CRIMINALITEIT DAALT
Graftombe van St.-Nicolaas
door zeewater bedreigd
Leidt maximumsnelheid tot
groter verkeersveiligheid
Ruwe,rode handen
HAMEA
Vrijheid in steden bepleit en
reglementering op de
doorgangswegen
Het zwakbegaafde kind hoort
op de gewone lagere school''
Te weinig spelers om aan vraag
naar goed toneel te voldoen
Wt
Kritieke situatie
voor de landbouw
Verkeersovertredingen nemen echter toe
Conclusie van A.N.O.F.-commissie:
NOG NIET OVERWONNEN TWISTPUNT
Jaarverslas Toneelcoördinatie
Uitbreiding van
opleiding?
DINSDAG 20 DECEMBER 1955
PAGINA 3
Het Goede Feest
vraagt Golden Fiction
Vrijere loonvorming
Moment ongelukkig
K.V.P. TIEN JAAR
Minister Beel treedt op
als feestredenaar
Winkels zaterdag niet
langer open?
Benoemingen bisdom
Haarlem
Advies Bioscoopbond:
Geen voorstelling op
Oudejaarsavond
Kerstboodschap van
de H. Vader op
24 december
Saw»
Bij 't feestdecor in rood en groen
Bij Kerstgeschenken en kalkoen,
Bij zachte kaarsenflikkering,
Bij 't weerzien in familiekring,
Bij wat U gasten presenteert,
.Bij wat U voor Uzelf begeert,
Bij ieder waarlijk Kerstfestijn,
Moet zeker Golden Fiction zijn'
Gebakken brood heeft
zip oorsprong in hef
midden-Oosten
Bloemkool komf oor
spronkelijk uit^Cyprus
?e vork komf uit her ge-
iedveo deMjddel-
landse Zee
De perzik kom! oor-
spronkelijk tut Perzie
Advertentie
De voorzitter van de Zeeuwse Land-
bouwmaatschappij, ir. M. A. Geuze,
heeft maandag op een vergadering te
Goes gezegd, dat er, hoewel hij de
Vrijere loonvorming in beginsel niet on
juist acht, z.i. wel geen ongelukki
ger moment kon worden gevonden om
dit stelsel in te voeren, vooral omdat in
de landbouw, in tegenstelling met de in
dustrie, de prijsontwikkeling in dalen
de lijn gaat.
De vrijere loonvorming, aldus de
Voorzitter, zal de beweeglijkheid van de
arbeid zodanig versterken, dat het
zwakkere bedrijf, w.o. land- en tuin
bouw, geweld wordt aangedaan. Prijs
verhoging bij loonsverhoging wil de re
gering voorkomen, maar hoe, zonder
een groot controle-apparaat? Wanneer
deze ontwikkeling in de toekomst deze
richting zou blijven nemen, dan is het
Voortbestaan van onze vaderlandse
landbouw er m.i. mee gemoeid. Spr.
acht het noodzakelijk, dat er een even
redige loonsverhoging in de landbouw
komt, waarbij men de kostenverhogen
de tendenz voor binnenlandse consump
tie, zowel als voor de export resp. door
Verhoogde koopkracht en rationalisatie
zal moeten opvangen.
Is het beleid daarop niet gericht, dan
Zuilen extensivering en een lagere pro-
duktie de gevolgen zijn, aldus spreker.
Het tienjarig bestaan van de Katholieke
Volkspartij zal, zoals reeds gemeld, zaterdag
14 januari te Utrecht worden gevierd. Op
die dag zal 's middags in Esplanada een
Plechtige zitting worden gehouden, waarin
Prof. dr. L. Beel, minister van Binnenlandse
Zaken, het woord zal voeren.
In zijn Memorie van antwoord heeft
deminister van Verkeer en Water
staat de wenselijkheid van het weder
invoeren van de maximumsnelheid
eveneens aangeroerd, al zijn de argu
menten die hij daarbij gebruikt niet
bijzonder overtuigend en krijgt men
niet te horen of hij er nu voor of te
gen is.
De minister stelt dat in het algemeen
niet kan worden ontkend dat, naarmate
men met een hogere snelheid rijdt de
kans op, althans de ernst van een bot
sing of een aanrijding groter wordt.
Toch bestaan er geen duidelijke aan-
wijzigingen dat het doen vervallen van
een algemene maximumsnelheid be
paald ongunstige invloed heeft gehad.
Evenmin is met zekerheid te zeggen dat
door wederinvoering van de maximum
snelheid het ongevallen-cijfer zou dalen.
Deze redenering is overduidelijk, maar
zegt weinig of niets.
Dan somt de minister enkele bezwa
ren tegen de maximumsnelheid op. Hij
zegt te vrezen dat veel chauffeurs zul
len menen dat zij, zolang zij de maxi
mumsnelheid niet overschrijden, niet in
overtreding zijn, terwijl zij in feite te
snel rijden. Op sommige straten zal men
bovendien zonder bezwaar voor de ver
keersveiligheid sneller kunnen rijden,
waardoor een uniform maximum min
der aantrekkelijk wordt. Tenslotte acht
de minister het niet goed mogelijk een
vastgesteld maximum te controleren
op plaatsen en uren waar dit noodzake
lijk zou zijn, uit vrees voor verstoppin
gen. Evenwel wil de bewindsman de ge:
dachte aan een maximum niet a priori
verwerpen. Dat een gemakkelijker ver
volgbaarheid de vaststelling van een
maximum zou rechtvaardigen komt de
minister in zijn algemeenheid aanvecht
baar voor.
Dit alles brengt het vraagstuk niet
veel dichter bij een oplossing. In de
Commissie Veiligheid Wegverkeer, die
o.a. over dit onderwerp rapport zal uit
brengen, vormt de maximumsnelheid
een nog niet overwonnen twistpunt. De
verkeersbonden, die aanvankelijk de
stoot tot de opheffing ervan hebben ge-
Het vrachtschip „Ehrenfeld." van de Duitse Hansa-lijn, is in de haven van
Rotterdam beladen met een 'deklast van enige honderden tonnen stalen pijpen,
bestemd voor het aanleggen van oliepijpleidingen in Perzië. Hoe het schip er
met zijn unieke lading voor het vertrek uitzagtoont deze foto.
Volgens gegevens van het Centraal
Bureau voor de Statistiek hield in het
?£Fste half jaar van 1955 de reeds m
1954 gesignaleerde gunstige beweging
van de gerechtelijke geconstateerde cri
minaliteit a»n. Het indexcijfer over
die periode ligt 4 punten lager dan vorig
laar. Een nog gunstiger indruk geven
de uitkomsten van het totaal, zonder de
misdrijven vermeld in de economische
wetten en de wegenverkeerswet. Het
ndexcijfer voor het 2e kwartaal 1955,
mi. 87, ligt in dit verband belangrijk
beneden het basiscijfer 100.
Git verschijnsel kan echter niet voor
alle vormen van criminaliteit worden
geconstateerd. Zo was het cijfer voor
de misdrijven tegen de openbare orde
en het openbaar gezag en voor de ruw-
heidsmisdrijven tegen dieren en goede
ren in het eerste kwartaal van 1955 ho
ger dan in 1954. Voor het tweede kwar
taal kan men echter het omgekeerde
beeld constateren.
Het voorlopige totaalcijfer der veroor
delingen wegens misdrijven der wegen
verkeerswet bedraagt over het eerste
halfjaar 1955 3225 d.i. 287 of 9,8 procent
meer dan in dezelfde periode van 1954.
Deze vermeerdering is grotendeels toe
te schrijven aan het gestegen aantal
veroordelingen wegens rijden onder in
vloed van drank n.l. met 149 tot 2301
(6,9 pet). Groter was echter de toene
ming der veroordelingen voor doorrij
den na ongeval en jóy-riding n.l. resp.
13,7 en 60,5 procent.
De ressorten van alle gerechtshoven
geven, wat de wegenverkeerswet be
treft, hogere cijfers dan in 1954. Voor
Arnhem en Amsterdam is de toeneming
het grootst. Niettemin heeft Arnhem
(44,8 veroordelingen per 100.000 inwo
ners) nog het gunstigste relatieve cijfer.
Daarna volgt 's-Gravenhage met 48,2.
In laatstgenoemd ressort verdubbelde
echter het cijfer joy-riding.
geven, blijken ook thans niet veel voor
een vastgesteld maximum te voelen.
Sedert de opheffing in 1951 is het
verkeer met sprongen toegenomen en
de steden zijn helaas achtergebleven
bij het aanpassen van haar stratennet
en doorgaande wegen aan de door
deze toename gewijzigde situatie. Op
het eerste gezicht lijkt alles een nieu
we reglementering van de snelheid te
wettigen. De mens voelt zich in de
volgepropte steden, vooral in de
spitsuren, als een gevangene achter de
tralies van het rumoer en hij zou geen
bezwaar tegen het immens drukke
verkeer hebben, wanneer het zich in
.een rustige gestadige stroom zou voort
bewegen. Door de grote differentia
tie van het gemotoriseerde verkeer
en de grote verschillen in snelheid
en vermogen is dit helaas niet moge
lijk. Alles rost en raast tussen elkaar
door. waarbij men zich beangst af
vraagt waar het in de toekomst naar
toe moet. Reglementering lijkt de
enige oplossing.
Maar elke reglementering brengt ver
starring teweeg en dat kan het huidige
stadsverkeer met hebben. Vandaar dat
de grote verkeersbonden het nut ervan
niet kunnen inzien.
Vier opvattingen
Uit de veelheid der meningen kan men
vier opvattingen destilleren;
a) een algemeen maximum binnen de
bebouwde kommen, zonder uitzonde
ring voor alle motorvoertuigen. Men
denkt hierbij aan 40 kilometer per uur;
b) twee maximum snelheden; een laag
(40 km per uur) voor alle straten en
een hoger (b.v. 50 km per uur) voor de
brede doorgaande wegen;
c) geen maximum binnen de bebouw
de kom, behalve op de uitvals- en door
gaande wegen, om excessen te voorko
men. Men denkt hierbij aan 60 of 65 km
per uur;
d) in bet geheel geen maximumsnel
heid.
De Koninklijke Nederlandse Automo
biel Club ziet het meeste heil in de der
de mogelijkheid, die dan zo dient te
worden geïnterpreteerd dat een hogere
snelheid dan b.v. 65 km per uur niet
a priori strafbaar wordt gesteld. Indien
een automobilist s'morgens vroeg of
s'avonds laat harder rijdt en daarvoor
wordt geverbaliseerd moet hij de kans
krijgen te bewijzen dat hfl door zijn han
delwijze het verkeer niet in gevaar
heeft gebracht. Indien hij daarentegen
uiterst langzaam zou rijden, moet het
Openbaar Ministerie bewijzen dat hu
gevaar voor het verkeer oplevert.
In verschillende staten van Amerika
en op de Highways treft men soortge
lijke regelingen aan. Deze zijn het re
sultaat van de opvatting dat men het
verkeer niet te zeer moet dwingen,
maar wel kan beperken feneinde uit
wassen van een luguber soort zelf
moordenaars in te dammen.
Synchrone verkeerslichten
In Hamburg heeft men een oplos
sing gevonden, die de moeite van een
nadere overweging waard is. Daar
heeft men in 1955 de maximumsnelheid
binnen de bebouwde kom opgeheven
voor alle motorvoertuigen, behalve voor
zware vrachtwagens. In de loop van
het volgende jaar zullen in de stad
360 verkeerslichten worden opgesteld,
die synchroon zijn geschakeld. Men kan
on een vrije doortocht rekenen, wan
neer een snelheid van circa 45 km.
per uur handhaaft, rijdt men sneller
dan wordt men door de stoplichten tot
de orde geroepen. Op de spitsuren gel
den parkeerverboden voor al<J°or-
gaande wegen, teneinde vrij baan te
maken voor het verkeer Proeven in
deze richting genomen hebben volgens
het oordeel van de Hamburgse politie
tot zeer gunstige resultaten geleid en
een opvallende rust aan het verkeer
gegeven.
Informeel deelde men ons van de
zijde van de verkeerspolitie in Amster
dam mede dat de snelheid van het
verkeer zich dient aan te passen aan
de capaciteit van de straten. Wanneer
mer. een maximum van 40 km. zou
stellen, dan is dit voor verschillende
straten en grachten nog te hoog. Elders
kan men zich zonder bezwaar hogere
snelheden veroorloven. In een moderne
wagen kan dat trouwens geen kwaad.
Remsystemen en motorcapaciteit zijn
op sneller reageren afgestemd en het
moet mogelijk blijven om een trage
broeder te passeren, daar anders op
stoppingen en filevorming dreigen die
een averechtse uitwerking op de veilig
heid hebben.
Men meent in de hoofdstad dat uit
de statistieken niet is gebleken dat het
loslaten van het maximum tot meer on
gelukken heeft geleid. Ongevallen ten
gevolge van te hoge snelheid komen
meestal slechts voor in perioden van
gladheid en bij kruispunten, waarin men
met de vaststelling van een maximum
geen verandering brengt. In principe
staat men niet afwijzend tegenover een
maximum van 65 kilometer teneinde on-
voorzichtigen gemakkelijk te kunnen af
straffen.
De heer Hugenholz, directeur van
het circuit van Zandvoort noemt een
maximum „volslagen waardeloos". Hij
acht het wenselijk dat bepaalde hoofd
straten als normale voorrangswegen
gaan gelden met stopborden die het
verkeer uit de zijstraten tot stoppen
dwingen.
De politie in andere grote steden o.a.
Rottendam blijkt meer voor nieuwe maxi
mum te voelen, men is het daar even
wel niet eens over de hoogte daarvan.
Hel lijkt ons echter niet onwaarschijn
lijk, dat de Commissie Veiligheid
Wegverkeer een regeling ais eerder on
der c genoemd aan de minister zal
adviseren.
Advertentie
genieting voor 80 cent
Een
gulden
De commissie van overleg der mid-
denstandsvakcentralen, waarin samen
werken de Christelijke Middenstands
bond, de Koninklijke Nederlandse Mid
denstandsbond en de Nederlandse Katho
lieke Middenstandsbond, heeft tot de bij
<^eze organisaties aangesloten bedrij
ven het verzoek gericht, indien dit geen
al te grote bezwaren ontmoet, geen ge
bruik te maken van de mogelijkheid
om 24 december de winkels langer dan
tot 18 uur open te houden. Dit verzoek
is gedaan mede om de voorbereiding
van de viering van het Kerstfeest voor
het personeel te vergemakkelijken.
Op voordracht van Z. H. Exc. de bis
schop van Haarlem heeft Z. H. de Paus
benoemd tot pastoor van de parochie van
de H. Jacobus te Den Haag de hoogeerw.
heer W. A. E. Bokeloh, deken van het
dekenaat 's-Gravenhage.
Z. H. Exc. de bisschop van Haarlem
heeft benoemd tot pastoor te Rotterdam
(Onbevl. Hart van Maria), nieuwe pa
rochie Hoogvliet, de zeereerw. heer J. S.
W. Groenen, die bouw-pastoor was al
daar.
EIGEM'JK HOREN ZE HIER NIE1...
Boter heeft haar oor
sprong in A rabie
Kaas heef I- haar oorsprong
in hel midden-Oosten
De kous tieeN-haar-oor
sprong in Ctena
Dp aalbes komr oor-
spronkelijk uil Amerika
Een commissie, samengesteld door de
Algemene Nederlandse Onderwijzers
federatie, heeft „het vraagstuk der
zwakbegaafden" bestudeerd en haar be
vindingen neergelegd in een rapport,
waarvan de conclusies luiden:
Het zwakbegaafde kind hoort thuis
op de gewone lagere school. De organi
satie van deze school zal zodanig moe
ten zijn, dat ook de zwakbegaafden het
voor hen passende onderwijs kunnen
ontvangen. Het is beslist niet zo, dat
bij een behoorlijke differentiatie binnen
de school of klas het zwakbegaafde
kind nadeel zou berokkenen aan het
begaafde.
De mogelijkheid dient voorts te wor
den geschapen om ieder kind, waarvoor
zulks nodig blijkt, door deskundigen te
laten onderzoeken. Behalve aan een
schoolpsychologische dienst wordt ge
dacht aan uitbreiding van het aantal
medisch-opvoedkundige bureaus, de
aanstelling van jeugdpsychologen,
school-sociaalwerksters etc.
Ook is nodig een betere en ruimere
voorlichting van de ouders over de wer
kelijke capaciteiten van en mogelijkhe
den voor hun kinderen, terwijl daarbij
tevens gewezen dient te worden op het
indirecte, doch grote belang van een
behoorlijke gezinsopvoeding voor de on
derwijsresultaten.
Om tot werkelijk vruchtbaar en ver
nieuwd onderwijs te komen zal het aan
tal leerlingen per klas aanmerkelijk la
ger moeten worden dan heden het ge
val is, daarbij zal de school moeten in
zien, dat de voorwaarden, welke vrucht
baar onderwijs mogelijk maken, niet al
lereerst van intellectuele, doch van emo
tionele aard zijn Teneinde bij de leer
lingen de behoefte te wekken zich te
ontplooien, zal meer gelet moeten wor
den op het leggen van psychologische
dan van strikt logische verbanden. „Lo
gisch" leren denken moet voor de lage
re school betekenen: systematisch leren
denken. Waar nu voor denkontwik
keling het kennen van de taal zó be
langrijk is, dat voor het jonge kind denk
ontwikkeling gelijk is aan taalontwikke
ling, neemt het taalonderwijs in ruime
re zin de belangrijkste plaats op school
in.
Tot slot: Het probleem der zwak be
gaafden is zó omvangrijk en heeft zó
vee) facetten, dat liet gezien de
belangrijke consequenties een nadere
wetenschappelijke bestudering eist.
De commissie bestond uit: N. Bolijn,
hoofd ener openbare school te Amster
dam: H. W. Broeren, inspecteur B.L.O.
te Nijmegen; drs. A. W. Haenen, hoofd
pedagogisch centrum Den Haag; J.
van Hummel, hoofd van een protestants-
christelijke school voor kinderen met
leer- en opvoedingsmoeilijkheden te
Bussum; J. Royackers, hoofd ener r.-k,
school voor G.L.O. te Breda; dr. R. Ved-
der, psychiater te Haarlem.
Het rapport is, alvorens het in druk
verscheen, om advies gezonden naar de
pedagogische centra van de onderwij
zersverenigingen; bij de definitieve sa
menstelling ervan is met opmerkingen
van die zijde rekening gehouden.
Voor een goed begrip vermelden wij
nog de definitie van de commissie:
„Onder zwakbegaafdheid verstaan wij
een graduele beperking der zelfont
plooiingsmogelijkheden, die zich o.m,
daarin openbaart, dat de verstandelijke
ontwikkeling langzamer verloopt en la
ter dan normaal het plafond bereikt,
terwijl het rendement der intelligentie,
ook na volledige ontplooiing, beneden
het middelbare blijft."
Het hoofdbestuur van de Nederland
se Bioscoopbond heeft aan de directies
van de bioscopen geadviseerd om za
terdagavond 31 december geen voorstel
lingen te geven ten einde het personeel
in de gelegenheid te stellen de oude
jaarsavond in de huiselijke kring te vie
ren.
Verwacht mag worden, dat aan di:
advies algemeen gevolg zal worden ge
geven.
In gevallen waar een enkele voorstel
ling wordt gegeven, is een zodanige re
geling getroffen, dat het personeel tij
dig thuis is.
Toen ik gisteravond het
café binnentrad was daar
net iets feestelijks aan de
gang. Er zaten allerlei man
nen met papieren mutsen
op en hulsttakjes in de
revers te zingen. Prijsuit
reiking van de klaverjas-
club, vertelde mij de ober.
En de tafeltjes waren dan
ook bezaaid met mooi opgedirkte
kerstganzen, flessen perziken op sterk
water en dozen sigaretten met orde
linten.
Juist wilde ik weer weggaan toen
een ronde vettige man op mij toetrad
en stralend van bonhomie vroeg:
„Heb jij niks gehad?"
„Nee," antwoordde ik, „maar ik heb
ook niet meegedaan."
„Geef rtiet," zei hij, „ik ook niet.
„Hé, Kees, die vrijer hier heb nog
niks gehad."
„Stil," siste ik gegeneerd.
Maar Kees was al ter plaatse.
„Wié heb nog niks gehad?" riep
hij organisatorisch.
„Deze sjentelmen hier," zei de dikke.
Kees dribbelde bedrijvig weg en
even later keerde hij terug met een
fraai besuikerd kerstbrood en depo
neerde het voor mij op het tafeltje.
„Hier", zei hij met gebiedende har
telijkheid. „We praten er verder niet
over."
„Jawel, maarzei ik.
„Kop dicht", gebood Kees en hij
legde een vinger voor de lippen.
„Dat is nou de club," zei de dikke,
transpirerend van goeiigheid. „We
helpen elkaar. Geen rottigheid." En
knikkend in de richting van de mij
zojuist geschonken mik:
„Mooi brood. Zonder flauwe kul.
Eerste rangs brood, Zó."
De rest van zijn woorden ging ver
loren in een gemeenschappelijk gezon
gen lied. Ik achtte nu mijn tijd geko
men; ik vatte dus mijn brood en wan.
delde onopvallend in de richting van
de deur. Reeds had ik de klink in mijn
handen, toen iemand riep:
„Hé, m'n brood."
Een stevige vent kwam in mijn
richting.
„Is dat van u?" zei ik aarzelend en
ik keek hulpzoekend naar de dikke.
Maar die staarde blank naar het pla
fond.
„Hoor je dat, hij vraagt of het van
mij is," riep de man met goed getrof
fen sarcasme. Het gezelschap kwam
nu samenzweerderig om mij heen
staan.
„Dat brood heb ik van hém gekre
gen," zei ik en ik wees naar Kees.
„Welja," zei hij honend,, de kerst
broden groeien op mijn rug."
Enfin, ik heb het baksel op de ta
fel gesmeten en ben weggevlucht.
Wrokkend liep ik in de kou. toen ik
driftige pasjes en een kortademig ge.
hijg achter mij hoorde. Het was de
dikke.
„Hé", riep hij.
„Ga weg", zei ik boos, „één keer is
genoeg geweest."
Toen jammerde hij:
„Je hebt je portefeuille vergeten."
Zaterdagmorgen om kwart voor elf
zal de H. Vader zijn jaarlijkse Kerst-
audiëntie verlenen aan het H. College
van Kardinalen en aan de leden van de
Romeinse Curie. Kardinaal Tisserant,
deken van het H. College, zal de H. Va
der op de gebruikelijke wijze toespre
ken, waarna de H. Vader in hun tegen
woordigheid zijn Kerstboodschap zal
uitspreken.
De uitzending van de pauselijke rede
begint om precies 11 uur en zal door
Radio Vaticana worden uitgezonden op
de golflengte 31.10 m, 21.57 m, 25.55 m
en 19.84 m. Talrijke zenders in en bui
ten Europa zullen de uitzending van
Radio Vaticana relayeren. (K.N.P.)
De nog steeds groeiende vraag naar
goed toneel in de provincie stelt de To
neelcoördinatie voor grote problemen,
aldus het verslag over het seizoen 1954-
1955 van de stichting Toneel-coördinatie.
Aan de toneelbehoefte zou slechts ge
heel kunnen worden voldaan, wanneer
een groter aantal bekwame toneelkun
stenaars beschikbaar was en een rui
mere en meer gerichte subsidiëring
door de overheden zou kunnen worden
bereikt.
De vermindering van het aantal reis-
voorstellingen van de grote drie in het
westen gevestigde toneelgroepen, nood
zakelijk geworden wegens de overbe
lasting van hun toneelspelers, zal in
belangrijke mate door de overige gezel
schappen worden opgevangen, zodat
het optreden in de steden Amsterdam,
's-Gravenhage en Rotterdam niet mee
gerekend slechts een vermindering
van 3 pet. van het totaal aantal voor
stellingen zal plaatsvinden.
Het tekort aan toneelspelers, zo zegt
het jaarverslag voorts, zal zich bij
zonder scherp doen voelen nu, na de
instelling van een televisiespelerskern
met ingang van het thans lopend sei
zoen, tevens het voornemen bestaat
tot de vorming van een Zuidelijk be
roepstoneel, terwijl bij de Nederland
se filmproductie op een continue ver
vaardiging van speelfilms wordt aan
gestuurd. Voor al die doeleinden moet
immers in belangrijke mate een be
roep worden gedaan op de krachten,
die aan het gecoördineerde toneel zijn
verbonden, zodat bij een verdere voort
schrijding van deze ontwikkeling een
ernstige vervlakking der bestaande
tableaux moet worden gevreesd.
In dit verband kan de vraag rijzen,
of de in ons land bestaande toneelop
leiding, die in verhouding tot de be
hoefte een onvoldoende aantal krach
ten aflevert, geen uitbreiding behoeft.
Daarnaast blijft de financiële positie
van het toneel zorgen baren. Het totale
Rijkssubsidie aan het gecoördineerde to
neel werd gebracht op ruim 770.000,-
terwül het subsidie der standplaatsge
meenten voor het seizoen 1955-56 op
rond 890.000,- werd vastgesteld, zulks
onder voorwaarde, dat het toneel zelf
zou trachten zijn ontvangsten te ver
meerderen door, na de in 1954 ingevoer
de entréeprflsverhogingen in de grote
schouwburgen in het westen des lands,
over te gaan tot een algemene verho
ging van de uitkoopsommen.
Desondanks blijft de financiële basis
der toneelgezelschappen vooral van die
groepen, welke zich in het bijzonder
op de spreiding toeleggen te smal.
Zelfs met de hierboven genoemde ver
hoging der uitkoopsommen moeten de
ontvangsten uit buiten de standplaats
gegeven voorstellingen over het alge
meen te laag worden geacht in ver
houding tot de aan dit optreden ver
bonden kosten.
Naar het oordeel der Toneelcoör
dinatie zal het op den duur noodzake
lijk zijn, dat op dezelfde wjjze, als
sedert enige jaren de gemeenten Alk
maar, Haarlem en Utrecht het toneel
als geheel subsidiëren een systeem
waartoe sedert kort ook Eindhoven
besloten heeft ook andere gemeen
ten, eventueel met steun der provin
ciale besturen, zich een goede toneel
voorziening voor hun plaatsen verze
keren, door in deze kosten bij te dra
gen in de vorm van een subsidie aan
de gecoördineerde toneelgezelschap
pen gezamenlijk.
Evenals in het seizoen 1953-1954 waren
in het speeljaar 1954-1955 zes toneel
groepen, te weten de Nederlandse Co-
medie, de Haagsche Comedie, het Rot
terdamse Toneel, de toneelgroep „The
ater", „De Toneelvereniging" en het
gezelschap „Puck" bij de Toneelcoördi
natie aangesloten.
Een 160-170 toneelspelers werkten bij
deze groepen in vast verband. Het ad
ministratief en technisch personeel om
vatte dit jaar een tachtig krachten.
Voor deZe categorie van geëngageerden
werd, evenals zulks in het verleden voor
de toneelspelers is geschied, een uni
forme arbeidsovereenkomst ingevoerd
en een pensioenregeling getroffen.
Het gecoördineerde toneel bracht 52
stukken uit. Het totaal aantal voorstel
lingen werd opgevoerd tot 2909 (1953-
1954: 2642) in een 120 plaatsen in het
gehele land.
De Zweedse koningskinderen treffen voorbereidselen voor het Kerstfeest
Terwijl prins Carl Gustaf (9 jaar) toekijkt, pakken zijn zusjes, de prinsessen
Christina (12) en Margaretha (21) op het koninklijk paleis in Stockholm hun
kerstcadeautjes in.
De Dominicaner pa
ters, aan wie de
zorg is opgedra
gen voor het onderhoud
van de graftombe van de
werkelijke Sint-Nicolaas
welke tombe gelegen is
onder de grote St.-Nico-
laasbasiliek te Bari (Ita
lië), hebben gisteren de
Italiaanse kinderen be
loofd, dat zij aan de
vooravond van Kerstmis
weer in de tombe tot de
goed-heiligman zullen
kunnen bidden..
De predikheren ont
kenden de juistheid van
berichten als zou de
Sint-Nicolaasbasiliek ge
sloten worden wegens het
steeds verder binnen-
siepelen van zeewater uit
de Adriatische zee. Zij
zeiden, dat de plechtige
H. Mis aan de vooravond
van Kerstmis gewoon
doorgang zou vinden.
Reeds jaren dringt het
water door de poreuze
rotssteen van de basiliek
naar binnen, maar dit
jaar was het nog erger
dan anders. Ingenieurs
hebben tevergeefs pogin
gen gedaan het doorsie-
pelen van het zeewater
tegen te houden.
Twee jaar geleden was
de toestand reeds zo ern
stig geworden, dat de
stoffelijke resten van Sint-
Nicolaas, welke reeds 850
jaar lang in een urn in
een crypte van de basiliek
waren ondergebracht, met
speciale toestemming van
het Vaticaan overgebracht
werden naar de schatka
mer van de basiliek, in
afwachting van de pogin
gen om het water te ke
ren.
Sint-Nicolaas, die bis
schop van Myra in Klein-
Azië was, leefde tegen het
einde van de derde eeuw
in Patara. Hij was befaamd
om zijn edelmoedigheid en
een van de goede daden,
die hij verricht zou heb
ben, zou het schenken van
een bruidsschat aan drie
arme meisjes zijn geweest,
die door haar armoede ge
dwongen waren een zon
dig leven te leiden.
Toen hij zich eens aan
boord van een klein schip
op een pelgrimstocht naar
het heilige land bevond,
dreigde een verschrikke
lijke storm het scheepje te
verbrijzelen. De heilige
wist de woedende golven
echter te bedaren weshal
ve hij de schutspatroon
van de zeelieden werd.
In 1087 wisten vrome
kooplieden uit Bari de
stoffelijke resten van Sint-
Nicolaas ongemerkt uit
Lycia te smokkelen en zij
brachten zijn gebeente
naar hun stad, waar zij
een basiliek voor de hei
lige oprichtten.
Paus Urbanus II wijd
de in 1089, kort voor hij
de eerste kruistocht naar
het heilige land organi
seerde, de crypte in, waar
het gebeente van de hei
lige en kindervriend rust
te.
In 1132 ondernam de
Noormankoning Roger II,
die toendertijd over Sici
lië heerste, een pelgrim»-
tocht naar de crypte en
legde de plechtige gelofte
af de graftombe met zijn
macht te zullen beschut
ten. Een oude plaquette
van gekleurd email op het
hoofdaltaar van de basi
liek toont Sint-Nicolaas,
die een kroon plaatst op
het hoofd van de koning.
Na Roger II hebben ve
le gekroonde Europese
hoofden een pelgrimage
naar de graftombe onder
nomen. Vorige maand nog
bezochten koning Paul van
Griekenland en koningin
Frederika tijdens hun ver
blijf in Italië de tombe
en baden voor de urn met
de stoffelijke resten van
de heilige, welke nog
steeds in de schatkamer
van de basiliek staat
De Dominicaner paters
hopen, dat de urn binnen
kort weer in de tombe
geplaatst zal kunnen wor
den.
zeker zo lief is als dat van een ander en dat hij dit
bepaald kostbare bezit niet nodeloos in de waagschaal
stelt. Hij wil voor vol aangezien worden, voor een man
die zijn rijbewijs met ere heeft behaald en niet al te
grote geestelijke afwijkingen bezit. De politie daaren
tegen heeft het niet zo met die „eigen verantwoorde
lijkheid" van de automobilist op. Zij hanteert bij het
vaststellen van een overtreding liever een strikt regle
ment en heeft maar al te vaak te maken met lieden
die niet altijd blijk geven zich van hun verantwoorde
lijkheid bewust te zijn. Artikel 25 van de Wegenver
keerswet, dat stelt dat iedere weggebruiker zich zo
danig dient te gedragen dat hij het verkeer niet in ge
vaar brengt, is voor haar een betrekkelijk vage basis
om een verbaal op te maken. Men zoekt naar strengere
bepalingen, die gemakkelijk hanteerbaar zijn en wan
neer men de droeve, steeds groeiende lijst van dodelijke
ongevallen ziet, is dat begrijpelijk.
(Van onze speciale verslaggever)
Sedert in 1951, mede op advies van enkele verkeers
bonden, de maximumsnelheid binnen de bebouwde
kommen werd afgeschaft, is er steeds over gepraat dit
maximum weer in te voeren. Elk probleem kent zijn
Voor- en tegenstanders en een kwestie als de onder
havige zeker. Elke rechtgeaarde automobilist is van
zelfsprekend tegenstander van reglementering van de
snelheid. Hij wenst zijn eigen verantwoordelijkheid
erkend te zien en vindt het dwaasheid zijn gaspedaal te
moeten laten rusten wanneer de omstandigheden van
dien aard zijn, dat hij het gerust kan indrukken. Een
dwaasheid vindt hij het evenzeer zijn gaspedaal op de
plank te houden wanneer hij in een drukke winkelstraat
ïijdt, een kruispunt passeert of zich op voor hem on
bekend terrein bevindt. Hij acht het normaal wanneer
Van hem wordt aangenomen dat zijn eigen leven hem