De professor, de pastoor en Sara VADER, HET BESTE PAARD VAN STAL" HEBBEN we het RAAD VOOR DE KUNST VELPON lijmt zo vast als een huis! Vitamine A tot en met Z H Lichte muziek op zwarte schijven a H Prestige zo ver gebracht? Drie vertaalde romans Handen en Li ppen ruw?PUROL Globale samenstelling geregeld LITERAIRE KRONIEK ZATERDAG 4 FEBRUARI 1956 2.250 VOOR EEN GOED IDEE Topbedrag bij de K.L.M. Ook de C.H.U. vraagt zendtijd Vraag de Juiste soort Een gezonde volwassene krijgt (zonder hoogtezon) voldoende vitamine D binnen met het dagelijks voedsel Langs de wegen AGGUWACHT Derde vocalisten concours Spel over bevrijding van Nederland TAUIIXA oeken over gelukkige mensen zijn veel minder talrijk dan boeken over h\ mensen die gelukkig willen zijn, maar het nu eenmaal niet of slechts op de laatste bladzijden kunnen worden. De kwestie is voorts, wat rnen onder geluk wenst te verstaan. Hans Nicklisch, die een roman leeft geschreven over een uitgesproken gelukkige familie, ziet geluk als een vrij simpele toestand. Men moet niet te hoog willen vliegen en niet te dlep in zichzelf turen, dan gaat alles heel redelijk en als men dan nog zo'n beetje de kunst verstaat die toestand argeloos te ervaren, welnu, dan kun- nen wij mensen werkelijk heel gelukkig met elkaar leven. Een gelukkige familie Dat is zo ongeveer de filosofie, neer gelegd in „Vader, het beste paard !atl sta 1". Godfried Bomans vertaalde deze roman van Nicklisch uit het Duits, ^aar hij luistert naar de titel „Vater. hnser bestes Stück" 1). De naam van de vertaler maakt reeds duidelijk in welk vlak dit geluksverhaal ligt: in het hu moristische. Vader is „professor", een kwalificatie welke in Duitsland minder Zwaar weegt dan bij ons. Men moet zich de man voorstellen als een geleerd, hiaar beminnelijk en een tikkeltje kwa jongensachtig hoofd der familie. Een Professorale figuur uit moppenblaadjes ls hij zeker niet. Hij is met name niet Vergeetachtig. Eerder het tegendeel. Nicklisch ziet deze professor behept met de neiging dingen weg te pakken, jvelke hem, strikt genomen, niet toebe horen. Potloden bijvoorbeeld. „Elk potlood dat hij zag, stak hij in zijn zak natuurlijk gedachteloos en ip de veronderstelling, dat het z'n eigen potlood was. Als moeder dan bij het borstelen van zijn jasje zijn zakken leeghaalde en hij de verzame ling zag, keek hij verbaasd naar het hoopje potloodstompjes en begreep helemaal niet hoe hij daaraan geko men was. Het waren altijd stompjes, ^ant de langere exemplaren hadden Wij, kinderen, er allang uitgevist. Als een van ons een potlood nodig had, begaf hij zich regelrecht naar het )asje, dat vader op dat moment in gebruik had", j. Heze potloden-anecdote is voorbeeldig. De verbaasdheid, waarmee vader bij tijd jp, wijle ontdekt hoeveel potloden hij haasaS' verschilt nauwelijks van de ver- rjjiA heid, waarmee hij af en toe zijn al dat*1 aan Seluk telt. Hoe heeft hij geëie Keluk zich zo gedachteloos toe- |en ®n<d! Het is een mooi thema voor Hans ?an en men moet zeggen, dat heeft ic'klisch er iets kostelijks van vertel ig6lnaakt. Hij laat de geschiedenis gelukki*1 door de hinderen die uit dit iLsnrnt. Professorale gezin zijn voort- Rnmanc Zijn stijl werd door Godfried riietsino V^tig overgenomen onder ver been hit humor. Nicklisch had zich tere vertaler kunnen wensen. Stenen voor brood ...*ed®Te vertaler vertaalt het beste in de lijn die hem ligt. Zo vertaalde J. W. (Vervolg van pag. 1) Dat was principieel fout, want daar door gingen we toen reeds de verder felijke weg op van het materialisme. Daar ook ligt naar onze stellige mening de verklaring voor het zo merkwaar dige feit, dat de maatschappelijke on- iust en onrust met het stijgen van de welvaart eer toe- dan afnemen. Daar °°k ügt één van de oorzaken van de massale vervreemding van hogere Waarden. Steeds meer komen we nu tot de ont- dekking, dat de geestelijke verheffing van de arbeiders verre is achterge bleven bij de materiële. Ook de werknemers zelf voelen dat terdege aan. Er ontstond de laatste pentallen van jaren een vlucht naar ae.t witte-boordjes-beroep. Een mentali- v.e« van „mij n-zoon-moet-doorleren". In oog van de wereld stijgt hij immers de maatschappelijke ladder als tij- kps het werk zijn handen schoon en zijn ?ren onberispelijk kunnen blijven. e "aar terwijl de U.L.O.scholen, H.B.S.- 1p etl gymnasia zich steeds meer vul- ook met kinderen uit werknemers- -fmgen afkomstig, zijn de resultaten 6chts: scherpere tegenstellingen in de finnen grotere materiële eisen en neel S(fa,k daardoor ontwaarding van de men- jDke persoon. ti *s dat alles niet vreselijk konserva- i®* wat we hier schrijven? Willen wt 4" terug naar: armoe voor de armoe Wat we hier schrijven? Willen we lui1 terug naar: armoe voor de armoe- •jJders? Neen, beslist niet. Maar we vin- Vn!? de eisen aan de persoonlijkheids vorming te laag gesteld. We willen En dat meerdere kan alleen tot wrpd komen door een bewuste en ge- jjjVftte wijziging van het opvoedingssche- le^e moeten die hogere eisen wel stei ls» e wereld uit het begin van de eeuw gaf de botsing tussen opko- inei f industrie en een onvoorbereid tui ®1 Nieuwe technische ontwikke- en®f'j zijn hun opmars begonnen. Kern- ^ezi j elektronica en cybernetica zijn k0ttl|. de omtrek van een nieuwe toe- er ni. te bepalen. De geschiedenis is een ,or)s duidelijk te maken, dat zulk 0p entwikkeling, als zij niet goed wordt des vangen, een dodelijk gevaar is voor Dat ,®nS"eid in plaats van een zegen, bïervtdoelden we toen we boven op- der<s -n' dat de ontdekkers en uitvin- aiet hebben duidelijk gemaakt, dat e'k eTï.e z° moest benut, dat het in Nu i t ten zegen zou zijn. taak i men stellen dat dit niet de dan wfvari die uitvinders. Akkoord, kenijfp ^t die bijzondere taak voor re is de K-vaa de mensen wier roeping het te bereiden^6" 2P volle leven voor feugdleideri! °uders' Priesters, leraren, "riz. svstematil»urn?tig' wetenschappelijk de or>t\vikk,,'? als gearbeid wordt aan *1 ^harden van de kernenergie, Passing van i ens moet aan de aan- zigende om". de mens bij de zich wij- En dat alle» ^e n worden gewerkt God ontvangen3^1®," vanuit onze van lijk aandeel i» opdracht: ons mense van het Godd»V?veren in de afbouw Aan de noeV1J schePPingsplan. heen zien ontbreek dle we, rond °ns de systematiek m4 evenwel volkomen seminaria We] en dan wordt op over maatschannfufiu»or Praktijkmensen praat. Evenzo on ri uVerïou?mgen ge- roepenvoorlichtine •olen- Ge zichtspunt van de beroensethLt64 ge" breekt zo goed als Behed K™, °nt" organisaties van kweekscholen d? i -6 dmg van onze seminaria hie? niet lei" ter planmatigheid aanbrengen'J? m "N" hier ook niet de K.V.P. een sterk» 4 gaan geven, opdat de maatschappelijk4 vorming en aanpassing blijvend een ver! schema'6 Van het °Pvoedings- Hofstra de Duitse roman „Dass dies» Steine Brot werden" van R d i g e r Syberberg met smaak, omdat de soberheid, waarmee Syberberg zijn per- sonages in deze roman ook in hun felle conflictsituaties schetst, Hofstrs welgevallig is. De roman heet in het Nederlands „Stenen voor brood" 2). Het boek behoort tot verscheidene genres. Het is een priesterroman. Maar het is ook een typisch sociale roman. Men zou zelfs van een tendenzroman kunnen spreken, in dien de soberheid van Syberbergs pen voering de onaangename pretenties, welke een tendenzroman heeft, niet on gedaan maakte. Pastoor Heim is zieleherder in een arm bergdorp, waarvan de bewoners tot de bedelstaf zijn vervallen sinds in hun nabijheid een groot stuwmeer werd aangelegd. Onder het water van dat stuwmeer ligt hun beste grond. Daar liggen ook alle dierbare, oude dorps herinneringen. Ook de weg die naar het dorp voerde ligt onder water, en het kerkhof, en de boerderijen van Sanders en Schoneberg. De mensen van het dorp zijn een paar kilometer ver derop gaan wonen, tegen de kale ber gen aan. Men denkt bij dit boek aan het ware verhaal van het dorpje Tigne in de Franse Vogezen. Syberberg heeft, uitgaande van een situatie, die een „realistisch" beschrij ver van dorpstragiek doet smullen, al zijn schrijfkracht aangewend, om de zaak sober te houden. Hij klaagt niet aan. Hij schetst slechts. Hij schetst, hoe pastoor Hein onmachtig is verbe tering te brengen in het lot van zijn parochianen. De hogere machten zijn tegen hem. Noch de staat noch de kerk is bereid hier te helpen. Pastoor Heim ervaart dit als een uitdaging. Hij „organiseert dukaten", of anders gezegd: hij verschaft zich de „stenen" die tot „brood" zullen moeten worden voor de noodlijdende bevolking. Zijn goedbedoelde daad brengt de mensen echter geen geluk. Het „hoe" en „waarom" van een en ander vormt de inhoud van deze merkwaardige ro man, waarvoor Syberberg in 1954 de Duitse „Welt in Buch-Preis" ontving. Onschuldig verbannen De derde roman van vandaag is een staaltje van historische romantiek. „Sara Dan e" van Catherine Gas- kin 3) heet op de omslag „het epos van een vrouwenleven, nauw verweven met de geboorte van een nieuw conti nent, boeiend en meeslepend van de eer ste tot de laatste bladzijde". Dat nieuwe continent is Australië, in de tijd waarin deze roman speelt nog slechts een straf kolonie. Het lieftallige Londense meisje Sara Dane wordt derwaarts verbannen, beschuldigd van diefstal van drie gou- Vrijdagmiddag heeft de president-di recteur van de KLM, de heer X. A. Aler, een prijs van 2.250 uitgereikt aan ir. H. Feis, boordwerktuigkundige in dienst van de maatschappij, voor een technisch idee, dat deze heeft op gevat en uitgewerkt en dat voor de KLM een aanzienlijke kostenbesparing met zich brengt. Dit is het grootste bedrag dat door het bureau ideeën aan een vinding rijke KLM-er werd uitgereikt. In de drie jaar, dat de ideeënbus nu bij de KLM in gebruik is, werden 3.854 ideeën van het personeel beloond met een totaalbedrag van 27.771.50. HANS NICKLISCH, schrijver van het boek dat in Neder land in een vertaling van Godfried Bomans verscheen onder de titel „Va der, het beste paard van stal". den souvereinen, toebehorend aan sir Geoffrey Watson, en van een gouden ring, die het eigendom was van Richard Barwell. Sara is onschuldig, maar is te trots om te spreken, want ze heeft in haar hart een stille liefde voor Richard. Die liefde zal ze ook in Australië niet verloochenen, ook al leert ze daar rede lijk gelukkig te worden met andere man nen, met Andrew Maclay, die zijn car rière opgaf om haar te volgen, en Louis de Bourget, een rijke Franse emigre met een geheimzinnig verleden. Men ziet: er zit kleur genoeg in het verhaal. Catherine Gaskin kan smeeïg ver- tell en,precies zoals de liefhebbers en -hebsters van dit genre het willen. De vertaling door Louis van Orden is in fraai kunstleer gebonden. NICO VERHOEVEN Als de politie zich be roepshalve met de kunst gaat bemoeien wordt het moeilijk; zowel voor de politie als voor de kunst. Dat zie je maar weer in Nijmegen. Daar heeft de commissaris zich geërgerd aan „Suuske Perdaems" Zulks vanwege het feit dat er in het stuk een dorpsveldwachter voorkomt die vrijt met de pastoors meid en die als onderpand van de wederzijdse liefde af en toe een lek ker hapje en een sigaretje van zijn beminde krijgt toegeschoven. Wat steekt daar in? Niets, zou men zeggen. Maar de Nijmeegse waarnemend politiecommissaris vindt van wel. Hij acht „de belachelijke voorstelling van de dorpsveldwachter een aantas ting van het prestige van de politie". Ik vraag mij in gemoede af waar cf hoe die dorpsveldwachter belache lijk is. Wijl hij vrijt? Of omdat hij de lekkernijen van zijn liefje in gretige dankbaarheid savoureert? Ik heb wel eens de indruk dat de wereld er een stuk plezieriger zou uitzien als méér agenten meer vrijden en meer lekkere hapjes tot zich namen. Daar wil ik overigens wel buiten blijven. Maar dan moet de politie ook die toneel veldwachter niet in het belachelijke trekken. En zich bovendien nog be ledigd achten. Zoals de zaken nu liggen in Nijme gen zie ik wel een prestige „aange tast". Niét echter dat van de politie; maar dat van de pastoorsmeiden. 1) Hans Nicklisch: „Vader, het beste paard van stal". Uitg. De Toorts, Haarlem. 21 Rüdiger Syberberg: „Stenen voor brood". Uitg. Pax, Den Haag. 3) Catherine Gaskin: „Sara Dane". Druk kerij De Spaarnestad, Haarlem. Het dagelijks bestuur van de Christe- lijk-Historische Unie heeft zich tot minister Cals gewend met een schrij ven, waarin wordt gezegd dat de C.H.U. wat radio-uitzendingen betreft, in pre cies dezelfde omstandigheden verkeert als de V.V.D. De C.H.U. zal gaarne, wanneer eventueel zendtijd ter beschik king van daarbij belang hebbende poli tieke partijen zal worden gesteld, als „belanghebbende politieke partij" 'wor den beschouwd. Zoals dezer dagen gemeld* heeft het centraal comité van A.R.-kiesverenigin gen minister Cals op dezelfde gron den verzocht ook aan de A.R.-partij ra diozendtijd beschikbaar te stellen.' Advertentie In staatsblad no. 34 is een algemene maatregel van bestuur gepubliceerd ter uitvoering van de wet op de Raad voor de Kunst. Deze raad zal het officiële ad viescollege van de min. van O. K. en W. zijn met betrekking tot kunstzaken. In dit besluit, dat in nauw overleg met de voorlopige Raad voor de Kunst is opge steld, wordt de globale samenstelling van de raad, alsmede de mogelijkheid voor plaatsvervanging van afwezige leden, ge regeld. Ter verduidelijking van de gron den, waarop het besluit is gebaseerd, is in het staatsblad in afwijking van het geen gewoonlijk gebeurt ook de toe lichting gepubliceerd. Aan besluit en toe lichting kan het volgende worden ontleend. De raad zal uit 6 afdelingen bestaan, n.l. voor Algemene Zaken, Beeldende Kunsten en Bouwkunst, Filmkunst, Let teren, Muziek en Theater opera,dansen toneel), een indeling die in hoofdzaak gelijk is aan die van de voorlopige Raad voor de Kunst. Alleen de afdeling Thea ter is nieuw. In de toelichting wordt opgemerkt, dat de in deze afdeling sa mengebrachte vormen van kunst een in zekere mate verwant karakter hebben en dat voor hen overeenkomstige praktische problemen gelden; Het grote aantal leden dat de raad zal tellen (80) wordt verklaard, doordat de wet op de Raad van de Kunst voor schrijft, dat tenminste de helft van de in de raad te benoemen kunstenaars wordt benoemd op voordracht van represen tatieve kuntenaarsorganisaties. Bij het uitwerken van de globale samenstelling werd er rekening mee gehouden, welke kunstenaarsorganisaties voor dat voor- drachtsrecht in aanmerking zouden moe ten komen en het betrekkelijk grote aantal representatieve kunstenaarsorga nisaties in Nederland moest wel leiden tot een betrekkelijk groot aantal voor drachtsplaatsen. Daarnaast moeten ook de verschillende vormen van kunstbe oefening in de raad worden vertegen woordigd. Niet alleen de raad in zijn geheel, maar ook de meeste afdelingen zullen in meerderheid uit kunstenaars bestaan. Daarnaast is' gestreefd naar de mogelijkheid van een behoorlijke ver tegenwoordiging van de groepen, die weliswaar niet zelf uit kunstenaars be staan. maar krachtens hun aard geacht kunnen worden goed van het kunstleven in Nederland op de hoogte te zijn. Verwacht mag worden, dat thans het in werking treden van de definitieve raad niet lang meer op zich zal laten wachten. De minister heeft de organisa ties, die daarvoor naar zijn oordeel op grond van de wet en het thans gepu bliceerde besluit in aanmerking komen, reeds uitgenodigd tot het doen van voor drachten. Nadat die voordrachten zijn binnengekomen, zal de minister djenen te overwegen welke van de voorgedragen kunstenaars en wie verder in de raad moeten worden benoemd. Tegelijk met de benoeming van de leden zullen de wet en het thans gepubliceerde besluit in werking treden. Daarna zal nog een koninklijk besluit moeten worden afgekondigd over de dagelijkse raad, waarbij de leiding van de dagelijkse gang van zaken van de Raad voor de Kunst zal berusten. De wet schrijft voor, dat over het ontwerp voor dit besluit de Raad voor de Kunst moet worden gehoord. Dit is'de reden waarom de regeling van de dagelijkse raad niet gelijk met die van de indeling van de raad plaatsvindt. Engeland Bij tussentijdse verkie zingen te Blaydon heeft de Labourpar- tij haar zetel in het Lagerhuis behou den. Vergeleken bij de jongste algeme ne verkiezingen behaalde Labour een stemmenwinst van 3,4 procent. Advertentie (Van onze medische me dewerker) e verschillende vitamines hebben weinig gemeen schappelijk, zij lijken wat hun chemische structuur betreft in waar wij het al eerder over gehad hebben in de kroniekjes over hoogte- zon en Engelse ziekte. oe komen wij aan vitamine d? Op de eerste plaats kan de mens het zelf maken: ultra-violette stra len (zon of hoogtezon) bewerken in het geheel niet óp el- de huid de omzetting van cholesterol kaar en ook hun wer- in vitamine d. Bij gebrek aan zon kan de mens ook vitamine d met het voedsel of apart innemen. Verschil lende voedingsmiddelen bevatten vita- king is heel verschillend De enige overeenkomst waaraan zij hun gemeen schappelijke naam te dan ken hebben, is dat zij in zeer geringe hoeveelh'id toch absoluut noodzakelijk zijn voor de gezondheid. Vroeger is men hier op afgegaan, omdat men in de scheikunde nog niet zo ver gevor derd was en aannam dat zij, gezien hun eigenaardige en grote betekenis voor het leven, wel veel op elkaar zouden lijken. Ter onderscheiding krijgen zij als afzonderlijke naam een letter van het alfabet. Er wordt bij wijze van grap wel eens gesproken over vitamine a tot en met z. Dat grapje is er niet eens zo ver naast, want het aantal vitamines is nog wel lijnen. Het is trouwens aan te bevelen een dergelijk apparaat niet op eigen houtje maar op advies van en in over leg met een arts te gebruiken. Som migen schrijven de hoogtezon ook wel een toniserende, d.w.z. een verfris sende, opwekkende, kracht toe. Dit effect is geenszins bewezen en het lijkt mij vooralsnog meer magisch dan re- eel, hetgeen niet weg neemt, dat men wel iets van dien aard kan ervaren. Het is immers te begrijpen, dat ie mand die regelmatig een „hoogtezon- mine droomboter en tegenwoordig ook margarine, waaraan in de fabriek een ruime hoeveelheid wordt toege- geen 26, maar als wij ons bepalen voegd, zodat wij alleen al door mar- tot de mens zijn wij het doztfnreeds garine op brood en door het middag- ruimschoots gepasseerd. Ei z(jn nu maal ongeveer aan onze trekken ko- ook heel wat andere stoffen bekend, men. Verder bevatten melk kaas en die in minimale hoeveelheden invloed eieren nog vitamine d Rundvet en op de gezondheid uitoefenen. Het is reuzel daarentegen weinig of niet bijvoorbeeld gebleken, dat niet alleen Er zijn mensen die extra vitamine d ijzer maar ook de metalen koper en kobalt van belang zijn bij de bloedvorming, terwijl de mens ook mangaan en zink nodig heeft, echter in zulke kleine hoeveelheden, dat deze alleen met ingewikkelde instrumenten nodig hebben, bij bepaalde ziekten, zwangeren, jonge moeders die hun kind zelf voeden (zij moeten voor twee zorgen) en vooral groeiende kin deren (ter voorkoming van Engelse ziekte). Zij kunnen levertraan of vita- meetbaar zijn. Strikt genomen zou mine d in druppels of tabletten ge- men deze stoffen ook tot de vitamines bruiken. kunnen rekenen, al wordt het in de praktijk niet gedaan. De alfabetische volgorde doet er niet veel toe en daarom zullen wij vandaag beginnen met vitamine d, Natuurlijk is ook hoogtezon ge schikt, deze is alleen veel duurder, minder eenvoudig te hanteren en niet helemaal ongevaarlijk als men zich niet zorgvuldig houdt aan de richt- bad" neemt, zich ongetwijfeld door de rustpauzen verfrist en versterkt zal voelen. Veel mensen gunnen zich daar nauwelijks meer de tijd voor. Als zo danig kan een hoogtezon zeker een gunstige werking uitoefenen, de vraag is alleen of dat nu echt niet op een goedkoper en onschuldiger wijze kan gebeuren. Samengevat: een gezonde volwasse ne krijgt met het dagelijks voedsel meer dan genoeg vitamine d, er is dus geen enkele reden zich zorgen te ma ken om een eventueel tekort aan dit vitamine. N.B. Een jonge of a.s. moeder moet niet alleen extra vitamine d gebruiken maar ook extra melk drinken (min stens een liter per dag), omdat melk veel kalk en andere belangrijke stof fen bevat. Zonder kalk is vitamine d nutteloos. ST. De jazzmuziek komt nu ook écht officieel haar plaats opeisen in het muziekcultuur-gebied van Europa. Het heeft er tenminste in het vorige weekeinde op het internationale jazzfestival in San Remo van gedaverd. Gedaverd in tweeërlei opzicht, zowel van de eigenlijke muzikale prestaties als van het enthousiasme, dat na ieder volgend programma losbarstte. En tussen de bedrijven door ging het er in San Remo al niet anders aan toe dan bij het jaarlijkse filmfestival in Cannes. Journalisten en fotografen hobbelden achter de „sterren" aan. Met name achter Roman Full, in werkelijkheid Roman Mussolini, de verlegen 28-jarige zoon van de vroegere dictator. Roman, die tot de beste jazzpianisten van Italië wordt ggrekend, maakte in San Remo zijn publiek debuut als pianist in een bekend Italiaans sextet. Hij moet zijn muzikale begaafdheid geërfd hebben van zijn vader, ^ie in zijn jonge jaren viool speelde. Weshalve in San Remo als „mopje van de week" werd getapt, dat pa Mussolini de wereld een heleboel narigheid zou hebben bespaard, wanneer hij een échte eerste viool was gaan spelen. En nu we dan toch met de jazz zo'n beetje op het politieke vlak zijn verzeild geraakt, meteen maar gezegd, dat het achter het ijzeren gordijn weer taboe is met de jazz. De enige Sovjet-jazzband, welke vorig jaar in de enige nachtclub van Moskou werd geïnstalleerd en sindsdien drommen mensen trok, is op bevel van hoger hand naar huis gestuurd. Er zit nu weer een klein conventioneel orkestje, seint de cor respondent van United Press, dat afgezaagde deuntjes speelt. M pnrliSiBBnftliihiffii IMI r I, i iM «iimiii Madna, Bezemer en Ilcken druk aan de „studie". Achter het ijzeren gordijn dus he lemaal geen jazz, „achter de dijken" des te meer, ook al is dan met enig ongeduld, maar intus sen met nog meer spanning, uitge zien naar de Philips Langspeelplaat B 0800 L: „Jazz behind the dikes nr. 2". Zij is er nu dan eindelijk en... zij mag er waarachtig zijn! In alle opzichten. Zowel wat de eigenlijke inhoud, de muziek, betreft als ten aanzien van de opname, de weer gave en de „verpakking": een Nederlands fabrikaat, dat in de „betere klasse" op de wereldmarkt kan worden gepresenteerd. Waar voor met name de „big boys" van de Amerikaanse jazz hun petje mogen afnemen. Terzake: 16 jazz nummers in moderne stijl. Gecompo neerd dan wel gearrangeerd en uitgevoerd door Nederlandse jazzmu sici. Te weten: het septet van Her man Schoonderwald, het kwartet van Frans Eisen, het kwintet van Wessel Ilcken met zang van Rita Re^s, het trio Rob Madna en het kwartet Tony Vos. Het zou ons heus te ver voeren, alle zestien nummers afzonderlijk te bespreken. Slechts enkele algemene opmerkingen. Vooreerst dat de jazz muziek, die via deze plaat te beluis teren is, ervan getuigd:, dat onze Ne derlandse jongeren, die deze muziek al uitvoerend „componeren" (thema met variaties) er nuchtere, serieuze opvattiingen op na houden. Zij zoe ken het succes bepaaldelijk niet in holle techniek, in wilde effecten en sensationele „uitschieters". Eerder is er een streven merkbaar naar een naar-binnen-toe werken. In het scheppen van fijne, suggestieve sfeer. In de intieme improvisatie. Er is prima evenwicht tussen het karakter van de melodie-instrumen ten en de vaak sterk persoonlijke stijl van' de bespelers. Bij het samenspel zijn niet zelden verrassende samen klanken opgeroepen. Intussen is het andere kernpunt van de muziekvorm van de jazz allerminst verwaar loosd. Integendeel. Aan ritme, aan „swing" en ook aan de zogenaam de „beat"-effecten is geen gebrek. Maar ook zeker geen teveel. De har monie tussen melodie en ritme is vakbekwaam uitgebalanceerd. De drummers Fred Gilhuys, Cees See en (met aan het hoofd) Wessel Il cken weten, om zo te zeggen, hun partijtje te slaan. Dat Rita Feys de hare weet te zingen, valt niet in alle opzichten volmondig te beamen. Af en toe mist zij de fijnere intonatie, de echte „kleur". De weergave is glashelder. Tot in details. En de verpakking is het mag een keer gezegd typisch Phi lips: keurig verzorgd. Bij het inte ressante commentaar is nog een foto reportage gevoegd ook! Moet het evenzeer een genoegen zijn te dansen op de „Piano Dance Party" Philips 33 toeren nr B. 07748 R— het is daarbij beslist de moeite waard om er ernstig naar te gaan zitten luisteren. Dat zullen met name de werkelijke-jazz- liefhebbers willen doen. De acht dansnummers worden hier namelijk gepresenteerd door gevierde, moder ne jazzpianisten. Ieder in zijn eigen, strakke, dan wel gematigde jazzstijl. De plaat laat technisch knap en vaak zeer melodieus klavierspel horen. Ge raffineerd tonen-vlechtwerk tegen het Jazz van over de oceaan, maar dan overgeplant naar de Amster damse Apollohal. Op de Philips- plaat 45 toeren 421002 BE zijn opna men vastgelegd van het jazzfestival 1954. Aangemoedigd door juichende, joelende (waarom nou?) en fluitende „fans" geeft Lionel Hampton twee nummers ten beste op de vibrafoon: „How high the moon", als een „wer velwind", met een verdraaid knappe „aanzet" en het rustiger „Stardust". Akkoord, een tweede man moet Lio nel het virtuoos gegoochel op de vi brafoon nog verbeteren. Vliegensvlug meesterwerk is het. Improvisatie en fantasie van de bovenste jazz-plank. Het orkest bepaalt zich hoofdzakelijk tot ritmische begeleiding. Liefhebbers van dansmuziek kun nen aan het jongste repertoire van Philips en Decca hun hart ophalen. Oude dansen zijn weer in de mode. Mocht ge er de charmante ERROLL GARNER wisselend patroon van de ritmische begeleiding. Waarbij bij voorbeeld de linkerhand niet schijnt te weten wat de rechter doet, (Erroll Gamer) maar het intussen precies uitgekiend heeft. De anderen zijn: Eddie Hey- wood, Teddy Wilson, Frankie Carle, het Lou Stein trio, Dardanelle, Joe Sullivan en. Jess Stacy. Een „knap pe" plaat. Prima weergave. Deel van het Herman SchoonderwalcLseptet et orkest van Malando be hoeft nauwelijks aanbeveling, zeker niet wanneer het tan go's gaat spelen. En wat voor tan go's'. Campanulas, Porque, Las Flo- ristas en Bar- rioreo, vier composities uit de keurklasse. Van een bij zonder bekoor lijke muzikali teit en van een zwevend, mee slepend ritme. Malando han teert zelf de accordeon met zijn bekende smaak voor de fijne accentjes. Hij weet zich daarbij ge steund door met name de violisten, die een gevoelige partij strijken. Een klein- maar-dapper zwier en het frisse tempo echt goed van willen proeven, schaf dan zonder talmen de Philips 33 toeren P 10076 R aan. „Old Time Dances" heet het al bum. De gezeUige, fleurige tekenin gen op het omslag in de rose-kant- kleur doen u reeds de danskriebels in de benen slaan. Dan is het alleen nog maar een kwestie van de saffier op de zwarte schijf te plaatsen. Als ge dan nog rp uw stoel blijft zitten, zijt ge een augurk, gewoonweg, het spijt ons. Veertig minuten stijldansen uit de oude doos. Acht nummers. Achtereenvolgens: Buramel Petrus, Valse Basque, Fei- erahend, Friihlingsboten, La Petite Tonkinoise, de Veleta, de Stettiner Kreuzpolka en Les Patineurs. Per fecte uitvoering door het orkest van Jan Corduwener, de Tiroler Holzha- cker Bub'n en de Edelweiss-Kapel. Een verrukkelijke plaat voor de hele familie. Weergave uitstekend. Een vooral ritmisch, maar ook muzikaal niet minder voortref felijke selectie van (moderne) dansnummers is verzameld op de 33 toeren Deccaplaat LF-1190. Vier quick-steps en vier Engelse walsen, uitgevoerd door het orkest van Ha rold Smart, het huisorkest van het „London Dance Institute". De num mers: I'll always be in love with you, What '11 I do?, The boy next door, A kiss in the dark, Let's do it (heeft niets met de voorgaande „kiss" te maken), That certain fee ling, Nice work if you can get it en S'wonderful. „Strict Tempo for Dan cers" heet de plaat en daar is niets te veel mee gezegd. LIONEL HAMPTON dansplaatje. Philips 422649, PE, 45 toeren. En dan zet de Amerikaanse pia nist Liberace zich achter de vleugel. In de zaal pinken hon derden vrouwen een traan weg. De pianist Liberace is de lieveling van het Amerikaanse publiek, van de vrouwen in het bijzonder. Hij is ie ders moeders symbool van een zoon. waarover zij met trots aan de buur vrouw kan verhalen. Hij is, zonder oneerbiedig te willen zijn. de John ny Ray voor iedere bakvis van beteren huize. Maar intussen is h\j in alle ernst een begaafd pianist. Tenminste be heerst hij de techniek van het kla vier tot in de fijnere finesses. Over de sfeer, de diepgang, de intonatie van zijn spel zouden verschillende smaken mogelijk tegenover elkander kunnen worden gezet. Zeker, wan neer hij, zoals via de Philipsplaat S3 toeren B 07675 zijn vertolkingen laat horen van bepaalde, karakteris tieke gedeelten uit klassieke piano- werken (Rachmaninoff, Grieg, Cho pin). Deze zijn verbonden en ver weven in arrangementen van Gor don Robinson voor piano (speciaal voor Liberace) en orkest (het or kest van Paul Weston). Toch wel verbazend knappe arrangementen in dit speciale genre. De orkestratie is nergens opdringerig. Zij omlijst hoofdzakelijk, zij benadrukt links en rechts de piano-soli, zij verbindt de fragmenten. Het is een stemmig ge heel. Een populair arrangement kan men zeggen, maar zij is dan toch populair op niveau. Met handhaving van de klassieke piano-partituur. En met eerbied er voor, ook al zou men deze zeer betrekkelijk kunnen noe men. Maar dan niet bij Liberace. die men zeker niet een gebrek aan overtuiging kan verwijten: die naar onze smaak ook wel speelt met begrip van en oprecht gevoel voor de hooggestemde intenties, die de klassieken hebben voorgestaan. Zij zullen zich niet in hun graf omdraai en, de meesters, maar zij zullen, zij het dan met een knipoog-met-een tikkeltje-verwijt aan het adres van de arrangementen Liberace een waarderend klopje op de schouder niet willen onthouden. Vermelden wij afzonderlijk nog het Warschau-con- cert, waarmee Liberace op imposan te wijze zijn bijzonder repertoire opent. Ook de weergave van deze plaat is magnifiek. De veelzijdigheid van het orkest van Paul Weston helt op de Philipsplaat B 21749 H over naar het zoetige, filmisch genre bij de begeleiding van twee songs. Het „Maria, Maria, Maria", lief tot aan het „devote" toe en „The Kentuckian Song", opgewekt en mannelijker, re gelrecht uit de huifkar, die door de wildwest hobbelt. Het Norman Lu- boff Koor zingt in de geijkte Ame rikaanse zangstijl- Een „mooi" plaat je nochtans voor de liefhebbers. FREDERIC Een accumulatorenfabriek te Amster dam heeft het plan opgevat om met speciale z.g.n. service-wagens een „ac- cuwacht" te vormen, die langs Neder landse wegen alle automobilisten on derweg behulpzaam zal zijn, indien zich moeilijkheden voordoen met de accn, hetgeen in dit koude jaargetijde veel voorkomt. Deze accuwacht krijgt aanhangwa gens achter gewone auto's. In deze wa gens bevinden zich behalve nieuwe en ruilaccu's ook een volledig controle apparaat, onderdelen enz. De fabriek zal een groot aantal van deze wagens in gebruik nemen. Op 16, 17, 18 en 19 september 1956 zal te 's-Hertogenbosch het derde Interna tionale Vocalisten Concours worden ge houden. Dit concours wordt door de Stichting 's-Hertogenbosch Muziekstad wederom georganiseerd in samenwerking met het Nederlands Impresariaat, de Ne derlandse Katholieke Radio-omroep en de Vakgroep voor concerterende voca listen van de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaarsvereniging. Deelname aan het concours staat open voor jonge zangers en zangeressen uit alle landen, die geboren zijn na 31 decem ber 1920. Leerlingen van conservatoria kunnen slechts aan het concours deel nemen met toestemming van de directeur van hun conservatorium. Behalve een optreden voor de Nederlandse Katholieke Radio-omroep, een optreden met Het Brabants Orkest en uitwisseling met ver schillende landen in Europa, worden voor de prijswinnaars geldprijzen tot een to taal bedrag van 4500 in het vooruitzicht gesteld. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft aan de auteurs Mies Bouhuys, Michel van der Plas en Jan Wit elk een opdracht verleend tot het schrijven van een kort eenvoudig spel, handelende over de bevrijding van ons land van vreemde overheersing en over de betekenis van de vrijheid. Deze spelen dienen geschikt te zijn om op of omstreeks de bevrijdingsdag door kinderen in schoolverband te wor den opgevoerd Het is de bedoeling, dat in de spelen liederen worden opgeno men, die door de kinderen gezamenlijk kunnen worden gezongen. De drie auteurs hebben de hun verleende op dracht aanvaard en hopen in de loop van 1956 met hun werk gereed te ko men. De president van de Philippijnen, Ra mon Magssay streeft naar de vestiging van een zelfstandig Philippijns gezant schap bij de Heilige Stoel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 9