De hitte van de zon niet het resultaat van verbranding maar van kernprocessen Ongewenst groepsbewustzijn Koningin FREDERIKA, een beminde en moderne vorstin HET ROERIGE LEVEN van de ZON Uitbarstingen brengen stoornis op de aarde Haar werklust wekt bewondering EERBIEDIGING VAN ANDEREN Internationalisme is katholiek Geen verhoogde subsidies Peters vraagt om soepelheid Stijgend vlees verbruik Voor bijsondere hogescholen 9 procent meer dan in 1953 ZATERDAG 3 MAART 1956 PAGINA S H-H. WIJDINGEN Kath. gerepatrieerdenzorg. Bisschoppelijke commissaris benoemd Liturgische weekkalender Bureau atoomzaken ingesteld Kleuteronderwijs Geen audiëntie *-bS8p$ Nu wil het ongeluk, dat het woord „één" in de uitdrukking de éne, ware Kerk van Christus, evenals het woord „katholiek" vaak een verkeerd accent krijgt. Zo verstaat men dikwijls „één" niet als de aanduiding voor de een heid der Kerk, maar meer in de zin van de „enige" Kerk, en „katholiek" ge bruikt men dan als een aparte verkla ring, een aparte naam voor de Kerk ter onderscheiding van andere, in plaats van de ware betekenis „algemeen" aan te houden. Op die manier ontaarden deze aldus verkeerd aangewende woorden tot een soort strijdleuze, waarmee men tracht te protesteren tegen de nog al eens voorkomende opvatting, dat de ene Kerk even goed is als de andere. Hierin zit een beslist niet denkbeeldig gevaar. Maar evenzeer dient men zich te hoeden tegen de mogelijkheid, dat men bij de pogingen om het genoemde gevaar te vermijden, terecht komt in een verster king van het ongewenste groepsbewust zijn. De echte opvatting, de theologische, zoals St.-Augustinus die heeft uiteengezet, van de eenheid en katholiciteit der Kerk, schijnt nog niet gemeengoed te zijn onder de Ameri kaanse katholieken. Evenmin trouwens als in ons land. Eenheid in geloof en leven, algemeenheid, die alle tijden, plaatsen en volkeren omspant door de universele heilswil van God, deze kijk op het mysterie der Kerk is eenvoudig niet te verenigen met de nog veel te veel heersende geslotenheid ten aanzien van andere bevolkingsgroepen. En toch heeft Z.H. Paus Pius XII herhaaldelijk erop gewezen, hoe noodzakelijk juist voor een katholiek de bereidheid is alle grote en goede waarden te erkennen, die beston den vóór de Kerk gesticht werd of die nu nog buiten haar te vinden zijn. Zou het daarom niet onze eerste plicht zijn ons geestelijk te verheffen tot de hoogte van onze eigen geloofsovertuiging, dat de ware Kerk één en katholiek is? Gods dienstig nationalisme en godsdienstig groepsbewustzijn zijn daarbij totaal uit den boze. De katholiek, die zijn godsdienst goed begrijpt, denkt internationaal of liever nog boven-nationaal. En toch kan men niet ontkennen, dat velen in de praktijk nog maar nauwelijks daaraan toe zijn. In Amerika constateert pater Murray zelfs een uitgesproken tegenzin tegen een georganiseerde internationale ge meenschap. Tot op zekere hoogte is dit begrijpelijk, wanneer het voortkomt uit een misschien wel gemotiveerde kritiek op het doen en laten der Verenigde Na ties. Maar het schijnt toch wel, dat de weerzin ook op de internationale ge meenschap als zodanig is gericht. Is dat wellicht omdat men meent, dat het inter nationalisme een liberale en/of com munistische oorsprong heeft? In elk ge val is dat echter geen reden om op iets werkelijk goeds tegen te zijn. Het moge nu al waar zijn, dat een der gelijke houding niet bij alle katholieken te vinden is, en dat ze evengoed voor komt onder andere groepen, het valt niet te loochenen, dat, waar ze bestaat, ze nog fel aanwezig is. Het waarom daarvan is moeilijk te verklaren. Men denkt mogelijk te veel in wit en zwart of al te perfectionistisch. Maar ook is het denkbaar, dat men - zeer kortzichtig overigens - niet in staat is te geloven aan iets goeds, dat men zelf niet heeft „uitgevonden"! Wat ervan zij, internationalisme :ft echt katholiek. Het hoort wezenlijk bij het katholicisme. Het is niets anders dan een projectie op het politiek-econo- mische vlak van de godsdienstige leer der bovennatuurlijke eenheid van het mensdom. Op het wereldlijke vlak moet de eenheid verwezenlijkt worden door de politici en geleerden. Dezen kunnen fouten maken, zeker. Maar dat is juist een reden om zoveel mogelijk in het par ticuliere leven de goede mentaliteit te ontwikkelen, die de realisatie dezer een heid makkelijk maakt. Zaterdag 10 maart zal mgr. dr. J. M. J. A. Hanssen, bisschop-coadjutor van Roermond in de Minderbroederskerk van de H. Hieronymus te Weert de H. Subdiakenwijding toedienen aan de fra ters: Petrus Jansen, Rotterdam: Hiero nymus Barnhoom, Den Haag; Sigward Gottenbos, Leiden; Simon van Dam, Oudewater; Hartwig Loeffen, Hernen; Marcus Vermeulen. Amsterdam; Odilio Hogema, Leeuwarden; Aristides Nach- bar, Amsterdam; Otger van der Zee, Bolsward; Carolinus Zwartjes, Nijmegen; Tryphon Teepe, Den Haag; Gustaaf Wijnhoven, Venray; Conradus de Soo- mer, Sluiskil, allen van de orde der Minderbroeders Zondag 11 maart zal mgr. dr. J. H. G. Lemmens, bisschop van Roermond, de H. Priesterwijding toedienen aan de fraters: Wilhelmus Steenkamer, Gouda; Michaël Keverkamp, Rotterdam; Geor- gius Ruijgrok, Gouda; Theodulf Olst- hoom, Delft; Jeroen Schinkel. Cabauw- Lopik; Godschalk Bouman, Venlo; Go- debert Koot, Hazerswoude, Melchior Baan, Amsterdam; Ronald Hölscher, Amsterdam; Marcianus Elskamp, Delft; Bonfilius Seegers, Nijmegen; Orland Uiterwaal. Utrecht; Evaristus Aalmans. Bleijerheide, Christinianus van Deelen, Lottum; Joël Postma, Den Haag; Da niël van Opstal, Amsterdam; Siardus van der Klei, Bolsward; Wilgisus Cree- mers, Venlo; Melchiades Wienk, Hen gelo; Agnellus Verheijen, Rotterdam; Esdras Steneker, Franeker- Germanus de Kok, Den Haag; Edmar Vergouwen, Voorhout; Eric van Lindert. Nijmegen; Respicius Weijs, Leunen; Lazarus van den Berg, Haarlem; allen van de orde der Minderbroeders. Namens het Hoogwaardig Episcopaat heeft mgr. J. P. Huibers, apostolisch ad ministrator van het bisdom Rotterdam, de hoogeerw. Heer A. H. Harst, uit Voorschoten, benoemd tot bisschoppelijk commissaris van de binnenkort op te richten landelijke stichting katholieke gerepatrieerdenzorg, gevestigd te 's-Gra- venhage. De statuten van deze stichting, die als landelijk orgaan van de katholieke ge repatrieerdenzorg wordt opgericht, zijn door de bisschoppen goedgekeurd. ZONDAG 4 maart: 3e zondag van de Vas ten: eigen mis; Credo: pref. van de Vas ten; paars. MAANDAG; mis van de ferie; pref. van de Vasten; paars. DINSDAG: H.H. Perpetua en Felicitas, mar telaar; mis Me exspectaverunt; 2 geb. van de ferie; pref. van de Vasten; rood. WOENSDAG: H. Thomas van Aquino, belij der-kerkleraar; eigen mis; 2 geb. van de ferie; Credo; pref. van de Vasten; wit. DONDERDAG: H. Joannes de Deo, belijder; eigen mis; 2 geb. van de ferie; pref. van de Vasten; wit. VRIJDAG: H. Francisea Romans, weduwe; mis Cognovi; 2 geb. van de ferie; pref. van de Vasten; wit. ZATERDAG: mis van de ferie; 2 geb. H.H. veertig martelaren; pref. van de Vasten; paars. ZONDAG 11 maart: 4e zondag van de Vas ten; eigen mis; Credo; pref. van de Vas ten; paars of rose. Prinses Sophie, die men hier met haar broer, kroonprins Constantijn, ziet deelnemen aan een volksdans in de Epirus, is de oudste van de drie Griekse koningskinderen. Zij werd 2 november 1938 in Psychico, een voorstad van Athene, geboren. Evenals onze prinses Beatrix heeft zij haar vroegste jeugd in ballingschap doorgebracht. Na de oorlog bezocht zij een meisjesschool in Athene. Momenteel studeert zij in Zwitserland. Zij is een enthousiaste pad vindster. Haar grootste liefhebberij is tekenen. In tegenstelling tot haar moeder is zij zeer rustig van aard. In 1954, kort na de kruistocht van de „Agamemnon" werd het Griekse volk verontrust door een mededeling, dat de Koningin naar Zwitserland vertrok ken was voor een medische behande ling. Een gevaarlijke ontsteking aan een der oren maakte een tweetal ope raties noodzakelijk. Gelukkig volgde spoedig een communiqué waaruit bleek dat de Koningin zich volledig had her steld en in het volledig bezit van haar gehoor was gebleven. Bij het departement van buitenland se zaken is een bureau atoomzaken in gesteld. Het is ondergebracht bij de directie internationale organisaties. Hoofd van het bureau wordt de heer G. W. Bendien, referendaris. De vorige week hebben wij een ver gelijking gemaakt tussen de men taliteit der Amerikaanse en de Nederlandse katholieken. Beide groepen hebben in zekere zin een zelfde histo rische achtergrond. In beide landen is tegenwoordig eveneens een duidelijk streven te constateren naar diepere be zinning daarop komen problemen aan de orde, die onvermijdelijk op een ge zonde zelfkritiek uitlopen. In het internationale nummer van het tijdschrift Life, dat geheel aan het christendom is gewijd, heeft de theoloog p. Murray S.J. enige fouten van de Amerikaanse katholieken besproken, die ook in ons land niet onbekend zijn. Op de eerste plaats wijst hij erop, dat een overdreven groepsbewustzijn tot onvruchtbare afzondering, tot isolatio nisme leidt, tengevolge waarvan de intermenselijke verhoudingen niet vol doende hun ontwikkelende invloed kun nen ontplooien. Men sluit zich af, men pleegt de befaamde en beruchte .hokjes- politiek" en blijft zodoende achter bij de normale groei der gemeenschap. De voornaamste reden echter, waarom een dergelijke houding moet worden afge wezen, is dat zij niet in overeenstem ming is met het eigenlijke kerkbegrip, met de juiste betekenis van de Kerk. Evenmin als sociologie theologie is, evenmin kan bedoeld groepsbewustzijn ondergebracht worden in de zin en de zending van de Kerk. Zij is weliswaar een groep, een gemeenschap, maar toch is zij heel iets anders dan wat de socio loog bedoelt als hij over maatschappe lijke groepen spreekt. Wanneer wij de Kerk, terecht, een gemeenschap noe men, dan moet dit woord theologisch worden verstaan vanuit de geloofswaar heid, dat de Kerk van Christus één is en katholiek. Koningin Frederika Minister Cals is niet bereid voorshands over te gaan tot verhoging van het sub sidiepercentage ten behoeve van de bij zondere universiteiten en hogescholen van 85 op 95 pet. De minister verklaart in de memorie van antwoord op het wetsontwerp tot wijziging van de sub sidieregeling, dat hij het daartoe strek kende verzoek van de betrokken in richtingen van hoger onderwijs door een commissie zal laten onderzoeken. Naar aanleiding van de twijfel die in de tweede kamer was gerezen of de bij zondere universiteiten en hogescholen wel voldoemde vergoeding ontvangen voor de komende verlaging van de col legegelden en de vrijstelling van beurs studenten, toont de minister met cij- san, dat dit niet het geval is. nieifw?1iniSt?r verdedigt eveneens zijn mische *.ubsidieregeling voor de acade- meent eènfc?nhuizen, waardoor naar hij vergoeden kn'fte berekening van de te ve g kosten mogelijk zal worden (Van onze Haagse redactie) Het Tweede-Kamerlid Peters (KVP) heeft in schriftelijke vragen arnni, ter Cals aangedrongen °P in de toepassing van de wettelijke voor schriften van de nieuwe kleuteronder wijswet ten aanzien van het toelaatbare aantal kleuters. De h - ters wijst er daarbij op, dat door net uitblijven van de in het vooruitzicht gestelde A.M.V.B. vele school- en ge meentebesturen niet precies wet Waar zij aan toe zijn. Zouden zij a»° om de bepalingen stringent toepassen, dan bestaat het gevaar dat kleuters zon der dringende noodzaak de toegang moet worden ontzegd. Minister Cals heeft zich op deze gronden bereid ver klaard bij de inspecteurs zijn ziens- Wijze over de gewenste soepelheid ken baar te maken. De toenemende welvaart en de ver- h°ogde koopkracht doen het vleesver- brüik in ons land stijgen. In 1953 werd Phgeveer 35 kg vlees per hoofd van de £evolking gebruikt tegen 38 kg in 1954. tten voorlopige schatting voor 1955 stelt 40 kg als gemiddeld verbruik vast. Dit betekent dat over 1954 9 procent vlees meer werd verbruikt dan in 1953. Ge schat wordt, dat in 1955 426.600 ton vlees in de Nederlandse magen is ver dwenen. waarvan 174.300 ton rundvlees, ruim 25000 ton kalfsvlees, 209.000 ton Varkensvlees, 16.750 ton paardevlees en 1350 ton schapevlees. In 1955 werd naar schatting in Enge land, Frankrijk, België en Luxemburg kg vlees per hoofd van de bevolking verbruikt, in Denemarken 50 kg en in de verenigde Staten tussen de 70 en 75 kilo Z. H. Exc. de bisschop van Haarlem zal woensdag 7 maart geen audiëntie verlenen. Het korte privé-bezoek dat Konin gin Frederika van Griekenland en haar oudste dochter Prinses Sophia deze maand aan onze koninklijke familie brengen, doet de herinnering teruggaan naar de romantische zomer Van 1954, toen de bloem der Europese vorstengeslachten op uitnodiging van het Griekse koningspaar aan boord van het jacht „Agamemnon" een kruistocht maakte door de Griekse wateren. Een idyllisch avontuur, dat vooral voor onze oudste twee prinsessen een onvergetelijke belevenis was. Een ver rassend initiatief ook, geheel in over eenstemming met de aard van Konin gin Frederika, voor wier impulsieve da dendrang het Griekse volk evenveel oprecht respect koestert als het haar schoonheid bewondert. De beminde moeder van de kroon prins en de beide prinsessen wordt door de Grieken op de handen gedra gen. Toen zij in januari 1938 op 20-ja- rige leeftijd met prins Paul in de echt werd verbonden, was dit de bekroning van een vorstelijke romance, die een aanvang had genomen toen de kroon prins in Florence kennis maakte met de opgewekte dochter van Ernst August, hertog van Brunswijk. Nog in hetzelf de jaar van het huwelijk, 2 november 1938, werd prinses Sophie geboren, doch de feestelijke sfeer was toen reeds ge weken voor de dreiging van de oorlog. Mussolini tastte vanuit Albanië tever geefs het Griekse land aan. Eerst de overmacht van de Duitse legers deed de dappere Grieken bukken. Het jonge gezin vluchtte naar Kreta en later naar Egypte. De bevrijding in 1945 dompelde het Griekse volk door de intrigues van de communistische machthebbers in de Balkan in de ellende van de bur geroorlog, die eerst moeizaam werd beslecht. In die jaren leerde het Griekse volk de vorstin kennen. Zon der dralen nam zij de hulpacties voor de vluchtelingen uit het strijdgebied ter hand. Zij verblufte geroutineerde politici door haar originaliteit en haar snelle besluitvaardigheid. Overal in het land verrezen kolonies waar de kinderen een vèilig onderdak von den. Samen met Koning Paul reisde zij door het land tot in de frontlinies. Van dat moment af wisten de Grieken dat zij een koningin hadden die leef de voor haar volk. Zo is het tot op de huidige dag gebleven. Een Griek, die geen uitkomst weet in een nood situatie belt de Koningin op en als zijn nood belangrijk is kan hij er ze ker van zijn dat de secretaresse hem spoedig zal doorverbinden. Haar gedecideerd optreden waar het sociale noden betreft, heeft de Konin gin wel eens op gespannen voet ge bracht met politici, die van oordeel wa ren dat zij haar grondwettelijke macht overschreed. Tot conflicten is het nooit gekomen omdat haar activiteiten al tijd gericht waren op reële noden, die om een snelle oplossing vroegen. De ontberingen van de ballingschap, de el lende van de burgerkrijg en de zorg voor de slachtoffers hebben de veer krachtige Griekse koningin echter al lerminst geschokt. Zij verbaasde de Amerikanen bij haar bezoek in 1953 door het gemak, waarmede zij het overladen programma afwerkte. Hoewel zij, achterkleindochter van Koningin Victoria van Engeland, in al haar op treden een vorstelijke allure handhaaft, heeft zij niet geschroomd om de op voeding van de prins en de prinsesjes geheel op moderne leest te schoeien. Prinses Sophie bezocht in Athene een meisjesschool voor kinderen van alle standen. Zij zat naast de dochter van een werkvrouw. Momenteel is zij op een internaat in Duitsland. Prinses Sophie is, in tegenstelling tot haar moeder, een zeer rustige verschijning. Zij lijkt veel op haar grootmoeder Koningin Sophie. Dikwijls begeleidt zij haar moeder bij haar sociale verplichtingen. De vakantie brengt het gezin bijeen op het buiten paleis Tatoi bij Athene en op het eiland Petallü, waar de koningin een kleine villa heeft en waar de gezonde en sportieve kinderen kunnen zwem men, zeilen, vissen en paardrijden, hun favoriete sporten. zoeken en nog heel wat te verkla ren op het terrein van deze beïn- fluencering van de aardatmosfeer door de zon. Fit is een van de doel stellingen van het aanstaande Inter nationale Geofysische Jaar, om een aantal geheimen van deze samen hang te ontraadselen. Maar de na tuur heeft blijkbaar niet tot het be gin daarvan willen wachten. Een vraag, die men zich reeds gesteld heeft is, of de recente gebeurtenissen invloed zullen hebben op de op het noordelijk halfrond heersende koude. Dat komt neer op de vraag, of ook de lagere luchtlagen door de uitbarstingen op de zon beïn vloed zullen worden. Want in de hogere regionen schijnt die invloed inderdaad te bestaan. Attmannpacher meent een verband tussen uitbarstingen van de zonne- chromosfeer en temperaturen in de aardse stratosfeer 12 tot 80 km ht>og geconstateerd te hebben. Volgens hem wordt aangenomen, dat bij zo'n eruptie de temperatuur in de haard van de uitbarsting plot seling tot 30.000 graden Celsius stijgt. Dit leidt tot een verhoging van de temperatuur in de aardse ozonlaag, die de ultraviolette stra ling absorbeert, waarbij absorptie- warmte vrijkomt. Hij neemt aan, dat deze de omgeving 110 graden war mer doet worden. Theoretisch zal daar nog een temperatuursverhoging van 2 graden op ongeveer 20 km hoogte het gevolg van zijn. Het is echter een zeer ingewik kelde opgaaf om een niet te betwis ten verband aan te tonen tussen de gebeurtenissen op de zon en het klimaat hier op aarde. En nog moei lijker is het, het natuurkundig me chanisme, volgens hetwelk die zon- neprocessen daarop inwerken, tot in details nauwkeurig te beschrijven. Mr. H. C. M. EDELMAN duizend uur onafgebroken wande len. Met een beetje Tekenvaardig heid als het leven van deze op theoretische zaken gerichte reken- vaardigheid tenminste nog iets heeft overgelaten kan men daaruit be rekenen, dat de straal van de aard bol aan de evenaar dan zowat 6378 ™®eter moet zijn. Nu de inhoud van de aarde berekenen zou al niet ;gaan' want de straal naar de L Soed 21 km korter dan die TT „T® ?venaar. De aarde is dan boi meer, ze is een geoïde ir>vL?,jn .soort lichaam op zich. "L Vnno1S bet respectabele be drag van 1083 miljard kubieke kilo- meter. Genoeg orn zeifs de meest onverschrokken kilometervreter te doen huiveren. Het kosmische toneel of liever het hoekje, waar het spel speelt is zeer uitgestrekt. De tweede speler, de zon, bevindt zich op een afstand van gemid deld 149 miljoen kilometer van de eerste. Honderd één en zeventig jaren lang zou onze auto onafgebroken met een snel- heid van 100 km per uur moeten doorrijden om de zon te berei ken. Laten wij haar bij onze verken ning dus maar niet met kilometers te lijf gaan, maar liever de straal van de aarde zelf als nieuwe een heid nemen, dan worden de verhou dingen wat doorzichtiger. Want dan blijkt, dat de straal van de zon 109 maal zo groot is, als die van de aarde. Anders dan deze, is de zon aan haar polen niet noemenswaardig afgeplat en dus vrijwel een bol. Daarom is haar inhoud 1.298.600 maal die van onze planeet. De inhoud van een bol is immers evenredig met de derde macht van de straal. Waarde lezer, u is al lang over dat getal van 1.298.600 heengegleden, maar realiseer u, dat er dus met gemak meer dan een miljoen aardbollen in de zon opgeborgen zouden kunnen worden. We hebben de zon gemeten, niet staat zijn haar te evenaren. Zij ligt in de buurt van 6000 graden Celsius. Maar de temperaturen, cjie m haar binnenste heersen zijn nog onver gelijkelijk veel hoger. In haar kern wordt zij geschat op zowat 22 mil joen graden Celsius. Waar komt de enorme hitte, nodig om zulke temperaturen te doen ont staan, vandaan? Is de zon een hemel lichaam dat zichzelf opbrandt? Het is helemaal niet dwaas, dat men ge dacht heeft aan verbranding als oor zaak voor deze enorme hitteproduk- tie. Maar daarom is het nog niet juist. De hitte van de zon is niet het resultaat van een verbranding, evenmin als van enigerlei chemische reactie. Zjj is het resultaat van kern- processen, zoals ook de hitte, door een atoombom voortgebracht, haar ontstaan dankt aan kernprocessen. Dus Neen, de zon is „dus" niet een ontzaglijke atoombom. Daarvan hebben de mensen nog altijd het monopolie. Wanneer wij gaan ver gelijken, dan moeten wü haar ver gelijken met een enorme waterstof bom. De hitte van de zon is het resul taat van een combinatie, een samen smelting van de kernen van vier waterstofatomen tot één helium- atoom. Wanneer atoomkernen van zware elementen, zoals uranium, uiteenvallen, dan komt daarbij ener gie warmte vrij. Splijtings energie dus. Maar wanneer lichte atoomkernen samensmelten en waterstofkernen zijn de lichtste zelfs dan wordt ook daarbij een deel van de massa van die kernen omgezet in energie, samensmeltings energie. In het inwendige van de zon wor den elke seconde elke seconde! 564 miljoen ton waterstof omgezet in 560 miljoen ton helium, en het verschil 4 miljoen ton wordt omgezet in energie. Het is een ge heimzinnig en uiterst ingewikkeld lijkheid nog geen procent van haar massa verloren. Zij kan dus nog miljarden jaren door blijven gaan met warmte te leveren. Bron van ons bestaan Tengevolge van haar hoge tempe ratuur straalt de zon energie uit in de lege ruimte, die haar omringt. Deze straling bestaat uit vele stra lingstypen. Die met lange golven wordt warmte genoemd, die met kor tere golven is zichtbaar als licht en die met nog kortere golven is on zichtbaar, zoals de Röntgenstraling. Wanneer deze stralen de aarde raken, wordt hun energie geabsor beerd door de stoffen, waarop zij vallen en onze zintuigen kunnen dat waarnemen, als een verhoging van de temperatuur. En daaraan danken wij allen ons bestaan. Was het niet zo, dan was de aarde een onherberg zame ijsklomp. Een wonder? Zeker, maar een alle daags wonder. Wij leven te midden van de wonderen en daardoor mer ken wij ze niet meer op. Wij vinden er dus niets vreemds aan dat de zon ons dag in dag uit met een stortbad van stralen over giet. Maar de zon doet nog meer. Zij schiet ook een stroom van deeltjes op o.is af. En die kunnen hier op aarde, en boven de aarde, in de dampkring, vreemde dingen ver oorzaken. Op 1 september van het jaar 1859 stelde Carrington de aanwezigheid vast van een aantal zonnevlekken op de zonneschijf. En terzelfdertijd hoorde hij allerwegen van magne tische storingen, van storingen in het telegrafisch verkeer en van het optreden van het poollicht aan Noord- en Zuidpool. Een toeval? De enkeling, die een samenhang meende te zien, kon zijn mening geen ingang doen vinden. Maar toen op 4 februari 1872, op 3 augustus daaropvolgende en op 17 no- Kolkende, gloeiende gasmassa's aan de buitenrand van de zon: een z.g. tweepolige zonnevlekkengroep. De berichtgeving heeft ons in de laatste tien dagen vergast op verhalen over geweldige explosies op de zon en over grote groepen van zonnevlekken, die op de zonneschijf werden waargenomen. Maar ook over magnetische stormen hier op aarde en een intens bom bardement van onze planeet door elektronisch geladen kleine deeltjes. In de nacht van woensdag 22 op donderdag 23 februari deed zich het verschijnsel voor de eerste maal voor en in het begin van deze week berichtte uw lijfblad over een tweede explosie, welke men op het zonsoppervlak had opgemerkt. Het is duidelijk, er is iets gaande op de zon. En hier op aarde is dat merkbaar. Wij vinden dat tenminste duidelijk dat wil zeggen wij zijn bereid te geloven, dat het inderdaad zo is. Dat er inderdaad een niet te miskennen verband is tussen de dingen daar en die hier. Al weten wij dan dat verband nog niet in alle finesses te verklaren. Maar een eeuw geleden nog pas was dat helemaal niet zo duidelijk en leek het ook de astronomen een nog al wonderlijke veronderstelling toe, dat er een oorzakelijk verband zou kunnen bestaan tussen de din gen die er op de zon en die, welke hier op aarde gebeuren. Het kosmisch toneel Laten wij het kosmische toneel en de beide spelers daarop, de aarde en de zon, eens wat nader bezien. Eerst de kleinste van de twee, de aarde. Op school heeft men getracht ons in te prenten, dat de aarde aan de evenaar een omtrek heeft van veer tigduizend kilometer. Tegen vijf kilometer per uur is dat dus acht- vember 1882 soortgelijke samen vallen werden geconstateerd, was er niet meer aan te ontko men. Men moest de zon wel de schuld geven van het stil, maar daarom niet minder fel, tempeest, dat op de aarde woedde. De processen op de zon beïnvloeden die in de aardatmosfeer. Die laatste processen zijn de mag netische storingen, de magnetische stormen het dol worden van de magneetnaald de storingen in de telegrafische verbindingen en het uitvallen van de radio-ontvangst op lange afstanden. De processen op de zon zijn o.m. de zogenaamde zonne-erupties, uit barstingen in de chromosfeerlaag van de zon. Onder een zonne-erup- tie verstaat men een plotseling op tredende intensieve stijging van de ultraviolette straling. Het leven van de zon is vol beroering. Ontzagwek kende krachten, waaromtrent ons nog slechts heel weinig bekend is, woeden in haar binnenste. Deze erupties staan in nauw verband met de zonnevlekken. Een explosie op de zon. Reusachtige vuurtongen, 225.000 km lang, slaan uit de relatief koude buitenkorzt. met aardse maten, maar ook niet met astronomische, want als wij dieper het heelal in willen gaan zouden wij de gemiddelde afstand tussen zon en aarde als nieuwe basiseenheid moeten n^pen. Het is dus met zo'n tussenmaat, goed om er een planetenstelsel mee op te meten. De zon bestaat tot in haar diepste kern uit gloeiend hete gassen. Haar temperatuur is aan de oppervlakte zo hoog, dat wij op aarde niet in .jroces, waarvan wij hier alleen maar de begin- en de eindfase hebben aangeduid, maar het is dit proces, dat de temperatuur van 22 miljoen graden in het binnenste van de zon in stand houdt en die van 6000 gra den aan de oppervlakte. Het is duidelijk, dat de om zetting van massa in energie voor de zon een verlies van massa bete kent, maar in de loop van de twee of drie duizend miljoen jaar dat zij bestaat, heeft ze naar alle waarschijn- Eigen spel Maar behalve met ultraviolette straling bombardeert de zon de aarde ook met elektrisch geladen deeltjes. BU uitbarstingen zelfs in zeer sterke mate. Deze deeltjes rei zen langzamer dan de snelle ultra violette straling. Terwijl deze er goed acht minuten voor nodig heeft om de afstand van ongeveer 14914 miljoen km te overbruggen, kost dat de deeltjes meer dan een etmaal. Dringen zij de bovenste lagen van de dampkring binnen, dan gaan ze daar hun eigen spel spelen. Ze voe len zich vooral aangetrokken door de regionen om de polen en botsen daar tegen de zich in die luchtlagen bevindende atomen. Daarbij ont staan lichtverschijnselen, het pool licht. Ze vormen een sterke elek trische kringstroom in de atmosfeer die haar invloed op de magneet naalden niet mist. Er valt nog heel wat te onder-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 5