Toch plaats voor versterving en boete
in het leven van de christen
Burgess en Maclean
duiken in Moskou op
■*'1
Nederlands—Indonesische
conferentie mislukt
blij
Zo
Geest van zelfverloochening moet
behouden
Vastenbrief van
Episcopaat
„Wij vluchtten om verstandhouding
tussen Oost en West te verbeteren"
111
m
Anak Agung: Nederland ziet de ernst
van de toestand niet vol
doende onder ogen
is mijn zoon
DE NIEUWE VASTEN- EN ONTHOUDINGSWET
li ven
llilli!
Mil!!
g|
Winterhanden
genéést s
MAANDAG 13 FEBRUARI 1956
PAGINA 4
Propaganda
„Belangrijke
mededeling"
ispJS
-wÉT
iliili
iS!P!
mmmmi
Op drift geraakt
Boerderij uitgebrand
Paul de Groot via Kopen
hagen naar Moskou
Nadat hem toegang tot
West-Duitsland
geweigerd was
Mollet in Parijs met
betogingen ontvangen
Twee bezwaren
Onaanvaardbaar
Niet waterdicht
door
CL. BUDINCTON KELLAND
(Vertaling van Sjoerd de Vries)
Rustig overleg
Nieuw-Guinea
Carnavalsviering in Marine-
Opleidingskamp
Examens
Na de laatste wereldoorlog heeft Z. H. de Paus beschikt, dat de bisschoppen
van ieder land de vasten- en onthoudingswet naar eigen omstandigheden zouden
regelen, met handhaving van een voor geheel de wereld geldend minimum. De
bisschoppen van Nederland hebben daarop in 1950 de vasten- en onthoudings-
wet in haar geheel weer ingevoerd, zij het met aanmerkelijke verzachtingen
wat betreft de wijze van vasten. Intussen is gebleken, dat in de andere landen
var. West-Europa veel verder gaande verzachtingen gehandhaafd blijven. Bo
vendien heeft de ervaring van de laatste jaren bij velen de vraag doen rijzen,
of de vasten- en onthoudingswet nog voldoende is aangepast aan de levens
omstandigheden en de geestessfeer van deze tijd. Daarom hebben de bisschoppen
besloten de vasten- en onthoudingswet ook voor Nederland belangrijk te ver
zachten, zodat daardoor het onderscheid tussen de Nederlandse kerkprovincie
en de naburige landen grotendeels wordt opgeheven.
Aldus begint de Vastenbrief 1956 van het Hoogwaardig Episcopaat, die
zondag in alle katholieke kerken van ons land is voorgelezen.
ning willen bezitten, die nodig zijn
om de zonde te vermijden en om het
lijden uit Gods hand met overgave
te aanvaarden, dan zullen wij moeten
leren om door vrijwillige zelfbeheer
sing en zelfverloochening ons daartoe
sterk te maken.
Degenen die aan een echte wedstrijd
willen deelnemen zo zegt de H. Pau-
lus oefenen zich eerst in andere,
kleine schijngevechten; zij onthouden
zich van alles om zich sterk te ma-
ken en zeker te zijn van de overwin
ning. Zo moet ook de christenmens in
de wedloop van dit aardse leven zich
oefenen en sterk maken, door vrijwillig
prijsgeven van de aardse dingen en door
zelfbeheersing en versterving in zaken,
die in zich niet ongeoorloofd zijn.
Welnu, dierbare gelovigen, dat is
juist de bedoeling van het vasten en
van de onthouding. De christen doet
oat niet, omdat eten of drinken ver
keerd zou zijn, maar om zich niet al
te zeer te binden aan de dingen van
deze wereld, om zich een geest eigen
te maken, die hem bereid doet zijn
tot de verplichte zelfverloochening, en
om in zichzelf meer ruimte te schep
pen voor de liefde tot God. Natuurlijk
zijn vasten en onthouding van vlees
niet de enige vormen van versterving;
en het spreekt ook van zelf, dat een
christen zich niet tot deze vormen be
perken kan, zeker niet, wanneer zij
voor hem eigenlijk geen echte verster
vingen meer zouden zijn.
Maar zij zijn toch zó belangrijk, dat
Christus zelf er ons het voorbeeld van
heeft willen geven, door vóór zijn open
baar optreden veertig dagen en veertig
nachten te vasten. Ook de apostelen
hebben het vasten toegepast en zo is
deze praktijk op de oude Kerk over
gegaan. toen de Kerk overging tot het
opstellen van een vastenwet, was dat
niet zo maar een opleggen van boven
af, maar het nader omschrijven en re
gelen van een algemeen erkende ver
plichting. En wanneer wij, uw bis
schoppen, u thans deze kerkelijke wet
geving in een vernieuwde en verzach
te vorm voorhouden, dan is dat om u
daardoor te blijven wijzen op de plicht
van elke christen tot het dragen van
het opgelegde kruis, tot verloochening
van de oude mens en tot onthechting
aan de dingen van deze wereld. Wij
willen in deze moeilijke tijden uw las
ten verlichten, maar tegelijkertijd u de
weg blijven wijzen naar de echte chris
telijke levenshouding; zich vaster hech
ten aan Christus, door zich meer los te
maken van de dingen van deze wereld.
Hoe meer de christen deze levenshou
ding bezit, des te beter zal hi) ook be-
De nieuwe regeling betekent ongetwij
feld een aanmerkelijke verzachting. De
bisschoppen zijn dan ook van mening,
dat deze regeling voor geen enkel ge
zond mens in gewone levensomstandig
heden een te zware lichamelijke of psy
chische belasting zal betekenen.
Naar aanleiding van deze nieuwe re
geling, dierbare gelovigen, willen wij u
heden spreken over de plaats van ver
sterving en boete in het leven van de
christen.
Wij weten, dat wij hiermede een on
derwerp aansnijden, dat bij de mensen
van deze tijd ook wel bij goede en
ernstige katholieken bepaalde weer
standen oproept. Meerderen hebben te
gen de opvattingen en voorschriften van
de Kerk over boete en versterving, ma
tigheid en onthouding, bezwaren met
het oog op de onrustbarende toestan
den, waarin de wereld en de mens
heid ook in Nederland verkeert.
Zij zeggen; wij, mensen van deze tijd,
gaan gebukt onder zware spanningen.
Twee verschrikkelijke oorlogen hebben
de wereld geteisterd en een mateloze
vloed van rampen, armoede en ellende
daarover uitgestort: de dreiging van
een derde oorlog, die als hij zou'
losbreken nog vreselijker zou zijn,
houdt nog steeds aan. Velen zijn ver
twijfeld ~i onverschillig geworden, ook
op religieus gebied; ze zijn nerveuze
en onevenwichtige, soms zelfs angstige
mensen geworden. Dit is geen geschikt
klimaat zo zegt men voor verster
ving en boete, voor sterke versobering
in spijs en drank, in ontspanning en
levens comfort.
Anderen vragen, of het gewone da
gelijkse leven al niet voldoende
dwingt tot versterving en onthech
ting. Welke grote offers van onthech
ting en versterving worden er van
velen niet gevraagd om in deze tijd
op christelijke wijze hun huwelijk
voor te bereiden en te beleven. Denkt
aan de talloze jonge mannen en vrou
wen, die oprecht verlangen naar een
christelijk huwelijk te gaan beginnen,
maar moeten wachten, eindeloos
wachten, omdat zij geen woning kun
nen vinden; en als zij die gevonden
hebben, bemerken zij spoedig, dat die
geen ruimte biedt voor de normale
ontwikkeling van een gezond gezin.
Lijkt het voor hen dikwijls niet, of
er onoplosbare conflicten bestaan tus
sen een huwelijksbeleving in christe
lijke zin, en de eisen van lichame
lijke en psychische welstand van ou
ders en kinderen? Het schijnt moeilijk,
van deze mensen te vragen dat zij
nog extra 'asten en zich versterven.
Weer anderen zullen naar voren bren
gen. dat in onze tijd zogenaamde dwang
op religieus terrein moeilijk wordt ver
dragen.
De christen van deze tijd zo zegt
men wil in zijn eigen geweten zelf
uitmaken, wat hij te doen heeft en te
laten, en hij Is afkerig van een vasten-
en onthoudingswet, die precies voor
schrijft, op welke dagen men verster
ving moet beoefenen en wat men dan
we! of niet gebruiken mag.
Dierbare gelovigen, deze bezwaren te
gen de versterving en de boete zijn
aan uw bisschoppen niet onbekend.
Juist daarom hebben wij voor deze tijd
nieuwe verzachtingen ingevoerd.
Maar de geest van versterving en
sellverloochening moet behouden blij
ven; daarvan kan niemand ons ontslaan.
Immers wij zijn christenen. Door het
Heilig Doopsel zijn wij verbonden met
Jezus Christus, Die voor ons is ge
storven en uit de dood is opgestaan tot
een nieuw leven. Door het Doopsel zijn
wij met Hem gestorven aan het oude,
zondige leven, dat wij door onze af
stamming van Adam hadden ontvan
gen, en zijn wij met Hem opgestaan tot
een nieuw leven het leven van de kin
deren Gods, dat eens in volle heerlijk
heid in ons zal openbaar worden bij
's Heren wederkomst. Maar dat
oude leven is niet geheel weggenomen;
de oude zondige mens is niet geheel
verdwenen. Al dragen wij in ons het
nieuwe, eeuwige leven, wij zijn nog ver
gankelijk en onderworpen aan het lij
den, aan ziekte en aan de dood; daar
om kan geen enkele christen werkelijk
als christen leven, zonder geduldig dra
gen van het lijden, dat het leven met
zich meebrengt, en van de dood in na
volging van Christus, die ons door lij
den en dood is voorgegaan. Zo heeft
Christus zelf het ons geleerd: ,,Wie
zich Mij wil aansluiten, verloochene
zichzelf, neme zijn kruis op en volge
Mij" (Mt. 16. 24; Mc. 8, 34; Lk. 9.23).
En al zijn wij kinderen Gods, toch leeft
er nog in ons de oude zondige mens,
die ons van God wil aftrekken; en daar
om kan geen enkele christen werkelijk
als christen leven zonder het verlooche
nen en doen sterven van die oude mens,
van datgene, wat Sint Paulus noemt:
,,de vleselijke mens". Zo zegt ons de
Apostel, dat wij door de Geest de wer
ken van het vlees, d.w.z. de oude mens
in ons, moeten doen sterven om wer
kelijk te leven (Rom. 8, 13). Er is geen
christelijk leven denkbaar zonder het
dragen van het kruis en zonder het ver
loochenen van de oude mens in ons,
door te strijden tegen de zonde.
Daarom heeft voor de christen ook
al datgene waarde, wat hem tot deze
noodzakelijke verloochening in staat
stelt en hen de geest van zelfverloo
chening omwille van Christus bij
brengt. Daartoe behoort ook de zelf
gekozen versterving; het vrijwillig
prijsgeven van aardse dingen, al zijn
zij in zich goed, en het vrijwillig op
zich nemen van lasten, waartoe men
oj) zich niet gehouden is; en wel om
wille van Christus: om meer los te
komen van de oude mens in ons en
nauwer met Christus verbonden te
zijn. Vanaf het begin in de Kerk
heeft de overtuiging bestaan, dat zon
der een zekere vrijwillige verster
ving en onthechting de christen niet
in staat zal zijn tot strikt verplichte
verloochening van de oude mens en
tot aanvaarding van het door God
overgezonde lijden. Wanneer wij de
zelfbeheersing en de zelfverlooche-
stand zijn tegen de lasten en het lij
den van het leven; des te minder zal
hij vatbaar zijn voor onzekerheid, voor
ornust en voor levensangst.
Er is nóg een andere reden, die de
vrijwillige versterving en indirect dus
ook de kerkelijke vastenwet rechtvaar
digt, en dat is het feit van de zonde
in ons leven. Alleen wie zichzelf be
driegt, kan ontkennen, dat hij in meer
dere of mindere mate tegenover God
tekort schiet. En al weten wij in onze
tijd meer rekening te houden met aller
lei faktoren, die de subjectieve schuld
verminderen of wegnemen, toch blijft
er in alle tijden voor alle christenen
reden om te bidden, zoals Christus ons
heeft geleerd: Heer, vergeef ons onze
schuld. Welnu, elke tekortkoming te
genover God en met name de zonde
in de volle zin van het woord, de dood
zonde, bestaat hierin, dat men God te
weinig en zichzelf te veel geeft.
Wie daar werkelijk berouw over
heeft en wie God inderdaad als zijn
Vader wil liefhebben, zal er dan ook
behoefte aan gevoelen, deze tekortko
mingen van zichzelf en van anderen
goed te maken: door het kruis, dat
ons wordt opgelegd, geduldig te dra
gen, door de oude mens in ons voortaan
meer te verloochenen, maar ook door
vrijwillige versterving, door aan God
meer en aan zichzelf minder te geven
dan strikte plicht is. En zo bedoelt de
Kerk ook het vasten als een vrijwillige
boete van heel de Kerk voor alles wat
wij allen misdoen.
Dierbare gelovigen, wij beginnen deze
week de heilige vastentijd, de tijd van
voorbereiding op de viering van het
mysterie van onze verlossing door de
dood en de opstanding van onze Heer
Jezus Christus. Door Zijn lijden en Zijn
dood is Hij ons voorgegaan in de ont
hechting, in het sterven aan de oude
mens, in het boeten; door Zijn opstan
ding is Hjj voor ons de bron geworden
van een nieuw leven. Wilt u dan in
deze tijd bij Zijn onthechting, Zijn ver
sterving en Zijn boete aansluiten, op
dat wij allen overvloediger mogen de
len in dat nieuwe leven. Wilt in deze
tijd leven in de geest van zelfverlooche
ning, versterving en boete. Laat ieder
van u voor eigen geweten nagaan, of
hij ook in dit opzicht werkelijk als
christen leeft, hoe hij deze vastentijd
zal kunnen maken tot een werkelijke
voorbereiding op het feest onzer ver
lossing.
Uw bisschoppen hebben in de nieuwe
vastenwet een minimum aan boete en
versterving vastgehouden. Laat ieder
voor zich zelf uitmaken wat hjj daar
enboven nog kan doen, om zich meer los
te maken van de dingen dezer wereld,
en om boete te doen voor de zonde
In zijn eigen leven en dat van anderen.
Iedere dag legt ons de plicht op om
te strijden tegen de zonde en geeft weer
mogelijkheid om de moeilijkheden en
zorgen van het leven in de geest van
boete en versterving met geduld te dra
gen. En iedere dag ook biedt gelegen
heid om vrijwillig zich te versterven
in spijs en drank, in ontspanning, in
het genieten van de dingen van deze
wereld. En de ondergrond van alles zij
de liefde. ,,Wie Mij liefheeft, onder
houdt Mijn woord", heeft Christus ons
geleerd; ,,en wie Mij niet liefheeft, on
derhoudt Mijn woorden niet" (Jo. 14,N
23.24). En het is diezelfde liefde, die
ons zal leren om ons te versterven en
om boete te doen, om aldus in deze
vastentijd weer dichter te komen bij
de voor ons gestorven en verrezen Za
ligmaker.
De gewezen Britse diplomaten Guy
Burgess en Donald Maclean, die op 25
mei 1951 hun woningen in Engeland
hebben verlaten en van wie al werd
aangenomen, dat zij zich in Oost-Euro
pa ophielden, hebben zaterdag in een
kamer van Hotel Nationaal te Moskou
een persconferentie van vijf minuten ge
houden. Het persbureau Tass had er
voor gezorgd, dat er in de betreffende
hotelkamer twee Britse en twee Sovjet
correspondenten aanwezig waren om
kennis te nemen van een schriftelijke
verklaring, waarin de ex-diplomaten
meedelen, dat »ij vijl jaar geleden naar
de Sovjet-Unie zijn gegaan, omdat zij
voorstanders zijn van een betere ver
standhouding tussen de Sovjet-Unie en
het westen en omdat zij destijds op
grond van inlichtingen, die hen ambts
halve hadden bereikt tot de conclusie
waren gekomen, dat de Britse en voor
al de Amerikaanse regering een derge
lijke verstandhouding niet nastreefden.
Burgess en Maclean verklaarden, dat
zij van mening zijn, dat het juist was,
wat zij hebben gedaan. Zij weigeren te
zeggen, wat zij op het ogenblik voor
werk doen. Maclean bevestigde, dat
zijn Amerikaanse vrouw Melinda en
hun drie kinderen, die op 11 september
1953 van Genève zijn uitgeweken naar
wat toen nog de Russische zone van
Oostenrijk was, bij hem zijn.
De algemene reactie in Londen is,
dat de persconferentie van Burgess en
Maclean een propagandistisch doel
heeft en nauw verband houdt met het
aanstaande bezoek van Boelganin en
Khroesjtsjev aan Engeland. Vladimir
Petrov, het gewezen hoofd van de Rus
sische spionagedienst in Australië, heeft
zijn bewering herhaald, dat Burgess en
Maclean geruime tijd voor hun vlucht
werkzaam waren als Sovjet-agenten.
Het is bekend, dat beide Britten zeer
labiel van karakter zijn.
In hun verklaring zeggen Burgess
en Maclean dat zij beiden reeds in
Cambridge communist waren geweest,
doch dat zij hun politieke activiteit had
den gestaakt, omdat zij meenden, dat zij
hun denkbeelden beter in de praktijk
zouden kunnen brengen als zij In over
heidsdienst zouden zijn. Burgess noch
Maclean waren ooit Sovjet-agenten ge
weest. Onafhankelijk van elkaar waren
zij tot de slotsom gekomen, dat zij de
politiek van het Foreign Office niet
langer konden dienen. Toen zij elkaar
troffen na de terugkeer van Burgess
uit Washington (Maclean was hoofd
voor de Amerikaanse afdeling van het
ministerie), hadden zij gezien, dat zij
de zelfde opvattingen huldigden. Bur
gess was daarna op voorstel van Mac
lean samen met hem naar de Sovjet-
Unie gereisd.
Burgess had voor de Britse geheime
dienst gewerkt nadat hij een functie bij
de B.B.C. had gehad. Nooit had hij
verzwegen, dat hij in Ca'mbridge com
munist was geweest.
Beiden zeiden uit hoofde van hun di
plomatieke functie het inzicht te heb
ben gekregen, dat de Britse politiek niet
ernstig en de Amerikaanse nog min
der gericht was op het verbeteren van
het begrip tussen oost en west. Zij
hadden dit als een gevaar onderkend.
Reuters correspondent in Moskou,
Sidney Weiland, werd telefonisch uit
genodigd, om een „belangrijke mede
deling" in ontvangst te komen nemen
in Hotel Nationaal. Voor de aangewe
zen kamer had hij de twee ex-diploma
ten ontmoet en daar waren ook de an
dere persmensen gekomen. In de ka
mer overhandigden de beide Britten
N -11;'V
-
■Man?
I Agung, verklaarde zaterdagavond op
De gang van zaken met betrekking ««"J*?' "£k®
(Vervolg van pag. 1)
Foto boven: Dit is wat er nog boven water stak van de Engelse sleepboot
„Rumania", die zonk op een zandbank in de Noordzee, toen zij uitvoer om het
Braziliaanse schip „Loide Honduras", dat op dezelfde zandbank vastzat, te hulp
te snellen. Foto onder: de „Loide Honduras" vast op de zandbank, 17 mijl van
de Engelse havenstad Felixstone. De bemanning werd gered door helikopters
van de R. A. F.
Het 215 ton metende Nederlandse mo
torschip Tonny is zaterdag op de
Noordzee ter hoogte van de Schotse
grens op drift geraakt. Het schip was
op een zandbank in de monding van de
Tweed vastgelopen en vlot gekomen,
waarbij de schroef beschadigd werd.
De reddingsboot van Berwick-on-Tweed
wist door langszij van de Tonny te va
ren te verhinderen dat het schip op de
rotsen liep. Verscheidene schepen voe
ren ter assistentie uit. Het Britse tank
schip B.P. Lngineer slaagde er in de
Tonny op sleeptouw te nemen naar
Berwick-on-Tweed.
De Nederlandse sleepboten Maas en
Blankenburg hebben zondag, het 5.408
metende Braziliaanse vrachtschip Loi-
de-Honduras van een zandbank onder
de Engelse kust bij het Graafschap Es
sex gesleept, waar het vrijdag op was
vastgelopen.
Zaterdagmorgen is brand uitgebroken
in de boerderij Beukenhoeve van de vee
houder J. Boere te Papekop bij Oude
water. De brand is vermoedelijk ont
staan bij het verrichten van ontdooiings
werkzaamheden aan de bevroren water
leiding, waarbij een hoeveelheid kaf, dat
op het plafond van de bijkeuken ter be
scherming tegen koude was opgeborgen,
in brand is gevlogen. Twaalf koeien
konden worden gered. Vier kwamen in
de vlammen om. Een koe werd dol en
moest worden afgemaakt. De boerderij is
nagenoeg geheel uitgebrand. Het gezin,
bestaande uit negen personen, is bij om
wonenden ondergebracht.
hun verklaring. Burgess scheen zich het
best op zijn gemak te voelen. Hij zei
niet te willen meedelen waar zij werk
ten teneinde journalistieke nieuwsgie
righeid te ontgaan. Op de vraag of zij
in de nabije toekomst naar Engeland
zouden terugkeren kwam geen
antwoord.
Na het onderhoud, dat slechts vijf
minuten in beslag nam, vertrok het
gezelschap. Weiland begeleidde de
twee Britten op straat en daar gaf
Burgess de groeten aan zijn moeder.
Maclean zei zelf met zijn verwanten
in contact te zullen treden.
Maclean en Burgess droegen Engel
se pakken en Russische jassen en pet
ten Zij lieten op de drukke Gorkystraat
Weiland achter en verdwenen in de
Moskouse mist.
(Reuter-U.P.)
Zaterdagmiddag zijn de heren P. de
Groot, algemeen secretaris van de Com
munistische Partij Nederland, en H.
Hoekstra, lid van het partijbestuur, van
Schiphol vertrokken naar Moskou via
Kopenhagen, in een ljjntoestel van de
S.A.S., de Skandinavische luchtvaart
maatschappij.
De heer De Groot werd donderdag,
toen hij met de Skandinavië-express op
weg was naar Moskou, aan het grens
station OldenzaalBentheim door de
Duitse politie de toegang tot West-
Duitsland ontzegd. Hij is toen tezamen
met de heer Hoekstra teruggekeerd.
Naar het A.N.P. van bevoegde zijdè
verneemt, is de weigering tot toelating
gebaseerd op grond van een der para
grafen van de paswet, waarbij het bin-
nenreizen in Duitsland of het vertrek
uit Duitsland kan worden verboden op
grond van overwegingen van openbare
veiligheid of bescherming van de de
mocratische orde. De Duitse grensauto-
riteiten beschikken over een lijst van
personen, wier aanwezigheid op Duits
grondgebied als ongewenst wordt be
schouwd. Daarop komt ook de naam
van de heer De Groot voor.
Beide partijfunctionarissen zullen
in Moskou het twintigste congres van
de communistische partij in de Sovjet
unie bijwonen. Dit congres begint dins
dag.
De Franse premier, Mollet, is zater
dagmiddag per vliegtuig uit Algiers in
Parijs teruggekeerd.
De Parijse politie heeft zaterdagavond
ongeveer 100 personen gearresteerd bij
een mars van ongeveer 1000 oud-strij
ders en studenten langs de Champs
Elysées. De politie had alle demonstra
ties tijdens het weekeind verboden.
De demonstratie was gericht tegen de
hervormingsplannen voor Algiers.
De demonstranten raakten slaags met
de politie. Men kon tegen de regering
gerichte slagzinnen horen en de ruiten
van het dagblad „L'Express", dat vaak
optreedt als woordvoerder voor de radi
cale vice-premier Mendès-France, wer
den ingegooid. Inmiddels zijn in Parijs
ook aangekomen de resident-generaal
van Marokko, Dubois, en die van Tunis,
Seydoux, die hun regering zullen bij
staan tijdens de komende onderhande
lingen over de verlening van 8r0^
zelfstandigheid aan de Sep5®„e.
bieden.
tot de geschillenregeling kan ongeveer
als volgt worden gereconstrueerd. Aan
Nederlandse zijde huldigde men de op
vatting, dat bij een normale verhouding
tussen twee landen met veelzijdige en
omvangrijke financieel-economische be
trekkingen een bevredigende regeling
ter oplossing van rechtsgeschillen on
misbaar is. De Nederlandse regering
gaf er de voorkeur aan een veel min
der vérgaande regeling na te streven
dan die, waarin bij de overdracht
van de soevereiniteit in 1949 was voor
zien, n.l. het Uniehof. Beide delegaties
waren reeds overeengekomen dat
het beginsel van het Uniehof echter zou
voortduren voor de uit de soevereini
teitsoverdracht voortkomende Neder
landse belangen. Er zou voorlopig een
paritaire commissie ad hoe worden in
gesteld, totdat een definitief arbitrage
verdrag met Indonesië zou zijn geslo
ten. Er was zelfs al gesproken over de
datum van het tot stand komen van
een dergelijk verdrag.
Naar minister Luns op een perscon
ferentie meedeelde, lag er vrijdagmor
gen een tekst van de Indonesische en een
van de Nederlandse delegatie ter tafel.
Er waren drie punten van verschil: In
de eerste plaats was er het Nederlandse
bezwaar tegen de Indonesische tekst,
die naar Nederlands inzicht juridisch
niet duidelijk was en te veel onzeker
heden overliet.
Indonesië had psychologische bezwa
ren tegen de Nederlandse tekst. Deze
twee bezwaren waren:
1. Dat door de Nederlandse formule
ring, de arbitrageregeling slechts be
trekking zou hebben op geschillen op
financieel-economisch terrein.
2. Dat de president van het interna
tionale gerechtshof zou worden inge
schakeld voor de benoeming van de le
den van de ad-hoc-commissie, indien
een van beide landen zou nalaten tot
benoeming van leden over te gaan in
geval van een geschil.
Minister Luns deelde mede, dat hjj,
bjj een persoonlijke ontmoeting met
minister Anak Agung, de twee be
palingen, waartegen Indonesië bezwa-
re., koesterde, uit de 'Nederlandse
tekst had geschrapt in een poging om
alsnog tot overeenstemming te ko
men.
Nederland ging er o.a. mee akkoord
dat de president van het Internatio
naal Gerechtshof alleen een zevende
lid van de commissie mocht benoemen,
als de stemmen in dat lichaam zouden
staken. De Indonesische delegatie werk
te daarop een voorstel uit, dat tenslotte
even onduidelijk was als het oorspron
kelijke Indonesische voorstel. De tekst
van het laatste voorstel luidde als volgt:
„In afwachting van de totstandko
ming van een regeling als bedoeld in
artikel vier van dit protocol, zal, wan
neer een rechtsgeschil tussen partijen
rijst omtrent de heden .gesloten proto
collen, en overeenkomsten, welke
krachtens die protocollen nog tijdelijk
gehandhaafd worden, en die langs de
normale diplomatieke weg binnen een
redelijke tijd niet tot oplossing kan wor
den gebracht, op verzoek van een der
partijen het rechtsgeschil worden voor
gebracht bij een paritair samengestel
de commissie ter oplossing volgens be
ginselen en procedures tot dusver ge
volgd door de voormalige deelgenoten
va: de ontbonden Unie met betrekking
tot de beslechting van bovenvermelde
rechtsgeschillen.
Wanneer een der partijen zulk een
verzoek doet, wordt genoemde commis
sie ingesteld binnen een termijn van
twee maanden," aldus dit Indonesische
voorstel.
Voor Nederland bleek deze formule
ring onaanvaardbaar. De bezwaren, die
te jen het oorspronkelijke Indonesische
voorstel bestonden, werden er niet door
opgeheven. De tekst was juridisch on
duidelijk en bovendien zou er van eni
ge werkelijke arbitrage van rechtsge
schillen geen sprake behoeven te zijn.
O; de geschillenregeling is de confe
rentie dus formeel gestrand. Minister
Luns zei op zijn persconferentie nog,
dat nog wël andere problemen op een
oplossing wachtten, maar daarvoor zou
wel een oplossing zijn gevonden, ais
men het eens was geworden over
geschillenregeling.
De voorzitter van de I"^°nesis®5®
delegatie, minister Anak Agung gde
(AFP-Reuter)
Advertentie
45
„Allemaal onzin!" merkte Straight op. „Ik ver
moed dat niemand daar iets van spoorzoeken af
weet. Als ik Butterick was, zou ik het wat kalmer
aan gedaan hebben en allereerst naar sporen zoe
ken."
„Wij zullen ergens de weg moeten kruisen, ant
woordde ik.
„En dan moeten we waarschijnlijk door een cordon
heenbreken."
„Als die albino weer bij kennis komt, zal hij zeg
gen wie we zijn," zei Straight *ot Jenner. „Dan we
ten ze dus in welke richting ze ons moeten zoeken."
„Hoeveel cowboys zijn er?" informeerde Jenner.
„Vier" antwoordde Straight.
Mollie liep een beetje mank tegen de tijd dat we de
plaats bereikten, waar we onze paarden achtergela
ten hadden. Ze bekeek de dieren met grote afkeer
Straight gromde tot ichzelf.
„Ik had erom moeten denken om een pakdier mee
te nemen. Maar ik dacht niet dat het nodig was."
„Waar ik vandaan kom, gebruiken ze paarden al
leen om melkwagens te trekken," merkte Mollie Ta
cker op.
„Je kunt achter mij zitten," zei Straight kort.
„Lijm je me dan vast?" vroeg Mollie.
„Je moet je armen om me heenslaan en je ste
vig vasthouden," antwoordde Straight.
„Daar kun je van opaan!" zei Mollie droogjes.
„Pas maar op dat ik je ribben niet kneus."
Straight steeg op zijn rijdier en Jenner en ik hesen
Mollie Tacker achterop zijn zadel.
„Een wolkenkrabber is hierbij maar een mieren
hoop merkte Mollie op, toen ze eenmaal zat. „Hoe
ver ben ik nu van de grond?"
Niemand gaf haar antwoord en onze stoet zette zich
in beweging. Na enkele ogenblikken ging Jenner
naast Mollie Tacker rijden en vroeg:
'Hoe bent u in dit spelletje verzeild geraakt, da
me' Uw naam komt niet op de deelnemerslijst voor!"
„ik moet er in mijn onschuld ingetrapt zijn," ant
woordde zij. T
„Hoe dan?" wilde Jenner weten.
„Ik heb Butterick en zijn Pocket Venus en nog en
kele andere gedistingeerde personen ontmoet in de
tent, waar ik mijn brood verdien," vertelde zij. „Zij
kwamen daar vaak. Een vrouw in mijn positie wordt
wel eens aan een tafel genodigd om een borrel te
drinken. Dat heeft ook Butterick gedaan. Op zekere
avond kwam het gesprek op de ranch van Butte
rick en toen stelde de Pocket Venus voor dat ik daar
eens moest komen logeren om het gezelschap wat
op te vrolijken. Butterick voelde veel voor het idee
en zei dat alle kosten van mijn verblijf voor zijn re
kening zouden zijn. Het liep tegen het eind van het
seizoen en het uitstapje lachte me van alle kanten
toe. Daarom heb ik de uitnodiging aangenomen."
„En wanneer heb je rgwaan gekregen?" vroeg
Jenner.
„Toen de albino zich in Chicago bij ons gezel
schap voegde. Wanneer die knaap erbij is, lij kt
alles opeens veel minder onschuldig. Korte tijd later
kreeg ik het onaangename gevoel dat ik bespio
neerd werd. Er was altijd iemand bij mij in de
buurt, die mijn gangen naging. Toen we op weg
naar de Rancho Paloma waren, meende ik daar
romantische co boys aan te treffen. Maar hierin
werd ik diep teleurgesteld. Ik ontmoette daar alleen
maar lieden met het uiterlijk van ontslagen ge
vangenisboeven. Ik ging langzamerhand begrijpen
dat ik met opzet naar de ranch gelokt was, maar het
is me nooit duidelijk geworden met welk doel."
„Ben je daar zeker van?" vroeg Jenner weer.
„Ik ben er nooit achter gekomen," verzekerde Mol
lie hem. „En ik Len heus geen domme gans, hoe
wel het natuurlijk dwaa: van me was om op de
uitnodiging van Butterick in te gaan. Ik vermoed
dat ik iets gezien of gehoord heb, dat gevaarlijk
voor Butterick en zijn handlangers kan zijn. Maar
ik zou echt niet weten, wat."
Hebben ze je ooit ondervraagd?"
"Nee! Maar Butterick scheen vastbesloten om me
niet uit het oog te verliezen. Ik heb me eens laten
ontvallen dat ik het plan had om een weekend bij
vrienden in San Francisco door te gaan brengen,
maar Butterick scheen zo op me gesteld geraakt
te zjjn dat hij me zelfs geen paar dagen kon missen.
Hij maakte me beleefd duidelijk dat ik niet op reis
kon gaan. Later heb ik geprobeerd om in Phoenix
mijn biezen te pakken. Dat was kort nadat ie
mand mijn spaargeld uit mijn beurs ontvreemd had.
Ik bezat geen cent meer, maar Mr. Strawn hier
was zo vriendelijk om me behulpzaam te willen
zijn. Hi) stond op het punt om mijn vliegpassage
te betalen, toen Butterick tussenbeide kwam.
„Waarom heb je dat briefje aan Strawn geschre
ven?" informeerde Jenner.
„Ómdat de sfeer op de Rancho Paloma steeds
dreigender werd. De albino begon me aan te kijken
op een manier, die me rillingen bezorgde en zo
nu en dan werd mijn naam in gefluisterde gesprek
ken genoemd. Kort daarop kwamen die twee Mexi
canen opdagen. Die jonge kerel met dat knappe ge
zicht nodigde me uit om een tijdje op zijn ranch
in Sonora door te brengen en Butterick was hier
wild-enthousiast over. Hij heeft me ronduit gezegd
dat ik die uitnodiging aan moest nemen, ongeacht
of ik er zin in had of niet."
„Wanneer hebt u voor het laatst een krant ge-
lp7pri Mice Tflpkpr'"
„Sinds ik uit New-York weg ben, heb ik geen
krant meer gezien."
„Hebt u misschien ook gehoord dat er een zekere
Bergamo vermoord is?"
Mollie Tacker antwoordde niet dadelijk, maar haar
stem klonk eensklaps heel anders, toen ze uitriep:
„Die gorilla!"
„Die placht ook in de „Opal Horseshoe" te komen,
nietwaar?"
„Inderdaad!"
„In gezelschap van zijn secretaresse, als ik het
wel heb."
(Wordt vervolgd)
Ienregeling indruist tegèn de soeverei
ne rechten van het land". Aangezien
het hier ging over een geschillenrege
ling voor een beperkte periode, kon
men gec waterdichte regeling opstel
len: daartoe zou men zeker drie tot
zes maande nodig hebben, aldus de
Ir-"onesische minister.
Daarom, aldus zei hij, wensten wij
de formu ering van de geschillenrege
ling vaag te houden. „Van Nederlandse
zijde wordt de ernst van de toestand,
die het gevolg is van het mislukken van
de conferentie, niet voldoende onder
ogen gezien", aldus Anak Agung. Hij
zei te hopen, dat de Nederlandse re
gering en de bevolking dit alsnog zou
den doen.
Anak Agung zei voorts; Het is ver
wonderlijk, dat de Indonesische formu
lering niet aanvaardbaar werd ge
acht, erwijl men het wel eens was over
het principe van de kwestie.
Op een vraag, waarom de Indonesi
sche delegatie niet bereid was een ju
ridisch voor de Nederlandse delegatie
aanvaardbare tekst te ontwerpen, zeide
een van de adviseurs van de Indonesi
sche delegatie: „Wij maken hier geen
wetten. Dit i: een politieke conferentie"
Anak Agung deelde nog mede, dat de
Indonesische delegatie een voorstel ge
daan heeft inzake de kwestie-Nieuw Gui
nea. De Nederlandse delegatie heeft
daarop echter zaterdagmiddag geen
antwoord willen geven, zo voegde hij
hieraan toe. (ANP)
Op de formele slotzitting van de Ne
derlands-Indonesische conferentie in
Genève hebben de voorzitters van de
beide delegaties zaterdagavond ieder
een rede uitgesproken. Enkele belang
rijke passages uit de rede van minister
Luns vindt men elders in dit blad.
Over de aanleiding tot de conferentie
en de moeilijkheden, die zich voordeden,
zei mr. Luns nog;
„De Nederlandse regering was er
zich van bewust, dat bij het huidige
Indonesische kabinet bedenkingen be-
s'tonden tegen het in 1954 tussen onze
beide landen gesloten protocol tot ophef
fing van de Nederlands-Indonesische
Unie en was bereid met de op dit
punt aan uw zijde bestaande wensen
rekening te houden. Dat het agenda
punt, dat betrekking heeft op Niéuw-
Guinea, tot bijzondere moeilijkheden
aanleiding zou geven, daarvan hadden
beide regeringen zich tevoren, naar ik
meen. wel reeds rekenschap gegeven."
„Wij zijn van oordeel, dat bij een
normale verhouding tussen twee landen
met veelzijdige en omvangrijke finan
cieel-economische betrekkingen, een be
vredigende regeling ter oplossing van
rechtsgeschillen onmisbaar is en een
daartoe strekkende voorziening is tot
onze teleurstelling thans onbereikbaar
gebleken, ondanks het feit, dat «TJ
meenden aan de door u genoemde be
zwaren tegemoet gekomen te zijn.
„Deze conferentie heeft wel getoond,
dat nog talrijke andere aangelegenhe
den gereed liggen voor een rustig, di
plomatiek overleg. De Nederlandse re
gering is gaarne bereid er aan mede
te werken, dat zodanig overleg zal
plaats hebben en zij spreekt de hoop
uit, dat ook bij de Indonesische rege
ring daartoe bereidheid bestaat.
„Onze beide landen moeten in bei
der belang tot betere onderlinge be
trekkingen geraken. Dat is onze vaste
overtuiging, waarvan wij niet zullen
afwijken", aldus minister Luns.
Minister Anak Agung besteede vooral
aandacht aan de kwestie Nieuw Guinea.
Hij zei:
„De kwestie-Irian Barat kan niet tot
overeenstemming leiden, aangezien uw
delegatie weigert in te g^n op de door
mijn delegatie voorgestelde formulering,
welke neerkomt nP. net in uitzicht stel
len van de besprekingen in de toekomst
over dit voor het Indonesische volk, zo
wel als de Indonesische regering uiter
mate belangrijke vraagstuk. Genoemde
formulering hebben wij 0p 7 januari
1956 naar voren gebracht, nadat dui
delijk was gebleken, dat geen enkele
zakelijke en positieve overeenstemming
tussen U en ons, tijdens de veie en
moeizame tesprekingen hieromtrent,
mogelpk was gebleken.
Ik betreur het ten zeerste, dat de
Nederlandse delegatie in feite de deur
heeft gesloten voor verder overleg en
gesprek. Het komt mij voor, dat deze
Nederlandse houding niet alleen in
strijd is met de aanbeveling van de
Verenigde Naties, maar ook niet over
eenstemt met de beginselen, vervat in
het charter van de soevereiniteitsover
dracht, die partijen verplichtte het po
litieke geschil over Irian Barat door
middel van ..nderhandeling tot oplos
sing te brengen.
Ik geef u de verzekering, dat mijn
volk en regering, voort zullen gaan met
hun streven dit geschil op te lossen
met gebruikmaking van de gepaste
middelen."
„Wij vrezen, dat tengevolge van het
mislukken van deze conferentie een
bevredigende oplossing van de tussen
ons bestaande moeilijkheden, nu ver
der dan ooit buiten het bereikbare
komt te liggen. Dit zal niet alleen onze
bilaterale verhouding raken, doch stel
lig ook invloed hebben op de interna
tionale verhoudingen, welke in dit tijds
gewricht nog zoveel gevaarlijke span
ningen inhouden. Ik geloof, mijnheer de
voorzitter, dat het mislukken van deze
conferentie niet zal bijdragen tot ver
mindering van die spanningen, aldus de
voorzitter van de Indonesische delega
tie. (ANP)
Uit de samenwerking tussen Katholiek
Thuisfront, K.R.O. en de leiding van het
Marine-opleidingskamp te Hilversum, is
een vastenavondprogramma gegroeid,
dat de ruim vierhonderd marinemannen,
die de zaal kon bevatten, niet licht zul
len vergeten. Andere marinemannen en
degenen die deze avond willen „nabele
ven" kunnen op Vastenavond, dinsdag
avond 6 uur, de Kompas-uitzending van
de K.R.O. beluisteren.
AMSTERDAM, 10 febr. (G. U.) Doc
toraal klass. lett.: mej. M. H. Krijnen
(Maastricht), doctoraal scheikunde: F.
Hartog en A. M. de Roos (Amsterdam),
kand. wis- en natuurk.: H. C. Meijer
en Th. W. M. Levelt (Amsterdam).
GRONINGEN, 10 febr. Artsexamen I:
C. W. Mijnhout, Apeldoorn en K. J.
Postma, Leeuwarden, bevorderd tot
arts: mej. H. J. Boeve, Groningen.
NIJMEGEN, 9 febr. Kand. culturele
antropologie; J M. Ydema (Didam).
NIJMEGEN. 10 febr. Kand. Neder
lands: M. Ch. A. v. d. Heijden (Oir-
schot).