s PUI? stilte ;>s> Katholieke onderwijzers bond maakt bezwaar tegen scheiding tussen de onderwijzers- en ambtenarensalarissen Dukaat DDD De herrijzenis van de hoop H met melk meer mans MANAGERZIEKTE w s^iSSJSSss n&$^§Kïssï De lekkerste pijptabak Feest vergadering van „SANCTUS THOMAS in de aula van Amsterdams Universiteit Betekenis der heilsgeschiedenis $5§ JS Drie ereleden geïnstalleerd: prof. B. Barendseprof F. Rutten drs. W. v. d. Donk en Bezoek aan „Koninklijk Bezit" fDElj uit de handigste verpakking Gods heilsplan zichtbaar in Christus ZATERDAG 12 MEI 1956 PAGINA 5 rr vs t ^"ederlandBe »«i;:res in Duitsdband V^rt1^dn biaden heb' „Aanvechtbaar" Omgeduid sitijtgt! De échte liefhebber van een fijne*' pijp tabak kiest Douwe Egberts Dukaat! Nu bovendien in speciale patent-verpakking! DOUWE EGBERTS zachte, geurige püptabak Katholieke filmprijs te Cannes Geer» audiëntie Nedlerlanidisie onderscheiding voor Sabena-diirecteiuren Jül Hart en bloedvaten schijnen tegenwoordig vaak vroegtijdig aan het eind van hun krachten te komen «f Zesjarig meisje verongelukt &§SéCt '«UK VERBODEN Van ,'n rTn Nederlandse k *ltc*t Nai U08 =«5 T van AndeL ^noveT %.A»i.®*lï ~vrein„ "v «iuusier- X V*WWagen- die op de kV C, 0mk^telde. Be- <s>^^nog een militair (Van onze Haagse redacteur) Bij een vergelijking tussen de on derwijzerssalarissen van 1938 en van nu ziet men een stijging van het aan vangssalaris met 171 procent, terwijl bij de commies en de hoofdcommies de salarisverbetering beperkt is ge bleven tot 101 en 110 procent. Het ontmoet echter bezwaar een dergelij ke vergelijking te beperken tot de aanvangssalarissen. De verlangens van de onderwijzers liggen niet zo zeer op het terrein van de aanvangs salarissen, maar meer speciaal op dat van de maxima en van de mar ges. Aldus wordt gesteld in „Het Ka tholieke Schoolblad" van deze week, in welk blad de voorzitter van het katholiek onderwijzers verbond, de heer Joh. H. M. Derksen, commen taar levert op enige uitlatingen van minister mr. J. M. L. Th. Cals in het interview over de onderwijzerssalaris sen gepubliceerd in ons blad van 1 mei J.l. Bij dit interview wordt voorts o.m. opgemerkt, dat het verlangen van de regering om de salarissen van de on derwijzers te laten onderzoeken door een commissie van ambtelijke deskun digen volkomen begrijpelijk is, doch dat men daarmee wel rijkelijk laat is ge komen. De regering heeft in de afgelo pen twee jaar meermalen verklaard, dat het naar haar mening niet nodig was de onderwijzerssalarissen te her zien. Dit moet dan toch gegrond zijn op de overtuiging, dat de onderwijzers juist genoteerd stonden. Wanneer er nu toch plotseling een onderzoek moest ko men, dan bewijst dit toch minstens, al dus „Het Katholieke Schoolblad", dat de houding van de regering in de afgelo pen twee jaar sterk aanvechtbaar moet worden genoemd. Bovenal hebben de onderwijzers er bezwaar tegen, dat dit onderzoek moest geschieden buiten de commissie voor georganiseerd overleg, die daarvoor het aangewezen orgaan is. In deze commissie hadden de deskun digen kunnen worden gehoord. N. a. v. de uitspraak van de bewinds man over de toelichting bij de salaris- voorstellen van de A.N.O.F. wordt in het onderwijzersblad nog eens gezegd, dat men meent deze voorstellen wel uitvoerig te hebben toegelicht. Het oor deel daarover blijft echter tenslotte zui ver subjektief. Uitvoerig gaat de voorzitter van het Katholiek Onderwijzersverbond in op de ministeriële opmerkingen n.a.v. onze vraag of er een zelfstandige salarisre geling voor het gehele onderwijs zou dienen te komen. Schr. acht het ant woord van minister Cals indien de onderwijzerssalarissen van die der ambtenaren zouden worden losgemaakt, dan zou deze scheiding ook definitief moeten zijn uitermate gewichtig. De onderwijzers hechten er namelijk bui tengewoon grote waarde aan, dat de salarissen van het onderwijzend perso neel op een bepaalde wijze aan die der ambtenaren zijn gehecht. Men wü als principe vasthouden: gelijktijdig en evenredig. Dit betekent, dat wanneer er voor de ambtenaren bepaalde sala risverbeteringen of regelingen van de secundaire arbeidsvoorwaarden aan de orde komen, deze ook voor de onder wijzenden moeten gelden. Het betekent echter niet, dat bij een speciale sala- rlsverbetering voor bepaalde categorie- en ambtenaren (op grond van een her waardering) ook de salarissen van on derwijzers en Ieraren verhoogd' zouden moeten worden. Het orgaan van het K.O.V. waarschuwt uitdrukkelijk tegen een uiteenscheuren van deze twee groe pen salarissen. Het Katholiek Onderwijzersverbond waardeert inmiddels de welwillende toon, die uit het gehele interview t.o.v. de onderwijzers spreekt. Gehoopt wordt dat de minister er spoedig in zal sla gen de gnderwijzers een gerechtvaar digde salarisregeling te geven. Het on geduld stijgt met de dag. Advertentie Dit pakje hevaf een extra vouw, waardoor bet 2 x zo wijd open. waaiert en volop ruimte biedt voor het stoppen van de pijp in het pakje zelf! F 29 Het „Internationaal Katholiek Film bureau" dat eerst besloten had zijn prijs toe te kennen aan de Italiaanse film „II Ferroviere" (De spoorman), heeft later meegedeeld dat het deze film eenzelfde vermelding had gegeven als de Amerikaanse film „De man in het grijs flanellen pak" en de Indische film „Father Panchali". Het heeft zijn grote prijs toegekend aan de Italiaan se film „Het Dak" van Vittorio de Si- ca, waarmee het negende filmfestival van Cannes besloten werd. Z. H. Exc. de bisschop van Haarlem zal woensdag 16 mei geen audiëëntie verlenen. Advertentie II Krabben en peuteren maakt Hl a BWK- de kwaal steeds erger. De r.iïrlDi™ helder vloeibare D.D.D. UiLMdU dringt diep in de poriën door. J zuivert, ontsmet en geneest. GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN VLOEISTOF - BALSEM ZEEP De katholieke studentenvereniging „Sanctus Thomas Aquinas" te Amster dam heeft vrijdagmiddag t.g.v. haar twaalfde lustrum een plechtige open bare feestvergaderlng belegd in de aula van de Gemeentelijke Universi- De h. t. praeses van „Thomas", de heer W. J. Vinke, mocht vele gasten be groeten, o.w. prof. mr. M. W. Woerde man, rector-magnificus van de univer siteit: prof. mr. A. J. Diepenhorst, die de feestrede uitsprak; prof. B. A. M. Barendse O.P., hoogleraar in de Thomis tische wijsbegeerte te Amsterdam; drs. W. A. v. d. Donk, praeses van de reünis tenvereniging van „Thomas" „Post Ju- cundam Juventutem"; de heer H. Ex, vertegenwoordiger van prof. dr. F, J. Th. Rutten, die tot zijn grote spijt ver hinderd was, en pater G. van Gestel, voorzitter van „Geloof en Wetenschap", de vereniging, waaruit „Thomas" 60 jaar geleden ontstaan is. Gelukwensen waren binnengekomen o.a. van Z. H. Ex. mgr. Paolo Giobbe, Z. H. Ex. mgr. J. P. Hui berg, Z. E. prof. mr. L. M. Beel en van andere katholieke ministers, van de Be gum Liaquat Ali Khan, ambassadrice van Pakistan; van dr. Kortenhorst, prof. Romme en van verschillende hooglera ren aan de universiteit van Amsterdam. In zijn lustrumrede gaf de praeses een overzicht van de huidige situatie van de vereniging. Een studentenvereniging moet zijn een antwoord op de totale situatie van de student, speciaal echter i.v.m. zijn academische studie. Na de grote toeloop direct na de oorlog, daal de het aantal leden enigszins. Hieraan werd dit jaar echter een halt toegeroe pen, ondanks de oprichting van een me dische faculteit in Nijmegen. Als de be langrijkste feiten in de afgelopen jaren zag spr. de benoeming van twee assis tent-moderatoren, mr. E. Schoenmakers S.J. en mr. dr. P. Dresen S.J., het 25- jarig jubileum van de moderator, dr. J. van Heugten. S.J. en de oprichting van de reünistenvereniging P.J.J. Het eigenlijke karakter van Thomas is nooit veranderd; wel vindt er op het ogenblik een duidelijke mentali teitsverandering plaats. In de onze kerheid, die overal heerst, hebben ook hier de jongeren het vertrouwen in de bestaande instellingen verloren. Bovendien komen nu grote groepen studenten uit andere milieu's, die het studentenleven „conservatief" vinden. De gehele studie wordt utilitair, de speculatieve geest dreigt verloren te gaan. Thomas zal zich misschien enigszins moeten heroriënteren, bij welke taak het echter enig begrip en vertrouwen vraagt! In dit verband zag de praeses het als de zeer belang rijke taak van het Algemeen Dispuut, ook de z.g.n. „nihilisten" in de reli gieuze en wetenschappelijke activitei ten van Thomas te betrekken. Hierna vond de installatie plaats van de nieuwe ereleden der vereniging, prof. dr. B. A. M. Barendse O.P., drs. W. A. v. d. Donk en prof. dr. F. J. Th. Rutten. Prof. Barendse O.P. betekent zeer veel voor alle Amsterdamse katholieke stu denten. Nog afgezien van zfjn colleges in de Thomistische wijsbegeerte, is hij de steunpilaar van alle vakdisputen (juridisch, medisch enz.) en van vele kleinere werkgroepen. Aan drs. v. d. Donk dankt Thomas zfjn pas opgerichte reünistenvereniging. Deze is bijna een voorwaarde voor een verbreding en verdieping van de Tho mas-traditie. Tevens bieden de oud-leden hiermee de vereniging aan de consoli datie van hun echte en warme belang stelling. „In onze contacten met Thomas vinden wü terug wat wij waren en er gens nog zijn", zeide drs. v. d. Donk in zijn dankwoord. Prof. Rutten heeft zich vooral grote verdiensten verworven voor de studen ten door zijn belangrijk werk bij de vernieuwing van het onderwijs in de „Commissie-Rutten". Hierna hield prof. mr. A. J. Diepen horst, hoogleraar aan de Vrije Univer siteit te Amsterdam en lid der Eerste Kamer, een feestrede over „De twee werelden", het oosten en het westen, de idee van de ondergang en de idee van de vooruitgang. Het westen heeft veel gemeenschap pelijke ideeën over vrijheid en recht, hoewel vanuit geheel verschillende uit gangspunten benaderd. Het oosten, i.e. Rusland, legt meer de nadruk op de staat als geheel en toont weinig respect voor de persoon. Nederland heeft geko zen voor de westerse ideeën. „Doch een gemeenschap van hoger orde bindt ons ook aan de anderen; zo wenden de be- zittenden zich tot de bezitlozen en rei ken hen de hand, ook op het internatio nale vlak." Ondanks onze „sociale zekerheid" heerst alom onzekerheid. Wij hopen op de Europese eenheid, ondanks het voor de helft communistische Italië, ondanks het onvoldoende gezuiverde Duitsland, ondanks Frankrijks wispelturigheid, on danks Engelands verknochtheid aan het Gemenebest. Op de intellectuelen legt dit alles een grote verantwoordelijkheid. „Doch God is ons altijd trouw; slechts wij zijn on trouw." En in deze tijd zal een studentenver eniging zijn plaats en zijn taak moeten bepalen. Hierna zond de jubilerende vereniging een telegram met een aanhankelijkheids betuiging aan H. M. de Koningin en een telegram aan de Paus met de bede Zijn zegen te geven aan het werken en stre ven van Thomas „Instaurare omnia in Christo". De Nederlandse ambassadeur te Brus sel, mr. B. Ph. baron van Harinxma thoe Slooten, heeft de versierselen, be horend bij het commandeurschap in de orde van Oranje Nassau, uitgereikt aan twee leden van de directie van de Sa bena. Onderscheiden zijn de heren De- swarte ën Vernieuwe, resp. directeur- generaal en directeur van exploitatie. et is een zeer verheugend ver schijnsel, dat wij tegenwoordig met recht mogen spreken van de herrijzenis der hoop. In katholieke theo logische publicaties houdt men zich hoe langer hoe meer met de „miskende deugd" bezig en het opvallende daarbij is, dat men steeds duidelijker de „oer- christelijke" opvatting gaat zien, die heel de heilsgeschiedenis, zoals die in het Oude en Nieuwe Testament is neer- 'gelegd, beschouwt als de basis van on ze hoop. De H. Schrift immers toont ons hoe Gods almacht aan het werk is om het heil van de mensheid te be werken. Heel het Oude Testament is toch de voorbereiding van de komst van Christus, de Verlosser; het Nieuwe Testament verhaalt van Zijn Verlos singswerk en schenkt ons de goddelijke Openbaring van de eindvoltooiing daar van. Zo weten wij, dat wij heel onze hoop op Christus moeten funderen, maar ook dat de verwezenlijking van onze verwachting eerst geschieden zal op het einde der tijden. Er is echter nog meer. Omdat Christus Zijn Kerk gesticht heeft als het enige heilsinstituut voor heel de mensheid, krijgt onze hoop ook een kerkelijk aspect en zelfs een kosmisch, omdat wij naar Gods Woord een „nieuwe hemel en een nieuwe aarde" mogen tegemoet zien. P. dr. H. Schillebeeckx O.P. heeft onlangs in „Kultuurleven" een bewon derenswaardige uiteenzetting gegeven van het hedendaagse theologischaèden- ken over de hoop. Reeds in het Oude Testament, zo schrijft hij, waren de heilsdaden van Jahwe de basis van de hoop. Want juist door de heilsdaden bijv. de leiding en het onderricht Gods aan het uit verkoren volk ging het grote heils plan van God ten opzichte van de mens heid steeds door, het ontwikkelde zich altijd verder. De godsdienstige leiders van de Joden hebben dan ook altijd daarop gewezen. God houdt Zijn woord; het ging er maar om, dat het volk van zijn kant zich die goddelijke trouw ook waardig toonde. Wanneer dat het geval is, kan het met het volste recht hopen op de verwezenlijking van Gods beloften en de eigen groei in menselijk heid en godsdienstigheid. De grote ver wezenlijking van de Oud-testamentische beloften had plaats toen de Verlosser Mens werd en door Zijn verlossende dood, gevolgd door de verrijzenis en de zending van de H. Geest het grote heils plan van God in beginsel voltooide. Advertentie PubHItotl» Ntdtrtondt Zulvlbureau, Gravenhoa* NEEM PER MAN DRIEKWART KAN (Van onze medische medewerker) Het geheimzinnige hart heeft heden ten dage nog lang niet al zijn geheimen prijs gegeven, al is onze huidige kennis van de bouw en werking van de ze onvermoeibare motor heel wat uitgebreider dan vorige geslachten hebben kunnen dromen dat ooit mogelijk zou zijn. De ziekten van het hart gaan langzamerhand zelfs een apart specialisme vormen. Ook nu plaatst het hart ons nog voor nieuwe problemen, waarbij moet wor den toegegeven dat wij deze nieuwe problemen vaak zelf oproepen. Zo is het met de zogenaamde mana gerziekte, waarover na de oorlog veel wordt gesproken en geschreven. Aan leken en medici is het na de oorlog namelijk opgevallen, dat 4e sterfte van mannen in leidende en verantwoor delijke functies (in het Engels; Ma nagers) toeneemt en wel op een leeftijd dat deze mannen nog lang niet aan het einde van hun krachten zouden moeten zijn. Het is tevens gebleken dat de doodsoorzaak in veruit de meeste gevallen een hartaandoening is. Minister Donker, directeur Speet van de KRO en nog vele andere voor beelden zou ik u kunnen noemen (zon der het beroepsgeheim te schenden want de dagbladpers houdt u al uit voerig op de hoogte). De discussies over de managerziek te in de medische litteratuur zijn nog lang niet gesloten. Het is trouwens niet alleen een medische kwestie, maar vooral ook een sociaal èn eco nomisch probleem. De medische on derzoeker kan de oorzaken opsporen en pogen een verklaring te geven, de genezing van deze „ziekte" is echter moeilijk of onmogelijk omdat de „pa tiënt" meestal niet meewerkt. Men zou dan nog zijn hoop kunnen stellen op preventief ingrijpen. Maar door wie? De gemeenschap laat er zich voor alsnog weinig aan gelegen liggen en of het individu zelf geneigd Is er iets aan te doen, is vooralsnog twijfelachtig. De managerziekte is geen nieuwe In normale omstandigheden zullen de bloedvaten, die het hart zelf van bloed voorzien, evenals alle bloedva ten in de loop der jaren het pro ces van de aderverkalking ondergaan. Geen mens die tijd van leven heeft, ontkomt hieraan. Door de hiermede gepaard gaande vernauwing van deze vaten zal het hart op de duur niet meer voldoende bloed krijgen hetgeen het eerst tot uiting komt in een niet meer kunnen voldoen aan hoge eisen. Geleidelijk voortschrijdend zal de hartmotor als het ware uitdoven. Het ziekte in die zin, dat er nieuwe af wijkingen aan het hart zouden zijn ont dekt, die nog niet bekend waren. Nieuw is alleen dat in onze tijd een deel van de mannelijke bevolking tengevolge van hart- en vaatziekten vroeger overlijdt dan men zou mogen verwachten, gezien de verlenging van de gemiddelde levensduur. Ook tegen het woord manager is verzet aangetekend. Niet om even eens te billijken taalkundige redenen. De Nederlandse mijnarts Creyghton en anderen menen namelijk dat niet alleen de zogenaamde managers (verantwoor delijken) hieronder vallen, maar een veel grotere groep van werkende man nen 1). Volgens deze opvatting is het geen manager- maar een mannenziek- te. De verklaring van het nieuwe verschijnsel dat hart en bloedva ten bij zoveel mensen vroegtij dig aan het eind van hun krachten komen is oppervlakkig bezien vrij simpel, maar wordt zeer ingewikkeld als men er zich in gaat verdiepen. is echter mogelijk dat voor die tijd zo'n hartslagadertje op een kwade dag verstopt raakt, een deel van het hart krijgt dan geen bloed meer en sterft af. In veel gevallen kan het lichaam dit weer redelijk repareren en kan de mens nog jaren verder leven. Maar soms is een beschadiging zo groot dat herstel niet meer mogelijk is. Dit is dan een van de oorzaken van wat de leek noemt: hartverlamming. Behalve door te veel eten wordt slagaderverkalking in de hand gewerkt door verschillende andere factoren. Nicotine, nerveuze spanning respectie velijk geestelijke overspanning en een tekort aan regelmatige rust beïnvloe den via het onwillekeurige zenuwstel sel hart en bloedvaten in ongunstige zin. Vooral de harslagadertjes zijn voor deze invloeden zeer gevoelig, zoals wij volgende keer zullen zien. St. 1) De belangstellende lezer kan opzoe ken: „Is de managerziekte een ziekte van de manager?" In Mens en On derneming 1954, bladz. 304. Wij moeten dus zeggen, dat onze hoop steunt op de heilsalmacht van God, maar tevens, dat die heilsalmacht in Christus zichtbaar geworden is, of, zo als p. Schillebeeckx het uitdrukt, het Christusmysterie wordt de christelijke hoop. Wanneer wij ons afvragen, waar op die hoop gericht is, dan luidt het antwoord: op het Rijk Gods, dat reeds in het Oude Testament beloofd werd, en dat werkelijkheid geworden is in Christus. at betekent nu precies het ge zegde, dat het Rijk Gods, waar op wij hopen, reeds werkelijk heid geworden is in Christus? Wij ge tuigen met deze woorden van onze ze kerheid, dat wij door ons geloof en ons Doopsel nu reeds werkelijk deel hebben aan dat Rijk Gods, waarvan wij de voltooiing verwachten bij Christus' tweede komst op aarde, op het einde der tijden. Het is van het allergrootste belang ons diep van deze waarheid te doordringen en wel omdat ons hierdoor eerst goed duidelijk kan worden welke betekenis de deugd van hoop heeft, en moét hebben, voor ons leven van elke dag op aarde. Maar al is het dan zó, dat het Chris tus-mysterie onze hoop is, toch mogen wij niet vergeten willen wij de zaken zuiver stellen dat de beweegre den van deze hoop „de God en Vader van onze Heer Jezus Christus" (2 Cor. 1. 3) is. Het goddelijke heilsplan jm- mers is van de Vader uitgegaan, Hij heeft de Verlosser beloofd, en deze be lofte is werkelijkheid geworden door de menswording van Christus. Dit alles is natuurlijk een kwestie van geloof. Slechts voor wie gelooft hebben deze heilsfeiten de betekenis, die ze naar Gods bedoeling voor ons moeten hebben. Dat wil zeggen, dat wij de christe lijke hoop niet alleen moeten verstaan als een verwachting van de din gen die komen zullen (de verrijzenis der doden en het eeuwig leven), maar dat zij tevens het aansporend „beginsel is, dat heel de beweging naar het eindrijk toe activeert". De christelijke hoop maakt ons leven van elke dag tot een echte, werkelijke ontwikkeling of op gang naar het eindrijk, omdat zij het is, die ons de waarde van ons leven en zijn bedoeling doet begrijpen. Het is immers zó, dat onze eeuwige toekomst afhangt van de houding, die wij tegen over Christus aannemen. Zijn verlossend leven en werken was geheel op ons eeuwig welzijn gericht. Daaraan moeten wij in liefde en dankbaarheid geloven, de door Hem verdiende genaden beho ren wij zoveel mogelijk te benutten om ons leven zó te leiden, dat het aan Gods bedoeling beantwoordt en naar de voltooiing in volmaakte menselijkheid en godsdienstigheid toegroeit, die het kenmerk is van het eindrijk. Echt, waarachtig hopen op de eind- voltooiing is dan ook ondenkbaar zon der een volledige „bekering", zonder algehele toéwending naar God. Alléén hopen op de wederkomst van Christus is niet voldoende. Hij komt heel zeker, zelfs al zou er niemand meer zijn, die op Hem hoopt. Maar Hij komt juist om onze verlossing te voltooien. En daaraan moeten wij meewerken! Het is derhalve in ons eigen belang, dat wij de echte hoop bezitten, die zich uit in een zo heilig mogelijk leven, omdat wij ons daardoor geschikt maken voor de vol tooiing van Gods plannen met ons. Want denken wij er wel aan: als Christus wederkomt, komt Hij als Rechter van levenden en doden. Zijn komst is tevens een oordeel. Daarin ligt opgesloten, dat onze eeuwigheid af hangt van de wijze waarop wij in dit leven op aarde beantwoord hebben aan de plannen en voorschriften van God. v - Vrijdagmiddag heeft H. M. de Koningin in Utrecht een bezoek gebracht aan de tentoonstelling van kunstwerken uit het koninklijk bezit, welke ten bate van de ontheemden in het Centraal Museum wordt gehouden. Men ziet H. M. hier met mgr. E. Lagerwey, oud-katholiek bisschop van Deventer. In tegenwoordigheid van H.M. de Ko ningin en vele stedelijke autoriteiten heeft de commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht, mr. C. Th. E. Graaf van Lynden van Sandenburg, vrij dagmiddag in het Centraal Museum to Utrecht de tentoonstelling van kunst voorwerpen, documenten, onderscheidin gen, gouden en zilveren voorwerpen en preciosa uit het koninklijk bezit offi cieel geopend. De commissaris dankte H.M. voor haar aanwezigheid en voor haar grote medewerking bij het inrichten van de tentoonstelling, waarin spr. een bewijs van belangstelling zag voor de vluchte lingen, ten bate van wie de tentoonstel ling is georganiseerd. Tevoren had de directrice, mej. dr. Elisabeth Houtzager, een uiteenzetting gegeven van de wijze waarop de tentoon stelling is ingericht. Met medewerking van het koninklijk huisarchief hebben de samenstellers een ruime keus kunnen maken. Zij hebben zich hierbij beperkt tot de periode, die begint bij de instel ling van het koningschap in Nederland (1815) en van de zes regerende vorsten een uitgebreide verzameling in totaal bijna zeshonderd nummers kunst voorwerpen e.d. bijeengebracht. Wegens ruimtegebrek in het museum werden de toespraken uitgesproken in de naastliggende Nicolaikerk. Na af loop hiervan maakte H.M. met een aan tal genodigden een rondgang over de tentoonstelling, die negen zalen van het museum omvat en sprak zij haar waar dering uit over de wijze, waarop de ge kozen verzameling was geëxposeerd. Nadat enige verversingen gebruikt wa ren, vertrok de Koningin, die evenals bij haar aankomst door het samenge stroomde publiek w.o. schoolkinde ren met vlaggetjes hartelijk werd toegejuicht. Woensdagmiddag is het bijna zeven jarig dochtertje van de familie H. te Deurne voor de woning van haar ouders onder een vrachtauto gelopen en dodelijk verongelukt. Zij liep met haar jongere broertje en zusje achter een tractor. Plotseling staken de drie kinderen de weg over, waarbij het meisje door de auto werd gegrepen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 5