Tien jaar na de Bersiap-tijd Het einde van de tweede wereld oorlog in Indonesië DE REPUBLIEK DIENT ZICH AAN De plicht tot eigen, vrije gewetensvorming ROCKEFELLER CENTRE, een stad s t cid Gevaar van collectivisme Er werken 32.000 mensen; 1100 huurders bedienen zich van 215 liften GEEN LAFHEID EN GELATENHEID BABYDERM POEDER ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1955 PAGINA 7 lp6! Geylonese regering accepteert K.L.M.-voorstellen Baby's huidje altijd gaaf met (Van een redacteur) rien jaar is het geleden, dat de Japanse oorlog, eerloos begonnen met de verraderlijke aanval op Pearl Harbour, tot een voor de Japanners roem loos einde kwam. De atoomflits, die op 6 Augustus 1945 de stad Hirosjima voor een groot deel wegvaagde van de aarde, kondigde dat einde aan. Een einde, dat ter Vens het begin werd van een der felste hoofdstukken uit de Nederlandse politieke geschiedenis, de „Indone sische kwestie". Een einde ook, dat de verlossing had moeten zijn voor de tallozen, die onder de Japanse ter reur leden, maar die nu, aanvankelijk niet-begrijpend en later met gevoelens van begrijpelijk ressentiment, teerden meegesleurd in de overgang van slavernij tot anarchie. De Japanse leiders borgen hun illusies over een verzet tot de laatste man op en hun leuzen van Groot-Aziëen „Gemeenschappelijke Welvaartssfeer" verstomden. De keizer zelf brak het verzet van de le gerleiding. „Ween niet, Anami", zei hij op 14 Augus tus tot de minister van oorlog, „Ik heb mijn besluit zorgvuldig overdacht." Maar nog vóór de onvoorwaar delijke capitulatie zag Dai Nippon kans om een laatste injectie te geven aan het Aziatische nationalisme. Soort gelijke injecties waren in het verleden, met duidelijk tactische oogmerken, al eerder toegediend. Toen in Au gustus 1943 een geallieerd offensief tegen Burma dreig de, gaf de Japanse bevelhebber daar, generaal Masaka- su Kawabe, de vrije hand aan de hem welgezinde na tionalist Aung San. In October van hetzelfde jaar, toen generaal Douglas MacArthur was begonnen aan wat Churchill „some island hopping" noemde, verklaarde generaal Hsigenori Kurodo de Philippijnen onafhanke lijk onder José Laurel. En nu, in Augustus 1945, was het de beurt van Indonesië. Het einde van de oorlog heeft Japan verhinderd de laatste officiële stap, de on afhankelijkheidsverklaring van Indonesië, te zetten. Maar Japanse autoriteiten in Batavia, met name schout bij-nacht Maeda, stonden welwillend toe, dat Sukarno en Hatta voltooiden, wat Japan was begonnen. Mallaby tijdens een rit door de stad werd vermoord) zijn het best in de herinnering bewaard gebleven. De ,,bersiap"-tijd, letterlijk: de tijd van waakzaamheid, maar in wezen de hele ellendige periode, die tot ver in 1946 zou duren, was in volle gang. Degenen onder de geïnterneerden en krijgsgevangenen, die zich niet stoor den aan het verbod van Mountbatten om de kampen te verlaten, de z.g. bolossers, vonden aanvankelijk een ha veloos, maar geen onvriendelijk Indië terug. De Rapwi-teams (Rescue Allied Pri soners of War and Internees), die tus sen 5 en 10 September bij de belang rijkste concentraties van kampen op Java en Sumatra werden geparachu teerd (bij een van de Sumatraanse teams bevond zich de latere kapitein Westerling), konden niet voorzien, hoe veel tijd en hoeveel moeite het zou kosten om alle bewoners van de kam pen van Buitenzorg, Bandung, Tjima- hi, Semarang, Ambarawa, Banjubiru, Magelang en nog zoveel andere oorden in veiligheid te brengen. Sommigen Het was intussen niet zo, dat Sukar no en Hatta volkomen spontaan te werk gingen. Op de 14e Augustus keerden ?0n. in gezelschap van dr. Radjiman Wediodiningrat, voormalig hofarts van de Susuhunan, terug uit Dalat bij Sai gon, het hoofdkwartier van maarschalk graaf Terauchi, de bevelhebber van de Japanse legers „in de Zuidelijke gebieds delen". Daar hadden zij vernomen, dat Indonesië omstreeks de 24e Augustus onafhankelijk verklaard zou worden. Sukarno, gekleed in rok en getooid met de (Japanse) Ster van het Heilig Ju weel, had toen nog dank gebracht aan de „onbegrensde, verheven goedheid" van keizer Hirohito. Hatta en hij kon den er daarom op de 15e niet toe komen het bericht te geloven, dat Japan on voorwaardelijk had gecapituleerd, en hog veel minder om op eigen gezag, zonder Japanse steun in de rug, zelf de grote daad te verrichten. Een groep Indonesische radicalen, tvaarin wij de namen tegenkomen van de onlangs afgetreden minister van defensie, mr. Iwa Kusumasumantri, van de studentenleider Chairul Saleh en van de duistere dr. Subardjo, zette het tweetal daarop onder pressie. Het kwam zelfs tot de romantische episode, waarbij Sukarno en Hatta werden ont voerd naar een nationalistisch hoofd kwartier te Rengasdengklok in Noord- Krawang. In de vroege morgen van de 17e Augustus werd een compromis be reikt: Sukarno en Hatta zouden de zelf standigheid van Indonesië uitroepen, hiaar daarbij zou elke uitlating ten na dele van Japan achterwege blijven. Later op de ochtend sprak Sukarno toen de korte tekst van de proclamatie uit op de voorgalerij van het huis op Pe- gangsaan Oost, in Batavia Sukarno is voor de meesten onzer steeds een raadselachtige figuur ge bleven. Hoe was het mogelijk, dat deze ijdele, irrationele man, die door tjjn voorbeeld enkele millioenen van ziln landgenoten heeft aangeworven als Japanse arbeidsslaven (romu- shas) en die hen daardoor ten ver- derve heeft gevoerd, hoe was het mogelijk, oQ-t deze Sukarno na ver loop van tijd óók door bonafide natio- nalisten als „de onvermijdelijke lei der" werd erkend. Dr H J van Mook, de toenmalige Luitenant 'Gouverneur-Generaal, be schrijft hem als iemand, die vatbaar is voor excessen, waartoe hij door zijn redenaarstalent en zijn sterke gevoe ligheid voor wat een gehoor kan mee slepen licht wordt verleid. Misschien Was Sukarno door zijn hele habitus wel het symbool, de grootste gemene deler van een revolutie, waarin geen bloed geschuwd en geen uitwas gemeden is. Beteugelaar van de revolutie was hij niet en de Engelsen hebben dat tot hun schade en schande ervaren. Mis schien was hij een leider, maar dan in de zin van „Je suis leur chef, il faut 1ue je les suive". Iedereen immers leid- zijn eigen revolutie voor zijn eigen doel: de vrijheid, de Islam, het com munisme of de baatzucht. MacArthur wilde met de bevrijding Op 15 September 1945 voeren de Britse kruiser „Cumberland" en Hr. Ms. „Tromp" de haven van Tandjong Priok binnen. Aan boord van de Cumberland bevond zich slechts een klein landingsdetachement van Britse mariniers en enkele Britse en Nederlandse Rapwi- en Rode Kruis-mensen. Namens de Indi sche regering hadden zich ingescheept de heer Van der Plas, generaal-majoor Van Straten en kolonel Abdulkadir. Schout-bij-nacht Patterson riep de Japanse opperbevelhebber op Java aan boord en beperkte zich er toe van hem namens admiraal Mountbatten de capitulatie van Japan in ontvangst te nemen. Men ziet hier de Japanse delegatie op de Cumberland. De Ceylonese regering heeft vandaag de K.L.M.-voorstellen geaccepteerd in zake oprichting van een maatschappij, die een luchtlijn zal onderhouden. Zij heeft een subcommissie benoemd die de tails zal uitwerken. In de subcommissie hebben de ministerie# van Financiën, Verkeer, Industrie, Handel en Justitie zitting. raakten zelfs verstrooid tot op Ceylon en in Bangalore (Indië) toe. En degenen, die dan eindelijk in de grote centra arriveerden, vonden een heftig bewogen maatschappij en een armoedig land terug; nooit hadden die mooie witte Indische steden er zo schunnig uitgezien. De Japanse be velen, die Jiun leven in de kampen jarenlang hadden vergald, „Kjoets- ké, keré, noré!" (In de houding, bui gen. oprichten!) zagen zij nu in grote krijtletters aangebracht op buitgemaak te motorvoertuigen, waarin jonge, ro mantisch uitgedoste Indonesiërs door de haveloze straten joegen. „Milik Repu- blik" (Eigendom van de Republiek) stond er op de rood-witte papiertjes, die op huizen en gebouwen waren ge plakt. Zoals dr. Van Mook later schreef: „Wel de eenvoudigste metho de van nationalisering, die tot dusver re in de wereld is vertoond." Het pa leis Rijswijk in Batavia, de eens zo blanke woning van de landvoogd, droeg een vuilgroene camouflagekleur. en overal heerste onveiligheid, terreur. De lijken, die in het Antjolkanaal dreven, langs de weg naar Priok, de nachtelijke vuurgevechten, het hoorde allemaal bij deze onwezenlijke, lugubere periode. En maar al te vaak meenden verantwoordelijke Indonesiërs, dat het vergeleken met de Franse Revolutie, allemaal nog best mee viel. Waar generaal Christison alleen angst voor scheen te hebben, dat was het „provoceren van de republiek". Hij ver langde, dat een groep Ambonese ex- krijgsgevangenen uit Batavia werd ver wijderd. omdat zij te veel schoten, trigger-happy" zouden zijn. Admipaal Helfrich weigerde. Met bezwaard ge moed zag Christison de Nederlandse vlag waaien boven het paleis, waar nu de Luitenant Gouverneur-Generaal zijn intrek had genomen. En telkens stel de hij de toelating van de met zoveel moeite bijeengebrachte Nederlandse Gezagsbataljons uit. Met de in Amerika opgeleide Mariniersbrigade werd op on verantwoordelijke wijze gesold. Soms moet het voor de verbaasde Nederlanders een verademing zijn ge weest, als zij zagen, hoe Japanse com mandanten optraden, als de „pemuda's te brutaal werden. Dat gebeurde o.a. in Semarang, waar de Indonesiërs 150 Jappen hadden omgebracht in de Bu- lu-gevangenis. Dat gebeurde ook in Bandung, waar de beruchte Kempetai zijn geduld verloor en waar rood-witte speldjes de dragers in de neuzen wer den gedrukt. Enkele jaren later heeft de republi keinse „gouverneur van Celebes", dr. Ratulangi, in een krant op Ceylon ge schreven, dat de Indonesische vrijheid was als een waterlelie, die „uit de modder in het vuile water van een vij ver naar boven komt." Het beeld is in ieder geval veel te fraai, maar zelfs al was het dat niet, kon men het de velen, die uit de Japanse concen tratiekampen belandden in deze baai erd van terreur, hinderlagen, bomaan slagen en halfslachtigheid euvel duiden, dat zij weinig geneigd waren om, in de woorden van Van Eeden, deze witte waterlelie lief te hebben? H. J. N. In onze vorige beschouwing zijn wjj tot de slotsom gekomen, dat er in het georganiseerde kerkelijk le ven een zone van het private, het strikt persoonlijke, moet bestaan, die uit beginsel vrij dient te worden gelaten. Het is van belang daaraan met nadruk te herinneren, omdat het tot nadeel van de naam van de Kerk nogal eens voorkomt, dat men weinig rekening houdt met deze waarheid, die toch wel degelijk een onderdeel is van de katholieke leer. De afzonderlijke mens, die als gees telijk-persoonlijk wezen een unieke waarde heeft, moet in de Kerk met haar overigens onaantastbaar gezag, geheel tot zijn recht komen. Dat komt hierop neer, dat hij het recht en de plicht heeft in bepaalde concrete geval len zelf beslissingen te nemen, die hem niet kunnen worden voorgeschreven. Het is duidelijk, dat dit volgt uit de plicht te leven naar de inspraken van het eigen, individuele geweten, waar van dan natuurlijk verondersteld wordt, dat het objectief juist gevormd is. De Kerk kan onmogelijk en doet dat ook niet voor alle afzon derlijke gevallen precieze voorschrif ten geven. Elke mens is een persoon lijkheid, een wereld op zich, verschil lend van alle anderen, met eigen be hoeften en mogelijkheden; op ieder rust de plicht, zijn eigen persoonlijk heid ook in het geestelijke in vrijheid zoveel mogelijk te ontwikkelen. Van deze plicht zal de Kerk de mens nooit ontslaan, zodat hij zich goed be wust moet zijn in vele gevallen zelf standig zijn eigen weg te kiezen en die ook te gaan. Rahner zegt terecht met nadruk, dat de mens niet altijd en on der alle omstandigheden het recht heeft om zich te verschuilen achter de leiding van de Kerk. Zou dat wel zo zijn, dan zou hij in geweten altijd ge rechtvaardigd zijn daar, waar deze leiding ontbreekt. Het is gemakkelijk in te zien tot welke onaanvaardbare consequenties een dergelijke opvatting zou voeren. Het is namelijk zo, dat wij niet al leen ons leven hebben te richten naar de uitgesproken geboden van God, die de Kerk ons in herinnering brengt, maar daarnaast moeten wij wel degelijk ook nog aan God vra gen: „Heer, wat wilt Gij, dat ik doe?" Het is eenvoudig onmogelijk juist uit hoofde van de individuele verscheidenheid der mensen dat in elk concreet geval een wet of een voorschrift voor ieder de juiste weg uitstippelt. Er blijft dan ook niets anders over dan dat ieder in een per soonlijk gebedsleven zijn eigen beslis singen neemt op zedelijk gebied. ie de kerkelijke gemeenschap misbruikt, zegt Rahner. om voor zichzelf te vluchten is een collectivist, behoort tot die kinderlijk- zachtaardige kuddemensen, die menen dat ze verlost zijn als zij van zichzelf zijn bevrijd, doordat de Kerk de last van het persoonlijk initiatief en van de persoonlijke beslissing van hen over neemt. Het gevaar van hef collectivisme schuilt dan ook méér dan in de dwang van buiten in de druk van binnen, in de geestelijke gelatenheid en lafheid, die de persoonlijke beslissing maar al te graag van zich afschuift. Men zij dan ook op zijn hoede voor een al te grote bereidheid om de ver ordeningen van de Kerk en de leiding der priesters te volgen dat komt heus in onze tijd nog vaker voor dan men geneigd zou zijn aan te nemen want het >s heel goed denkbaar, dat wij dan te doen hebben met een gees telijk collectivisme, met een bereidwil ligheid, die niet berust op geloof en een persoonlijke overtuiging, maar op een innerlijke zwakheid, die zich ge makkelijk laat meetronen zonder enige zelfwerkzaamheid. Rahner noemt in dit verband een voorbeeld, dat, goed begrepen, ons heel wat te zeggen heeft. Hij vraagt of het feit, dat er over het algemeen zo wei nig terecht komt van de individuele dankzegging na de H. Communie niet wijst op een collectivisme van zielen, die onmiddellijk in geestelijke adem nood raken, zodra zij in godsdienstig opzicht aan zichzelf worden overgela ten. De Kerk heeft hierop eenvoudig geer- vat; hier valt niets voor te schrij ven. Er wordt ons wel geleerd, waar om die dankzegging noodzakelijk is en hoe ze het best kan geschieden, maar dit alles komt niet boven algemene richtlijnen uft, die moeten toegepast worden door zelfwerkzaamheid. Ten overvloede wijzen wij er nog op, dat hiermee niet gezegd is, dat het persoonlijke geweten ooit gesteld kan worden boven algemene zedewetten. Het is trouwens onmogelijk, dat een objectief goed gevormd geweten d.i. overeenkomstig de algemene zedewet ten, de geboden van God en van de Kerk juist tegen deze wetten zou indruisen. Met een verkeerd gevormd geweten kan dat wel het geval zijn, maar juist daarom (omdat het ver keerd gevormd is) heeft men dan ook niet het minste recht zich op dat „ge weten" te beroepen om een algemeen geldende wet naast zich neer te leg gen. Binnen het kader der algemene ze dewetten is er echter genoeg ruimte voor zelfwerkzaamheid. En daar gaat het nu om! Onze persoonlijkheid moet ontwikkeld worden tot zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Advertentie van de bezette gebieden wachten tot de Japanse capitulatie was ondertekend ®n dat gebeurde pas op 2 September. Toch zou het daarna nog bijna vier weken duren voor de eerste geallieer de troepen op Java landden. Op de 15e Augustus nota bene was een nieuwe indeling van de geallieerde operatie-gebieden van kracht gewor den, waarvoor Churchill waarschijnlijk al op de conferentie van Quebec heeft gepleit en die op de conferentie van Potsdam werd bekrachtigd. Niet slechts net eiland Sumatra, zoals eerst het ge val was geweest, maar de gehele Indo- U1SU arch!PeI viel nu onder het com mando van admiraal Lord Louis Mount batten (South East Asia Command). Toen Japan het heofd zo abrupt in de schoot legde, kwam Mountbatten over al mensen en materieel te kort. Daar kwam nog bij, dat Singapore en Saigon een hogere prioriteit genoten. Zodoende duurde het tot 29 Septem ber voor en aleer generaal Sir Philip Christison aan het hoofd van de Allied Forces Netherlands East Indies (AFNEI) landde in Batavia. Christison, oorspronkelijk arts en tij dens de Eerste Wereldoorlog beroeps officier geworden, had weinig tijd ge had om zich voor te bereiden. Pas op 27 September vernam hij, als comman dant van het Vijfde Indische Leger korps in Burma, wat hem te wachten stond. Hij was iemand met een impul sief karakter, die het waarschijnlijk uitstekend meende, maar die vol poli tieke weifelingen stak. Zijn opdracht was alle Japanse strijdkrachten te ontwapenen en af te voeren, de geïnterneerden en krijgs gevangenen in veiligheid te brengen en rust en orde te bewaren tot het (Van onze New-Yorkse correspondent) Een stad In een stad; dat Is New York's Rockefeller Center archi tectonisch een van de mooiste plekjes van New York. Een goede der- tig iaar geleden was dit stadsdeel een wettige gezag zou zijn hersteld, Op j jn ^ervai geraakte buurt en John D. de dag van zijn aankomst in Bata via echter verzocht hij de republi keinse partijleiders hem in de uit oefening van zijn taak te steunen en tevens verklaarde hij, dat de Indone sische republikeinse autoriteiten ver antwoordelijk zouden blijven voor het bestuur in de gebieden onder hun con trole. Dat betekende practisch de er kenning van de republiek als rege ringsorganisatie. Gedurende het interregnum, dat voor een deel op rekening van MacArthur en voor de rest op die van Mountbat ten stond, waren er in Indonesië belang rijke dingen gebeurd. Van het verre Kandy op Ceylon waren wel bevelen uitgegaan aan de Japanners, dat zij Rockefeller huurde voor de duur van 100 jaar het terrein tussen de 48e en 51e straat en tussen de 5e en 6e Ave nue. Hiervoor telde hy jaarlijks 3.300.000 dollar neer. Hij wilde er een nieuw operagebouw neerzetten, maar dè catastrophe van 1929 schrapte dat plan. Rockefeller gaf toen opdracht aan de beste architecten als Wallace Harri son Henry Hofmeister Corbett en Fouil- houx, om hem ontwerpen voor te leg gen voor een complex kantoorgebou wen. Hij liet «es project VM 15 ge bouwen uitvoeren, dat zich allengs toch iets anders ontwikkelde dan was be doeld. Een der architecten wilde b.v. het Center de meest deftige winkel straat van de stad geven, een ^die met VI v r oy vi cc l Z, II J vi cl <it uil yi de status quo moesten handhaven en Bondstreet of Rue de la falx werd wel was Mountbatten opgekomen tegen vergeleken. Daarvoor legde hq dwars de uitroeping van een republiek in In donesië. Maar op enkele uitzonderingen na haalden deze bevelen en vertogen niets uit. Sukarno beriep zich later op een „gentleman's agreement" met de Jappen volgens hetwelk het beheer van diensten en kantoren aan Indonesiërs werd overgedragen. Vele Japanse militairen gingen er toe over om zichzelL zoals Helfrich en Van Mook schrijven, in aantrekkelijke berg- oorden te interneren en om aan de no dige leeftocht te komen stonden zij hun wapens veelal af aan jonge extremis ten. Een deel der Japanners ging zelfs actief meedoen en zij traden als tech nici, instructeurs en bendeleiders in dienst van de republiek. Voorts werd het Indonesische Vrijwilligerslegioen, de Peta, door de Japanse commandant ont bonden en met behoud van wapens naar huis gestuurd. Zodoende bevonden zich aan Indonesische zijde direct al ver scheidene ongeorganiseerde groepen, die over een vrij redelijke, soms lang niet meer uitsluitend lichte bewapening beschikten. Naarmate de uiterlijke kentekenen van de terugkeer van het „wettige gezag" duidelijker werden, nam de al- tussen de gebouwen een weg aan, die echter nooit bekend is geworden om de inderdaad fraaie winkels, maar wel om de prachtig aangelegde tuin m het midden. Deze weg moest leiden naar een ondergrondse avenue en een plein, waar men de beste modezaken zou kun nen vinden. Maar het idee had geen succes bij het publiek en men verbouw de de zaken tot restaurants die uit zagen op het plein» dat voor het groot ste deel van het kunstijsbaan wordt gebruikt en waar men in de zomer onder parasols dineert. Eéns in het jaar wordt de dwarsweg van het Center twaalf uur lang ge- sloten voor het publiek, en alle deuren die op die weg uitkomen zyn eveneens gesloten. De wet verlangt dit, opdat de straat geen openbaar eigendom wordt, maar privé-bezit van de familie Rockefeller kan blijven. Hoewel weinig mensen dit weten, woont er niemand in het Center, al wordt het dagelijks bezocht door 160.000 personen, terwijl er 32.000 mensen werken. De gebou wen zijn eivol met huurders bezet, 1100 in totaal. Maar onder die „huurders" bevinden zich gigantische ondernemin gen ais de Standard Oil en een drietal Rockefeller Center, in het hart van New York, gelegen tussen de 48ste en 51ste Straat en de 5de en 6de Avenue. gemene volksverbetering hysterische i radiostations. In totaal zijn er ongeveer Vflrinon r> **711tlnn r\r\r\ nfrt/wie in hof OOntvuiw, "t n C AA Itit het K-N-LL- Pas feel later geholpen door de eerste troepen s waren de eersten, die probeerden wat orde te scheppen in de ken die n) C„n°s °F Java en SumatraGekleed in gevlekte camouflage-pak- zij '<je activiteiten h U?™! »ujger". of „matjan"-uniformen kregen, trachtten twee IndZetiLhe het ^onestsche bendewezen te verlammen. Men ziet hier verzetsstrijders, die, nog met de munitiebanden om hun nek, gevangen zijn genomen. vormen aan. Warhoofdige volksmen ners als een Bung Tomo, ultra-reac- tionnaire Islamieten en communistische kuipers als een Tan Malakka zweep ten de eenvoudigen van geest op tot atschuwelijke gewelddaden tegen Neder landers, tegen rijke of vermeend rijke Lninezen, inheemse gezagsdragers en was" wat redelijk en gematigd De moordpartij op de Chinezen in langerang, de gruwelen in het vrou wenkamp van Ambarawa en de weken lange gevechten, die de Engelsen moes ten voeren om vaste voet te krijgen in Surabaia (in welke periode brigadier 30.000 telefoons in het centrum, 16.500 ramen die gelapt moeten worden en 215 liften, die voor het dagelijks „ver keer" in de gebouwen zorgen. Iedere dag ook rijden 700 vrachtwagens de enorme ondergrondse ruimten van het Center binnen om er goederen af te leveren, bestemd voor de huurders. Voor de radio- en televisiestations in de gebouwen worden van tijd tot tijd paarden, apen, leeuwen, kleine olifan ten en pratende vogels bezorgd, die dan per lift naar de plaats van bestemming worden gebracht, hetgeen de liftboys nogal eens spannende minuten bezorgt. Het Center beschikt over 1800 man eigen personeel plus 100 bewakers Het komt natuurlijk wel eens voor en detectives, die al of niet met dat één van de 1100 huurders iets ver- draagbare telefoons rondwandelen, liest. Vandaar dat de inhoud der Een legertje van 700 mannen en prullenmanden in de gebouwen eerst in vrouwen houdt de gebouwen ofwel 800 zakken wordt verzameld. Elke zak het equivalent van 3.750 huizen met draagt een nummer. Die afval wordt zes kamers schoon, waarvoor per twee dagen lang niet vervoerd, zodat maand 2.800 pond zeep, ruim 2000 men bijtijds kostbaarheden, die verlo- liter boenwas en 450 liter koperpoets ren geraakt zijn, terug vinden kan. Al- verbruikt wordt. Onder de schoonma- dus redde men eens diamanten voor kers bevinden zich twee lieden, die een waarde van 80.000 dollar... de dame allervriendelijkst het geniale idee aan de hand om het raam te sluiten, en ziedaar, de dame kon haar niet genoeg bedanken voor dit lumi neus advies. Een andere dame belde eens op dat ze haar man een huur der nergens kon vinden. Direct gmg de contrölekamer aan het werk en de man werd, verdiept in het biljartspel, ergens in de gebouwen'gevonden. Zelfs voor snikkende verliefden heeft men ge duld, zoals een meisje ervaarde, dat een soldaat wiens naam ze niet wist, niet kon vinden op de plaats van af spraak. Alle detectiven en bewakers werd door de controlekamer bevolen De controlekamer van het Center naar een soldaat te zoeken... en hij ontvangt per dag gemiddeld 300 tele- werd even zeker als de diamanten, de foontjes. Hetgeen niet zo moeilijk te' biljartende echtgenoot gevonden en begrijpen is als men weet dat het Cen- vervolgens naar een „happy ending" van sigarettenstompjes. Om zevén ter onder de huurders 26 restaurants, geleid, uur 's avonds precies treedt het 3 radiostations, een hospitaal, een gym- Zo draagt Rockefeller Center bij tot schoonmaakleger in actie, maar nie- nasium, een garage met 6 verdiepin- de glorie van New York. En zowel mand hoeft er zich te zwaar in te gen, een politiestation en een postkan- de New Yorkers als de vreemdelingen spannen. De modernste boen- en toor heeft. En van welke aard de klach- verwijlen graag in Rockefeller Plaza; vloermachines met geweldige stofzuL ten ook zijn, de speciaal hiervoor ge- in de winter om naar de Breugheliaan- gers behoeven slechts gehanteerd te trainde telefonisten behandelen ze met se scène van de schaatsenrijders te worden en bovendien is het leger in grote tact en geduld. Een boze huur- kijken op het diep gelegen plein, in de laag- en hoogwerkers verdeeld. De ster belde verontwaardigd op, dat zij zomer om op de banken van de bloe- „laagwerker" maakt alles schoon haar raam open had gevonden, een om- men in de „tuin" te genieten en in waar hij bij kan, de „hoogwerker" standigheid waarvan storm en regen de herfst om 's middags de nevels over klimt op ladders om de rest schoon een ongegeneerd gebruik hadden ge- de toppen van de gebouwen te zien te maken. maakt. De dienstdoende telefoniste deed zinken. de hele dag niets anders doen dan het kauwgom van muren en stoepen halen en twee anderen besteden hun dagtaak uitsluitend aan het oprapen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 7