s
PUI?
stilte
;>s>
Katholieke onderwijzers
bond maakt bezwaar
tegen scheiding tussen
de onderwijzers- en
ambtenarensalarissen
Dukaat
DDD
De herrijzenis van de hoop
H
met melk meer mans
MANAGERZIEKTE
w
s^iSSJSSss
n&$^§Kïssï
De lekkerste
pijptabak
Feest vergadering van „SANCTUS THOMAS
in de aula van Amsterdams Universiteit
Betekenis der heilsgeschiedenis
$5§
JS
Drie ereleden geïnstalleerd:
prof. B. Barendseprof F. Rutten
drs. W. v. d. Donk
en
Bezoek aan „Koninklijk Bezit"
fDElj
uit de handigste
verpakking
Gods heilsplan zichtbaar
in Christus
ZATERDAG 12 MEI 1956
PAGINA 5
rr
vs
t
^"ederlandBe
»«i;:res in Duitsdband
V^rt1^dn biaden heb'
„Aanvechtbaar"
Omgeduid sitijtgt!
De échte liefhebber van een fijne*'
pijp tabak kiest Douwe Egberts
Dukaat! Nu bovendien in
speciale patent-verpakking!
DOUWE EGBERTS
zachte, geurige
püptabak
Katholieke filmprijs
te Cannes
Geer» audiëntie
Nedlerlanidisie onderscheiding
voor Sabena-diirecteiuren
Jül
Hart en bloedvaten schijnen tegenwoordig
vaak vroegtijdig aan het eind van hun krachten
te komen
«f
Zesjarig meisje verongelukt
&§SéCt
'«UK VERBODEN
Van
,'n rTn Nederlandse
k *ltc*t Nai U08 =«5 T van AndeL
^noveT
%.A»i.®*lï ~vrein„ "v «iuusier-
X V*WWagen- die op de
kV C, 0mk^telde. Be-
<s>^^nog een militair
(Van onze Haagse redacteur)
Bij een vergelijking tussen de on
derwijzerssalarissen van 1938 en van
nu ziet men een stijging van het aan
vangssalaris met 171 procent, terwijl
bij de commies en de hoofdcommies
de salarisverbetering beperkt is ge
bleven tot 101 en 110 procent. Het
ontmoet echter bezwaar een dergelij
ke vergelijking te beperken tot de
aanvangssalarissen. De verlangens
van de onderwijzers liggen niet zo
zeer op het terrein van de aanvangs
salarissen, maar meer speciaal op
dat van de maxima en van de mar
ges. Aldus wordt gesteld in „Het Ka
tholieke Schoolblad" van deze week,
in welk blad de voorzitter van het
katholiek onderwijzers verbond, de
heer Joh. H. M. Derksen, commen
taar levert op enige uitlatingen van
minister mr. J. M. L. Th. Cals in het
interview over de onderwijzerssalaris
sen gepubliceerd in ons blad van
1 mei J.l.
Bij dit interview wordt voorts o.m.
opgemerkt, dat het verlangen van de
regering om de salarissen van de on
derwijzers te laten onderzoeken door
een commissie van ambtelijke deskun
digen volkomen begrijpelijk is, doch dat
men daarmee wel rijkelijk laat is ge
komen. De regering heeft in de afgelo
pen twee jaar meermalen verklaard,
dat het naar haar mening niet nodig
was de onderwijzerssalarissen te her
zien. Dit moet dan toch gegrond zijn op
de overtuiging, dat de onderwijzers
juist genoteerd stonden. Wanneer er nu
toch plotseling een onderzoek moest ko
men, dan bewijst dit toch minstens, al
dus „Het Katholieke Schoolblad", dat de
houding van de regering in de afgelo
pen twee jaar sterk aanvechtbaar moet
worden genoemd. Bovenal hebben de
onderwijzers er bezwaar tegen, dat dit
onderzoek moest geschieden buiten de
commissie voor georganiseerd overleg,
die daarvoor het aangewezen orgaan is.
In deze commissie hadden de deskun
digen kunnen worden gehoord.
N. a. v. de uitspraak van de bewinds
man over de toelichting bij de salaris-
voorstellen van de A.N.O.F. wordt in
het onderwijzersblad nog eens gezegd,
dat men meent deze voorstellen wel
uitvoerig te hebben toegelicht. Het oor
deel daarover blijft echter tenslotte zui
ver subjektief.
Uitvoerig gaat de voorzitter van het
Katholiek Onderwijzersverbond in op de
ministeriële opmerkingen n.a.v. onze
vraag of er een zelfstandige salarisre
geling voor het gehele onderwijs zou
dienen te komen. Schr. acht het ant
woord van minister Cals indien de
onderwijzerssalarissen van die der
ambtenaren zouden worden losgemaakt,
dan zou deze scheiding ook definitief
moeten zijn uitermate gewichtig. De
onderwijzers hechten er namelijk bui
tengewoon grote waarde aan, dat de
salarissen van het onderwijzend perso
neel op een bepaalde wijze aan die der
ambtenaren zijn gehecht. Men wü als
principe vasthouden: gelijktijdig en
evenredig. Dit betekent, dat wanneer
er voor de ambtenaren bepaalde sala
risverbeteringen of regelingen van de
secundaire arbeidsvoorwaarden aan de
orde komen, deze ook voor de onder
wijzenden moeten gelden. Het betekent
echter niet, dat bij een speciale sala-
rlsverbetering voor bepaalde categorie-
en ambtenaren (op grond van een her
waardering) ook de salarissen van on
derwijzers en Ieraren verhoogd' zouden
moeten worden. Het orgaan van het
K.O.V. waarschuwt uitdrukkelijk tegen
een uiteenscheuren van deze twee groe
pen salarissen.
Het Katholiek Onderwijzersverbond
waardeert inmiddels de welwillende
toon, die uit het gehele interview t.o.v.
de onderwijzers spreekt. Gehoopt wordt
dat de minister er spoedig in zal sla
gen de gnderwijzers een gerechtvaar
digde salarisregeling te geven. Het on
geduld stijgt met de dag.
Advertentie
Dit pakje hevaf een extra
vouw, waardoor bet
2 x zo wijd open.
waaiert en volop
ruimte biedt voor het
stoppen van de pijp
in het pakje zelf!
F 29
Het „Internationaal Katholiek Film
bureau" dat eerst besloten had zijn
prijs toe te kennen aan de Italiaanse
film „II Ferroviere" (De spoorman),
heeft later meegedeeld dat het deze
film eenzelfde vermelding had gegeven
als de Amerikaanse film „De man in
het grijs flanellen pak" en de Indische
film „Father Panchali". Het heeft zijn
grote prijs toegekend aan de Italiaan
se film „Het Dak" van Vittorio de Si-
ca, waarmee het negende filmfestival
van Cannes besloten werd.
Z. H. Exc. de bisschop van Haarlem
zal woensdag 16 mei geen audiëëntie
verlenen.
Advertentie
II Krabben en peuteren maakt
Hl a BWK- de kwaal steeds erger. De
r.iïrlDi™ helder vloeibare D.D.D.
UiLMdU dringt diep in de poriën door.
J zuivert, ontsmet en geneest.
GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAANDOENINGEN
VLOEISTOF - BALSEM
ZEEP
De katholieke studentenvereniging
„Sanctus Thomas Aquinas" te Amster
dam heeft vrijdagmiddag t.g.v. haar
twaalfde lustrum een plechtige open
bare feestvergaderlng belegd in de
aula van de Gemeentelijke Universi-
De h. t. praeses van „Thomas", de
heer W. J. Vinke, mocht vele gasten be
groeten, o.w. prof. mr. M. W. Woerde
man, rector-magnificus van de univer
siteit: prof. mr. A. J. Diepenhorst, die
de feestrede uitsprak; prof. B. A. M.
Barendse O.P., hoogleraar in de Thomis
tische wijsbegeerte te Amsterdam; drs.
W. A. v. d. Donk, praeses van de reünis
tenvereniging van „Thomas" „Post Ju-
cundam Juventutem"; de heer H. Ex,
vertegenwoordiger van prof. dr. F, J.
Th. Rutten, die tot zijn grote spijt ver
hinderd was, en pater G. van Gestel,
voorzitter van „Geloof en Wetenschap",
de vereniging, waaruit „Thomas" 60 jaar
geleden ontstaan is. Gelukwensen waren
binnengekomen o.a. van Z. H. Ex. mgr.
Paolo Giobbe, Z. H. Ex. mgr. J. P. Hui
berg, Z. E. prof. mr. L. M. Beel en van
andere katholieke ministers, van de Be
gum Liaquat Ali Khan, ambassadrice
van Pakistan; van dr. Kortenhorst, prof.
Romme en van verschillende hooglera
ren aan de universiteit van Amsterdam.
In zijn lustrumrede gaf de praeses een
overzicht van de huidige situatie van
de vereniging. Een studentenvereniging
moet zijn een antwoord op de totale
situatie van de student, speciaal echter
i.v.m. zijn academische studie. Na de
grote toeloop direct na de oorlog, daal
de het aantal leden enigszins. Hieraan
werd dit jaar echter een halt toegeroe
pen, ondanks de oprichting van een me
dische faculteit in Nijmegen. Als de be
langrijkste feiten in de afgelopen jaren
zag spr. de benoeming van twee assis
tent-moderatoren, mr. E. Schoenmakers
S.J. en mr. dr. P. Dresen S.J., het 25-
jarig jubileum van de moderator, dr. J.
van Heugten. S.J. en de oprichting van
de reünistenvereniging P.J.J.
Het eigenlijke karakter van Thomas
is nooit veranderd; wel vindt er op
het ogenblik een duidelijke mentali
teitsverandering plaats. In de onze
kerheid, die overal heerst, hebben ook
hier de jongeren het vertrouwen in
de bestaande instellingen verloren.
Bovendien komen nu grote groepen
studenten uit andere milieu's, die het
studentenleven „conservatief" vinden.
De gehele studie wordt utilitair,
de speculatieve geest dreigt verloren
te gaan. Thomas zal zich misschien
enigszins moeten heroriënteren, bij
welke taak het echter enig begrip en
vertrouwen vraagt! In dit verband
zag de praeses het als de zeer belang
rijke taak van het Algemeen Dispuut,
ook de z.g.n. „nihilisten" in de reli
gieuze en wetenschappelijke activitei
ten van Thomas te betrekken.
Hierna vond de installatie plaats van
de nieuwe ereleden der vereniging, prof.
dr. B. A. M. Barendse O.P., drs. W. A.
v. d. Donk en prof. dr. F. J. Th. Rutten.
Prof. Barendse O.P. betekent zeer veel
voor alle Amsterdamse katholieke stu
denten. Nog afgezien van zfjn colleges
in de Thomistische wijsbegeerte, is hij
de steunpilaar van alle vakdisputen
(juridisch, medisch enz.) en van vele
kleinere werkgroepen.
Aan drs. v. d. Donk dankt Thomas
zfjn pas opgerichte reünistenvereniging.
Deze is bijna een voorwaarde voor een
verbreding en verdieping van de Tho
mas-traditie. Tevens bieden de oud-leden
hiermee de vereniging aan de consoli
datie van hun echte en warme belang
stelling. „In onze contacten met Thomas
vinden wü terug wat wij waren en er
gens nog zijn", zeide drs. v. d. Donk in
zijn dankwoord.
Prof. Rutten heeft zich vooral grote
verdiensten verworven voor de studen
ten door zijn belangrijk werk bij de
vernieuwing van het onderwijs in de
„Commissie-Rutten".
Hierna hield prof. mr. A. J. Diepen
horst, hoogleraar aan de Vrije Univer
siteit te Amsterdam en lid der Eerste
Kamer, een feestrede over „De twee
werelden", het oosten en het westen, de
idee van de ondergang en de idee van
de vooruitgang.
Het westen heeft veel gemeenschap
pelijke ideeën over vrijheid en recht,
hoewel vanuit geheel verschillende uit
gangspunten benaderd. Het oosten, i.e.
Rusland, legt meer de nadruk op de
staat als geheel en toont weinig respect
voor de persoon. Nederland heeft geko
zen voor de westerse ideeën. „Doch een
gemeenschap van hoger orde bindt ons
ook aan de anderen; zo wenden de be-
zittenden zich tot de bezitlozen en rei
ken hen de hand, ook op het internatio
nale vlak."
Ondanks onze „sociale zekerheid"
heerst alom onzekerheid. Wij hopen op
de Europese eenheid, ondanks het voor
de helft communistische Italië, ondanks
het onvoldoende gezuiverde Duitsland,
ondanks Frankrijks wispelturigheid, on
danks Engelands verknochtheid aan het
Gemenebest.
Op de intellectuelen legt dit alles een
grote verantwoordelijkheid. „Doch God
is ons altijd trouw; slechts wij zijn on
trouw."
En in deze tijd zal een studentenver
eniging zijn plaats en zijn taak moeten
bepalen.
Hierna zond de jubilerende vereniging
een telegram met een aanhankelijkheids
betuiging aan H. M. de Koningin en een
telegram aan de Paus met de bede Zijn
zegen te geven aan het werken en stre
ven van Thomas „Instaurare omnia in
Christo".
De Nederlandse ambassadeur te Brus
sel, mr. B. Ph. baron van Harinxma
thoe Slooten, heeft de versierselen, be
horend bij het commandeurschap in de
orde van Oranje Nassau, uitgereikt aan
twee leden van de directie van de Sa
bena. Onderscheiden zijn de heren De-
swarte ën Vernieuwe, resp. directeur-
generaal en directeur van exploitatie.
et is een zeer verheugend ver
schijnsel, dat wij tegenwoordig
met recht mogen spreken van de
herrijzenis der hoop. In katholieke theo
logische publicaties houdt men zich hoe
langer hoe meer met de „miskende
deugd" bezig en het opvallende daarbij
is, dat men steeds duidelijker de „oer-
christelijke" opvatting gaat zien, die
heel de heilsgeschiedenis, zoals die in
het Oude en Nieuwe Testament is neer-
'gelegd, beschouwt als de basis van on
ze hoop. De H. Schrift immers toont
ons hoe Gods almacht aan het werk is
om het heil van de mensheid te be
werken. Heel het Oude Testament is
toch de voorbereiding van de komst
van Christus, de Verlosser; het Nieuwe
Testament verhaalt van Zijn Verlos
singswerk en schenkt ons de goddelijke
Openbaring van de eindvoltooiing daar
van. Zo weten wij, dat wij heel onze
hoop op Christus moeten funderen, maar
ook dat de verwezenlijking van onze
verwachting eerst geschieden zal op het
einde der tijden. Er is echter nog meer.
Omdat Christus Zijn Kerk gesticht heeft
als het enige heilsinstituut voor heel
de mensheid, krijgt onze hoop ook een
kerkelijk aspect en zelfs een kosmisch,
omdat wij naar Gods Woord een
„nieuwe hemel en een nieuwe aarde"
mogen tegemoet zien.
P. dr. H. Schillebeeckx O.P. heeft
onlangs in „Kultuurleven" een bewon
derenswaardige uiteenzetting gegeven
van het hedendaagse theologischaèden-
ken over de hoop.
Reeds in het Oude Testament, zo
schrijft hij, waren de heilsdaden van
Jahwe de basis van de hoop. Want juist
door de heilsdaden bijv. de leiding
en het onderricht Gods aan het uit
verkoren volk ging het grote heils
plan van God ten opzichte van de mens
heid steeds door, het ontwikkelde zich
altijd verder. De godsdienstige leiders
van de Joden hebben dan ook altijd
daarop gewezen. God houdt Zijn woord;
het ging er maar om, dat het volk
van zijn kant zich die goddelijke trouw
ook waardig toonde. Wanneer dat het
geval is, kan het met het volste recht
hopen op de verwezenlijking van Gods
beloften en de eigen groei in menselijk
heid en godsdienstigheid. De grote ver
wezenlijking van de Oud-testamentische
beloften had plaats toen de Verlosser
Mens werd en door Zijn verlossende
dood, gevolgd door de verrijzenis en de
zending van de H. Geest het grote heils
plan van God in beginsel voltooide.
Advertentie
PubHItotl» Ntdtrtondt Zulvlbureau, Gravenhoa*
NEEM PER MAN
DRIEKWART KAN
(Van onze medische medewerker)
Het geheimzinnige
hart heeft heden
ten dage nog lang
niet al zijn geheimen
prijs gegeven, al is onze
huidige kennis van de
bouw en werking van de
ze onvermoeibare motor
heel wat uitgebreider
dan vorige geslachten
hebben kunnen dromen
dat ooit mogelijk zou
zijn. De ziekten van het
hart gaan langzamerhand zelfs een
apart specialisme vormen.
Ook nu plaatst het hart ons nog voor
nieuwe problemen, waarbij moet wor
den toegegeven dat wij deze nieuwe
problemen vaak zelf oproepen.
Zo is het met de zogenaamde mana
gerziekte, waarover na de oorlog veel
wordt gesproken en geschreven. Aan
leken en medici is het na de oorlog
namelijk opgevallen, dat 4e sterfte van
mannen in leidende en verantwoor
delijke functies (in het Engels; Ma
nagers) toeneemt en wel op een
leeftijd dat deze mannen nog lang niet
aan het einde van hun krachten zouden
moeten zijn. Het is tevens gebleken
dat de doodsoorzaak in veruit de
meeste gevallen een hartaandoening
is.
Minister Donker, directeur Speet
van de KRO en nog vele andere voor
beelden zou ik u kunnen noemen (zon
der het beroepsgeheim te schenden
want de dagbladpers houdt u al uit
voerig op de hoogte).
De discussies over de managerziek
te in de medische litteratuur zijn nog
lang niet gesloten. Het is trouwens
niet alleen een medische kwestie,
maar vooral ook een sociaal èn eco
nomisch probleem. De medische on
derzoeker kan de oorzaken opsporen
en pogen een verklaring te geven, de
genezing van deze „ziekte" is echter
moeilijk of onmogelijk omdat de „pa
tiënt" meestal niet meewerkt. Men zou
dan nog zijn hoop kunnen stellen op
preventief ingrijpen. Maar door wie?
De gemeenschap laat er zich voor
alsnog weinig aan gelegen liggen en of
het individu zelf geneigd Is er iets aan
te doen, is vooralsnog twijfelachtig.
De managerziekte is geen nieuwe
In normale omstandigheden zullen
de bloedvaten, die het hart zelf van
bloed voorzien, evenals alle bloedva
ten in de loop der jaren het pro
ces van de aderverkalking ondergaan.
Geen mens die tijd van leven heeft,
ontkomt hieraan. Door de hiermede
gepaard gaande vernauwing van deze
vaten zal het hart op de duur niet
meer voldoende bloed krijgen hetgeen
het eerst tot uiting komt in een niet
meer kunnen voldoen aan hoge eisen.
Geleidelijk voortschrijdend zal de
hartmotor als het ware uitdoven. Het
ziekte in die zin, dat er nieuwe af
wijkingen aan het hart zouden zijn ont
dekt, die nog niet bekend waren.
Nieuw is alleen dat in onze tijd een
deel van de mannelijke bevolking
tengevolge van hart- en vaatziekten
vroeger overlijdt dan men zou mogen
verwachten, gezien de verlenging van
de gemiddelde levensduur.
Ook tegen het woord manager is
verzet aangetekend. Niet om even
eens te billijken taalkundige redenen.
De Nederlandse mijnarts Creyghton en
anderen menen namelijk dat niet alleen
de zogenaamde managers (verantwoor
delijken) hieronder vallen, maar een
veel grotere groep van werkende man
nen 1). Volgens deze opvatting is het
geen manager- maar een mannenziek-
te.
De verklaring van het nieuwe
verschijnsel dat hart en bloedva
ten bij zoveel mensen vroegtij
dig aan het eind van hun krachten
komen is oppervlakkig bezien vrij
simpel, maar wordt zeer ingewikkeld
als men er zich in gaat verdiepen.
is echter mogelijk dat voor die tijd
zo'n hartslagadertje op een kwade dag
verstopt raakt, een deel van het hart
krijgt dan geen bloed meer en sterft
af. In veel gevallen kan het lichaam
dit weer redelijk repareren en kan
de mens nog jaren verder leven. Maar
soms is een beschadiging zo groot
dat herstel niet meer mogelijk is. Dit
is dan een van de oorzaken van wat
de leek noemt: hartverlamming.
Behalve door te veel eten wordt
slagaderverkalking in de hand gewerkt
door verschillende andere factoren.
Nicotine, nerveuze spanning respectie
velijk geestelijke overspanning en een
tekort aan regelmatige rust beïnvloe
den via het onwillekeurige zenuwstel
sel hart en bloedvaten in ongunstige
zin. Vooral de harslagadertjes zijn voor
deze invloeden zeer gevoelig, zoals
wij volgende keer zullen zien. St.
1) De belangstellende lezer kan opzoe
ken: „Is de managerziekte een ziekte
van de manager?" In Mens en On
derneming 1954, bladz. 304.
Wij moeten dus zeggen, dat onze hoop
steunt op de heilsalmacht van God,
maar tevens, dat die heilsalmacht in
Christus zichtbaar geworden is, of, zo
als p. Schillebeeckx het uitdrukt, het
Christusmysterie wordt de christelijke
hoop. Wanneer wij ons afvragen, waar
op die hoop gericht is, dan luidt het
antwoord: op het Rijk Gods, dat reeds
in het Oude Testament beloofd werd,
en dat werkelijkheid geworden is in
Christus.
at betekent nu precies het ge
zegde, dat het Rijk Gods, waar
op wij hopen, reeds werkelijk
heid geworden is in Christus? Wij ge
tuigen met deze woorden van onze ze
kerheid, dat wij door ons geloof en ons
Doopsel nu reeds werkelijk deel hebben
aan dat Rijk Gods, waarvan wij de
voltooiing verwachten bij Christus'
tweede komst op aarde, op het einde
der tijden. Het is van het allergrootste
belang ons diep van deze waarheid te
doordringen en wel omdat ons hierdoor
eerst goed duidelijk kan worden welke
betekenis de deugd van hoop heeft, en
moét hebben, voor ons leven van elke
dag op aarde.
Maar al is het dan zó, dat het Chris
tus-mysterie onze hoop is, toch mogen
wij niet vergeten willen wij de zaken
zuiver stellen dat de beweegre
den van deze hoop „de God en Vader
van onze Heer Jezus Christus" (2 Cor.
1. 3) is. Het goddelijke heilsplan jm-
mers is van de Vader uitgegaan, Hij
heeft de Verlosser beloofd, en deze be
lofte is werkelijkheid geworden door de
menswording van Christus. Dit alles is
natuurlijk een kwestie van geloof.
Slechts voor wie gelooft hebben deze
heilsfeiten de betekenis, die ze naar
Gods bedoeling voor ons moeten
hebben.
Dat wil zeggen, dat wij de christe
lijke hoop niet alleen moeten verstaan
als een verwachting van de din
gen die komen zullen (de verrijzenis der
doden en het eeuwig leven), maar dat
zij tevens het aansporend „beginsel is,
dat heel de beweging naar het eindrijk
toe activeert". De christelijke hoop
maakt ons leven van elke dag tot een
echte, werkelijke ontwikkeling of op
gang naar het eindrijk, omdat zij het
is, die ons de waarde van ons leven
en zijn bedoeling doet begrijpen. Het is
immers zó, dat onze eeuwige toekomst
afhangt van de houding, die wij tegen
over Christus aannemen. Zijn verlossend
leven en werken was geheel op ons
eeuwig welzijn gericht. Daaraan moeten
wij in liefde en dankbaarheid geloven,
de door Hem verdiende genaden beho
ren wij zoveel mogelijk te benutten om
ons leven zó te leiden, dat het aan
Gods bedoeling beantwoordt en naar de
voltooiing in volmaakte menselijkheid
en godsdienstigheid toegroeit, die het
kenmerk is van het eindrijk.
Echt, waarachtig hopen op de eind-
voltooiing is dan ook ondenkbaar zon
der een volledige „bekering", zonder
algehele toéwending naar God. Alléén
hopen op de wederkomst van Christus
is niet voldoende. Hij komt heel zeker,
zelfs al zou er niemand meer zijn, die
op Hem hoopt. Maar Hij komt juist om
onze verlossing te voltooien. En daaraan
moeten wij meewerken! Het is derhalve
in ons eigen belang, dat wij de echte
hoop bezitten, die zich uit in een zo
heilig mogelijk leven, omdat wij ons
daardoor geschikt maken voor de vol
tooiing van Gods plannen met ons.
Want denken wij er wel aan: als
Christus wederkomt, komt Hij als
Rechter van levenden en doden. Zijn
komst is tevens een oordeel. Daarin
ligt opgesloten, dat onze eeuwigheid af
hangt van de wijze waarop wij in dit
leven op aarde beantwoord hebben aan
de plannen en voorschriften van God.
v -
Vrijdagmiddag heeft H. M. de Koningin in Utrecht een bezoek gebracht aan
de tentoonstelling van kunstwerken uit het koninklijk bezit, welke ten bate van
de ontheemden in het Centraal Museum wordt gehouden. Men ziet H. M. hier
met mgr. E. Lagerwey, oud-katholiek bisschop van Deventer.
In tegenwoordigheid van H.M. de Ko
ningin en vele stedelijke autoriteiten
heeft de commissaris van de Koningin
in de provincie Utrecht, mr. C. Th. E.
Graaf van Lynden van Sandenburg, vrij
dagmiddag in het Centraal Museum to
Utrecht de tentoonstelling van kunst
voorwerpen, documenten, onderscheidin
gen, gouden en zilveren voorwerpen en
preciosa uit het koninklijk bezit offi
cieel geopend.
De commissaris dankte H.M. voor
haar aanwezigheid en voor haar grote
medewerking bij het inrichten van de
tentoonstelling, waarin spr. een bewijs
van belangstelling zag voor de vluchte
lingen, ten bate van wie de tentoonstel
ling is georganiseerd.
Tevoren had de directrice, mej. dr.
Elisabeth Houtzager, een uiteenzetting
gegeven van de wijze waarop de tentoon
stelling is ingericht. Met medewerking
van het koninklijk huisarchief hebben
de samenstellers een ruime keus kunnen
maken. Zij hebben zich hierbij beperkt
tot de periode, die begint bij de instel
ling van het koningschap in Nederland
(1815) en van de zes regerende vorsten
een uitgebreide verzameling in totaal
bijna zeshonderd nummers kunst
voorwerpen e.d. bijeengebracht.
Wegens ruimtegebrek in het museum
werden de toespraken uitgesproken in
de naastliggende Nicolaikerk. Na af
loop hiervan maakte H.M. met een aan
tal genodigden een rondgang over de
tentoonstelling, die negen zalen van het
museum omvat en sprak zij haar waar
dering uit over de wijze, waarop de ge
kozen verzameling was geëxposeerd.
Nadat enige verversingen gebruikt wa
ren, vertrok de Koningin, die evenals
bij haar aankomst door het samenge
stroomde publiek w.o. schoolkinde
ren met vlaggetjes hartelijk werd
toegejuicht.
Woensdagmiddag is het bijna zeven
jarig dochtertje van de familie H. te
Deurne voor de woning van haar
ouders onder een vrachtauto gelopen
en dodelijk verongelukt. Zij liep met
haar jongere broertje en zusje achter
een tractor. Plotseling staken de drie
kinderen de weg over, waarbij het
meisje door de auto werd gegrepen.