Toch plaats voor versterving en boete in het leven van de christen Burgess en Maclean duiken in Moskou op ■*'1 Nederlands—Indonesische conferentie mislukt blij Zo Geest van zelfverloochening moet behouden Vastenbrief van Episcopaat „Wij vluchtten om verstandhouding tussen Oost en West te verbeteren" 111 m Anak Agung: Nederland ziet de ernst van de toestand niet vol doende onder ogen is mijn zoon DE NIEUWE VASTEN- EN ONTHOUDINGSWET li ven llilli! Mil!! g| Winterhanden genéést s MAANDAG 13 FEBRUARI 1956 PAGINA 4 Propaganda „Belangrijke mededeling" ispJS -wÉT iliili iS!P! mmmmi Op drift geraakt Boerderij uitgebrand Paul de Groot via Kopen hagen naar Moskou Nadat hem toegang tot West-Duitsland geweigerd was Mollet in Parijs met betogingen ontvangen Twee bezwaren Onaanvaardbaar Niet waterdicht door CL. BUDINCTON KELLAND (Vertaling van Sjoerd de Vries) Rustig overleg Nieuw-Guinea Carnavalsviering in Marine- Opleidingskamp Examens Na de laatste wereldoorlog heeft Z. H. de Paus beschikt, dat de bisschoppen van ieder land de vasten- en onthoudingswet naar eigen omstandigheden zouden regelen, met handhaving van een voor geheel de wereld geldend minimum. De bisschoppen van Nederland hebben daarop in 1950 de vasten- en onthoudings- wet in haar geheel weer ingevoerd, zij het met aanmerkelijke verzachtingen wat betreft de wijze van vasten. Intussen is gebleken, dat in de andere landen var. West-Europa veel verder gaande verzachtingen gehandhaafd blijven. Bo vendien heeft de ervaring van de laatste jaren bij velen de vraag doen rijzen, of de vasten- en onthoudingswet nog voldoende is aangepast aan de levens omstandigheden en de geestessfeer van deze tijd. Daarom hebben de bisschoppen besloten de vasten- en onthoudingswet ook voor Nederland belangrijk te ver zachten, zodat daardoor het onderscheid tussen de Nederlandse kerkprovincie en de naburige landen grotendeels wordt opgeheven. Aldus begint de Vastenbrief 1956 van het Hoogwaardig Episcopaat, die zondag in alle katholieke kerken van ons land is voorgelezen. ning willen bezitten, die nodig zijn om de zonde te vermijden en om het lijden uit Gods hand met overgave te aanvaarden, dan zullen wij moeten leren om door vrijwillige zelfbeheer sing en zelfverloochening ons daartoe sterk te maken. Degenen die aan een echte wedstrijd willen deelnemen zo zegt de H. Pau- lus oefenen zich eerst in andere, kleine schijngevechten; zij onthouden zich van alles om zich sterk te ma- ken en zeker te zijn van de overwin ning. Zo moet ook de christenmens in de wedloop van dit aardse leven zich oefenen en sterk maken, door vrijwillig prijsgeven van de aardse dingen en door zelfbeheersing en versterving in zaken, die in zich niet ongeoorloofd zijn. Welnu, dierbare gelovigen, dat is juist de bedoeling van het vasten en van de onthouding. De christen doet oat niet, omdat eten of drinken ver keerd zou zijn, maar om zich niet al te zeer te binden aan de dingen van deze wereld, om zich een geest eigen te maken, die hem bereid doet zijn tot de verplichte zelfverloochening, en om in zichzelf meer ruimte te schep pen voor de liefde tot God. Natuurlijk zijn vasten en onthouding van vlees niet de enige vormen van versterving; en het spreekt ook van zelf, dat een christen zich niet tot deze vormen be perken kan, zeker niet, wanneer zij voor hem eigenlijk geen echte verster vingen meer zouden zijn. Maar zij zijn toch zó belangrijk, dat Christus zelf er ons het voorbeeld van heeft willen geven, door vóór zijn open baar optreden veertig dagen en veertig nachten te vasten. Ook de apostelen hebben het vasten toegepast en zo is deze praktijk op de oude Kerk over gegaan. toen de Kerk overging tot het opstellen van een vastenwet, was dat niet zo maar een opleggen van boven af, maar het nader omschrijven en re gelen van een algemeen erkende ver plichting. En wanneer wij, uw bis schoppen, u thans deze kerkelijke wet geving in een vernieuwde en verzach te vorm voorhouden, dan is dat om u daardoor te blijven wijzen op de plicht van elke christen tot het dragen van het opgelegde kruis, tot verloochening van de oude mens en tot onthechting aan de dingen van deze wereld. Wij willen in deze moeilijke tijden uw las ten verlichten, maar tegelijkertijd u de weg blijven wijzen naar de echte chris telijke levenshouding; zich vaster hech ten aan Christus, door zich meer los te maken van de dingen van deze wereld. Hoe meer de christen deze levenshou ding bezit, des te beter zal hi) ook be- De nieuwe regeling betekent ongetwij feld een aanmerkelijke verzachting. De bisschoppen zijn dan ook van mening, dat deze regeling voor geen enkel ge zond mens in gewone levensomstandig heden een te zware lichamelijke of psy chische belasting zal betekenen. Naar aanleiding van deze nieuwe re geling, dierbare gelovigen, willen wij u heden spreken over de plaats van ver sterving en boete in het leven van de christen. Wij weten, dat wij hiermede een on derwerp aansnijden, dat bij de mensen van deze tijd ook wel bij goede en ernstige katholieken bepaalde weer standen oproept. Meerderen hebben te gen de opvattingen en voorschriften van de Kerk over boete en versterving, ma tigheid en onthouding, bezwaren met het oog op de onrustbarende toestan den, waarin de wereld en de mens heid ook in Nederland verkeert. Zij zeggen; wij, mensen van deze tijd, gaan gebukt onder zware spanningen. Twee verschrikkelijke oorlogen hebben de wereld geteisterd en een mateloze vloed van rampen, armoede en ellende daarover uitgestort: de dreiging van een derde oorlog, die als hij zou' losbreken nog vreselijker zou zijn, houdt nog steeds aan. Velen zijn ver twijfeld ~i onverschillig geworden, ook op religieus gebied; ze zijn nerveuze en onevenwichtige, soms zelfs angstige mensen geworden. Dit is geen geschikt klimaat zo zegt men voor verster ving en boete, voor sterke versobering in spijs en drank, in ontspanning en levens comfort. Anderen vragen, of het gewone da gelijkse leven al niet voldoende dwingt tot versterving en onthech ting. Welke grote offers van onthech ting en versterving worden er van velen niet gevraagd om in deze tijd op christelijke wijze hun huwelijk voor te bereiden en te beleven. Denkt aan de talloze jonge mannen en vrou wen, die oprecht verlangen naar een christelijk huwelijk te gaan beginnen, maar moeten wachten, eindeloos wachten, omdat zij geen woning kun nen vinden; en als zij die gevonden hebben, bemerken zij spoedig, dat die geen ruimte biedt voor de normale ontwikkeling van een gezond gezin. Lijkt het voor hen dikwijls niet, of er onoplosbare conflicten bestaan tus sen een huwelijksbeleving in christe lijke zin, en de eisen van lichame lijke en psychische welstand van ou ders en kinderen? Het schijnt moeilijk, van deze mensen te vragen dat zij nog extra 'asten en zich versterven. Weer anderen zullen naar voren bren gen. dat in onze tijd zogenaamde dwang op religieus terrein moeilijk wordt ver dragen. De christen van deze tijd zo zegt men wil in zijn eigen geweten zelf uitmaken, wat hij te doen heeft en te laten, en hij Is afkerig van een vasten- en onthoudingswet, die precies voor schrijft, op welke dagen men verster ving moet beoefenen en wat men dan we! of niet gebruiken mag. Dierbare gelovigen, deze bezwaren te gen de versterving en de boete zijn aan uw bisschoppen niet onbekend. Juist daarom hebben wij voor deze tijd nieuwe verzachtingen ingevoerd. Maar de geest van versterving en sellverloochening moet behouden blij ven; daarvan kan niemand ons ontslaan. Immers wij zijn christenen. Door het Heilig Doopsel zijn wij verbonden met Jezus Christus, Die voor ons is ge storven en uit de dood is opgestaan tot een nieuw leven. Door het Doopsel zijn wij met Hem gestorven aan het oude, zondige leven, dat wij door onze af stamming van Adam hadden ontvan gen, en zijn wij met Hem opgestaan tot een nieuw leven het leven van de kin deren Gods, dat eens in volle heerlijk heid in ons zal openbaar worden bij 's Heren wederkomst. Maar dat oude leven is niet geheel weggenomen; de oude zondige mens is niet geheel verdwenen. Al dragen wij in ons het nieuwe, eeuwige leven, wij zijn nog ver gankelijk en onderworpen aan het lij den, aan ziekte en aan de dood; daar om kan geen enkele christen werkelijk als christen leven, zonder geduldig dra gen van het lijden, dat het leven met zich meebrengt, en van de dood in na volging van Christus, die ons door lij den en dood is voorgegaan. Zo heeft Christus zelf het ons geleerd: ,,Wie zich Mij wil aansluiten, verloochene zichzelf, neme zijn kruis op en volge Mij" (Mt. 16. 24; Mc. 8, 34; Lk. 9.23). En al zijn wij kinderen Gods, toch leeft er nog in ons de oude zondige mens, die ons van God wil aftrekken; en daar om kan geen enkele christen werkelijk als christen leven zonder het verlooche nen en doen sterven van die oude mens, van datgene, wat Sint Paulus noemt: ,,de vleselijke mens". Zo zegt ons de Apostel, dat wij door de Geest de wer ken van het vlees, d.w.z. de oude mens in ons, moeten doen sterven om wer kelijk te leven (Rom. 8, 13). Er is geen christelijk leven denkbaar zonder het dragen van het kruis en zonder het ver loochenen van de oude mens in ons, door te strijden tegen de zonde. Daarom heeft voor de christen ook al datgene waarde, wat hem tot deze noodzakelijke verloochening in staat stelt en hen de geest van zelfverloo chening omwille van Christus bij brengt. Daartoe behoort ook de zelf gekozen versterving; het vrijwillig prijsgeven van aardse dingen, al zijn zij in zich goed, en het vrijwillig op zich nemen van lasten, waartoe men oj) zich niet gehouden is; en wel om wille van Christus: om meer los te komen van de oude mens in ons en nauwer met Christus verbonden te zijn. Vanaf het begin in de Kerk heeft de overtuiging bestaan, dat zon der een zekere vrijwillige verster ving en onthechting de christen niet in staat zal zijn tot strikt verplichte verloochening van de oude mens en tot aanvaarding van het door God overgezonde lijden. Wanneer wij de zelfbeheersing en de zelfverlooche- stand zijn tegen de lasten en het lij den van het leven; des te minder zal hij vatbaar zijn voor onzekerheid, voor ornust en voor levensangst. Er is nóg een andere reden, die de vrijwillige versterving en indirect dus ook de kerkelijke vastenwet rechtvaar digt, en dat is het feit van de zonde in ons leven. Alleen wie zichzelf be driegt, kan ontkennen, dat hij in meer dere of mindere mate tegenover God tekort schiet. En al weten wij in onze tijd meer rekening te houden met aller lei faktoren, die de subjectieve schuld verminderen of wegnemen, toch blijft er in alle tijden voor alle christenen reden om te bidden, zoals Christus ons heeft geleerd: Heer, vergeef ons onze schuld. Welnu, elke tekortkoming te genover God en met name de zonde in de volle zin van het woord, de dood zonde, bestaat hierin, dat men God te weinig en zichzelf te veel geeft. Wie daar werkelijk berouw over heeft en wie God inderdaad als zijn Vader wil liefhebben, zal er dan ook behoefte aan gevoelen, deze tekortko mingen van zichzelf en van anderen goed te maken: door het kruis, dat ons wordt opgelegd, geduldig te dra gen, door de oude mens in ons voortaan meer te verloochenen, maar ook door vrijwillige versterving, door aan God meer en aan zichzelf minder te geven dan strikte plicht is. En zo bedoelt de Kerk ook het vasten als een vrijwillige boete van heel de Kerk voor alles wat wij allen misdoen. Dierbare gelovigen, wij beginnen deze week de heilige vastentijd, de tijd van voorbereiding op de viering van het mysterie van onze verlossing door de dood en de opstanding van onze Heer Jezus Christus. Door Zijn lijden en Zijn dood is Hij ons voorgegaan in de ont hechting, in het sterven aan de oude mens, in het boeten; door Zijn opstan ding is Hjj voor ons de bron geworden van een nieuw leven. Wilt u dan in deze tijd bij Zijn onthechting, Zijn ver sterving en Zijn boete aansluiten, op dat wij allen overvloediger mogen de len in dat nieuwe leven. Wilt in deze tijd leven in de geest van zelfverlooche ning, versterving en boete. Laat ieder van u voor eigen geweten nagaan, of hij ook in dit opzicht werkelijk als christen leeft, hoe hij deze vastentijd zal kunnen maken tot een werkelijke voorbereiding op het feest onzer ver lossing. Uw bisschoppen hebben in de nieuwe vastenwet een minimum aan boete en versterving vastgehouden. Laat ieder voor zich zelf uitmaken wat hjj daar enboven nog kan doen, om zich meer los te maken van de dingen dezer wereld, en om boete te doen voor de zonde In zijn eigen leven en dat van anderen. Iedere dag legt ons de plicht op om te strijden tegen de zonde en geeft weer mogelijkheid om de moeilijkheden en zorgen van het leven in de geest van boete en versterving met geduld te dra gen. En iedere dag ook biedt gelegen heid om vrijwillig zich te versterven in spijs en drank, in ontspanning, in het genieten van de dingen van deze wereld. En de ondergrond van alles zij de liefde. ,,Wie Mij liefheeft, onder houdt Mijn woord", heeft Christus ons geleerd; ,,en wie Mij niet liefheeft, on derhoudt Mijn woorden niet" (Jo. 14,N 23.24). En het is diezelfde liefde, die ons zal leren om ons te versterven en om boete te doen, om aldus in deze vastentijd weer dichter te komen bij de voor ons gestorven en verrezen Za ligmaker. De gewezen Britse diplomaten Guy Burgess en Donald Maclean, die op 25 mei 1951 hun woningen in Engeland hebben verlaten en van wie al werd aangenomen, dat zij zich in Oost-Euro pa ophielden, hebben zaterdag in een kamer van Hotel Nationaal te Moskou een persconferentie van vijf minuten ge houden. Het persbureau Tass had er voor gezorgd, dat er in de betreffende hotelkamer twee Britse en twee Sovjet correspondenten aanwezig waren om kennis te nemen van een schriftelijke verklaring, waarin de ex-diplomaten meedelen, dat »ij vijl jaar geleden naar de Sovjet-Unie zijn gegaan, omdat zij voorstanders zijn van een betere ver standhouding tussen de Sovjet-Unie en het westen en omdat zij destijds op grond van inlichtingen, die hen ambts halve hadden bereikt tot de conclusie waren gekomen, dat de Britse en voor al de Amerikaanse regering een derge lijke verstandhouding niet nastreefden. Burgess en Maclean verklaarden, dat zij van mening zijn, dat het juist was, wat zij hebben gedaan. Zij weigeren te zeggen, wat zij op het ogenblik voor werk doen. Maclean bevestigde, dat zijn Amerikaanse vrouw Melinda en hun drie kinderen, die op 11 september 1953 van Genève zijn uitgeweken naar wat toen nog de Russische zone van Oostenrijk was, bij hem zijn. De algemene reactie in Londen is, dat de persconferentie van Burgess en Maclean een propagandistisch doel heeft en nauw verband houdt met het aanstaande bezoek van Boelganin en Khroesjtsjev aan Engeland. Vladimir Petrov, het gewezen hoofd van de Rus sische spionagedienst in Australië, heeft zijn bewering herhaald, dat Burgess en Maclean geruime tijd voor hun vlucht werkzaam waren als Sovjet-agenten. Het is bekend, dat beide Britten zeer labiel van karakter zijn. In hun verklaring zeggen Burgess en Maclean dat zij beiden reeds in Cambridge communist waren geweest, doch dat zij hun politieke activiteit had den gestaakt, omdat zij meenden, dat zij hun denkbeelden beter in de praktijk zouden kunnen brengen als zij In over heidsdienst zouden zijn. Burgess noch Maclean waren ooit Sovjet-agenten ge weest. Onafhankelijk van elkaar waren zij tot de slotsom gekomen, dat zij de politiek van het Foreign Office niet langer konden dienen. Toen zij elkaar troffen na de terugkeer van Burgess uit Washington (Maclean was hoofd voor de Amerikaanse afdeling van het ministerie), hadden zij gezien, dat zij de zelfde opvattingen huldigden. Bur gess was daarna op voorstel van Mac lean samen met hem naar de Sovjet- Unie gereisd. Burgess had voor de Britse geheime dienst gewerkt nadat hij een functie bij de B.B.C. had gehad. Nooit had hij verzwegen, dat hij in Ca'mbridge com munist was geweest. Beiden zeiden uit hoofde van hun di plomatieke functie het inzicht te heb ben gekregen, dat de Britse politiek niet ernstig en de Amerikaanse nog min der gericht was op het verbeteren van het begrip tussen oost en west. Zij hadden dit als een gevaar onderkend. Reuters correspondent in Moskou, Sidney Weiland, werd telefonisch uit genodigd, om een „belangrijke mede deling" in ontvangst te komen nemen in Hotel Nationaal. Voor de aangewe zen kamer had hij de twee ex-diploma ten ontmoet en daar waren ook de an dere persmensen gekomen. In de ka mer overhandigden de beide Britten N -11;'V - ■Man? I Agung, verklaarde zaterdagavond op De gang van zaken met betrekking ««"J*?' "£k® (Vervolg van pag. 1) Foto boven: Dit is wat er nog boven water stak van de Engelse sleepboot „Rumania", die zonk op een zandbank in de Noordzee, toen zij uitvoer om het Braziliaanse schip „Loide Honduras", dat op dezelfde zandbank vastzat, te hulp te snellen. Foto onder: de „Loide Honduras" vast op de zandbank, 17 mijl van de Engelse havenstad Felixstone. De bemanning werd gered door helikopters van de R. A. F. Het 215 ton metende Nederlandse mo torschip Tonny is zaterdag op de Noordzee ter hoogte van de Schotse grens op drift geraakt. Het schip was op een zandbank in de monding van de Tweed vastgelopen en vlot gekomen, waarbij de schroef beschadigd werd. De reddingsboot van Berwick-on-Tweed wist door langszij van de Tonny te va ren te verhinderen dat het schip op de rotsen liep. Verscheidene schepen voe ren ter assistentie uit. Het Britse tank schip B.P. Lngineer slaagde er in de Tonny op sleeptouw te nemen naar Berwick-on-Tweed. De Nederlandse sleepboten Maas en Blankenburg hebben zondag, het 5.408 metende Braziliaanse vrachtschip Loi- de-Honduras van een zandbank onder de Engelse kust bij het Graafschap Es sex gesleept, waar het vrijdag op was vastgelopen. Zaterdagmorgen is brand uitgebroken in de boerderij Beukenhoeve van de vee houder J. Boere te Papekop bij Oude water. De brand is vermoedelijk ont staan bij het verrichten van ontdooiings werkzaamheden aan de bevroren water leiding, waarbij een hoeveelheid kaf, dat op het plafond van de bijkeuken ter be scherming tegen koude was opgeborgen, in brand is gevlogen. Twaalf koeien konden worden gered. Vier kwamen in de vlammen om. Een koe werd dol en moest worden afgemaakt. De boerderij is nagenoeg geheel uitgebrand. Het gezin, bestaande uit negen personen, is bij om wonenden ondergebracht. hun verklaring. Burgess scheen zich het best op zijn gemak te voelen. Hij zei niet te willen meedelen waar zij werk ten teneinde journalistieke nieuwsgie righeid te ontgaan. Op de vraag of zij in de nabije toekomst naar Engeland zouden terugkeren kwam geen antwoord. Na het onderhoud, dat slechts vijf minuten in beslag nam, vertrok het gezelschap. Weiland begeleidde de twee Britten op straat en daar gaf Burgess de groeten aan zijn moeder. Maclean zei zelf met zijn verwanten in contact te zullen treden. Maclean en Burgess droegen Engel se pakken en Russische jassen en pet ten Zij lieten op de drukke Gorkystraat Weiland achter en verdwenen in de Moskouse mist. (Reuter-U.P.) Zaterdagmiddag zijn de heren P. de Groot, algemeen secretaris van de Com munistische Partij Nederland, en H. Hoekstra, lid van het partijbestuur, van Schiphol vertrokken naar Moskou via Kopenhagen, in een ljjntoestel van de S.A.S., de Skandinavische luchtvaart maatschappij. De heer De Groot werd donderdag, toen hij met de Skandinavië-express op weg was naar Moskou, aan het grens station OldenzaalBentheim door de Duitse politie de toegang tot West- Duitsland ontzegd. Hij is toen tezamen met de heer Hoekstra teruggekeerd. Naar het A.N.P. van bevoegde zijdè verneemt, is de weigering tot toelating gebaseerd op grond van een der para grafen van de paswet, waarbij het bin- nenreizen in Duitsland of het vertrek uit Duitsland kan worden verboden op grond van overwegingen van openbare veiligheid of bescherming van de de mocratische orde. De Duitse grensauto- riteiten beschikken over een lijst van personen, wier aanwezigheid op Duits grondgebied als ongewenst wordt be schouwd. Daarop komt ook de naam van de heer De Groot voor. Beide partijfunctionarissen zullen in Moskou het twintigste congres van de communistische partij in de Sovjet unie bijwonen. Dit congres begint dins dag. De Franse premier, Mollet, is zater dagmiddag per vliegtuig uit Algiers in Parijs teruggekeerd. De Parijse politie heeft zaterdagavond ongeveer 100 personen gearresteerd bij een mars van ongeveer 1000 oud-strij ders en studenten langs de Champs Elysées. De politie had alle demonstra ties tijdens het weekeind verboden. De demonstratie was gericht tegen de hervormingsplannen voor Algiers. De demonstranten raakten slaags met de politie. Men kon tegen de regering gerichte slagzinnen horen en de ruiten van het dagblad „L'Express", dat vaak optreedt als woordvoerder voor de radi cale vice-premier Mendès-France, wer den ingegooid. Inmiddels zijn in Parijs ook aangekomen de resident-generaal van Marokko, Dubois, en die van Tunis, Seydoux, die hun regering zullen bij staan tijdens de komende onderhande lingen over de verlening van 8r0^ zelfstandigheid aan de Sep5®„e. bieden. tot de geschillenregeling kan ongeveer als volgt worden gereconstrueerd. Aan Nederlandse zijde huldigde men de op vatting, dat bij een normale verhouding tussen twee landen met veelzijdige en omvangrijke financieel-economische be trekkingen een bevredigende regeling ter oplossing van rechtsgeschillen on misbaar is. De Nederlandse regering gaf er de voorkeur aan een veel min der vérgaande regeling na te streven dan die, waarin bij de overdracht van de soevereiniteit in 1949 was voor zien, n.l. het Uniehof. Beide delegaties waren reeds overeengekomen dat het beginsel van het Uniehof echter zou voortduren voor de uit de soevereini teitsoverdracht voortkomende Neder landse belangen. Er zou voorlopig een paritaire commissie ad hoe worden in gesteld, totdat een definitief arbitrage verdrag met Indonesië zou zijn geslo ten. Er was zelfs al gesproken over de datum van het tot stand komen van een dergelijk verdrag. Naar minister Luns op een perscon ferentie meedeelde, lag er vrijdagmor gen een tekst van de Indonesische en een van de Nederlandse delegatie ter tafel. Er waren drie punten van verschil: In de eerste plaats was er het Nederlandse bezwaar tegen de Indonesische tekst, die naar Nederlands inzicht juridisch niet duidelijk was en te veel onzeker heden overliet. Indonesië had psychologische bezwa ren tegen de Nederlandse tekst. Deze twee bezwaren waren: 1. Dat door de Nederlandse formule ring, de arbitrageregeling slechts be trekking zou hebben op geschillen op financieel-economisch terrein. 2. Dat de president van het interna tionale gerechtshof zou worden inge schakeld voor de benoeming van de le den van de ad-hoc-commissie, indien een van beide landen zou nalaten tot benoeming van leden over te gaan in geval van een geschil. Minister Luns deelde mede, dat hjj, bjj een persoonlijke ontmoeting met minister Anak Agung, de twee be palingen, waartegen Indonesië bezwa- re., koesterde, uit de 'Nederlandse tekst had geschrapt in een poging om alsnog tot overeenstemming te ko men. Nederland ging er o.a. mee akkoord dat de president van het Internatio naal Gerechtshof alleen een zevende lid van de commissie mocht benoemen, als de stemmen in dat lichaam zouden staken. De Indonesische delegatie werk te daarop een voorstel uit, dat tenslotte even onduidelijk was als het oorspron kelijke Indonesische voorstel. De tekst van het laatste voorstel luidde als volgt: „In afwachting van de totstandko ming van een regeling als bedoeld in artikel vier van dit protocol, zal, wan neer een rechtsgeschil tussen partijen rijst omtrent de heden .gesloten proto collen, en overeenkomsten, welke krachtens die protocollen nog tijdelijk gehandhaafd worden, en die langs de normale diplomatieke weg binnen een redelijke tijd niet tot oplossing kan wor den gebracht, op verzoek van een der partijen het rechtsgeschil worden voor gebracht bij een paritair samengestel de commissie ter oplossing volgens be ginselen en procedures tot dusver ge volgd door de voormalige deelgenoten va: de ontbonden Unie met betrekking tot de beslechting van bovenvermelde rechtsgeschillen. Wanneer een der partijen zulk een verzoek doet, wordt genoemde commis sie ingesteld binnen een termijn van twee maanden," aldus dit Indonesische voorstel. Voor Nederland bleek deze formule ring onaanvaardbaar. De bezwaren, die te jen het oorspronkelijke Indonesische voorstel bestonden, werden er niet door opgeheven. De tekst was juridisch on duidelijk en bovendien zou er van eni ge werkelijke arbitrage van rechtsge schillen geen sprake behoeven te zijn. O; de geschillenregeling is de confe rentie dus formeel gestrand. Minister Luns zei op zijn persconferentie nog, dat nog wël andere problemen op een oplossing wachtten, maar daarvoor zou wel een oplossing zijn gevonden, ais men het eens was geworden over geschillenregeling. De voorzitter van de I"^°nesis®5® delegatie, minister Anak Agung gde (AFP-Reuter) Advertentie 45 „Allemaal onzin!" merkte Straight op. „Ik ver moed dat niemand daar iets van spoorzoeken af weet. Als ik Butterick was, zou ik het wat kalmer aan gedaan hebben en allereerst naar sporen zoe ken." „Wij zullen ergens de weg moeten kruisen, ant woordde ik. „En dan moeten we waarschijnlijk door een cordon heenbreken." „Als die albino weer bij kennis komt, zal hij zeg gen wie we zijn," zei Straight *ot Jenner. „Dan we ten ze dus in welke richting ze ons moeten zoeken." „Hoeveel cowboys zijn er?" informeerde Jenner. „Vier" antwoordde Straight. Mollie liep een beetje mank tegen de tijd dat we de plaats bereikten, waar we onze paarden achtergela ten hadden. Ze bekeek de dieren met grote afkeer Straight gromde tot ichzelf. „Ik had erom moeten denken om een pakdier mee te nemen. Maar ik dacht niet dat het nodig was." „Waar ik vandaan kom, gebruiken ze paarden al leen om melkwagens te trekken," merkte Mollie Ta cker op. „Je kunt achter mij zitten," zei Straight kort. „Lijm je me dan vast?" vroeg Mollie. „Je moet je armen om me heenslaan en je ste vig vasthouden," antwoordde Straight. „Daar kun je van opaan!" zei Mollie droogjes. „Pas maar op dat ik je ribben niet kneus." Straight steeg op zijn rijdier en Jenner en ik hesen Mollie Tacker achterop zijn zadel. „Een wolkenkrabber is hierbij maar een mieren hoop merkte Mollie op, toen ze eenmaal zat. „Hoe ver ben ik nu van de grond?" Niemand gaf haar antwoord en onze stoet zette zich in beweging. Na enkele ogenblikken ging Jenner naast Mollie Tacker rijden en vroeg: 'Hoe bent u in dit spelletje verzeild geraakt, da me' Uw naam komt niet op de deelnemerslijst voor!" „ik moet er in mijn onschuld ingetrapt zijn," ant woordde zij. T „Hoe dan?" wilde Jenner weten. „Ik heb Butterick en zijn Pocket Venus en nog en kele andere gedistingeerde personen ontmoet in de tent, waar ik mijn brood verdien," vertelde zij. „Zij kwamen daar vaak. Een vrouw in mijn positie wordt wel eens aan een tafel genodigd om een borrel te drinken. Dat heeft ook Butterick gedaan. Op zekere avond kwam het gesprek op de ranch van Butte rick en toen stelde de Pocket Venus voor dat ik daar eens moest komen logeren om het gezelschap wat op te vrolijken. Butterick voelde veel voor het idee en zei dat alle kosten van mijn verblijf voor zijn re kening zouden zijn. Het liep tegen het eind van het seizoen en het uitstapje lachte me van alle kanten toe. Daarom heb ik de uitnodiging aangenomen." „En wanneer heb je rgwaan gekregen?" vroeg Jenner. „Toen de albino zich in Chicago bij ons gezel schap voegde. Wanneer die knaap erbij is, lij kt alles opeens veel minder onschuldig. Korte tijd later kreeg ik het onaangename gevoel dat ik bespio neerd werd. Er was altijd iemand bij mij in de buurt, die mijn gangen naging. Toen we op weg naar de Rancho Paloma waren, meende ik daar romantische co boys aan te treffen. Maar hierin werd ik diep teleurgesteld. Ik ontmoette daar alleen maar lieden met het uiterlijk van ontslagen ge vangenisboeven. Ik ging langzamerhand begrijpen dat ik met opzet naar de ranch gelokt was, maar het is me nooit duidelijk geworden met welk doel." „Ben je daar zeker van?" vroeg Jenner weer. „Ik ben er nooit achter gekomen," verzekerde Mol lie hem. „En ik Len heus geen domme gans, hoe wel het natuurlijk dwaa: van me was om op de uitnodiging van Butterick in te gaan. Ik vermoed dat ik iets gezien of gehoord heb, dat gevaarlijk voor Butterick en zijn handlangers kan zijn. Maar ik zou echt niet weten, wat." Hebben ze je ooit ondervraagd?" "Nee! Maar Butterick scheen vastbesloten om me niet uit het oog te verliezen. Ik heb me eens laten ontvallen dat ik het plan had om een weekend bij vrienden in San Francisco door te gaan brengen, maar Butterick scheen zo op me gesteld geraakt te zjjn dat hij me zelfs geen paar dagen kon missen. Hij maakte me beleefd duidelijk dat ik niet op reis kon gaan. Later heb ik geprobeerd om in Phoenix mijn biezen te pakken. Dat was kort nadat ie mand mijn spaargeld uit mijn beurs ontvreemd had. Ik bezat geen cent meer, maar Mr. Strawn hier was zo vriendelijk om me behulpzaam te willen zijn. Hi) stond op het punt om mijn vliegpassage te betalen, toen Butterick tussenbeide kwam. „Waarom heb je dat briefje aan Strawn geschre ven?" informeerde Jenner. „Ómdat de sfeer op de Rancho Paloma steeds dreigender werd. De albino begon me aan te kijken op een manier, die me rillingen bezorgde en zo nu en dan werd mijn naam in gefluisterde gesprek ken genoemd. Kort daarop kwamen die twee Mexi canen opdagen. Die jonge kerel met dat knappe ge zicht nodigde me uit om een tijdje op zijn ranch in Sonora door te brengen en Butterick was hier wild-enthousiast over. Hij heeft me ronduit gezegd dat ik die uitnodiging aan moest nemen, ongeacht of ik er zin in had of niet." „Wanneer hebt u voor het laatst een krant ge- lp7pri Mice Tflpkpr'" „Sinds ik uit New-York weg ben, heb ik geen krant meer gezien." „Hebt u misschien ook gehoord dat er een zekere Bergamo vermoord is?" Mollie Tacker antwoordde niet dadelijk, maar haar stem klonk eensklaps heel anders, toen ze uitriep: „Die gorilla!" „Die placht ook in de „Opal Horseshoe" te komen, nietwaar?" „Inderdaad!" „In gezelschap van zijn secretaresse, als ik het wel heb." (Wordt vervolgd) Ienregeling indruist tegèn de soeverei ne rechten van het land". Aangezien het hier ging over een geschillenrege ling voor een beperkte periode, kon men gec waterdichte regeling opstel len: daartoe zou men zeker drie tot zes maande nodig hebben, aldus de Ir-"onesische minister. Daarom, aldus zei hij, wensten wij de formu ering van de geschillenrege ling vaag te houden. „Van Nederlandse zijde wordt de ernst van de toestand, die het gevolg is van het mislukken van de conferentie, niet voldoende onder ogen gezien", aldus Anak Agung. Hij zei te hopen, dat de Nederlandse re gering en de bevolking dit alsnog zou den doen. Anak Agung zei voorts; Het is ver wonderlijk, dat de Indonesische formu lering niet aanvaardbaar werd ge acht, erwijl men het wel eens was over het principe van de kwestie. Op een vraag, waarom de Indonesi sche delegatie niet bereid was een ju ridisch voor de Nederlandse delegatie aanvaardbare tekst te ontwerpen, zeide een van de adviseurs van de Indonesi sche delegatie: „Wij maken hier geen wetten. Dit i: een politieke conferentie" Anak Agung deelde nog mede, dat de Indonesische delegatie een voorstel ge daan heeft inzake de kwestie-Nieuw Gui nea. De Nederlandse delegatie heeft daarop echter zaterdagmiddag geen antwoord willen geven, zo voegde hij hieraan toe. (ANP) Op de formele slotzitting van de Ne derlands-Indonesische conferentie in Genève hebben de voorzitters van de beide delegaties zaterdagavond ieder een rede uitgesproken. Enkele belang rijke passages uit de rede van minister Luns vindt men elders in dit blad. Over de aanleiding tot de conferentie en de moeilijkheden, die zich voordeden, zei mr. Luns nog; „De Nederlandse regering was er zich van bewust, dat bij het huidige Indonesische kabinet bedenkingen be- s'tonden tegen het in 1954 tussen onze beide landen gesloten protocol tot ophef fing van de Nederlands-Indonesische Unie en was bereid met de op dit punt aan uw zijde bestaande wensen rekening te houden. Dat het agenda punt, dat betrekking heeft op Niéuw- Guinea, tot bijzondere moeilijkheden aanleiding zou geven, daarvan hadden beide regeringen zich tevoren, naar ik meen. wel reeds rekenschap gegeven." „Wij zijn van oordeel, dat bij een normale verhouding tussen twee landen met veelzijdige en omvangrijke finan cieel-economische betrekkingen, een be vredigende regeling ter oplossing van rechtsgeschillen onmisbaar is en een daartoe strekkende voorziening is tot onze teleurstelling thans onbereikbaar gebleken, ondanks het feit, dat «TJ meenden aan de door u genoemde be zwaren tegemoet gekomen te zijn. „Deze conferentie heeft wel getoond, dat nog talrijke andere aangelegenhe den gereed liggen voor een rustig, di plomatiek overleg. De Nederlandse re gering is gaarne bereid er aan mede te werken, dat zodanig overleg zal plaats hebben en zij spreekt de hoop uit, dat ook bij de Indonesische rege ring daartoe bereidheid bestaat. „Onze beide landen moeten in bei der belang tot betere onderlinge be trekkingen geraken. Dat is onze vaste overtuiging, waarvan wij niet zullen afwijken", aldus minister Luns. Minister Anak Agung besteede vooral aandacht aan de kwestie Nieuw Guinea. Hij zei: „De kwestie-Irian Barat kan niet tot overeenstemming leiden, aangezien uw delegatie weigert in te g^n op de door mijn delegatie voorgestelde formulering, welke neerkomt nP. net in uitzicht stel len van de besprekingen in de toekomst over dit voor het Indonesische volk, zo wel als de Indonesische regering uiter mate belangrijke vraagstuk. Genoemde formulering hebben wij 0p 7 januari 1956 naar voren gebracht, nadat dui delijk was gebleken, dat geen enkele zakelijke en positieve overeenstemming tussen U en ons, tijdens de veie en moeizame tesprekingen hieromtrent, mogelpk was gebleken. Ik betreur het ten zeerste, dat de Nederlandse delegatie in feite de deur heeft gesloten voor verder overleg en gesprek. Het komt mij voor, dat deze Nederlandse houding niet alleen in strijd is met de aanbeveling van de Verenigde Naties, maar ook niet over eenstemt met de beginselen, vervat in het charter van de soevereiniteitsover dracht, die partijen verplichtte het po litieke geschil over Irian Barat door middel van ..nderhandeling tot oplos sing te brengen. Ik geef u de verzekering, dat mijn volk en regering, voort zullen gaan met hun streven dit geschil op te lossen met gebruikmaking van de gepaste middelen." „Wij vrezen, dat tengevolge van het mislukken van deze conferentie een bevredigende oplossing van de tussen ons bestaande moeilijkheden, nu ver der dan ooit buiten het bereikbare komt te liggen. Dit zal niet alleen onze bilaterale verhouding raken, doch stel lig ook invloed hebben op de interna tionale verhoudingen, welke in dit tijds gewricht nog zoveel gevaarlijke span ningen inhouden. Ik geloof, mijnheer de voorzitter, dat het mislukken van deze conferentie niet zal bijdragen tot ver mindering van die spanningen, aldus de voorzitter van de Indonesische delega tie. (ANP) Uit de samenwerking tussen Katholiek Thuisfront, K.R.O. en de leiding van het Marine-opleidingskamp te Hilversum, is een vastenavondprogramma gegroeid, dat de ruim vierhonderd marinemannen, die de zaal kon bevatten, niet licht zul len vergeten. Andere marinemannen en degenen die deze avond willen „nabele ven" kunnen op Vastenavond, dinsdag avond 6 uur, de Kompas-uitzending van de K.R.O. beluisteren. AMSTERDAM, 10 febr. (G. U.) Doc toraal klass. lett.: mej. M. H. Krijnen (Maastricht), doctoraal scheikunde: F. Hartog en A. M. de Roos (Amsterdam), kand. wis- en natuurk.: H. C. Meijer en Th. W. M. Levelt (Amsterdam). GRONINGEN, 10 febr. Artsexamen I: C. W. Mijnhout, Apeldoorn en K. J. Postma, Leeuwarden, bevorderd tot arts: mej. H. J. Boeve, Groningen. NIJMEGEN, 9 febr. Kand. culturele antropologie; J M. Ydema (Didam). NIJMEGEN. 10 febr. Kand. Neder lands: M. Ch. A. v. d. Heijden (Oir- schot).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 4