Vreemdeling wat nieuws is er in de Contributie-aftrek voor leden wereld en wat verrichten de koningen De nieuwsgierigheid der Grieken van erkende organisaties DÊBRALIIME BRANDEND PROBLEEM IN P.B.O. Homerische taal Verschillende standpunten DINSDAG 5 JULI 1955 PAGINA Middenstands problemen Concours hippique te Aken Mej. Paletihorpe eerste bij jachtsprimgen Uitreiking K.G.V.L.- diploma's JAN ENGELMAN J De ingang van het stadion van Delfoi. in de volkskroeg...." iedereen de loef afsteken; dat de hotel houder met gemak de kamer, die hij U verhuurd heeft, aan een ander geeft als hij er méér voor kan krijgen; dat gij in de winkels en de bazars de helft moet geven van hetgeen men U vraagt, dit alles kan een kind weten. Wat wij koop- manstrouw, burgerlijk fatsoen of or ganisatievermogen noemen, kennen zij niet. Zij improviseren. Zij slapen als de zon schijnt, maar zij zijn verschrikkelijk wakker als het de moeite van het ont waken waard is. Zij hebben zich, na in de tweede wereldoorlog aan de soldaten van Mussolini, die hun land binnenvie len, een ongenadig pak slaag te hebben gegeven, als één man verzet tegen de tirannie der Duitsers. Zij waren aan vijf eeuwen verzet, tegen de Turken, gewend, zij kenden de knepen van het bedrijf in dat bergachtige land. Zij heb ben zich spoedig redelijk weten te her stellen van de schrikkelijke hel waarin zij hebben geleefd door de burgeroorlog, waarin alle politieke hartstochten en particuliere veten hun kans kregen, hartstochten die pas systematisch bestreden konden worden toen Engelsen en Amerikanen landden in Piraeus en 'n corridor maakten naar het betonnen ho tel King-George, gelegen in het hart van Athene aan het Sintagma. Vandaar uit is Griekenland heroverd en de sporen zijn nog op vele plaatsen waarneem baar, zij zijn misschien ernstiger te ne men dan de vele verwoestingen die tel kens door aardbevingen worden teweeg gebracht, dan in de Peloponnesus, dan in het Noorden. Sinds enige jaren is Griekenland weer bereisbaar en men heeft de indruk, dat het niet lang meer duren zal of het is opgenomen in de algemene trekwoede en het intense toeristenverkeer, die na de tweede wereldoorlog door de mens heid zijn ontwikkeld. Of op de duur de volksaard daardoor niet ingrijpend zal veranderen, of men in de toekomst nog zulke aardige ontmoetingen zal hebben met personen die homerisch van de tongriem zijn gesneden, dit zijn vragen waarop men het antwoord maar liever schuldig blijft. In het isolement is kracht gelegen, het schenkt in ieder geval een eigen karakter, en een vereniging voor vreemdelingenverkeer is er onder om standigheden toe in staat, een droom van een landstreek in een paar jaar tijcis te veranderen in een ontluisterde chaos, die tot een nachtmerrie wordt. Het ontsluiten van „achterlijke" gebie- (Van een medewerker) De Wet op de bedrijfsorganisatie van 27 Jan. 1950 kent de instelling van publiekrechtelijke bedrijfsor ganisaties, welke organen een zelfstandig doel hebben, al is dit doel niet onafhan kelijk, doch afhankelijk van het alge meen belang. Tot deze organen beho ren de product-, hoofdbedrijf- er be drijfschappen. In de besturen van deze „schappen" worden door de organisa ties van ondernemers en van werkne mers een gelijk aantal leden benoemd. Het ontworpen stelsel van publiek rechtelijke bedrijfsorganisatie beoogt de zelfwerkzaamheid van de bedrijfs- genoten zoveel mogelijk tot ontwikke ling te brengen. Alleen door het „zelf- doen" en „zelf verantwoordelijkheid dragen" zullen deze nieuwe lichamen levende organe kunnen worden. Van die gedachte uitgaande steunt de pu bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie op de vrije organisaties van werknemers en ondernemers. Zonder gebruikma king van de ervaring op organisato risch gebied, welke deze vrije organi saties bezitten, kunnen de in te stellen nieuwe organen niet tot ontplooiing ko men. Nu bepaalt artikel 126 van deze Wet, die gemakshalve als de P.B.O.-wet woirdt aangeduid, dat het product-, het hoofdbedrijf- en het bedrijfschap bij verordening aan hen, die de onderne mingen drijven, waarvoor deze „schap pen" zijn ingesteld, heffingen kan op leggen. Op dezp heffingen kan het be stuur van het „schap" volgens bij ver ordening te stellen regelen, aan de le den van erkende organisaties van on dernemers een aftrek toestaan tot een deel van het bedrag, dat zij als contri butie aan deze organisaties hebben be taald. Deze aftrek kan echter niet ke de 50 niet overschrijden, geen be zwaar behoeft te worden gemaakt. Ho gere percentages dienen echter op hun toelaatbaarheid te worden getoetst. In dien de wet het toetsingsrecht van aftrekbepalingen uitsluit, dan zou naar het oordeel van een gedeelte van da commissie op wetswijziging moeten worden aangedrongen. Er speelt in dit geheel nog iets anders. Het betrokken wetsartikel zegt, dat de aftrekregeling kan wor den toegepast voor leden van iedere ■echtspersoonlijkheic bezittende ver eniging. De commissie meent echter, dat duidelijk is, dat dit niet de be doeling kan zijn en dat de vrijheid openblijft om te beoordelen, of een vereniging a1 dan niet voor toepas sing van dit wetsartikel in aanmer king komt. et Dagelijks Bestuur van de S.E.R. had naar aanleiding van dit contributie-aftrek-probleem een voorstel geformuleerd om de Re gering te verzoeken artikel 126 uit de wet te schrappen. In een zitting van de Raad verenigde deze zich met 23 tegen 10 stemmen en 1 blanco met het prae-advies van het Dagelijks Bestuur, in de middenstandspers, het verslag van de Koninklijke Nederlandse Mid denstandsbond 1954, lazen wij o.a.: „Een betreurenswaardig besluit, dat met name de landbouw- en mid denstandsorganisaties pijnlijk heeft ge troffen. De aftrekregeling is namelijk destijds in de wet opgenomen, vooral met het oog op de positie van de mid denstandsorganisaties". Het is duide lijke taal. Het Vakblad voor de Bloe misterij van 27 Mei 1955 licht ons nader den is een verheven humanitair ideaal, maar het is ef t vraag om te overwe gen of men, alles bijeengenomen, men sen niet ongelukkiger maakt dan zij wa ren, als men hun behoeften leert die zij vroeger niet hebben gekend. De voornaamste factor in het „ont sluiten" van Griekenland is de verbete ring van het wegennet, waarmede men in de laatste jaren druk bezig is. Dat de KLM U in zeven uur van Schiphol naar Athene brengt, dat er goede boten zijn die U (zij het onder begeleiding van hinderlijke radiomuziek) van Triëst, Venetië, Brindisi of Marseille uit, over azuren zeeën heen naar Piraeus Varen, dat ook de spoorweg mogelijkheden biedt wist men wel. Maar er deden afschrik wekkende verhalen de ronde over de kwaliteit der verbindingswegen in het binnenland. Slechte wegen, waarop men een auto in korte tijd tot oud roest kan degraderen, zijn er in Griekenland nog genoeg, maar zij hebben hun langste tijd gehad. Om de Noordkant van de Pelo ponnesus heen loopt langs zee en golf 'n uitstekende autoweg, zodat gij van Olympia naar Korinthe, en vandaar naar Nauplion kunt rijden, zonder méér hindernis te ervaren dan op onze grote wegen. De weg van Athene naar Del foi is vol krommingen, maar in zijn soort niet slechter dan een weg in de Alpen of de Apennijnen. Van Athene naar Kaap Sounion legt met een model-weg aan, die al grotendeels gereed is. Dit sc rt verbindingen zal zeker sterk wor den uitgebreid. Hotels die beantwoorden aan Westerse begrippen van comfort en hygiëne waren er vroeger alleen in Athe ne. Thans vindt men op de voornaamste punten, waar opgravingen zijn en mu sea van belang, een soort hotels die kennelijk uit de Marshall-beurs zijn ge bouwd, waarin men 's avonds schoon te bed gaat, met het gezicht op vloeren van Bruynzeel en meubels uit de eta lage van Metz, of vloeren en meubels in daarmede internationaal verband houdende stijl. Dit zijn heerlijkheden die menigeen ee i veilig gevoel van thuis- zijn zullen geven, zij gaan echter ge paard met een schromelijk gebrek aan fantasie in de cuisine. Overal eet men in die etablissementen hetzelfde ge stoomde internationale voer. Ik prefereer het visje in de voikskroeg licht geroosterd, met een wijn er bjj die dar desnoods geresineerd mag zijn. Er is altijd fris water bij de hand om hem te verdunnen. Veel werk van zijn keu ken maakt de Griek niet, hij is er waar schijnlijk altijd te arm voor geweest en de grond levert niet voldoende op. Maar hi| heeft immer vissen, lamsvlees, salade en heerlijke vruchten - rijpe abrikozen op Pinksteren! - hij eet goed als hij zich houdt aan de producten, die de natuur hem in zijn naaste omgeving te bieden heeft, aan zijn primeurs, niet als hij gaat zitten aan de Marshall-ruif en blik ken ledigt. Zo beginnen dan de reisbureaux in Athene het druk te krijgen, vooral van 't volk uit het machtige rijk waar men de zonderlinge gewoonte heeft om met het bont-gekleurde, fladderende hemd uit, in plaats van in de broek te lopen. Ook van Engelsen, Fransen, Duitsers en Scandinaviërs. Zij komen meest in drom men en zij klimmen in machtige nieuwe autobussen, die her en der het land in rijden voor sight-seeing. Een halve dag Delfi, een halve dag Olympia wat heeft men er aan? We leven niet meer in de tijd van de Romantiek, toen allen die uit den vreemde kwamen „lourdi" heetten, omdat zij lords waren en dus over zoveel vrije tijd beschikten als zij wensten, maar het is zeker dat een reis naar Griekenland geen profijt voor de geest oplevert, als men niet blijven kan waar men het mooi vindt en waar de resten van de Oudheid U aangrijpen. Gij dient U voor een reis naar Grieken land vele maanden voor te bereiden, te herlezen wat gij misschien op de school met de leraar hebt doorgenomen, zon der te weten met welke schoonheid en wijsheid gij bezig waart. Gij dient iets van de opeenvolging der beschavingen te weten, iets van de geschiedenis der opgravingen en van de grote onder linge stijlverschillen der architecturen, beeldhouwwerken, vazen. Gij dient de gedachtenwereld der Ouden te kennen om iets te begrijpen van het volk van vandaag, hoezeer 't van ras en van taal veranderd moge zijn. En dan zult gij' vatten, waarom daar boven in het gele en grauwe gebergte de doodarme boer U met zoveel eerbied behandelt en in zijn hut een glas wijn aanbi .dt. Waar om daarginds in het groene dal van de Kladéos een lachend meisje, in prach tige kleuren gekleed en als sierlijke ama zone zittend op een ezel, een roos van haar boezem neemt, om die precies te mikken in Uw auto. Waarom Athene, snel gegroeid na de periode der diepe vernedering, een dorre stad is, ee stad met buurten die ellendiger zijn dan de banlieue van Parijs, een stad met bittere armoe en vele ontwortelden, maar waar om het toch een stad van uitverkiezing blijft, vanwege die droom van pentelisch marmer daarboven op de heuvel, waar eens het licht is ontstoken van een be schaving waar wij nóg op teren. ontsieren Uw gelaat. Ze verdwij. nen dikwijls in 24 uur,evenals vuile poriën en vetwormpjes.door het beroemde huidgeneesmiddel Uit een veld van 33 deelneemsters heeft de Engelse mej. Palethorpe met „Earlsrath Rambler" Maandag te Aken een jachtspringconcours voor amazones gewonnen. Het parcours van 660 meter telde 13 hindernissen. Een barrage tn vijf veiv.jc ..e saermsSen had tot revtyt dat me1, palethorpe en de Belgische mej. Schockaerdt met „Mus- kadin" foutloos bleven. De Engelse had echter de beste tijd gemaakt: 32 tegen 36.4 sec. en plaatste zich der halve eerste. Op het programma stond voorts een gecombineerd zwaar jachtspringcon cours over een parcours van 600 meter. Het resultaat werd een grote verras sing, want de zege viel ten deel aan ae Zwitserse luitenant Eschier met „Doriskos" en „Goldherr" met 103.3 sec. Onze landgenoot M. Koster kwam uit met „Vera Cruzano" en „Cobbey" Hij reed niet fortuinlijk, want nadat „Vera Cruzano" een hindernis had omgeworpen en eenmaal had gewei gerd, weigerde „Cobbey" tweemaal op het tweede stuk van het parcours, waarmee Koster uitgeschakeld was. meer dan de helft van de heffing, zo- jn £)at de landbouw- en middenstands als bovenbedoeld, bedragen. De bedrijfschappen voor het slagers- en het schildersbedrijf, zo ook het landbouwschap, hebben in hun begro tingen voo- het jaar 1955 een korting op de aan de vrije organisaties be taalde contributies opgenomen van. resp. 35.70 en 90 pet. Tegen deze gang vai. zaken is nu achteraf bezwaar ge maakt door de Sociaal Economische Raad (S.E.R.), in het bijzonder door de financiële commissie uit deze Raad. Een deel van deze commissie is van oordeel, dat de wetgever deze materie uitputtend heeft geregeld, zodat de S.E.R. geen goedkeuringsrecht toe komt, mite de aftrek-bepalingen binnen de grenzen van het wettelijk toegesta ne blijven, d.w.z. e*.n deel van de con tributie, doch ten hoogste de helft van de heffing mag worden afgetrokken. Dit gedeelte van de commissie is dan ook van oordeel, dat niets veranderd kan werden, t de wet gewijzigd wordt. Een ander deel van de commissie is van oordeel, dat de S.E.R. in die gevallen, waarin hem de goedkeuring v de besluiten van openbare be- drijfslichamen is opgedragen, deze be sluiten mag etsen aan de wet en aan het algemeen :dryfs." .lang. Deze toetsingscriteria staan echter naast elkander. Deze leden zijn van oordeel, dat de hier van toepassing zijnde wets bepalingen de mogelijkheid openlaten voor manipulaties, welke in strijd met het algemeen bedrijfsbelang moeten worden geacht. Men kan deze contri buties bijv. verhogen voor tal van doel einden zonder dat offers voor de aan geslotenen worden gevraagd, n.l. zo lang' men maar blijft beneden de helft van het heffingspercentage. Op die wijze kan men de inkomsten van ae vrije organisati s belangrijk vergroten en deze indirect laten betalen door on georganiseerden of leden van andere verenigingen. Langs die weg wordt een soort organisatie-dwang uitgeoefend en ook via de P.B.O. een ongewenste con currentie tussen de vrije organisaties opgeroepen. Naar de mening van deze leden is daarom het opschroeven van het percentage van de contributie van vrije organisaties, dat voor aftrek in aanmerking komt. uit een oogpunt van algemeen bedrijfsbelang bedenkelijk. Op d' uk t de redelijkheid niet uit het oog verloren worden en de per centages van aftrek in zekere evenre digheid blijven staan tot hetgeen de Vi Jganisatics naast het openbare bedrijfslichaam in het algemeen be lang verrichten. Het is dit deel van de commissie dat voorts overv eegt, dat een overmatige aftrekmogelijkheid niet in het belang is van de vrije verenigingen, want geen of geringe offers vormen nimmer een aansporing tot actief medeleven. Bovendien wordt het aanzien van de P.B.O. geschaad, wanneer men deze indirect gaat gebruiken als instrument om de vrije organisaties te financieren. Deze leden ontveinzen zich voorts niet dat moeilijk kan worden vastgesteld welk percentage van de contributie voor aftrek in aanmerking komt. In het algemeen menen zij, dat tegen af trek van contributie-percentages, wei vertegenwoordigers in de openbare zit ting van de Raad het niet gemakkelijk zouden hebben, was te voorzien. Zy werden door de meeste werkgevers-, werknemers- en leden van de Kroon „op ongenadige manier geconfron teerd met de werkelijkheid". De argu mentatie van de woordvoerders van de drie centrale landbouworganisaties en van de middenstand was onbegrijpelijk zwak, aldus dit blad. Het is zeker van belang daarop nog even verder in te gaan. Hun argumen ten, dat men een leeglopen van hun organisaties vreesde als de aftrekrege ling geschrapt zou worden en dat men reeds enkele jaren „propaganda" had gemaakt met d, mogelijkheid tot con tributie aftrek, maakte geen indruk op de andere leden van de S.E.R. De voor zitter van de S.E.R., prof. F. de Vries, beantwoordde de sprekers in zijn toe lichting op het voorstel van het dage lijks Bestuur. Hij stelde o.m„ dat hy zeer teleurgesteld zou zijn, indien het waar zou zijn, dat de vrye organisaties een leeg lonen zouden vrezen, en dat daaruit zou blijken, dat de organisaties nog onvoldoende rijp zouden zijn om een plaats in de P.B.O. in te nemen. Ook het feit, dat men van meet af rekening heeft gehouden met een contributie-af trek, achtte de voorzit*"!* neslist aeen sterK' punt ran 3e" "BetroKKen 'organisa ties. De beslissing van de Commissie Financiën Bedrijfslichamen van da S.E.R. moet nu worden afgewacht. Deze Commissie zal de consequenties moeten trekken uit de mening van de meerderheid van de S.E.R. In Horecaf van 3 Juni 1955 wordt hetzelfde onder werp aangesneden. Daar lezen we: „Zo als men weet. is by het Bedryfschap Horeca in overleg met'de vrije organi saties reeds eerder afgezien van toe passing van de contributie-aftrek." Wy zouden willen besluiten met de opmerking, of onze vraag al dan niet gewettigd is: mankeert het in de gehele middenstandssector niet ernstig aan or ganisatie-zin? M. De Katholieke Centrale Vereniging voor lectuurvoorziening zal op 16 Juli te 15.45 uur in het Jaarbeursrestaurant te Utrecht de eerste diploma's uitreiken aan bibliothecarissen van een aantal pa rochie St. Vincentius e.d. bibliothe ken. De cursus, die in het afgelopen seizoen gelanceerd is, deels in nauwe samenwerking met de R. K. Nederlandse Boekhandelaren- en Uitgeversvereniging St. Jan, wordt verzorgd door het Neder lands Schriftelijk Studiecentrum te Cu- lemborg. De Franse zwemmer Bozon is er niet in geslaagd zijn poging, het wereldre cord 100 meter rugslag, dat sinds 27 Fe bruari van dit jaar met 1 min. 2.1 sec. op zijn naam staat, te verbeteren. Tij den wedstrijden te Vittel liet hy een tijd noteren van 1 min. 6 sec. Niet overal in Griekenland komt men zulke idyllen tegen. De Griek eet de producten, die de natuur hem biedt. TT oe reist men in Griekenland? j Als ik de reisbeschrijvingen lees van twintig jaar geleden, relazen van hoogleraren, van klassici en archeologen, krijg ik de indruk, dat zij op expeditie waren in een ver verwijderd, Aziatisch land, met een bevolking, die zéér sterk verschilt van de mensen in het Westen van Europa. De komst van buitenlandse geleerden werd, wanneer het tenminste om een enigszins uitgebreid gezelschap ging, in de Griekse kranten aangekondigd met al het pathos waarover men in Hellas van oudsher heeft beschikt. Aan de vreemde ling werd zeer bloemrijk gezegd, hoezeer hij welkom was; zodra hij voet aan land had gezet, bemerkte hij, dat hij voor de bewoners een bezienswaardigheid was, zoals zij het op hun beurt waren voor de van ver gekomene. Een aller aardigst voorval vertelt Marnix Gijsen, die er in die tijd geweest is, in zijn boekje „Odusseus Achterna". Het illustreert kort, maar afdoende, hoezeer het Griekse volk, althans op het platteland, aan zichzelf gelijk i gebleven; hoe het, door de bittere eeuwen der Turkse overheersing heen, eigenschappen heeft bewaard, die men niet anders dan „homerisch" kan noemen. De gulle gastvrijheid, waarvoor geen geld wordt betaald, op zijn hoogst een passend geschenk aangeboden, gaat gepaard met een enorme nieuwsgierigheid naar het bedrijf der mensen in het algemeen en de afkomst en de leefwijze van de gast in het bijzonder. Zo zijn ook alle Grieken geweldig be langstellend in de politiek, het doen en laten der regeerders heeft voor hen nog dezelfde betekenis als toen Attika met Xerxes slaags was geraakt. En is dat eigenlyk niet goed gezien? Hun lot in de naaste toekomst hangt er ten nauw ste mee samen, in eeuwen van continu- oorlog hebben zij begrepen, dat de klei nen lyden als de groten verkeerde be sluiten nemen. De boeren in het afge legen bergland, die wellicht niet eens een krant kunnen lezen, zijn in dit op zicht niet minder nieuwsgierig dan de bewoners van Athene, die op hun plei nen Sintagma en Omonia hartstochtelijke debatten voeren over het vraagstuk, of Tito danwel de Russische bonzen de leiding hadden bij de comedie, Menander waardig, die onlangs in Joegoslavië is opgevoerd. Alleen, het landvolk drukt zich misschien meer in archaïsch-plechtige bewoordingen uit dan de bewoners van de grote stad. Mamix Gijsen nu ver telt, dat een jonge reiziger te gast was by een boer ergens in het bin nenland. Zodra de hoofse en wijding volle begroeting achter de rug was, opende de boer een salvo van onder vragingen, dienstig om te komen aan veel kennis die hem ontbrak. De eer ste statige vraag die hy stelde was: „Wel vreemdeling, wat nieuws is er in de wereld. En wat verrichten de koningen?" mijn geest verbonden waren aan grote daden uit de Griekse geschiedenis en aan onsterfelijke versregels van Aischylos, en dat ik deswege de verleiding niet had kunnen weerstaan op deze grandioze plek enige droppels wijn te plengen en een brandoffer te brengen, zulks ter ere van de goden en ter herinnering aan het heldhaftige gedrag van het Griekse volk in verre en nabije oorlogen. De man straalde van opgetogenheid. Hij bleek een zeer ontwikkeld persoon te zijn, die onmiddellijk uit „De Per zen" begon te citeren, ook andere li teraturen goed kende en by zijn reizen Amsterdam had bezocht. „Mijnheer", sprak hij, „zeg mij wat ik voor U doen kan? Heeft U wel een goed hotel? Waar moet U heen? Als U zo vriendelyk wilt zijn U aan te kleden kunt gij plaats ne men naast mevrouw mijne echtgenote, en ik zal n door Griekenland ryden, waar gij ook heen wilt." Wat kan men, na zulk discours, anders doen dan elkaar omhelzen? Ik prefereerde weliswaar de Zou het mogelyk zyn, dat een land bouwer in Brabant u op deze wijze over de heer Drees of de heer Romme onder vroeg? Die soort van gedragen dichter- lykheid, van het zien der dagelykse ge beurtenissen op een hoger plan, komt ook vandaag nog voor, in allerlei om standigheden. Op een luisterrijke dag Door in de Meimaand heb ik verrukkelyk gezwommen by het schiereiland Kerato- pirgos, vlak bij de plek waar, volgens de overlevering, de op een troon zittende Xerxes de ondergang van zijn vloot moet hebben gezien. Na het bad at ik in een landelijke herberg zeer kleine oester- tjes, langoust en aardbeien, en liet my toen door een even eerbiedwaardige als gespierde grijsaard roeien naar Sala- mis. Tegen de muur van het klooster Fancroméni rustte ik, in het costuum ongeveer van de kouroi uit het museum, een weinig uit. Het loof van een oude olyfboom beschutte tegen de zonnehitte, in het klooster bewoog niets, zelfs geen gordyn, alles sliep en wachtte de avond koelte om te herleven. Een kip kakelde even, ongeduldig, en ging óók weer on der zeil. Toen ik uitgerust was, nam ik een slok wijn en stookte van dorre tak ken een vuurtje, by wijze van tijdver- dryf. Terwijl de vlammen opsloegen kwam er in snelle vaart een gammele auto aanrollen, waarin, behalve de chauffeur, een waarlijk beeldschone jonge vrouw en een heer van middelbare leeftijd waren gezeten. Hy liet onmiddellijk stoppen, stapte de wagen uit en op mij toe, en vroeg met zijn vriendelijkste glim lach in het Frans of ik bezig was een symbolische handeling te verrichten, en dit nog wel op het uur van de siësta. Blykbaar had hij in één oogopslag ge zien dat ik een vreemdeling was. Om hem niet teleur te stellen antwoordde ik, dat de golf en het eiland Salamis in „Ik prefereer het visje vaart met myn gebaarde schippertje naar de overkant en naar de pergola van het wijnhuis, maar het was moeilijk om zich van deze Epaminondas los te scheuren, die mij gratis naar de Olym pus zou hebben vervoerd. Dat men in het moderne Griekenland niet overal zulke idyllen tegenkomt, ligt "voor de hand. Dat de Grieken listige kooplieden zyn, die in het zakenleven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 6