Revanche op nederlaag
in Oslo te verwachten
Medisch Contact' contra
„De Onderneming"
mmm
Achtste interland tegen Noorwegen
De elftallen van Zondag
gnPf*
SCIIAT-EILAND
V.
Ziekenfondsen en huisartsen wensen
slechts samen te onderhandelen
Militaire orders
VRIJDAG 4 NOVEMBER 1955
PAGINA 7
BOSSELAAR DEBRUICKERE APPEL BRUSSELERS CARLIER
18e HOOGOVEN-
SCHAAKTOERNOOI
Stanley Matthews niet
in Engelse elftal
mmm
Mag Ziekenfondsraad
alleen maar „ja" of
,neen
zeggeni
Donzige huidjes
Uitvaart Alban
Colignon
Herberg'er bezoekt
Se f E rI3 nt'No or we gen
1- Spartak wint in
Moskou
Ter waarde van ruim
zeven miljoen gld.
Examen®
Bezwaren vergroot
Geen derde groep
Feitelijke verhoudingen
door ROBERT L. STEVENSON
Nederlands nieuwe
linkervleugel
versterking?
(Van onze sportredacteur)
Holland is a fine country, vertelde ons twee jaar geleden een Noor op een
stralende herfstnamiddag in Oslo. Nu zoudt ge veronderstellen dat wij als
tegenprestatie voor dit, onze nationale trots aansprekende compliment vele
vriendelijkheden over het door de natuur in een romantisch kleed gestoken Noor
wegen hebben gezegd. Verre van dat. Eerlijk gezegd, wij hebben ons enigszins
geschaamd, dat men ons zó wilde troosten met een nederlaag van het Nederlands
voetbalelftal. Want daar ging het namelijk om. Het Oranjeteam had een flinke
afstraffing gekregen van een elftal, dat internationaal gezien als derderangs ge
kwalificeerd moest worden. Dat was november 1953.
Nu, twee jaar later, aan de vooravond van de achtste landenwedstrijd tegen
Noorwegen, staan de zaken er gelukkig anders voor. Nederland heeft, om redenen
die u evenzeer als ons voldoende bekend zijn, een team dat vele wedstrijden met
een redelijke kans op enig succes tegemoet kan zien. Een dergelijk optimisme is
bijvoorbeeld gerechtvaardigd voor een wedstrijd tegen de Noren. Het moge dan
zijn, dat er meningsverschillen bestaan over de plaats die het Noorse voetbal
momenteel in de internationale voetbalwereld inneemt, het neemt niet weg dat
het Nederlands elftal aan zijn overigens niet te overschatten stand verplicht
is met de overwinning te gaan strijken. Een Nederlandse overwinning zou ook
de eerste triomf in eigen omgeving betekenen, zegt de historie van de landen-
wedstrijden tegen Noorwegen.
BRUSSELERS
CARLIER
Nederland heeft bepaald niet de bes
te herinneringen aan de laatste ont
moeting tegen Noorwegen. Toen im
mers wer'd het een duidelijke neder
laag van 40. Een nederlaag tegen
een van de weinige teams, waarvan
men destijds nog meende te kunnen
winnen. In twee jaar tijds zijn de za
ken in zoverre veranderd, dat nu het
Nederlands elftal bij voorbaat als win
naar wordt gedoodverfd. Eerlijk ge
zegd, ook wij verwachten een overwin
ning. Het Oranje-team moge dan over
een voorhoede van twijfelachtige kwali
teit beschikken, die handicap lijkt een
zege niet in de weg te kunnen staan.
Hoe netelig het probleem van de
aanvalslinie wel is geweest, blijkt uit
het feit dat eerst dinsdagavond de sa-
menstellling van de ploeg bekend ge
maakt is. Het grote vraagstuk was de
bezetting van de twee binnenplaatsen.
Vier spelers hebben de laatste weken
de keuzecommissie mogen overtuigen
van hun kwaliteiten en feitelijk heeft
niemand van dit viertal de proef met
succes doorstaan. Debruickere noch
Brooymans bereikten de vorm waar
mee zij Willem II tot zoveel goede re
sultaten hebben gevoerd. Schouten toon
de zich wel een knappe voetballer, maar
was fysiek veel te licht. Clavan kon
NEDERLAND
DE MUNCK
WIERSMA
KUYS
SCHAAP
V. D. HART
KLAASSENS
KURE
KRISTIANSEN
HERNES
HENNUM
SVENSSEN
KOTTE
KNUTSEN
LEGERNES
FALCK
BAKKER
HANSEN
Het achttiende Hoogoven-schaak-
toernooi zal van 5 tot en met 15 ja
nuari te Beverwijk gehouden worden.
De deelnemers in de hoofdgroep zijn:
Roman Toran, Spanje; Francesco Scafa-
relli, Italië; Herman Pilnik, Argenti
nië; voorts waarschijnlijk O'Kelly de
Galway, België; Fuderer of Matanovic,
Joegoslavië; van de Nederlanders zul
len van de partij zijn Hans Bouwmees
ter, Frits Roessel en Lod. Prins.
De spelers hebben maandag 9 en
Vrijdag 13 januari een rustdag.
Er zijn zeventien spelers aangewezen,
bit wie het Engelse voetbalelftal zal
gorden samengesteld, dat 30 november
b? het Wembley-Stadion tegen Spanje
fbtkomt. Ook ditmaal is Stanley Ma
thews er niet bij. Wel staan op de lijst
bile spelers van het Engelse elftal, dat
r®rland met 30 versloeg en wel Bayn-
5arn (Luton), Hall (Birmingham),
Tb1"116 (Manchester United), Clayton
^plackburn), Wright (Wolverhampton
j,.ahderers), Dickinson (Portsmouth),
j'bney (Preston), Haynes (Fulham),
h a?5ard (Fulham), Wilshaw (Wolver-
t>ooi^ton Wanderers) en Perry (Black
leg- Verder zijn de volgende zes spe-
traj V'tgenodigd om aan een intensieve
trien- g *ot ^0 november deel te ne-
LanReg Matthews (Coventry), James
fivrA .y (Brighton), Duncan Edwards
United)
NOORWEGEN
heeft men in twee wedstrijden met
Appel, Bosselaar, Brusselers en ear
lier vier nuttige krachten voor de
aanvalslinie opgespoord, terwijl ver
wacht mag worden dat Timmermans
dan ook weer beschikbaar is.
Over de rest van de ploeg, zoals
die zondag in het veld komt, kunnen
wij kort zijn. Men kent langzamer
hand wel het zestal, dat deel uitmaakt
van de middenlinie en de verdediging.
Men weet ook, dat zowel Kuys als
Wiersma in de afgelopen weken nog
niet zoveel tegenstand hebben gehad
om precies te kunnen weten in welke
vorm zij momenteel steken. Men heeft
voorts kunnen zien dat Klaassens plot
seling opmerkelijke vorderingen heeft
gemaakt en zich heeft ontwikkeld tot
een zeer nuttige speler op het midden
veld. Met Klaassens en de zekere"
krachten als Schaap, Van der Hart en
De Munck mag wat. het defensieve deel
betreft dus het nodige vertrouwen heb
ben.
Gelooft na dit alles uiteraard niet,
dat het Nederlands elftal zondag een
zacht eitje krijgt aan de Noren. Men
herinnere zich dan maar de wedstrijd
tegen Denemarken. De Scandinavische
amateurs zijn er begrijpelijkerwijs bij
zonder op gebrand juist tegen teams
van professionals of semi-profs goede
resultaten te behalen. De Oranje-hem
den mogen dan ook rekenen op een
zeer strijdlustige tegenstander en dat
brengt altijd de nodige onvoorziene
moeilijkheden met zich mee. Een over
winning ligt in het verschiet, maar men
hoede zich voor al te uitbundig opti
misme.
WmJÉ
Enige lijd geleden bezocht een klant een auto-restaurant in de Amerikaanse
staat Michigan en sloeg met een hamer een penny in een cederhouten steun
paal. Sindsdien hebben duizenden bezoekers zijn voorbeeld gevolgd en is de
paal overdekt met half-getimmerde muntstukken. Op het ogenblik is de paal
zo overladen vol, dat de eigenaars van het restaurant hebben besloten de
„penny-boom" ter beschikking te stellen van een verdienstelijke persoon of
organisatie. Op de foto slaat een Amerikaanse een muntstuk in de paal.
Advertentie
2w'JUi
Onder grote publieke belangstelling
is donderdagmorgen het stoffelijk over
schot van Alban Collignon, ere-presi-
dent van de UCI, aan de aarde toever
trouwd. Te voren hadden in het sterf
huis Pierre Stasse namens het blad
„Les Sports", dat door Collignon is op
gericht, Achille Joinard namens de UCI,
Arnold Standaert namens de Kon. Bel
gische Wielerbond en Victoir Boin na
mens het Nationale Comité van Spor
tieve verdienste de langdurige carrière
van deze figuur geschetst en zijn ver
diensten in het licht gesteld. Op het
kerkhof van St.-Pieters Woluwe heeft
Léon Coekelberg namens de wielren
ners een laatste vaarwel toegeroepen
aan de man die zijn gehele leven ge
ijverd heeft voor de bloei van de
wielersport.
Manchester"
(W,
Joe Kennedy
chpftt Rromwich), Tommy Tailor (Man-
City) United) en John Ateyo (Bristol
Duitse^ VMthHrCer' de trainer van het
strijd NederlanatalLzal z°ndag de wed-
sterdam bezoevr ^°Prw egen in Am-
met het oog onnk d doet dit Vooral
tingen van de Duit6 komende ontmoe-
Noorwegen or Ui pl°eg, zowel met
land (14 maart er) als Neder-
grTdo)Bel|iad% hebben Partizan (Bel-
en Suartalr
speeldSCSna^etike voetbaNvedstrijd
Spartak won de ontmoeting met
een
ge
niet één keer de onzekerheid over zijn
wispelturigheden wegnemen. Doch ziet.
De nood was hoog en daar bracht de
wedstrijd tussen PSV en het Weense
Rapid redding.
Brusselers, door de keuzecommissie
steeds achter de hand gehouden als een
rempla;ant voor de rhiddenllnie, Het
zien dat zijn kwaliteiten als aanvaller
veel groter zjjn. In die gedaante heeft
hjj overigens al eerder van zich doen
spreken. Twee jaar achtereen is hjj een
van de steunpilaren van het jeugdelf-
tal geweest en ook in andere vertegen
woordigende ploegen trof men hem
steeds in de voorhoede aan. De keuze
commissie herinnerde zich dit alles
plotseling ook en hakte de knoop door.
Brusselers op één der binnenplaatsen.
Slaagt de proef, wel dan zouden zich
opnieuw gunstige perspectieven openen.
Twee Iandenwedstrjjden zouden in dat
geval immers twee jonge spelers naar
voren hebben gebracht. Dat is juist
wat wij, het Nederlandse voetbal, voor
de toekomst nodig hebben. Zeker, voor
lopig kan de ploeg nog even teren op
de kracht en de routine van een aan
tal in het buitenland geharde professio
nals. Iedereen begrijpt echter, dat de
dagen van bijvoorbeeld Schaap en Ap
pel over niet al te lange tijd geteld
zijn. Niet, dat zich daarvan de eerste
tekenen reeds hebben geopenbaard,
maar de realiteit gebiedt toch dat men
zo nu en dan met dit alles rekening
houdt. Vandaar ook, dat wij het be
treuren dat het Nederlands B-elftal niet
vaker in actie komt.
Om weer op de voorhoede en het
vraagstuk van de binnenspelers terug
te komen; een tweede risico heeft het
drietal dat het elftal samenstelt niet
willen nemen. Men heeft opnieuw terug
gegrepen op Debruickere, kennelijk ho
pend dat hij tegen de Belgen alleen
maar een slechte dag heeft gehad en
dat zijn goede spel tegen Zwitserland
enkele maanden geleden geen uit
schieter is geweest. Men ziet in het
Nederlands elftal dus minder verande
ringen dan na de oefenwedstrijd tegen
Schalke verondersteld mocht worden.
Dat Clavan plaats heeft moeten maken
voor Carlier lag in de lijn der ver
wachtingen. Fortuna's vierde vertegen
woordiger in de nationale ploeg speelt
met Brusselers zijn eerste interland.
Een linkervleugel van debutanten dus.
Een vleugel ook, die ons sterker lijkt
dan het tweetal Brooymans - Clavan
tegen de Belgen of het duo Clavan -
Carlier tegen Schalke.
Gelukt het experiment dan kan men
terugzien op twee landenwedstrijden
die goede perspectieven hebben gebo
den voor de strijd, die het hoogte
punt van het seizoen zal moeten wor
den, de uitwedstrijd tegen Duitsland
in het voorjaar 1956. Dan immers
Ierlands linksback Len Graham doet een vertwijfelde poging om de bal uit
het net te houden, nadat de linksbinnen Wilshaw (uiterst rechts) voor Enge
land het tweede doelpunt heeft gemaakt.
Het ministerie van Economische Za
ken heeft een nieuwe opgave gepubli
ceerd van contracten, welke door de
ministeries van Oorlog en Marine zijn
gesloten met Nederlandse en buiten
landse ondernemingen. Deze contrac
ten hebben een gezamenlijke waarde
van ruim zeven miljoen gulden, waar
van o.m. 766.214 voor onderdelen van
Willys jeeps bij Ned. Kaiser Frazer
fabrieken, 214.460 voor buitenbanden
bi,j de N.V. Nederl. Amerikaanse auto
bandenfabriek Vredestein, 184.381
voor binnen- en buitenbanden bij de
N. V. Ned. bandenindustrie Michelin,
197.976 voor buitenbanden bij de Ge
neral Tire and Rubber Co Holland N.V.
en 501.145 voor opbouw benzinetanks
hij N.V. v Doorne's aanhangwagenfab.,
alsmede 180.000 voor electronische
artikelen bij Philips Nederland N.V.
AMSTERDAM, 3 nov. (G.U.) Be
vorderd tot doctor in de wis- en na-
tuurk. (cum laude) op proefschrift „De
wording van het Noordoostpolderge
bied" A. J. Wiggers, geboren te Leiden
en wonende te Kampen,
en wonende te Kampen. Cand. wis- en
natuurk.: letter K.: mevr. W. Groen
man—V. Waateringe (A'dam) en let
ter D.: W. Th. H. Oers (A'dam).
AMSTERDAM, 2 nov. (V.U.) En-
gelsche taal- en letterkunde J. J. M.
Echteld, Amsterdam.
UTRECHT, 3 nov. Doet. Pharmacie:
W. Langbroek, Utrecht; Doet. psycholo
gie; R. J. A. G. baron van Ittersum,
Hilversum. Cand. tandheelkunde: K. A.
Hoeksema, Leeuwarden, F. Raadsheer,
Bussum; D. J. Schutte, Waddinxveen,
R. Visser te Utrecht. Doet. tandheel
kunde: F. W. Burger, Eefden, A. J. W.
van de Laar, Boxtel, d. Lubsen, Am
sterdam, H. Menalda van Schouwen
burg, Utrecht, J. J. Otto, Pernis, J. L.
H. Rompen, Soest, J. H. Sommer, Den
Haag, D Ph. H. van Wickevoort Crom-
melin, Utrecht, mej. C. F. Th. van
Zeigenweidt te Bussum.
Het Indonesische handels- en devie-
zenbureau heeft aangekondigd, dat de
schorsing van importeurs is opgeheven.
Een commissie zal voorwaarden opstel
len, waaraean importeurs moeten
voldoen, en een indeling opstel
len in nationale en buitenlandse impor
teurs. De commissie zal ook toezicht
uitoefenen op de uitvoering van de
maatregelen.
oeten overheid en bedrijfsleven
meespreken bij het totstandko
men van overeenkomsten tussen
de ziekenfondsorganisaties en de orga
nisaties van medewerkers (specialis
ten, huisartsen, apothekers, enz.)? Tot
deze vraag is de conflictsituatie terug
te brengen, die ontstaan is doordat de
Ziekenfondsraad, waarin overheid, be-
j drijfsleven, ziekenfondsen en medewer-
j kers vertegenwoordigd zijn, weigerde de
honoreringsovereenkomst tussen de zie
kenfondsen en de huisartsen goed te keu
ren. Zoals bekend, hield de verworpen
overeenkomst een honorarium in van
10.20 per jaar voor de eerste 2.000
verzekerden en van 7,50 per jaar voor
de verzekerden, die boven genoemde
j 2.000 deel zouden uitmaken van de huis-
j artsenpraktijk. Gemiddeld zou de huis-
arts 9.50 per jaar ontvangen voor elke
bij hem ingeschreven verzekerde.
I In ,,De Onderneming", orgaan van het
Centraal Sociaal Werkgeversverbond,
I van 15 okt. 1955 wordt er op gewezen,
dat de huisartsen en ziekenfondsen wel
bereid waren hun overeenkomst voor de
vertegenwoordigers van overheid en be
drijfsleven in de Ziekenfondsraad toe te
lichten, maar dat er geen sprake van
kon zijn in de raad het gesprek over
de overeenkomst zelve te heropenen.
Met andere woorden, de Ziekenfonds
raad kon slechts ja of nee zeggen. Juri-
disch-technisch en formeel, aldus ,,De
Onderneming', hebben de huisartsen
gelijk door te stellen, dat de Zieken
fondsraad slechts goedkeuren of afkeu
ren kan, maar door dit straffe stand
punt in te nemen hebben zij zowel hun
eigen zaak als het gehele overleg een
slechte dienst bewezen. ,,De Onderne
ming" vervolgt:
„De grote bezwaren, verbonden aan
de constructie van de Ziekenfondsraad
en deszelfs bevoegdheden, hebben zij
vergroot in plaats van kleiner ge
maakt. Want zonderling is natuurlijk
de situatie, waarin twee partijen met
elkaar een overeenkomst sluiten en
dan vervolgens deze overeenkomst
aan een derde de Ziekenfonds
raad ter goedkeuring voorleggen,
waarvan zij zelf een deel zijn. Zo heb
ben wij het dus in de Ziekenfondsraad
beleefd, dat huisartsen en ziekenfond
sen welwillend hun eigen overeen
komst goedkeurden. Bijzonder
vreemd is ook de constructie, waar
bij twee partijen een overeenkomst
met elkander sluiten, die inhoudt, dat
een derde in dit geval werkgevers
en werknemers zal moeten beta
len. Meer nog: Men ontzegt deze der
de zelfs het recht zijn stem te laten
horen, behalve om alleen maar „ja"
te zeggen. De recente geschiedenis
van de vaststelling van het huisart
senhonorarium heeft nog eens te meer
laten zien, dat de positie van de Zie
kenfondsraad en de daarin vertegen
woordigende organen volstrekt onmo
gelijk is".
In „Medisch Contact", officieel or
gaan van de Kon. Ned. Mij. tot Bevor
dering der Geneeskunst, van 4 nov. 1955
reageert de heer C. Landheer, arts,
voorzitter van de Landelijke Huisartsen
vereniging op het commentaar in „De
Onderneming". Hij wijst er op, dat in
gemeenschappelijk overleg tussen de
ziekenfondsen en de huisartsen bepaald
is als gemeenschappelijk standpunt, dat
men het niet juist achtte een derde groep
in de onderhandelingen te betrekken.
Enerzijds zou dit de autonomie der zie
kenfondsen aantasten, anderzijds zouden
de huisartsen met twee groepen tege
lijk moeten onderhandelen. Bovendien
valt een en ander buiten de wettelijk aan
gewezen weg, omdat het Ziekenfonds-
besluit de ziekenfondsen aanwijst als
contractpartners van de medewerkers.
De heer Landheer brengt nog een an
der argument in het geding: door het
bedrijfsleven in de onderhandelingen te
betrekken zou de reeds eerder door het
bedrijfsleven uitgesproken twijfel ten
aanzien van de deskundigheid en com
petentie der onderhandelaars erkend
worden.
De schrijver in „Medisch Contact"
wil niet nader ingaan op de vraag of
het door de werkgevers betaalde deel
van de premie als loon of als geschenk
aan de werknemers gezien moet wor
den. In het eerste geval zouden alleen
de werknemers als belanghebbenden
overblijven. Met betrekking tot de stel
ling „Wie betaalt, bepaalt het honora
rium" merkt de heer Landheer op;
„Komt het niet op zeer veel terreinen
van ons complex maatschappelijk ieven
voor, dat de prijs, die door de consu
ment betaald moet worden voor een pro-
dukt of dienstverlening, in het geheel
niet bepaald wordt door degene die be
taalt? Hoe zijn echter de feitelijke ver
houdingen in het ziekenfondswezen? De
groep artsen heeft, als collectiviteit,
met de consumenten verenigd in de
ziekenfondsen onderhandeld. Zij zijn
hierin uitermate ver gegaan door als
beoefenaars van een vrij beroep hun
boeken open te leggen voor de accoun
tants van de ziekenfondsen. Van hun
monopoliepositie hebben zij niet in het
minst gebruik gemaakt. Zij zijn door
een grondig overleg met de consumen
ten vertegenwoordigd door de verte
genwoordigers der ziekenfondsleden
tot een honoreringsovereenkomst geko
men. Het merkwaardige daarbij is bo
vendien nog, dat het uiteindelijk over-
aangekomeri honorarium vrijwel geheel
berust op een aanbod van de fondsen.
De consument heeft hier in feite ten
slotte de prijs bepaald."
:mmi jonge
(Vertaald door Yge Foppema)
miiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi
Wij twijfelden geen van allen ook maar een ogen
blik aan Jim Hawkins, maar wel maakten wü ons
bezorgd over zijn veiligheid. Gezien de stemming
waarin de matrozen verkeerden, leek het ons twij
felachtig, of wjj de knaap ooit zouden terugzien.
Wij begaven ons aan dek. Het pek kookte in de
naden; de walgelijke uitwasemingen van de kust
maakten me onpasselijk; als ooit een plek naar
koortsen en dysenterie had geroken, dan was het
wel die afschuwelijke ankerplaats. De zes schurken
zaten nog onder een zeil op het voordek te brommen;
aan wal konden wij de boten zien liggen, vastge
maakt vlak bij de plek waar het riviertje uitstroom
de; in elk er van zat een man. Een van de
twee floot onophoudelijk hetzelfde deuntje.
Stilzitten was bijna niet uit te houden en daarom
besloten we, dat Hunter en ik met de jol naar de
wal zouden gaan om poolshoogte te "nemen.
De andere boten hadden rechts aangehouden, maar
Hunter en ik roeiden recht naar de wal, in do richting
van de palissade die op de kaart stond aangegeven.
De twee dié bij de boten waren achtergebleven, sche
nen door onze komst in de war te raken; het
deuntje brak plotseling af en ik kon zien hoe het
tweetal overlegde wat hun te doen stond. Indien ze
alles aan Silver waren gaan vertellen, zouden de
dingen misschien heel anders zijn gelopen, maar ze
hadden vermoedelijk hun orders en besloten rustig
te blijven waar ze waren; de een begon weer zijn
deuntje te fluiten.
De kust maakte een flauwe bocht en ik stuurde zo,
dat we het uitstekende stuk strand tussen ons in
kregen; daardoor hadden wij de boten al uit het
gezicht verloren nog voor we aan land gingen. Ik
sprong uit de boot en liep zo hard als ik durfde
™e', grote zijden zakdoek onder mijn hoed voor
de Koelte, en hield voor alle veiligheid een koppel
pistolen klaar met kruit op de pan.
Ik had nog geen honderd meter gelopen, toen ik
aan d?. palissade kwam. De ligging was zo gunstig
mogelijk. Bijna op het hoogste punt van een lage heu
vel ontsprong een heldere bron. Op de heuvel en
om de bron heen hadden ze een stevig blokhuis
gebouwd, groot genoeg om in geval van nood een
veertigtal mensen te bevatten en aan alle kanten
voorzien van schietgaten voor musketten. Rondom
was een aanzienlijke uitgestrektheid vrijgemaakt
van gewas en om deze open ruimte was een palis
sade van zes voet hoog, zc Ier deur of opening, te
stevig om zonder moeite en tijdverlies te worden
omvergehaald en te open om beschutting te bie
den aan eventuele belegeraars. Degenen die het
blokhuis bezetten, waren in elk opzicht in het over
wicht; zij stonden rustig in hun schuilplaats en kon
den de anderen als patrijzen neerleggen. Zij hadden
niets nodig dan voedsel en een goede uitkijk, want
indien zij niet bij verrassing werden overvallen,
zouden zjj het tegen een heel regiment kunnen houden.
Wat mij vooral aantrok, dat was de bron. Want
hoewel wjj in de kajuit van de Hispaniola een uit
stekende positie innamen en ruim voorzien wanen
van wapenen en ammunitie en levensmiddelen, en
uitmuntende wijnen, hadden wij één ding over het
hoofd gezien wij hadden geen water. Terwijl ik dit
overdacht, weerklonk over het eiland de kreet van
een man in doodsnood. Ik heb meer mensen een
gewelddadige dood zien sterven ik heb de eer gehad
onder Z.K.H. de hertog van Cumberland te dienen en
ben zelf bij Fontenoye gewond doch op dat ogen
blik sloeg mijn pols toch sneller.
„Dat moet Jim Hawkins zijn," dacht ik.
Het heeft zijn voordelen als men soldaat is ge
weest, maar meer nog als men arts is geweest. In
as werk is er geen tijd voor wikken en wegen
En zo nam ik ook nu onmiddellijk een besluit,
keerde zonder tijd te verliezen naar het strand terug
en sprong aan boord van de jol.
Het geluk wilde dat Hunter een uitstekend roeier
was. Het water spoot van de boeg, en weldra lag
de boot langszij en was ik weer aan boord van de
schoener.
Ik vond allen zeer geschokt, zoals voor de hand
lag. Trelawney, goedhartig als hij was, zat wit als
een doek op zijn stoel bij de gedachte aan alle ellende
waarin hij ons had gestort, en met een van de zes
matrozen op het voordek was het al niet veel
beter gesteld.
„Die man daar," zei kapitein Smollet met een
knikje in zijn richting, „is een nieuweling in dit vak.
Toen hij die schreeuw hoorde, dokter, scheelde het
niet veel, of hij was flauwgevallen. Als ik maar naar
z'n roer wijs, zeilt hij met vlag en wimpel onze
kant uit."
Ik deelde mijn plan aan de kapitein mee, en samen
regelden wij de bijzonderheden van de uitvoering.
Wij zetten Redruth op post bij de loopbrug tussen
de kajuit en het voorschip, met een viertal geladen
musketten en een matras als borstwering. Hunter
had de jol verhaald tot hij onder de achterpoort
lag en Joyce en ik begonnen hem te laden met
blikjes kruit, musketten, zakken scheepsbeschuit,
vaatjes vlees, een vaatje cognac en niet te vergeten
mijn onschatbare medicijnkist. Intussen waren Tre
lawney en de kapitein aan dek gebleven, en de
laatste riep de bootsmansmaat aan, die de hoogste
in rang was van de aan boord gebleven muiters.
„Hands," zei hij, „we staan hier met ons tweeën
en elk van ons heeft een koppel pistolen. Als een
van jullie zessen ook maar het minste teken geeft,
heeft zijn laatste uur geslagen." Zij waren niet wei
nig van hun stuk gebracht, en na enig beraad storm
den zij allen de voordekstrap af, ongetwijfeld met
de bedoeling ons van achteren aan te vallen. Doch
toen zij zagen, dat Redruth hun in de verbindings
gang stond op te wachten, maakten ze onmiddellijk
rechtsomkeert en een hoofd kwam weer boven het
dek uit.
„Naar onderen, schurk!" riep de kapitein.
Het hoofd verdween weer en wij vernamen voorlo
pig niets meer van deze zes wel zeer flauwhartige
zeelieden.
Intussen hadden wij de jol zo zwaar geladen als
wij maar durfden, alles lag op en over elkaar, zó
als wij de dingen er in hadden geworpen, en Joyce
en ik klommen uit de achterpoort en roeiden zo
snel wij konden naar het strand.
(Wordt vervolgd)
wezen, dat de deskundige voor de huis
artsen op een onkostenbudget kwam van
12.866 terwijl de economen van de
ziekenfondsen op een budget van
8.512 kwamen. De partijen kwamen
overeen het budget te bepalen op
10.600. „Zoals men ziet, waren er dus
zeer aanmerkelijke verschillen. Het zijn
divergenties, die in vrijwel alle posten
van het onkostenbudget zijn terug te vin
den. Is het wonder, dat de tegenstemmers
niet het resultaat van de onderhandelen
de partijen mede voor hun verantwoor
ding konden nemen?"
Met name bleek er bij de tegenstem
mers zeer veel bezwaar te bestaan te
gen de post „gederfde rente" in de on-
kostenrekening. Het gaat hier om de
posten gederfde rente van vorderingen,
kasgeld en aanloopverlies, die ten las
te van de huisarts komen (plm. 1.300
per jaar aan rente). Onder aanloopver
lies verstaat men de kosten, die de arts
in de aanloop van zijn praktijk moet
maken om tot een normale praktijk te
komen.
Economisch - theoretisch is er tegen
de renteberekening niets in te brengen,
aldus „De Ondernemer". Alle werken
den op academisch niveau, ook de be
drijfsartsen, waarmee de huisartsen zich
hebben willen vergelijken, hebben die
kosten (gehad). Zij moeten die echter
betalen uit hun salaris dat door de huis
artsen als norm is genomen, zonder
eerst de gederfde rente af te trekken.
Alles bijeen achtten de tegenstanders
de onkostenberekening van 10.600 per
jaar bij een normpraktijk van 2700 zie
kenfonds- en 300 particuliere patiënten
te hoog.
De heer Landheer antwoordt in „Me
disch Contact", dat wanneer een bedrijfs
arts zijn functie aanvaardt hij helemaal
geen praktijkkosten heeft en een aan-
vangsalaris ontvangt, dat hem in staat
stelt in zijn levensonderhoud te voorzien.
„Het aanloopverlies is n.l. berekend,
uitgaande van het feitelijke gegeven, dat
de zich vestigende arts enerzijds be
roepskosten heeft (huur, inrichting, e.d.)
die de ambtelijk werkende academicus
niet heeft, en anderzijds de eerste jaren
geen of nagenoeg geen praktijkinkom
sten heeft, in tegenstelling weer met de
ambtelijke academicus, die wel zij
het dan dat hij in de regel belangrijk
lagere salariëring geniet dan in zijn
latere loopbaan net geval zal zijn
een salaris ontvangt."
Het zijn voornamelijk beleidsbeslissin
gen geweest, waartegen de tegenstem
mers in de Ziekenfondsraad bezwaar
hebben gemaakt, aldus „De Onderne
ming". De conclusie luidde, dat de on-
kostenrekening tezamen met de bere
kening van het eigenlijke honorarium
een uitkomst gaf, die over de gehele lijn
gezien als te ruim werd aangemerkt.
„Het is voor ons weinig twijfelachtig,
dat de goedkeuring door de Ziekenfonds
raad uiteindelijk weinig moeite zou heb
ben gegeven indien of de onkostenre-
kening of de berekening van de te ver
richten diensten een enigszins andere
opstelling te zien had gegeven".
„De Onderneming" meent tenslotte,
dat bij de standpuntbepaling van de te
genstemmers ook een gevoel van on
behagen over de wijze waarop de zie
kenfondspraktijk soms wordt uitgeoe
fend, een rol heeft gespeeld. De heer
Landheer antwoord in „Medisch Con
tact", dat dit gevoel van onbehagen ook
bij de huisartsen aanwezig is, maar ook
de onmogelijkheid deze te verbeteren.
Alleen een betere honorering kan de ba
sis voor een nieuwe opbouw zijn.
De voorzitter van de L.S.V. betoogt,
dat de gemiddelde praktijk voor de
oorlog voor 40 pet. uit ziekenfonds
patiënten bestond, thans voor 85 pet.
De particuliere patiënten geven de
arts een beduidend hoger honorarium.
„Er is dus sedert het Ziekenfondsen-
besluit en nog geleidelijk daarna een
groot deel van het inkomen der art
sen genaast". Tijdens de oorlog heb
ben de artsen geweigerd te spreken
over honorariumverhoging. Na de
de oorlog zijn zij zeer verbitterd over
de gang van zaken. Er bleek weinig
begrip en waardering voor hun hou
ding te bestaan en niet ingezien werd,
dat alleen al de totaal gewijzigde ge
zondheidstoestand van de bevolking
een honorariumverhoging dringend
mogelijk maakte. De heer Landheer
vindt het droevig er aan te moeten
herinneren, dat een honorarium van
5 per verzekerde in een praktijk van
maar liefst 3000 ziekenfondspatiënten
ƒ15.000 opbracht, waarvan gemiddeld
meer dan de helft aan onkosten weg
ging, terwijl vele artsen kleinere prak
tijken hadden en lang niet allen over
neveninkomsten beschikten.
Toen er in de afgelopen jaren sprake
was van een ernstige onderhonorering,
aldus de heer Landheer, hebben de art
sen zeer weinig gevoel voor verantwoor
delijkheid op dit punt bespeurd bij de
tegenstemmers. Schrijver bespeurde
hun belangstelling voor het eerst toen
het honorarium tot 7 zou worden op
getrokken. „Ook toen bleken hun be
zwaren tenslotte onvoldoende gefun
deerd".
De voorzitter besluit: „Nu is de si
tuatie zo, dat er in Nederland geen
contaetdwang bestaat. Dat wil dus zeg
gen, dat wanneer een voor de huisarts
aanvaardbaar contract onmogelijk ge
maakt wordt, er geen contract komt.
Wanneer deze contractloze toestand ge
volgd zou worden door pogingen tot
indirecte contractdwang, zal er een
uiterst gespannen situatie ontstaan. Mo
ge het gezond verstand de weg wijzen.
Aan alle betrokkenen. Maar de huis
artsen willen niet de dupe zijn van
een competentiestrijd tussen fondsen en
„bedrijfsleven". Met enig gezond ver
stand zal ieder dit moeten inzien". De
verbittering is zo groot, dat de artsen
slechts weinig mogelijkheden meer zien
om de situatie op te lossen. „Zeker
niet wanneer men -lders meent met
een summiere argumentatie het werk
van twee lange jaren te kunnen afbre
ken."