Hoe staan de provinciale orkesten er voor? Beswaren tegen het classificatie-systeem Kruiswoordraadsel Minister Suurhoff vraagt advies aan Sociaal Economische Raad Engeland zal niet berusten ERIC DE NOORMAM Mgr. B. Alfrink recipieert Macmillan: EORA dreigt DINSDAG 6 DECEMBER 1955 PAGINA (Van onze speciale verslaggever) Y T et is welhaast een overbodigheid op te h~j merken, dat er sinds de bevrijding iets •*- gaande is in het provinciaal muziekleven, ledereen, die ook maar enigszins op de hoogte is, heeft dat al lang geconstateerd. Ook in de provin cie is de belangstelling voor goede muziek, evenals in de grote steden, enorm toegenomen. Het zou wellicht interessant zijn een onderzoek in te stellen naar de oorzaken daarvan. Maar dat valt buiten het kader van dit artikel. Een andere vraag is óf en in hoeverre aan de kennelijk gestegen behoefte wordt voldaan. En dat is dan uiteraard vooral een vraag, die het nauwste verband houdt met een andere: hoe is het artistiek en vooral ook zakelijk gelegen met de provinciale orkesten? Want zij zijn het tenslotte die het moeten dóen. Er is vooral de laatste tijd zo het een en ander te doen geweest met de provinciale muziekensembles. Men weet het: het Overijssels Symphonie Orkest werd in 1951+ geheel beroepsorkest, het Arnhems Orkest werd gemetamorfoseerd in het Gelders Orkest, nog onlangs werd het Maastrichts Stedelijk Orkest bevorderd tot Limburgs Symphonie Orkest en de Haarlemse Orkest Vereniging werd al éérder tot het Noordhollands Philharmonisch. Het Friese Orkest - tot nog toe een amateur-ensemble - is bezig met een grootscheepse actie, die tot verhef fing moet leiden; en daar is dan tenslotte het Brabants Orkest, dat eigenlijk in dit verband een hoofdstuk op zich is, nademaal het zich in de korte tijd van zijn bestaan vijf jaar) opwerkte tot be paald het belangrijkste provinciale ensemble. Het ziet er zo op het eerste gezicht dus nogal rooskleurig uit. En de situatie is inderdaad ook niet zo slecht. Maar dat neemt niet weg, dat er nog het een en ander gebeuren moet vóór en aleer men kan spreken van een ideaal provinciaal mu ziekleven en vooral van een perfect geregeld provinciaal orkestwezen. PRIX GONCOURT voor ROGER IKOR Pater Dion stelt vertrek uit m Noodvoorziening weduwen en wezen Delfts Madrigaalkoor op tournee Sovjet-filosofen naar fabrieken „Een tweede Cyprus"? Premier van Singapore herhaalt eis voor on af h anke 1 ij khe i d Khroesjtsjev verliest niet de hoop op ontwapening Honderden priesters en leken maken opwachting Nieuwe burgemeester van Alphien en Riel Herderlijk schrijven over de Saarlandse landdagverkiezingen Generaal L. Norstad in Nederland Besprekingen met irStaf De Bredase gevangenen Von Brentano niet maar Den Haag 8 9 10 11 Kwestie-Cyprus Russische berisping voor twee Amerikaanse journalisten MEANY voorzitter van nieuwe vakbonds federatie in de V.S. Geen zinnig mens zal het tegenspreken wanneer men constateert, dat een goea zakelijke grondslag voor een orkest van het allerhoogste belang is. Ook in artis tiek opzicht. Immers de personeel- sterkte van een orkest, de aanschaf van instrumenten en partituren, de maat schappelijke welstand van de orkest leden, de mogelijkheid om goede solis ten aan te trekken, het zijn alles bij el kaar slechts luttele factoren die het ar tistieke peil van het ensemble wel dege lijk beslissend bepalen, maar die noch tans een zakelijke ondergrond hebben. Een orkest is een bedrijf, dat evenals ieder leeft van vraag en aanbod, en dat staat of valt met een wel of niet behoorlijke, zakelijke leiding. Een orkest echter, dat zichzelf be druipt, behoort krachtens de ervaring tot de onmogelijkheden. Als „algemeen cultureel goed" is het dus ook een aan gelegenheid van overheidszorg. Men mag daarbij wel opmerken dat de over heid zelf, inzonderheid wat de provin ciale beroepsorkesten betreft, zulks eigenlijk pas na de tweede wereldoorlog is gaan beseffen, althans tónen. Daar vóór was van een overheidsbeleid in deze zaken nauwelijks sprake. En men kan daaraan wel toevoegen, dat de pro vinciale orkesten, zoals zij heden ten dage reilen en zeilen, van dit vooroor logse gebrek aan daadwerkelijke be langstelling van „hogerhand" nu nog de naweeën ondervinden. Hoe is de situatie nu op het ogen blik? Zoals men weet zijn de Neder landse Orkesten, voor wat de Rijkssub sidie aangaat, verdeeld in vier klassen! Met dien verstande dat het Concertge bouw Orkest behoort tot klasse A, het ■Residentie Orkest tot klasse B, het Rot terdams Philharmonisch en het Utrechts Stedelijk tot klasse C en de Brabantse, Groningse. Gelders. Limburgse en Over ijsselse Orkesten tot klasse D De sub sidie nu bestaat hieruit dat vijftig procent van het bedrag aan salarissen en sociale lasten van elk orkest door het Rijk wordt betaald, dat wil zeggen ^óor een maximum aantal van 56 mu sici. Dit classificatie-systeem nu heeft, vooral voor de Provinciale Orkesten, zijn uitgesproken nadelen. Het eerste en voornaamste daarvan is dat wel van het „verloop". Immers, het spreekt wel vanzelf dat elk zichzelf respecterend orkestmusicus er naar streeft een hogere en dus beter ge salarieerde klasse te bereiken. Dit is redelijk, maar het kan voor de „la gere" orkesten een funeste invloed hebben. Het s een tijd zó geweest dat de provinciale ensembles practisch als opleidingsinstituut fungeerden voor de grote orkesten. Zo gauw namelijk een bepaalde musicus voldoende or kestroutine had opgedaan was hij rijp voor een hoger geklasseerd ensemble. En hij vertrok dan meestal ook wel. Die mogelijkheid had hij des te meer. nademaal er in Nederland bepaald een tekort heerst aan bekwame, ge schoolde orkestmusici. Een nog altijd niet welomlijnde en goed gefundeerde opleiding tot orkestmusicus is daar aan ook niet vreemd. Maar daar ligt in ieder geval het feit dat bijvoor beeld het Brabants Orkest het sei zoen 1954-1955 moest beginnen met 18 nieuwe musici (25 procent) en het Overijssels Philharmonisch Orkest met 11 nieuwe orkestleden. Hetgeen, zoals een kind kan begrijpen, ongetwij feld remmend moet werken op de ar tistieke ontwikkeling van genoemde ensembles. Er is nu onlangs een „Memorandum" verschenen van het „Verbond van Ver enigingen van leden der Symphonie-Or- kesten. aangesloten bij de Nederlandse Federatie van Beroepsverenigingen van Kunstenaars" Een memorandum, dat o.m. constateert dat „door het gebrek aan musici en door de nog steeds te geringe salariëring in de lagere klas sen en groepen de classificatie van de orkesten tot moeilijkheden en zelfs wrij vingen aanleiding geeft". Het beschouwt verder de kern van de moeilijkheden te liggen in het bovenvermelde tekort aan geschoolde krachten en het wil dien overeenkomstig daarin op de eerste plaats verbetering brengen. Daarnaast acht het een herziening van de salaris sen nodig. En het stelt ook het een en ander over de classificatie, waarvan het eveneens een herziening noodzakelijk vindt, al vindt het algehele nivellering ongewenst. Er is, zo zegt het, nu een maal sprake van een artistieke gradatie en het wil de orkestleden de aantrekke lijkheid van „kans op promotie" niet ontnemen. Het pleit tenslotte voor een classifi catie in die zin dat het Concertgebouw Orkest in de A-klasse valt, het Resi dentie-Orkest, het Rotterdams Philhar monisch en het U.S.O. in de tweede en overige orkesten in de derde. Met dien verstande dat de maximum-salarissen voor de laagste groepen in de laagste klassen niet beneden de 6000.-. mo gen liggen, zijnde de door de overheid getrokken „weistandsgrens". Ais wij wel zijn ingelicht is deze ge- dachtengang van het Verbond niet die van de „lagere" orkesten, althans niet van enkele daarvan. Zij verzetten zich niet alleen tegen de thans bestaande classificatie, maar tegen een classifi catie in het algeméén. Voorzover de classificatie mocht berusten, zo stellen zij, op verschil in artistieke kwaliteit van de orkesten zou het redelijk zijn, dat een aparte regeling gold voor het Amsterdamse Orkest en het Residentie orkest, maar een verdere differentiatie achten zij ook dan uit den boze. Een classificatie naar standplaatsverschil len verwerpen zjj omdat de daaruit voortvloeiende verouderde salarisver schillen een ongezond verloop in de per soneelsbezetting in de hand werken. Tenslotte hebben zij ook ernstige be zwaren tegen een classificatie in zover- go zjj de omvang van een orkest wil beïnvloeden. Hoe dit alles ook zij, feit is, dat een cultuurpolitiek van de overheid nooit gericht kan zijn op een beknotten van de ontwikkeling van de provinciale or kesten. En het zal dan ook wel niet zo'n vaart lopen. Als wij wel zijn inge licht zijn de besprekingen „op hobg ni veau" reeds gaande om te komen tot een meer „uitgekiende" situatie. Dus ook de samenwerking die sinds ander half jaar bestaat tussen de zakelijke leiders van alle Nederlandse Beroeps orkesten heeft reeds vruchten afgewor pen. Bij dit alles blijft het redelijk dat de regering slechts bereid is die pro vinciale orkesten te helpen, die in staat zijn tot op zekere hoogte zichzelf te helpen. Maar de nu bestaande „lagere" orkesten kunnen dat inderdaad ook. Het Brabants Orkest met name is in dit verband een lichtend voorbeeld. Maar ook de andere ensembles in de provin cie hebben zich in de loop der jaren verzekerd van de morele én daadwer kelijke (financiële) steun van gemeente lijke en particuliere instanties. En zij konden dat ook op goede gronden doen, nademaal zij stuk voor stuk hun grote verdiensten hebben voor wat betreft het culturele leven in hun respectieve gewesten. Zij voldoen inderdaad aan een zeer reëel bestaande behoefte. Enkele nuchtere cijfers kunnen dat enigszins illustreren. Vorig seizoen had het Bra bantse 175, het Limburgse 109 en het Overijsselse 85 podiumbeurten. Alle pro vinciale orkesten dragen zeel veel bij tot de muzikale ontwikkeling van de jeugd. Tot in de kleinste plaatsjes toe immers geven zij jeugdconcerten. Hun artistiek niveau moge nog voor verbe tering vatbaar zijn, over het algemeen kan men met een gerust geweten con stateren, dat in de provincie op verant woorde wijze wordt gemusiceerd. Waar de zaken zo liggen is het dus gewenst dat men inderdaad komt tot een dus danige regeling, dat zij zich naar be hoefte, maar in ieder geval in ge paste vrijheid kunnen ontwikkelen. Overigens als de tekenen niet bedrie gen, zal dit niet zo heel lang meer duren. 14. Somber gestemd keert het drietal terug op 4iet punt van uitgang. Als Eric met zijn mensen de toestand bespreekt, valt Erwin hem telkens in de rede met schimpscheuten op Svein Langtand, wie hij de schuld van alles geeft. „Staak dat nutteloze gepraat, Erwin", valt de Noorman geërgerd uit. „Dat Svein een piraat is en ons in de steek heeft gelaten, is nu wel bekend. Daar hoeven wij niet meer over te praten. De vraag waar wij ons mee bezig moeten houden is, hoe wij van dit kale eiland af komen. En aangezien wij zelf geen schip meer hebben, moeten wij het dus hebben van schepen, die hier voorbij varen". „Die kans is niet zo groot", merkt Cendrach be daard op. „De beschrijving, die u van dit eiland en de omgeving geeft, doet mij sterk vermoeden, dat wij ons in „de zee der duizend klippen" bevin den, zoals onze zeelieden het noemen. Schepen blijven hier liefst zo ver mogelijk vandaan". „Ik vraag mij af, of wij Noorwegen ooit nog terug zullen zien", fluistert Winonah moedeloos. „Ik twijfel niet aan uw woorden, Cen drach", wendt Eric zich tot de oude scheepsbouwer, „maar dat neemt niet v,eg dat wij geen enkele kans onbenut mogen laten. Daarom moeten wij van dit ogenblik af dag en nacht de wacht houden". Hij deelt ploegen in, die om de beurt uitkijkposten op hoge punten langs de kust betrekken. Een deel van de mannen, die vrij zijn, verzamelt wrakhout voor het vuur, ten ander deel jaagt op konijnen. Langzaam verstrijkt de dag; het wordt avond. Eensklaps worden allen opgeschrikt door het schreeuwen van één van de wachtposten, die ademloos komt aanrennen. „Heer Eric", roept hij reeds van verre, „een schip!" Opgewonden begeeft Erie zich met een paar man naar boven. „Het voer in de richting van dat grote eiland daar", wijst de wachter. Van het schip is niets meer te zien. Zij zien echter wel iets anders: boven dat eiland hangt een vaag lichtschijnsel. „Een vuur!" roept de Noorman verheugd. „Dat betekent, dat daar mensen wonen. Axe, Half ra, wij gaan er direct met het roeibootje heen". De belangrijkste literaire prijs van Frankrijk, de Prix Goncourt, is gisteren toegekend aan Roger Ikor, voor zijn roman „Les eaux mêlées". De prix*-Théophraste-Renaudot, ge woonlijk beschouwd als de troostprijs voor wie de prix-Goncourt gemist heeft, werd enkele minuten later toegewezen aan Georges Govy voor zijn roman „Le moissonneur d'épines". De juryleden van de prix-Goncourt moesten vijfmaal stemmen alvorens de uitspraak vast stond. Ikor kreeg tenslotte vijf stemmen tegen twee op Louis Pau wels' „l'Amour monstre", een stem op Jean Dutour voor zijn „Doucin" en een op Antoine Blondin voor „l'Humeur va- gabonde". Drie van de vier grote literaire prijzen zijn thans toegekend. (Vorige week Maandag kreeg André d'Hotel de prix- Fémina). De volgende week zal de laatste, de prix-Interallié, worden toegewezen. Pater Louis Dion heeft gisteren ver klaard zijn vertrek naar Moskou in op dracht van de Noordamerikaanse ker kelijke autoriteiten voor onbepaalde tijd te hebben uitgesteld. Pater Dion zou zich naar Moskou begeven om de plaats in te nemen van pater Georges Bisso- nette, die in maart van dit jaar werd uitgewezen. Intussen maakte het Russische pers bureau Tass gisteren bekend dat het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken op 2 december een nota heeft ge zonden aan de Amerikaanse ambassa de, waarin wordt gevraagd of de Ame rikaanse autoriteiten van plan zijn aarts bisschop Boris en zijn secretaris in de Verenigde Staten toe te laten. In de no ta werd gezegd dat deze vraag wordt gesteld in verband met een eventueel annuleren van de visa's van aartsbis schop Boris en zijn secretaris en die van pater Dion. Volgens Tass heeft de Ame rikaanse regering nog niet op die nota geantwoord. (ReuterA.F.P.) Zoals bekend, heeft een commissie der Katholieke Volkspartij enige tijd geleden een nota samengesteld betref fende een noodvoorziening voor wedu wen en wezen. Na in deze nota te heb ben vastgesteld, dat een op korte ter mijn te treffen voorziening voor wedu wen en wezen tot de eisen van sociale rechtvaardigheid behoort en dat hierbij op de totstandkoming van een herzie ne definitieve regeling op verzekerings- basis niet kan worden gewacht, ont vouwt de commissie een voorstel voor een noodregeling weduwen- en wezen voorziening, die op korte termijn in werking zou kunn- n treden. In verband hiermede heeft minister Suurhoff een uitvoerig schrijven ge richt tot de Sociaal-Economische Raad, waarin hij bovengenoemde nota rele veert en enige bedenkingen betref fende de technische uitvoering in het geding brengt. De minister meent, dat een van de voornaamste doelein den van de voorgestelde noodregeling, n.l. zoveel mogelijk weduwen buiten de armenzorgsfeer te brengen, door het voorgestelde niet zou worden be reikt en dat met betrekking tot de weduwen, die een iets groter eigen inkomen genieten, de regeling nau welijks zinvol zou kunnen zijn. Waar de S.E.R. zich op verzoek van de staatssecretaris van Sociale Zaken reeds geruime tijd beraadt over een de finitieve oplossing van het vraagstuk der weduwen- en wezenverzekering, heeft de regering het advies van de raad gevraagd omtrent de gewenstheid van het treffen van een noodvoorziening voor weduwen en wezen, in afwachting van de totstandkoming van een defini tieve voorziening op verzekeringsbasis. Zo de Raad omtrent deze vraag in posi tieve zin zou adviseren, wordt advies ge vraagd, omtrent de inhoud van een eventuele noodvoorziening voor wedu wen en wezen, waarbij in het bijzonder Het Delfts Madrigaalkoor, dat onder leiding staat van Pierre van Hauwe en dat reeds enige buitenlandse tournees heeft gemaakt bestaat binnenkort tien jaar. Ter gelegenheid hiervan is opnieuw een tournee samengesteld, die van 2 tot 12 april zal duren en waarbij wordt ge concerteerd in Brussel, Saarbrücken, Stuttgart, Bolzano, Bressanone, Zürich, Straatsburg en Nancy. Voor het jubi leumconcert heeft Pierre van Hauwe een werk voor declamatie koor en or kest, getiteld „Poorters van Delft, hoort Het Sovjetrussische tijdschrift „Filo sofische Vraagstukken" deelt mede, dat Sovjet-filosofen kolchozen en fabrie ken zullen bezoeken, om te leren meer practisch te denken. het verband met de toekomstige verze keringsregeling in het oog ware te hou den. De minister heeft hieraan toegevoegd dat hij het op prijs zou stellen, wan neer de SER zijn advies zoveel moge lijk zou willen bespoedigen. De SER heeft dit verzoek van de minister in handen gesteld van de subcommissie invaliditeitsverzekering en weduwen- en wezenverzekering. De eerste-minister van Singapore, Da vid Marshall, heeft te Nieuw Delhi ver klaard, dat Singapore wellicht „een tweede Cyprus" zal worden indien Engeland niet tegen april 1957 de eis van de kolonie voor onafhankelijkheid zal hebben ingewilligd. Marshall bezoekt momenteel Indië om de steun van premier Nehru voor zijn streven te verkrijgen. Vrijdag wordt hij te Londen verwacht voor besprekingen met de regering. Hij herhaalde dat Sin gapore bereid is, ook na het verkrijgen van zelfbestuur buitenlandse zaken en defensie door de Britten te laten behan delen. (Reuter) Nikita Khroesjtsjev, de eerste secre taris van de Russische communistische partij, heeft gisteren verklaard, dat de Sovjet-Unie wat de mogelijkheid van ontwapening betreft niet de hoop ver liest en dat de Sovjet-leiders zich tot het uiterste zullen inspannen om te komen tot een beëindiging van de koude oor log. Hij sprak na een parade van Bir- maanse troepen te Maymyo, vroeger een Britse legerplaats, ongeveer 70 km ten noord-oosten van Mandalai. De pa rade was de afsluiting van een twee daags bezoek aan de Sjan-staat en Op- per-Birma. Khroesjtsjev zei, dat een leger een kostbaar iets is, doch „wij zijn gedwon gen er een leger op na te houden, om dat er een paar landen zijn die niet wil len instemmen met ontwapening." Hij verklaarde dat de verdediging van het eigen land de belangrijkste taak van een leger is. Ik zou willen, zo beweerde hij, dat uw leger zijn eigen officieren, soldaten en generaals had om dat doel te bereiken. U zou uw eigen militaire academies en instituten moeten hebben. Volgens de diplomatieke medewerker van de Londense „Sunday Dispatch" zal de eerste secretaris der Russische communistische partij, Nikita Khroesj tsjev, binnenkort een poging doen om de hoogste macht in de Sovjet-Unie aan zich te trekken. In het bisschoppelijk paleis te Utrecht heeft mgr. dr. B. J. Alfrink maandag morgen gerecipieerd ter gelegenheid van de inbezitneming van zijn troon. Links leger-aalmoezenier kolonel Van Strae- len biedt zijn gelukwensen aan. Rechts de Commissaris der Koningin in Noord- Brabant, prof. dr. J. E. de Quay. Vele honderden hebben maandag van de gelegenheid gebruik gemaakt mgr. dr. B. J. Alfrink geluk te wensen met zijn benoeming tot aartsbisschop van Utrecht. Hal, gang en trappenhuis van het paleis aan de Maliebaan waren tus sen elf en twaalf uur zo vol, dat de ce- remoniarii van de r.-k. studentenvereni ging „Veritas" de stroom van priesters en leken nauwelijks meer konden over zien. Velen moesten een half uur wach ten alvorens binnen te kunnen gaan in de receptiezaal op de eerste verdieping, waar mgr. Alfrink, terzijde gestaan door de vicaris-generaal, mgr. D. Huur- deman, glimlachend de gelukwensen in ontvangst nam en elke bezoeker een kort persoonlijk woord toevoegde. De kanunniken, van het metropolitaan kapittel, onder wie de proost, mgr. J. van Schaik, mgr. A. van Miltenburg O.F.M., Pauselijk Internuntius in Pa kistan, vrijwel alle dekens van het aartsbisdom, zeer vele pastoors en an dere geestelijken tekenden de felicita- tieregisters. Voorts maakten het hoog waardig heer mgr. dr. W. van Hees, magister-generaal van de Kruisheren, provinciaals en oversten van orden en congregaties hun opwachting, evenals mgr. kol. H. van Straelen, hoofdleger aalmoezenier, en aalmoezenier Verhoe ven van de luchtmacht, prof. mr. dr. J. J. Loeff, secretaris van het Kath. Kerkgenootschap, mgr. dr. W. Koen- raadt en mgr. mr. F. Op de Coul, bei den van het Kath. Bureau voor Onder wijs en Opvoeding, deken A. Wiegerink van Utrecht, prof. Kors van de K.R.O., prof. Pompe, prof. Granpré Molière, prof. Bellon, prof. Weve, prof. Post, prof. Van Melsen, prof. Tellegen en prof. Smijers. Ook het katholiek orga nisatieleven was vertegenwoordigd, alle katholieke standsorganisaties, het Jeugd werk, de K.A., de St.-Willibrordveren> ging, enz. Onder de wereldlijke autoriteiten be vonden zich de commissarissen van de Koningin in de provincies Noord-Bra bant en Overijssel, oud-minister E. Sas sen, mr. H. de Vink, lid van Ged. Sta ten van Utrecht, de burgemeester van Utrecht en de burgemeester van Nij- kerk, geboorteplaats van mgr. Alfrink. Bij K. B. is per 1 januari 1956 be noemd tot burgemeester van Alphen en Rier (N.B.) jhr. mr. J. J. Smits van Oyen, die thans werkzaam is als com mies a op het kabinet van de burge meester van 's-Gravelihage. De nieuwe burgemeester, die op 18 no vember 1924 werd geboren, behoort tot de K.V.P. De bisschoppen van Spiers en Trier, hebben de Saarlandse katholieken in een herderlijk schrijven gezegd, dat zij een van de „christelijke" partijen bij de ko mende landdagverkiezingen moeten steunen. Deze partijen zijn de Christe lijke Volkspartij van oud-premier Hoff mann, die indertijd aanvaarding van het inmiddels verworpen Europese statuut heeft bepleit, en de Saarlandse afdeling van de Christen-Democraten, die tegen dit statuut was gekant. De twee bisschoppen, mgr. dr. Isidor Emanuel en mgr. dr. Mathias Wahr, tussen wier diocesen Saarland is ver deeld, verklaarden dat geestelijken zich buiten politieke bijeenkomsten moeten houden en dat zij vanaf de preekstoel geen opmerkingen moeten maken, waar uit voorkeur voor een van de christe lijke partijen zou blijken. „Ongelukki gerwijze" waren de twee partijen nog niet verenigd, doch de bisschoppen spraken de hoop uit, dat met een ge matigde verkiezingscampagne later wel licht een „vruchtbare samenwerking tussen de twee groepen tot stand Ka worden gebracht. (Reuter). Generaal L. Norstad, plaatsvervan ger voor luchtmachtzaken van de op perbevelhebber der geallieerde strijd krachten in Europa, is vandaag op het vliegveld Valkenburg bij Den Haag aangekomen, waar hij werd begroet door de chef van de luchtmachtstaf, lt.-gen. wn. A. Baretta. Het gezelschap begaf zich hierop naar het ministerie van Marine, waar de minister van Oorlog en van Marine, ir. C. Staf, een lunch aanbood, waaraan vele auto riteiten aanzaten. Tijdens deze bijeen komst werden problemen op het ge bied der luchtverdediging besproken, aldus vernamen wij van officiële zijde. Men mag aannemen, zo vernamen wij van andere zijde, dat deze be sprekingen voor een deel aansloten op de reis, die minister Staf onlangs naar Canada en de Ver. Staten heeft ge maakt en waar o.m. de problemen van de geleide projectielen onder het oog zijn gezien. Officieel is te Bonn verklaard, dat niets bekend is van een voornemen van de Westduitse minister van Bui tenlandse Zaken, Von Brentano, om nog vóór Kerstmis naar Den Haag te gaan teneinde daar met minister Bey- en het vraagstuk der Bredase gevan genen te bespreken. Een door het Westduitse boulevardblad „Bildzei- tung" verspreid bericht is hiermede tegengesproken. Tegelijk gaf men in officiële kringen in Bonn te verstaan, dat men het verschijnen van dergelij ke berichten ten zeerste betreurt. Horizontaal: 1. verdriet - zachte 2. van veren ver wisselen - onbepaald vnw. 3. vergrijp 4. beendervet - geweldig 5. academische graad - nauwe door gang - Econ. Raad (afk.) 6. Europeaan - Romanum Im perium (afk.) 7. cijfer - toiletartikel - Laplands vaar tuig 8. vlug - laatst 9. leuk! - het meest nabij 10. tijdvak - opgeld o 11. inwoner pro- -h vincie-hoofd- stad Verticaal: —t 1. bocht - kenteken Ned. luchtvaart 2. voorspel van opera 3. insekt - nieuwe regel 4. vettige aarde C5 in SO oo - met trots 5. loot - snik - vrijgevig '6. klein draag baar orgel - pers. vnw. 7. vóórexamen 8. handelen - samen 9. Arabisch hoofd - verdieping 10. 11. kenteken mijnheer (Eng.) benauwd bekende brug in Venetië De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Harold Macmillan, heeft giste ren in het Lagerhuis verklaard dat En geland niet bereid is een nederlaag te aanvaarden in z(jn streven naar een „rechtvaardige en eervolle politieke op lossing van de kwestie-Cyprus." De mi nister zei dit bU het openen van een de bat over deze kwestie op verzoek van de Labourpartij. De minister verklaar de dat op het ogenblik onderhandelingen worden gevoerd om te trachten de kioo tussen de standpunten van de bciae re geringen en volken te overbruggc beginsel van zelfbeschikking_JJ minister een goed Pri°,c,PeEnffeiand dit zou kunnen beweren, datEngelandi dlt niet in praktijk heeft gebracht. Doch er waren geografische, traditionele, his torische en strategische overwegingen, waardoor Engeland zich tot op zekere hoogte moest laten leiden bij het behan delen van de vraagstukken in het Mid- dellandse-Zeegebied. Het punt was niet het al of niet erkennen van het begin sel van zelfbeschikking, doch of het moet worden toegepast zonder te letten op andere overwegingen. P®, Griekse regering zegt „zelfbe schikking nu of vrijwel onmiddellijk", j neemt een geheel ander standpunt in, aldus Macmillan. „Het zou naar mijn mening een fout zijn om niet voldoende rekening te houden met de sterkte van de Turkse opvatting. Een dergelijke fout zou wellicht voor Griekenland, voor Turkije, zowel voor de N.A.T.O. als voor onszelf en de vre de in de wereld dodelijk blijken te zijn," aldus de minister. De Eoka, dg nationalistische Cyprioti sche beweging, heeft in een pamflet de bedekte bedreiging geuit dat er aansla gen gedaan zouden kunnen worden op het leven van Britse regeringspersonen. Een pamflet, gericht aan de gouverneur van Cyprus, Sir John Harding, bevatte de zinsneden: „Wij kunnen u bereiken, zelfs in uw slaapkamer, zoals wij spoe dig zullen bewijzen. Wij kunnen ook uw meesters, Eden, Lennox-Boyd en Mac millan bereiken." Gisteren zijn er drie doden gevallen bij een schietpartij tussen Cypriotische opstandelingen en een Brits commando. Een pantserauto van de Britse marine was nabij Amiandos in een hinderlaag geraakt en werd door terroristen be schoten. Een Britse militair, een Cy priotische agent e Cyprioot, die toevallig ter plaatse was, werden dode lijk getroffen. Een tweede militair werd gewond. Een Turkse agent heeft giste ren drie Britse militairen te Famagusta het leven gered door de lont van een bom uit te trappen die op een tafel was geworpen in de hoofdstraat waar de mi litairen een maal nuttigden. Eerder op de dag waren twee bommen geworpen naar Britse militaire patrouillewagens in Famagusta. Een ervan ontplofte, maar richtte geen schade aan. Te La- carna werd een bom in een ezelwagen op de markt gevonden. In het bureau van de districtscommissaris van Nico sia ontplofte gisteravond een tijdbom. De ontploffing geschiedde op korte af stand van het hoofdbureau van politie. Van slachtoffers wordt geen melding gemaakt. (Reuter, U.P.) 4 Harold Macmillan De perschef van het Russische minis terie van Buitenlandse Zaken heeft te genover de Moskouse correspondenten van het persbureau Associated Press en de „New York Times" geprotes teerd naar aanleiding van de bericht geving over de architect A. V. Vlasov. Hjj sprak van „grove verdraaiingen". Indien zoiets nog eens gebeurde, zo zei de perschef, Iljitsjev, zullen de Russen „overeenkomstige maatregelen" nemen. De opmerkingen van Iljitsjev zUn door radio-Moskou uitgezonden. De kritiek van Iljitsjev richtte zich te gen de berichten, waarin gezegd werd dat Vlaso' in ongenade was gevallen en uit al zijn functies gezet. De beris ping van Iljitsjev volgde een maand na het incident. In het algemeen maken de Russen niet veel misbaar om een on juist bericht. De Russische censuur is geen garantie voor juistheid. Censor» laten in gemoede twee of meer diame traal tegengestelde versies van berich ten door. Dit was bU voorbeeld 9 no vember het geval, toen Associated Pres» seinde, dat Vlasov in ongenade geval len was en United Press seinde, dat Vlasov niet in ongenade gevallen was. George Meany, tot nu voorzitter va" het grote Amerikaanse vakverbond, d® A.F.L., is bU acclamatie gekozen voorzitter van de nieuwe vakbondsfo- deratie, welke ontstaan is door een iw sie van de beide machtigste vakbond»' verenigingen A.F.L. en C.I.O., wel» totaal ongeveer vijftien m leden zal tellen. Walter Reuther, voor zitter van de C.I.O., is gekozen vice-voorzitter. De nieuwe organisatie zal zich aan het twee-partijenstelsel houden. Me®*L zei, dat de vakbond een grotere P01'" ke activiteit aan de dag zou >e%* A doch dat de leden vrij zouden suj* stemmen op de partij hunner n Harold Stassen, speciaal assistenr _olt president Eisenhower, heeft te t- .gt onder meer de vrees uitgesproken. sommige vakverenigingsleiders n in, sitie gebruiken om hun politie vloed te vergroten. Mogelijk z d® samenvoeging van de A.F.L. v9n C.I.O. bijdragen tot een vergroting deze „politieke belangstelling. c-.P-' (U.P.—Reuter—A-r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1955 | | pagina 2