. En is dat
eigenlyk niet goed gezien? Hun lot in
de naaste toekomst hangt er ten nauw
ste mee samen, in eeuwen van continu-
oorlog hebben zij begrepen, dat de klei
nen lyden als de groten verkeerde be
sluiten nemen. De boeren in het afge
legen bergland, die wellicht niet eens
een krant kunnen lezen, zijn in dit op
zicht niet minder nieuwsgierig dan de
bewoners van Athene, die op hun plei
nen Sintagma en Omonia hartstochtelijke
debatten voeren over het vraagstuk, of
Tito danwel de Russische bonzen de
leiding hadden bij de comedie, Menander
waardig, die onlangs in Joegoslavië is
opgevoerd.
Alleen, het landvolk drukt zich
misschien meer in archaïsch-plechtige
bewoordingen uit dan de bewoners van
de grote stad. Mamix Gijsen nu ver
telt, dat een jonge reiziger te gast
was by een boer ergens in het bin
nenland. Zodra de hoofse en wijding
volle begroeting achter de rug was,
opende de boer een salvo van onder
vragingen, dienstig om te komen aan
veel kennis die hem ontbrak. De eer
ste statige vraag die hy stelde was:
„Wel vreemdeling, wat nieuws is er
in de wereld. En wat verrichten de
koningen?"
mijn geest verbonden waren aan grote
daden uit de Griekse geschiedenis en aan
onsterfelijke versregels van Aischylos,
en dat ik deswege de verleiding niet had
kunnen weerstaan op deze grandioze
plek enige droppels wijn te plengen en
een brandoffer te brengen, zulks ter ere
van de goden en ter herinnering aan
het heldhaftige gedrag van het Griekse
volk in verre en nabije oorlogen.
De man straalde van opgetogenheid.
Hij bleek een zeer ontwikkeld persoon
te zijn, die onmiddellijk uit „De Per
zen" begon te citeren, ook andere li
teraturen goed kende en by zijn reizen
Amsterdam had bezocht. „Mijnheer",
sprak hij, „zeg mij wat ik voor U doen
kan? Heeft U wel een goed hotel? Waar
moet U heen? Als U zo vriendelyk wilt
zijn U aan te kleden kunt gij plaats ne
men naast mevrouw mijne echtgenote,
en ik zal n door Griekenland ryden,
waar gij ook heen wilt." Wat kan men,
na zulk discours, anders doen dan elkaar
omhelzen? Ik prefereerde weliswaar de
Zou het mogelyk zyn, dat een land
bouwer in Brabant u op deze wijze over
de heer Drees of de heer Romme onder
vroeg? Die soort van gedragen dichter-
lykheid, van het zien der dagelykse ge
beurtenissen op een hoger plan, komt
ook vandaag nog voor, in allerlei om
standigheden. Op een luisterrijke dag
Door
in de Meimaand heb ik verrukkelyk
gezwommen by het schiereiland Kerato-
pirgos, vlak bij de plek waar, volgens
de overlevering, de op een troon zittende
Xerxes de ondergang van zijn vloot moet
hebben gezien. Na het bad at ik in een
landelijke herberg zeer kleine oester-
tjes, langoust en aardbeien, en liet my
toen door een even eerbiedwaardige als
gespierde grijsaard roeien naar Sala-
mis. Tegen de muur van het klooster
Fancroméni rustte ik, in het costuum
ongeveer van de kouroi uit het museum,
een weinig uit. Het loof van een oude
olyfboom beschutte tegen de zonnehitte,
in het klooster bewoog niets, zelfs geen
gordyn, alles sliep en wachtte de avond
koelte om te herleven. Een kip kakelde
even, ongeduldig, en ging óók weer on
der zeil. Toen ik uitgerust was, nam ik
een slok wijn en stookte van dorre tak
ken een vuurtje, by wijze van tijdver-
dryf. Terwijl de vlammen opsloegen
kwam er in snelle vaart een gammele
auto aanrollen, waarin, behalve de
chauffeur, een waarlijk beeldschone
jonge vrouw en een heer van
middelbare leeftijd waren gezeten.
Hy liet onmiddellijk stoppen, stapte
de wagen uit en op mij toe, en
vroeg met zijn vriendelijkste glim
lach in het Frans of ik bezig was een
symbolische handeling te verrichten,
en dit nog wel op het uur van de siësta.
Blykbaar had hij in één oogopslag ge
zien dat ik een vreemdeling was. Om
hem niet teleur te stellen antwoordde ik,
dat de golf en het eiland Salamis in
„Ik prefereer het visje
vaart met myn gebaarde schippertje
naar de overkant en naar de pergola
van het wijnhuis, maar het was moeilijk
om zich van deze Epaminondas los te
scheuren, die mij gratis naar de Olym
pus zou hebben vervoerd.
Dat men in het moderne Griekenland
niet overal zulke idyllen tegenkomt, ligt
"voor de hand. Dat de Grieken listige
kooplieden zyn, die in het zakenleven