FRANCO heeft initiatief in
Marokko verloren
Betogingen in Spaanse zone
Vooruitgang bij de opheffing van
rassenscheiding in Amerika
de
AMSTLEVEN
Delft is ontstaan als Romeinse
versterking in moerasgebied
K ru is woord raadse l
Minister Zijlstra
blijft trouw aan
stabilisatiebeleid
Toegestane loonsverhoging
nauwkeurig afgewogen
Achterop geraakt bij Frankrijk
Prof. Gerretsons
spreektrant
Onderzoek van de New York Times
Resultaten van historisch bodem
onderzoek gepubliceerd
Drie procent voor
rijkspersoneel
In- en uitvoer in
februari gedaald
Overzicht van
„golf van
welvaart"
DONDERDAG 29 MAART 1956
PAGINA
Protestantse kerkleiders:
Russische Kerk heeft zich
geïsoleerd van het niet-
kerkelijk leven
St.'G re go riusvereniging
Culemborgse studie
dagen van 46 april
Levensverzekering
BUREAU VOOR
PERSONEELVER ZE KERING
Dekkingspercentage
74 (v. m. 81)
Russische fondsen in
Londen gevraagd
Worden oude tsaristische
schulden afgelost
Overdracht bevel
zeestrijdlkrachten
Prof. Gerretson niet
herkiesbaar voor
Eerste Kamer
7 8 9 10 11
Oplossing
van
woensdag
Gedienikipllaat van Mozart
in Den Haag
(Van onze correspondent ln Spanje)
De vrij acute crisis, die bet Spaanse
regiem thans doormaakt, is kort
geleden nog ernstiger gewor
den docr de bevige onlusten in de Spaan
se zone van Marokko. De grote assa
van het Spaanse publiek, voorzover
het z\jn eigen Kranten leest, heeft van
de teiten slechts een sterk besnoeid
beeld kunnen krijgen, terwijl ook de be
tekenis ervan aanzienlijk geminimali
seerd werd. Tevens heeft de censuur,
evenals bij voorgaande gelegenheden,
de openbare verkoop van het meren
deel der buitenlandse kranten, en met
name an alle Franse, verboden, zulks,
naar het heet, op grond van overdre
ven en tendentieuze berichtgeving. Het
aantal ingewijde personen dat zich een
min ot meer nauwkeurig denkbeeld
heeft kunnen vormen var de gebeur
tenissen is derhalve vrij gering. Hun
conclusie is doorgaans pessimistisch en
zij luidt, dat net door Spanje in Ma
rokko opgebouwde prestige in enkele
dagen tijds goeddeels ineengestort is.
Hoewel voor net moment orde en
rust zijn weergekeerd, heeft zich van
de Spaanse bevolking in de zone een
begrijpelijk gevoel van onbehagen en on
veiligheid meester gemaakt, terwijl de
Spaanse militaire en politionele autori
teiten zich genoopt zien tot zeer ver
scherpte waakzaamheid.
De protestantse kerkleiders die van
een bezoek aan Moskou in New York
zijn teruggekeerd, hebben verklaard,
dat de Russische Kerk zich zelf heeft
geïsoleerd van het niet-kerkelijke le
ven van het volk.
Bisschop D. Ward Nichols van de
Afrikaanse methodistische episcopale
kerk, de enige neger in de groep, zei
dat hij „op zijn minst gedeeltelijk" er
in geslaagd is de Russen van de idee
af te brengen dat de rassendiscrimi
natie, zoals deze zich in Mississippi en
Alabama voordoet, het Amerikaanse
levenspatroon weerspiegelt.
In een gezamenlijk ondertekende ver
klaring zeiden de geestelijken dat het
voornaamste verschil tussen hun ker
ken en de Russische Kerk wordt ver
oorzaakt doordat de Russen een onvol
doend begrip hebben van de missie van
de Kerk. De Kerken worden niet langer
vervolgd, aldus de verklaring, maar
worden in zichzelf beperkt. Zij beschou
wen het als hun taak zielen -te redden
en ze op de hemel voor te bereiden.
Zij tonen weinig zorg voor het sociale
of intellectuele leven van hun kudde.
De geestelijken zeiden dat de Russische
kerken doorgaans bezocht worden door
oudere mensen of vrouwen. Van gods
dienst-onderricht is alleen sprake thuis
en tjjdens huisbezoeken der geestelij
ken. Godsdienstige lectuur is beperkt
tot boeken die bij kerkdiensten worden
gebruikt. (U.P.)
(Van onze Haagse redactie)
De C. H.-afgevaardigde in de Eerste
Kamer, prof. Gerretson, heeft in vra
gen aan de minister-president bezwaar
gemaakt tegen wat door dr. Drees is
gezegd tijdens de bewogen vergadering
van 21 februari. In deze vergadering,
die ontaardde in een twistgesprek tus
sen de minister en de senator, had
dr. Drees een verslag aangehaald uit
de Volkskrant van 1926 over een ver
gadering, waarbij o.a. ook prof. Gerret
son had gesproken.
Een van de zinnen van het verslag
van de rede van prof. Gerretson luid
de: „Als het zo nog een half jaar
duurde, zou het ons niet verwonderen
of de heer van Karnebeek kreeg te
kiezen tussen een verrader van 's lands
zaak of een volslagen idioot"
Bij dit citaat nu, had dr. Drees, vol
gens de Utrechtse hoogleraar, de in
druk gevestigd, dat deze uitdrukking
door hem zou zijn gebruikt. Dr. Drees
echter ontkent, dat hij deze indruk
heeft willen vestigen maar geeft toe,
dat er een mogelijkheid was tot mis
verstand. Hoezeer hij dit laatste ook
betreurt, de minister-president blijft
van oordeel, dat het betrokken citaat
een Juiste indruk geeft van de wijze
van spreken van prof. Gerretson. Im
mers, zo verdedigt hij deze opvatting,
de zin geeft de indruk weer, die de
Journalist van de vergadering, en mgde
door de woorden van prof. Gerretson,
heeft gekregen. Deze heeft daarbij de
toenmalige minister Van Karnebeek
o.a. een gevaarlijk fantast genoemd.
Deze trant van spreken is dezelfde als
die van nu.
De Nederlandse Sint Gregoriusvereni-
ging houdt haar jaarlijkse studiedagen
in de Paasweek van 4 tot 6 april. De
moderne Nederlandse kerkmuziek zal
besproken worden door Wouter Paap,
A. Asselbergs uit Utrecht behandelt
het onderwerp: muziek als uitdrukking
van het religieuze, en drs. Hans Weter-
man zal als derde spreker de geeste
lijke achtergrond belichten van de mo
derne liturgische ontwikkeling.
Op de avond van 4 april concerteert
het kathedrale Koor van Utrecht o.l.v.
J. J. H. Voncken met werken van he
dendaagse componisten uit binnen- en
buitenland, waarna nog een gesprek ge
houden wordt over actuele onderwerpen.
Het Collequim Musicum Amstelo-
damense o.l.v. Toon Vranken geeft don
derdag 5 april een concert, waarbij o.m.
de Missa Polyphonica van Jaap Vran
ken wordt uitgevoerd.
Het Gregoriaans wordt ingestudeerd
door F. L. van de Putt, dirigent van
het kathedrale koor te 's-Hertogen-
bosch; Albert de Klerk belast zich met
het instuderen van moderne kerkcom-
posities, o.a. zijn „Vitis Florigena".
Louis Toebosch geeft een orgelimprovi
satie met toelichting. Dr. A. I. M. Kat,
lid van het hoofdbestuur der Gregorius-
vereniging en directeur van de Haar
lemse Koorschool, zal de studiedagen
openen en ook het slotwoord spreken.
De anti-SDaanse betogingen en ge
welddadigheden nebben zich voorname
lijk voorgedaan te Tetuan, de hoofd
stad van de zone, Larache en Alkazar-
quivir. Daarbij zijn ongeveer twintig
doden gevallen, één politieagent en ver
der betogers. Er zijn ook wat branden
gesticht.
Tegelijkertijd speelden zich ook te
Tanger, in de internationale zone, fel
le anti-Spaanse demonstraties af,
waarbij zowel over generaal Franco
als generaal Garcia Valino. de Spaan
se Hoge Commissaris, van de hemel
het ergste wera afgeroepen. Dat dit al
les allerminst rijmt met de door Ma
drid zo nadrukkelijk gepropageerde
politiek van Spaans-Moorse en in het
algemeen Spaans-Arabische broeder
schap hoeft geen betoog, en evenmin
dat het voor de Spaanse bewindheb
bers een ernstige desillusie is, dat
zij hun ongetwijfeld bij de Franse
achterop geraante Marokko-politiek
niet tanger afdoende beschermd we
ten door de Arabische vriendschaps-
politiek.
In eerste aanleg houdt men te Ma
drid twee ex-ministers van het kabinet
van de khalifa Muley Hassan voor de
verantwoordelijke aanstekers van de on
lusten. De ene is Abdul Jalak Torres,
de ander Guennun. Beiden werden het
vorig jaar, bij gelegenheid van een uit
breiding der Marokkaanse zeggenschap
in het bestuur der zone. aan het kabi
net toegevoegd, .de eerste als minister
van sociale bijstand, de tweede als mi
nister van justitie.
Deze stap leek toen veelbelovend vijor
een voorspoedige ontwikkeling van de
Spaans-Marokkaanse bterekkingen. Ab
dul Jalak stond namelijk aan het hoofd
van een der twee rtijen, die generaal
Franco reeds vijf jaar geleden weer
in de Spaanse zone had toegelaten, de
z.g. nationale nervormingspartij, die
haar aanhang voo*amelijk recruteert
in de arbeiderskringen en vanouds nog
al extremistische neigingen vertoonde.
Torres kou terugkeren uit ballingschap.
Een andere balling die eveneens in
Spaans Marokko terugkeerde was ge
noemde Guennun. Tevoren had hij te
Cairo Spaans Marokko vertegenwoordigd
in de Arabische Uga en daar dagelijks
contact onderhouden met Spanjes ge
wezen aartsvijand uit de Rif-oorlog:
Abd-el-Krim.
De Spaanse regering had gehoopt
beide gevaarlijke personages te kun
nen temmen, maar dat is een mis
rekening gebleken. Ter gelegenheid
van het bezoek, dat de Franse resi
dent-generaal, mr. Dubois in janua
ri j,L bracht aan de Spaanse Hoge
Commissaris, traden beiden ut het ka
binet van de khalifa en verdwenen
naar Tanger. Het te Tetuan verschij
nend dagblad der hervormingspartij
„El Uhma" keerde zich toen van dag
tot dag feller tegen de Spaanse Marok
ko-politiek van „onafhankelijkheids
verlening in etappen" en tenlsotte
spoorde het openlijk aan tot de onlus
ten, waartoe het dan inderdaad geko
men is. Momenteel verschijnt hét blad
niet meer. naar het heet vrijwillig.
Uiteraard ontbreekt het niet aan
Spaanse insinuaties, als zou achter de
schermen de nand van Frankrijk in
het spel zijn. Dat de gebeurtenissen-
Frankrijk een zekere mate van leed
vermaak verschaffen, zou in ieder ge
val heel menselijk mogen heten, al mag
het dan politiek niet juist zijn.
Voorshands kan het dé Spaanse auto
riteiten nog een troost zijn, dat in te
genstelling met de Franse zone in het
Spaanse Rif-gebied de stammen niet
in opstand zijn. Hoop bouwt men te Ma
drid ook op de tweede Marokkaanse po
litieke partij in de zone. de Marokkaan
se onafhankelijkheidspartij, de partij
der intellectuele en meer gecultiveer
de Mohammedanen. Deze schildert
men ai als een partij, waarvan het aan-
tai leden weliswaar minder talrijk is
dan van de nervormingspartij, maar
die toch veel invloedrijker is. Boven
dien heeft de partij een traditie van
gematigdheid en vriendschap jegens
Spanje.
Overigens stellen de officiële en offi
cieuze commentaren vast, dat Spanje
geenszins gekant is „zoals het af
doende bewezen heeft" tegen de Ma
rokkaanse onafhankelijkheid en eenheid,
doch slechts tegen de z.g. nog altijd duis
tere „interdependentie" met Frankrijk,
die Spanje voor wat zijn belangenzone
betreft onmogelijk kan aanvaarden. Het
wenst, zij het dan ook binnen de al-
Marokkaanse onafhankelijkheid en een
heid, een of ander eigen statuut voor
de huidige Spaanse zone. Een moeilijke
puzzle, die men met moeizame onder
handelingen wil trachten op te lossen.
3. De vreemde schepen naderen snel, de wind trekt hun fel gekleurde
zeilen bol. Het zijn kleinere boten dan de Drakars, met als versiering een
runderschedel op de boeg. „Naar alle waarschijnlijkheid zijn dat van die
zeeschuimers, waar de Ierse zee zo berucht om is", denkt Erie. Even later
vliegen talloze speren en pijlen op de beide Drakars af. Svein ivordt ge
raakt en snel neemt Eric het roer over. De aanvallers, van wie Eric door de
regen heen een glimp opvangt, zijn ruwe, onheilspellend uitziende kerels.
Op een der voorste boten onderscheidt hij een forse gestalte met wappe
rende rode haren, vermoedelijk de aanvoerder. De boten splitsen zich en
het is duidelijk de bedoeling, de Noren in te sluiten. Een gevecht tegen
deze overmacht kan Eric niet riskeren. Hij maakt een snelle zwenking naar
bakboord en ramt het schip van de rode aanvoerder, dat vlak voor hem
opdoemt. Erwin, die in zijn kielzog vaart, neemt op dezelfde manier de
tweede boot voor zijn rekening. Door deze onverwachte handeling zijn de
overige boten aan stuurboord voorbij de Noren gevaren. Willen ze opnieuw
aanvallen, dan zijn ze genoodzaakt, eerst de steven te wenden, waardoor
ze ook op roeikracht worden aangewezen. Met inspanning van al hun
kracht trekken de Noren in verhoogd tempo aan de riemen. De neersui-
zende regen maakt het zicht moeilijk, maar na enige spannende ogenblikken
blijkt, dat hun snelle beweging is gelukt; ze zijn er tussen uit gekomen! Lang
zaam aan geraken ze nu weer in hun oude koers. Svein betast zijn verwon
ding eens op en gromt: „Dat was op het nippertje; maar het zal mij ver
wonderen als het bij dit ene grapje blijft".
Tien medewerkers van de New York
Times hebben zich onlangs gedurende
een periode van vijf weken verdiept
in het Amerikaanse negervraagstuk in
het Zuiden der Verenigde Staten. Zij
hebben zeventien staten en het District
of Columbia bezocht. Hur bevindingen
zijn neergelegd in een bijvoegsel van
acht pagina's, dat eergisteren door de
New York Times is gepubliceerd. De
verslaggevers komen tot de conclusie,
dat het in de meeste, zo niet in alle
Zuidelijke staten onvermijdelijk is, dat
men zich op de een Of andere manier
voegt naar de bepaling van het Op
perste Gerechtshof, dat er een einde
moet worden gemaakt aan de rassen
scheiding op openbare -cholen. In het
rapport wordt gezegd, dat de meest
voor de hand liggende aanwijzing voor
de mate, waarin men de uitspraak van
het Hof volgt, de verhouding is tussen
het aantal negers en blanken in een
bepaald gebied. Waar weinig negers
wonen, worden er vorderingen gemaakt
met de afschaffing van de rassenbar-
rière; wonen er veel negers, dan is
het verzet groot.
Vijf van de bezochte staten verzetten
zich tegen integratie (opheffing van de
rassenscheiding), in zeven staten zijn
de meningen verdeeld -of vertraagt men
de integratie, vijf staten alsmede het
District of Columbia streven naar inte
rgratie. De staten, waar het verzet het
grootst is, zijn Alabama, Mississippi,
Zuid-Carolina, Virginia en Georgia. Er
wordt geaarzeld in Arkansas, Delaware,
Florida, Louisiana, Noord-Carolina,
Tennessee en Texas. De staten, waar
actief aan integratie wordt gedaan,
zijn Kentucky, Maryland, Missouri,
Oklahoma en West-Virginia.
Uit het samenspel van krachten van
blanken en negers is een ingewikkeld
en onsamenhangend patroon voor de
achttien verschillende vormen van
openbaar onderwijs tevoorschijn geko
men. De mate van integratie op school
varieert van „nihil" in Mississippi tot
„volledig" in de Amerikaanse hoofd
stad.
De verslaggevers van de New York
Times kwamen tot de slotsom, dat
de blanken in de Zuidelijke staten
„meer bezorgd, verbijsterd en ge
belgd schijnen dan opstandig". De
negers in het Zuiden waren „bezorgd
en soms gebelgd" ten aanzien van
het vraagstuk der integratie.
De blanken zijn bezorgd geworden
door de eis, dat zij een radicale ver
andering moeten brengen in de be-
staandè sociale patronen, waarnaar
hun voorkeur uitgaat. Zij zijn verbijs
terd door het dilemma, waarvoor zij
zich zien geplaatst: Hoe moeten zij de
structuur van hun gemeenschap bewa
ren en zich toch neerleggen bij de
nationale wetten. Zij zijn gebelgd, om
dat zij door buitenstaanders lastig wor
den gevallen.
Een fundamenteel bestanddeel van
het verzet tegen integratie, dat bij de
blanken in het uiterste Zuiden leeft, is
het vaste geloof, dat de negers nog
niet klaar zijn voor Integratie wegens
nun tekortkomingen op het gebied van
beschaving en gezondheid. De negers
in het Zuiden eisen over het algemeen
de rechten op, die hun door het hoog
ste Hof in den lande zijn verleend.
De verslaggevers van de New York
Times menen, dat de meerderheid van
de bewoners van de Zuidelijke staten
het vraagstuk van de integratie langs
wettelijke weg willen oplossen.
President Eisenhower zei gisteren op
zijn wekelijkse persconferentie in
Washingtor over dit vraagstuk, dat
extremisten van beide partijen blan
ken en negers de zaak niet dienen.
Het Amerikaanse gezonde verstand
moet overwinnen.
Gevraagd naar zijn mening over het
manifest van 107 Congresleden, waarin
deze „wettig verzet" aankondigden te
gen de uitspraak van het Opperste
Gerechtshof, zei Eisenhower, dat het
Hof had bepaald, dat het opheffen van
de rassenscheiding geleidelijk dient te
zijn. Het was thans de tijd, dat de
Advertentie
A. ii, v.„ ide Maasboezem uitmondde stond bij
1 is Delft nimmer zulk een be- ...Gntskur2 (Voorburg) in verbinding
langrijke romeinse nederzetting met de Gantel die zeif wellicht een
1 vertakking was. van de Oude Rijn en
de vondsten welke bij het historisch
stedebouwkundig bodemonderzoek van
de laatste jaren voor den dag zijn ge
komen hebben op onweerlegbare
gronden aangetoond, dat op de plaats
van de oudste stadskern (in de nabij
heid van 'het Prinsehof en de Oude
Kerk) een romeinse sterkte heeft ge
staan.
En al moge dan Govaert de Bulte
naar, die om veiligheidsredenen in 1072
te Delft zijn intrek nam, officieel nog
beschouwd worden als de man, die
daardoor de beslissende stoot heeft ge
geven tot verdere ontwikkeling van de
bestaande woongemeenschap, zeker is
nu wel dat de oorsprong van de prinsen-
stad gezocht moet worden in de romein
se tijd.
Het ontstaan van Delft zou dan samen
vallen met het graven van de fossa
Corbulonis en gesteld moeten worden
tussen 47 en 85 na Chr. en men mag
als zeker aannemen, dat het Oude Delft
dan ook door de Romeinen gegraven is.
Tufsteenbrokken welke zij voorname
lijk gebruikten voor de bouw van ves
tingwerken, fragmenten van dakpan
nen en scherven van aardewerk wijzen
op de bouw van een fort omringd door
een spitsgracht, waarvan het profiel in
middels bij de laatste opgraving vol
ledig is onderkend.
Er was echter nog één grote moei
lijkheid. De Romeinen hebben hun sterk
ten altijd op strategisch belangrijke pun
ten gebouwd en men vroeg zich dus af,
wat voor zin het gehad kon hebben
om ergens vrijwel midden in Zuid-Hol
land een vesting te bouwen.
Een groot opgezet onderzoek in op
dracht van de Stichting voor Bodem-
kartering te Wageningen en van het
Tuinbouwkundig Proefstation te Naald
wijk heeft na naarstig speuren o.l.v.
dr. Ir. W. J. van Lier aan het licht
gel acht, dat er ten tijde van de Ro-
méinen in het westen van Zuid-Holland
twee grote getijdekreken waren, welke
ver het land Indrongen. De grootste
daarvan die met een aantal geulen
ergens tussen Naaldwijk en Monster in
er in de omgeving van Leiderdorp mee
in verbinding stond.'
De situatie van Delft, gelegen op
de enig begaanbare strook grond (een
oude half verstoven schoorwal) langs
en tussen ontoegankelijke moerassen
en watergebieden komt daardoor in
een heel ander licht te staan en zo
blijkt de daar gestichte sterkte een vi
taal punt te zijn en een belangrijke
schakel in de reeds lang gezochte ver
bindingsweg van de versterkingen aan
de Rijnmond naar de heerwegen langs
de zuidelijke rivieren.
Bovendien is het zeer wel mogelijk,
dat de Gantel een natuurlijke zijtak of
elve 1) gehad heeft, waaraan de Oude
Delft zijn ontstaan en de stad haar naam
te danken heeft. Dit klemt te meer, om
dat er in de oudste oorkonden sprake
is van Elfnum, Delphnum en Juxta
Delf.
Behalve het bodemonderzoek, waar
door de sluier welke over Delfts oudste
verleden lag weer verder is opgelicht,
heeft men zich ook beziggehouden met
het probleem der stadsuitbreidingen
van 1268, 1310, 1355, 1448 en 1466, waar
toe charters en andere archivalia goe
de diensten bewezen.
Ook diverse gebouwen werden aan een
nader onderzoek onderworpen en zo
werd in het Oudevrouwenhuis aan de
Papenstraat, vrijwel intact, een kapel
aangetroffen welke gezien de twaalf-
hoekige vorm geleed door muurzui
len van natuursteen, gobertange met
brandsporen en met een uitstulpen
de, rechthoekige altaarnis typerend is
voor de wijze waarop de ridders van
het H. Graf hun heiligdommen bouw-
den.
De gehele aanleg toont een treffende
overeenkomst met de Jeruzalemkapel
te Gouda, welke in 1504 wellicht naar
het Delftse voorbeeld werd gebouwd.
Van de ten dienste van het histo
risch bodemonderzoek verrichte
werkzaamheden, over de daarbjj ver
worven vondsten, en de uit een en
ander te trekken conclusies is door
de onderzoekers, ir. J. J. Raue en
ir. J. J. Tarwen, met veel zorg een
uitvoerig rapport samengesteld,
waarin o.a. ook nog wordt aange
toond, dat ten behoeve van de bouw
van de Nieuwe Kerk een belangrijk
deel van de Burgwal is gedempt.
Het rapport wordt besloten met een
verweer en rechtvaardiging ten aanzien
van een studentengrap, welke vorig jaar
in de pers nogal wat stof heeft doen
opwaaien.
Wij geven dit verweer hierbij voor
wat het is.
Evenals in de vorige opgravmgs-
periode werden ook nu weer objecten
aangetroffen, die tijdens het graafwerk
in de sleuf waren geworpen. Over het
algemeen zijn deze gemakkelijk herken
baar. Zo werden dit jaar op onwaar
schijnlijk grote diepte fragmenten van
een Louis XV-plafond gevonden. Uiter
aard worden deze stukken steeds op de
bodem van de sleuf aangetroffen en niet
in het profiel. In het algemeen worden
alle vondsten, die van de bodem zijn
opgeraapt, als onbetrouwbaar terzijde
gelegd. Hierbij bevond zich dit jaar ook
een snoertje van stenen, welke aan een
touwtje geregen waren. Dit object heeft
nog al wat stof doen opwaaien door de
ruchtbaarheid, welke de daders nader
hand in de pers aan hun grap hebben
gegeven. Het voorwerp en de plaats,
waar het zich in de sleuf bevond (on
der de diepste woonlaag!) maakten
echtheid zeer twijfelachtig. (Het touw
tje had onder bepaalde omstandigheden
wel geconserveerd kunnen zijn). Nadat
enige maanden lang het stilzwijgen over
de vondst bewaard was, teneinde even
tuele falsificateurs uit hun tent te lok
ken, werd besloten het stuk te expose
ren bij de opening van het Meisjeshuis.
Intussen had' de heer Terwen zelf ook
een dergelijke ketting vervaardigd. ,De
list gelukte: binnen enkele dagen maak
ten enige studenten bekend, dat zij de
grap uitgevoerd hadden.
Over het algemeen is men er zich
niet van bewust, dat dergelijke bezig
heden materieel nadeel kunnen berok
kenen. Was immers het gevondene on
derzocht naar zijn ouderdom met de
C-14-methode, dan had dat honderden
guldens van het budget gekost.
Gelukkig kon er ditmaal van een min
der kostbare methode gebruik gemaakt
worden!
1) Het woord elve of elf is al van oudsher
in Europa gebruikt om rivieren of stromend
water aan te duiden. Men denke o.a. aan
Dal-Elf en de Klara-Elf in Zweden, waar het
woord als toevoegsel bij de bepalende naam
diepe gevoelens van anderen begrepen
worden. Het zou tijd kosten, voordat
het denken in de Zuidelijke staten zich
zou hebben aangepast.
(Reuter-UP)
De 3% -uitkering over 1955 zal naar
wij vernemen aan het rijkspersoneel
worden gedaan op basis van de op 1 mei
1956 geldende wedde. Voorts besloot de
regering daarvoor in aanmerking te
doen komen allen die op 1 mei 1956 in
rijksdienst zijn, ongeacht of zij al dan
niet in 1955 in dienst van het rijk
waren.
De minister van Binnenlandse Zaken
heeft aan de provinciale en gemeente
besturen verzocht een overeenkomstige
maatregel tè nemen.
Volgens de door het Centraal Bureau voor
de Statistiek samengestelde voorlopige ge
gevens bedroeg de waarde van de invoer in
februari 1956 f 995 miljoen (v. m. f 1.154 mil
joen) terwjjl voor een waarde van f 750 mil
joen (v. m. f937 miljoen) werd uitgevoerd.
Het dekkingspercentage bedroeg 14 (v.m.
81).
In februari 1956 had de invoer een
waarde van f895 miljoen en de uitvoer
van f777 miljoen. Het dekkingspercen
tage beliep toen 87.
Zowel de in- als de uitvoer in februari
1956 zijn ten opzichte van de vorige
maand aanzienlijk verminderd. De in
voer is van januari op februari met
f161 miljoen, de uitvoer met f197 mil
joen gedaald. Een jaar geleden was de
daling in de overeenkomende maanden
bij de invoer vrijwel gelijk, n.l. f158
miljoen. Bij de uitvoer bedroeg deze het
vorig jaar slechts f 13 miljoen.
Het invoersaldo bedraagt sinds het
begin van het jaar f472 miljoen. Dit is
f91 miljoen meer dan het invoersaldo
in de overeenkomende maanden van
het vorig jaar,
Een zeer grote koersstijging van Rus
sische obligatiès op de Londense effecten
beurs is gevolgd op geruchten te Londen,
dat de reeds lang uitstaande schulden aan
Engeland mogelijk ter sprake zullen ko
men tijdens het bezoek, dat Boelganin en
Chroesjtsjef de volgende maand aan En
geland zullen brengen. Deze obligaties wa
ren sedert de revolutie van 1917 vrijwel
waardeloos.
Vanaf genoemd jaar heeft er bij een
bank te Londen een aanzienlijk bedrag
aan goud gelegen. De bank was een van
de bankiers van de Tsaristische regering.
Wanneer dit goud onder de krediteuren in
Engeland van het Tsaristische Rusland
verdeeld zou worden, zou er vermoede
lijk bijna 4 procent van hun vorderingen
mee betaald kunnen worden.
Bijna 6 millioen aan Letlandse,, Est-
landse en Lithause valuta bevindt zich
in het veilige bezit van de Engelse rege
ring. Wanneer dit geld verdeeld zou wor
den onder de Engelse krediteuren van die
drie landen, zouden de vorderingen, die
niet groot zijn, voor een groot deel betaald
kunnen worden. Daarom bedroeg de no
tering van de obligaties van de vroegere
Oostzeelanden ruim 50 procent van de no
minale waarde.
De bevelhebber der zeestrijdkrachten
en chef marinestaf, vice-admiraal A. de
Booy, heeft aan boord van Hr. Ms. krui
ser „De Ruyter", die ln de Parkhaven
te Rotterdam ligt, zjjn functie van be
velhebber der zeestrijdkrachten over
gedragen aan de commandant der zee
macht ln Nederland, vice-admiraal
T. Bnrghart. De functies van bevelheb
ber der zeestrijdkrachten en comman
dant der zeemacht Nederland zijn nu in
één persoon verenigd.
Zoals bekend zal vice-admiraal De
Booy zijn functie van chef marinestar
morgen in 's-Gravenhage overgeven aan
vice-admiraal H. H. L. Pröpper.
Ter gelegenheid van de plechtigheid,
die werd opgeluisterd met muziek van
de Marinierskapel van de Koninklijke
Marine en een gewapende macht van
45 man detachementen van Hr. Ms.
„De Ruyter" en van de mariniers
lagen aan de Parkkade afgemeerd Hr.
Ms. kruiser „De Zeven Provinciën", Hr.
Ms. fregat „Van Ewljck" en Hr. Ms.
onderzeeboten „Walrus" en „Zeeleeuw".
Prof. dr. F. C. Gerretson (c.-h.) stelt
zich wegens gezondheidsredenen niet
vuuiLi nu lucvucgaci uij uc ucpoipuuc uaaui- - y «n
geving tot op heden heeft stand gehouden, herkiesbaar voor ae Eerste xAamer.
Horizontaal:
1.
geestelijkheid
-
landbouw
werktuig
2.
vliegtuig
3.
wisselborg-
tocht
<M
waterbekken
4.
reeks
cn
galop
Toegepast Na-
tuurwetensch.
Onderzoek
5.
wérkelijk
cC
6.
heideplant
oud (Eng.)
7.
begerige
O
oo
8. brievenbe
steller
- zoon van Jakob f»
9. gebergte in
Duitsland
- noot
10. klaar
- naar beneden
buigend
11. zeemacht
- tweegevecht
Verticaal:
1. bekoorlijkheid
- reputatie
2. stuurknuppel
- noot
3. rekbaar
4. groef
- Technische
Commissie
- inlands land
bouwer (Ind.)
5. peuter
- op iets ingaan
6. karig
- krakeel
7. kaartspel
8. gegraveerde
plaat
- zangstem
- rustplaats
9. voortdurend
- thans
10. kiezel
- lijfwacht
11. windrichting
- toespraak
Horizontaal:
2. d.d„ 4. ra, 7.
kraag, 9. leder,
12. venster, 16.
ulo, 17. alp, 18.
soldaat, 24. vaals,
26. kader, 29. m.
o., 30. ko.
Verticaal:
1. ik, 2. da, 3.
dame, 4. rede, 5.
ad, 6. sr, 8. ré, 10.
e.k., 11. is, 12. roe,
13. nul, 14. tea,
15. rat, 19. oslo,
20. dm, 21. arak,
22. ja, 23. te, 24.
v.a„ 25. a.m., 27.
do, 28. r.-k.
(Van onze parlementaire redacteur)
Minister Zijlstra heeft woensdag in de
Eerste Kamer van de socialistische sena
tor Kapteijn de toezegging gekregen, aai
hij het eens was met het ^bilisatie;
beleid van de minister. Deze ver g
de zich daar bijzonder over,
nog onlangs de P.v.d.A. in de
Kamer een geheel ander geluMhad
laten horen. „Ik vind drt yan wezen
lijk belang", aldus de minister. nadat
hij het betoog van de heer Kapteijn
had ontzenuwd. De socialistische afge
vaardigde had gesteld dat een goede
structuurpolitiek juist niet met behulp
van stabilisatie van lonen en prijzen
zou moeten worden gevoerd. De mi
nister trok dit ernstig in twijfel. Hij
was het met de heer Teulingg eens, dat
zijn stabilisatiebeleid geen „deuk ma-
jor" had gekregen door de onlangs ge
nomen loonheslulten. Dat in bijzon
dere gevallen de eerste 3 procent loons
verhoging kan worden doorberekend
Is ln dit opzicht niet van doorslagge
vende betekenis. Doorberekeningen
zijn steeds uitzonderingen, aldus de
minister, alleen wanneer men geen
enkele loonsverhoging zou kunnen ge
ven, komt dit aan de orde. En dan Is
het ook nog de vraag, of de concur
rentie doorberekening mogelijk maakt.
„Dat ik hier voor u sta, is al voldoen
de waarborg dat ik mijn stabilisatiebe
leid blijf volhouden. Het is een goede
zaak, die de poging waard is", aldus
minister Zijlstra. Wanneer wij in 1956
ons program ten uitvoer brengen dan
kan gezegd worden dat er op dit gebied
iets groots is verricht. Dan komt er
eindelijk een reële loonstijging met mo
gelijkheid van differentiatie per be
drijfstak, waarbij niet de vergeten groe
pen verder in het gedrang komen. De
minister zag bij het realiseren van de
stabilisatie duidelijk drie perioden: 1955.
in welk jaar de rust in lonen en prijzen
behouden is gebleven, 1956, waarin men
over is gegaan tot een loonsverhoging
die nauwkeurig is afgewogen en 1957, in
welk jaar de huurverhoging en de ouder-
domsverzekering met loonsverhoging
zullen moeten worden opgevangen. Het
is daarbij de vraag of dit ook buiten
de prijzen zal kunnen worden gehouden.
Minister Zijlstra begon zijn betoog
met een overzicht van de golf van
welvaart' die ons land in de jaren 1952-
1956 heeft overspoeld. Hij betreurde
het met de heer Hellema dat het
desondanks niet mogelijk was geweest
om het ernstige probleem van de
achtergebleven huiseigenaren op te los
sen. Na de periode van stijgende ver
arming is deze economische expansie
een onverwachte ontwikkeling geweest.
Men kan de toevloed van de nationale
middelen in die jaren stellen op on-
geveer 1,5 miljard per jaar. De minis-
ter zag de spreiding als volgt: in to
taal is van de 7,5 miljard 20 procent
aan de overheidskassen toegevloeid,
35 procent aan investeringen besteed,
en 45 procent is in het verbruik te
recht gekomen.
Bij zijn economische politiek heeft de
minister steeds zoveel mogelijk op lan
ge termijn willen werken, m.a.w. struk-
tuurpolitiek willen voeren.
Indien er zich geen noodtoestand
voordoet, gaat langzicht altijd boven
improviseren op kortzicht. Na het
„schot voor de boeg" (versnelde in
ning der vennootschapsbelasting en
temporiseren der vervroegde afschrij
vingen) bestudeert de regering thans
nog of het wellicht nodig zal zijn nog
meer maatregelen te nemen, die enigs
zins remmend werken op de investe
ringen.
Minister De Bruijn heeft de Kamer
geantwoord op opmerkingen over de
bezitsspreiding. Hij verwees deze zaak
op de eerste plaats naar het bedrijfs
leven zelf, waar de overtuiging zal
moeten groeien, dat er iets gebeuren
moet Hij zag voor de technische
verwezenlijking, zowel van de gedach
te van arbeiders die aandeelhouders
worden, als voor verdere fiscale be
gunstigingen van spaarregelingen ook
buiten net bouwsparen om, mogelijk
heden in de komende parlementaire
periode. De staatssecretaris voor de
Middenstandszaken, dr. Veldkamp, heeft
medegedeeld, dat reeds de volgende
week een publikatie kan worden ver
wacht, waarin uitvoerig commentaar
zal worden gegeven op de onlangs
uitgevaardigde beschikking over het
middenstandskrediet.
De begroting van Economische Zaken
is z.h.s. aangenomen (C.P.N. tegen).
Het bestuur van de vereniging Ne
derland-Oostenrijk heeft besloten aan
het nieuwe winkelpand op de hoek Spui-
Kalvermarkt een bronzen gedenkplaat
van Mozart te doen aanbrengen. Aan
de beeldhouwster Marian Gobius te
Voorburg is opdracht gegeven de ge
denkplaat te vervaardigen. Daarop zal
Mozart worden afgebeeld op 9-jarige
leeftijd, toen hij gedurende ruim een
half jaar woonde op de plaats, waar
nu het winkelpand verrijst. In de loop
van mei zal de onthulling plaatsvinden.
De heer Chr. van de Heuvel, AR-lid
van de Tweede Kamer, heeft tegen 1
april ontslag genomen als bestuurslid
van het landbouwschap.
Zijn opvolger namens de Ned. Chr.
boeren- en tuindersbond is mr. B. W.
Biesheuvel, die tevens is benoemd tot
lid van het dagelijks bestuur.