Revanche op nederlaag in Oslo te verwachten Medisch Contact' contra „De Onderneming" mmm Achtste interland tegen Noorwegen De elftallen van Zondag gnPf* SCIIAT-EILAND V. Ziekenfondsen en huisartsen wensen slechts samen te onderhandelen Militaire orders VRIJDAG 4 NOVEMBER 1955 PAGINA 7 BOSSELAAR DEBRUICKERE APPEL BRUSSELERS CARLIER 18e HOOGOVEN- SCHAAKTOERNOOI Stanley Matthews niet in Engelse elftal mmm Mag Ziekenfondsraad alleen maar „ja" of ,neen zeggeni Donzige huidjes Uitvaart Alban Colignon Herberg'er bezoekt Se f E rI3 nt'No or we gen 1- Spartak wint in Moskou Ter waarde van ruim zeven miljoen gld. Examen® Bezwaren vergroot Geen derde groep Feitelijke verhoudingen door ROBERT L. STEVENSON Nederlands nieuwe linkervleugel versterking? (Van onze sportredacteur) Holland is a fine country, vertelde ons twee jaar geleden een Noor op een stralende herfstnamiddag in Oslo. Nu zoudt ge veronderstellen dat wij als tegenprestatie voor dit, onze nationale trots aansprekende compliment vele vriendelijkheden over het door de natuur in een romantisch kleed gestoken Noor wegen hebben gezegd. Verre van dat. Eerlijk gezegd, wij hebben ons enigszins geschaamd, dat men ons zó wilde troosten met een nederlaag van het Nederlands voetbalelftal. Want daar ging het namelijk om. Het Oranjeteam had een flinke afstraffing gekregen van een elftal, dat internationaal gezien als derderangs ge kwalificeerd moest worden. Dat was november 1953. Nu, twee jaar later, aan de vooravond van de achtste landenwedstrijd tegen Noorwegen, staan de zaken er gelukkig anders voor. Nederland heeft, om redenen die u evenzeer als ons voldoende bekend zijn, een team dat vele wedstrijden met een redelijke kans op enig succes tegemoet kan zien. Een dergelijk optimisme is bijvoorbeeld gerechtvaardigd voor een wedstrijd tegen de Noren. Het moge dan zijn, dat er meningsverschillen bestaan over de plaats die het Noorse voetbal momenteel in de internationale voetbalwereld inneemt, het neemt niet weg dat het Nederlands elftal aan zijn overigens niet te overschatten stand verplicht is met de overwinning te gaan strijken. Een Nederlandse overwinning zou ook de eerste triomf in eigen omgeving betekenen, zegt de historie van de landen- wedstrijden tegen Noorwegen. BRUSSELERS CARLIER Nederland heeft bepaald niet de bes te herinneringen aan de laatste ont moeting tegen Noorwegen. Toen im mers wer'd het een duidelijke neder laag van 40. Een nederlaag tegen een van de weinige teams, waarvan men destijds nog meende te kunnen winnen. In twee jaar tijds zijn de za ken in zoverre veranderd, dat nu het Nederlands elftal bij voorbaat als win naar wordt gedoodverfd. Eerlijk ge zegd, ook wij verwachten een overwin ning. Het Oranje-team moge dan over een voorhoede van twijfelachtige kwali teit beschikken, die handicap lijkt een zege niet in de weg te kunnen staan. Hoe netelig het probleem van de aanvalslinie wel is geweest, blijkt uit het feit dat eerst dinsdagavond de sa- menstellling van de ploeg bekend ge maakt is. Het grote vraagstuk was de bezetting van de twee binnenplaatsen. Vier spelers hebben de laatste weken de keuzecommissie mogen overtuigen van hun kwaliteiten en feitelijk heeft niemand van dit viertal de proef met succes doorstaan. Debruickere noch Brooymans bereikten de vorm waar mee zij Willem II tot zoveel goede re sultaten hebben gevoerd. Schouten toon de zich wel een knappe voetballer, maar was fysiek veel te licht. Clavan kon NEDERLAND DE MUNCK WIERSMA KUYS SCHAAP V. D. HART KLAASSENS KURE KRISTIANSEN HERNES HENNUM SVENSSEN KOTTE KNUTSEN LEGERNES FALCK BAKKER HANSEN Het achttiende Hoogoven-schaak- toernooi zal van 5 tot en met 15 ja nuari te Beverwijk gehouden worden. De deelnemers in de hoofdgroep zijn: Roman Toran, Spanje; Francesco Scafa- relli, Italië; Herman Pilnik, Argenti nië; voorts waarschijnlijk O'Kelly de Galway, België; Fuderer of Matanovic, Joegoslavië; van de Nederlanders zul len van de partij zijn Hans Bouwmees ter, Frits Roessel en Lod. Prins. De spelers hebben maandag 9 en Vrijdag 13 januari een rustdag. Er zijn zeventien spelers aangewezen, bit wie het Engelse voetbalelftal zal gorden samengesteld, dat 30 november b? het Wembley-Stadion tegen Spanje fbtkomt. Ook ditmaal is Stanley Ma thews er niet bij. Wel staan op de lijst bile spelers van het Engelse elftal, dat r®rland met 30 versloeg en wel Bayn- 5arn (Luton), Hall (Birmingham), Tb1"116 (Manchester United), Clayton ^plackburn), Wright (Wolverhampton j,.ahderers), Dickinson (Portsmouth), j'bney (Preston), Haynes (Fulham), h a?5ard (Fulham), Wilshaw (Wolver- t>ooi^ton Wanderers) en Perry (Black leg- Verder zijn de volgende zes spe- traj V'tgenodigd om aan een intensieve trien- g *ot ^0 november deel te ne- LanReg Matthews (Coventry), James fivrA .y (Brighton), Duncan Edwards United) NOORWEGEN heeft men in twee wedstrijden met Appel, Bosselaar, Brusselers en ear lier vier nuttige krachten voor de aanvalslinie opgespoord, terwijl ver wacht mag worden dat Timmermans dan ook weer beschikbaar is. Over de rest van de ploeg, zoals die zondag in het veld komt, kunnen wij kort zijn. Men kent langzamer hand wel het zestal, dat deel uitmaakt van de middenlinie en de verdediging. Men weet ook, dat zowel Kuys als Wiersma in de afgelopen weken nog niet zoveel tegenstand hebben gehad om precies te kunnen weten in welke vorm zij momenteel steken. Men heeft voorts kunnen zien dat Klaassens plot seling opmerkelijke vorderingen heeft gemaakt en zich heeft ontwikkeld tot een zeer nuttige speler op het midden veld. Met Klaassens en de zekere" krachten als Schaap, Van der Hart en De Munck mag wat. het defensieve deel betreft dus het nodige vertrouwen heb ben. Gelooft na dit alles uiteraard niet, dat het Nederlands elftal zondag een zacht eitje krijgt aan de Noren. Men herinnere zich dan maar de wedstrijd tegen Denemarken. De Scandinavische amateurs zijn er begrijpelijkerwijs bij zonder op gebrand juist tegen teams van professionals of semi-profs goede resultaten te behalen. De Oranje-hem den mogen dan ook rekenen op een zeer strijdlustige tegenstander en dat brengt altijd de nodige onvoorziene moeilijkheden met zich mee. Een over winning ligt in het verschiet, maar men hoede zich voor al te uitbundig opti misme. WmJÉ Enige lijd geleden bezocht een klant een auto-restaurant in de Amerikaanse staat Michigan en sloeg met een hamer een penny in een cederhouten steun paal. Sindsdien hebben duizenden bezoekers zijn voorbeeld gevolgd en is de paal overdekt met half-getimmerde muntstukken. Op het ogenblik is de paal zo overladen vol, dat de eigenaars van het restaurant hebben besloten de „penny-boom" ter beschikking te stellen van een verdienstelijke persoon of organisatie. Op de foto slaat een Amerikaanse een muntstuk in de paal. Advertentie 2w'JUi Onder grote publieke belangstelling is donderdagmorgen het stoffelijk over schot van Alban Collignon, ere-presi- dent van de UCI, aan de aarde toever trouwd. Te voren hadden in het sterf huis Pierre Stasse namens het blad „Les Sports", dat door Collignon is op gericht, Achille Joinard namens de UCI, Arnold Standaert namens de Kon. Bel gische Wielerbond en Victoir Boin na mens het Nationale Comité van Spor tieve verdienste de langdurige carrière van deze figuur geschetst en zijn ver diensten in het licht gesteld. Op het kerkhof van St.-Pieters Woluwe heeft Léon Coekelberg namens de wielren ners een laatste vaarwel toegeroepen aan de man die zijn gehele leven ge ijverd heeft voor de bloei van de wielersport. Manchester" (W, Joe Kennedy chpftt Rromwich), Tommy Tailor (Man- City) United) en John Ateyo (Bristol Duitse^ VMthHrCer' de trainer van het strijd NederlanatalLzal z°ndag de wed- sterdam bezoevr ^°Prw egen in Am- met het oog onnk d doet dit Vooral tingen van de Duit6 komende ontmoe- Noorwegen or Ui pl°eg, zowel met land (14 maart er) als Neder- grTdo)Bel|iad% hebben Partizan (Bel- en Suartalr speeldSCSna^etike voetbaNvedstrijd Spartak won de ontmoeting met een ge niet één keer de onzekerheid over zijn wispelturigheden wegnemen. Doch ziet. De nood was hoog en daar bracht de wedstrijd tussen PSV en het Weense Rapid redding. Brusselers, door de keuzecommissie steeds achter de hand gehouden als een rempla;ant voor de rhiddenllnie, Het zien dat zijn kwaliteiten als aanvaller veel groter zjjn. In die gedaante heeft hjj overigens al eerder van zich doen spreken. Twee jaar achtereen is hjj een van de steunpilaren van het jeugdelf- tal geweest en ook in andere vertegen woordigende ploegen trof men hem steeds in de voorhoede aan. De keuze commissie herinnerde zich dit alles plotseling ook en hakte de knoop door. Brusselers op één der binnenplaatsen. Slaagt de proef, wel dan zouden zich opnieuw gunstige perspectieven openen. Twee Iandenwedstrjjden zouden in dat geval immers twee jonge spelers naar voren hebben gebracht. Dat is juist wat wij, het Nederlandse voetbal, voor de toekomst nodig hebben. Zeker, voor lopig kan de ploeg nog even teren op de kracht en de routine van een aan tal in het buitenland geharde professio nals. Iedereen begrijpt echter, dat de dagen van bijvoorbeeld Schaap en Ap pel over niet al te lange tijd geteld zijn. Niet, dat zich daarvan de eerste tekenen reeds hebben geopenbaard, maar de realiteit gebiedt toch dat men zo nu en dan met dit alles rekening houdt. Vandaar ook, dat wij het be treuren dat het Nederlands B-elftal niet vaker in actie komt. Om weer op de voorhoede en het vraagstuk van de binnenspelers terug te komen; een tweede risico heeft het drietal dat het elftal samenstelt niet willen nemen. Men heeft opnieuw terug gegrepen op Debruickere, kennelijk ho pend dat hij tegen de Belgen alleen maar een slechte dag heeft gehad en dat zijn goede spel tegen Zwitserland enkele maanden geleden geen uit schieter is geweest. Men ziet in het Nederlands elftal dus minder verande ringen dan na de oefenwedstrijd tegen Schalke verondersteld mocht worden. Dat Clavan plaats heeft moeten maken voor Carlier lag in de lijn der ver wachtingen. Fortuna's vierde vertegen woordiger in de nationale ploeg speelt met Brusselers zijn eerste interland. Een linkervleugel van debutanten dus. Een vleugel ook, die ons sterker lijkt dan het tweetal Brooymans - Clavan tegen de Belgen of het duo Clavan - Carlier tegen Schalke. Gelukt het experiment dan kan men terugzien op twee landenwedstrijden die goede perspectieven hebben gebo den voor de strijd, die het hoogte punt van het seizoen zal moeten wor den, de uitwedstrijd tegen Duitsland in het voorjaar 1956. Dan immers Ierlands linksback Len Graham doet een vertwijfelde poging om de bal uit het net te houden, nadat de linksbinnen Wilshaw (uiterst rechts) voor Enge land het tweede doelpunt heeft gemaakt. Het ministerie van Economische Za ken heeft een nieuwe opgave gepubli ceerd van contracten, welke door de ministeries van Oorlog en Marine zijn gesloten met Nederlandse en buiten landse ondernemingen. Deze contrac ten hebben een gezamenlijke waarde van ruim zeven miljoen gulden, waar van o.m. 766.214 voor onderdelen van Willys jeeps bij Ned. Kaiser Frazer fabrieken, 214.460 voor buitenbanden bi,j de N.V. Nederl. Amerikaanse auto bandenfabriek Vredestein, 184.381 voor binnen- en buitenbanden bij de N. V. Ned. bandenindustrie Michelin, 197.976 voor buitenbanden bij de Ge neral Tire and Rubber Co Holland N.V. en 501.145 voor opbouw benzinetanks hij N.V. v Doorne's aanhangwagenfab., alsmede 180.000 voor electronische artikelen bij Philips Nederland N.V. AMSTERDAM, 3 nov. (G.U.) Be vorderd tot doctor in de wis- en na- tuurk. (cum laude) op proefschrift „De wording van het Noordoostpolderge bied" A. J. Wiggers, geboren te Leiden en wonende te Kampen, en wonende te Kampen. Cand. wis- en natuurk.: letter K.: mevr. W. Groen man—V. Waateringe (A'dam) en let ter D.: W. Th. H. Oers (A'dam). AMSTERDAM, 2 nov. (V.U.) En- gelsche taal- en letterkunde J. J. M. Echteld, Amsterdam. UTRECHT, 3 nov. Doet. Pharmacie: W. Langbroek, Utrecht; Doet. psycholo gie; R. J. A. G. baron van Ittersum, Hilversum. Cand. tandheelkunde: K. A. Hoeksema, Leeuwarden, F. Raadsheer, Bussum; D. J. Schutte, Waddinxveen, R. Visser te Utrecht. Doet. tandheel kunde: F. W. Burger, Eefden, A. J. W. van de Laar, Boxtel, d. Lubsen, Am sterdam, H. Menalda van Schouwen burg, Utrecht, J. J. Otto, Pernis, J. L. H. Rompen, Soest, J. H. Sommer, Den Haag, D Ph. H. van Wickevoort Crom- melin, Utrecht, mej. C. F. Th. van Zeigenweidt te Bussum. Het Indonesische handels- en devie- zenbureau heeft aangekondigd, dat de schorsing van importeurs is opgeheven. Een commissie zal voorwaarden opstel len, waaraean importeurs moeten voldoen, en een indeling opstel len in nationale en buitenlandse impor teurs. De commissie zal ook toezicht uitoefenen op de uitvoering van de maatregelen. oeten overheid en bedrijfsleven meespreken bij het totstandko men van overeenkomsten tussen de ziekenfondsorganisaties en de orga nisaties van medewerkers (specialis ten, huisartsen, apothekers, enz.)? Tot deze vraag is de conflictsituatie terug te brengen, die ontstaan is doordat de Ziekenfondsraad, waarin overheid, be- j drijfsleven, ziekenfondsen en medewer- j kers vertegenwoordigd zijn, weigerde de honoreringsovereenkomst tussen de zie kenfondsen en de huisartsen goed te keu ren. Zoals bekend, hield de verworpen overeenkomst een honorarium in van 10.20 per jaar voor de eerste 2.000 verzekerden en van 7,50 per jaar voor de verzekerden, die boven genoemde j 2.000 deel zouden uitmaken van de huis- j artsenpraktijk. Gemiddeld zou de huis- arts 9.50 per jaar ontvangen voor elke bij hem ingeschreven verzekerde. I In ,,De Onderneming", orgaan van het Centraal Sociaal Werkgeversverbond, I van 15 okt. 1955 wordt er op gewezen, dat de huisartsen en ziekenfondsen wel bereid waren hun overeenkomst voor de vertegenwoordigers van overheid en be drijfsleven in de Ziekenfondsraad toe te lichten, maar dat er geen sprake van kon zijn in de raad het gesprek over de overeenkomst zelve te heropenen. Met andere woorden, de Ziekenfonds raad kon slechts ja of nee zeggen. Juri- disch-technisch en formeel, aldus ,,De Onderneming', hebben de huisartsen gelijk door te stellen, dat de Zieken fondsraad slechts goedkeuren of afkeu ren kan, maar door dit straffe stand punt in te nemen hebben zij zowel hun eigen zaak als het gehele overleg een slechte dienst bewezen. ,,De Onderne ming" vervolgt: „De grote bezwaren, verbonden aan de constructie van de Ziekenfondsraad en deszelfs bevoegdheden, hebben zij vergroot in plaats van kleiner ge maakt. Want zonderling is natuurlijk de situatie, waarin twee partijen met elkaar een overeenkomst sluiten en dan vervolgens deze overeenkomst aan een derde de Ziekenfonds raad ter goedkeuring voorleggen, waarvan zij zelf een deel zijn. Zo heb ben wij het dus in de Ziekenfondsraad beleefd, dat huisartsen en ziekenfond sen welwillend hun eigen overeen komst goedkeurden. Bijzonder vreemd is ook de constructie, waar bij twee partijen een overeenkomst met elkander sluiten, die inhoudt, dat een derde in dit geval werkgevers en werknemers zal moeten beta len. Meer nog: Men ontzegt deze der de zelfs het recht zijn stem te laten horen, behalve om alleen maar „ja" te zeggen. De recente geschiedenis van de vaststelling van het huisart senhonorarium heeft nog eens te meer laten zien, dat de positie van de Zie kenfondsraad en de daarin vertegen woordigende organen volstrekt onmo gelijk is". In „Medisch Contact", officieel or gaan van de Kon. Ned. Mij. tot Bevor dering der Geneeskunst, van 4 nov. 1955 reageert de heer C. Landheer, arts, voorzitter van de Landelijke Huisartsen vereniging op het commentaar in „De Onderneming". Hij wijst er op, dat in gemeenschappelijk overleg tussen de ziekenfondsen en de huisartsen bepaald is als gemeenschappelijk standpunt, dat men het niet juist achtte een derde groep in de onderhandelingen te betrekken. Enerzijds zou dit de autonomie der zie kenfondsen aantasten, anderzijds zouden de huisartsen met twee groepen tege lijk moeten onderhandelen. Bovendien valt een en ander buiten de wettelijk aan gewezen weg, omdat het Ziekenfonds- besluit de ziekenfondsen aanwijst als contractpartners van de medewerkers. De heer Landheer brengt nog een an der argument in het geding: door het bedrijfsleven in de onderhandelingen te betrekken zou de reeds eerder door het bedrijfsleven uitgesproken twijfel ten aanzien van de deskundigheid en com petentie der onderhandelaars erkend worden. De schrijver in „Medisch Contact" wil niet nader ingaan op de vraag of het door de werkgevers betaalde deel van de premie als loon of als geschenk aan de werknemers gezien moet wor den. In het eerste geval zouden alleen de werknemers als belanghebbenden overblijven. Met betrekking tot de stel ling „Wie betaalt, bepaalt het honora rium" merkt de heer Landheer op; „Komt het niet op zeer veel terreinen van ons complex maatschappelijk ieven voor, dat de prijs, die door de consu ment betaald moet worden voor een pro- dukt of dienstverlening, in het geheel niet bepaald wordt door degene die be taalt? Hoe zijn echter de feitelijke ver houdingen in het ziekenfondswezen? De groep artsen heeft, als collectiviteit, met de consumenten verenigd in de ziekenfondsen onderhandeld. Zij zijn hierin uitermate ver gegaan door als beoefenaars van een vrij beroep hun boeken open te leggen voor de accoun tants van de ziekenfondsen. Van hun monopoliepositie hebben zij niet in het minst gebruik gemaakt. Zij zijn door een grondig overleg met de consumen ten vertegenwoordigd door de verte genwoordigers der ziekenfondsleden tot een honoreringsovereenkomst geko men. Het merkwaardige daarbij is bo vendien nog, dat het uiteindelijk over- aangekomeri honorarium vrijwel geheel berust op een aanbod van de fondsen. De consument heeft hier in feite ten slotte de prijs bepaald." :mmi jonge (Vertaald door Yge Foppema) miiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi Wij twijfelden geen van allen ook maar een ogen blik aan Jim Hawkins, maar wel maakten wü ons bezorgd over zijn veiligheid. Gezien de stemming waarin de matrozen verkeerden, leek het ons twij felachtig, of wjj de knaap ooit zouden terugzien. Wij begaven ons aan dek. Het pek kookte in de naden; de walgelijke uitwasemingen van de kust maakten me onpasselijk; als ooit een plek naar koortsen en dysenterie had geroken, dan was het wel die afschuwelijke ankerplaats. De zes schurken zaten nog onder een zeil op het voordek te brommen; aan wal konden wij de boten zien liggen, vastge maakt vlak bij de plek waar het riviertje uitstroom de; in elk er van zat een man. Een van de twee floot onophoudelijk hetzelfde deuntje. Stilzitten was bijna niet uit te houden en daarom besloten we, dat Hunter en ik met de jol naar de wal zouden gaan om poolshoogte te "nemen. De andere boten hadden rechts aangehouden, maar Hunter en ik roeiden recht naar de wal, in do richting van de palissade die op de kaart stond aangegeven. De twee dié bij de boten waren achtergebleven, sche nen door onze komst in de war te raken; het deuntje brak plotseling af en ik kon zien hoe het tweetal overlegde wat hun te doen stond. Indien ze alles aan Silver waren gaan vertellen, zouden de dingen misschien heel anders zijn gelopen, maar ze hadden vermoedelijk hun orders en besloten rustig te blijven waar ze waren; de een begon weer zijn deuntje te fluiten. De kust maakte een flauwe bocht en ik stuurde zo, dat we het uitstekende stuk strand tussen ons in kregen; daardoor hadden wij de boten al uit het gezicht verloren nog voor we aan land gingen. Ik sprong uit de boot en liep zo hard als ik durfde ™e', grote zijden zakdoek onder mijn hoed voor de Koelte, en hield voor alle veiligheid een koppel pistolen klaar met kruit op de pan. Ik had nog geen honderd meter gelopen, toen ik aan d?. palissade kwam. De ligging was zo gunstig mogelijk. Bijna op het hoogste punt van een lage heu vel ontsprong een heldere bron. Op de heuvel en om de bron heen hadden ze een stevig blokhuis gebouwd, groot genoeg om in geval van nood een veertigtal mensen te bevatten en aan alle kanten voorzien van schietgaten voor musketten. Rondom was een aanzienlijke uitgestrektheid vrijgemaakt van gewas en om deze open ruimte was een palis sade van zes voet hoog, zc Ier deur of opening, te stevig om zonder moeite en tijdverlies te worden omvergehaald en te open om beschutting te bie den aan eventuele belegeraars. Degenen die het blokhuis bezetten, waren in elk opzicht in het over wicht; zij stonden rustig in hun schuilplaats en kon den de anderen als patrijzen neerleggen. Zij hadden niets nodig dan voedsel en een goede uitkijk, want indien zij niet bij verrassing werden overvallen, zouden zjj het tegen een heel regiment kunnen houden. Wat mij vooral aantrok, dat was de bron. Want hoewel wjj in de kajuit van de Hispaniola een uit stekende positie innamen en ruim voorzien wanen van wapenen en ammunitie en levensmiddelen, en uitmuntende wijnen, hadden wij één ding over het hoofd gezien wij hadden geen water. Terwijl ik dit overdacht, weerklonk over het eiland de kreet van een man in doodsnood. Ik heb meer mensen een gewelddadige dood zien sterven ik heb de eer gehad onder Z.K.H. de hertog van Cumberland te dienen en ben zelf bij Fontenoye gewond doch op dat ogen blik sloeg mijn pols toch sneller. „Dat moet Jim Hawkins zijn," dacht ik. Het heeft zijn voordelen als men soldaat is ge weest, maar meer nog als men arts is geweest. In as werk is er geen tijd voor wikken en wegen En zo nam ik ook nu onmiddellijk een besluit, keerde zonder tijd te verliezen naar het strand terug en sprong aan boord van de jol. Het geluk wilde dat Hunter een uitstekend roeier was. Het water spoot van de boeg, en weldra lag de boot langszij en was ik weer aan boord van de schoener. Ik vond allen zeer geschokt, zoals voor de hand lag. Trelawney, goedhartig als hij was, zat wit als een doek op zijn stoel bij de gedachte aan alle ellende waarin hij ons had gestort, en met een van de zes matrozen op het voordek was het al niet veel beter gesteld. „Die man daar," zei kapitein Smollet met een knikje in zijn richting, „is een nieuweling in dit vak. Toen hij die schreeuw hoorde, dokter, scheelde het niet veel, of hij was flauwgevallen. Als ik maar naar z'n roer wijs, zeilt hij met vlag en wimpel onze kant uit." Ik deelde mijn plan aan de kapitein mee, en samen regelden wij de bijzonderheden van de uitvoering. Wij zetten Redruth op post bij de loopbrug tussen de kajuit en het voorschip, met een viertal geladen musketten en een matras als borstwering. Hunter had de jol verhaald tot hij onder de achterpoort lag en Joyce en ik begonnen hem te laden met blikjes kruit, musketten, zakken scheepsbeschuit, vaatjes vlees, een vaatje cognac en niet te vergeten mijn onschatbare medicijnkist. Intussen waren Tre lawney en de kapitein aan dek gebleven, en de laatste riep de bootsmansmaat aan, die de hoogste in rang was van de aan boord gebleven muiters. „Hands," zei hij, „we staan hier met ons tweeën en elk van ons heeft een koppel pistolen. Als een van jullie zessen ook maar het minste teken geeft, heeft zijn laatste uur geslagen." Zij waren niet wei nig van hun stuk gebracht, en na enig beraad storm den zij allen de voordekstrap af, ongetwijfeld met de bedoeling ons van achteren aan te vallen. Doch toen zij zagen, dat Redruth hun in de verbindings gang stond op te wachten, maakten ze onmiddellijk rechtsomkeert en een hoofd kwam weer boven het dek uit. „Naar onderen, schurk!" riep de kapitein. Het hoofd verdween weer en wij vernamen voorlo pig niets meer van deze zes wel zeer flauwhartige zeelieden. Intussen hadden wij de jol zo zwaar geladen als wij maar durfden, alles lag op en over elkaar, zó als wij de dingen er in hadden geworpen, en Joyce en ik klommen uit de achterpoort en roeiden zo snel wij konden naar het strand. (Wordt vervolgd) wezen, dat de deskundige voor de huis artsen op een onkostenbudget kwam van 12.866 terwijl de economen van de ziekenfondsen op een budget van 8.512 kwamen. De partijen kwamen overeen het budget te bepalen op 10.600. „Zoals men ziet, waren er dus zeer aanmerkelijke verschillen. Het zijn divergenties, die in vrijwel alle posten van het onkostenbudget zijn terug te vin den. Is het wonder, dat de tegenstemmers niet het resultaat van de onderhandelen de partijen mede voor hun verantwoor ding konden nemen?" Met name bleek er bij de tegenstem mers zeer veel bezwaar te bestaan te gen de post „gederfde rente" in de on- kostenrekening. Het gaat hier om de posten gederfde rente van vorderingen, kasgeld en aanloopverlies, die ten las te van de huisarts komen (plm. 1.300 per jaar aan rente). Onder aanloopver lies verstaat men de kosten, die de arts in de aanloop van zijn praktijk moet maken om tot een normale praktijk te komen. Economisch - theoretisch is er tegen de renteberekening niets in te brengen, aldus „De Ondernemer". Alle werken den op academisch niveau, ook de be drijfsartsen, waarmee de huisartsen zich hebben willen vergelijken, hebben die kosten (gehad). Zij moeten die echter betalen uit hun salaris dat door de huis artsen als norm is genomen, zonder eerst de gederfde rente af te trekken. Alles bijeen achtten de tegenstanders de onkostenberekening van 10.600 per jaar bij een normpraktijk van 2700 zie kenfonds- en 300 particuliere patiënten te hoog. De heer Landheer antwoordt in „Me disch Contact", dat wanneer een bedrijfs arts zijn functie aanvaardt hij helemaal geen praktijkkosten heeft en een aan- vangsalaris ontvangt, dat hem in staat stelt in zijn levensonderhoud te voorzien. „Het aanloopverlies is n.l. berekend, uitgaande van het feitelijke gegeven, dat de zich vestigende arts enerzijds be roepskosten heeft (huur, inrichting, e.d.) die de ambtelijk werkende academicus niet heeft, en anderzijds de eerste jaren geen of nagenoeg geen praktijkinkom sten heeft, in tegenstelling weer met de ambtelijke academicus, die wel zij het dan dat hij in de regel belangrijk lagere salariëring geniet dan in zijn latere loopbaan net geval zal zijn een salaris ontvangt." Het zijn voornamelijk beleidsbeslissin gen geweest, waartegen de tegenstem mers in de Ziekenfondsraad bezwaar hebben gemaakt, aldus „De Onderne ming". De conclusie luidde, dat de on- kostenrekening tezamen met de bere kening van het eigenlijke honorarium een uitkomst gaf, die over de gehele lijn gezien als te ruim werd aangemerkt. „Het is voor ons weinig twijfelachtig, dat de goedkeuring door de Ziekenfonds raad uiteindelijk weinig moeite zou heb ben gegeven indien of de onkostenre- kening of de berekening van de te ver richten diensten een enigszins andere opstelling te zien had gegeven". „De Onderneming" meent tenslotte, dat bij de standpuntbepaling van de te genstemmers ook een gevoel van on behagen over de wijze waarop de zie kenfondspraktijk soms wordt uitgeoe fend, een rol heeft gespeeld. De heer Landheer antwoord in „Medisch Con tact", dat dit gevoel van onbehagen ook bij de huisartsen aanwezig is, maar ook de onmogelijkheid deze te verbeteren. Alleen een betere honorering kan de ba sis voor een nieuwe opbouw zijn. De voorzitter van de L.S.V. betoogt, dat de gemiddelde praktijk voor de oorlog voor 40 pet. uit ziekenfonds patiënten bestond, thans voor 85 pet. De particuliere patiënten geven de arts een beduidend hoger honorarium. „Er is dus sedert het Ziekenfondsen- besluit en nog geleidelijk daarna een groot deel van het inkomen der art sen genaast". Tijdens de oorlog heb ben de artsen geweigerd te spreken over honorariumverhoging. Na de de oorlog zijn zij zeer verbitterd over de gang van zaken. Er bleek weinig begrip en waardering voor hun hou ding te bestaan en niet ingezien werd, dat alleen al de totaal gewijzigde ge zondheidstoestand van de bevolking een honorariumverhoging dringend mogelijk maakte. De heer Landheer vindt het droevig er aan te moeten herinneren, dat een honorarium van 5 per verzekerde in een praktijk van maar liefst 3000 ziekenfondspatiënten ƒ15.000 opbracht, waarvan gemiddeld meer dan de helft aan onkosten weg ging, terwijl vele artsen kleinere prak tijken hadden en lang niet allen over neveninkomsten beschikten. Toen er in de afgelopen jaren sprake was van een ernstige onderhonorering, aldus de heer Landheer, hebben de art sen zeer weinig gevoel voor verantwoor delijkheid op dit punt bespeurd bij de tegenstemmers. Schrijver bespeurde hun belangstelling voor het eerst toen het honorarium tot 7 zou worden op getrokken. „Ook toen bleken hun be zwaren tenslotte onvoldoende gefun deerd". De voorzitter besluit: „Nu is de si tuatie zo, dat er in Nederland geen contaetdwang bestaat. Dat wil dus zeg gen, dat wanneer een voor de huisarts aanvaardbaar contract onmogelijk ge maakt wordt, er geen contract komt. Wanneer deze contractloze toestand ge volgd zou worden door pogingen tot indirecte contractdwang, zal er een uiterst gespannen situatie ontstaan. Mo ge het gezond verstand de weg wijzen. Aan alle betrokkenen. Maar de huis artsen willen niet de dupe zijn van een competentiestrijd tussen fondsen en „bedrijfsleven". Met enig gezond ver stand zal ieder dit moeten inzien". De verbittering is zo groot, dat de artsen slechts weinig mogelijkheden meer zien om de situatie op te lossen. „Zeker niet wanneer men -lders meent met een summiere argumentatie het werk van twee lange jaren te kunnen afbre ken."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 7