Bloemencorso tot in Haarlem sou duizenden mensen gerieven Voor- en nadelen moeten tegen elkaar worden afgewogen Verhalenbundel van HARRY MULISCH EPISODES UIT HET LEVEN VAN DE HEER TIENNOPPEN Het mirakel Moet Bloemlust per se naar het buitenland De expositie sou veel beter in verschillende streken van eigen land gehouden kunnen worden TAXI IttOOO Pastoor A. A. Trouwborst gisterenavond ingehaald in de Sint-Liduinakerk DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL SLEUTEL Verkeersproblemen sullen zeker niet de minste aandacht vragen Haydn, Prokofieff en Dvorak op slot- concert serie V N. Ph. O. Verwijt aan het vak niet geheel gerechtvaardigd te noemen Jan de Hoog dirigeers LITERAIRE KRONIEK ZATERDAG 17 MAART 1956 PAGINA 3 „DE SLEUTELSPECIALIST" Bollenstreek houdt corso liever binnen eigen velden Niet onderschatten De route Ook het binnenland Amateurclubs ALARM VAN NACHTWAKER Inbreker kiest haze pad Zwemwedstrijden „II Povere'llo" Onthulling Mozartsteen weer uitgesteld RADIO MOORS H.H. MISSEN OP ZON DAG - Advertentie LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. 11433 Ondanks de weinige lust die de deelnemers aan het bloemen corso tot nu toe aan de dag hebben gelegd en de geringe activi teit waartoe het comité de kwekers pas heeft op kunnen wekken kwam deze week het bericht af, dat de tocht definitief is vastgesteld op zaterdag 21 april, natuurlijk als het weer mee wil werken en de hyacinten tijdig in bloei kunnen komen. Al is de animo dit jaar niet bijzonder groot gebleken in het weekblad voor Bloembol lencultuur moest zelfs een oproep worden geplaatst de praktijk wijst telkens opnieuw uit, dat vooral de twee laatste weken voor de bewuste datum de kwekers pas goed in het geweer treden, en de verwachting is dus gewettigd, dat de wagens, die onder het motto „Lentejuwelen" zul len worden opgetuigd, dit jaar meer belangstelling dan ooit zullen trek ken. Een belangstelling, die lang niet altijd in de juiste banen geleid kan worden en die onvermijdelijk ieder jaar opnieuw vele toeschouwers te leurstellingen bereidt, omdat het ver keer niet te verwerken is en tal van wegen moeten worden afgesloten ten einde de route van de corsowagens vrij te houden. Het is daarom, dat in verschillende kringen het plan ge opperd is om het corso een langere route te geven, waardoor meer men sen een betere plaats krijgen toebe deeld. Dit plan heeft zijn voor- en nade len. Het Centraal Comité Bloe mencorso Bollenstreek ziet voor alsnog alleen nadelen. Het bloemencor so is een traditie, die geheel tot was dom gekomen is in de bollendorpen Hillegom, Lisse en Sassenheim, een wasdom, die langzamerhand het sta dium dreigt te naderen van een over rijpheid. Het is begrijpelijk, dat een zeker plaatselijk chauvinisme tracht het corso zo lang mogelijk binnen de gren zen der geboortegrond te houden om daarmee aller aandacht op de bollen streek te vestigen en diverse nering doenden aldaar te bevoordelen. Het moet een corso blijven, zo zeggen de comitéleden, van de streek en in de streek. Nogmaals, het standpunt is be grijpelijk, doch er zijn instanties die er anders over denken. Daar is bijvoorbeeld „Haarlems Bloei". De comiteleden halen er de schouders over op en beweren, dat de wens van „Haarlems Bloei" om het corso naar de stad door te trek ken alleen voortkomt uit eigenbelang. Haarlem, zo zeggen zij, denkt van het corso de vruchten te plukken terwijl de kwekers van de bollenstreek er het geld in steken. Van de zijde van „Haarlems Bloei" wordt deze bewe ring echter uitdrukkelijk weerlegd. De stichting heeft allereerst, zo werd ons verzekerd, het belang van de deelnemers zelf op het oog. Immers, zo redeneert zjj, wanneer de route van de bloemenstoet verlengd wordt tot Haarlem zullen duizenden toe schouwers meer in de gelegenheid ge steld worden het corso en zijn pracht gade te slaan. Wordt daarmee niet het belang van de kwekers gediend? Is het niet juist de bedoeling de propaganda voor de bloembol de intentie tot het corso zo effectief mogelijk te doen zijn? En is Haar lem niet het centrum van de bollen- handel? Het lijken redelijke motieven. Toch moeten de bezwaren die aan een eventuele doortrekking verbon den zijn niet onderschat worden. Indien men het corso in Haarlem haalt tot bij voorbeeld het Houtplein, waaromheen gedraaid kan worden, blijft de totale lengte van de afgelegde afstand mis schien wel dezelfde als die thans (heen en weer, wel te verstaan) gevblgd wordt, maar men is in het eerste ge- val nog pas in Haarlem en de terug- J°cht moet nog aanvaard worden, ter- Jl men anders al weer thuis is. DoH«n de z^de der Haarlemse verkeers- flat Wees men °I,S er bovendien op, tiirlA^r de bewuste zaterdagmiddag keer scha a "rukke middaguren een ver- nen ontstaan? *°U Ti knooppunt van een 70 .v,taJ? toeloop naar het Houtaf.f-SWeg:en 1S" a® „aar de verwacht?* ^erstoli- tie, onevenredig groot wor7en in ^er- Vrijdag 23 maart vindt .het 9e cn laatste concert in de serie V plaats. Het concert zal onder leiding staan van de gastdirigent Jan de Hoog. Het con cert wordt geopend met de symphonie no. 88 van Haydn. Hierna volgt een uitvoering van het vioolconcert van Pro kofieff met solistische medewerking van de violist Theo Olof. Na de pauze wordt het concert besloten met de 5e Sym phonie van Dvorak. Jan de Hoog werd geboren te Ooster hout in 1921. Aanvankelijk studeerde hij aan de Katholieke Economische Ho geschool te Tilburg, maar na enkele ja ren zwaaide hij om naar de muziek en begon zijn voorbereidende muziekstu die aan het muzieklyceum te Amster dam. Vanaf 1945 studeerde hij aan het Amsterdams Conservatorium. In 1949 deed hij eindexamen voor piano. In 1950 studeerde hij orkestdirectie aan de Academia Musicale Chigiana te Siena (Italië) onder leiding van Paul van Kempen en in 1954 nam hij deel aan de dirigentencursus van de Neder landse Radio Unie onder Willem van Otterloo. In 1951 kreeg hij van het hoofd van de muziekafdeling van de K.R.O., Manus Willemsen, opdracht een strijk orkest van jonge musici, te formeren. Dit strijkorkest verzorgde onder de naam „L'Estro Armonico" gedurende een viertal jaren regelmatig program ma's van oude zowel als van moderne muziek. Jan de Hoog dirigeerde als gast het Radio Philharmonisch Orkest, het Omroepkamerorkest, het Omroep orkest en de Groninger Orkest Vere niging. Hij is dirigent van een tweetal gemengde koren in Brabant en direc teur van het bekende Amsterdamse kerkkoor van de St. Agnesparochie. houding tot bijvoorbeeld de Haarlemse en Heemsteedse Dreef. Maar natuurlijk is de politie gaarne bereid om, mocht het corso naar Haarlem komen, rege lend op te treden. De rijkspolitie be ziet eveneens het plan wat sceptisch. Zij wil niet zo maar plotseling een me ning uitspreken en liever eens afwach ten. of de doortrekking wel te verwe zenlijken blijkt. Haar mannen blijven toch wel in touw: nu worden ieder jaar 250 agenten ingezet. Een ander punt is de route, die het corso bij een verlenging naar Haarlem zou moeten berijden. „Haarlems Bloei" geeft uiteraard de voorkeur aan een binnenkomst via de Dreef boven die via de Wagenweg, zo dat het corso ergens ten Zuiden van Heemstede de Heerenweg moet verla ten en rechtsaf moet slaan. Maar zijn de wegen daar wel breed genoeg? Er zullen derhalve nog tal van moei lijkheden uit de weg moeten worden geruimd om de baan vrij te maken voor het corso. Thans wordt de situa tie van jaar tot jaar minder houdbaar. Steeds meer belangstellenden moe- y y arry Mulisch is een schrijver, die een ongebreidelde fantasie aan een r~Ê onverzadigbare nieuwsgierigheid paart. In zijn romans en verhalen breekt hij zó radicaal met wat men gewoonlijk onder proza verstaat., hetzij realistisch, hetzij romantisch proza, dat er maar betrekkelijk weinig lezers zullen zijn die hem „aan kunnen". Toch schrijft Mulisch over het algemeen een keurig Nederlands. Zijn kracht ligt niet, behalve dan in enkele passages in zijn eerste boeken, in het verbasteren der taal tot stamelingen die rechtstreeks uit het onbewuste opwellen. Niettemin speelt het onbewuste een grote rol in zijn kunst. Hij hanteert het op alle mogelijke manieren en het geeft zijn personages als het ware een dubbele leefbodem mee. Zo ook in Mulisch' nieuwste verhalenbundel „Het Mirakel", ondergetiteld: „Episodes van troost en liederlijkheid uit het leven van de heer Tiennoppen"!). Wat 'n man. deze heer Tiennoppen! Hij is alles behalve zichzelf, maar op paradoxale wij ze is hij juist daardoor een haarscherp herkenbaar mens. Ie dereen kan iets van een eigen geheim in hem terugvinden. De heer Tfénnop- pen staat wat het belichamen van ge heimen betreft voor niets. Toch is hij een gewoon huis-, tuin- en keukenbur ger, die 's avonds bij het licht van een lantaarn nog eens adres en afzender op zijn brieven controleert voor hij ze in de bus laat glijden. Tot zo ver is ten onverrichterzake huiswaarts keren of genoegen nemen met een glimp van de zich traag voortbewegende kleuren pracht. Steeds meer buitenlandse toe risten ook vertellen hun huisgenoten in het vaderland van de chaotische toe standen in de bollenstreek, die hem ver hinderden het zo intens aangeprezen en gepropageerde corso goed te bezichti gen. Het lijkt aan te bevelen, dat de corsocomitéleden eens terdege de kan sen overwegen die een doortrekking van de tocht naar Haarlem biedt. Nu het bloembollen-tentoonstellings seizoen achter de rug is, lij kil ons de gelegenheid gekomen eens na te gaan of men met het tot nu toe gevolgde systeem nog wel op de goede weg is, d.w.z. of het gestelde doel, de bloembollen nader tot het publiek te brengen, wel in voldoende mate wordt bereikt. Tijdens de laatste persconferentie van de Stichting „Bloemlust" heeft men zich er over beklaagd dat zo weinig bezoekers (ca. 6000) van hun belang stelling voor de toch zeer mooie Bloem- lusó II hebben blijk gegeven, waarbij speciaal tot de vakmensen het verwijt gericht werd dat zij die belangstelling niet hebben betoond. Het is interessant in dit opzicht een vergelijking te treffen tussen Bloemlust II en de daarmee samenvallende West- friese Flora te Bovenkarspel, die niet minder dan 37.000 bezoekers trok. Nu hebben vergelijkingen het nadeel dat ze over het algemeen slechts ten dele juist zijn, omdat factoren van soms zeer ver schillende aard of bijkomstigheden, vaak de resultaten mede bepalen. Want het staat wei vast dat een gedeelte van die duizenden bezoekers niet op de eerste plaats voor de bloemen kwam maar voor de koeien of de Midden- standstentoonstelling. Maar dat neemt niet weg dat juist door dat Elck wat Wils Bovenkarspel bij zo velen in trek was; de bezoekers kwamen toch me teen naar de bloemen en droegen zo doende bij tot het bereiken van het doel: „Reclame voor de bloembol". De faam die „Bloemlust" zich ver worven heeft door de geraffineerd ver fijnde aanleg (laten we eerlijk zijn: het verschil tussen Lisse en Bovenkarspel was in dit opzicht hemelsbreed ten gun ste van Lisse) bleek toch niet voldoen de krachtig om veel publiek te trek ken De reclame voor de Westfriese Flora was daarbij veel doordringender dan die voor Bloemlust waar men wel licht meer vertrouwd heeft op de reeds gevestigde roep meer dan op het feit dat reclame maken betekent: steeds waar blijven hameren op hetzelfde aam- in e, "tIoe het met dat alles zij, Bloem- lukking1^ als publiek succes een mis- Het verwijt aan de vakgenoten scnoot naar ons gevoelen naast de tent°onstellingen zijn er we kelijks in Haarlem en in Hillegom; dat is in de ogen van de vakbroe ders toch waarlijk wel genoeg en men zal de fictie moeten laten varen dat en Bloemlust, èn de Westfriese Flo ra „vak-tentoonstellingen" zijn. Im mers, het uiteindelijke doel is en moet zijn de consument uit binnen- en buitenland met de neus op de bol len tt drukken Voor deze reclame zal dan echter blijvend reclame moe ten worden gemaakt en daar moet het dan hij Bloemlust wel aan ont broken h hben al zullen wellicht de zeer slechte weersonlstandigheden ook wel enige schuld hebben. Er zjjn nu stemmen opgegaan om Bloemlust naar het buitenland te brengen (gedacht is in eerste in stantie aar. Keulen) en zo het te ver kopen artikel bij de consument te bren gen in stede van de consument naar het artikel te halen. Dat lijkt ons al een stap in de goede richting, alleen vragen wij ons af: waarom zich zo uit sluitend gericht op het buitenland en zo weinig aandacht besteed aan de bin nenlandse markt? Vanzelfsprekend ligt het zwaartepunt van de handel over de grenzen maar dat neemt toch niet weg dat van het bolleng bruik in eigen land zeer zeker nog een grote uitbreiding mogelijk moet zijn. En in dit verband zou het wellicht aanbeveling verdienen om ook het binnenland in de wisselende ten toonstellingen te laten delen. Men me- ne toch niet dat ook in de toekomst half Necerland naar Bloemlust zal trek ken temeer omdat de tentoonstelling in een periode valt dat er in de streek niets t beleven is. Men moet in Lisse toch eigenlijk aan Keukenhof wel ge noeg hebben en houdf dan de Bloem- lustshow wisselend in een streek er gens in Nederland. Wij geloven dat men er in de bollen streek goed aan zou doen ook eens te zien hoe anderen het klaarspelen en zich dan af te vragen of zo iets voor de bollenreclame niet dienstig kan zijn. Wij zijn in de streek maar al te veel geneigd te menen dat we het zo goed doen. En dat doen we dan ook wel maar anderen doen het soms beter. Neem b.v. de Dahlia-wereld. Reeds lang bestaan daar z.g.n. liefhebber clubs of amateurverenigingen. Deze clubs stimuleren de liefde voor hun bloemer en daardoor in hoge mate het gebruik er van. Wat bij de dahlia's mo gelijk is moet naar onze mening ook bij de bollen te verwezenlijken zijn al zal dat de eerste tijd moeite kosten; ook elders ging het niet vanzelf. Welke or ganisatie daartoe het initiatief neemt is niet aan de orde. Deze clubs moeten evenals dat bij de dahlia's het geval is, een kans hebben zich oi de tentoonstel linger te iaien zien; geef hen via hun clubs gedegen voorlichting en laat dan de bloemen óók eens zien zoals de gemiddelde huis- en tuinbroeier ze krijgen kan. Want ook dat is een punt dat aandacht ver dient. Prof. v. Slogteren heeft in een verhandeling die hij dezer dagen hield voor de vereniging „Theorie en Prak tijk" er de aandacht op gevestigd dat de consument nimmer die bloemkwali- teit krijgt zoals hij die ziet op onze tentoonstellingen. Wij gaan op dit vraag stuk nu niet gedetailleerd in want de ze klacht gold ook- in breder verband. Maar het moet toch wel zó zijn dat de koper van bollen die onze pracht- bloemen op de tentoonstelling heeft gezien als resultaat van eigen moeite en geldelijk offer veel geringer uitkom sten krjjgt. Uitkomsten die hij niet al tijd wij', aan het verschil in bekwaam heid tussen -"akman en amateur, een verschil overigens dat lang niet al tijd behoeft voor te komen. Zo'n lief hebber wordt daardoor onvermijdelijk kopschuw en wacht zich wel voor een tweede maal. Alleer wanneer de amateur-broeier behoorlijke kansen krijgt (door kwali teit en voorlichting) ook behoorlijke bloemen te krijgen zal hij bollengebrui- ker blijven en dat kan op een bevol king van 10 miljoen zielen toch nog wel een behoorlijk kluitje in de pap betekenen. Toen een nachtwaker gisteravond om half tien de deuren controleerde van een woning annex notariskantoor aan de Koninginneweg te Haarlem, be merkte hjj dat de keukendeur open stond. In het kantoor werd niet ge werkt en in de woning wérd niet ge woond, omdat daar overdag schilders werkzaam zijn. De nachtwaker liep door, maar vertrouwde het toch niet. Toen hij voor de zekerheid een uur la ter nogmaals controleerde, stond de voordeur open. Hij wilde de deur ver der openduwen, maar erachter bleek een man te staan, die de voordeur weer even hard dichtdrukte. Het resultaat was dat de deur dicht sloeg en de nachtwaker buiten stond. Hij sloeg on middellijk alarm, maar bij de aankomst van de politie was de vogel reeds ge vlogen. In de hal trof de politie vijf schrijfmachines aan van een gezamen lijke waarde van 2500 gulden. Deze ap paratuur stond kennelijk voor vervoer gereed. De „II Poverello" stam, een afdeling van de katholieke verkennersbeweging in Haarlem, organiseert op zondag 8 april met medewerking van de r.-k. Zwemvereniging „De Watertrappers", zwemwedstrijden voor welpen, verken ners en voortrekkers. Deze districts wedstrijden vinden plaats in „Stoop's bad te Overveen. De beste horde en troep zal zoals gebruikelijk een wissel- schild worden uitgereikt. Men kan voor het evenement inschrijven op dinsdag 20 maart 's avonds van 8-9 uur in 't Stoofke aan de Stoofsteeg. Op maandag 19 maart, het feest van St. Joseph, zal in de Josephkerk aan de Jansstraat om kwart over acht een avondmis worden gelezen. alles heel gewoon. Maar dan begint het. Dan gaat er iets in de heer Tien noppen aan 't roeren. Er worden vreem de gedachten in hem gedacht, bijna krankzinnig, maar toch ook weer zo nor maal menselijk, dat men voor het re sultaat alleen de modeterm „absurd" vindt. „Ongeweten en ongelezen liggen mijn woorden en zinnen nu de nacht door in het rode monster, dacht de heer Tiennoppen. Wat niet gelezen is, is niet geschreven; wat niet gehoord is, is niet gezegd; wat niet gezien is, is niet Van zulke gedachten uit neemt het absurde gemakkelijk zijn loop en al spoedig neemt het verbijsterende vor men aan, om uiteindelijk weer met een soort absurditeit in het kwadraat tot „de werkelijkheid" terug te keren. Er is dan iets wezenlijks in de heer Tien noppen veranderd, alhoewel niemand, en zeker het slachtoffer niet, zeggen kan wat. Wat is werkelijkheid? vraagt men. Het „andere", dat zojuist beleefd werd was beslist geen verbeelding. Het had een intrinsiek, volstrekt eigenwaardig werkelijkheidskarakter, dat op onver klaarbare wijze kortsluiting maakte met wat wjj gewoon zijn van de dingen te vinden. Schuldig en toch onschuldig De heer Tiennoppen moet in bijna elk verhaaltje leren accepteren dat hij in twee werelden leeft. Zijn ervaren is niet bepaald gelukkigmakend, maar wel geeft het hem momenten van bovenmen selijk verrukt-zijn en dit verrukt-zijn dan te verstaan in dubbele zin, als een wèg zijn van iets en als een geweldda dig uit zichzelf weggetrokken worden, zodat men als het ware naast zijn ei gen persoon staat en al het eigen doen en laten ontzet gadeslaat. Het gebeurt meermalen, dat de heer Tiennoppen buiten zichzelf raakt, ter- wül hij niettemin de olie verantwoor delijkheid behoudt voor alles wat hij Advertentie De onthulling van de Mozart-steen in de Oude Sint Bavo is voor de tweede maal uitgesteld. De plechtigheid op 24 maart gaat niet door. Het ligt nu in de bedoeling de ont hulling te verrichten in het begin van juli, wanneer het Internationaal Orgel concours begint. als buitenstaander de heer Tienoppen ziet doen. Aldus bepaaldelijk in het verhaal waaraan de bundel zijn titel ontleent: „Het mirakel". De heer Tiennoppen ontdekt daarin, dat hij niet meer van zijn vrouw houdt. Er is een fundamen teel misverstand tussen hen over de tweeledigheid van de begrippen lief de en haat. Telkens als hij het een zegt, bedoelt hij het ander. Dit wordt op een gegeven moment voor beide partijen onverdraaglijk. De heer Tiennoppen gaat dan, zoals dat in zijn lijn ligt, aan 't dwalen om al dwalende de juiste oplossing ingegeven te krijgen. Aan vankelijk probeert hij het met zichzelf „in de morele sfeer" uit te vechten. In het natte nachtelijke parkgras lig gend monologiseert hij: „Nu luister.Ik ben een ellendige schurk geweest. Ik heb mijn vrouw getrouwd, niet mijzelf. Haar moet ik trouw zijn, niet mijzelf. Mijzelf, dat wist ik tevoren moet ik verloochenen ik moet scheiden van mijzelf. Ik moet de echt, die ik als mens met mijzelf heb gesloten, toen ik een jaar of vijf tien was, breken om de hare te zijn. Overspel met een wettige vrouw dat is het huwelijk. Terwijl ik haar haatte, heb ik gezegd dat ik van HARRY MULISCH haar hield. Ik streelde haar terwijl ik van haar walgde. Dat is wat ik deed, en het zal me niet makkelijk vergeven worden.... Niet vergeven? Ik ben met schuld beladen, maar wie zal ontkennen dat ik schuldig ben? Als mijn huwelijk met mijzelf ontbon den is en ik mijzelf ontrouw moet zijn, dan ben ik ook niet meer ver antwoordelijk voor mijzelf. Zo is dat. Ach wat, zo is dat helemaal niet. Ik heb het tenslotte vrijwillig gedaan, vrijwillig heb ik de stap ondernomen (ofschoon van de toekomst onkundig) en uit die daad groeit de verantwoor delijkheid mij nu achterna in alles wat ik doe, net als de verdoemenis in een nachtmerrie". Daarna: is het, of de aantrekkings kracht van de aarde verveelvoudigd wordt en de heer Tiennoppen wordt uit zichzelf weggezogen: „Blijmoedig marcheerde zijn lijf het park uit". „Dit is het einde der dingen, dacht de heer Tiennoppen. Dit is over de grens heen. Hij had een gevoel of hij in zijn li chaam zat als in een vervoermiddel, een tram, die zich voortspoedde over rails, waarvan hij de loop niet kende, en waaraan hij op genade of onge nade was overgeleverd". Andere pas sage: „Hij probeerde de macht over zijn lichaam te herwinnen, probeerde het met zijn benen, een arm, een pink, maar tevergeefs, zodat hij zich voelde als een hypnotiseur op zijn retour. Zelfs zijn ogen luisterden niet meer naar hem, toch welhaast zijn intiemste be zit; ze keken eigenzinnige kanten uit en'hij mocht meekijken, dat was alles wat men er van zeggen kon. Hij werd geduld maar genegeerd als een gratis passagier een lifter in zijn eigen li chaam." In deze wantoestand belandt hij bij een vriend met wie zijn lichaam hand gemeen raakt. En vanuit de morele kater over deze onmenselijkheid zijner zijds krijgt hij opeens, als een bomin slag, een besef van onsterfelijkheid van ziel. Dit wordt zijn „mirakel". Nu kan hij „het" weer aan. Het ongeluk wil echter, dat zijn vrouw dit nieuwe niet begrijpt en dat hij ook in zijn hervon den staat van liefhebbend echtgenoot tot in zijn grond eenzaam moet zijn. Gewoon en buitengewoon Dit verhaal is een staaltje van bui tengewone gewoonheid. Natuurlijk is al les absurd. Natuurlijk komen de gewo ne lezer de gestelde verhoudingen in en rondom de heer Tiennoppen overdre ven voor. Toch is die overdrijving vol komen normaal, althans voor wie de ze verhalen van Harry Mulisch niet in het realistische vlak trekt waardoor hun essentiële dimensie verdwijnt. Noem die dimensie, zoals hierboven werd gedaan, het onbewuste-in-actie. Men kan haar ook zien als de spontane confrontatie met het Andere, wat dan zowel het goddelijke, het bovenaardse, als het on- derwereldse inhoudt. In elk geval is Harry Mulisch in „Het mirakel" niet zomaar een fantast en niet zomaar een nieuwsgierige zoeker naar het extreme, hoewel hij dit bij eerste kennisma king met zijn werk misschien lijkt. Zijn achtergrond is een schemerig gebied in de toonaard van het religieus hui veren. NICO VERHOEVEN. 1) Marry Mulisch: „Het mirakel". De Boekvink, literatuur in miniatuur. Uitg. de Arbeiderspers, Amsterdam. Bruidjes, misdienaars en leden van de parochiële jeugd- en jongerenbewe ging hebben gisteravond plechtig pas toor A. A. Trouwborst de St.-Liduina- kerk binnengeleid. Zeer vele parochia nen waren daarbij aanwezig, een op komst, die de nieuwe pastoor verheugd moet hebben. Het koor zong onder leiding van de heer P. Q. Wolff en aan het orgel be- gel' id door Jan Nibbering een wel komstlied, terwijl pastoor Trouwborst, vergezeld van kapelaan M. C. Klijn en de leden van het kerkbestuur, naar het WT oensdagmiddag tegen twee li/ uur zag ik een Haarlems ge- meenteraadslid met een be trokken gezicht zijn schreden rich ten naar het stadhuis. Ik reken hem tot de sportieve vroede vaderen in de stedelijke senaat, en het was hem aan te zien, dat hij met lo de schoenen de hof doorschreed naar de raadzaal. Liever was hij thuis gebleven aan de radio om de strijd in Düsseldorff te volgen en mee te jubelen met het Holland se Legioen. Het was hem niet ge gund, hij moest zijn vroedplicht ver vullen; maar in zijn ogen vonkte nog een vurige hoop, dat de niets zeggende raadsagenda binnen het uur afgewerkt zou zijn, en dat hij nog precies de wedstrijd zou kun nen beluisteren. Het sportieve raadslid moest echter ervaren, dat de gemeente raad even onberekenbaar is als een vrouw: als het over een kapitaal gaat, wordt er geen woord over vuil gemaakt, maar een klein angeltje is er slechts nodig om een debat van een paar uur uit te lokken. Dat hebben mijn collega's woens dag can den lijve ondervonden, toen de benoeming van een directeur Openbare Werken aan de orde kwam. De deuren werden enkele uren gesloten en mijn persbroe ders konden bij de deur de wacht gaan houden, als bedelaars, die hon geren naar nieuws. Er is voor hen geen gelegenheid zich te verpozen tenzij in de krantenzaal om eikaars verouderde produkten te lezen of in een koude, verv tiende gang, waar allerlei bizarre boeken liggen opgeslagen. En*m, het leed is toch geleden geworden en zonder commentaar kreeen zij te horen, dat een min derheid van 10 aan het langste eind had getrokken, maar niettemin de strijd had verloren. U ziet het, een dubbeltje kan soms raar rollen. De Bloemendaalse gemeenteraad heeft dat donderdag nog eens ten Overvloede bewezen. Daar hebben de raadsleden kans gezien uitvoerig te discussiëren over de toegangs prijs voor een tentoonstelling, die in het openluchttheater zal worden gehouden. Het alternatief was aanvankelijk: voor niks of voor een kwartje. De discussie werd ongeveer in dezelf de stijl gehouden als eertijds op ho ger niveau die rond het kwartje van Romme. Met het Bloemendaalse kwartje wilde het ditmaal niet vlotten, ook al haalde de burgemeester er het psychologisch argument bij, dat de mensen wel komen, als ze moeten betalen, en wegblijven, als ze zo maar kunnen binnenlopen. Het compromis is tenslotte ge vonden in het dubbeltje, waarmee de kunst weer eens duur wordt be taald. De raad heeft daarmee de zinspreuk van zijn voorzitter nog eens reliëf gegeven, die vorig jaar verklaarde: Bloemendaal wil voor een dubbeltje op de eerste rij zit-- ten. Ik wil over die kwestie niet al te lang dubben, maar ten aanzien van Bloemendaals prestige moet het mij toch uit de pen: het is een dubbeltje op z'n kant. ROUWIL, Het moet een verrukkelijk ge zicht geweest zijn, toen vo rige week zaterdag de pas be noemde bisschop van R'dam een bezoek bracht aan Haarlems bis schop. De nieuwe episcopus be klom als ieder ander mens de blauw stenen trap van het paleis aan de Nieuwe Gracht en de doordringende schel klonk even venijnig als bij iedere andere gelegenheid. Het verrukkelijke zat 'm in het meest onverstoorbare gezicht, waar mee Willem van de bisschop de deur opendeed en er helemaal niet van onderste boven raakte met de Rotterdamse Monseigneur gecon fronteerd te worden. Nu is Willem Bloem heel wat ge wend in tegenstelling tot sommige couranten in het nieuwbakken Rot terdamse diocees, die kans hebben gezien hun bisschop te verwelko men met een aantal verbijsterend roomse cliché's, waarvan we ver wacht hadden, dat ze reeds lang in een museum voor rooms aller lei opgeborgen zouden zijn. Ik heb jeugdkieken gezien, waarbij ver meld stond, dat de derde van links mgr. Jansen was. Ik kon in die peuter hoogstens een Martie Jan sen ontdekken, zeker geen monseig neur. De nieuwe bisschop krijgt een zwa re last op de schouders, zo werd er betoogd, maar ik vermoed, d^t monseigneur reeds gebukt gaat on der de byzantinistische superlatie ven die als een pak sneeuw op hem neer gevallen zijn. Laat ik direct toegeven, dat zo'n benoeming zelfs een krant uit haar evenwicht kan brengen en dat het ook voor een stad als Rotterdam wat moeilijk is de paarse weelde te dragen. Wij in Haarlem zijn nu eenmaal heel wat gewend. De bisschop en de vicaris zijn ver trouwde figuren in het stadsbeeld, waarbinnen we ook de regent van het Heemsteedse Hageveld kunnen treffen. Bij een beetje geluk ont moeten we de officiaal met een hen gel en de plebaan is van nature reeds zo begenadigd, dat hij in de massa niet verloren gaat. Aan het hoog-paars is er in Haarlem dus geen gebrek en wij zijn met die kleur vertrouwt geraakt. Dat komt in Rotterdam ook wel, maar dan zal het nodig zijn daar een bisschoppelijk paladijn aan te trekken als Willem Bloen: een nuch terling, die van emotie niet gauw paars aanloopt. met vlaggen getooide priesterkoor schreed. Kapelaan Kljjn sprak een kort woord ter begroeting namens de gehele paro chie, daarbij opmerkend, dat de pas toor vanaf heden zijn gaven dienstbaar zou maken aan de parochie van Sint Liduina. Hjj noemde diens herderlijke taak een zeer voorname en verantwoor delijke en hij zegde namens de parochie alle medewerking toe, tot eer van God en tot heil van de zielen. In antwoord daarop verklaarde de pastoor, dat de omschakeling van de parochianen nog wel moeilijk zal zijn, want vooral de laatste weken hebben zij zich bezonnen op het pastoraat van pastoor Schalke, zonder wie de „Sint- Liduina" ondenkbaar scheen. Ik heb hem zo zeide hij als kapelaan gekend in Rotterdam; hij had toen reeds iets sacraals over zich en wij konden van hem getuigen, dat hij een typisch heilige priester was. Toen hij uit Haar lem wegging, mocht hij van u zeggen: „Gij zijt mijn vreugde en troost ge weest". Pastoor Trouwborst was dankbaar gestemd voor de joyeuze entrée, die hem was bereid. Hij verzekerde, dat de eerste tijd ook voor hem een om schakeling zou betekenen, waarbij bij zich bewust wilde zijn van zijn mense lijke fouten. Zeker wilde hij er van zijn ook te mogen getuigen: Sint Liduina van Haarlem is mijn vreugde en troost. Hij vroeg de parochianen hem de tijd te gunnen om hen te leren kennen, en tenslotte verklaarde hij, dat het hem genoegen deed mensen te zien uit Ku- delstaart en oude bekenden uit de pa rochie van Sint Jan, waar hij destijds kapelaan is geweest. Na de begroetings plechtigheid was er een kort lof, waar bij de nieuwe pastoor agens was, ge assisteerd door de kapelaans M. C. Klijn en H. J. A. van Dijk. Advertentie Van ouds bekend. Tel. 14609 Officieel Philips-reparateor Kruisstraat 38 Haarlem CC1I 11UV.IL- B. Bavo (Kathedraal): 6.30, 7.30, 9 (Hoog mis) 11 en 12 uur. H. Antonlus van Padna: 6.30, 7.30, 6.30, (Hoogmis) 10, 11 en 12 uur. H. Jozef: 6.45, 8, 9.15 (Hoogmis) en 11 uur; 18 uur: Avondmis. O. L. Vr. Rozenkrans Spaarne8, 1-30, 9. 10.30 (Hoogmis) en 12 uur. U. Joannes de Doper (Amsterdamstraat): 6.30, 7.30, 8.30, 9.30 (Hoogmis). 11 en 12 u. H. Hart (Kleverpark): 630, 7.45, 8. 1030 (Hoogmis) en 12 uur. H.H. Elisabeth en Barbara (Paul Kruger- straat) 630, 7.45, 9 (Hoogmis) en U u. B. Liduina (Rijksstraatweg): 630. 730. 830, 8.45 (Hoogmis) en 1130 uur. O. L. Vr. van Zeven Smarten (Rijksstraat weg). 6.30, 7.30, 8.45 (Hoogmis). 10.15 en 1130 uur. 19 u. Avondmis. H.H. Petros en Paulus (Tesselschade- straat): 630. 7.45. 9 (Hoogmis). 10.45 en 12 uur. Allerheiligste Drleëenheld: 730, 9 (Hoog mis), 10.45 en 12 uur. Bnlpkerk Bloemendaal: 730 en 9 uur. O. L. Vr. Onbevlekt Ontvangen (Overveen) 7, 8, 9 (Hoogmis), 1030 en 1130 uur. B. Agatha, Zandvoort: 730 9 (Hoogmis) en 11 uur. B. Bavo (Heemstede) 7. 8.30. 10 (Hoog mis) en 11.30 uur. O. L. Vr. Hemelvaart (Heemstede). 7. 830 (Hoogmis). 10, 11 en 12 uur. B. Antonlus van Padua (Aerdenhout): 730, 9 (Hoogmis) en 11 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 3