Hoe staan de provinciale
orkesten er voor?
Beswaren tegen het classificatie-systeem
Kruiswoordraadsel
Minister Suurhoff vraagt advies
aan Sociaal Economische Raad
Engeland
zal niet
berusten
ERIC DE NOORMAM
Mgr. B. Alfrink
recipieert
Macmillan:
EORA dreigt
DINSDAG 6 DECEMBER 1955
PAGINA
(Van onze speciale verslaggever)
Y T et is welhaast een overbodigheid op te
h~j merken, dat er sinds de bevrijding iets
•*- gaande is in het provinciaal muziekleven,
ledereen, die ook maar enigszins op de hoogte is,
heeft dat al lang geconstateerd. Ook in de provin
cie is de belangstelling voor goede muziek, evenals
in de grote steden, enorm toegenomen. Het zou
wellicht interessant zijn een onderzoek in te stellen
naar de oorzaken daarvan. Maar dat valt buiten
het kader van dit artikel. Een andere vraag is óf
en in hoeverre aan de kennelijk gestegen behoefte
wordt voldaan. En dat is dan uiteraard vooral een
vraag, die het nauwste verband houdt met een
andere: hoe is het artistiek en vooral ook zakelijk
gelegen met de provinciale orkesten? Want zij zijn
het tenslotte die het moeten dóen. Er is vooral de
laatste tijd zo het een en ander te doen geweest
met de provinciale muziekensembles. Men weet
het: het Overijssels Symphonie Orkest werd in
1951+ geheel beroepsorkest, het Arnhems Orkest
werd gemetamorfoseerd in het Gelders Orkest,
nog onlangs werd het Maastrichts Stedelijk Orkest
bevorderd tot Limburgs Symphonie Orkest en de
Haarlemse Orkest Vereniging werd al éérder tot
het Noordhollands Philharmonisch. Het Friese
Orkest - tot nog toe een amateur-ensemble - is
bezig met een grootscheepse actie, die tot verhef
fing moet leiden; en daar is dan tenslotte het
Brabants Orkest, dat eigenlijk in dit verband een
hoofdstuk op zich is, nademaal het zich in de korte
tijd van zijn bestaan vijf jaar) opwerkte tot be
paald het belangrijkste provinciale ensemble.
Het ziet er zo op het eerste gezicht dus nogal
rooskleurig uit. En de situatie is inderdaad ook
niet zo slecht. Maar dat neemt niet weg, dat er
nog het een en ander gebeuren moet vóór en aleer
men kan spreken van een ideaal provinciaal mu
ziekleven en vooral van een perfect geregeld
provinciaal orkestwezen.
PRIX GONCOURT
voor ROGER IKOR
Pater Dion stelt
vertrek uit
m
Noodvoorziening weduwen en wezen
Delfts Madrigaalkoor
op tournee
Sovjet-filosofen
naar fabrieken
„Een tweede Cyprus"?
Premier van Singapore
herhaalt eis voor
on af h anke 1 ij khe i d
Khroesjtsjev verliest
niet de hoop op
ontwapening
Honderden priesters en
leken maken opwachting
Nieuwe burgemeester van
Alphien en Riel
Herderlijk schrijven
over de Saarlandse
landdagverkiezingen
Generaal L. Norstad
in Nederland
Besprekingen met irStaf
De Bredase gevangenen
Von Brentano niet
maar Den Haag
8 9 10 11
Kwestie-Cyprus
Russische berisping voor
twee Amerikaanse
journalisten
MEANY voorzitter
van nieuwe vakbonds
federatie in de V.S.
Geen zinnig mens zal het tegenspreken
wanneer men constateert, dat een goea
zakelijke grondslag voor een orkest van
het allerhoogste belang is. Ook in artis
tiek opzicht. Immers de personeel-
sterkte van een orkest, de aanschaf van
instrumenten en partituren, de maat
schappelijke welstand van de orkest
leden, de mogelijkheid om goede solis
ten aan te trekken, het zijn alles bij el
kaar slechts luttele factoren die het ar
tistieke peil van het ensemble wel dege
lijk beslissend bepalen, maar die noch
tans een zakelijke ondergrond hebben.
Een orkest is een bedrijf, dat evenals
ieder leeft van vraag en aanbod, en
dat staat of valt met een wel of niet
behoorlijke, zakelijke leiding.
Een orkest echter, dat zichzelf be
druipt, behoort krachtens de ervaring
tot de onmogelijkheden. Als „algemeen
cultureel goed" is het dus ook een aan
gelegenheid van overheidszorg. Men
mag daarbij wel opmerken dat de over
heid zelf, inzonderheid wat de provin
ciale beroepsorkesten betreft, zulks
eigenlijk pas na de tweede wereldoorlog
is gaan beseffen, althans tónen. Daar
vóór was van een overheidsbeleid in
deze zaken nauwelijks sprake. En men
kan daaraan wel toevoegen, dat de pro
vinciale orkesten, zoals zij heden ten
dage reilen en zeilen, van dit vooroor
logse gebrek aan daadwerkelijke be
langstelling van „hogerhand" nu nog de
naweeën ondervinden.
Hoe is de situatie nu op het ogen
blik? Zoals men weet zijn de Neder
landse Orkesten, voor wat de Rijkssub
sidie aangaat, verdeeld in vier klassen!
Met dien verstande dat het Concertge
bouw Orkest behoort tot klasse A, het
■Residentie Orkest tot klasse B, het Rot
terdams Philharmonisch en het Utrechts
Stedelijk tot klasse C en de Brabantse,
Groningse. Gelders. Limburgse en Over
ijsselse Orkesten tot klasse D De sub
sidie nu bestaat hieruit dat vijftig
procent van het bedrag aan salarissen
en sociale lasten van elk orkest door
het Rijk wordt betaald, dat wil zeggen
^óor een maximum aantal van 56 mu
sici.
Dit classificatie-systeem nu heeft,
vooral voor de Provinciale Orkesten,
zijn uitgesproken nadelen. Het eerste
en voornaamste daarvan is dat wel
van het „verloop". Immers, het
spreekt wel vanzelf dat elk zichzelf
respecterend orkestmusicus er naar
streeft een hogere en dus beter ge
salarieerde klasse te bereiken. Dit is
redelijk, maar het kan voor de „la
gere" orkesten een funeste invloed
hebben. Het s een tijd zó geweest dat
de provinciale ensembles practisch
als opleidingsinstituut fungeerden voor
de grote orkesten. Zo gauw namelijk
een bepaalde musicus voldoende or
kestroutine had opgedaan was hij rijp
voor een hoger geklasseerd ensemble.
En hij vertrok dan meestal ook wel.
Die mogelijkheid had hij des te meer.
nademaal er in Nederland bepaald
een tekort heerst aan bekwame, ge
schoolde orkestmusici. Een nog altijd
niet welomlijnde en goed gefundeerde
opleiding tot orkestmusicus is daar
aan ook niet vreemd. Maar daar ligt
in ieder geval het feit dat bijvoor
beeld het Brabants Orkest het sei
zoen 1954-1955 moest beginnen met 18
nieuwe musici (25 procent) en het
Overijssels Philharmonisch Orkest
met 11 nieuwe orkestleden. Hetgeen,
zoals een kind kan begrijpen, ongetwij
feld remmend moet werken op de ar
tistieke ontwikkeling van genoemde
ensembles.
Er is nu onlangs een „Memorandum"
verschenen van het „Verbond van Ver
enigingen van leden der Symphonie-Or-
kesten. aangesloten bij de Nederlandse
Federatie van Beroepsverenigingen van
Kunstenaars" Een memorandum, dat
o.m. constateert dat „door het gebrek
aan musici en door de nog steeds te
geringe salariëring in de lagere klas
sen en groepen de classificatie van de
orkesten tot moeilijkheden en zelfs wrij
vingen aanleiding geeft". Het beschouwt
verder de kern van de moeilijkheden
te liggen in het bovenvermelde tekort
aan geschoolde krachten en het wil dien
overeenkomstig daarin op de eerste
plaats verbetering brengen. Daarnaast
acht het een herziening van de salaris
sen nodig. En het stelt ook het een en
ander over de classificatie, waarvan
het eveneens een herziening noodzakelijk
vindt, al vindt het algehele nivellering
ongewenst. Er is, zo zegt het, nu een
maal sprake van een artistieke gradatie
en het wil de orkestleden de aantrekke
lijkheid van „kans op promotie" niet
ontnemen.
Het pleit tenslotte voor een classifi
catie in die zin dat het Concertgebouw
Orkest in de A-klasse valt, het Resi
dentie-Orkest, het Rotterdams Philhar
monisch en het U.S.O. in de tweede en
overige orkesten in de derde. Met dien
verstande dat de maximum-salarissen
voor de laagste groepen in de laagste
klassen niet beneden de 6000.-. mo
gen liggen, zijnde de door de overheid
getrokken „weistandsgrens".
Ais wij wel zijn ingelicht is deze ge-
dachtengang van het Verbond niet die
van de „lagere" orkesten, althans niet
van enkele daarvan. Zij verzetten zich
niet alleen tegen de thans bestaande
classificatie, maar tegen een classifi
catie in het algeméén. Voorzover de
classificatie mocht berusten, zo stellen
zij, op verschil in artistieke kwaliteit
van de orkesten zou het redelijk zijn,
dat een aparte regeling gold voor het
Amsterdamse Orkest en het Residentie
orkest, maar een verdere differentiatie
achten zij ook dan uit den boze. Een
classificatie naar standplaatsverschil
len verwerpen zjj omdat de daaruit
voortvloeiende verouderde salarisver
schillen een ongezond verloop in de per
soneelsbezetting in de hand werken.
Tenslotte hebben zij ook ernstige be
zwaren tegen een classificatie in zover-
go zjj de omvang van een orkest wil
beïnvloeden.
Hoe dit alles ook zij, feit is, dat een
cultuurpolitiek van de overheid nooit
gericht kan zijn op een beknotten van
de ontwikkeling van de provinciale or
kesten. En het zal dan ook wel niet
zo'n vaart lopen. Als wij wel zijn inge
licht zijn de besprekingen „op hobg ni
veau" reeds gaande om te komen tot
een meer „uitgekiende" situatie. Dus
ook de samenwerking die sinds ander
half jaar bestaat tussen de zakelijke
leiders van alle Nederlandse Beroeps
orkesten heeft reeds vruchten afgewor
pen. Bij dit alles blijft het redelijk dat
de regering slechts bereid is die pro
vinciale orkesten te helpen, die in staat
zijn tot op zekere hoogte zichzelf te
helpen. Maar de nu bestaande „lagere"
orkesten kunnen dat inderdaad ook. Het
Brabants Orkest met name is in dit
verband een lichtend voorbeeld. Maar
ook de andere ensembles in de provin
cie hebben zich in de loop der jaren
verzekerd van de morele én daadwer
kelijke (financiële) steun van gemeente
lijke en particuliere instanties. En zij
konden dat ook op goede gronden doen,
nademaal zij stuk voor stuk hun grote
verdiensten hebben voor wat betreft het
culturele leven in hun respectieve
gewesten. Zij voldoen inderdaad aan een
zeer reëel bestaande behoefte. Enkele
nuchtere cijfers kunnen dat enigszins
illustreren. Vorig seizoen had het Bra
bantse 175, het Limburgse 109 en het
Overijsselse 85 podiumbeurten. Alle pro
vinciale orkesten dragen zeel veel bij
tot de muzikale ontwikkeling van de
jeugd. Tot in de kleinste plaatsjes toe
immers geven zij jeugdconcerten. Hun
artistiek niveau moge nog voor verbe
tering vatbaar zijn, over het algemeen
kan men met een gerust geweten con
stateren, dat in de provincie op verant
woorde wijze wordt gemusiceerd. Waar
de zaken zo liggen is het dus gewenst
dat men inderdaad komt tot een dus
danige regeling, dat zij zich naar be
hoefte, maar in ieder geval in ge
paste vrijheid kunnen ontwikkelen.
Overigens als de tekenen niet bedrie
gen, zal dit niet zo heel lang meer
duren.
14. Somber gestemd keert het drietal terug op 4iet punt van uitgang. Als
Eric met zijn mensen de toestand bespreekt, valt Erwin hem telkens in de
rede met schimpscheuten op Svein Langtand, wie hij de schuld van alles
geeft. „Staak dat nutteloze gepraat, Erwin", valt de Noorman geërgerd uit.
„Dat Svein een piraat is en ons in de steek heeft gelaten, is nu wel bekend.
Daar hoeven wij niet meer over te praten. De vraag waar wij ons mee bezig
moeten houden is, hoe wij van dit kale eiland af komen. En aangezien wij
zelf geen schip meer hebben, moeten wij het dus hebben van schepen,
die hier voorbij varen". „Die kans is niet zo groot", merkt Cendrach be
daard op. „De beschrijving, die u van dit eiland en de omgeving geeft, doet
mij sterk vermoeden, dat wij ons in „de zee der duizend klippen" bevin
den, zoals onze zeelieden het noemen. Schepen blijven hier liefst zo ver
mogelijk vandaan". „Ik vraag mij af, of wij Noorwegen ooit nog terug zullen
zien", fluistert Winonah moedeloos. „Ik twijfel niet aan uw woorden, Cen
drach", wendt Eric zich tot de oude scheepsbouwer, „maar dat neemt niet
v,eg dat wij geen enkele kans onbenut mogen laten. Daarom moeten wij
van dit ogenblik af dag en nacht de wacht houden". Hij deelt ploegen in,
die om de beurt uitkijkposten op hoge punten langs de kust betrekken. Een
deel van de mannen, die vrij zijn, verzamelt wrakhout voor het vuur,
ten ander deel jaagt op konijnen. Langzaam verstrijkt de dag; het wordt
avond. Eensklaps worden allen opgeschrikt door het schreeuwen van één
van de wachtposten, die ademloos komt aanrennen. „Heer Eric", roept hij
reeds van verre, „een schip!" Opgewonden begeeft Erie zich met een paar
man naar boven. „Het voer in de richting van dat grote eiland daar", wijst
de wachter. Van het schip is niets meer te zien. Zij zien echter wel iets
anders: boven dat eiland hangt een vaag lichtschijnsel. „Een vuur!" roept
de Noorman verheugd. „Dat betekent, dat daar mensen wonen. Axe,
Half ra, wij gaan er direct met het roeibootje heen".
De belangrijkste literaire prijs van
Frankrijk, de Prix Goncourt, is gisteren
toegekend aan Roger Ikor, voor zijn
roman „Les eaux mêlées".
De prix*-Théophraste-Renaudot, ge
woonlijk beschouwd als de troostprijs
voor wie de prix-Goncourt gemist heeft,
werd enkele minuten later toegewezen
aan Georges Govy voor zijn roman
„Le moissonneur d'épines".
De juryleden van de prix-Goncourt
moesten vijfmaal stemmen alvorens de
uitspraak vast stond. Ikor kreeg tenslotte
vijf stemmen tegen twee op Louis Pau
wels' „l'Amour monstre", een stem op
Jean Dutour voor zijn „Doucin" en een
op Antoine Blondin voor „l'Humeur va-
gabonde".
Drie van de vier grote literaire prijzen
zijn thans toegekend. (Vorige week
Maandag kreeg André d'Hotel de prix-
Fémina).
De volgende week zal de laatste, de
prix-Interallié, worden toegewezen.
Pater Louis Dion heeft gisteren ver
klaard zijn vertrek naar Moskou in op
dracht van de Noordamerikaanse ker
kelijke autoriteiten voor onbepaalde tijd
te hebben uitgesteld. Pater Dion zou
zich naar Moskou begeven om de plaats
in te nemen van pater Georges Bisso-
nette, die in maart van dit jaar werd
uitgewezen.
Intussen maakte het Russische pers
bureau Tass gisteren bekend dat het
Russische ministerie van Buitenlandse
Zaken op 2 december een nota heeft ge
zonden aan de Amerikaanse ambassa
de, waarin wordt gevraagd of de Ame
rikaanse autoriteiten van plan zijn aarts
bisschop Boris en zijn secretaris in de
Verenigde Staten toe te laten. In de no
ta werd gezegd dat deze vraag wordt
gesteld in verband met een eventueel
annuleren van de visa's van aartsbis
schop Boris en zijn secretaris en die van
pater Dion. Volgens Tass heeft de Ame
rikaanse regering nog niet op die nota
geantwoord.
(ReuterA.F.P.)
Zoals bekend, heeft een commissie
der Katholieke Volkspartij enige tijd
geleden een nota samengesteld betref
fende een noodvoorziening voor wedu
wen en wezen. Na in deze nota te heb
ben vastgesteld, dat een op korte ter
mijn te treffen voorziening voor wedu
wen en wezen tot de eisen van sociale
rechtvaardigheid behoort en dat hierbij
op de totstandkoming van een herzie
ne definitieve regeling op verzekerings-
basis niet kan worden gewacht, ont
vouwt de commissie een voorstel voor
een noodregeling weduwen- en wezen
voorziening, die op korte termijn in
werking zou kunn- n treden.
In verband hiermede heeft minister
Suurhoff een uitvoerig schrijven ge
richt tot de Sociaal-Economische Raad,
waarin hij bovengenoemde nota rele
veert en enige bedenkingen betref
fende de technische uitvoering in het
geding brengt. De minister meent,
dat een van de voornaamste doelein
den van de voorgestelde noodregeling,
n.l. zoveel mogelijk weduwen buiten
de armenzorgsfeer te brengen, door
het voorgestelde niet zou worden be
reikt en dat met betrekking tot de
weduwen, die een iets groter eigen
inkomen genieten, de regeling nau
welijks zinvol zou kunnen zijn.
Waar de S.E.R. zich op verzoek van
de staatssecretaris van Sociale Zaken
reeds geruime tijd beraadt over een de
finitieve oplossing van het vraagstuk
der weduwen- en wezenverzekering,
heeft de regering het advies van de raad
gevraagd omtrent de gewenstheid van
het treffen van een noodvoorziening
voor weduwen en wezen, in afwachting
van de totstandkoming van een defini
tieve voorziening op verzekeringsbasis.
Zo de Raad omtrent deze vraag in posi
tieve zin zou adviseren, wordt advies ge
vraagd, omtrent de inhoud van een
eventuele noodvoorziening voor wedu
wen en wezen, waarbij in het bijzonder
Het Delfts Madrigaalkoor, dat onder
leiding staat van Pierre van Hauwe en
dat reeds enige buitenlandse tournees
heeft gemaakt bestaat binnenkort tien
jaar. Ter gelegenheid hiervan is opnieuw
een tournee samengesteld, die van 2 tot
12 april zal duren en waarbij wordt ge
concerteerd in Brussel, Saarbrücken,
Stuttgart, Bolzano, Bressanone, Zürich,
Straatsburg en Nancy. Voor het jubi
leumconcert heeft Pierre van Hauwe
een werk voor declamatie koor en or
kest, getiteld „Poorters van Delft,
hoort
Het Sovjetrussische tijdschrift „Filo
sofische Vraagstukken" deelt mede, dat
Sovjet-filosofen kolchozen en fabrie
ken zullen bezoeken, om te leren meer
practisch te denken.
het verband met de toekomstige verze
keringsregeling in het oog ware te hou
den.
De minister heeft hieraan toegevoegd
dat hij het op prijs zou stellen, wan
neer de SER zijn advies zoveel moge
lijk zou willen bespoedigen. De SER
heeft dit verzoek van de minister in
handen gesteld van de subcommissie
invaliditeitsverzekering en weduwen- en
wezenverzekering.
De eerste-minister van Singapore, Da
vid Marshall, heeft te Nieuw Delhi ver
klaard, dat Singapore wellicht „een
tweede Cyprus" zal worden indien
Engeland niet tegen april 1957 de eis
van de kolonie voor onafhankelijkheid
zal hebben ingewilligd.
Marshall bezoekt momenteel Indië om
de steun van premier Nehru voor zijn
streven te verkrijgen. Vrijdag wordt hij
te Londen verwacht voor besprekingen
met de regering. Hij herhaalde dat Sin
gapore bereid is, ook na het verkrijgen
van zelfbestuur buitenlandse zaken en
defensie door de Britten te laten behan
delen. (Reuter)
Nikita Khroesjtsjev, de eerste secre
taris van de Russische communistische
partij, heeft gisteren verklaard, dat de
Sovjet-Unie wat de mogelijkheid van
ontwapening betreft niet de hoop ver
liest en dat de Sovjet-leiders zich tot het
uiterste zullen inspannen om te komen
tot een beëindiging van de koude oor
log. Hij sprak na een parade van Bir-
maanse troepen te Maymyo, vroeger
een Britse legerplaats, ongeveer 70 km
ten noord-oosten van Mandalai. De pa
rade was de afsluiting van een twee
daags bezoek aan de Sjan-staat en Op-
per-Birma.
Khroesjtsjev zei, dat een leger een
kostbaar iets is, doch „wij zijn gedwon
gen er een leger op na te houden, om
dat er een paar landen zijn die niet wil
len instemmen met ontwapening." Hij
verklaarde dat de verdediging van het
eigen land de belangrijkste taak van
een leger is. Ik zou willen, zo beweerde
hij, dat uw leger zijn eigen officieren,
soldaten en generaals had om dat doel
te bereiken. U zou uw eigen militaire
academies en instituten moeten hebben.
Volgens de diplomatieke medewerker
van de Londense „Sunday Dispatch"
zal de eerste secretaris der Russische
communistische partij, Nikita Khroesj
tsjev, binnenkort een poging doen om
de hoogste macht in de Sovjet-Unie aan
zich te trekken.
In het bisschoppelijk paleis te Utrecht
heeft mgr. dr. B. J. Alfrink maandag
morgen gerecipieerd ter gelegenheid van
de inbezitneming van zijn troon. Links
leger-aalmoezenier kolonel Van Strae-
len biedt zijn gelukwensen aan. Rechts
de Commissaris der Koningin in Noord-
Brabant, prof. dr. J. E. de Quay.
Vele honderden hebben maandag van
de gelegenheid gebruik gemaakt mgr.
dr. B. J. Alfrink geluk te wensen met
zijn benoeming tot aartsbisschop van
Utrecht. Hal, gang en trappenhuis van
het paleis aan de Maliebaan waren tus
sen elf en twaalf uur zo vol, dat de ce-
remoniarii van de r.-k. studentenvereni
ging „Veritas" de stroom van priesters
en leken nauwelijks meer konden over
zien. Velen moesten een half uur wach
ten alvorens binnen te kunnen gaan in
de receptiezaal op de eerste verdieping,
waar mgr. Alfrink, terzijde gestaan
door de vicaris-generaal, mgr. D. Huur-
deman, glimlachend de gelukwensen in
ontvangst nam en elke bezoeker een
kort persoonlijk woord toevoegde.
De kanunniken, van het metropolitaan
kapittel, onder wie de proost, mgr. J.
van Schaik, mgr. A. van Miltenburg
O.F.M., Pauselijk Internuntius in Pa
kistan, vrijwel alle dekens van het
aartsbisdom, zeer vele pastoors en an
dere geestelijken tekenden de felicita-
tieregisters. Voorts maakten het hoog
waardig heer mgr. dr. W. van Hees,
magister-generaal van de Kruisheren,
provinciaals en oversten van orden en
congregaties hun opwachting, evenals
mgr. kol. H. van Straelen, hoofdleger
aalmoezenier, en aalmoezenier Verhoe
ven van de luchtmacht, prof. mr. dr.
J. J. Loeff, secretaris van het Kath.
Kerkgenootschap, mgr. dr. W. Koen-
raadt en mgr. mr. F. Op de Coul, bei
den van het Kath. Bureau voor Onder
wijs en Opvoeding, deken A. Wiegerink
van Utrecht, prof. Kors van de K.R.O.,
prof. Pompe, prof. Granpré Molière,
prof. Bellon, prof. Weve, prof. Post,
prof. Van Melsen, prof. Tellegen en
prof. Smijers. Ook het katholiek orga
nisatieleven was vertegenwoordigd, alle
katholieke standsorganisaties, het Jeugd
werk, de K.A., de St.-Willibrordveren>
ging, enz.
Onder de wereldlijke autoriteiten be
vonden zich de commissarissen van de
Koningin in de provincies Noord-Bra
bant en Overijssel, oud-minister E. Sas
sen, mr. H. de Vink, lid van Ged. Sta
ten van Utrecht, de burgemeester van
Utrecht en de burgemeester van Nij-
kerk, geboorteplaats van mgr. Alfrink.
Bij K. B. is per 1 januari 1956 be
noemd tot burgemeester van Alphen en
Rier (N.B.) jhr. mr. J. J. Smits van
Oyen, die thans werkzaam is als com
mies a op het kabinet van de burge
meester van 's-Gravelihage.
De nieuwe burgemeester, die op 18 no
vember 1924 werd geboren, behoort tot
de K.V.P.
De bisschoppen van Spiers en Trier,
hebben de Saarlandse katholieken in een
herderlijk schrijven gezegd, dat zij een
van de „christelijke" partijen bij de ko
mende landdagverkiezingen moeten
steunen. Deze partijen zijn de Christe
lijke Volkspartij van oud-premier Hoff
mann, die indertijd aanvaarding van het
inmiddels verworpen Europese statuut
heeft bepleit, en de Saarlandse afdeling
van de Christen-Democraten, die tegen
dit statuut was gekant.
De twee bisschoppen, mgr. dr. Isidor
Emanuel en mgr. dr. Mathias Wahr,
tussen wier diocesen Saarland is ver
deeld, verklaarden dat geestelijken zich
buiten politieke bijeenkomsten moeten
houden en dat zij vanaf de preekstoel
geen opmerkingen moeten maken, waar
uit voorkeur voor een van de christe
lijke partijen zou blijken. „Ongelukki
gerwijze" waren de twee partijen nog
niet verenigd, doch de bisschoppen
spraken de hoop uit, dat met een ge
matigde verkiezingscampagne later wel
licht een „vruchtbare samenwerking
tussen de twee groepen tot stand Ka
worden gebracht.
(Reuter).
Generaal L. Norstad, plaatsvervan
ger voor luchtmachtzaken van de op
perbevelhebber der geallieerde strijd
krachten in Europa, is vandaag op
het vliegveld Valkenburg bij Den Haag
aangekomen, waar hij werd begroet
door de chef van de luchtmachtstaf,
lt.-gen. wn. A. Baretta. Het gezelschap
begaf zich hierop naar het ministerie
van Marine, waar de minister van
Oorlog en van Marine, ir. C. Staf, een
lunch aanbood, waaraan vele auto
riteiten aanzaten. Tijdens deze bijeen
komst werden problemen op het ge
bied der luchtverdediging besproken,
aldus vernamen wij van officiële zijde.
Men mag aannemen, zo vernamen
wij van andere zijde, dat deze be
sprekingen voor een deel aansloten op
de reis, die minister Staf onlangs naar
Canada en de Ver. Staten heeft ge
maakt en waar o.m. de problemen van
de geleide projectielen onder het oog
zijn gezien.
Officieel is te Bonn verklaard, dat
niets bekend is van een voornemen
van de Westduitse minister van Bui
tenlandse Zaken, Von Brentano, om
nog vóór Kerstmis naar Den Haag te
gaan teneinde daar met minister Bey-
en het vraagstuk der Bredase gevan
genen te bespreken. Een door het
Westduitse boulevardblad „Bildzei-
tung" verspreid bericht is hiermede
tegengesproken. Tegelijk gaf men in
officiële kringen in Bonn te verstaan,
dat men het verschijnen van dergelij
ke berichten ten zeerste betreurt.
Horizontaal:
1. verdriet
- zachte
2. van veren ver
wisselen
- onbepaald
vnw.
3. vergrijp
4. beendervet
- geweldig
5. academische
graad
- nauwe door
gang
- Econ. Raad
(afk.)
6. Europeaan
- Romanum Im
perium (afk.)
7. cijfer
- toiletartikel
- Laplands vaar
tuig
8. vlug
- laatst
9. leuk!
- het meest nabij
10. tijdvak
- opgeld o
11. inwoner pro- -h
vincie-hoofd-
stad
Verticaal: —t
1. bocht
- kenteken Ned.
luchtvaart
2. voorspel van
opera
3. insekt
- nieuwe regel
4. vettige aarde
C5
in
SO
oo
- met trots
5. loot
- snik
- vrijgevig
'6. klein draag
baar orgel
- pers. vnw.
7. vóórexamen
8. handelen
- samen
9. Arabisch hoofd
- verdieping
10.
11.
kenteken
mijnheer
(Eng.)
benauwd
bekende brug
in Venetië
De Britse minister van Buitenlandse
Zaken, Harold Macmillan, heeft giste
ren in het Lagerhuis verklaard dat En
geland niet bereid is een nederlaag te
aanvaarden in z(jn streven naar een
„rechtvaardige en eervolle politieke op
lossing van de kwestie-Cyprus." De mi
nister zei dit bU het openen van een de
bat over deze kwestie op verzoek van
de Labourpartij. De minister verklaar
de dat op het ogenblik onderhandelingen
worden gevoerd om te trachten de kioo
tussen de standpunten van de bciae re
geringen en volken te overbruggc
beginsel van zelfbeschikking_JJ
minister een goed Pri°,c,PeEnffeiand dit
zou kunnen beweren, datEngelandi dlt
niet in praktijk heeft gebracht. Doch er
waren geografische, traditionele, his
torische en strategische overwegingen,
waardoor Engeland zich tot op zekere
hoogte moest laten leiden bij het behan
delen van de vraagstukken in het Mid-
dellandse-Zeegebied. Het punt was niet
het al of niet erkennen van het begin
sel van zelfbeschikking, doch of het
moet worden toegepast zonder te letten
op andere overwegingen.
P®, Griekse regering zegt „zelfbe
schikking nu of vrijwel onmiddellijk",
j neemt een geheel ander
standpunt in, aldus Macmillan. „Het
zou naar mijn mening een fout zijn om
niet voldoende rekening te houden met
de sterkte van de Turkse opvatting.
Een dergelijke fout zou wellicht voor
Griekenland, voor Turkije, zowel voor
de N.A.T.O. als voor onszelf en de vre
de in de wereld dodelijk blijken te zijn,"
aldus de minister.
De Eoka, dg nationalistische Cyprioti
sche beweging, heeft in een pamflet de
bedekte bedreiging geuit dat er aansla
gen gedaan zouden kunnen worden op
het leven van Britse regeringspersonen.
Een pamflet, gericht aan de gouverneur
van Cyprus, Sir John Harding, bevatte
de zinsneden: „Wij kunnen u bereiken,
zelfs in uw slaapkamer, zoals wij spoe
dig zullen bewijzen. Wij kunnen ook uw
meesters, Eden, Lennox-Boyd en Mac
millan bereiken."
Gisteren zijn er drie doden gevallen
bij een schietpartij tussen Cypriotische
opstandelingen en een Brits commando.
Een pantserauto van de Britse marine
was nabij Amiandos in een hinderlaag
geraakt en werd door terroristen be
schoten. Een Britse militair, een Cy
priotische agent e Cyprioot, die
toevallig ter plaatse was, werden dode
lijk getroffen. Een tweede militair werd
gewond. Een Turkse agent heeft giste
ren drie Britse militairen te Famagusta
het leven gered door de lont van een
bom uit te trappen die op een tafel was
geworpen in de hoofdstraat waar de mi
litairen een maal nuttigden. Eerder op
de dag waren twee bommen geworpen
naar Britse militaire patrouillewagens
in Famagusta. Een ervan ontplofte,
maar richtte geen schade aan. Te La-
carna werd een bom in een ezelwagen
op de markt gevonden. In het bureau
van de districtscommissaris van Nico
sia ontplofte gisteravond een tijdbom.
De ontploffing geschiedde op korte af
stand van het hoofdbureau van politie.
Van slachtoffers wordt geen melding
gemaakt. (Reuter, U.P.)
4
Harold Macmillan
De perschef van het Russische minis
terie van Buitenlandse Zaken heeft te
genover de Moskouse correspondenten
van het persbureau Associated Press
en de „New York Times" geprotes
teerd naar aanleiding van de bericht
geving over de architect A. V. Vlasov.
Hjj sprak van „grove verdraaiingen".
Indien zoiets nog eens gebeurde, zo zei
de perschef, Iljitsjev, zullen de Russen
„overeenkomstige maatregelen" nemen.
De opmerkingen van Iljitsjev zUn door
radio-Moskou uitgezonden.
De kritiek van Iljitsjev richtte zich te
gen de berichten, waarin gezegd werd
dat Vlaso' in ongenade was gevallen
en uit al zijn functies gezet. De beris
ping van Iljitsjev volgde een maand na
het incident. In het algemeen maken de
Russen niet veel misbaar om een on
juist bericht. De Russische censuur is
geen garantie voor juistheid. Censor»
laten in gemoede twee of meer diame
traal tegengestelde versies van berich
ten door. Dit was bU voorbeeld 9 no
vember het geval, toen Associated Pres»
seinde, dat Vlasov in ongenade geval
len was en United Press seinde, dat
Vlasov niet in ongenade gevallen was.
George Meany, tot nu voorzitter va"
het grote Amerikaanse vakverbond, d®
A.F.L., is bU acclamatie gekozen
voorzitter van de nieuwe vakbondsfo-
deratie, welke ontstaan is door een iw
sie van de beide machtigste vakbond»'
verenigingen A.F.L. en C.I.O., wel»
totaal ongeveer vijftien m
leden zal tellen. Walter Reuther, voor
zitter van de C.I.O., is gekozen
vice-voorzitter.
De nieuwe organisatie zal zich aan
het twee-partijenstelsel houden. Me®*L
zei, dat de vakbond een grotere P01'"
ke activiteit aan de dag zou >e%* A
doch dat de leden vrij zouden suj*
stemmen op de partij hunner n
Harold Stassen, speciaal assistenr _olt
president Eisenhower, heeft te t- .gt
onder meer de vrees uitgesproken.
sommige vakverenigingsleiders n in,
sitie gebruiken om hun politie
vloed te vergroten. Mogelijk z d®
samenvoeging van de A.F.L. v9n
C.I.O. bijdragen tot een vergroting
deze „politieke belangstelling. c-.P-'
(U.P.—Reuter—A-r