Tien jaar na de Bersiap-tijd
Het einde van de tweede wereld
oorlog in Indonesië
DE REPUBLIEK DIENT ZICH AAN
De plicht tot eigen, vrije
gewetensvorming
ROCKEFELLER CENTRE, een stad
s t cid
Gevaar van
collectivisme
Er werken 32.000 mensen; 1100
huurders bedienen zich
van 215 liften
GEEN LAFHEID EN GELATENHEID
BABYDERM POEDER
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1955
PAGINA 7
lp6!
Geylonese regering
accepteert
K.L.M.-voorstellen
Baby's huidje altijd gaaf met
(Van een redacteur)
rien jaar is het geleden, dat de Japanse oorlog,
eerloos begonnen met de verraderlijke aanval op
Pearl Harbour, tot een voor de Japanners roem
loos einde kwam. De atoomflits, die op 6 Augustus 1945
de stad Hirosjima voor een groot deel wegvaagde van
de aarde, kondigde dat einde aan. Een einde, dat ter
Vens het begin werd van een der felste hoofdstukken
uit de Nederlandse politieke geschiedenis, de „Indone
sische kwestie". Een einde ook, dat de verlossing had
moeten zijn voor de tallozen, die onder de Japanse ter
reur leden, maar die nu, aanvankelijk niet-begrijpend
en later met gevoelens van begrijpelijk ressentiment,
teerden meegesleurd in de overgang van slavernij tot
anarchie. De Japanse leiders borgen hun illusies over
een verzet tot de laatste man op en hun leuzen van
Groot-Aziëen „Gemeenschappelijke Welvaartssfeer"
verstomden. De keizer zelf brak het verzet van de le
gerleiding. „Ween niet, Anami", zei hij op 14 Augus
tus tot de minister van oorlog, „Ik heb mijn besluit
zorgvuldig overdacht." Maar nog vóór de onvoorwaar
delijke capitulatie zag Dai Nippon kans om een laatste
injectie te geven aan het Aziatische nationalisme. Soort
gelijke injecties waren in het verleden, met duidelijk
tactische oogmerken, al eerder toegediend. Toen in Au
gustus 1943 een geallieerd offensief tegen Burma dreig
de, gaf de Japanse bevelhebber daar, generaal Masaka-
su Kawabe, de vrije hand aan de hem welgezinde na
tionalist Aung San. In October van hetzelfde jaar, toen
generaal Douglas MacArthur was begonnen aan wat
Churchill „some island hopping" noemde, verklaarde
generaal Hsigenori Kurodo de Philippijnen onafhanke
lijk onder José Laurel. En nu, in Augustus 1945, was
het de beurt van Indonesië. Het einde van de oorlog
heeft Japan verhinderd de laatste officiële stap, de on
afhankelijkheidsverklaring van Indonesië, te zetten.
Maar Japanse autoriteiten in Batavia, met name schout
bij-nacht Maeda, stonden welwillend toe, dat Sukarno
en Hatta voltooiden, wat Japan was begonnen.
Mallaby tijdens een rit door de stad
werd vermoord) zijn het best in de
herinnering bewaard gebleven. De
,,bersiap"-tijd, letterlijk: de tijd van
waakzaamheid, maar in wezen de hele
ellendige periode, die tot ver in 1946
zou duren, was in volle gang.
Degenen onder de geïnterneerden en
krijgsgevangenen, die zich niet stoor
den aan het verbod van Mountbatten
om de kampen te verlaten, de z.g.
bolossers, vonden aanvankelijk een ha
veloos, maar geen onvriendelijk Indië
terug.
De Rapwi-teams (Rescue Allied Pri
soners of War and Internees), die tus
sen 5 en 10 September bij de belang
rijkste concentraties van kampen op
Java en Sumatra werden geparachu
teerd (bij een van de Sumatraanse
teams bevond zich de latere kapitein
Westerling), konden niet voorzien, hoe
veel tijd en hoeveel moeite het zou
kosten om alle bewoners van de kam
pen van Buitenzorg, Bandung, Tjima-
hi, Semarang, Ambarawa, Banjubiru,
Magelang en nog zoveel andere oorden
in veiligheid te brengen. Sommigen
Het was intussen niet zo, dat Sukar
no en Hatta volkomen spontaan te werk
gingen. Op de 14e Augustus keerden
?0n. in gezelschap van dr. Radjiman
Wediodiningrat, voormalig hofarts van
de Susuhunan, terug uit Dalat bij Sai
gon, het hoofdkwartier van maarschalk
graaf Terauchi, de bevelhebber van de
Japanse legers „in de Zuidelijke gebieds
delen". Daar hadden zij vernomen, dat
Indonesië omstreeks de 24e Augustus
onafhankelijk verklaard zou worden.
Sukarno, gekleed in rok en getooid met
de (Japanse) Ster van het Heilig Ju
weel, had toen nog dank gebracht aan
de „onbegrensde, verheven goedheid"
van keizer Hirohito. Hatta en hij kon
den er daarom op de 15e niet toe komen
het bericht te geloven, dat Japan on
voorwaardelijk had gecapituleerd, en
hog veel minder om op eigen gezag,
zonder Japanse steun in de rug, zelf
de grote daad te verrichten.
Een groep Indonesische radicalen,
tvaarin wij de namen tegenkomen van
de onlangs afgetreden minister van
defensie, mr. Iwa Kusumasumantri,
van de studentenleider Chairul Saleh en
van de duistere dr. Subardjo, zette het
tweetal daarop onder pressie. Het
kwam zelfs tot de romantische episode,
waarbij Sukarno en Hatta werden ont
voerd naar een nationalistisch hoofd
kwartier te Rengasdengklok in Noord-
Krawang. In de vroege morgen van de
17e Augustus werd een compromis be
reikt: Sukarno en Hatta zouden de zelf
standigheid van Indonesië uitroepen,
hiaar daarbij zou elke uitlating ten na
dele van Japan achterwege blijven.
Later op de ochtend sprak Sukarno toen
de korte tekst van de proclamatie uit
op de voorgalerij van het huis op Pe-
gangsaan Oost, in Batavia
Sukarno is voor de meesten onzer
steeds een raadselachtige figuur ge
bleven. Hoe was het mogelijk, dat
deze ijdele, irrationele man, die door
tjjn voorbeeld enkele millioenen van
ziln landgenoten heeft aangeworven
als Japanse arbeidsslaven (romu-
shas) en die hen daardoor ten ver-
derve heeft gevoerd, hoe was het
mogelijk, oQ-t deze Sukarno na ver
loop van tijd óók door bonafide natio-
nalisten als „de onvermijdelijke lei
der" werd erkend.
Dr H J van Mook, de toenmalige
Luitenant 'Gouverneur-Generaal, be
schrijft hem als iemand, die vatbaar
is voor excessen, waartoe hij door zijn
redenaarstalent en zijn sterke gevoe
ligheid voor wat een gehoor kan mee
slepen licht wordt verleid. Misschien
Was Sukarno door zijn hele habitus wel
het symbool, de grootste gemene deler
van een revolutie, waarin geen bloed
geschuwd en geen uitwas gemeden is.
Beteugelaar van de revolutie was hij
niet en de Engelsen hebben dat tot
hun schade en schande ervaren. Mis
schien was hij een leider, maar dan in
de zin van „Je suis leur chef, il faut
1ue je les suive". Iedereen immers leid-
zijn eigen revolutie voor zijn eigen
doel: de vrijheid, de Islam, het com
munisme of de baatzucht.
MacArthur wilde met de bevrijding
Op 15 September 1945 voeren de Britse kruiser „Cumberland" en Hr. Ms.
„Tromp" de haven van Tandjong Priok binnen. Aan boord van de Cumberland
bevond zich slechts een klein landingsdetachement van Britse mariniers en
enkele Britse en Nederlandse Rapwi- en Rode Kruis-mensen. Namens de Indi
sche regering hadden zich ingescheept de heer Van der Plas, generaal-majoor
Van Straten en kolonel Abdulkadir. Schout-bij-nacht Patterson riep de Japanse
opperbevelhebber op Java aan boord en beperkte zich er toe van hem namens
admiraal Mountbatten de capitulatie van Japan in ontvangst te nemen. Men ziet
hier de Japanse delegatie op de Cumberland.
De Ceylonese regering heeft vandaag
de K.L.M.-voorstellen geaccepteerd in
zake oprichting van een maatschappij,
die een luchtlijn zal onderhouden. Zij
heeft een subcommissie benoemd die de
tails zal uitwerken. In de subcommissie
hebben de ministerie# van Financiën,
Verkeer, Industrie, Handel en Justitie
zitting.
raakten zelfs verstrooid tot op Ceylon
en in Bangalore (Indië) toe.
En degenen, die dan eindelijk in de
grote centra arriveerden, vonden een
heftig bewogen maatschappij en een
armoedig land terug; nooit hadden die
mooie witte Indische steden er zo
schunnig uitgezien. De Japanse be
velen, die Jiun leven in de kampen
jarenlang hadden vergald, „Kjoets-
ké, keré, noré!" (In de houding, bui
gen. oprichten!) zagen zij nu in grote
krijtletters aangebracht op buitgemaak
te motorvoertuigen, waarin jonge, ro
mantisch uitgedoste Indonesiërs door de
haveloze straten joegen. „Milik Repu-
blik" (Eigendom van de Republiek)
stond er op de rood-witte papiertjes,
die op huizen en gebouwen waren ge
plakt. Zoals dr. Van Mook later
schreef: „Wel de eenvoudigste metho
de van nationalisering, die tot dusver
re in de wereld is vertoond." Het pa
leis Rijswijk in Batavia, de eens zo
blanke woning van de landvoogd,
droeg een vuilgroene camouflagekleur.
en overal heerste onveiligheid, terreur.
De lijken, die in het Antjolkanaal
dreven, langs de weg naar Priok, de
nachtelijke vuurgevechten, het hoorde
allemaal bij deze onwezenlijke, lugubere
periode. En maar al te vaak meenden
verantwoordelijke Indonesiërs, dat het
vergeleken met de Franse Revolutie,
allemaal nog best mee viel.
Waar generaal Christison alleen angst
voor scheen te hebben, dat was het
„provoceren van de republiek". Hij ver
langde, dat een groep Ambonese ex-
krijgsgevangenen uit Batavia werd ver
wijderd. omdat zij te veel schoten,
trigger-happy" zouden zijn. Admipaal
Helfrich weigerde. Met bezwaard ge
moed zag Christison de Nederlandse
vlag waaien boven het paleis, waar nu
de Luitenant Gouverneur-Generaal zijn
intrek had genomen. En telkens stel
de hij de toelating van de met zoveel
moeite bijeengebrachte Nederlandse
Gezagsbataljons uit. Met de in Amerika
opgeleide Mariniersbrigade werd op on
verantwoordelijke wijze gesold.
Soms moet het voor de verbaasde
Nederlanders een verademing zijn ge
weest, als zij zagen, hoe Japanse com
mandanten optraden, als de „pemuda's
te brutaal werden. Dat gebeurde o.a.
in Semarang, waar de Indonesiërs 150
Jappen hadden omgebracht in de Bu-
lu-gevangenis. Dat gebeurde ook in
Bandung, waar de beruchte Kempetai
zijn geduld verloor en waar rood-witte
speldjes de dragers in de neuzen wer
den gedrukt.
Enkele jaren later heeft de republi
keinse „gouverneur van Celebes", dr.
Ratulangi, in een krant op Ceylon ge
schreven, dat de Indonesische vrijheid
was als een waterlelie, die „uit de
modder in het vuile water van een vij
ver naar boven komt." Het beeld is in
ieder geval veel te fraai, maar zelfs
al was het dat niet, kon men het de
velen, die uit de Japanse concen
tratiekampen belandden in deze baai
erd van terreur, hinderlagen, bomaan
slagen en halfslachtigheid euvel duiden,
dat zij weinig geneigd waren om, in de
woorden van Van Eeden, deze witte
waterlelie lief te hebben? H. J. N.
In onze vorige beschouwing zijn wjj
tot de slotsom gekomen, dat er
in het georganiseerde kerkelijk le
ven een zone van het private, het
strikt persoonlijke, moet bestaan,
die uit beginsel vrij dient te worden
gelaten. Het is van belang daaraan
met nadruk te herinneren, omdat het
tot nadeel van de naam van de Kerk
nogal eens voorkomt, dat men weinig
rekening houdt met deze waarheid, die
toch wel degelijk een onderdeel is van
de katholieke leer.
De afzonderlijke mens, die als gees
telijk-persoonlijk wezen een unieke
waarde heeft, moet in de Kerk met
haar overigens onaantastbaar gezag,
geheel tot zijn recht komen. Dat komt
hierop neer, dat hij het recht en de
plicht heeft in bepaalde concrete geval
len zelf beslissingen te nemen, die hem
niet kunnen worden voorgeschreven.
Het is duidelijk, dat dit volgt uit de
plicht te leven naar de inspraken van
het eigen, individuele geweten, waar
van dan natuurlijk verondersteld
wordt, dat het objectief juist gevormd
is. De Kerk kan onmogelijk en
doet dat ook niet voor alle afzon
derlijke gevallen precieze voorschrif
ten geven. Elke mens is een persoon
lijkheid, een wereld op zich, verschil
lend van alle anderen, met eigen be
hoeften en mogelijkheden; op ieder
rust de plicht, zijn eigen persoonlijk
heid ook in het geestelijke in
vrijheid zoveel mogelijk te ontwikkelen.
Van deze plicht zal de Kerk de mens
nooit ontslaan, zodat hij zich goed be
wust moet zijn in vele gevallen zelf
standig zijn eigen weg te kiezen en die
ook te gaan. Rahner zegt terecht met
nadruk, dat de mens niet altijd en on
der alle omstandigheden het recht
heeft om zich te verschuilen achter de
leiding van de Kerk. Zou dat wel zo
zijn, dan zou hij in geweten altijd ge
rechtvaardigd zijn daar, waar deze
leiding ontbreekt. Het is gemakkelijk
in te zien tot welke onaanvaardbare
consequenties een dergelijke opvatting
zou voeren.
Het is namelijk zo, dat wij niet al
leen ons leven hebben te richten
naar de uitgesproken geboden van
God, die de Kerk ons in herinnering
brengt, maar daarnaast moeten wij
wel degelijk ook nog aan God vra
gen: „Heer, wat wilt Gij, dat ik
doe?" Het is eenvoudig onmogelijk
juist uit hoofde van de individuele
verscheidenheid der mensen dat
in elk concreet geval een wet of een
voorschrift voor ieder de juiste weg
uitstippelt. Er blijft dan ook niets
anders over dan dat ieder in een per
soonlijk gebedsleven zijn eigen beslis
singen neemt op zedelijk gebied.
ie de kerkelijke gemeenschap
misbruikt, zegt Rahner. om
voor zichzelf te vluchten is een
collectivist, behoort tot die kinderlijk-
zachtaardige kuddemensen, die menen
dat ze verlost zijn als zij van zichzelf
zijn bevrijd, doordat de Kerk de last
van het persoonlijk initiatief en van de
persoonlijke beslissing van hen over
neemt.
Het gevaar van hef collectivisme
schuilt dan ook méér dan in de
dwang van buiten in de druk van
binnen, in de geestelijke gelatenheid en
lafheid, die de persoonlijke beslissing
maar al te graag van zich afschuift.
Men zij dan ook op zijn hoede voor
een al te grote bereidheid om de ver
ordeningen van de Kerk en de leiding
der priesters te volgen dat komt
heus in onze tijd nog vaker voor dan
men geneigd zou zijn aan te nemen
want het >s heel goed denkbaar, dat
wij dan te doen hebben met een gees
telijk collectivisme, met een bereidwil
ligheid, die niet berust op geloof en
een persoonlijke overtuiging, maar op
een innerlijke zwakheid, die zich ge
makkelijk laat meetronen zonder enige
zelfwerkzaamheid.
Rahner noemt in dit verband een
voorbeeld, dat, goed begrepen, ons heel
wat te zeggen heeft. Hij vraagt of het
feit, dat er over het algemeen zo wei
nig terecht komt van de individuele
dankzegging na de H. Communie niet
wijst op een collectivisme van zielen,
die onmiddellijk in geestelijke adem
nood raken, zodra zij in godsdienstig
opzicht aan zichzelf worden overgela
ten. De Kerk heeft hierop eenvoudig
geer- vat; hier valt niets voor te schrij
ven. Er wordt ons wel geleerd, waar
om die dankzegging noodzakelijk is en
hoe ze het best kan geschieden, maar
dit alles komt niet boven algemene
richtlijnen uft, die moeten toegepast
worden door zelfwerkzaamheid.
Ten overvloede wijzen wij er nog op,
dat hiermee niet gezegd is, dat het
persoonlijke geweten ooit gesteld kan
worden boven algemene zedewetten.
Het is trouwens onmogelijk, dat een
objectief goed gevormd geweten d.i.
overeenkomstig de algemene zedewet
ten, de geboden van God en van de
Kerk juist tegen deze wetten zou
indruisen. Met een verkeerd gevormd
geweten kan dat wel het geval zijn,
maar juist daarom (omdat het ver
keerd gevormd is) heeft men dan ook
niet het minste recht zich op dat „ge
weten" te beroepen om een algemeen
geldende wet naast zich neer te leg
gen.
Binnen het kader der algemene ze
dewetten is er echter genoeg ruimte
voor zelfwerkzaamheid. En daar gaat
het nu om! Onze persoonlijkheid moet
ontwikkeld worden tot zelfstandigheid
en eigen verantwoordelijkheid.
Advertentie
van de bezette gebieden wachten tot
de Japanse capitulatie was ondertekend
®n dat gebeurde pas op 2 September.
Toch zou het daarna nog bijna vier
weken duren voor de eerste geallieer
de troepen op Java landden.
Op de 15e Augustus nota bene was
een nieuwe indeling van de geallieerde
operatie-gebieden van kracht gewor
den, waarvoor Churchill waarschijnlijk
al op de conferentie van Quebec heeft
gepleit en die op de conferentie van
Potsdam werd bekrachtigd. Niet slechts
net eiland Sumatra, zoals eerst het ge
val was geweest, maar de gehele Indo-
U1SU arch!PeI viel nu onder het com
mando van admiraal Lord Louis Mount
batten (South East Asia Command).
Toen Japan het heofd zo abrupt in de
schoot legde, kwam Mountbatten over
al mensen en materieel te kort. Daar
kwam nog bij, dat Singapore en Saigon
een hogere prioriteit genoten.
Zodoende duurde het tot 29 Septem
ber voor en aleer generaal Sir Philip
Christison aan het hoofd van de Allied
Forces Netherlands East Indies
(AFNEI) landde in Batavia.
Christison, oorspronkelijk arts en tij
dens de Eerste Wereldoorlog beroeps
officier geworden, had weinig tijd ge
had om zich voor te bereiden. Pas op
27 September vernam hij, als comman
dant van het Vijfde Indische Leger
korps in Burma, wat hem te wachten
stond. Hij was iemand met een impul
sief karakter, die het waarschijnlijk
uitstekend meende, maar die vol poli
tieke weifelingen stak.
Zijn opdracht was alle Japanse
strijdkrachten te ontwapenen en af te
voeren, de geïnterneerden en krijgs
gevangenen in veiligheid te brengen
en rust en orde te bewaren tot het
(Van onze New-Yorkse correspondent)
Een stad In een stad; dat Is New
York's Rockefeller Center archi
tectonisch een van de mooiste
plekjes van New York. Een goede der-
tig iaar geleden was dit stadsdeel een
wettige gezag zou zijn hersteld, Op j jn ^ervai geraakte buurt en John D.
de dag van zijn aankomst in Bata
via echter verzocht hij de republi
keinse partijleiders hem in de uit
oefening van zijn taak te steunen en
tevens verklaarde hij, dat de Indone
sische republikeinse autoriteiten ver
antwoordelijk zouden blijven voor het
bestuur in de gebieden onder hun con
trole. Dat betekende practisch de er
kenning van de republiek als rege
ringsorganisatie.
Gedurende het interregnum, dat voor
een deel op rekening van MacArthur
en voor de rest op die van Mountbat
ten stond, waren er in Indonesië belang
rijke dingen gebeurd. Van het verre
Kandy op Ceylon waren wel bevelen
uitgegaan aan de Japanners, dat zij
Rockefeller huurde voor de duur van
100 jaar het terrein tussen de 48e en
51e straat en tussen de 5e en 6e Ave
nue. Hiervoor telde hy jaarlijks
3.300.000 dollar neer. Hij wilde er een
nieuw operagebouw neerzetten, maar
dè catastrophe van 1929 schrapte dat
plan. Rockefeller gaf toen opdracht aan
de beste architecten als Wallace Harri
son Henry Hofmeister Corbett en Fouil-
houx, om hem ontwerpen voor te leg
gen voor een complex kantoorgebou
wen. Hij liet «es project VM 15 ge
bouwen uitvoeren, dat zich allengs toch
iets anders ontwikkelde dan was be
doeld. Een der architecten wilde b.v.
het Center de meest deftige winkel
straat van de stad geven, een ^die met
VI v r oy vi cc l Z, II J vi cl <it uil yi
de status quo moesten handhaven en Bondstreet of Rue de la falx werd
wel was Mountbatten opgekomen tegen vergeleken. Daarvoor legde hq dwars
de uitroeping van een republiek in In
donesië. Maar op enkele uitzonderingen
na haalden deze bevelen en vertogen
niets uit. Sukarno beriep zich later op
een „gentleman's agreement" met de
Jappen volgens hetwelk het beheer van
diensten en kantoren aan Indonesiërs
werd overgedragen.
Vele Japanse militairen gingen er toe
over om zichzelL zoals Helfrich en Van
Mook schrijven, in aantrekkelijke berg-
oorden te interneren en om aan de no
dige leeftocht te komen stonden zij hun
wapens veelal af aan jonge extremis
ten. Een deel der Japanners ging zelfs
actief meedoen en zij traden als tech
nici, instructeurs en bendeleiders in
dienst van de republiek. Voorts werd
het Indonesische Vrijwilligerslegioen, de
Peta, door de Japanse commandant ont
bonden en met behoud van wapens naar
huis gestuurd. Zodoende bevonden zich
aan Indonesische zijde direct al ver
scheidene ongeorganiseerde groepen,
die over een vrij redelijke, soms lang
niet meer uitsluitend lichte bewapening
beschikten.
Naarmate de uiterlijke kentekenen
van de terugkeer van het „wettige
gezag" duidelijker werden, nam de al-
tussen de gebouwen een weg aan, die
echter nooit bekend is geworden om
de inderdaad fraaie winkels, maar wel
om de prachtig aangelegde tuin m het
midden. Deze weg moest leiden naar
een ondergrondse avenue en een plein,
waar men de beste modezaken zou kun
nen vinden. Maar het idee had geen
succes bij het publiek en men verbouw
de de zaken tot restaurants die uit
zagen op het plein» dat voor het groot
ste deel van het kunstijsbaan
wordt gebruikt en waar men in de
zomer onder parasols dineert.
Eéns in het jaar wordt de dwarsweg
van het Center twaalf uur lang ge-
sloten voor het publiek, en alle deuren
die op die weg uitkomen zyn eveneens
gesloten. De wet verlangt dit, opdat
de straat geen openbaar eigendom
wordt, maar privé-bezit van de familie
Rockefeller kan blijven. Hoewel weinig
mensen dit weten, woont er niemand
in het Center, al wordt het dagelijks
bezocht door 160.000 personen, terwijl
er 32.000 mensen werken. De gebou
wen zijn eivol met huurders bezet, 1100
in totaal. Maar onder die „huurders"
bevinden zich gigantische ondernemin
gen ais de Standard Oil en een drietal
Rockefeller Center, in het hart
van New York, gelegen tussen de
48ste en 51ste Straat en de 5de en
6de Avenue.
gemene volksverbetering hysterische i radiostations. In totaal zijn er ongeveer
Vflrinon r> **711tlnn r\r\r\ nfrt/wie in hof OOntvuiw, "t n C AA
Itit het K-N-LL- Pas feel later geholpen door de eerste troepen
s waren de eersten, die probeerden wat orde te scheppen in de
ken die n) C„n°s °F Java en SumatraGekleed in gevlekte camouflage-pak-
zij '<je activiteiten h U?™! »ujger". of „matjan"-uniformen kregen, trachtten
twee IndZetiLhe het ^onestsche bendewezen te verlammen. Men ziet hier
verzetsstrijders, die, nog met de munitiebanden om hun
nek, gevangen zijn genomen.
vormen aan. Warhoofdige volksmen
ners als een Bung Tomo, ultra-reac-
tionnaire Islamieten en communistische
kuipers als een Tan Malakka zweep
ten de eenvoudigen van geest op tot
atschuwelijke gewelddaden tegen Neder
landers, tegen rijke of vermeend rijke
Lninezen, inheemse gezagsdragers en
was" wat redelijk en gematigd
De moordpartij op de Chinezen in
langerang, de gruwelen in het vrou
wenkamp van Ambarawa en de weken
lange gevechten, die de Engelsen moes
ten voeren om vaste voet te krijgen in
Surabaia (in welke periode brigadier
30.000 telefoons in het centrum, 16.500
ramen die gelapt moeten worden en
215 liften, die voor het dagelijks „ver
keer" in de gebouwen zorgen. Iedere
dag ook rijden 700 vrachtwagens de
enorme ondergrondse ruimten van het
Center binnen om er goederen af te
leveren, bestemd voor de huurders.
Voor de radio- en televisiestations in
de gebouwen worden van tijd tot tijd
paarden, apen, leeuwen, kleine olifan
ten en pratende vogels bezorgd, die dan
per lift naar de plaats van bestemming
worden gebracht, hetgeen de liftboys
nogal eens spannende minuten bezorgt.
Het Center beschikt over 1800 man
eigen personeel plus 100 bewakers Het komt natuurlijk wel eens voor
en detectives, die al of niet met dat één van de 1100 huurders iets ver-
draagbare telefoons rondwandelen, liest. Vandaar dat de inhoud der
Een legertje van 700 mannen en prullenmanden in de gebouwen eerst in
vrouwen houdt de gebouwen ofwel 800 zakken wordt verzameld. Elke zak
het equivalent van 3.750 huizen met draagt een nummer. Die afval wordt
zes kamers schoon, waarvoor per twee dagen lang niet vervoerd, zodat
maand 2.800 pond zeep, ruim 2000 men bijtijds kostbaarheden, die verlo-
liter boenwas en 450 liter koperpoets ren geraakt zijn, terug vinden kan. Al-
verbruikt wordt. Onder de schoonma- dus redde men eens diamanten voor
kers bevinden zich twee lieden, die een waarde van 80.000 dollar... de dame allervriendelijkst het geniale
idee aan de hand om het raam te
sluiten, en ziedaar, de dame kon haar
niet genoeg bedanken voor dit lumi
neus advies. Een andere dame belde
eens op dat ze haar man een huur
der nergens kon vinden. Direct gmg
de contrölekamer aan het werk en de
man werd, verdiept in het biljartspel,
ergens in de gebouwen'gevonden. Zelfs
voor snikkende verliefden heeft men ge
duld, zoals een meisje ervaarde, dat
een soldaat wiens naam ze niet wist,
niet kon vinden op de plaats van af
spraak. Alle detectiven en bewakers
werd door de controlekamer bevolen
De controlekamer van het Center naar een soldaat te zoeken... en hij
ontvangt per dag gemiddeld 300 tele- werd even zeker als de diamanten, de
foontjes. Hetgeen niet zo moeilijk te' biljartende echtgenoot gevonden en
begrijpen is als men weet dat het Cen- vervolgens naar een „happy ending"
van sigarettenstompjes. Om zevén ter onder de huurders 26 restaurants, geleid,
uur 's avonds precies treedt het 3 radiostations, een hospitaal, een gym- Zo draagt Rockefeller Center bij tot
schoonmaakleger in actie, maar nie- nasium, een garage met 6 verdiepin- de glorie van New York. En zowel
mand hoeft er zich te zwaar in te gen, een politiestation en een postkan- de New Yorkers als de vreemdelingen
spannen. De modernste boen- en toor heeft. En van welke aard de klach- verwijlen graag in Rockefeller Plaza;
vloermachines met geweldige stofzuL ten ook zijn, de speciaal hiervoor ge- in de winter om naar de Breugheliaan-
gers behoeven slechts gehanteerd te trainde telefonisten behandelen ze met se scène van de schaatsenrijders te
worden en bovendien is het leger in grote tact en geduld. Een boze huur- kijken op het diep gelegen plein, in de
laag- en hoogwerkers verdeeld. De ster belde verontwaardigd op, dat zij zomer om op de banken van de bloe-
„laagwerker" maakt alles schoon haar raam open had gevonden, een om- men in de „tuin" te genieten en in
waar hij bij kan, de „hoogwerker" standigheid waarvan storm en regen de herfst om 's middags de nevels over
klimt op ladders om de rest schoon een ongegeneerd gebruik hadden ge- de toppen van de gebouwen te zien
te maken. maakt. De dienstdoende telefoniste deed zinken.
de hele dag niets anders doen dan
het kauwgom van muren en stoepen
halen en twee anderen besteden hun
dagtaak uitsluitend aan het oprapen