OPMARS VAN DE KUNSTSTOFFEN IN VOLLE GANG De eeuw van de plastics is beg onnen Zeven tot tien maal so sterk Gewetensvorming volgens de leer der Kerk E Geld goed uitgeven is moeilijk H m I A SCHEEPJESWOL Onaanvaardbaarheid der situatie-ethiek Algemene wet en bijzonder geval SCHEEPJES RESA - HILVERSUM PAGINA 7 Zonder twijfel, de foto van de olifant staande op enkele blokken schuimplastic is in hoge mate illustratief. Op wellicht geen welspre kender manier kan men de sterkte van de kunst stoffen, die een onmisbaar deel van ons leven zijn gaan uitmaken, laten zien. Of het moest zijn door middel van een foto, die vier mannen toont met al hun gewicht springend op de plastic-motorkap van een auto. Maar spreekt voor de huisvrouw, die vooral op de practische mogelijkheden op haar terrein let, niet méér onze ervaring, enkele dagen geleden, toen wij van de zesde verdieping van een groot warenhuis een plastic-beker lieten vallen en hem, na met de lift naar de begane grond gezakt te zijn, op straat onbeschadigd, zonder breuk of barst aantroffen? Niet elk soort plastic - er zijn honderden soorten - is zo sterk. Voor huishoude lijk gébruik en ook voor het speelgoed is er nog te veel in de handel op een koopje gemaakt - het lijkt wel of plastic heel goedkoop moet zijn. Fabrikan ten maken nog te veel plastic-goederen voor huis houdelijk gébruik tegen een zó lage prijs, dat men niet de beste samenstelling kan verwachten. Maar allengs wint de gedachte véld, dat men voor de beste soort een redelijke prijs over heeft. De laatste jaren zijn er soorten in de handel gekomen van uitstékende kwaliteit en van een fraaie vorm, practische voorwerpen, duurzaam en degelijk, mm waarmede men desgewenst kan gaan voetballen. In de industriële sector zijn er kunststoffen, de z.g. gewapende plastics, bestaande uit polyester- hars gemengd met een vezel - meestal glasvezel, óók wél hout- of asbestvezel - en de nylon, die ten opzichte van de gebruikelijke grondstoffen als staal, rubber, hout zulke gewéldige voordelen hebben, dat er sinds enkele jaren van een zeer uitgebreide toepassing gesproken kan worden. Dusdanig, dat men niet overdrijft als men zegt, dat wij de eeuw van de kunststoffen zijn ingegaan. Eline van Stuwe overleden STAATSEXAMEN HBS en Cymn. Financiering van de schoolmelk Nog geen zekerheid over overheidsbijdragen Verhoging pensioenen voorgesteld Velen verkeren in de mening, dat de kunststoffen gedurende de laatste we reldoorlog in de Verenigde Staten ont wikkeld zijn. De geweldige stoot tot de ontwikkeling is inderdaad in Amerika gegeven. Maar wij kenden reeds eerder de plastic in de vorm van bakeliet en celluloid, toepassingen die hun gebre ken hadden. In Duitsland is voor de oorlog al een plastic ontwikkeld, zodat w\j in 1938 reeds serveerbladen en sa nitaire artikelen van plastic kenden. Van na de oorlog evenwel dateert onze algemene bekendheid met de kunststof fen. De schaarste aan bepaalde mate rialen, het nieuwtje uit Amerika spra ken naast de practische voordelen een dapper woordje mee. De grote vraag naar plastic goederen verminderde snel toen bleek dat niet alle plastics even goed en degelijk waren. Allengs echter zijn in de laboratoria ▼an de fabrieken dusdanige kunststof fen ontwikkeld, dat men voor de beste soorten met een gerust hart de volgende voordelen kan opsommen: zeer licht in gewicht, zeer sterk, on breekbaar, zeer grote houdbaarheid, uiterst moeilijk brandbaar, roestvrij, krasvrij, bestendig tegen zuren in huis houdelijk gebruik. De vele voordelen in aanmerking genomen kan men de prijs nogmaals voor de beste soorten met de beste wil van de wereld niet hoog noemen. Polyaethyleen, polysty- leen en melamine zijn de beste kwali teiten. Verouderingsproeven in labora toria hebben aangetoond, dat dit nieu we materiaal, dat in de nog zo jonge praktijk niet voldoende beproefd kon worden, zeer vele jaren meegaat, zonder dat de kwaliteit ook maar iets ver mindert. De slijtage van rubber bijvoor beeld kent men hier niet. Al vindt men hele serviezen in plas tic deze natuurlijk zó hard geperst, dat de onderdelen niet kunnen vervor men (thermohardend is de vakterm in tegenstelling tot thermoplast, de ge spoten plastic die wel kan vervormen) een sauskom is er nog niet bij, evenmin als een plastic kookpan bij een keukenuitzet. De plastic wordt na melijk nog niet „vuurvast" verkocht, bin nenkort wél. Tot voor kort bestond er geen kunststof die tegen een tempera tuur van 190 graden of meer bestand was. Nu heeft men echter al plastic soorten die tot 140 a 150 graden hitte bestendig zijn. Zelfs is er al een soort die 400 graden kan verdragen. Deze is zeer geschikt voor gebruik in de chemi sche industrie. Zelfs kokend zwavel zuur kan aan deze plastic geen schade De fantastische mogelijkheden van plastic: deze twee blokken schuim plastic van ieder één kilogram dragen een olifant van twee en een halve ton. iMiii De eerste in serie vervaardigde auto, waarvan de carrosserie geheel van plastic is (fiberglas en kunsthars). De bodem (3x1.80 m) is uit één stuk vervaardigd en weegt 35 kg. De plastic is ijzersterk. De ontwikkeling gaat voort. Bij Du- pont en de Bacelite-comDanv in Ameri- ite-company in Ameri- Deze Italiaanse zeilboot is geheel van plastic vervaardigd; de zeilen zijn van nylon. ka, in Italië en Duitsland werken knap pe chemici aan de vervolmaking van dit afvalproduct van steenkool, dat vrij komt bij de vervaardiging van synthe tische rubber. Zeer zeker zo is de verwachting zal deze nevenindustrie de rubberindustrie overvleugelen. Onnoemelijk groot terrein De toepassing bestrijkt een onnoeme lijk groot terrein. Op huishoudelijk ge bied beperken wij ons tot het noteren van wasknijpers en pannesponsjes tot broodtrommels, afwasbakken, emmers en badkuipen. De gebruikmaking van plastic in de cosmetische industrie is zeer uitgebreid. De industriële toepas sing is enorm: In Amerika worden au tocarrosserieën in serie van plastic ver vaardigd, er zijn plasticboten uit één stuk. De straaljagers die van overzee worden aangevoerd zijn in een plastic cocon gespoten. Door het geringe soor telijk gewicht in verhouding tot de sterkte wordt deze kunststof bi) voor keur aangewend voor vliegtuigen, van een deel van de K.L.M.-vloot zun de neuzen van de vliegtuigen van plastic, het interieur eveneens, de vloeren, wan den en bagageruimte van gewapend plastic, zelfs de antennemasten. Van de Fokker Friendship bestaat ongeveer 15 pet. van de constructiedelen uit ge wapend dastic. Een superstratosf eer vliegtuig is be halve de motor (hiervan echter weer vele onderde len) van deze kunststof vervaar digd. Verdere toepas singen van gewa pend plastic: han gars voor vliegtui gen, golfplaten ter bescherming voor de regen, die infra rode en ultraviolet te stralen doorla ten, kogelvrije sol- datenvesten (die in de Korea-oorlog zeer goede dien sten hebben bewe zen), tankwagens, sleden voor trans port in dé Poolstre ken, containers voor levensmidde len, koffers voor zuurstofapparaten (die de expeditie naar de top van de Mount Everest heb ben meegemaakt) In de oorlog waren de landingsvaartui gen van gewapend plastic. Denk eens aan de voordelen van een plastic-boot: volko men lekvrij, geen mogelijkheid tot rotten of roesten, grote veerkracht en weerstand tegen slag of stoot; daar naast geringe on derhoudskosten. Of van 'n plastic em mer; geen lekkage, roestvrij, zeer licht, niet te beschadigen. Zie eens een gieter, fraai van vorm, uit één stuk, niet van metaal te maken, en daarnaast: soepel, onbreekbaar, licht, krasvrij. Dan de toepas sing van de zeer sterke nylon (ook 'n plastic) behalve voor de mode (overhemden, sokken, lakens, regenjassen, kousen, lingerie, paraplui- es, enz.) ook voor de industrie: lagers, spoelen, tandwielen, drijfriemen, tele foonkabels, waterleidingbuizen; voor de tandheelkunde; injectiespuiten, borstels en slangen, drinkbekers: verder voor het huishoudelijk gebruik: tandenbor stels, onderdelen van ijskasten, onder delen van wasmachines, grasmachines, scheerapparaten, brilmonteuren, bor stels en kammen. De Nederlandse nylon, Akulon, heeft een buitengewone taaiheid, hoge weer stand tegen slijtage en een lage wrij- vingscoëfficient. Vergeleken met staal werken de Akulon-tandwielen praktisch geluidloos. Hierdoor vermindert de slij tage, veroorzaakt door trillingen, ten zeerste. Smeren is vaak overbodig. Enkele andere interessante toepas singen: doorzichtig, waterproof ver pakkingsmateriaal (een rage in Ame rika), onverslijtbare lichtgevende plas tic, tegels en wanden, de laatste steeds fris van kleur, kleurecht voor jaren in plaats van maanden, hengels en camera's, schoenzolen (een post bode op Long Island versleet in vijf weken een leren zool, in eenentwintig maanden een plasticzooi), dekken van oorlogsschepen van anti-slip plastic, wegpunaises, verkeersaanduidingen op de weg, die twintig maal zo lang mee gaan als de gebruikelijke verf. Weet men dan dat in Amerika de ta fels en stoelen, ook de badkuipen en zwembaden van plastic ontworpen wor den; dat er zeer fraaie koffers van plas tic in de handel zijn, dat goten en re genpijpen van plastic worden vervaar digd, evenals hele bureaux en ijskas ten, televisietoestellen, dat zelfs in Ne derland, enig ter wereld, allerlei insec ten, schildpadden, zelfs diepzeevissen in plastic-glas worden „ingebed", een conservering niet meer op sterk water, dan ontkomt men niet aan de indruk ook degenen die een aversie tegen de plastic in het huishoudelijke gebruik hebben dat, zoals in de aanhef werd gezegd, de eeuw van de kunststoffen is begonnen. Wij zijn al aan de plastic Tweehonderdeenennegentig keer is een goedkoop nylon-overhemd (f25) gewassen en nog is geen slijtage te bespeuren. Aldus is vastgesteld op het laboratorium van een onzer gro te warenhuizen, waar wasproeven met allerlei soorten nylon, dacron en orlon zijn genomen. Neemt men voor een katoenen overhemd het redelijke gemiddelde van dertig zelfs veer tig maal wassen vóór slijtings- verschijnselen optreden, dan kan men concluderen dat nylon zeven tot tien maal zo sterk is. Dacron is praktisch even sterk, orlon de helft minder. De voordelen van nylon als tex tiel zijn, naast de geringe slijtage, het eenvoudige wassen (met een syn thetisch wasmiddel en nylonwit om de grauwe kleur weg te krijgen) het niet behoeven te strijken, en de kreukvrijheid. Men lette er op, dat men het nylonwasgoed niet wringt, maar kletsnat ophangt. Nadelen van nylon zijn het ont staan van bolletjes, het z.g. pillen en de geringe absorptie. Bij een meng- weefsel, dat het meest aan de markt komt, is de absorptie echter redelijk. Men heeft dan de voordelen van de kunststof en tevens de absorbering door de verwerkte katoen. De animo voor nylon (in het al gemeen nog duur) is groot, doch men beschouwt deze stof meer als aanvulling van de garderobe dan als rempla;ant. De dames (en heren) zullen, zo verwachten ter zake kundi- gen, niet geheel op nylon overstap pen. Veel mensen hebben het er be nauwd in. Zij is in het bijzonder goed voor reumatische mensen; voor de tropen is zij ongeschikt. De nylonkous heeft haar plaats al lang veroverd. Zij is niet te ver vangen. Vrijdag is in alle stilte op de be graafplaats Nieuw Eik en Duinen in Den Haag ter ruste gelegd Jacqueline Reyneke van Stuwe, die bekendheid heeft gekregen door haar litteraire werk, dat zij publiceerde onder de naam van Eline van Stuwe. Zij bereikte de leeftijd van 74 jaar. Een van haar eerste boeken was „Schaakmat", dat in 1915 verscheen. In 1941 verscheen nog haar roman „Li- sette". Voorts maakte zij een aantal toneelstukken en was zij hoofdredac trice van „De Hollandsche Lelie" en de „Haagse Vrouwenkroniek". Jacqueline Reyneke van Stuwe, die geboren is te Muntok in Indonesië, was een zuster van Jeanne Kloos Reyneke van Stuwe. Advertentie De kortste e voordeligste opleiding: (Bekende Schriftelijke Cursus) auto toe; het zal niet lang meer duren, zo is de verwachting, dat wij ook het plastic vliegtuig, het plastic spoorrijtuig en het plastic huig zullen ervaren als iets van onze tijd. De opmars van de kunststoffen Is in volle gang. Een grote omwenteling voltrekt zich. De voorde len zijn groot. De uitwerking op de industrieën, welker materiaal door de kunststoffen vervangen wordt, is niet te peilen. Sprekend over de situatie-ethiek, die geen algemene, voor ieder gel dende zedelijke normen erkent, maar de moraliteit van onze daden af hankelijk maakt van de concrete, per soonlijke omstandigheden, hebben wij met nadruk vastgesteld, dat een der gelijke opvatting in strijd is met de ka tholieke leer. Aan de reeds genoemde redenen voor onze afwijzende houding kunnen wij, met Rahner, nog toevoe gen, dat het zedelijke niet zo maar een terrein van het leven is, dat los staat van het christelijke en godsdien stige. Integendeel: beide gebieden horen wezenlijk bij elkaar en zijn niet te scheiden. Zeker, de Kerk kent geboden en verboden en geeft die ook. We zouden deze echter totaal verkeerd verstaan, wanneer wij ze uitsluitend in de juridische sfeer trekken. Als voor beeld moge dienen het „verbod" de H. Communie te ontvangen in staat van doodzonde. Dat verbod bestaat inder daad. Maar wanneer wij h§J zien zoals het overigens moet gezien worden dan hebben wij dat „verbod" eigen lijk niet eens nodig. Ieder immers, zegt St. Paulus, die de maaltijd des Heren wil vieren, dient zichzelf te onderzoe ken, opdat hij niet onwaardig het Li chaam des Heren nuttig. En het al of niet waardig zijn hangt af van zijn juiste houding tegenover God, d.i. de houding van volledige, gehoorzame overgave, van het aanvaarden van Gods genade en Gods gemeenschap in geloof, hoop en liefde. Hieraan wordt uiting gegeven in de cultus, die in de Kerk van het Nieuwe Testament zich concentreert in de viering van de H. Eucharistie. Deze is bij uitstek de daad, waarin de Kerk zich aan Chris tus geeft en Christus zich mededeelt aan de Kerk. Het is logisch, dat wij dan de zonde beschouwen als een be paalde tegenstelling, die uitsluiting met zich meebrengt t.a.v. de Kerk. Leeft iemand derhalve in staat van ernstige zonde, dan is hij door zijn eigen hou ding reeds ongeschikt het genadeleven mee te leven omdat hij, in plaats van ,,ja," ,.neen" heeft gezegd tegen over God. Wanneer nu later de Kerk uitdrukkelijk een bepaalde gedragslijn heeft vastgesteld, m.a.w. het „ver bod" heeft uitgevaardigd in staat van doodzonde tot de H. Tafel te naderen, dan moeten wij dat niet beschouwen in de louter juridische sfeer, die iets anders is dan de sfeer van het genade leven, maar als een „eigenlijk over bodige" gedragsnorm, die van zelf volgt uit de houding van de mens t.o.v. God, en wezenlijk te maken heeft met de genade. Diezelfde redena tie gaat op in alle omstandigheden waarin de mens zich door ernstige wij ziging in zijn juiste houding t.o.v. God van het genadeleven uitsluit. De „ver boden" der Kerk zijn dus in feite niets anders dan een herinnering, een in prenting, een beklemtonen van deze waarheid met al haar gevolgen. En daaruit blijkt, wat wij boven stelden, dat het zedelijke niet van het godsdienstige te scheiden is. Wat tot de gevolgtrek king leidt, dat een situatie-ethiek om deze reden al onaanvaardbaar is. et gespaarde geld voor de vakantie is op. En er is een massa nieuw geld nodig: schoolboeken moeten aangeschaft, kwitanties voor verzekeringspre mies komen ons verrassen, er worden kolen besteld want straks gaat de kachel aan, wintercur- sussen vragen om inschrijfgeld. Hoe komen we uit? Want het in komen is helaas geen zandloper, die je om kunt draaien als het reservoir is leeggestroomd. Uitko men met geld wordt steeds moei lijker omdat het leven steeds in gewikkelder wordt en het steeds moeilijker is om objectief te be oordelen wat je wèl en wat je niet nodig hebt in deze voorthol lende wereld, waarin dagelijks nieuwe behoeften worden ge kweekt. Het is dan ook een hoogst be langrijke opgaaf voor man en vrouw samen om deze puzzle, in de steeds veranderende gezins situatie, blijvend goed op te los sen. En terecht wordt in het Juli-nummer van „Dux" in een kritische beschouwing over de Amsterdamse katholieke huwe- lijksschool, waar er sprake is van de verloofdencursus, gezegd, dat het jammer is, dat men verzuimd heeft de economische voorberei ding van het huwelijk daarin ook een plaats te geven, waarbij dan verwezen wordt naar het Gezins- begrotingsinstituut. Er zijn mensen, die dadelijk hun schouders ophalen als ze die naam horen. „Wat gaat het een ander aan", zeggen of denken we, „wat ik met mijn geld doe, dat is mijn privé zaak". Best, het Gezinsbe- Qrotingsinstituut dringt niemand iets op, integendeel, hgt kan zijn werk niet af. Want de hulp, die bet nu sinds enkele jaren biedt vanuit het bureau in de Librije- steeg te Rotterdam en de werk ruimte in Den Haag, waar de leidster van het voorlichtings- werk, mevrouw E. J. Wilzen- Bruins, met haar helpsters de in structie verzorgt, blijkt alom in net land zo gewaardeerd te wor den, dat de aanvragen om advies toestromen. Dat advies is gericht op de huisvrouw, voor 70 de geld-uitgeefster in het gezin. Wel ke huisvrouw immers is in deze economisch verwarrende tijd te genover de grote financiële ver antwoording, die ze draagt, vol doende geschoold in het vak: deskundig geld uitgeven? j-jot merkwaardige instituut, I in de wandeling het G.B.I. J. J- genoemd, dat er haar van bewust wil maken wat daar alle maal aan vast zit, is vier jaar gele den ontstaan in de spaarwereld als idee van de heer Sellemans, die zijn initiatief voor uitwerking heeft overgedragen aan mevrouw Wilzen-Bruins, die midden in de praktijk van het leven, op volks hogescholen en in de vrouwen beweging, het individuele stille gevecht meemaakte van honder den vrouwen, die met het beschik bare huishoudgeld niet uit konden komen. Zij vond de aangepaste vorm om dit nieuwe „levensvak" op persoonlijke wijze aan de huis vrouw voor te zetten in de geva rieerde, aantrekkelijke wijze, waarop het nu sinds enkele ja ren geschiedt. Het gebeurt bij voorbeeld via de gezinsverzorg sters, maatschappelijke werksters en wijkverpleegsters,in één woord: het kader van vrouwen, die door hun sociale beroep in de gezinnen komen en vanzelfsprekend, als de huisvrouw haar hart uitstort, van de geldzorgen horen. Daarnaast zijn er lezingen en films voor groepen van huisvrouwen inge past in de plaatselijke huishou delijke voorlichting. Die geeft, om maar iets te noemen, één middag: wassen met de nieuwe wasmid delen en een tweede middag: hoe maak ik een budget of hoe rea geer ik op reclame-aanbiedingen. Weer een andere vorm zijn de cursussen voor verloofden, waar onder andere in enkele lessen gesproken wordt over de beoorde ling van prijs en kwaliteit, over het kopen of afbetaling, over de waarde van reclame en de aan schaf van huishoudelijke artike len. Met het oog op het zuiden, waar deze cursus veel wordt ge geven in winterprogramma's van de vrouwenbeweging, heeft het G.B.I. twee katholieke leerkrach ten in dienst. Heel veel jonge mensen, die Het inkomen is geen zandloper, die je kunt omdraaien als het bovenste reservoir is leeggelopen. gaan trouwen, hebben deze din gen overigens al bestudeerd in het aardige brochuretje „Annie en Jan gaan trouwen", waarvan mevr. Wilzen-Bruins de geeste lijke moeder is. De inrichting vol gens de begroting van „Annie en Jan" is reeds door duizenden bestudeerd. De zopas verschenen 7e druk, bijgewerkt volgens de nieuwe prijs-schommelingen, heeft een oplaag van 45.000! n één adem met „Annie en Jan" noemen we de andere boekjes van mevr. Wïlzen, die door de aansprekende, directe wijze, waarop ze het onderwerp bij de kop grijpt en de plezierige manier, waarop ze de aandacht spant, voor menigeen de omgang met het toegewezen geld wat min der moeilijk heeft gemaakt. „Het huishoudboekje", waar heel wat wijze wenken in staan, is aan z'n 19 e druk. „Geef zakgeld" aan z'n zesde. En eerstdaags verschijnt in de zelfde serie en op dezelfde bon dige, bevattelij ke wijze behan deld, „De ver dienende jeugd". Een onderwerp, dat midden in de actualiteit staat. Op stapel staat een hand leiding over fi nanciële zaken die de vrouw moet weten als ze alleen ach terblijft. Het huishoudelijk budget is een puzzle voor man en vrouw samen. Als mevrouw Wilzen op haar rustige manier over dit alles zit te vertel len en onthult hoeveel gezin nen in alle bevolkingslagen ver lichting van drukkende geld zorgen hebben gevonden doordat hun de mogelijkheden om het an ders te doen getoond zijn en ze geholpen zijn om de juiste weg in de doolhof van uitgaven te vin den, dan krijgt men groot re spect voor dit werk, dat nauwe lijks aan de weg timmert, maar individueel helpt om de „natio nale welvaart?', die voor menig een alleen maar een abstract be grip is, te concretiseren in „ge zinswelvaart". Het zijn immers de uitbreiding van het comfort op alle gebied en de geraffineer de verkoopmethoden, die het man en vrouw steeds moeilijker maken om zich niet te laten verstrikken en om goede financiers te zijn. In het programma voor de ko mende winter is bij de voorlich ting een grote plaats ingeruimd aan de behandeling van de mo derne verkoopmethoden zoals de huisvrouw ermee te maken heeft: kopen op post-order, kopen op afbetaling, kopen in het groot bedrijf, in de zelfbedieningszaak, enz. Wie betaalt dit breed opgezette werk, vraagt men allicht na zo veel over geldzaken gehoord te hebben. Dat doen een viertal niet-commerciële spaarinstellin- gen, welke het gehele land be strijken, en waar de handleidin gen, uitgegeven door het insti tuut, voor een krats te krijgen zijn. Het programma van lezin gen en cursussen wordt op aan vraag kosteloos toegezonden door het Gezinsbegrotingsinstituut, post bus 1046, Rotterdam. A. Bgl. en andere motivering ligt ln het feit, dat de Kerk door haar ..ge wone" leergezag (d.i. het kate- chismusonderwijs, de prediking) de zedewet verkondigt als steunende op het gezag van God. En deze geboden ver plichten ons in geweten, omdat de Kerk, wanneer zij ons in haar prediking, zede lijke normen voorhoudt als een gebod van God, door de bijstand van de H. Geest tegen dwaling wordt behoed. Zo'n gebod, dat de Kerk ons leert, is dus inderdaad een bevel van de wil van God, dat ons in geweten bindt. Wij moeten hierbij opmerken, dat een dergelijk gebod uiteraard algemeen is, waaruit volgt, dat het een betrouwba re wegwijzer is voor ons gedrag in een concreet geval. En dit concrete ge val valt derhalve onder de algemene wet en houdt voor ons een sterke ge wetensplicht in, in de veronderstelling natuurlijk, dat de algemene wet en de daaruit volgende conclusie voor het bij zondere geval goed begrepen is in over eenstemming met de verklaring van het leergezag. Rahner geeft hiervan een duidelijk voorbeeld. Het huwelijk van twee gedoopten, dat sacramentcel ge sloten is en voltrokken, kan in geen enkel geval worden ontbonden, hoe de concrete omstandigheden voor ieder af zonderlijk huwelijk ook mogen zijn. In dergelijke gevallen, zegt hij, is er geen situatie-moraal volgens welke, naar gelang der omstandigheden, die ieder in zijn persoonlijk geval natuur lijk zal beschouwen als zeer uitzon derlijk. eerst nog moet worden onder zocht of juist in dit geval het „gewe ten" hoewel men de algemene wet voor alle andere gevallen ..erkent" niet objectief gerechtigd is om een andere handelwijze als de juiste te be schouwen. Wij moeten als regel vooropstellen, dat het christelijk geweten de plicht heeft zich te richten naar de objec tieve normen, anders zou het onvermij delijk ontaarden in een private sub jectiviteit. En dan zijn alle hekken van de dam. Als christen weten wij, dat de Kerk ons deze objectieve normen leert en dat ons persoonlijk geval óók door de wet wordt bedoeld. Er kan dus geen sprake van zijn, dat wij op eigen gezag zouden mogen uitmaken, dat in onze „bijzondere situatie" het „geval" in zedelijk opzicht anders ligt, dan in de algemene wet is voorzien. Uit het bovenstaande volgt derhalve, dat het niets anders is dan zelfbedrog te menen, dat men zijn vergrijp tegen de wet voor zichzelf objectief kan recht vaardigen „door met behulp van aller lei theoretische kunstgrepen een beroep te doen op zijn bijzondere situatie of op zijn geweten" of zelfs door zich wijs te maken, dat men tegenover God ver antwoord is. Het belang van deze zaak dwingt ons in een volgende beschouwing hierop nog eens terug te komen. (Van onze Haagse redactie) Uit het feit, dat minister Suurhoff de in de Tweede Kamer gestelde vragen over de prijs van schoolmelk niet bin nen de gestelde termijn heeft kunnen beantwoorden valt, op te maken, dat het beraad van de overheid over het al of niet subsidiëren van schoolmelk nog niet is afgelopen. Na de laatste verho gingen van de melkprijs zijn de daar uit voortgekomen moeilijkheden voor de schoolmelk tijdelijk opgeheven door een dotatie van het bedrijfschap voor zuivel van f 100.000.-, terwijl ook de regering in het afgelopen schooljaar gelden be schikbaar heeft gesteld. Het is echter niet bekend of het bedrijfschap ook voor het nu ingegane schooljaar gelden be schikbaar stelt. De eerste dotatie was bedoeld om aan de bestaande onzeker heid een einde te maken. Het is nu aan de overheid deze onzekerheid geheel op te heffen. Indien er geen financiële steun wordt verleend, zal de bijdrage van de ouders voor schoolmelk in ieder geval moeten stijgen. De regering heeft bij de Tweede Ka mer een drietal wetsontwerpen inge diend tot wijziging van de pensioen wetten voor de zee- en landmacht 1922, de pensioenwetten voor het personeel der Koninklijke marinereserve en het reservepersoneel der landmacht 1923 en de wet buitengewoon militair pensioen 19141918. Voorgesteld wordt de minimumpensioengrondslag te verhogen van f 1500 tot f 2500. De totale kosten worden geraamd op f 375.000. Voorgesteld wordt voorts in bepaalde gevallen aan de weduwe van een ge pensioneerde deelnemre aan het verzet, die komt te overlijden do orandere oor zaken dan de aan het verzet toe te schrijven ziekten of gebreken, buitenge woon pensioen toe te kennen. Ook kin deren of pleegkinderen komen voor dit pensioen in aanmerking. Advertentie ja, weet U, I als ik voor de kinderen aan het breien ga, dan koop ik altijd da I beste wol, die ik Ivinden kan. Kin deren weten er wég mee, om zo te zeggen. In het vuur van hun spel zijn ze de kleren in 'n oogwenk vergeten. KOMPAS, dat is de soort Scheepjeswol, die zo mooi en zo sterk Is en zó goed te wassen, dat je er jaren plezier van hebt Nu al die prijzen van Scheepjeswol zo'nstukomlaag gegaan zijn, is er helemaal geen bezwaar meer over om juist die aller beste wol te kiezen I U waant en wel bijt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 7