Bloemencorso tot in Haarlem
sou duizenden mensen gerieven
Voor- en nadelen moeten tegen
elkaar worden afgewogen
Verhalenbundel van HARRY MULISCH
EPISODES UIT HET LEVEN
VAN DE HEER TIENNOPPEN
Het mirakel
Moet Bloemlust per se
naar het buitenland
De expositie sou veel beter in
verschillende streken van eigen
land gehouden kunnen worden
TAXI IttOOO
Pastoor A. A. Trouwborst
gisterenavond ingehaald
in de Sint-Liduinakerk
DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL
SLEUTEL
Verkeersproblemen sullen zeker niet de
minste aandacht vragen
Haydn, Prokofieff en
Dvorak op slot-
concert serie V
N. Ph. O.
Verwijt aan het vak niet geheel
gerechtvaardigd te noemen
Jan de Hoog dirigeers
LITERAIRE KRONIEK
ZATERDAG 17 MAART 1956
PAGINA 3
„DE SLEUTELSPECIALIST"
Bollenstreek houdt
corso liever binnen
eigen velden
Niet onderschatten
De route
Ook het binnenland
Amateurclubs
ALARM VAN
NACHTWAKER
Inbreker kiest haze pad
Zwemwedstrijden
„II Povere'llo"
Onthulling Mozartsteen
weer uitgesteld
RADIO MOORS
H.H. MISSEN OP ZON
DAG
-
Advertentie
LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. 11433
Ondanks de weinige lust die de
deelnemers aan het bloemen
corso tot nu toe aan de dag
hebben gelegd en de geringe activi
teit waartoe het comité de kwekers
pas heeft op kunnen wekken kwam
deze week het bericht af, dat de tocht
definitief is vastgesteld op zaterdag
21 april, natuurlijk als het weer mee
wil werken en de hyacinten tijdig in
bloei kunnen komen. Al is de animo
dit jaar niet bijzonder groot gebleken
in het weekblad voor Bloembol
lencultuur moest zelfs een oproep
worden geplaatst de praktijk wijst
telkens opnieuw uit, dat vooral de
twee laatste weken voor de bewuste
datum de kwekers pas goed in het
geweer treden, en de verwachting is
dus gewettigd, dat de wagens, die
onder het motto „Lentejuwelen" zul
len worden opgetuigd, dit jaar meer
belangstelling dan ooit zullen trek
ken. Een belangstelling, die lang niet
altijd in de juiste banen geleid kan
worden en die onvermijdelijk ieder
jaar opnieuw vele toeschouwers te
leurstellingen bereidt, omdat het ver
keer niet te verwerken is en tal van
wegen moeten worden afgesloten ten
einde de route van de corsowagens
vrij te houden. Het is daarom, dat in
verschillende kringen het plan ge
opperd is om het corso een langere
route te geven, waardoor meer men
sen een betere plaats krijgen toebe
deeld.
Dit plan heeft zijn voor- en nade
len. Het Centraal Comité Bloe
mencorso Bollenstreek ziet voor
alsnog alleen nadelen. Het bloemencor
so is een traditie, die geheel tot was
dom gekomen is in de bollendorpen
Hillegom, Lisse en Sassenheim, een
wasdom, die langzamerhand het sta
dium dreigt te naderen van een over
rijpheid. Het is begrijpelijk, dat een
zeker plaatselijk chauvinisme tracht het
corso zo lang mogelijk binnen de gren
zen der geboortegrond te houden om
daarmee aller aandacht op de bollen
streek te vestigen en diverse nering
doenden aldaar te bevoordelen. Het
moet een corso blijven, zo zeggen de
comitéleden, van de streek en in de
streek. Nogmaals, het standpunt is be
grijpelijk, doch er zijn instanties die er
anders over denken.
Daar is bijvoorbeeld „Haarlems
Bloei". De comiteleden halen er de
schouders over op en beweren, dat
de wens van „Haarlems Bloei" om
het corso naar de stad door te trek
ken alleen voortkomt uit eigenbelang.
Haarlem, zo zeggen zij, denkt van het
corso de vruchten te plukken terwijl
de kwekers van de bollenstreek er het
geld in steken. Van de zijde van
„Haarlems Bloei" wordt deze bewe
ring echter uitdrukkelijk weerlegd.
De stichting heeft allereerst, zo werd
ons verzekerd, het belang van de
deelnemers zelf op het oog. Immers,
zo redeneert zjj, wanneer de route
van de bloemenstoet verlengd wordt
tot Haarlem zullen duizenden toe
schouwers meer in de gelegenheid ge
steld worden het corso en zijn pracht
gade te slaan. Wordt daarmee niet
het belang van de kwekers gediend?
Is het niet juist de bedoeling de
propaganda voor de bloembol de
intentie tot het corso zo effectief
mogelijk te doen zijn? En is Haar
lem niet het centrum van de bollen-
handel?
Het lijken redelijke motieven. Toch
moeten de bezwaren die aan een
eventuele doortrekking verbon
den zijn niet onderschat worden. Indien
men het corso in Haarlem haalt tot bij
voorbeeld het Houtplein, waaromheen
gedraaid kan worden, blijft de totale
lengte van de afgelegde afstand mis
schien wel dezelfde als die thans (heen
en weer, wel te verstaan) gevblgd
wordt, maar men is in het eerste ge-
val nog pas in Haarlem en de terug-
J°cht moet nog aanvaard worden, ter-
Jl men anders al weer thuis is.
DoH«n de z^de der Haarlemse verkeers-
flat Wees men °I,S er bovendien op,
tiirlA^r de bewuste zaterdagmiddag
keer scha a "rukke middaguren een ver-
nen ontstaan? *°U Ti
knooppunt van een 70 .v,taJ?
toeloop naar het Houtaf.f-SWeg:en 1S" a®
„aar de verwacht?* ^erstoli-
tie, onevenredig groot wor7en in ^er-
Vrijdag 23 maart vindt .het 9e cn
laatste concert in de serie V plaats.
Het concert zal onder leiding staan van
de gastdirigent Jan de Hoog. Het con
cert wordt geopend met de symphonie
no. 88 van Haydn. Hierna volgt een
uitvoering van het vioolconcert van Pro
kofieff met solistische medewerking van
de violist Theo Olof. Na de pauze wordt
het concert besloten met de 5e Sym
phonie van Dvorak.
Jan de Hoog werd geboren te Ooster
hout in 1921. Aanvankelijk studeerde
hij aan de Katholieke Economische Ho
geschool te Tilburg, maar na enkele ja
ren zwaaide hij om naar de muziek en
begon zijn voorbereidende muziekstu
die aan het muzieklyceum te Amster
dam. Vanaf 1945 studeerde hij aan het
Amsterdams Conservatorium. In 1949
deed hij eindexamen voor piano. In
1950 studeerde hij orkestdirectie aan
de Academia Musicale Chigiana te
Siena (Italië) onder leiding van Paul
van Kempen en in 1954 nam hij deel
aan de dirigentencursus van de Neder
landse Radio Unie onder Willem van
Otterloo. In 1951 kreeg hij van het hoofd
van de muziekafdeling van de K.R.O.,
Manus Willemsen, opdracht een strijk
orkest van jonge musici, te formeren.
Dit strijkorkest verzorgde onder de
naam „L'Estro Armonico" gedurende
een viertal jaren regelmatig program
ma's van oude zowel als van moderne
muziek. Jan de Hoog dirigeerde als
gast het Radio Philharmonisch Orkest,
het Omroepkamerorkest, het Omroep
orkest en de Groninger Orkest Vere
niging. Hij is dirigent van een tweetal
gemengde koren in Brabant en direc
teur van het bekende Amsterdamse
kerkkoor van de St. Agnesparochie.
houding tot bijvoorbeeld de Haarlemse
en Heemsteedse Dreef. Maar natuurlijk
is de politie gaarne bereid om, mocht
het corso naar Haarlem komen, rege
lend op te treden. De rijkspolitie be
ziet eveneens het plan wat sceptisch.
Zij wil niet zo maar plotseling een me
ning uitspreken en liever eens afwach
ten. of de doortrekking wel te verwe
zenlijken blijkt. Haar mannen blijven
toch wel in touw: nu worden ieder jaar
250 agenten ingezet.
Een ander punt is de route, die het
corso bij een verlenging naar
Haarlem zou moeten berijden.
„Haarlems Bloei" geeft uiteraard de
voorkeur aan een binnenkomst via de
Dreef boven die via de Wagenweg, zo
dat het corso ergens ten Zuiden van
Heemstede de Heerenweg moet verla
ten en rechtsaf moet slaan. Maar zijn
de wegen daar wel breed genoeg?
Er zullen derhalve nog tal van moei
lijkheden uit de weg moeten worden
geruimd om de baan vrij te maken
voor het corso. Thans wordt de situa
tie van jaar tot jaar minder houdbaar.
Steeds meer belangstellenden moe-
y y arry Mulisch is een schrijver, die een ongebreidelde fantasie aan een
r~Ê onverzadigbare nieuwsgierigheid paart. In zijn romans en verhalen
breekt hij zó radicaal met wat men gewoonlijk onder proza verstaat.,
hetzij realistisch, hetzij romantisch proza, dat er maar betrekkelijk weinig
lezers zullen zijn die hem „aan kunnen". Toch schrijft Mulisch over het
algemeen een keurig Nederlands. Zijn kracht ligt niet, behalve dan in enkele
passages in zijn eerste boeken, in het verbasteren der taal tot stamelingen
die rechtstreeks uit het onbewuste opwellen. Niettemin speelt het onbewuste
een grote rol in zijn kunst. Hij hanteert het op alle mogelijke manieren en
het geeft zijn personages als het ware een dubbele leefbodem mee. Zo ook
in Mulisch' nieuwste verhalenbundel „Het Mirakel", ondergetiteld: „Episodes
van troost en liederlijkheid uit het leven van de heer Tiennoppen"!).
Wat 'n man. deze heer Tiennoppen!
Hij is alles behalve zichzelf, maar op
paradoxale wij ze is hij juist daardoor
een haarscherp herkenbaar mens. Ie
dereen kan iets van een eigen geheim
in hem terugvinden. De heer Tfénnop-
pen staat wat het belichamen van ge
heimen betreft voor niets. Toch is hij
een gewoon huis-, tuin- en keukenbur
ger, die 's avonds bij het licht van een
lantaarn nog eens adres en afzender
op zijn brieven controleert voor hij ze
in de bus laat glijden. Tot zo ver is
ten onverrichterzake huiswaarts keren
of genoegen nemen met een glimp van
de zich traag voortbewegende kleuren
pracht. Steeds meer buitenlandse toe
risten ook vertellen hun huisgenoten in
het vaderland van de chaotische toe
standen in de bollenstreek, die hem ver
hinderden het zo intens aangeprezen en
gepropageerde corso goed te bezichti
gen. Het lijkt aan te bevelen, dat de
corsocomitéleden eens terdege de kan
sen overwegen die een doortrekking
van de tocht naar Haarlem biedt.
Nu het bloembollen-tentoonstellings
seizoen achter de rug is, lij kil
ons de gelegenheid gekomen eens
na te gaan of men met het tot nu toe
gevolgde systeem nog wel op de goede
weg is, d.w.z. of het gestelde doel, de
bloembollen nader tot het publiek te
brengen, wel in voldoende mate wordt
bereikt.
Tijdens de laatste persconferentie
van de Stichting „Bloemlust" heeft men
zich er over beklaagd dat zo weinig
bezoekers (ca. 6000) van hun belang
stelling voor de toch zeer mooie Bloem-
lusó II hebben blijk gegeven, waarbij
speciaal tot de vakmensen het verwijt
gericht werd dat zij die belangstelling
niet hebben betoond.
Het is interessant in dit opzicht een
vergelijking te treffen tussen Bloemlust
II en de daarmee samenvallende West-
friese Flora te Bovenkarspel, die niet
minder dan 37.000 bezoekers trok. Nu
hebben vergelijkingen het nadeel dat ze
over het algemeen slechts ten dele juist
zijn, omdat factoren van soms zeer ver
schillende aard of bijkomstigheden,
vaak de resultaten mede bepalen. Want
het staat wei vast dat een gedeelte
van die duizenden bezoekers niet op de
eerste plaats voor de bloemen kwam
maar voor de koeien of de Midden-
standstentoonstelling. Maar dat neemt
niet weg dat juist door dat Elck wat
Wils Bovenkarspel bij zo velen in trek
was; de bezoekers kwamen toch me
teen naar de bloemen en droegen zo
doende bij tot het bereiken van het
doel: „Reclame voor de bloembol".
De faam die „Bloemlust" zich ver
worven heeft door de geraffineerd ver
fijnde aanleg (laten we eerlijk zijn: het
verschil tussen Lisse en Bovenkarspel
was in dit opzicht hemelsbreed ten gun
ste van Lisse) bleek toch niet voldoen
de krachtig om veel publiek te trek
ken De reclame voor de Westfriese
Flora was daarbij veel doordringender
dan die voor Bloemlust waar men wel
licht meer vertrouwd heeft op de reeds
gevestigde roep meer dan op het feit
dat reclame maken betekent: steeds
waar blijven hameren op hetzelfde aam-
in e, "tIoe het met dat alles zij, Bloem-
lukking1^ als publiek succes een mis-
Het verwijt aan de vakgenoten
scnoot naar ons gevoelen naast de
tent°onstellingen zijn er we
kelijks in Haarlem en in Hillegom;
dat is in de ogen van de vakbroe
ders toch waarlijk wel genoeg en men
zal de fictie moeten laten varen dat
en Bloemlust, èn de Westfriese Flo
ra „vak-tentoonstellingen" zijn. Im
mers, het uiteindelijke doel is en
moet zijn de consument uit binnen-
en buitenland met de neus op de bol
len tt drukken Voor deze reclame
zal dan echter blijvend reclame moe
ten worden gemaakt en daar moet
het dan hij Bloemlust wel aan ont
broken h hben al zullen wellicht de
zeer slechte weersonlstandigheden
ook wel enige schuld hebben.
Er zjjn nu stemmen opgegaan om
Bloemlust naar het buitenland te
brengen (gedacht is in eerste in
stantie aar. Keulen) en zo het te ver
kopen artikel bij de consument te bren
gen in stede van de consument naar
het artikel te halen. Dat lijkt ons al
een stap in de goede richting, alleen
vragen wij ons af: waarom zich zo uit
sluitend gericht op het buitenland en
zo weinig aandacht besteed aan de bin
nenlandse markt?
Vanzelfsprekend ligt het zwaartepunt
van de handel over de grenzen maar
dat neemt toch niet weg dat van het
bolleng bruik in eigen land zeer zeker
nog een grote uitbreiding mogelijk
moet zijn. En in dit verband zou het
wellicht aanbeveling verdienen om ook
het binnenland in de wisselende ten
toonstellingen te laten delen. Men me-
ne toch niet dat ook in de toekomst
half Necerland naar Bloemlust zal trek
ken temeer omdat de tentoonstelling in
een periode valt dat er in de streek
niets t beleven is. Men moet in Lisse
toch eigenlijk aan Keukenhof wel ge
noeg hebben en houdf dan de Bloem-
lustshow wisselend in een streek er
gens in Nederland.
Wij geloven dat men er in de bollen
streek goed aan zou doen ook
eens te zien hoe anderen het
klaarspelen en zich dan af te vragen
of zo iets voor de bollenreclame niet
dienstig kan zijn. Wij zijn in de streek
maar al te veel geneigd te menen dat
we het zo goed doen. En dat doen we
dan ook wel maar anderen doen het
soms beter.
Neem b.v. de Dahlia-wereld. Reeds
lang bestaan daar z.g.n. liefhebber
clubs of amateurverenigingen. Deze
clubs stimuleren de liefde voor hun
bloemer en daardoor in hoge mate het
gebruik er van. Wat bij de dahlia's mo
gelijk is moet naar onze mening ook bij
de bollen te verwezenlijken zijn al zal
dat de eerste tijd moeite kosten; ook
elders ging het niet vanzelf. Welke or
ganisatie daartoe het initiatief neemt
is niet aan de orde.
Deze clubs moeten evenals dat bij de
dahlia's het geval is, een kans hebben
zich oi de tentoonstel linger te iaien
zien; geef hen via hun clubs gedegen
voorlichting en laat dan de bloemen
óók eens zien zoals de gemiddelde huis-
en tuinbroeier ze krijgen kan. Want
ook dat is een punt dat aandacht ver
dient. Prof. v. Slogteren heeft in een
verhandeling die hij dezer dagen hield
voor de vereniging „Theorie en Prak
tijk" er de aandacht op gevestigd dat
de consument nimmer die bloemkwali-
teit krijgt zoals hij die ziet op onze
tentoonstellingen. Wij gaan op dit vraag
stuk nu niet gedetailleerd in want de
ze klacht gold ook- in breder verband.
Maar het moet toch wel zó zijn dat
de koper van bollen die onze pracht-
bloemen op de tentoonstelling heeft
gezien als resultaat van eigen moeite
en geldelijk offer veel geringer uitkom
sten krjjgt. Uitkomsten die hij niet al
tijd wij', aan het verschil in bekwaam
heid tussen -"akman en amateur, een
verschil overigens dat lang niet al
tijd behoeft voor te komen. Zo'n lief
hebber wordt daardoor onvermijdelijk
kopschuw en wacht zich wel voor een
tweede maal.
Alleer wanneer de amateur-broeier
behoorlijke kansen krijgt (door kwali
teit en voorlichting) ook behoorlijke
bloemen te krijgen zal hij bollengebrui-
ker blijven en dat kan op een bevol
king van 10 miljoen zielen toch nog
wel een behoorlijk kluitje in de pap
betekenen.
Toen een nachtwaker gisteravond om
half tien de deuren controleerde van
een woning annex notariskantoor aan
de Koninginneweg te Haarlem, be
merkte hjj dat de keukendeur open
stond. In het kantoor werd niet ge
werkt en in de woning wérd niet ge
woond, omdat daar overdag schilders
werkzaam zijn. De nachtwaker liep
door, maar vertrouwde het toch niet.
Toen hij voor de zekerheid een uur la
ter nogmaals controleerde, stond de
voordeur open. Hij wilde de deur ver
der openduwen, maar erachter bleek
een man te staan, die de voordeur weer
even hard dichtdrukte. Het resultaat
was dat de deur dicht sloeg en de
nachtwaker buiten stond. Hij sloeg on
middellijk alarm, maar bij de aankomst
van de politie was de vogel reeds ge
vlogen. In de hal trof de politie vijf
schrijfmachines aan van een gezamen
lijke waarde van 2500 gulden. Deze ap
paratuur stond kennelijk voor vervoer
gereed.
De „II Poverello" stam, een afdeling
van de katholieke verkennersbeweging
in Haarlem, organiseert op zondag 8
april met medewerking van de r.-k.
Zwemvereniging „De Watertrappers",
zwemwedstrijden voor welpen, verken
ners en voortrekkers. Deze districts
wedstrijden vinden plaats in „Stoop's
bad te Overveen. De beste horde en
troep zal zoals gebruikelijk een wissel-
schild worden uitgereikt. Men kan voor
het evenement inschrijven op dinsdag
20 maart 's avonds van 8-9 uur in 't
Stoofke aan de Stoofsteeg.
Op maandag 19 maart, het feest van
St. Joseph, zal in de Josephkerk aan
de Jansstraat om kwart over acht een
avondmis worden gelezen.
alles heel gewoon. Maar dan begint
het. Dan gaat er iets in de heer Tien
noppen aan 't roeren. Er worden vreem
de gedachten in hem gedacht, bijna
krankzinnig, maar toch ook weer zo nor
maal menselijk, dat men voor het re
sultaat alleen de modeterm „absurd"
vindt. „Ongeweten en ongelezen liggen
mijn woorden en zinnen nu de nacht
door in het rode monster, dacht de
heer Tiennoppen. Wat niet gelezen is,
is niet geschreven; wat niet gehoord
is, is niet gezegd; wat niet gezien is,
is niet
Van zulke gedachten uit neemt het
absurde gemakkelijk zijn loop en al
spoedig neemt het verbijsterende vor
men aan, om uiteindelijk weer met een
soort absurditeit in het kwadraat tot
„de werkelijkheid" terug te keren. Er
is dan iets wezenlijks in de heer Tien
noppen veranderd, alhoewel niemand,
en zeker het slachtoffer niet, zeggen
kan wat.
Wat is werkelijkheid? vraagt men.
Het „andere", dat zojuist beleefd werd
was beslist geen verbeelding. Het had
een intrinsiek, volstrekt eigenwaardig
werkelijkheidskarakter, dat op onver
klaarbare wijze kortsluiting maakte met
wat wjj gewoon zijn van de dingen te
vinden.
Schuldig en toch onschuldig
De heer Tiennoppen moet in bijna elk
verhaaltje leren accepteren dat hij in
twee werelden leeft. Zijn ervaren is niet
bepaald gelukkigmakend, maar wel
geeft het hem momenten van bovenmen
selijk verrukt-zijn en dit verrukt-zijn
dan te verstaan in dubbele zin, als een
wèg zijn van iets en als een geweldda
dig uit zichzelf weggetrokken worden,
zodat men als het ware naast zijn ei
gen persoon staat en al het eigen doen
en laten ontzet gadeslaat.
Het gebeurt meermalen, dat de heer
Tiennoppen buiten zichzelf raakt, ter-
wül hij niettemin de olie verantwoor
delijkheid behoudt voor alles wat hij
Advertentie
De onthulling van de Mozart-steen in
de Oude Sint Bavo is voor de tweede
maal uitgesteld. De plechtigheid op 24
maart gaat niet door.
Het ligt nu in de bedoeling de ont
hulling te verrichten in het begin van
juli, wanneer het Internationaal Orgel
concours begint.
als buitenstaander de heer Tienoppen
ziet doen.
Aldus bepaaldelijk in het verhaal
waaraan de bundel zijn titel ontleent:
„Het mirakel". De heer Tiennoppen
ontdekt daarin, dat hij niet meer van
zijn vrouw houdt. Er is een fundamen
teel misverstand tussen hen over de
tweeledigheid van de begrippen lief
de en haat. Telkens als hij het een zegt,
bedoelt hij het ander. Dit wordt op een
gegeven moment voor beide partijen
onverdraaglijk. De heer Tiennoppen
gaat dan, zoals dat in zijn lijn ligt,
aan 't dwalen om al dwalende de juiste
oplossing ingegeven te krijgen. Aan
vankelijk probeert hij het met zichzelf
„in de morele sfeer" uit te vechten.
In het natte nachtelijke parkgras lig
gend monologiseert hij:
„Nu luister.Ik ben een ellendige
schurk geweest. Ik heb mijn vrouw
getrouwd, niet mijzelf. Haar moet ik
trouw zijn, niet mijzelf. Mijzelf, dat
wist ik tevoren moet ik verloochenen
ik moet scheiden van mijzelf. Ik moet
de echt, die ik als mens met mijzelf
heb gesloten, toen ik een jaar of vijf
tien was, breken om de hare te zijn.
Overspel met een wettige vrouw
dat is het huwelijk. Terwijl ik haar
haatte, heb ik gezegd dat ik van
HARRY MULISCH
haar hield. Ik streelde haar terwijl
ik van haar walgde. Dat is wat ik
deed, en het zal me niet makkelijk
vergeven worden.... Niet vergeven?
Ik ben met schuld beladen, maar wie
zal ontkennen dat ik schuldig ben?
Als mijn huwelijk met mijzelf ontbon
den is en ik mijzelf ontrouw moet
zijn, dan ben ik ook niet meer ver
antwoordelijk voor mijzelf. Zo is dat.
Ach wat, zo is dat helemaal niet.
Ik heb het tenslotte vrijwillig gedaan,
vrijwillig heb ik de stap ondernomen
(ofschoon van de toekomst onkundig)
en uit die daad groeit de verantwoor
delijkheid mij nu achterna in alles
wat ik doe, net als de verdoemenis
in een nachtmerrie".
Daarna: is het, of de aantrekkings
kracht van de aarde verveelvoudigd
wordt en de heer Tiennoppen wordt uit
zichzelf weggezogen: „Blijmoedig
marcheerde zijn lijf het park uit". „Dit
is het einde der dingen, dacht de heer
Tiennoppen. Dit is over de grens heen.
Hij had een gevoel of hij in zijn li
chaam zat als in een vervoermiddel,
een tram, die zich voortspoedde over
rails, waarvan hij de loop niet kende,
en waaraan hij op genade of onge
nade was overgeleverd". Andere pas
sage: „Hij probeerde de macht over
zijn lichaam te herwinnen, probeerde
het met zijn benen, een arm, een pink,
maar tevergeefs, zodat hij zich voelde
als een hypnotiseur op zijn retour. Zelfs
zijn ogen luisterden niet meer naar
hem, toch welhaast zijn intiemste be
zit; ze keken eigenzinnige kanten uit
en'hij mocht meekijken, dat was alles
wat men er van zeggen kon. Hij werd
geduld maar genegeerd als een gratis
passagier een lifter in zijn eigen li
chaam."
In deze wantoestand belandt hij bij
een vriend met wie zijn lichaam hand
gemeen raakt. En vanuit de morele
kater over deze onmenselijkheid zijner
zijds krijgt hij opeens, als een bomin
slag, een besef van onsterfelijkheid van
ziel. Dit wordt zijn „mirakel". Nu kan
hij „het" weer aan. Het ongeluk wil
echter, dat zijn vrouw dit nieuwe niet
begrijpt en dat hij ook in zijn hervon
den staat van liefhebbend echtgenoot
tot in zijn grond eenzaam moet zijn.
Gewoon en buitengewoon
Dit verhaal is een staaltje van bui
tengewone gewoonheid. Natuurlijk is al
les absurd. Natuurlijk komen de gewo
ne lezer de gestelde verhoudingen in
en rondom de heer Tiennoppen overdre
ven voor. Toch is die overdrijving vol
komen normaal, althans voor wie de
ze verhalen van Harry Mulisch niet in
het realistische vlak trekt waardoor hun
essentiële dimensie verdwijnt. Noem die
dimensie, zoals hierboven werd gedaan,
het onbewuste-in-actie. Men kan haar
ook zien als de spontane confrontatie
met het Andere, wat dan zowel het
goddelijke, het bovenaardse, als het on-
derwereldse inhoudt. In elk geval is
Harry Mulisch in „Het mirakel" niet
zomaar een fantast en niet zomaar een
nieuwsgierige zoeker naar het extreme,
hoewel hij dit bij eerste kennisma
king met zijn werk misschien lijkt. Zijn
achtergrond is een schemerig gebied
in de toonaard van het religieus hui
veren.
NICO VERHOEVEN.
1) Marry Mulisch: „Het mirakel". De
Boekvink, literatuur in miniatuur. Uitg.
de Arbeiderspers, Amsterdam.
Bruidjes, misdienaars en leden van
de parochiële jeugd- en jongerenbewe
ging hebben gisteravond plechtig pas
toor A. A. Trouwborst de St.-Liduina-
kerk binnengeleid. Zeer vele parochia
nen waren daarbij aanwezig, een op
komst, die de nieuwe pastoor verheugd
moet hebben.
Het koor zong onder leiding van de
heer P. Q. Wolff en aan het orgel be-
gel' id door Jan Nibbering een wel
komstlied, terwijl pastoor Trouwborst,
vergezeld van kapelaan M. C. Klijn en
de leden van het kerkbestuur, naar het
WT oensdagmiddag tegen twee
li/ uur zag ik een Haarlems ge-
meenteraadslid met een be
trokken gezicht zijn schreden rich
ten naar het stadhuis. Ik reken hem
tot de sportieve vroede vaderen in
de stedelijke senaat, en het was
hem aan te zien, dat hij met lo
de schoenen de hof doorschreed
naar de raadzaal. Liever was hij
thuis gebleven aan de radio om de
strijd in Düsseldorff te volgen en
mee te jubelen met het Holland
se Legioen. Het was hem niet ge
gund, hij moest zijn vroedplicht ver
vullen; maar in zijn ogen vonkte
nog een vurige hoop, dat de niets
zeggende raadsagenda binnen het
uur afgewerkt zou zijn, en dat hij
nog precies de wedstrijd zou kun
nen beluisteren.
Het sportieve raadslid moest
echter ervaren, dat de gemeente
raad even onberekenbaar is als een
vrouw: als het over een kapitaal
gaat, wordt er geen woord over vuil
gemaakt, maar een klein angeltje
is er slechts nodig om een debat
van een paar uur uit te lokken.
Dat hebben mijn collega's woens
dag can den lijve ondervonden, toen
de benoeming van een directeur
Openbare Werken aan de orde
kwam. De deuren werden enkele
uren gesloten en mijn persbroe
ders konden bij de deur de wacht
gaan houden, als bedelaars, die hon
geren naar nieuws. Er is voor hen
geen gelegenheid zich te verpozen
tenzij in de krantenzaal om eikaars
verouderde produkten te lezen of
in een koude, verv tiende gang,
waar allerlei bizarre boeken liggen
opgeslagen.
En*m, het leed is toch geleden
geworden en zonder commentaar
kreeen zij te horen, dat een min
derheid van 10 aan het langste eind
had getrokken, maar niettemin de
strijd had verloren. U ziet het,
een dubbeltje kan soms raar rollen.
De Bloemendaalse gemeenteraad
heeft dat donderdag nog eens ten
Overvloede bewezen. Daar hebben
de raadsleden kans gezien uitvoerig
te discussiëren over de toegangs
prijs voor een tentoonstelling, die
in het openluchttheater zal worden
gehouden.
Het alternatief was aanvankelijk:
voor niks of voor een kwartje. De
discussie werd ongeveer in dezelf
de stijl gehouden als eertijds op ho
ger niveau die rond het kwartje
van Romme.
Met het Bloemendaalse kwartje
wilde het ditmaal niet vlotten, ook
al haalde de burgemeester er het
psychologisch argument bij, dat de
mensen wel komen, als ze moeten
betalen, en wegblijven, als ze zo
maar kunnen binnenlopen.
Het compromis is tenslotte ge
vonden in het dubbeltje, waarmee
de kunst weer eens duur wordt be
taald. De raad heeft daarmee de
zinspreuk van zijn voorzitter nog
eens reliëf gegeven, die vorig jaar
verklaarde: Bloemendaal wil voor
een dubbeltje op de eerste rij zit--
ten.
Ik wil over die kwestie niet al
te lang dubben, maar ten aanzien
van Bloemendaals prestige moet
het mij toch uit de pen: het is een
dubbeltje op z'n kant.
ROUWIL,
Het moet een verrukkelijk ge
zicht geweest zijn, toen vo
rige week zaterdag de pas be
noemde bisschop van R'dam een
bezoek bracht aan Haarlems bis
schop. De nieuwe episcopus be
klom als ieder ander mens de blauw
stenen trap van het paleis aan de
Nieuwe Gracht en de doordringende
schel klonk even venijnig als bij
iedere andere gelegenheid.
Het verrukkelijke zat 'm in het
meest onverstoorbare gezicht, waar
mee Willem van de bisschop de
deur opendeed en er helemaal niet
van onderste boven raakte met de
Rotterdamse Monseigneur gecon
fronteerd te worden.
Nu is Willem Bloem heel wat ge
wend in tegenstelling tot sommige
couranten in het nieuwbakken Rot
terdamse diocees, die kans hebben
gezien hun bisschop te verwelko
men met een aantal verbijsterend
roomse cliché's, waarvan we ver
wacht hadden, dat ze reeds lang
in een museum voor rooms aller
lei opgeborgen zouden zijn. Ik heb
jeugdkieken gezien, waarbij ver
meld stond, dat de derde van links
mgr. Jansen was. Ik kon in die
peuter hoogstens een Martie Jan
sen ontdekken, zeker geen monseig
neur.
De nieuwe bisschop krijgt een zwa
re last op de schouders, zo werd
er betoogd, maar ik vermoed, d^t
monseigneur reeds gebukt gaat on
der de byzantinistische superlatie
ven die als een pak sneeuw op hem
neer gevallen zijn.
Laat ik direct toegeven, dat zo'n
benoeming zelfs een krant uit haar
evenwicht kan brengen en dat het
ook voor een stad als Rotterdam
wat moeilijk is de paarse weelde
te dragen. Wij in Haarlem zijn
nu eenmaal heel wat gewend.
De bisschop en de vicaris zijn ver
trouwde figuren in het stadsbeeld,
waarbinnen we ook de regent van
het Heemsteedse Hageveld kunnen
treffen. Bij een beetje geluk ont
moeten we de officiaal met een hen
gel en de plebaan is van nature
reeds zo begenadigd, dat hij in de
massa niet verloren gaat. Aan het
hoog-paars is er in Haarlem dus
geen gebrek en wij zijn met die
kleur vertrouwt geraakt.
Dat komt in Rotterdam ook wel,
maar dan zal het nodig zijn daar
een bisschoppelijk paladijn aan te
trekken als Willem Bloen: een nuch
terling, die van
emotie niet gauw
paars aanloopt.
met vlaggen getooide priesterkoor
schreed.
Kapelaan Kljjn sprak een kort woord
ter begroeting namens de gehele paro
chie, daarbij opmerkend, dat de pas
toor vanaf heden zijn gaven dienstbaar
zou maken aan de parochie van Sint
Liduina. Hjj noemde diens herderlijke
taak een zeer voorname en verantwoor
delijke en hij zegde namens de parochie
alle medewerking toe, tot eer van God
en tot heil van de zielen.
In antwoord daarop verklaarde de
pastoor, dat de omschakeling van de
parochianen nog wel moeilijk zal zijn,
want vooral de laatste weken hebben
zij zich bezonnen op het pastoraat van
pastoor Schalke, zonder wie de „Sint-
Liduina" ondenkbaar scheen. Ik heb
hem zo zeide hij als kapelaan
gekend in Rotterdam; hij had toen reeds
iets sacraals over zich en wij konden
van hem getuigen, dat hij een typisch
heilige priester was. Toen hij uit Haar
lem wegging, mocht hij van u zeggen:
„Gij zijt mijn vreugde en troost ge
weest".
Pastoor Trouwborst was dankbaar
gestemd voor de joyeuze entrée, die
hem was bereid. Hij verzekerde, dat
de eerste tijd ook voor hem een om
schakeling zou betekenen, waarbij bij
zich bewust wilde zijn van zijn mense
lijke fouten. Zeker wilde hij er van zijn
ook te mogen getuigen: Sint Liduina
van Haarlem is mijn vreugde en troost.
Hij vroeg de parochianen hem de tijd
te gunnen om hen te leren kennen, en
tenslotte verklaarde hij, dat het hem
genoegen deed mensen te zien uit Ku-
delstaart en oude bekenden uit de pa
rochie van Sint Jan, waar hij destijds
kapelaan is geweest. Na de begroetings
plechtigheid was er een kort lof, waar
bij de nieuwe pastoor agens was, ge
assisteerd door de kapelaans M. C.
Klijn en H. J. A. van Dijk.
Advertentie
Van ouds bekend. Tel. 14609
Officieel Philips-reparateor
Kruisstraat 38 Haarlem
CC1I 11UV.IL-
B. Bavo (Kathedraal): 6.30, 7.30, 9 (Hoog
mis) 11 en 12 uur.
H. Antonlus van Padna: 6.30, 7.30, 6.30,
(Hoogmis) 10, 11 en 12 uur.
H. Jozef: 6.45, 8, 9.15 (Hoogmis) en 11 uur;
18 uur: Avondmis.
O. L. Vr. Rozenkrans Spaarne8, 1-30,
9. 10.30 (Hoogmis) en 12 uur.
U. Joannes de Doper (Amsterdamstraat):
6.30, 7.30, 8.30, 9.30 (Hoogmis). 11 en 12 u.
H. Hart (Kleverpark): 630, 7.45, 8. 1030
(Hoogmis) en 12 uur.
H.H. Elisabeth en Barbara (Paul Kruger-
straat) 630, 7.45, 9 (Hoogmis) en U u.
B. Liduina (Rijksstraatweg): 630. 730. 830,
8.45 (Hoogmis) en 1130 uur.
O. L. Vr. van Zeven Smarten (Rijksstraat
weg). 6.30, 7.30, 8.45 (Hoogmis). 10.15 en
1130 uur. 19 u. Avondmis.
H.H. Petros en Paulus (Tesselschade-
straat): 630. 7.45. 9 (Hoogmis). 10.45 en
12 uur.
Allerheiligste Drleëenheld: 730, 9 (Hoog
mis), 10.45 en 12 uur.
Bnlpkerk Bloemendaal: 730 en 9 uur.
O. L. Vr. Onbevlekt Ontvangen (Overveen)
7, 8, 9 (Hoogmis), 1030 en 1130 uur.
B. Agatha, Zandvoort: 730 9 (Hoogmis)
en 11 uur.
B. Bavo (Heemstede) 7. 8.30. 10 (Hoog
mis) en 11.30 uur.
O. L. Vr. Hemelvaart (Heemstede). 7. 830
(Hoogmis). 10, 11 en 12 uur.
B. Antonlus van Padua (Aerdenhout): 730,
9 (Hoogmis) en 11 uur.