Van vaste-brandstofkachel tot gashaard of centrale verwarming Stook zo zuinig mogelijk! TUSSEN OUDERLIJK EN EIGEN GEZIN V' Niet alles is even navolgenswaard Kolpingcongres in Keulen Jersey, toevlucht in de herfst r n SCHEEPJESWOL DE KACHEL IS UITGEGAAN.... -j Balenciagade ongenaakbare _J SCHEEPJES--**** -GA"A; ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1955 PAGINA 7 (Van onze redacteur) e kunt het maar moeilijk aanvaarden, maar de zomer is defini- tie/ voorbij. De eerste felle regenbuien hebben de ramen van uw woning al gestriemd, de dames hébben hun luchtige zomer- toiletjes opgeborgen en hun winterkleding al geïnspecteerd. Ge hebt ongetwijfeld op een frisse avond reeds aan uw kachel gedacht. Ge zult u de komende wéken mogelijk nog behelpen met een gas- of elektrisch kacheltje, maar tegen oktober laat ge waarschijnlijk de haard of kachel aanrukken van de zolder of zomerberging. Moet er een nieuwe kachel komen, wilt ge van stookgewoonte veranderen? Wilt ge van vaste brandstof overgaan op oliestook, een gashaard of centrale verwarming? Ziehier een beknopt overzicht van de mogelijkheden, een vergelijking van de kosten, enkele aan tekeningen over het meer of minder comfort. Eén regel staat vast: hoe meer comfort ge verkiest, hoe duurder ge stookt. Het is met de brandstof al juist als met een vervoermiddel (denk aan de trap fiets, bromfiets, scooter, kleine auto, luxueuze wagen) - hoe meer gemak ge hebt, hoe meer kosten ge moet maken. Onderstaande no tities, opgetekend uit de mond van Nederlands beste verwarmings deskundigen, willen niet meer dan een algemene richtlijn aangeven. Ieder huis, iedere kamer haast is verschillend. Wat voor de meesten geldt, kan bij de enkeling wél eens niet opgaan. Er zijn mensen, die steeds slecht gestookt hébben. Als zij zich niet laten voorlichten door een deskundige zullen zij mogelijk slecht blijven stoken. Een vermeend voordeel kan bij hen dan niet tot gelding komen. Olie LEVENSPROBLEMEN Het STOOKSEIZOEN gaat weer beginnen Voor velen die een woonkamer en zitkamer en suite hebben, is het gelde lijk moeilijk, en ook vaak niet nodig, beide kamers in het stookseizoen te verwarmen. Echter, vader geeft 's avonds les, werkt nog wat of studeert, moeder wil rustig naaien, de kinderen moeten studeren. De zitkamer moet toch wel eens van tijd tot tijd verwarmd worden. Velen zetten de deuren open, poken de-ene-kachel extra op en nemen dan maar aan dat het in de zitkamer geleidelijk aan warrn wordt. Vóór de warmte zich over beidf ka-mers ver spreid heeft, heeft men echter onnodig veel gestookt en bovendien zal het in de „salon" maar heel moeilijk behaag lijk worden. De warme lucht stijgt na melijk in de huiskamer op; eerst als het er om te puffen is. duikt deze lucht on der de afscheiding boven de deuren door. Beter is het de deuren te sluiten, in de afscheiding er boten tegen het pla fond aan een verbinding met rooster van ongeveer 40 bii 29 cm te maken. De warme lucht verspreidt zich al spoe dig in de zitkamer Maai zi' moet als zij afgekoeld is ten behoeve van een vol doende circulatie teruggevoerd worden. Hiervoor kan men twee roosters onder tn de deuren laten aanhrengen. Op deze manier heeft men bij een betrekkelijk gering brandstofverbruik ook in de zit kamer profijt van de warmte. Onnodig te zeggen dat beide roosters met een handgreep moeten kunnen worden ge sloten. Als men de tweede kamer niet wil verwarmen, laat men de roosters dicht. Bovenstaand is meer speciaal voor de genen die zo gelukkig zijn niet al te krap te wonen. de huidige woning- hier weer: meer comfort en ook meer kosten. Woont men in een flat, waar van alle kanten warmte van de buren doordringt, dan kan een oliestookkachel belangrijk minder uitgaven vergen. Men heeft dan het gemak, terwijl de kosten niet zoveel hoger behoeven te liggei dan by de gebruikelijke haard. Gaskachel Ditzelfde geldt voor de gaskachel. Men behoeft haar in een dergelijk ge val niet zo duur te stoken. Maar zou men de woonkamer in een alleenstaand huis met gas willen verwarmen, dan is men duur uit. In Amsterdam betaalt men voor 3000 tot 3050 nuttige calorie- en, vast recht inbegrepen, ongeveer 12 cent (in andere plaatsen ligt de prijs hoger of gelijk). Antraciet vraagt 15 cent voor 5500 nuttige calorieën. Gas heeft het nadeel dat men volkomen af hankelijk is van Ce productie „op het moment". In een strenge winter kun nen er moeilijkheden met de levering ontstaan. Ook op de gebruikelijke was dag als er veel gas verbruikt wordt kan men het niet steeds zo warm krijgen als men zou wensen. Kamerbe woners en werkende gezinnen die een beperkt gebruik van hun stookgelegen- heid maken kunnen goed met gas sto ken, evenals met olie. Een gashaard in de zit- of studeerkamer, die van tijd tot tijd gebruikt wordt, ziet men meer en meer toegepast. Electriciteit is zo duur dat zij alleen geschikt is voor bijverwarming. Centrale verwarming Stelt men zich niet tevreden met ver warming van een of twee kamers, maar wil men in zijn gehele woning een aangename temperatuur hebben, dan moet men zich een centrale verwar- De vraag naar de goedkope magere ming aanschaffen. Een eengezins cen- nootjes f 7,- per mud neemt steeds, trale verwarming kent evenals het sto meer toe. Door de mechanische win- ken van een haard of kachel in de huis- ning van de laatste jaren blijft er kamer de oplopende lijn van kosten, veel „klein goed", de magere nootjes, Varte brandstof is het minst duur, dan over, doch door de sterk vetgrote vraag X olie, en tenslotte gas, wat vrjj zullen ze niet overal goed verkrijg- kostpaar wordt. baar zijn. Men verwacht dat de prijs f*? blokverwarming moet gelijk met de vraag zal oplopen. Voor temperatuur die de stoker ge- het stoken met magere nootjes is een accepteren Men kan de ra- „f „onderafbrand- dlat°r afdraaien, doch men betaalt zyn „nootjes-haard haard" nodig. of Men neme er v- v. -}:■ -Ah. echter vaste bedrag per maand. Voor iedere een met een nitneemhare vultrechter flat e?n installatie maken, waarmee men de warmte kan variëren, zou te uitneembaar vuischot, die vervan kostbaar zijn. Wel zijn er warmteme- gen kan worden door een hangrooster. ters waarop men kat^ aflezen of de ra. Men is dan niet gebonden aan de ma- diator veelvuldig is afgezet, zodat men gere nootjes, maar kan eventueel over- op deze manier zijn kosten kan druk- gaar. op cokes gemengd met eierkolen, ken. Syntraciet Syntraciet. het nieuwe product van de mijnen, is iets goedkoper dan an traciet. Het is nog vrij onbekend, doch een uitstekende brandstof. Het heeft verscheidene voordelen boven antra ciet. Het is gelijkmatig van stukgroot te, keihard, zodat men geen gruis heeft, er komen geen stenen in voor en sintelvorming is vrijwel uitgesloten. De stookwaarde is ongeveer even hoog als van antraciet. Het enige nadeel is het vrijkomen van meer losse as, doch men heeft hiermede niet de min- last. Svntraciet is soortelijk iets zwaarder dan steenkolen, zodat klein- behuisden wat meer kunnen opslaan dan van antraciet of cokes, althans in kilo grammen. Van vaste naar vloeibare brandstof. De kleine petroleumkachel is alleen an 22 tot 25 september a.s. zal te Keulen bijeenkomen de alge mene vergadering van de Katho lieke Gezellen-Vereniging, het wetge vend orgaan van deze vereniging, dat statutair om de vijf jaar moet ver gaderen, maar dat sinds 1930, toen in Keulen de negentiende algemene ver gadering gehouden werd, niet meer bij een geweest is, vooral doordat in Duits land, waar verreweg het grootste aan tal Kolpingfamilies gevestigd was 2500 met een ledental van plm. 200.000. het nationaal-socialisme de activitei ten van deze jeugdbeweging volkomen lamgelegd had. Vanzelfsprekend zal op de internationale bijeenkomst te Keu len in de komende week de aanpassing ter sprake komen van de beginselen, die de stichter van de beweging, de priester Adolf Kolping, ruim een eeuw geleden aan zijn schepping meegaf, en waarvan Z.H. de Paus in een schrijven aan de bisschop van Passau d.d. 19 mei 1955 verklaarde, dat ze aan actua liteit niet hebben ingeboet, ja zelfs actueler zijn dan voor 100 jaren". (Os- serv. Rom. jrg. XCV num. 123) Momenteel is het Kolpingwerk bij na over de gehele wereld verbreid. Op de algemene vergadering worden dan ook vertegenwoordigers verwacht uit alle West-Europese landen, ver der uit de Verenigde Staten, Canada, Brazilië, Argentinië en Centraal- en Zuid-Afrika. In ons land bestonden voor de oorlog ruim 200 gezellenver- enigingen. Op 21 juli 1945 echter zijn de St. Jozefgezellenverenigingen in ons land op wens van het episcopaat een fusie aangegaan met de Jonge Werk man, waaruit de K.A.J. resulteerde en werd door een bisschoppelijk voor schrift, dat aan priesters en leken verbood nieuwe gezellenverenigingen op te richten en oude voort te zet ten, aan de activiteit van de gezellen- vereniging in ons land een einde ge maakt. Hoewel dit verbod alg neen was, bleven door bijzondere omstandigheden te Nijmegen en Amsterdam de Gezel lenverenigingen voort estaan. Er leeft echter vooral onder de voormalige be stuursleden van het Kolpingwerk hier te lande gegronde hoop dat het werk eerlang weer heropgericht zal kunnen worden. Het werk is ontstaan in de jaren 18451849 in de Duitse industriestad Elberfeld, waar een aantal jonge man nen, gezellen, die hun leertijd bij ver schillende meesters doorbrachten, zich bouw over het algemeen één woonver trek over de gehele lengte van huis of flat is het zeer moeilijk de ene grote kamer met één haard of kachel te ver warmen. Men heeft hier zeer veel warm teverlies door het stromen van de lucht door de naden en kieren van de tegen over elkaar liggende ramen. Het zal in bepaalde hoeken nooit behaaglijk wor den. Men is hier v.ei genoodzaakt een tweede stooktoestel aan te schaffen. Gemak kost geld Hoe meer comfort, hoe duurder. Bij gebruikmaking van vaste brandstof kolen dus moet men regelmatig vullen, de asla legen, van tijd tot tijd poken (vooral niet te veel) Verder is er het nadeel van stof en vuil. Bij de in het algemeen meer geld erstokende oliekachel hoeft men alleen te vullen en het eventuele roet op te ruimen. Bij 'n goede afstelling en juiste schoorsteen- trek is het euvel van het roet echter niet noemenswaard. Voor een nog meer geld eisende gashaard heeft men twee manipulaties nodig: een om de kraan open te draaien en een om de lucifer aan te steken. Voor een elec- trische kachel alleen als aanvulling, anders practisch niet te betalen is het omdraaien van een knop voldoende. Heeft men een privé centrale verwar ming dan is regelmatig de stookgele- genheid bijhouden nodig; is men aan gesloten op blokverwarming dan kan men door aan de radiatorkraan te draaien de warmtetoevoer regelen. Gemdk en prijs zijn ook overheer sende factoren bij de diverse kolen- soorten. De goedkope soort, eier kolen. geeft veel as. cokes heeft een groot volume, diverse soorten an traciet waren vroeger ideaal, maar bij de thans geïmporteerde soorten kunnen meer steen en as voorkomen. Men hoeft niet steeds de dure an- tnraciet in een haardkachel te sto ken. Zeer vele types zijn geschikt w—j r is visite geweest en ge hebt tijdens de prettige conversatie geheel r1 vergeten naar de kachel om te kijken. Ge zijt enkele dagen van huis geweest. Ge treft een nieuwe kolensoort en ge kent de stook gewoonte nog niet. De kachel is uit. Uithalen, vuile handen krijgen werkei met papier, houtjes, een scheut petroleum? Uw vrouw, nu reeds bang voor de rook, de -ordijnen en de meubelen Maak de kachel niet op de ouderwetse manier aan. Maar doe als volgt: a. Rooster, zodat de losse as in de asla valt. Neem uit een zakje houtskool enkele stukjes, snijd deze, zodat ge een handjevol „dobbel steentjes' overhoudt. Leg deze op een blikje, giet er een weinig spiritus over, laat de houtskool de vloeistof opzuigen. Plaats de houtskool in de kachel op de nog resterende kolen. Zet de schuif open, steek met een lucifer de houtskool aan. De spiritus vlamt, het houtskool verbrandt. Doe er een klein laagje kolen over. Het vuur trekt eerst naar beneden. Ge hebt in een oogwenk een goed brandende kachel; de rookontwikkeling is miniem. (Houtskool is goedkoop). Ge krijgt wel vuile handen, maar ge kunt dit tot slechts één keer beperken door direct na aankoop van een zak de houtskool op maat te brengen. Of b. Koop een gaspook (een stukje gebogen pijp met aan het ene eind een platgeslagen mondstuk met gaatjes en aan het andere eind een handvat met slang aansluiting). Zet de gaskraan open, steek het gas direct aan. Kleine vlammetjes spelen rond het mondstuk. Plaats dit tus sen de rooster in opwaartse stand. De gasvlammetjes spelen tussen de kolen. Uw kachel brandt. (Leg de roodgloeiende gaspook daarna niet op het kleed). Een andere wenk. Bruinkoolbriketten zijn uitstekend geschikt, om 's nachts uw kachel goedkoop te doen doorbranden. Twee briketten in een vochtige krant op een laagbrandend vuur en 's jm gens hebt ge voor weinig geld een nog brandende kachel. (Als gewone brandstof zijn bruinkoolbriketten in voor. en najaar ook zeer geschikt). Tenslotte: Te menen, dat een centrale verwarming veel droge lucht geeft, i' niets dan verbeelding. Vaak tracht men dit vermeende euvel te bestrijden door een bakje met water tegen de radiator te plaatsen. Denkt men, dat een halve liter water, dat in een week verdampt, het vochtigheidsgehalte van de lucht zou vergroten? Door een goede ven tilatie komt er veel meer waterdamp naar binnen. Men kan het bakje rustig opruimen. Centrale verwarming geeft zeer beslist niet meer droge luciit dan welke andere verwarming ook. tot de priesters van de parochie wend den met het voorstel zich tot een ge meenschappelijk leven aaneen te slui ten om daarin een toevluchtsoord te vinden temidden van de vaak pijnlijke uitwassen, waarmee de godsdienstige controversen van die dagen ook onder het gewone volk gepaard gingen. Het ontstaan van het werk is niet los te denken van de z.g. „berufliche Wan- derschaft": het rondtrekken van jonge lui door het gehele land en ook daar buiten om zich onder leiding van ver schillende meesters in hun vak te be kwamen. Dit was meer dan een ro mantisch trekken langs de wegen van „die Heimat" met wandelstok en rug zak: het was een methode van vak scholing, die ook thans in Duitsland weer sterk opbloeit, en die haar bijzon dere waarde ontleent ar de verrui ming van de blik en de levenservaring, die de leerling tegelijk met de vakken nis opdoet. Het Kolpingwerk is later statutair als een familie opgezet. Als Kolping- voor een mengsel van eierkolen met geschikt voor bijverwarming. De reuk cokes of antraciet. Cokes is aanmer- loosheid is sterk afhankelijk van het kelijk goedkoper dan antraciet onderhoud. De verorandingsgassen blij- gemiddeld 8 gld. per honderd kilo- ven echter in de kamer. Er komt een gram tegen gemiddeld 10,50 per vrij grote hoeveelheid waterdamp los, zeventig kilogram. Dit verschil in wal gauw een benauwde atmosfeer prijs, 8 ct. per kilogram voor cokes geeft. Een nadeel is voorts, dat het tegen 15 ct. per kilogram voor an- water langs de ramen condenseert. T* 6edeeltelijk teniet ge daan omdat antraciet ongeveer tien procent meer stookwaarde heeft dan cokes, maar het voordeel van het prijsverschil iS toch aanzienlijk. De oliekachel met schoorsteenaan sluiting kan zowel gestookt worden met gasolie als petroleum. De voor- en nadelen van een oliekachel hebben wij al eens eerder uiteengezet. Bij een normaal gezin met enkele kinde ren, waar de kachel de gehele dag gestookt moet worden, en bij felle koude 's nachts zacht, kost een olie kachel ongeveer twintig procent meer dan' de duurste antraciet. Echter voor kamerbewoners en gezinnen waar man en vrouw werken, die dus alleen maar een kachel nodig hebben van ongeveer zes tot elf uur 's avonds, is een oliekachei belang rijk goedkoper dan eer gebruikelijke haard of kachel. Voordelen van een oliekachel zijn een snelle aanpassing aan de wisseling in de warmtevraag, geen asvorming en minder veelvuldig vullen dan een vaste brandstofhaard. Zij die over een tuin beschikken, waarin een vat olie is opgeslagen, behoeven zich voor h vullen weinig moeite te geven. Belangrijk is het vlugge aanmaken. In korte tijd is de kamer verwarmd. Op een kille herfst- of voorjaarsavond zal men niet zo gauw de haard aanma ken. Een oliekachel brandt in een oog wenk. Als het na enige tijd warm ge noeg is, kan men haar afzetten. Ook i Mm* iiiiTTÏH-f .-v j~i r was eens een Spaanse jongen tri uit een kleine vissersplaats aan de Baskische kust, die niets voelde voor vissen en zwemmen, noch voor het vak van zijn vader, die exploitant en kapitein was van een plezierboot. Zijn enige ambitie was om met lappen en naald en draad bezig te zijn en mooie kleren te maken, hoewel zijn vissersdorpje hem daartoe volstrekt niet de ware inspiratie bood. Op een Zondagoch tend bij het uitgaan van de kerk keek hij vol bewondering naar de enige wereldse vrouw in zijn omge ving, een in teruggetrokkenheid le vende marquesa, die haar kleren in Parijs bestelde. Het was aan het be gin van deze eeuw, in de belle épo que en de markiezin droeg een tail leur van witte tussor en een grote strooien hoed waarover een wolken- de kastanjebruine voile, die onder de kin was vastgestrikt. „Wat is dat elegant" zei de dood gewone dorpsjongen hardop tegen haar en dat was het begin van de carrière van de man, die nu in Pa rijs de grote, ongenaakbare couturier Balenciaga is. De thans negen en vijftigjarige Balenciaga heeft één stelregel en die is: geen enkele couturier kan een vrouw chic geven als ze van zich zelf geen chic heeft. Hij werkt voor een kleine, heel selecte kring van zeer snobistische vrouwen, hij maakt nooit reclame voor zichzelf en hij kan eigenhandig een model, dat hij in zijn hoofd heeft, zonder het eerst te tekenen, knippen, in elkaar zet- BOVEN: De opgeblazen rug vai Balenciaga. ten en feilloos afwerken. Zijn mo- BENEDEN: Met tweed en knopen doet (ook de Parijse) dellen zijn nooit revolutionair en confectie heel veel. Pierre Billet. hebben niets overbodigs, maar zijn bijna streng Spaans van lijn. Hij gaat van een intellectueel Parijs week- wij ook het korte niet helemaal ongestoord zijn eigen gang maar na blad haar lezeressen. „Doe de opge- aangesloten bolerootje gezien, dat enkele seizoenen blijkt zijn invloed blazen rug, die hij voor deze winter Dior lanceert, en de sierlijke kelk- altijd zeer belangrijk te zijn geweest lanceert, niet na als u de mode wilt manchet van Fath aan de driekwart volgen, en ook niet de in etages bij- mantelpakmouw. eengebonden modellen van De Gi- Sinds het hier menens is geworden venchy. Houd u bij de eenvoudige met de herfst, heeft er e§n rush dingen." En daarin heeft ze groot ge- plaats op alle jersey-afdelingen. In lijk. Want de experimentele mode, een selecte Amsterdamse blouse zaak, die maatconfectie maakt en met het oog op een aankoop, eens in de winkels rondsnuffelt, heeft allang weer be grepen, dat er voor ieders smaak wat geboden wordt. Wie niet houdt van kleren als een iets te wijd vel, heeft keus genoeg in klassie ke aangesloten modellen of in mantelpakken met rechte onder invloed van de tu niek steeds wat langer wor dende jasjes. De in Parijs zo gelief de garnering met persianerbont sig naleerden wij hier ook al, even als het „bontje" dat zijn rentree gemaakt heeft. Bij verschillen de van onze mo dehuizen hebben voor de bepaling van het silhouet. Topfiguren uit de modewereld noe men hem dan ook verreweg de grootste. „Maar probeer vooral niet om hem na te volgen", adviseert de redactrice die zich uitdrukt in de meest exclw sieve modellen, welke zelfs voor vrouwen met per fecte allure, moei lijk te dragen zijn, is maar voor de zeer weinigen, die deze dure afgo dendienst aan zichzelf kunnen bedrijven. Lange, niet aangesloten, persianer kraag. Lanvin (Castillo). O zich nu ook op bijpassende rokken m deze win- toelegt, hebben wij een zeer dienstig ter tn de driedelig jersey pakje gezien, be- m°de te zijn staande uit een plooirok (oningestre- blijft er genoeg ken) met een daagse en een fees- oyer. Waarbij de telijke blouse. In dat genre komt er Parxsienne mada- steeds meer vooruitgang. Het was me la Mode dan er jn hazelnootbruin, een kleur die altijd. nog iets liefhebbers van bruine tinten met dichter op de hie- vreugde zien terugkeren. Natuurlijk len zit dan wij is de tuniek er ook al in wat begrijpelijk is, hoewel het ver- Het „harmonica" jumpertje ont- rassend is, hoe dekten we in een groot modemaga- snel onze confec- zijn_ Het schuin over elkaar gesla- tie de injectie, die de nieuwe Parijse gen model (van Franse herkomst) collecties geven, 20 elastisch van ribbel, dat het weet te absorbe- op de hand ingeschrompelde truitje relh op de draagster elke lengte kanaan- Het show-sei- zoen is hier nu in nemen en »oed bl^t Zltten- volle gang en het Te oordelen naar wat wij in de publiek, dat de winkels, op de shows en in de stof- Franse modebla- fenafdelingen gezien hebben, zal de den bestudeert en de verschillende donkerblauwe en groene wollen ruit shows bezoekt of hier, evenals in Parijs, een lieveling alleen maar etala- van de vrouwen worden, ges bekijkt en, A.BgL familie wordt het dan ook steeds aange duid. Maar het is opvallend hoe de idee bij de oorspronkelijke groep in Elber feld zich spontaan ontwikkeld heeft. In zijn „Der Gesellenverein and seine Aufgabe" zegt Kolping dan ook van zijn schepping in Elberfeld, toen zij nog geen statuten kende: „Ze werd als een familie beschouwd en als zodanig inge richt. Alles, wat in het begin in strijd met die idee binnensloop, werd gelei delijk als van zelf ter zijde geschoven." De familiestructuur van het Kol pingwerk wordt begrijpelijk als men bedenkt, dat de gezellen op rondreis ongehuwde jongelui een eigen ge zinsverband missen- het ouderlijk gezin hebben ze vaarwel gezegd, deels om de zorg voor en toekomstig bestaan, deels door een natuurlijke onafhanke lijkheids- en vrijheids-drang: van de andere kant missen ze de financiële onafhankelijkheid en ook de geestelijke habitus om een eigen gezin te stichten; ze verkeren in een typische overgangs fase. Dit is de sociologische typering, welke Kolping geeft van de ongehuw de jongeman, die de puberteit ont groeid is: hij verkeert in de overgang van het ouderlijke gezin naar het eigen toekomstige gezin. Als het de taak van de jeugdbeweging is, deze spanning op te lossen, is het dan verwonderlijk, dat zijn beweging de vorm van een „over gangsgezin" aanneemt? De geweldige uitbreiding van het Kolpingwerk in Duitsland is uiteraard mede te verklaren door het grote aan tal rondtrekkende gezellen, die het sterkste het gemis aan een eigen ge zinsverband voelen. Zij vormen in het Kolpinghuis een kern, waaromheen hun collega's die het ouderlijk huis nog niet verlaten hebben, maar in wie de boven- gesignaleerde spanningen zich in even sterke mate voordoen, zich groeperen tot een grote familie. Toch is de grote kracht van Kol- pings opvoedingssysteem niet gele gen in de huisvesting van rondtrekken de jonge arbeiders, maar in het in zicht, dat het gezin oer-cel en voor beeld van alle gemeenschapsleven is. In boven geciteerde btjef vatte Z.H. de Paus deze leidende gedachte van Kolping aldus samen: ..Zijn schep ping, de Gezellenvereniging, had tot taak zowel in haar geheel als in haar onderdelen, zelf een gezin te zijn, en tevens de jonge mensen er op voor te bereiden om stichter en vader van een echt christelijk gezin te kunnen worden. Deze dubbele betrekking op het gezin was wezenlijk aan zijn stich ting en moet wezenlijk er aan blij ven: anders is ze niet meer zoals Kolping ze in het leven geroepen heeft". De gezinsstructuur, die Kolping aan zijn Gezellenvereniging wil geven, uit zich in haar juridische vorm, in de plaats van de priester, die als Gezel- lenvader de voorzitter is van iedere KolpingfamUie, maar vooral in de in- timiteitsfunctie die het Kolpinggezin voo) zijn leden vervult: het is de piaats waar men met gelijkgezinden kan ver keren, gedachten kan uitwisselen en waar de strevingen van hart en ge moed, die in het kille klimaat van een technocratisch werkmilieu niet gedijen, de noodzakelijke compensatie vinden. De relatie tot het toekomstige eigen gezin vergt van de leden niet alleen een degelijke religieuze en zedelijke vorming maar stelt ook hoge eisen aan hun vakbekwaamheid. De centrale van de Duitse Kolpingfamilie houdt zelfs een eigen organisatie voor vakscho ling in stand, met een grote differen tiatie aan cursussen voor talloze be roepen. Uiteraard heeft de vakbekwaam heid grote betekenis voor de economi sche basis van het toekomstige gezin. Maar in Kolpings gedachten is het bovendien een primaire eis van be roepsethiek, weike aldus het gods: <n- stige met het leven van iedere dag ver bindt, en tevens een essentieel element van apostolaat, niet in de zin van een speciale zending maar in de zin van het amorfe apostolaat van alle tijden, dat gelegen is in h goede voorbeeld vat iemand die ook op grond van zijn bekwaamheid als vakman in zijn ar beidsmilieu geacht is. De bekoring, die van een nadere ken nismaking- met Kolpings paedagogiek vai. de volwassen jeugd uitgaat bestaat in dt strakke eenvoud van het systeem voortvloeiend uit zijn originele sociolo gische typering van de leeftijdsgroep en uit de hoge mate van realiteitszin, waarmee hij de algemene religieuze en ethische eisen voor de situatie van de groep concreet formuleert. In de reeds geciteerde brief aan de bisschop van Passau schrijft Z. H. Paus Pius XII dan ook: „De schepping van Adolf Kolping zal blijven bestaan zolang godsdienst en leven daarin dezelfde eenheid blij ven vormen, waaruit de stichter zijn werk in het leven heeft geroepen." J. N. Advertentie heeft U ook zo vaak moeite om een goed patroon te vin den? Ik niet meer, want ik gebruik de modellen van het I Scheepjes -Joumnl. Elke maand minstens tien perfecte patronen, die tot op de laatste steek uitkomen. Een hele jaargang voor f, 3.75 en het grote Sbowboek met 50 patronen op de koop toe. Mijn zuster werkt met een hand- brei-apparaat en ook dihrvoor geeft Scheepjeswol al een eigen maandblad uit. Schrijf gewoon aan de serviceefdeling van Scheepjes wol, Veenendaal en je krijgt direct1 alle bijzonderheden. Ze staan daar voor je klaar, met de mooiste wol de nieuwste patronen! U vaart er weI bfj I Het raadsel van ons leven, door prof. dr. J. H. Bavinck. Uitgave J. H. Kok N.V, Kampen. 1954. Dat dit mooie boekje reeds een derde druk beleeft, bewijst hoezeer het bij de lezers in de smaak is gevallen zeer terecht overigens. De schrijver behandelt in dit werkje op heldere en tegelijk suggestieve wijze de grote le vensproblemen, waarop ieder mens een bevredigend antwoord zoekt. Thema's als wetenschap, geloof, de oorsprong en het doel van de mens, de zin van het leven, Gods plan, de zonde, verlossing enz. komen achtereenvolgens aan de orde. Wat het menselijk verstand hier op te zeggen heeft, blijkt niet afdoende te zijn en dan verwijst de auteur naar de Openbaring, het Evangelie. Zijn uit leg is overal kort *n bondig en juist daardoor prikkelt hij tot verder naden ken, dat zo bitter nodig is in een tijd, die voornamelijk door oppervlakkigheid gekenmerkt wordt v. W.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 7