Jaarlijks emigreren duizenden Neder
landers met een hart vol verwachting
In A ustraliësijn de mogelijkheden
groter dan in Nieuw Zeeland
TON VAN SOEST, enige Haarlemse
deelnemer aan wereldjamboree in
Canada
DOOR EEN ZATERDAGSE BR TT.
Hartelijke ontvangst door
Hollandse immigranten
Bij het afscheid van
pastoor Chr. v. Mierlo
SLEUTEL
CENTRALE VERWARMING
(;roëi\ t o.
ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1955 PAGINA 3
Oriëntatiereis van de
heer J. Bosman
Speciale emigratie-
cursussen
Jaarverslag 1954 van
Stichting Noordholland
van Maatsch. Werk
Bureau moet noodzakelijk
uitgebreid worden
BIJZONDER CONCERT
DOOR N.FH.O.
„DE SLEUTELSPECIALIST"
BLOEMENDAAL TEL. 22143
Jaarverslag 1954
VOORDELIG JAAR
VOOR HET G.E.B.
H.H. MISSEN OP ZON-
DAG
38 graden Celsius
Holland-dag
Verkooplokaal NOTARISHUIS
Inboedelveiling 11/12 okt. '55
R.K,S.V. „T.Y.B.B."
Per jaar trekken tienduizenden Nederlanders naar den vreemde met een
hart vol verwachtingen. Zij emigreren, omdat zij ruimte willen, dat wil
zeggen: vrije ontplooiingsmogelijkheid.
Deze week is er weer een schip vertrokken met ongeveer 1400 vaderlanders
aan boord. Zes weken duurt die reis naar het onbekende land, waarvan zij alleen
gehoord hebben van vrienden en kennissen, die zeggen het er goed te hebben.
Veertien honderd Nederlanders op weg naar Australië: zijn zij niet te voor
barig geweest met het nemen van een besluit? Zullen zij slagen? Klemmende
vragen, die de emigranten te verigerken krijgen op hun lange reis naar het land,
waar reeds zovele goede Nederlanders een bestaan verworven hebben. Een goed
bestaan, zoals de heer J. Bosman, directeur van het emigrantenbureau van de
L.T.B. in Haarlem, ons mededeelde na zijn oriëntatiereis naar Nieuw Zeeland en
Australië.
Omgeven door lijvige dossiers, op de
ruggen waarvan de namen van de lan
den staan waarheen de Nederlanders
bij voorkeur emigreren, en gezeten in
het ruim vertrek, dat de emigratie-
dienst van de LTB in een oud huis
aan het Prinsen Bolwerk te Haarlem
ter beschikking staat, heeft de heer
Bosman ons ruim twee uur boeiend ver
teld over zijn maandelange tocht door
Nieuw Zeeland en Australië, gemaakt
in opdracht van de Nederlandse rege
ring.
Zo'n reis naar Australië en Nieuw
Zeeland duurt ongeveer zes weken. Ge
durende de overtocht doen zich aller
lei moeilijkheden voor: de mensen be
ginnen zich te vervelen en de tempera
tuur gaat al gauw hinderlijk worden.
Bij de eerste de beste landingshaven
gebeuren er dan soms vreemde dingen:
emigranten, die voor een verder ge
legen landingshaven in aanmerking ko
men, veranderen plotseling van gedach
te en willen per se van boord. Of zij
willen plots in een ander beroep wor
den geplaatst. De emigratiedeskundige
heeft handen vol werk om de mensen
gerust te stellen en hen te bewegen zich
neer te leggen bij het besluit, dat zij
nu eenmaal hadden genomen.
Stuur ons een schip met meisjes
Tijdens zijn tweewekelijks bezoek
aan Nieuw Zeeland heeft de heer
Bosman kennis gemaakt met het
„vrijgezellenprobleem", waarmee de
Morgen zal pastoor Chr. W. van
Mierlo voor het laatst vanaf de
preekstoel zijn beminde paro
chianen toespreken. Dat zal dan het
kerkelijk afscheid zijn van een geliefd
herder, die ruim 20 jaar van werken en
zorgen heeft doorgebracht in de St. Ba-
vo-parochie te Heemstede.
Een vriendelijk en eenvoudig man zal
dan zijn post moeten verlaten, die hij al
die jaren met zoveel liefde en zorg heeft
bekleed. Ouderdom en ziekte dwongen
tot ditheengaan. Op eigen verzoek
heeft de Bisschop van Haarlem pastoor
Van Mierlo eervol ontslag verleend. Dit
verzoek js hem zwaar gevallen en de
mededeling, die de grijze herder zelf
vanaf de preekstoel voorlas en die in
hield dat de bisschop zijn verzoek had
ingewilligd, vervult vele parochianen
met een gevoel van weemoed en ver
driet.
Bij allen die hem in de afgelopen ja
ren hebben leren kennen, was pastoor
Van Mierlo zeer geliefd. Opgetogen
over een mooi schoolrapport; tot in zijn
diepste geroerd als hu hoorde van groot
verdriet; zó hebben vele parochianen
hem gezien. Wie herinnert zich niet zijn
toespraken tot de eerste-communi-
cantjes en over hun hoofdjes tot de ou
deren? Dan was de pastoor geheel zich
zelf, vriendelijk, medelevend en dat al
tijd in het teken van een zeer persoon
lijk vervulde godsvrucht.
Na in januari 1934 vanuit „zijn" O.L.
Vrouw Hemelvaartparochie in Voor
burg naar Berkenrode te zijn overge
plaatst kon niemand zeker de pas
toor niet vermoeden welke zware ta
ken hem hier nog zouden wachten. De
wereldoorlog, de V I-inslag en de brand
maar ook het 250-jarig bestaan van de
parochie en het gouden priesterfeest
van de pastoor zullen onverwoestbare
indrukken in hem achtergelaten heb
ben. Ze zullen ongetwijfeld ook veel van
zun krachten hebben gevergd en er voor
een deel de oorzaak van zijn, dat pas
toor Van Mierlo nu zijn taak moet over
dragen.
Een vruchtbaar leven in dienst van
de katholieke gemeenschap zal dan zijn
afgesloten, als de pastoor tenminste
werkelijk van zijn verdiende rust zal
gaan genieten. Hij blijft in de parochie,
namelijk in Huize ,,St. Bavo", zodat hij
niet uit het oog van de parochianen zal
verdwijnen. In hun hart zal hij zeker
zijn plaats behouden en de hechte ban
den van vriendschap zullen ondanks
de gewijzigde omstandigheden het
bewijs blijven vormen van de sympathie
van de gehele parochie voor deze her
der.
Daar een terdege voorbereiding een
eerste vereiste is en blijft voor een
verantwoorde emigratie kan deelname,
aan de speciale emigratiecursus niet
genoeg benadrukt worden.
In Haarlem start de katholieke emi
gratiestichting binnenkort weer met
een aantal nieuwe cursussen, die be
staan uit twintig lesavonden. Inlichtin
gen worden verstrekt door het emigra
tiebureau van de LTB, Prinsen Bol
werk 1, te Haarlem.
Nederlandse jongens daar te kampen
hebben. Stuur ons een schip met meis
jes," is een tijdlang de kreet geweest,
die deze kna«pen aanhieven.
Het bureau van de LTB raadt ver
loofde jongelui, die plannen hebben om
maar Nieuw-Zeeland te gaan, dan ook
aan gelijktijdig te vertrekken. Dat
schept de minste problemen. Men hou-
de er namelijk rekening mede, dat de
regering van dit land bijna alleen vrij
gezellen toelaat.
De ervaring wijst uit, dat het voor de
geïmmigreerde jongens niet zo gemak
kelijk is in aanraking te komen met
Nieuw Zeelandse meisjes. Het advies
om samen te vertrekken klinkt sommi-
g~ ouders wellicht vreemd in de oren,
maar, zo betoogt de heer Bosman, de
gevaren zijn nog groter, wanneer de
jongen alleen weggaat. In het verleden
is het vaak genoeg gebeurd, dat het
meisje de moed niet meer kan opbren
gen om te emigreren. De morele klap,
die zo'n jongen dan te incasseren krijgt,
kan hem ernstig schaden. Een ander
voordeel van samen weggaan is, dat
beiden gelijktijdig in aanraking komen
met de gewoonten van het land; de
aanpassing verloopt daardoor veel ge
makkelijker. De jongens, die alleen ge
gaan zijn, komen bovendien minder ge
makkelijk tot sparen. Het is in dat op
zicht bijvoorbeeld kenmerkend, dat
men de vrijgezel in Nieuw Zeeland kan
kennen aan het bezit van grote en zwa
re motoren.
In Nieuw Zeeland is volop werk en
de Nederlanders zijn er graag geziene
werkers, ook al kan de Nieuw Zeelan
der het moeilijk verwerken, wanneer
de Nederlanders er in slagen leidende
posten te veroveren. De verdiensten
zijn goed, maar de huisvesting baart
enige zorgen, omdat men het systeem
van huurhuizen praktisch niet kent. De
emigrant zal na verloop van tijd een
eigen huis moeten bouwen.
De emigrant, die met subsidie van de
regering van Nieuw 7--land de over
tocht heeft gemaakt, is de eerste twee
jaar contractueel verplicht zijn diensten
ter beschikking van de Nieuw Zeeland-
se emigratie-autoriteiten te stellen. Wie
op eigen gelegenheid is gegaan, is vrij
om te doen wat hij zelf wil. In Nieuw
Zeeland heeft men behoefte aan: vak
bekwame agrariërs, geschoolde arbei
ders in de bouwnijverheid en in de me
taalnijverheid. Slechts een klein per
centage half-geschoolden en -onge
schoolden komt in aanmerking om toe
gelaten te worden.
Pakkie-an deftig...
In Australië zijn de mogelijkheden
groter. De Australiër is bovendien
er van overtuigd in tegenstel
ling tot de Nieuw Zeelander dat
de rijkdommen van zijn land alleen
geëxploreerd kunnen worden met be
hulp van immigranten. Ook de industri
alisatie, die Australië op grote schaal
aanpakt, vraagt veel arbeidskrachten.
Ook laat Australië gezinsemigratie toe,
waardoor het vrijgezellenprobleem niet
zo groot is. Grote gezinnen zijn vaak
wei-voorzien van huwbare dochters, die
weinig moeite hebben om aan een man
te komen... De heer Bosman vertelde
ons van een jonge emigrant, die ge
hoord had, dat er des avonds een
groot gezin zou arriveren. Hij waar
schuwde zijn vriend en samen trokken
zij in „pakkie-an deftig" naar het be
wuste dorp, dat ongeveer 100 mijl ver
derop lag. Toen zij aankwamen be
merkten zij, dat er reeds meer dan
tien gegadigden waren. De vader in
kwestie zei heel goed te begrijpen, dat
hij die enorme belangstelling niet aan
zichzelf had te danken. Onze vriend
echter dronk een bakje „troost" en
toog met zij., kameraad een illusie
armer naar huis. Het is dan ook
beter, zegt de heer Bosman, om ge
trouwd naar Australië te gaan.
Over de kampen in dit land zijn wel
eens rare dingen gezegd: men heeft ze
zelfs wel willen vergelijken met vluch
telingenkampen, doch deze beweringen
missen iedere grond. De huisvesting is
er redelijk en veel hangt af van de
vr„uw, wat die er van weet te maken.
Het eten wordt er klaar gemaakt vol
gens Australisch recept. De verzorging
is prima, vooral in het kamp Bonegilia,
dat in de wijde omgeving van Melbour
ne ligt. Het is het grootste kamp met
scholen, een hospitaal en twee kapel
letjes.
Het is echter opmerkelijk, dat de Ne
derlanders betrekkelijk vlug de kam
pen verlaten in tegenstelling tot de
emigranten van andere nationaliteiten.
Zodra zij over voldoende geld be
schikken, beginnen zij aan de bouw
van een eigen, houten woning en van
daaruit begint vaak de victorie. Want de
heer Bosman heeft verbaasd gestaan
over de vindingrijkheid van verschillen
de Nederlanders, vooral van hen, die
uit de werkende middenstand stammen.
Men vindt er winkels en restaurants,
die gedreven worden door vaderlanders
en waar men Nederlandse producten
kan kopen. Het is dan ook niet over
dreven te zeggen, dat de Nederlan
ders een merkbare invloed hebben
op de markt.
Rest ons tenslotte nog iets te zeggen
over de bijslagregeling, die met ingang
van 1 april in de plaats is gekomen
van de voormalige subsidieregeling. De
ze regeling is gebaseerd op het be
taalde belastingbedrag van het laatste
belastingjaar. Dit bedrag wordt verme
nigvuldigd met een bepaalde vermenig
vuldigingsfactor (1,5, 2 of 3), verschil
lend naar het emigratieland en het
schema, waaronder men emigreert. De
bijdrage van een vrijgezel is minimaal
150.voor gehuwden 100.De
eigen bijdrage kan nooit meer dan
900.bedragen. Het grote voordeel
van deze nieuwe regeling is, dat de
emigrant geen beperkingen meer wor
den opgelegd inzake de deviezen en
vracht.
In Australië worden de meeste Ne
derlanders na hun aankomst onder
gebracht in kampen, waar de huis
vesting vrij redelijk is. Over het al
gemeen blijven de Nederlanders niet
lang in het kamp. Wanneer zij vol
doende geld hebben gespaard gaan
zij een eigen huis bouwen.
i
Dezer dagen heeft de Stichting Noord-
holland voor Maatschappelijk Werk zijn
jaarverslag over 1954 het licht doen zien.
Het is een interessant boekje gewor
den, waarin de vele werkzaamheden
worden beschreven die de stichting
heeft verricht in het eerste volle jaar
van zijn bestaan. De grote moeilijkheid
is, dat de Stichting nog niet over de
nodige financiële middelen beschikt om
een behoorlijk geoutilleerd bureau in
stand te houden. Het thans bestaande
bureau is beslist ontoereikend.
Het rijkssubsidie voor 1954 zal waar
schijnlijk 19.048,68 bedragen. De pro
vincie zal eenzelfde bedrag toekennen.
Het bestuur heeft de Noordhollandse ge
meentebesturen gevraagd om een bij
drage van 3 cent per inwoner. Het ligt
in de verwachting, dat het rijkssubsi
die langzamerhand vervangen zal wor
den door een dekking van het te ver
wachten nadelige saldo.
Nauw wordt samen gewerkt met de
levensbeschouwelijke instituten voor
maatschappelijk werk in de provincie.
In Noordholland wordt een katholieke,
buiten-diocesane stichting voorbereid.
In 1954 heeft de Stichting Noordhol
land voor Maatschappelijk Werk het
IJmond-onderzoek voorbereid, waar
mee dit jaar een begin is gemaakt.
Voorts werd een onderzoek ingesteld
naar de sociale omstandigheden van de
blinden in de provincie, terwijl adviezen
werden gegeven op het gebied van be
jaardenzorg, dorps- en buurthuizen, het
jeugdprobleem en het vraagstuk van
de sanering der woonwijken en de krot
opruiming. Wanneer het bureau van
de stichting kan worden uitgebreid zal
men de vele aanvragen voor sociale on
derzoekingen in de provincie pas goed
ter hand kunnen nemen. Voor extra
subsidiëring hiervoor worden onderhan
delingen gevoerd.
Dinsdag 27 september zal het Noord-
Hollands Philharmonisch Orkest in het
gemeentelijk concertgebouw te Haar
lem een bijzonder concert geven, waar
aan o.a. de wereldvermaarde Belgische
pianist Naum Sluszny zal medewerken.
Dit concert is een resultaat van het
gezamenlijk initiatief van de Haarlem
se kunstgemeenschap en de Haarlemse
jazzclub.
Uitgevoerd zullen worden: Rag
time en Pour onze instruments, van
Stravinsky; Pianoconcert in F van
Gershwin; La création du monde en Le
boeuf sur le toit van Milhaud.
LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. 11493
- 'Z
Advertentie
Uit het jaarverslag over 1954 van het
gemeentelijk energiebedrijf te Haarlem,
blijkt dat zowel de afdeling gas als de
afdeling electriciteit een goed jaar ge
maakt hebben. Het batig saldo bij het
electriciteitsbedrijf bedroeg f 1.649.638,87
en bij het gasbedrijf f 92.113,45. De
stroomlevering steeg met 6,2 pet, de
gaslevering met 5,5 pet. Van het P.E.N.
moest ruim driemaal zoveel electrici
teit worden ingekocht als het jaar te
voren.
De personeelssterkte werd van 469
verminderd tot 455. Storingen van ern
stige aard kwamen in het geheel niet
voor. Alleen enige storingen in de elec-
triciteitsvoorziening. De tarieven bleven
op hetzelfde peil. Het aantal bedrijfs
ongevallen liep van 108 terug tot 95.
Voor de electriciteitswinning werden
52.350,626 ton kolen aangevoerd. Voor
de gaswinning 42.037,528 ton. Een acht
tal transformatorhuisjes kwam gereed,
waarvan er zeven in gebruik konden
worden genomen. Als gevolg van de
stadsuitbreiding in Noord en Oost wer
den ten behoeve van de straatverlich
ting 8.984 meter kabel gelegd, zodat het
totaal nu 118.442 meter bedraagt. 136
gaslantaarns werden opgeruimd en ver
vangen door electrische verlichting. Er
zijn echter nog 2.874 gaslantaarns over.
Op 5 december 1954 werd het 5 kV-
station-noord gedeeltelijk in gebruik ge
nomen.
Op 31 december van het vorige jaar
waren er in Haarlem 46.179 electrici-
teitsmeters in gebruik, waarvan 34437
gewone enkel-tariefmeters en 8.674
muntmeters. Er werden 32 muntgasme
ters en 105 gewone gasmeters ter repa
ratie aangeboden. Er werden 8509,75
meter gasbuis aangelegd vorig jaar, zo
dat Haarlem nu 343.398,05 meter gas
buis heeft.
De afdeling gas organiseerde 40 kook-
en bakdemonstraties en 64 cursuslessen,
bijgewoond door 2844 dames. De afde
ling electriciteit gaf 11 kook- en bak
demonstraties en verzorgde 12 cursus-
lessen, bezocht door 585 dames. 344 da
mes woonden een der 25 cursuslessen
„Goed licht" bij.
H. Bavo (Kathedraal): 6.30, 7.30, 9 (Hoog
mis) 11 en 12 uur.
H. Antonius van Padua: 6.30, 7.30, 8.30,
(Hoogmis) 10, 11 en 12 uur.
H. Jozef: 6.45, 8, 9.15 (Hoogmis) en 11 uur;
18 uur: Avondmis.
O. L. Vr. Rozenkrans (Spaarne): 3, 7.30,
9, 10.30 (Hoogmis) en 12 uur.
H. Joannes de Doper (Amsterdamstraat):
6.30, 7.30, 8.30, 9.30 (Hoogmis), 11 en 12 u.
H. Hart (Kleverpark): 6.30, 7.45, 9, 10.30
(Hoogmis) en 12 uur.
H.H. Elisabeth en Barbara (Paul Kruger-
straat) 6.30, 7.45, 9 (Hoogmis) en 11 u.
H. Liduina (Rijksstraatweg): 6.30, 7.30, 8.30,
10.45 (Hoogmis) en 11.30 uur.
O. L. 'Vr. van Zeven Smarten (Rijksstraat
weg): 6.30, 7.30, 8.45 (Hoogmis), 10.15 en
11.30 uur.
H.H. Petrus en Paulus (Tesselschade-
straat): 6.30, 7.45, 9 (Hoogmis), 10.45 en
12 uur.
Allerheiligste Drieëenheïd: 7, 9 (Hoogmis)
en 11 uur.
Hulpkerk Bloemendaal: 7.30 en 9 uur.
O. L. Vr. Onbevlekt Ontvangen (Overveen)
7, 8, 9 (Hoogmis), 10.30 en 11.30 uur.
H. Agatha, Zandvoort: C.30, 7.30, 9 (Hoog
mis) en 11 uur.
H. Bavo (Heemstede): 7.15, 8.5, 10 (Hoog
mis) en 11.30 uur.
O. L. Vr. Hemelvaart (Heemstede), 7, 8.30
(Hoogmis), 10, 11 en 12 uur.
H. Antonius van Padua (Aerdenhout)7.30,
9 (Hoogmis) en 11 uur.
Willem de Zwijger heeft des
tijds het prachtige gebaar
gemaakt om na een ramp
zalige strijd, waarin Alva zijn bril
verloren moet hebben, het vrije
land een universiteit te geven. Hij
koos daartoe een roemruchte stad,
wier inwoners nog steeds om hun
dapperheid geprezen dienen te
worden, en ik prijs mij gelukkig in
dé schouw (als u dat niet al te
letterlijk wilt opnemen) van die
academie geboren en getogen te
zijn. Het toeval, dat ik wat zuini
ger op mijn bril ben dan Alva,
geeft mij de gelegenheid u deelge
noot te maken van een voltooid
verleden tijd, waarin volgens de
burgers van mijn geboortestad een
student nog echt een student was,
dat wil zeggen: iemand, die nooit
studeerde en toch slaagde.
Wij waren gewone vooroorlogse
jongens, wij hoepelden dus, trap
ten soms tegen een bal, en waren
„hardstikke link" met knikkeren.
Handig waren wij ook in het dub
beltje-pikken, een spel, dat helaas
een roemloze dood is gestorven.
e®n smalle steeg, dicht bij de
sociëteit, spanden wij namelijk op
manshoogte onzichtbaar een draad
van de ene naar de andere muur.
Het kon zo raar niet lopen, of er
kwamen wel een paar studenten
door die steeg, in keurig zwart (en
met afgetrapte schoenen), gewa
pend met paraplu (al was het hart
je zomer), en op het hoofd een ho
ge hoed (die nooit paste). Het
meest sensationele ogenblik kwam
voor ons, wanneer meneer de stu
dent met zijn hoed tegen die draad
liep en het pijpie, zoals wij een
dergelijk hoofddeksel noemden, de
steeg uitrolde. Wij er achter aan
en uiterst beleefd brachten wij het
pijpie terug.
„Jij bent een brave borst en een
dappere knaap", zei meneer met
een niet op papier weer te geven
studentikoos accent.
„Ja student", antwoordde de
gelukkige vinder.
„En hoe heet jij, knaap?."
„Ik ben Pietje Jansen, student,"
luidde het stereotiepe antwoord, en
even stereotiep was de toevoeging
„en ik ben een neef van tante
Marie."
Dat „tante Marie" pleegde won
deren te doen, want spontaan gris
ten een paar studentenvingers een
dubbeltje uit een der vele vestzak
ken en met een Rothschildgebaar
offreerde hij het geldstuk als belo
ning met de woorden: „Knaap,
kijk 'ns, dat is voor jou hè, en de
groeten aan tante Marie hoor."
En wij maar wachten op het vol
gende pijpie.
Vrienden, dat is allemaal ver
leden tijd. Er is mij verteld, dat
studenten bij gebrek aan geld echt
f
jCefcleu
zijn gaan studeren en dat het dub
beltje-pikken volgens de C.A.O.
der lieve jeugd onderbetaald wordt.
Maar de student heeft mij en mijn
kornuiten destijds ongemeen ge
boeid en ik zal nooit vergeten, dat
bij het bewuste spelletje een stu
dent informeerde, of ik wel goed
leerde op school. Ik zweeg, maar
een (niet-roomse) kornuit verze
kerde: „Hij kan al latijns, stu
dent."
„Zo knaap", zei toen de student,
„laat dat eens horen."
Braaf en in één adem ratelde ik
het Confiteor op...... ik kreeg een
kwartje. Kunt u zich nu indenken,
waarom ik destijds met een zeke
re weemoed naar onze, toch won
derschone, stad aan het Spaarne
verhuisde? Ik miste de student en
zijn gemeenschap, dat stuk leven
in het grote leven; ik miste de rij
tuigen met bepluimde paarden, de
deurwaarders en de paraplu's bij
zonneschijn.
Maar gelukkig, deze week zijn de
kale koppen in ons Haarlems
stadsbeeld weer verschenen en dat
geeft mij de hoop, dat het bij ons
in Haarlem toch zo'n kale boel niet
is.
Hoe wij het overigens keren of
wenden, Haarlem is (nog)
geen studentenstad. Natuur
lijk telt zij een machtig aantal
jongelieden, die universeel stude
ren, maar wat Haarlem betreft
gaat het nogal spoor-slags. Ik ben
niettemin tevreden over wat er tot
nu toe bereikt is om het studenti
koze element in Haarlem een be
paalde gestalte te geven. Wij heb
ben per slot va:, zaken ons Gilde,
dat de Haarlemmer niet mag ver
warren met de organisatie van mej.
Bolsius, en de jongste loot aan der
studenten stamwereld: Sanctus Ba
vo.
Als ik het zo bekijken kan, zijn
het bijna allemaal fikse mensen,
een beetje verstandig ook en geluk
kig nog dwaas genoeg om de Lof
der (Haarlemse) Zotheid te zin
gen. Dat is noodzakelijk voor een
student, anders mislukt hij. Ik heb
nog deze week een paar studenten
ontmoet, die heel verstandig wa
ren (of deden, zo u wilt), maar
precies de dwaasheid misten om
voor echt te kunnen doorgaan.
Over zulke mensen zou een expe
rimenteel gedicht te schrijven zijn,
omdat het ook bij voorbaat zal
mislukken; en over mislukkingen
wil ik het hier niet hebben.
De dwaze verstandigen (en dat
zijn er dus maar enkelen) uitslui
tend en het oog gericht op de ver
standige dwazen mag ik mij er op
verheugen, dat de Gildebroeders
en Bavianen, iedere groep op haar
eigen wijze, de jongste garde ont
doen van alle mogelijke groenig
heid. Nu is mij verteld, dat zelfs
de jeugd van twaalf jaar niet groen
meer is, maar och, er blijft altijd
nog wel een verborgen plekje met
die lente-kleur te bespeuren en dat
moet onverbiddelijk verdwijnen,
zoals in september ook het groene
blad van de bomen verdwijnt.
Als ik zo'n groene zie lopen in de
Grote Houtstraat, word ik immer
een tikkeltje ontroerd. Z'n kale kop
maakt hem een beetje seniel, hij
is een zielige figuur in het straat
beeld, en onbewust roept hij het
medelijden op van oude juffrouwen.
De Bavianen doen het weer wat
anders, zij omgeven hun ontgroe
ning doch dat is maar schijn
met een bijna sacrale sfeer, die ge
cultiveerd wordt in onze histori
sche Waag. Een studentengemeen
schap heeft zo haar eigen geest,
waarbinnen de burgerlijke burger
niet vermag binnen te dringen,
zelfs niet de ouders, die zoonlief
liever niet verliefd zien op een
bierpul en die nog graag het klokje
van elf uur als uiterste limiet voor
de thuiskomst gehandhaafd zien.
Nu is een (goede) Baviaan niet
zo schrikwekkend als zijn naam
doet vermoeden, een Gildebroeder
kent nog lang niet de middeleeuw
se uitbundigheid, en Haarlem is er
de stad niet naar om op je kop te
gaan lopen. Maar de studenten zou
ik hier niet willen missen, zij kun
nen louterend werken op oneerlijke
deftigheid; en laten wij het
maar eerlijk beken
nen is er in Haar
lem niet te veel
groen?
Ton van Soest, de Haarlemse verkenner, die de jamboree in Canada bezoekt, po
seerde voor het vertrek van ,£)e Grote Beer" uit Hoek van Holland met zijn moe
der. Op de achtergrond enige zeeverkenners, eveneens klaar voor de start
Holland, dat is klompen!", zegt Ton van Soest, die als enige Haarlemse
verkenner aan de jamboree in Canada heeft deelgenomen. „Zo denken
de Amerikanen er tenminste over. Ik heb hun gevraagd, of zij dat
serieus meenden." „Ja", antwoordden ze een beetje verwonderd. „Jullie
lopen toch allemaal op klompen en dragen zo'n wijde broek met zwarte
petten."
„Mijn eerste gedachte was, dat zij zeker weinig aan aardrijkskunde had
den gedaan, maar eigenlijk kan ik het me wel voorstellen. Wij zijn tenslotte
een klein land en weet iedere Nederlander hoe het b.v. in Estland of Jamaica
gesteld is? Of de mensen daar kuitbroeken of alleen bebob-hemden dragen?"
Ton van Soest vertrok donderdag 8 augustus samen met 41 andere ver
kenners en padvinders uit ons land met de „Grote Beer" naar Canada. In
Niagara on the Lake, een klein dorpje vlakbij Toronto, kwamen meer dan
10.000 jongens uit 58 naties bij elkaar, om nu eens de te pas en te onpas
gebruikte en langzamerhand tot een cliché geworden term „verbroedering"
tot een werkelijkheid te maken. „Het viel mij mee", bekende Ton, „ik ver
wachtte eerlijk gezegd een soort massa-manifestatie, maar dat was het
absoluut niet. Iedereen kon binnen bepaalde grenzen doen waar hij zin in
had en de onderlinge vriendschap tussen Pakistaners, Chinezen, Amerikanen,
Fransen, Engelsen, Nederlanders en al die anderen tekende de ware jam
boree."
Op vrijdag 9 september arriveerde het schip de „Sibajak" weer in Hoek
van Holland. Aan boord was een vrolijke groep jongemannen, die elkaar
met een beslistheid, alsof er een verkennerseed in het spel was, beloofden
over twee jaar in Engeland present te zijn op de jubileum-jamboree.
Het enige bezwaar dat Ton van Soest,
die leerling van het Mendel-College en
lid van de verkennersgroep ,,St. Bavo"
is, tegen de jamboree heeft, is dat zij
zo kort duurt, slechts tien dagen. „We
hadden een maand langer de tijd moe
ten hebbel."
Het schip, waarmee de Nederlanders
met de Oostenrijkers de oceaan naar
het land van de dollars overstaken,
deed er acht dagen over. Het was een
gewoon emigrantenschip, dat via Le
Havre en Southampton Quebec bereik
te. Voor de meeste jongens had deze
vaart het complete karakter van een
vuurdoop; bij een flinke bries waren de
anders zc heldhaftige spoorzoekers, in
het normale leven gehard en getraind,
amper bij machte de railing vast te
houden. Zeeziekte heerste er alom.
De aankomst in Quebec aan de oost
kust van Canada, gaf de burger echter
moed. Nederlandse immigranten ston
den om half twaalf 's nachts met poli-
tie-auto's klaar om hun landgenoten
naar „huis" te brengen en hen daarna
een uitstekend maal te bereiden.
Om half drie de volgende dag arriveer
de de groep in het kamp van bijna een
vierkante mijl oppervlakte. Het was
verdeeld in tien sub-kampen, die elk
een aantal landen herbergden. Neder
land zag zich gestationeerd met o.a.
Curagao en Suriname, waarmee de he
le jamboree een buitengewoon goede
verstandhouding heeft bestaan.
Ook de prins van Lichtenstein kwam
regelmatig bij de „kaaskoppen", zoals
wij plachten te heten, over de vloer.
Hij hield tezamen met een even enthou
siaste landgenoot de verkennersnaam
van zijn koninkrijkje hoog.
Op een verschrikkelijk hete zater
dag had de openi g plaats van de
jamboree. 105 graden Fahrenheit lie
ten tientallen knapen flauw vallen en
veroorzaakten massale bestormingen
van de douchecellen. Zelfs een kort
stondig verblijf daaronder was een oa
se in een gloeiende woestijn, al had
die dan ee tenten-beplanting en zorg
de duizenden vlaggen voor een fees
telijk cachet. In de avondlijke koelte
legde men 'n kampvuur aan en speel
de Cubanezen, Afrikanen en Indiërs
dromerige volksmuziek, die door haar
onwerkelijke rust en soms felle ritme
het kampement van 10.000 jongeman
nen uit alle delen van de wereld mach
tig boeide.
Een echt jamboree-ding, vertelt Ton
van Soest, was het zgn. „swappen".
Dat betekent ruilen. Men geeft aller
lei voorwerpen, typisch voor het eigen
land, weg en krijgt daarvoor iets inte
ressants van de tegenpartij. De „klom-
pèn"-natie verruilde molens, schilderij
tjes met polderlandschappen, snijkoeken
ennatuurlijk klompen. Op deze wij
ze kon van de verkregen goederen een
gevarieerde expositie worden ingericht.
Niet zelden brachten de Nederlanders
een ,,verbroederings"bezoek aan een of
ander naburige „mogendheid". Met
Pakistan werden diepzinnige gesprekken
gevoerd, gegeten, kampvuren ontstoken
en nauwe contacten gelegd. Dit was ove
rigens niets unieks, want men zag bij
alle tenten en aan iedere eettafel,.vreem
delingen" en wanneer de nacht inviel
brandden er overal „vriendschapsvu
ren".
Aan het eten moesten de West-Euro
peanen een beetje wennen, omdat er
voornamelijk blikvoedsel werd gecon
sumeerd. „Het smaakte best, doch ste
vige kost, neen, dat niet," stelt onze
jeugdige gastheer vast. „Af en toe had
den we zo een trek in iets anders, dat
we pannekoeken bakten en iedereen uit
nodigden. Het was heus geen kieskeurig
heid van ons. De bezoekers vonden het
ook lekker^."
Zoals alle deelnemers organiseerden
de Nederlanders een bijzondere dag, die
men „Holland-dag" noemde. Het gehe
le verkenners- en padvinderskorps span
de zich in om deze keer het kamp zo
veel mogelijk een eigen karakter te ge
ven, waardoor buitenstaanders enigszins
een idee zouden krijgen van: de. aard en
gewoonten van ons volk. Dt vaderland
se natie had hoe kan het anders
inspiratie gezocht en gevonden in het
boerenlandschap en aan de ingang van
de tentenrij een poort geconstrueerd in
molenvorm.
Binnen de „arena", een stadion, dat leden der vereniging.
ongeveer 12.000 man kon bergen, voer
den de 42 volgelingen van St. Joris een
spel op, dat een zeer goede indruk ach
ter liet door zijn eenvoud van opzet en
toch klare uitbeelding van de werkelijk
heid. De strijd tussen water en land
vormde het realistische thema der op
voering. Terwijl een wire-recorder naar
believen windgeluid, klotsend water enz.
liet horen, trachtten de auteurs met be
wegingen van handen en lichaam pha-
sen van het harde gevecht tussen de
natuurkrachten en God's geniaalste
sckepping, de mens, te laten leven. Men
aanschouwde, hoe de zee overwinnin
gen behaalde, dan telkens moest retire
ren voor de noeste arbeid der boeren
en tenslotte een feestdans de trots en
de kracht van het volk tot uiting bracht.
Vervolgens duidde een dreigende or
kaan op een naderend onheil. Het ge
beurde in februari 1953. Weer leed de
mens een nederlaag.
Een vaandrig verklaarde het spel
voor het talrijke publiek in het frans,
duits en engels en men stak zijn geest
drift over het vertoonde spel niet onder
stoelen of banken. In tegenstelling tot
de Amerikanen was de kleine verte
genwoordiging van ons volk er in ge
slaagd zonder bombast, spectaculaire
decors en grandiose verlichting iets
echts voor te stellen, dat ontroerde en
tegelijk bekoorde.
Aan de Canadese immigranten, die
vroeger van Nederlandse nationaliteit
waren, hebben de jamboree-toeristen
veel te danken. Ton van Soest weet
zich nog uitstekend te herinneren dat
zfj al direct na de fantastische ontvangst
te Quebec niets dan hartelijke mede
werking van de immigranten hebben
ontmoet. „Zij bezitten allen een auto,
waarin .el acht personen kunnen, be
halve in die van de Kardinaal, dat is
een volkswagentje, een raar gezicht tus
sen al die sleeën."
De Canadese Nederlanders hadden
graag gewild, dat hun landgenoten nog
een tijdje waren gebleven, er stonden
verschillende trips op het programma
en die tien dagen waren t eel te kort
geweest. Farmers die vlakbij Niagara
on the Lake wonen, introduceerden de
jamboree-mannen bij Hollandse vrien
den en Canadese boeren en deden alles
om hen prettige en nuttige dagen te
bezorgen. t
„De Nederlanders staan er goed
aangeschreven", verzekert Ton van
Soest ons, „beter dan de Italianen, de
Duitsers of de Fransen. Wat mij
opviel, was de na-ijver, die onder de
immigranten bestaat en dat half-en-
gels, half-hollands, dat ze spreken.
Het wordt net als in Zuid-Afrika een
eigen taal. Ze zeggen daar b.v. troe
bels, wanneer ze het over moeilijk
heden hebben. S»- -ïige mensen be
heersen de engelse taal vanzelfspre
kend redelijk."
Op het schip, waarmee Nederlands
beste verkenners en padvinders naar
Europa terugkeerden, organiseerden
zij een tentoonstelling van in Canada
g jiIcd souvenirs. De reis duurde tien
dagen en de fantasierijke verkenners
ga\ en een krant uit onder de naam
„Hurricane", die dagelijks verscheen en
een reclame was voor het vlakke land
aan de Noordzee.
Advertenti«
Directeur W. N. WOLTERLNK
Bilderdijkstraat bij de iSjjlweg
Haarlem Tel. (K 2500) 11928
Inzendingen van buisraad worden dage
lijks aangenomen Eigen afhaaldienst
Zondagmorgen 8 uur worden de leden
en donateurs van de R.K.S.V. „Tybb"
verwacht in de St. Jozefkerk aan de
Jansstraat, waar door de Geestelijke
Adviseur, kapelaan H.N.M. v. d. Plas,
een H. Mis zal worden opgedragen tot
intentie van alle levende en overleden