De hitte van de zon niet het resultaat van
verbranding maar van kernprocessen
Ongewenst groepsbewustzijn
Koningin FREDERIKA, een
beminde en moderne vorstin
HET ROERIGE LEVEN van de ZON
Uitbarstingen brengen stoornis op de aarde
Haar werklust wekt bewondering
EERBIEDIGING VAN
ANDEREN
Internationalisme is katholiek
Geen verhoogde
subsidies
Peters vraagt om
soepelheid
Stijgend vlees
verbruik
Voor bijsondere
hogescholen
9 procent meer dan
in 1953
ZATERDAG 3 MAART 1956
PAGINA S
H-H. WIJDINGEN
Kath. gerepatrieerdenzorg.
Bisschoppelijke commissaris
benoemd
Liturgische weekkalender
Bureau atoomzaken
ingesteld
Kleuteronderwijs
Geen audiëntie
*-bS8p$
Nu wil het ongeluk, dat het woord
„één" in de uitdrukking de éne, ware
Kerk van Christus, evenals het woord
„katholiek" vaak een verkeerd accent
krijgt. Zo verstaat men dikwijls „één"
niet als de aanduiding voor de een
heid der Kerk, maar meer in de zin van
de „enige" Kerk, en „katholiek" ge
bruikt men dan als een aparte verkla
ring, een aparte naam voor de Kerk ter
onderscheiding van andere, in plaats van
de ware betekenis „algemeen" aan te
houden. Op die manier ontaarden deze
aldus verkeerd aangewende woorden tot
een soort strijdleuze, waarmee men
tracht te protesteren tegen de nog al eens
voorkomende opvatting, dat de ene Kerk
even goed is als de andere. Hierin zit
een beslist niet denkbeeldig gevaar.
Maar evenzeer dient men zich te hoeden
tegen de mogelijkheid, dat men bij de
pogingen om het genoemde gevaar te
vermijden, terecht komt in een verster
king van het ongewenste groepsbewust
zijn.
De echte opvatting, de theologische,
zoals St.-Augustinus die heeft
uiteengezet, van de eenheid en
katholiciteit der Kerk, schijnt nog niet
gemeengoed te zijn onder de Ameri
kaanse katholieken. Evenmin trouwens
als in ons land. Eenheid in geloof en
leven, algemeenheid, die alle tijden,
plaatsen en volkeren omspant door de
universele heilswil van God, deze kijk
op het mysterie der Kerk is eenvoudig
niet te verenigen met de nog veel te veel
heersende geslotenheid ten aanzien van
andere bevolkingsgroepen. En toch heeft
Z.H. Paus Pius XII herhaaldelijk erop
gewezen, hoe noodzakelijk juist voor een
katholiek de bereidheid is alle grote en
goede waarden te erkennen, die beston
den vóór de Kerk gesticht werd of die
nu nog buiten haar te vinden zijn. Zou
het daarom niet onze eerste plicht zijn
ons geestelijk te verheffen tot de hoogte
van onze eigen geloofsovertuiging, dat de
ware Kerk één en katholiek is? Gods
dienstig nationalisme en godsdienstig
groepsbewustzijn zijn daarbij totaal uit
den boze.
De katholiek, die zijn godsdienst goed
begrijpt, denkt internationaal of liever
nog boven-nationaal. En toch kan men
niet ontkennen, dat velen in de praktijk
nog maar nauwelijks daaraan toe zijn.
In Amerika constateert pater Murray
zelfs een uitgesproken tegenzin tegen
een georganiseerde internationale ge
meenschap. Tot op zekere hoogte is dit
begrijpelijk, wanneer het voortkomt uit
een misschien wel gemotiveerde kritiek
op het doen en laten der Verenigde Na
ties. Maar het schijnt toch wel, dat de
weerzin ook op de internationale ge
meenschap als zodanig is gericht. Is dat
wellicht omdat men meent, dat het inter
nationalisme een liberale en/of com
munistische oorsprong heeft? In elk ge
val is dat echter geen reden om op iets
werkelijk goeds tegen te zijn.
Het moge nu al waar zijn, dat een der
gelijke houding niet bij alle katholieken
te vinden is, en dat ze evengoed voor
komt onder andere groepen, het valt
niet te loochenen, dat, waar ze bestaat,
ze nog fel aanwezig is. Het waarom
daarvan is moeilijk te verklaren. Men
denkt mogelijk te veel in wit en zwart
of al te perfectionistisch. Maar ook is het
denkbaar, dat men - zeer kortzichtig
overigens - niet in staat is te geloven
aan iets goeds, dat men zelf niet heeft
„uitgevonden"!
Wat ervan zij, internationalisme :ft
echt katholiek. Het hoort wezenlijk bij
het katholicisme. Het is niets anders
dan een projectie op het politiek-econo-
mische vlak van de godsdienstige leer
der bovennatuurlijke eenheid van het
mensdom. Op het wereldlijke vlak moet
de eenheid verwezenlijkt worden door
de politici en geleerden. Dezen kunnen
fouten maken, zeker. Maar dat is juist
een reden om zoveel mogelijk in het par
ticuliere leven de goede mentaliteit te
ontwikkelen, die de realisatie dezer een
heid makkelijk maakt.
Zaterdag 10 maart zal mgr. dr. J. M.
J. A. Hanssen, bisschop-coadjutor van
Roermond in de Minderbroederskerk
van de H. Hieronymus te Weert de H.
Subdiakenwijding toedienen aan de fra
ters: Petrus Jansen, Rotterdam: Hiero
nymus Barnhoom, Den Haag; Sigward
Gottenbos, Leiden; Simon van Dam,
Oudewater; Hartwig Loeffen, Hernen;
Marcus Vermeulen. Amsterdam; Odilio
Hogema, Leeuwarden; Aristides Nach-
bar, Amsterdam; Otger van der Zee,
Bolsward; Carolinus Zwartjes, Nijmegen;
Tryphon Teepe, Den Haag; Gustaaf
Wijnhoven, Venray; Conradus de Soo-
mer, Sluiskil, allen van de orde der
Minderbroeders
Zondag 11 maart zal mgr. dr. J. H.
G. Lemmens, bisschop van Roermond,
de H. Priesterwijding toedienen aan de
fraters: Wilhelmus Steenkamer, Gouda;
Michaël Keverkamp, Rotterdam; Geor-
gius Ruijgrok, Gouda; Theodulf Olst-
hoom, Delft; Jeroen Schinkel. Cabauw-
Lopik; Godschalk Bouman, Venlo; Go-
debert Koot, Hazerswoude, Melchior
Baan, Amsterdam; Ronald Hölscher,
Amsterdam; Marcianus Elskamp, Delft;
Bonfilius Seegers, Nijmegen; Orland
Uiterwaal. Utrecht; Evaristus Aalmans.
Bleijerheide, Christinianus van Deelen,
Lottum; Joël Postma, Den Haag; Da
niël van Opstal, Amsterdam; Siardus
van der Klei, Bolsward; Wilgisus Cree-
mers, Venlo; Melchiades Wienk, Hen
gelo; Agnellus Verheijen, Rotterdam;
Esdras Steneker, Franeker- Germanus
de Kok, Den Haag; Edmar Vergouwen,
Voorhout; Eric van Lindert. Nijmegen;
Respicius Weijs, Leunen; Lazarus van
den Berg, Haarlem; allen van de orde
der Minderbroeders.
Namens het Hoogwaardig Episcopaat
heeft mgr. J. P. Huibers, apostolisch ad
ministrator van het bisdom Rotterdam,
de hoogeerw. Heer A. H. Harst, uit
Voorschoten, benoemd tot bisschoppelijk
commissaris van de binnenkort op te
richten landelijke stichting katholieke
gerepatrieerdenzorg, gevestigd te 's-Gra-
venhage.
De statuten van deze stichting, die als
landelijk orgaan van de katholieke ge
repatrieerdenzorg wordt opgericht, zijn
door de bisschoppen goedgekeurd.
ZONDAG 4 maart: 3e zondag van de Vas
ten: eigen mis; Credo: pref. van de Vas
ten; paars.
MAANDAG; mis van de ferie; pref. van de
Vasten; paars.
DINSDAG: H.H. Perpetua en Felicitas, mar
telaar; mis Me exspectaverunt; 2 geb. van
de ferie; pref. van de Vasten; rood.
WOENSDAG: H. Thomas van Aquino, belij
der-kerkleraar; eigen mis; 2 geb. van de
ferie; Credo; pref. van de Vasten; wit.
DONDERDAG: H. Joannes de Deo, belijder;
eigen mis; 2 geb. van de ferie; pref. van
de Vasten; wit.
VRIJDAG: H. Francisea Romans, weduwe;
mis Cognovi; 2 geb. van de ferie; pref.
van de Vasten; wit.
ZATERDAG: mis van de ferie; 2 geb. H.H.
veertig martelaren; pref. van de Vasten;
paars.
ZONDAG 11 maart: 4e zondag van de Vas
ten; eigen mis; Credo; pref. van de Vas
ten; paars of rose.
Prinses Sophie, die men hier met haar broer, kroonprins Constantijn, ziet
deelnemen aan een volksdans in de Epirus, is de oudste van de drie Griekse
koningskinderen. Zij werd 2 november 1938 in Psychico, een voorstad van
Athene, geboren. Evenals onze prinses Beatrix heeft zij haar vroegste jeugd
in ballingschap doorgebracht. Na de oorlog bezocht zij een meisjesschool in
Athene. Momenteel studeert zij in Zwitserland. Zij is een enthousiaste pad
vindster. Haar grootste liefhebberij is tekenen. In tegenstelling tot haar moeder
is zij zeer rustig van aard.
In 1954, kort na de kruistocht van de
„Agamemnon" werd het Griekse volk
verontrust door een mededeling, dat
de Koningin naar Zwitserland vertrok
ken was voor een medische behande
ling. Een gevaarlijke ontsteking aan
een der oren maakte een tweetal ope
raties noodzakelijk. Gelukkig volgde
spoedig een communiqué waaruit bleek
dat de Koningin zich volledig had her
steld en in het volledig bezit van haar
gehoor was gebleven.
Bij het departement van buitenland
se zaken is een bureau atoomzaken in
gesteld. Het is ondergebracht bij de
directie internationale organisaties.
Hoofd van het bureau wordt de heer
G. W. Bendien, referendaris.
De vorige week hebben wij een ver
gelijking gemaakt tussen de men
taliteit der Amerikaanse en de
Nederlandse katholieken. Beide groepen
hebben in zekere zin een zelfde histo
rische achtergrond. In beide landen is
tegenwoordig eveneens een duidelijk
streven te constateren naar diepere be
zinning daarop komen problemen aan
de orde, die onvermijdelijk op een ge
zonde zelfkritiek uitlopen.
In het internationale nummer van
het tijdschrift Life, dat geheel aan
het christendom is gewijd, heeft de
theoloog p. Murray S.J. enige fouten van
de Amerikaanse katholieken besproken,
die ook in ons land niet onbekend zijn.
Op de eerste plaats wijst hij erop, dat
een overdreven groepsbewustzijn tot
onvruchtbare afzondering, tot isolatio
nisme leidt, tengevolge waarvan de
intermenselijke verhoudingen niet vol
doende hun ontwikkelende invloed kun
nen ontplooien. Men sluit zich af, men
pleegt de befaamde en beruchte .hokjes-
politiek" en blijft zodoende achter bij de
normale groei der gemeenschap. De
voornaamste reden echter, waarom een
dergelijke houding moet worden afge
wezen, is dat zij niet in overeenstem
ming is met het eigenlijke kerkbegrip,
met de juiste betekenis van de Kerk.
Evenmin als sociologie theologie is,
evenmin kan bedoeld groepsbewustzijn
ondergebracht worden in de zin en de
zending van de Kerk. Zij is weliswaar
een groep, een gemeenschap, maar toch
is zij heel iets anders dan wat de socio
loog bedoelt als hij over maatschappe
lijke groepen spreekt. Wanneer wij de
Kerk, terecht, een gemeenschap noe
men, dan moet dit woord theologisch
worden verstaan vanuit de geloofswaar
heid, dat de Kerk van Christus één is
en katholiek.
Koningin Frederika
Minister Cals is niet bereid voorshands
over te gaan tot verhoging van het sub
sidiepercentage ten behoeve van de bij
zondere universiteiten en hogescholen
van 85 op 95 pet. De minister verklaart
in de memorie van antwoord op het
wetsontwerp tot wijziging van de sub
sidieregeling, dat hij het daartoe strek
kende verzoek van de betrokken in
richtingen van hoger onderwijs door
een commissie zal laten onderzoeken.
Naar aanleiding van de twijfel die in
de tweede kamer was gerezen of de bij
zondere universiteiten en hogescholen
wel voldoemde vergoeding ontvangen
voor de komende verlaging van de col
legegelden en de vrijstelling van beurs
studenten, toont de minister met cij-
san, dat dit niet het geval is.
nieifw?1iniSt?r verdedigt eveneens zijn
mische *.ubsidieregeling voor de acade-
meent eènfc?nhuizen, waardoor naar hij
vergoeden kn'fte berekening van de te
ve g kosten mogelijk zal worden
(Van onze Haagse redactie)
Het Tweede-Kamerlid Peters (KVP)
heeft in schriftelijke vragen arnni,
ter Cals aangedrongen °P
in de toepassing van de wettelijke voor
schriften van de nieuwe kleuteronder
wijswet ten aanzien van het
toelaatbare aantal kleuters. De h -
ters wijst er daarbij op, dat door net
uitblijven van de in het vooruitzicht
gestelde A.M.V.B. vele school- en ge
meentebesturen niet precies wet
Waar zij aan toe zijn. Zouden zij a»°
om de bepalingen stringent toepassen,
dan bestaat het gevaar dat kleuters zon
der dringende noodzaak de toegang
moet worden ontzegd. Minister Cals
heeft zich op deze gronden bereid ver
klaard bij de inspecteurs zijn ziens-
Wijze over de gewenste soepelheid ken
baar te maken.
De toenemende welvaart en de ver-
h°ogde koopkracht doen het vleesver-
brüik in ons land stijgen. In 1953 werd
Phgeveer 35 kg vlees per hoofd van de
£evolking gebruikt tegen 38 kg in 1954.
tten voorlopige schatting voor 1955 stelt
40 kg als gemiddeld verbruik vast. Dit
betekent dat over 1954 9 procent vlees
meer werd verbruikt dan in 1953. Ge
schat wordt, dat in 1955 426.600 ton
vlees in de Nederlandse magen is ver
dwenen. waarvan 174.300 ton rundvlees,
ruim 25000 ton kalfsvlees, 209.000 ton
Varkensvlees, 16.750 ton paardevlees en
1350 ton schapevlees.
In 1955 werd naar schatting in Enge
land, Frankrijk, België en Luxemburg
kg vlees per hoofd van de bevolking
verbruikt, in Denemarken 50 kg en in de
verenigde Staten tussen de 70 en 75 kilo
Z. H. Exc. de bisschop van Haarlem
zal woensdag 7 maart geen audiëntie
verlenen.
Het korte privé-bezoek dat Konin
gin Frederika van Griekenland
en haar oudste dochter Prinses
Sophia deze maand aan onze koninklijke
familie brengen, doet de herinnering
teruggaan naar de romantische zomer
Van 1954, toen de bloem der Europese
vorstengeslachten op uitnodiging van
het Griekse koningspaar aan boord van
het jacht „Agamemnon" een kruistocht
maakte door de Griekse wateren. Een
idyllisch avontuur, dat vooral voor
onze oudste twee prinsessen een
onvergetelijke belevenis was. Een ver
rassend initiatief ook, geheel in over
eenstemming met de aard van Konin
gin Frederika, voor wier impulsieve da
dendrang het Griekse volk evenveel
oprecht respect koestert als het haar
schoonheid bewondert.
De beminde moeder van de kroon
prins en de beide prinsessen wordt
door de Grieken op de handen gedra
gen. Toen zij in januari 1938 op 20-ja-
rige leeftijd met prins Paul in de echt
werd verbonden, was dit de bekroning
van een vorstelijke romance, die een
aanvang had genomen toen de kroon
prins in Florence kennis maakte met
de opgewekte dochter van Ernst August,
hertog van Brunswijk. Nog in hetzelf
de jaar van het huwelijk, 2 november
1938, werd prinses Sophie geboren, doch
de feestelijke sfeer was toen reeds ge
weken voor de dreiging van de oorlog.
Mussolini tastte vanuit Albanië tever
geefs het Griekse land aan. Eerst de
overmacht van de Duitse legers deed
de dappere Grieken bukken. Het jonge
gezin vluchtte naar Kreta en later naar
Egypte.
De bevrijding in 1945 dompelde het
Griekse volk door de intrigues van
de communistische machthebbers in
de Balkan in de ellende van de bur
geroorlog, die eerst moeizaam werd
beslecht. In die jaren leerde het
Griekse volk de vorstin kennen. Zon
der dralen nam zij de hulpacties voor
de vluchtelingen uit het strijdgebied
ter hand. Zij verblufte geroutineerde
politici door haar originaliteit en haar
snelle besluitvaardigheid. Overal in
het land verrezen kolonies waar de
kinderen een vèilig onderdak von
den. Samen met Koning Paul reisde
zij door het land tot in de frontlinies.
Van dat moment af wisten de Grieken
dat zij een koningin hadden die leef
de voor haar volk. Zo is het tot op
de huidige dag gebleven. Een Griek,
die geen uitkomst weet in een nood
situatie belt de Koningin op en als
zijn nood belangrijk is kan hij er ze
ker van zijn dat de secretaresse hem
spoedig zal doorverbinden.
Haar gedecideerd optreden waar het
sociale noden betreft, heeft de Konin
gin wel eens op gespannen voet ge
bracht met politici, die van oordeel wa
ren dat zij haar grondwettelijke macht
overschreed. Tot conflicten is het nooit
gekomen omdat haar activiteiten al
tijd gericht waren op reële noden, die
om een snelle oplossing vroegen. De
ontberingen van de ballingschap, de el
lende van de burgerkrijg en de zorg
voor de slachtoffers hebben de veer
krachtige Griekse koningin echter al
lerminst geschokt. Zij verbaasde de
Amerikanen bij haar bezoek in 1953
door het gemak, waarmede zij het
overladen programma afwerkte. Hoewel
zij, achterkleindochter van Koningin
Victoria van Engeland, in al haar op
treden een vorstelijke allure handhaaft,
heeft zij niet geschroomd om de op
voeding van de prins en de prinsesjes
geheel op moderne leest te schoeien.
Prinses Sophie bezocht in Athene een
meisjesschool voor kinderen van alle
standen. Zij zat naast de dochter van
een werkvrouw. Momenteel is zij op een
internaat in Duitsland. Prinses Sophie
is, in tegenstelling tot haar moeder, een
zeer rustige verschijning. Zij lijkt veel
op haar grootmoeder Koningin Sophie.
Dikwijls begeleidt zij haar moeder bij
haar sociale verplichtingen. De vakantie
brengt het gezin bijeen op het buiten
paleis Tatoi bij Athene en op het
eiland Petallü, waar de koningin een
kleine villa heeft en waar de gezonde
en sportieve kinderen kunnen zwem
men, zeilen, vissen en paardrijden, hun
favoriete sporten.
zoeken en nog heel wat te verkla
ren op het terrein van deze beïn-
fluencering van de aardatmosfeer
door de zon. Fit is een van de doel
stellingen van het aanstaande Inter
nationale Geofysische Jaar, om een
aantal geheimen van deze samen
hang te ontraadselen. Maar de na
tuur heeft blijkbaar niet tot het be
gin daarvan willen wachten.
Een vraag, die men zich reeds
gesteld heeft is, of de recente
gebeurtenissen invloed zullen
hebben op de op het noordelijk
halfrond heersende koude. Dat
komt neer op de vraag, of ook
de lagere luchtlagen door de
uitbarstingen op de zon beïn
vloed zullen worden.
Want in de hogere regionen schijnt
die invloed inderdaad te bestaan.
Attmannpacher meent een verband
tussen uitbarstingen van de zonne-
chromosfeer en temperaturen in de
aardse stratosfeer 12 tot 80 km
ht>og geconstateerd te hebben.
Volgens hem wordt aangenomen,
dat bij zo'n eruptie de temperatuur
in de haard van de uitbarsting plot
seling tot 30.000 graden Celsius
stijgt. Dit leidt tot een verhoging
van de temperatuur in de aardse
ozonlaag, die de ultraviolette stra
ling absorbeert, waarbij absorptie-
warmte vrijkomt. Hij neemt aan, dat
deze de omgeving 110 graden war
mer doet worden. Theoretisch zal
daar nog een temperatuursverhoging
van 2 graden op ongeveer 20 km
hoogte het gevolg van zijn.
Het is echter een zeer ingewik
kelde opgaaf om een niet te betwis
ten verband aan te tonen tussen de
gebeurtenissen op de zon en het
klimaat hier op aarde. En nog moei
lijker is het, het natuurkundig me
chanisme, volgens hetwelk die zon-
neprocessen daarop inwerken, tot in
details nauwkeurig te beschrijven.
Mr. H. C. M. EDELMAN
duizend uur onafgebroken wande
len. Met een beetje Tekenvaardig
heid als het leven van deze op
theoretische zaken gerichte reken-
vaardigheid tenminste nog iets heeft
overgelaten kan men daaruit be
rekenen, dat de straal van de aard
bol aan de evenaar dan zowat 6378
™®eter moet zijn. Nu de inhoud
van de aarde berekenen zou al niet
;gaan' want de straal naar de
L Soed 21 km korter dan die
TT „T® ?venaar. De aarde is dan
boi meer, ze is een geoïde
ir>vL?,jn .soort lichaam op zich.
"L Vnno1S bet respectabele be
drag van 1083 miljard kubieke kilo-
meter. Genoeg orn zeifs de meest
onverschrokken kilometervreter te
doen huiveren.
Het kosmische toneel of
liever het hoekje, waar het spel
speelt is zeer uitgestrekt. De
tweede speler, de zon, bevindt
zich op een afstand van gemid
deld 149 miljoen kilometer
van de eerste. Honderd één en
zeventig jaren lang zou onze
auto onafgebroken met een snel-
heid van 100 km per uur moeten
doorrijden om de zon te berei
ken.
Laten wij haar bij onze verken
ning dus maar niet met kilometers
te lijf gaan, maar liever de straal
van de aarde zelf als nieuwe een
heid nemen, dan worden de verhou
dingen wat doorzichtiger. Want dan
blijkt, dat de straal van de zon 109
maal zo groot is, als die van de
aarde. Anders dan deze, is de zon
aan haar polen niet noemenswaardig
afgeplat en dus vrijwel een bol.
Daarom is haar inhoud 1.298.600 maal
die van onze planeet. De inhoud van
een bol is immers evenredig met de
derde macht van de straal. Waarde
lezer, u is al lang over dat getal
van 1.298.600 heengegleden, maar
realiseer u, dat er dus met gemak
meer dan een miljoen aardbollen in
de zon opgeborgen zouden kunnen
worden.
We hebben de zon gemeten, niet
staat zijn haar te evenaren. Zij ligt
in de buurt van 6000 graden Celsius.
Maar de temperaturen, cjie m haar
binnenste heersen zijn nog onver
gelijkelijk veel hoger. In haar kern
wordt zij geschat op zowat 22 mil
joen graden Celsius.
Waar komt de enorme hitte, nodig
om zulke temperaturen te doen ont
staan, vandaan? Is de zon een hemel
lichaam dat zichzelf opbrandt? Het
is helemaal niet dwaas, dat men ge
dacht heeft aan verbranding als oor
zaak voor deze enorme hitteproduk-
tie. Maar daarom is het nog niet
juist.
De hitte van de zon is niet het
resultaat van een verbranding,
evenmin als van enigerlei chemische
reactie. Zjj is het resultaat van kern-
processen, zoals ook de hitte, door
een atoombom voortgebracht, haar
ontstaan dankt aan kernprocessen.
Dus Neen, de zon is „dus" niet
een ontzaglijke atoombom. Daarvan
hebben de mensen nog altijd het
monopolie. Wanneer wij gaan ver
gelijken, dan moeten wü haar ver
gelijken met een enorme waterstof
bom.
De hitte van de zon is het resul
taat van een combinatie, een samen
smelting van de kernen van vier
waterstofatomen tot één helium-
atoom. Wanneer atoomkernen van
zware elementen, zoals uranium,
uiteenvallen, dan komt daarbij ener
gie warmte vrij. Splijtings
energie dus. Maar wanneer lichte
atoomkernen samensmelten en
waterstofkernen zijn de lichtste
zelfs dan wordt ook daarbij een
deel van de massa van die kernen
omgezet in energie, samensmeltings
energie.
In het inwendige van de zon wor
den elke seconde elke seconde!
564 miljoen ton waterstof omgezet
in 560 miljoen ton helium, en het
verschil 4 miljoen ton wordt
omgezet in energie. Het is een ge
heimzinnig en uiterst ingewikkeld
lijkheid nog geen procent van haar
massa verloren. Zij kan dus nog
miljarden jaren door blijven gaan
met warmte te leveren.
Bron van ons bestaan
Tengevolge van haar hoge tempe
ratuur straalt de zon energie uit in
de lege ruimte, die haar omringt.
Deze straling bestaat uit vele stra
lingstypen. Die met lange golven
wordt warmte genoemd, die met kor
tere golven is zichtbaar als licht en
die met nog kortere golven is on
zichtbaar, zoals de Röntgenstraling.
Wanneer deze stralen de aarde
raken, wordt hun energie geabsor
beerd door de stoffen, waarop zij
vallen en onze zintuigen kunnen dat
waarnemen, als een verhoging van
de temperatuur. En daaraan danken
wij allen ons bestaan. Was het niet
zo, dan was de aarde een onherberg
zame ijsklomp.
Een wonder? Zeker, maar een alle
daags wonder. Wij leven te midden
van de wonderen en daardoor mer
ken wij ze niet meer op.
Wij vinden er dus niets vreemds
aan dat de zon ons dag in dag uit
met een stortbad van stralen over
giet.
Maar de zon doet nog meer. Zij
schiet ook een stroom van deeltjes
op o.is af. En die kunnen hier op
aarde, en boven de aarde, in de
dampkring, vreemde dingen ver
oorzaken.
Op 1 september van het jaar 1859
stelde Carrington de aanwezigheid
vast van een aantal zonnevlekken op
de zonneschijf. En terzelfdertijd
hoorde hij allerwegen van magne
tische storingen, van storingen in
het telegrafisch verkeer en van het
optreden van het poollicht aan
Noord- en Zuidpool.
Een toeval? De enkeling, die
een samenhang meende te zien,
kon zijn mening geen ingang
doen vinden. Maar toen op 4
februari 1872, op 3 augustus
daaropvolgende en op 17 no-
Kolkende, gloeiende gasmassa's aan de buitenrand van de zon: een z.g.
tweepolige zonnevlekkengroep.
De berichtgeving heeft ons in
de laatste tien dagen vergast
op verhalen over geweldige
explosies op de zon en over grote
groepen van zonnevlekken, die op
de zonneschijf werden waargenomen.
Maar ook over magnetische stormen
hier op aarde en een intens bom
bardement van onze planeet door
elektronisch geladen kleine deeltjes.
In de nacht van woensdag 22 op
donderdag 23 februari deed zich het
verschijnsel voor de eerste maal
voor en in het begin van deze week
berichtte uw lijfblad over een
tweede explosie, welke men op het
zonsoppervlak had opgemerkt.
Het is duidelijk, er is iets gaande
op de zon. En hier op aarde is dat
merkbaar.
Wij vinden dat tenminste duidelijk
dat wil zeggen wij zijn bereid te
geloven, dat het inderdaad zo is. Dat
er inderdaad een niet te miskennen
verband is tussen de dingen daar
en die hier. Al weten wij dan dat
verband nog niet in alle finesses te
verklaren.
Maar een eeuw geleden nog pas
was dat helemaal niet zo duidelijk
en leek het ook de astronomen een
nog al wonderlijke veronderstelling
toe, dat er een oorzakelijk verband
zou kunnen bestaan tussen de din
gen die er op de zon en die, welke
hier op aarde gebeuren.
Het kosmisch toneel
Laten wij het kosmische toneel en
de beide spelers daarop, de aarde en
de zon, eens wat nader bezien.
Eerst de kleinste van de twee, de
aarde.
Op school heeft men getracht ons
in te prenten, dat de aarde aan de
evenaar een omtrek heeft van veer
tigduizend kilometer. Tegen vijf
kilometer per uur is dat dus acht-
vember 1882 soortgelijke samen
vallen werden geconstateerd,
was er niet meer aan te ontko
men. Men moest de zon wel de
schuld geven van het stil, maar
daarom niet minder fel, tempeest,
dat op de aarde woedde. De
processen op de zon beïnvloeden
die in de aardatmosfeer.
Die laatste processen zijn de mag
netische storingen, de magnetische
stormen het dol worden van de
magneetnaald de storingen in de
telegrafische verbindingen en het
uitvallen van de radio-ontvangst op
lange afstanden.
De processen op de zon zijn o.m.
de zogenaamde zonne-erupties, uit
barstingen in de chromosfeerlaag
van de zon. Onder een zonne-erup-
tie verstaat men een plotseling op
tredende intensieve stijging van de
ultraviolette straling. Het leven van
de zon is vol beroering. Ontzagwek
kende krachten, waaromtrent ons
nog slechts heel weinig bekend is,
woeden in haar binnenste. Deze
erupties staan in nauw verband met
de zonnevlekken.
Een explosie op de zon. Reusachtige vuurtongen, 225.000 km lang, slaan
uit de relatief koude buitenkorzt.
met aardse maten, maar ook niet
met astronomische, want als wij
dieper het heelal in willen gaan
zouden wij de gemiddelde afstand
tussen zon en aarde als nieuwe
basiseenheid moeten n^pen. Het is
dus met zo'n tussenmaat, goed om
er een planetenstelsel mee op te
meten.
De zon bestaat tot in haar diepste
kern uit gloeiend hete gassen. Haar
temperatuur is aan de oppervlakte
zo hoog, dat wij op aarde niet in
.jroces, waarvan wij hier alleen maar
de begin- en de eindfase hebben
aangeduid, maar het is dit proces,
dat de temperatuur van 22 miljoen
graden in het binnenste van de zon
in stand houdt en die van 6000 gra
den aan de oppervlakte.
Het is duidelijk, dat de om
zetting van massa in energie voor
de zon een verlies van massa bete
kent, maar in de loop van de twee
of drie duizend miljoen jaar dat zij
bestaat, heeft ze naar alle waarschijn-
Eigen spel
Maar behalve met ultraviolette
straling bombardeert de zon de
aarde ook met elektrisch geladen
deeltjes. BU uitbarstingen zelfs in
zeer sterke mate. Deze deeltjes rei
zen langzamer dan de snelle ultra
violette straling. Terwijl deze er
goed acht minuten voor nodig heeft
om de afstand van ongeveer 14914
miljoen km te overbruggen, kost dat
de deeltjes meer dan een etmaal.
Dringen zij de bovenste lagen van
de dampkring binnen, dan gaan ze
daar hun eigen spel spelen. Ze voe
len zich vooral aangetrokken door
de regionen om de polen en botsen
daar tegen de zich in die luchtlagen
bevindende atomen. Daarbij ont
staan lichtverschijnselen, het pool
licht. Ze vormen een sterke elek
trische kringstroom in de atmosfeer
die haar invloed op de magneet
naalden niet mist.
Er valt nog heel wat te onder-