Eerste Kamer in debat over waterwegen- en deltaproblemen Smeekschrift aan Aarts bisschop aangeboden Spaanse studenten eisen hervormingen Prinses Beatrix voor eerste maal in Raad van State Minister Donker in de beide Kamers herdacht Saar-vlag krijgt de Duitse kleuren Zaligverklaring mgr. Ariëns Mgr. Alfrink: Wij hopen en bidden dat God Ariëns moge verheerlijken ERIC DE NOORMAN „WIJ WIT I F.N GEEN KONING" Prinses: Ik sal trachten een goed leerling te sijn KRUISWOORDRAADSEL Monumentale arbeid „Technisch middel" „Belediging" Zwart-rood-goud Concurrentie tussen Guernesey en Nederland op Britse tomatenmarkt "Koningin en Prinseren minister Donker Mr. JONKMAN: Dr. KORTENHORST: Man uit één stuk WOENSDAG 8 FEBRUARI 1956 PAGINA Reprimande jAfgesproken" Ambassadeur van Pakistan bij r.-k. gezinsverzorg'sters in Amsterdam Examens Oplossin g kruiswoor dr a a dis e 1 van dinsdag (Van onze parlementaire redacteur) Een debat, gevoerd op een voor de Eerste Kamer ongewoon scherpe toon, ontwikkelde zich gisteren bij de inter pellatie van prof. Gerretson over de afspraken", die de regering reeds in 1949 met België heeft gemaakt over na dere bevoegdheden van de Technische Scheldecommissie. Deze commissie, in 1948 opgericht, bestaat uit Waterstaats mensen die studie zouden maken van de Westerschelde. Daarnaast was er de commissie Steenberghe - van Cauwe- laert. die o.m. over de nieuwe Rijn- Schelde-verbinding had te adviseren. Prof. Gerretson had eerst in 1955 door uitlatingen van een Belgische minister ontdekt dat de bewuste Waterstaatcom missie reeds jaren geleden zonder dat de Staten Generaal, zoals de Grondwet voorschrijft, erin waren gekend, veel bredere bevoegdheden had gekregen met ver gaande staatsrechtelijke con sequenties. De commissie zou zich behalve meé de Schelde ook met de ge hele Rijn- en Maasdelta kunnen gaan bemoeien. Een oude kwestie, daterend uit de tijd van de befaamde strijd tegen het Moer dijkkanaal, dook in de Eerste Kamer weer op, ditmaal nog aangevuld met een vermeende schending van de Grond wet. De interpellatie heeft tot gevolg gehad dat de professor-dichter, wie het chargeren in zijn betoogtrant niet vreemd is, op enkele punten vrijwel de gehele Kamer achter zich heeft ge kregen. De toon waarin hij tegen de minister van Buitenlandse Zaken en diens departement uitviel, bezorgde hem wel een reprimande zowel van de voorzitter als van minister Beyen, maar in de staatsrechtelijke kant vart het vraagstuk volgden hem de heren Sas sen (K.V.P.), Wendelaar (V.V.D.), Al- gra A.R.) en zelfs de communist Geug- jes. Zij waren het ermee eens dat de regering verplicht is als zij afspra ken" maakt, die van zo gewichtige be tekenis zijn, te doen wat de Grondwet voorschrijft: zij moet dan eerst goed keuring aan de Staten Generaal vragen. Waar blijven wij wanneer wij de grond wettelijke parlementaire rechten op zo gevaarlijke wijze gaan uithollen, zo vroeg mr. Sassen. Prof. Molenaar, (V.V.D.), die' de regering het vorig jaar al had ge vraagd wat er aan de hand was en eerst later door de Belgische uitlatingen even eens had ontdekt, dat er behalve ver meende gevaren voor het tempo van de ontwikkeling der deltaplannen ook rog sprake was van een verkeerde voor lichting, was verontwaardigd over de methode waarop minister Luns met de Kamer was omgesprongen. De staatsrechtelijke bezwaren wer den zodoende nog verzwaard doordat minister Luns het vorig jaar door een misverstand aan prof. Molenaar een onjuist antwoord had gegeven. Hij had de moeilijkheden van prof Molenaar teruggebracht tot de in 1948 gesloten overeenkomst, waarbij de Technische Commissie was opgericht. Het ging echter om wat een jaar la ter was overeengekomen, of „afgespro ken", zoals minister Beyen het nu bleef verdedigen. Op dit punt kon hij zijn collega Luns, die in Genève ver toeft, wel te hulp komen. Hij kon ook, gesteund door mr. Sassen, diens goe de trouw nog verdedigen, maar een ernstig verwijt dat zelfs door de voor zitter van de Kamer werd beaamd, nadat prof. Molenaar er 't eerst mee was aangekomen kon niet weersproken worden. „Waarom heeft de mi nister de Staten Generaal in de steek gelaten, terwijl hij toch wist dat hij hier vandaag ter verantwoording zou worden geroepen? Hij had de heren Indonesiërs in Genève moeten laten we ten, dat hij deze dag door verplichtin gen tegenover ons niet bij hen aan wezig had kunnen zijn", zo luidde het verwijt. Prof. Gerretson nam met de verdedi ging van minister Beyen over de grond wettelijke kwestie geen genoegen. De minister had gezegd, dat het gehele le ven, ook tussen twee landen, vol is van afspraken en dat het onmogelijk is als buurnaties te blijven bestaan als men op dit punt alles voor een overeenkomst zou moeten aanzien en dan volgens de Grondwet eerst de Staten Generaal moet inschakelen. Het gaat om „een tech nisch middel tot onderling contact", zo meende minister Beyen en hij kon niet inzien dat hier volkenrechtelijke ver plichtingen door waren ontstaan. Prof. Gerretson zag in deze uitleg de meest gevaarlijke theorie die denkbaar is. Af spraken zijn geen overeenkomsten. Een zo belangrijke kwestie als deze had veel zwaarder moeten wegen dan iets wat men zo maar even onder ons gaat regelen. Hij repliceerde met grote fel heid en verontwaardiging, dat Buiten landse Zaken al jaren bezig Is achter de rug van de Staten-Generaal om een geheime diplomatie te voeren en dat minister Luns een positieve onwaarheid had gedebiteerd door te zeggen dat de tekst reeds was gepubliceerd. Het de partement van Buitenlandse Zaken is onbetrouwbaar, zo merkte hij op. De voorzitter wees hem op de onaange name klank van dit woord en wilde de uitlating opvatten als een judicium van een hoogleraar, waarop prof. Gerretson rectificeerde: ik bedoel dat de inlich tingen van Buitenlandse Zaken niet gt.eeds in overeenstemming zijn met de feiten. In het vuur van zjjn betoog had de Interpellant bovendien herinnerd aan een woord van Colijn, die voor de oor- log eens over Buitenlandse Zaken als over een Augiasstal heeft gesproken. Minister Beyen verdedigde zijn hard werkende ambtenaren tegen al deze aan tijgingen en noemde dit een ongerecht vaardigde belediging. Het slot van de Interpellatie was dat prof. Gerretson aankondigde dat hij bij de behandeling van de begrotingen van Buitenlandse Zaken en van Verkeer en Waterstaat op deze zaak ongetwijfeld zal terug ko men. Wellicht volgt dan tevens opheldering over de laatste troef die prof. Gerret son nog uitspeelde door te beweren dat er behalve de commissie Steenberghe- v. Cauwelaert nog een tweede commis sie van die naam zou bestaan, die even eens tot dusver voor de Staten-Generaal zou zijn gehouden. PROF. GERRETSON De Saarlandse landdag heeft vanmor gen met 32 tegen twaalf stemmen in eerste lezing zijn goedkeuring gehecht aan de door de pro-Duitse partijen in gediende wetsontwerpen betreffende de vervanging van de Saarlandse vlag (blauw-wit-rood) door de Duitse vlag (zwart-rood-goud) en de toepassing van de Duitse kleuren in het Saarlandse wa pen. Voor stemden de pro-Duitse partijen en de communisten, terwijl de afgevaar digden van de pro-Europese christelijke volkspartij zich tegen de ontwerpen uit spraken. Ook het wetsvoorstel tot wijzi ging van de wet op de Saarlandse na tionaliteit werd in eerste lezing goedge keurd. De vrouwelijke ambassadeur van Pa kistan Begum Liaquat Ali Khan heeft dinsdagmiddag, onder meer in het ge zelschap van de minister van maat schappelijk werk, mr. F. J. F. M. van Thiel, en zijn echtgenote een bezoek gebracht aan het opleidingshuis voor katholieke gezinsverzorgsters in de v. Eeghenstraat te Amsterdam. Zij liet zich uitvoerig voorlichten over het werk en de cursus van de verzorgsters in het dipcees Haarlem. Zij woonde een gedeelte van een les bij en maakte een rondgang door het pas in gebruik genomen gebouw. Je 20. Eric en zijn twee krijgers volgen de vervallen, overwoekerde Romei- nenweg, welke als een strakgetrokken lint naar het noorden voert. Ze moeten nu al diep in het land der Pieten zijn doorgedrongen, maar hebben nog geen teken van leven bespeurd. De weg eindigt bij de ruïne van een Romeins fort, dat de toegang tot de vallei bewaakt. Zij vervolgen hun weg door de vallei langs een smal waterloopje. Nog steeds hebben ze geen levende ziel gezien en de stille wouden aan weerszijden op de hellingen begin nen drukkend op de mannen te werken. Ze voelen zich niet op hun gemak en spieden onder het voortgaan steeds omzichtig rond. Ook Eric kan het onbehaaglijke gevoel niet van zich afzetten, dat ze worden beloerd. Tot er eensklaps voor hen uit een gestalte oprijst van achter een rotsblok. De man beweegt enige malen zijn speer op en neer en als uit de grond gestampt komen ruiters van alle kanten tussen het geboomte op de helling te voor schijn. Van links, van rechts, voor en achter komen zij en rijden in een dreigende stilte op de drie ingesloten Noren toe. In zijn jaarverslag heeft de heer Wil fred Corbet, voorzitter van de verkoop commissie voor tomaten van Guernesey medegedeeld, dat gerekend kan wor den op een hardnekkige concurrentie op de Britse markt tussen de tomaten- producenten van Guernesey en de Ne derlandse producenten. De strijd tussen de produceiften van beide gebieden heeft volgens hem betrekking op to maten van superieure kwaliteit. De Ne derlandse producenten hebben volgens Corbet in de periode van half mei tot half september 1955 ongeveer 12.000 ton niet kunnen verkopen en om herhaling te voorkomen gaan de telers nu meer tomaten van superieure kwaliteit ver bouwen. Teneinde tegen deze concur rentie bestand te zijn heeft men in Guernesey dit jaar ongeveer 14 dagen vroeger geplant dan normaal. In een bijeenkomst op het aartsbis schoppelijk paleis aan de Maliebaan te Utrecht heeft het Ariënscomité, bestaan de uit ongeveer twintig personen, meest vertegenwoordigers van grote corpora ties, doch ook uit groepen van vereer ders van mgr. Alfons Ariëns, gistermor gen aan mgr. dr. B. J. Alfrink, aarts bisschop van Utrecht, een smeekschrift aangeboden. Hierin wordt de aartsbis schop gevraagd de voorbereidingen te treffen ter inleiding van het zaligver klaringsproces voor de in 1928 gestor ven priester. In een korte rede zei de voorzitter van het comité, prof. dr. L. Rogier, dat mgr. Alfrink, behorende tot de grote vrienden en vereerders van Ariëns, door zijn woorden en daden de hoop had gegeven, dat het proces der zaligver klaring zou kunnen worden ingeleid.. Het feit dat de verering van Ariëns zich in den lande steeds uitbreidt, heeft het comité doen besluiten de aartsbis schop thans dit verzoek tot het inlei dend proces te overhandigen. Vervolgens las prof. Rogier de sup- pliek voor, welke aldus luidt: „Het Ariëns-comité, dat reeds meer dan 25 jaren zelfs in de jaren 1940- 1945 niet nagelaten jaarlijks herden king van Alfons Ariëns' sterfdag re gelt, richt met verschuldigde eerbied tot Uwe Hoogwaardige Excellentie het ver zoek over te gaan tot de eerste stap pen, die kunnen leiden tot een beatifica tie van de, op 7 augustus 1928, overle den priester. Dit verzoek is allereerst gegrond op de toenemende faam van het voorbeeldig priesterlijk leven van de man, wiens naam niet alleen verbon den is aan onderscheiden charitatieve er. sociale instellingen, maar ook aan een te Enschede opgerichte kerk, in het najaar van 1954 door Uwe Hoogwaardi ge Excellentie geconsacreerd. Het vloeit echter tevens voort uit de over tuiging, dat het in een periode, waarin de katholieke organisaties zulk een be langrijke plaats in het openbare leven innemen, zin heeft de zeer bijzondere verdiensten van de pioniers dezer evo lutie helder in het licht te stellen. Het comité weet zich de tolk van brede scharen Ariëns-vrienden uit alle delen van het land en uit alle rangen en standen, als het het vaste vertrouwen uitspreekt, dat de heil zame kracht van Ariëns' voorbeeld door de instelling van een proces tot zijn heiligverklaring nog aanzienlijk zal toenemen. De aartsbisschop antwoordde daarop met te zeggen, dat het hem verheugde de stem van zovele vereerders van Ariëns te horen, Reeds terstond na de dood van Ariëns is de roep van zijn heiligheid begonnen, zo zei hij. „Ik zelf", zo zei mgr. Alfrink, „heb bijna jaarlijks op zijn eenvoudige graf gebeden, dat hij eens tot de eer der altaren verheven zou mo gen worden en aldus een troost en helper zou zijn voor alle priesters en noodlijdenden". Tot tweemaal toe beloofde de aartsbisschop alles te doen wat in zijn vermogen ligt om deze zaligver klaring te bevorderen. Kenmerkend noemde mgr. Alfrink voorts voor Ariëns zjjn sociale bewogen heid, die zich niet tot het stoffelijke beperkte, maar naar de geestelijke nood doordrong. De materiële nood van heden moge aanzienlijk minder zijn dan in zijn tijd, de geestelijke is wellicht thans schrikbarender. Als Ariëns deze zag zou hij wederom alles doen om de uitge schudde reiziger op te richten. Wij ho pen en bidden, zo besloot de aartsbis schop, dat God Ariëns moge verheer lijken en ikzelf zal alles doen om het proces der zaligverklaring te bevor deren. AMSTERDAM, 7 febr. (G.U.) Doc toraal geneeskunde: mej. G. J. M. Nooy, J. W. Visser, P. H. M. N. Dols, mej. M. J. de Pree, W. H. Nestier, mej. M. Aal- derink, J. H. M. Lockefeer, Sie Dhiam Tjong, A. v. Hoeve, mej. E. A. Kuiper, A. A. Adam, E. A. Nol, mej. J. Be- sijn, G. P. M. Umans, J. H. J. Luger, G. J. Brink, P. L. M Lichtveld, W. Scheffer, E. A. Hart, J. v. d. Hooft, G. Feuerstein, mej. E. Hofland, U. de Boer, W. J. Siegel, A. A de la Fuente, F. M. Smulders, mej. C. M. van de Weerdt, mej. A. M. J. H. Wolfs, J. J. Stroer, mej. A. A. Jonger, J. L. Touber, W. Büthker, mej A. J. M. Th. v. d. Bergh, E. F. Arnold, mej. C. E. J. M. Wiggen- raad, B. Heijlman, J. F I. Klein Rob benhaar, allen te Amsterdam, S. Hot tentot Oosthuizén, A. J. M. Schumacher, Heemstede, mej. M. J. Bonebakker, Bussum, C. S. D. de Heer, Bloemen- daal, mej. E. E. Collier, Den Haag, mej. L. Spijker, Bussum en J. C. Sal- verda. Hoofddorp. LEIDEN, 7 feb. Kand. godgeleerd heid de heer H. C- Greive te Voorscho ten. Z. H. Exc. mgr. dr. B. J. Alfrink, aartsbisschop van Utrecht, neemt de petitie voor de zaligverklaring van mgr. Alf. Ariëns in ontvangst, die de voorzitter van het Ariënscomité, prof. dr. L. J. Rogier, hem heeft aangeboden. Gisteren hebben ongeveer tweehon derd studenten in de buurt van de uni versiteit van Madrid gedemonstreerd. Zij schreeuwden: „Wij willen geen ko ning" en „Weg met de studentenbond". De studentenbond wordt beheerst door generaal Franco's Falange-partij. Twee vooraanstaande Falangistische academici, de rector van de universi teit van Madrid en de rector van de universiteit van Salamanca, hebben on langs uitvoerig rapport uitgebracht over het verlangen onder de Spaanse studen ten naar universitaire hervorming. Een van hen zei, dat sommige studenten nog op precies dezelfde wijze worden op geleid als eertijds hun grootvaders. Volgens een correspondent van Reuter komt het verzet niet slechts van anti-Falangistische studenten. Ook onder de Falangistische stu denten zou openlijke ontevredenheid over de toestanden in de universi taire wereld heersen. Er zou aan gedrongen zijn op het houden van een nationaal studentencongres waarbij de afgevaardigden geheel vrij gekozen worden. Sommige waarnemers zeggen, dat het verlangen naar hervorming Wordt uit gebuit door zekere groepen, die zouden profiteren van elke beroering. Zo wordt er wel op gewezen, dat de laatste tijd het communisme in de universiteits wereld terrein heeft gewonnen. (Vervolg van pagina 1) Prinses Beatrix beantwoordde deze rede als volgt: Dankbaar ben ik, lieve moeder, dat u zelf m;j vandaag in dit hoge college hebt willen binnenleiden. De grondwet verleent mij zitting in de Raad van State. Dat dit een groot voorrecht is besef ik. Het zal mij de gelegenheid geven in de praktijk iets te leren begrijpen van het ingewikkeld raderwerk van ons re- geringsbestel. Met de uiteenlopende problemen, die het bestuur van rijk er. staat meebren gen, zal ik mij vertrouwd kunnen ma ken. Zo zal ik mij kunnen voorbereiden op de taak, die, naar ik hoop en ver wacht, voor mij nog ver in de toekomst ligt. Nog zeer lange tijd, leden van de Raad van State, zal ik mij beschou wen als uw leerling. Ik zal mij bewust van mijn ver antwoordelijkheid trachten een goe de leerling te zijn. Ik weet, dat ik op uw hulp en me dewerking kan rekenen. Dit geeft mij de moed de taak, die voor mij in uw college is weggelegd, in het belang van het land gaarne te aanvaarden. De vice-president van de Raad van State, mr. F. Beelaerts van Blokland, sprak hierna de volgende rede uit: Mevrouw, met grote vreugde en er kentelijkheid heeft de Raad van State hier vandaag Uwe Majesteit, in gezel schap van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden en van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix, mogen ontvangen. Te groter is onze dankbaarheid, wijl Uwe Majesteit wel gebruik wil maken van haar voorzitterschap van de Raad om uw oudste dochter, nu zij de door de grondwet daarvoor gestelde leeftijd heeft bereikt, binnen te leiden in het college, waarin ook haar vader reeds sedert jaren zitting heeft en met grote belangstelling menige vergadering heeft medegemaakt. U, Koninklijke Hoogheid, moge ik van harte, ook namens de leden van de raad, gelukwensen bij deze eerste verschijning in ons midden. De taak, welke u hier wacht, behoort zeker niet tot de gemak kelijkste, maar ik ben er van over tuigd, dat warme belangstelling in de zaken van het rijk en van de staat u een krachtige steun zal zijn bij nw stre ven om moeilijkheden te boven te ko men en het vereiste inzicht In 's lands zaken te verkrijgen. Hetgeen Uwe Koninklijke Hoogheid daarbij voorzeker ook van groot nut zal kunnen zijn, is de voorlichting, welke 's raads leden, aan wie het aan kennis en ervaring in deze zaken zeker nietont- breekt, altijd bereid zullen zijn u desge wenst te verstrekken. Geschenk aangeboden Het geschenk, dat de vice-president, leden en secretaris van de Raad van State aan Prinses Beatrix aanboden, is een zilveren vaas van een modem model, speciaal voor deze gelegenheid gesmeed bij de N. V. Kon. Ned. Fa briek van gouden en zilveren werken Gerritsen en Van Kempen te Zeist, door de 67-jarige zilversmid Jan Duyn- dam. Midden op de vaas staat het rijkswa pen. Zij is versierd met lijnen en de twee heraldische figuren, voorkomend in de standaard van Prinses Beatrix. (Jachthoorn uit het wapen van Oranje en de roos uit het wapen van Lippe). Op de onderzijde staat: Raad van State 4 februari 1956. De vaas was met oranjekleurige bloe men euphorbia's) geplaatst op de tafel vóór de zitplaats van de Prinses. Na de buitengewone vergadering van de Raad van State hebben Koningin Juliana, Prins Bernhard en Prinses Bea- Copyright P. I. B. Bo* 6 Copenhogen 926 COSPER „Wat een geluk, dokter, het was loos alarm. trix zich per auto naar het paleis Lan ge Voorhout begeven, waar Prinses Beatrix de volgende deputaties ontving, die hun gelukwens vergezeld lieten gaan van een geschenk: Corps diplomatique: kolonel P. 1. Hoogenhout, doyen van het corps di plomatique, ambassadeur van de Unie van Zuid-Afrika en mevrouw Hoogen hout, Thomas A. Stone, ambassadeur van Canada en mevrouw Stone, mon seigneur P. Giobbe, oudste gezant, Apos tolisch Internuntius. Kabinet der Koningin: mej. mr. M. A. Tellegen, directeur van het Kabinet der Koningin. Gemeente 's-Gravenhage: mr. F. M. A. Schokking, burgemeester van 's-Gra- venhage. Het Nederlands Padvindsters Gilde de dames W. van de Bosch (Den Haag); A. Pannevis (Dordrecht) en A. Diele- man (Zutphen). Het corps diplomatique bood een gou den poederdoos en een gouden lippen stifthouder aan, de gemeente 's-Graven hage een beeldje van brons, ongeveer 30 cm. hoog, voorstellende een veulen, vervaardigd door Grada J. W. Rueb, 70-jarige beeldhouwster te Den Haag. Het Nederlandse Padvindsters Gilde gaf een geborduurde zeiljopper, vervaar digd door padvindsters, kabouters en leidsters in verschillende plaatsen in Nederland, naar een ontwerp van mevr. L. Guntenaar, naaldwerkster in Amster dam. Tenslotte boden mej. mr. M. A. Tel legen, jhr. mr. W. F. Roëll en de heer Van Roessel van het kabinet van de Koningin, de prinses een-in fraai leder gebonden exemplaar van de Grondwet en van de wet op de Raad van State, alsmede een chinees beeldje, de wijs heid voorstellend, aan. Van het gebouw van de Raad van State op het Binnenhof tot aan het pa leis Lange Voorhout, waar de delega ties werden ontvangen, werden de Ko ningin, de Prins en de Prinses door een talrijke menigte luide toegejuicht. Bij het paleis zelf hadden zich duizen den schoolkinderen en belangstellenden opgesteld, die de Koninklijke familie bij haar aankomst geestdriftig begroet ten en in koor „Wij willen Holland hou- den", „Hollands vlag" en het „Wilhel- stroom lava kruipt langs de met sneeuw mus" zongen. bedekte hellingen van de vulkaan. Horizontaal: 1 jongensnaam, 5 as, 8 deel v. Amerika, 9 larve, 12 water in Brabant, 13 jongensnaam, 14 lokspijs, 16 koning (Fr.). 18 vruchtennat, 20 grote bijl, 22 vernis, 24 transportbedrijf (afk.), 25 meisjesnaam, 26 schil, 28 tijd perk, 30 gevangenis, 32 deel v. h. hoofd, 34 in orde, 36 windrichting, 38 bijwoord, 39 rivier in Nederland, 40 dus (Lat.). Verticaal: 1 kostbaar, 2 herkauwer, 3 sprookjesfiguur, 4 lidwoord, 5 bevel, 6 dierengeluid, 7 wapen, 10 klein plant je, 11 stuk stof, 13 slingerplant, 15 bos god, 17 oud (ong.), 19 vlaktemaat, 21 visnet, 25 overal, 26 voor, 27 vod, 29 omroepvereniging, 31 bezittelijk vnw., 33 lyrisch gedicht, 35 vogel, 37 voeg woord, 38 landbouwwerktuig. Horizontaal: 1 gezantschap, 2 rio - alp - ako, 3 Islam - erker, 4 medaille - N.T., 5 rendabel, 6 dartele, 7 tuitage - gat, 8 innig - kies, 9 liga - eerste, 10 te - ul tra - el, 11 e. k. - ros - nerf. Verticaal: 1 grim - stilte, 2 eiser, - uniek, 3 zoldering, 4 aan - giaur, 5 na middag - l.o., 6 T.L. - laag - ets, 7 spel- breker, 8 reet - Iran, 9 hak - leges, 10 Aken - laster, 11 portret - elf. Namens Koningin Julina en Prins Bern- hard heeft majoor J. J. baron van Lynden, adjudant van de Koningin, dinsdag ln het Zuiderziekenhuis te Rotterdam een krans gelegd bij de baar van wijlen mi nister L. A. Donker. Italië De Stromboli vertoont thans grotere activiteit dan sinds Nieuwjaars dag het geval is geweest. Een sissende In de dinsdag gehouden vergade ring van de Tweede Kamer is mr. L. A. Donker, in leven minister van Justitie, herdacht. De voorzitter, dr. L. G. Kortenhorst, heeft zich in een herdenkingsrede af gevraagd of wij deze thans overledene mogen beklagen nu hij tijdens de be trekkelijk korte duur van zijn leven zich zoveel verdiensten heeft verworven, dat deze voldoende zouden zijn geweest om de carrières van een ganse reeks be kwame ministers van Justitie te vullen? Bij mr. Donkers heengaan passen geen jammerklachten. Hij heeft gewerkt en geleefd naar eigen wil en wens. Mi nister Donker heeft nooit de weg van de minste weerstand gekozen. Integen deel, hij heeft zich met onbuigzame wilskracht en nimmer verslappende ijver juist tot die onderwerpen aange trokken gevoeld, die reeds vele jaren op afdoening hadden gewacht. Zijn levensloop liep evenwijdig met zijn werkmethode: systematisch, geor dend, logisch en moedig. Leven en ar beiden waren bezield door slechts één gedachte: de gemeenschap dienen zon der om te zien, zonder vooroordelen, zonder rancunes, zonder afhankelijk heid. Ziehier een man uit één stuk, geen partijganger, geen ogendienaar, even objectief tegenover zijn politieke vrienden als tegenover degenen, die zijn levensbeschouwing niet deelden. Hij volgde Shakespeares raad, sprekend niet de mond van Polonius: „dit boven al, wees tot uzelf oprecht, en hieruit volgt, als op de dag de nacht, dat gij dan jegens niemand vals kunt zijn." Wanneer dan een klaagzang weinig passend zou zijn bij deze grote onder ons, dan betekent dit, ondanks de wee moed, die niet te onderdrukken is, dat wij mr. Donker bij zijn laatste gang zul len begeleiden met andere gevoelens: met die van hoogachting, bewondering en dankbaarheid. De minister-president, dr. W. Drees, heeft zich van ganser harte bij deze woorden aangesloten. Donker is, aldus dr. Drees, geweest een man met een vaste en sterke over tuiging. Tevens met een breed begrip voor de opvattingen van andersdenken den. Hij is zijn leven lang vervuld ge weest van de drang om bij te dragen tot verbetering van menselijke verhou dingen. Dit element zag hij ook in zijn arbeid op justitieel terrein. Daarvan getuigen, om slechts twee voorbeelden te noemen uit de ontzaglijke hoeveel heid van zijn arbeid, de hervorming van de kinderbescherming en die van het gevangeniswezen. De nagedachtenis aan deze zuivere mens en bekwame werker, met zoveel liefde voor land en volk en zo onbe grensde toewijding, zal in dankbare her innering blijven. In de Eerste Kamer heeft de voor zitter, mr. A. J. Jonkman, dinsdag mr. Donker herdacht. Monumentaal ontplooide zich zijn arbeid aan het ministerie van Justitie, aldus mr. Jonk man. Uitzonderlijk was de waardering in de Staten-Generaal. Van verschil lende zijden sprak men van: indruk wekkende activiteit en bewonderens waardige werkkracht, onuitputtelijk in ventief vermogen en spreekwoordelijke voortvarendheid, prees men zijn des kundigheid, grondige voorbereiding, weloverwogen en nauwkeurige verdedi ging. Aan de herrijzenis na de oorlog van Nederland ook als rechtsstaat in wet geving en regeringsbeleid heeft mi nister Donker een buitengewoon groot aandeel gehad. Ook aan de opbouw van een nieuwe rechtsorde tussen Nederland en Suriname en de Nederlandse Antil len. en het zoeken naay de weg om tot betere betrekkingen met Indonesië te komen, heeft hij belangrijk bijgedra gen. Op ons is de verplichting komen te rusten zo veel en zo spoedig mogelijk voor ons deel bij te dragen tot vol tooiing van wat hij ons nagelaten heeft, en mede tot stand te brengen wat hij moest overlaten aan wie na hem zouden komen. De vice-minister-president en minis- tei van Binnenlandse Zaken, prof dr. L. J. M. Beel, heeft zich namens de re gering aangesloten bij deze woorden. Nog valt niet in volle omvang te pei len hoe zwaar het verlies is, dat door zijn onverwacht heengaan door ons allen wordt geleden. Doch onomstotelijk staat vast, dat in deze figuur, hoe be scheiden ook van allure, ons is ontval len een persoonlijkheid met uitzonder lijke gaven, met hoge plichtsopvatting en schier onbegrensde werkkracht, een geboren jurist, wiens gedegen kennis, gerijpt door ervaring, waarin hij men sen, toestanden en omstandigheden heeft leren kennen, hem deed uitgroeien tot een man van gezag, en wiens staatkun dige loopbaan hem als het ware voor bestemd deed zijn voor het ambt, waar aan hij zich met inzet van al zijn krachten, geestelijk en fysiek, heeft gegeven tot het roekeloze toe. Naast droefenis om zijn sterven Is ons hart vervuld van erkentelijkheid voor wat ons land in mr. Donker op veelvuldig terrein werd geschonken- Zijn nagedachtenis zal bij de regering en bij ieder onzer in hoge ere blijven- Hij. de rusteloze, moge dit ls onz® bede thans- rusten in vrede.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 2