heeft van AMSTERDAM
gehouden, maar geheel
ers dan zijn trotse tijdgenoten
I
tertoren
favoriet
m
J
IS
S.E.R. loopt niet vooruit op
loonontwikkeling
Intensieve propaganda-actie geslaagd
K.A.B. heeft 400.000 leden
m
Rallye II
Sociale politiek
ïVSs
r1
'MA
«I
V Uitölu,aar m all<
W n? ^ee^d- Rem
Informeel overleg met college van
rijksbemiddelaars gewenst
Brutowinst van 80.000 nodig om
nettowinst van 44.000 te behalen
vSft'; &Ierd^ om.
&k£
&>>de%t?eyser^
&i7rm i M*
ZATERDAG 12 MEI 1956
PAGINA 7
N
C> kijkt
ko a9(3t p ',aar naar Amsterdam als naar de stad van
^tip w. duizenden uit binnen- en buitenland, die in de
*UUi
tien getuige willen zijn van de indrukwekkende
erk op de plaats en in de atmosfeer, waar het is
verdwenen sterfhuis op de Rozengracht, het onvindbare graf in de
Westerkerk mogen dan een teleurstelling zijn, de stad doet dit alles
weer spoedig vergeten: de torens, de grachten, de burgwallen, het
licht-doorzeefde loof der bomen, de schemer in de avond over het
'\tl v0or i beschouwen als een pelgrimstocht. Zij komen water, de intimiteit en tegelijk de ruimte rondom van het polderland,
het ^toonstelling, maar ook om Amsterdam te het is toch Rembrandts atmosfeer, helemaal zoals wij die willen zien
als de historische omlijsting van zijn leven en zijn werk, als zijn thuis.
Het is waar en het is niet waar en als Amsterdam opnieuw bij dit
am vinden, dat hen met heel zijn uitzonderlijke feest het eerbetoon voor Rembrandt in ontvangst neemt, is dit
°n zal. Zij zullen dwalen door de binnenstad, die misschien meer dan het toekomt. Daarvoor is Rembrandt in het
tie j.nembrandt haar gestalte kreeg en haar gezicht en Amsterdam van de zeventiende eeuw te veel een vreemdeling
^tej. .ewÜde nog tal van herinneringen zijn aan wat men geweest, buiten de geest en het streven der toenmalige stad.
^t1, wte drinken, de lucht te proeven, de wereld te
'w'11 Athc.riri Rembrandt heeft geleefd. Zij zullen Rembrandt
'ij terd.
Qtltva
VVeet. De ontluisterde woning in de Breestraat, het
«ft
t^br??.>VerhoudinS tus-
M, ai ^kkBi 4,heeft Schmidt
V 'U Jk vastgesteld.
v 'n ftuwLr!quisitoir tegen
m ale Amsterdam, te-
reeds niet het
s,«
hS&?S>
-
ehkêu11, H'i heeft
yooM. 6 schetsen
tW^ble^orke -l- J
d>e nr- van deta»s
1 A\ hüVan de stad
\'«V 1- v®n ,fVan aar schoon-
trofsi1?01- zi' het
ikfetlseVt^mse
VhV
KSEaast het
ft
SdftCIn !n 0ver de
W,
H
Whul de ponies
- Ji^b0ljjpr hftljk Rijzen-
ft l 'iftto^eiiéhei/86150110-
'h ift n> het
NKeV't a hu' q\atar -Os-
^«'kÜRÜSi!
Herdenkingen te
Amsterdam
Hedenmorgen heeft de K.A.B. haar 400.000ste lid
ingeschreven en daarmede haar intensief gevoerde
actie „Op naar de 400.000" met succes bekroond ge
zien. Het was de 23-jarige Tilburgse kettingscheerder
J. P. van Broolrhoven. Dr. Mollerstraat 29, ingeschre
ven bij de R.-R. Kleding- en Textielarbeidersbond
„Sint-Lambertus", die als kroonlid uit de lange naam
lijsten van nieuwe leden te voorschijn kwam, toen
het voor deze propaganda-actie opgerichte algemeen
comité hedenmorgen op het Huis van den Arbeid
te Utrecht zijn wekelijkse vergadering hield en
de stand van zaken opmaakte. Onmiddellijk
werden telegrammen gezonden naar de gewestelijke
propagandaleiders om het grote nieuws overal in het
land bekend te maken. Hedenmiddag om 12.53 uur
sprak de heer Louis Beumer, leider van de centrale
propagandadienst, voor de radio om alle werkers geluk
te wensen met het behaalde resultaat. Hedenavond
zullen enige vertegenwoordigers van andere r.-k.
standsorganisaties de K.A.B. per radio feliciteren.
De actie werd 9 januari 1955 ingezet, toen de
K.A.B. 354.000 leden telde, dus nog 44.000 van het ge
stelde doel verwijderd was. Er werd een competitie
opgezet met wisselprijzen e.d., die tot resultaat had,
dat in juli 1955 de eerste ronde met een netto-winst
van 20.000 leden kon worden afgesloten. In september
begon de tweede ronde, die zelfs gedurende de koude
februarimaand (2100 leden) werd voortgezet. Duizen
den huisbezoekers gingen tienduizenden deuren langs.
De laatste weken kregen zij de wind in de zeilen, toen
de vakorganisaties hun poging om een nieuwe loon-
ronde te verkrijgen met succes bekroond zagen. De
laatste 10.000 nieuwe leden werden toen in versneld
tempo ingeschreven.
Insigne Koningin
Willhelimin afonds uitgereikt
Zuidlmiol'uikse officieren
weggevoerd
Vragien van prof. Gerbrandy
rmaLa en ui uc auiiiuaicciwaai utrt i» ïiuiiL-iiUUizcciue luui uei uumtrn, ut; öt-uciiici ui ut: avuuu uvci ucl
h
een en tegen
Per- En het doet
Ms ,visie op Vondel
sti'v echtlUlVa,ente genieën
i Vk '\U1«erd aStad' voortge-
AVft't u, 00r een en de-
ien aanleg. Von-
«hifi. beschaving gold
w, ilftt '1 al i de dichter vol-
W 7 7 Ont wederwaardig-
1 i.'ïfth a» °°Hng, de glorie
N tot dag midden
Rembrandt
ging in de
het u hlJ bleef, zoals
Vk K&rakteriseert, de
enaar.
naar
ver-
^eft pnde Leije
r A,W tiïrt Rembrandt
Amsterdam
■■''■vkS n ft allegorie „De
VWkSi?nd waarbij de
geëerd voor de
t h„ racht hem dit bij
'f'i* Vondel, verder
1 <iVie?fVer u'teen en heb-
«iter elkander naar
vermeden, Von-
sift ere, Rembrandt
Nt i>ftCCes miskend en
•tó «bj- Slechts één keer
fl uSfSrn Van ziJn verzen
XV' ft genoemd en wel
AV A elft v°ndel maakte
'UCCï Rembrandt
;\VX. °Psge2inde voor
ge-
voorgan-
komt de
1 1.1 randt tnf 111 tir
wbw mis-
ri"p ftft dt tot uiting in
frS iSr ir1® van zijn werk
Vo -
d t
7aar macht. Lie-
Yondel bezongen,
zich bouwde op
ib t aar macht. Lie-
h fteftrdaens mochten
ffmil de versiering,
tó, 1*. ho. tste der groten
1 'ft Kl Pntwerp voor de
°'ds Maximus, de
en Claudius Civi-
,v k' het Slorie hadden
■''J V jlfeSt riPaleis geworden
Wzön ver-
c,met bijna alles
I-'C*6, stad nog
^diG vondels geest,
tV h kn! het naar het buiten-
iJ°t *w,"Ooit. Wij
«i
v,=11» *-"*t uie
p* hripY1 Rembrandts
■Y C%h 6rck>, hem weinig
alle
«i'tziicblairniet in de eer-
a'r waren. Met
.tjSeu" qe ei
1V t», vSst bis'tft? statuur van
4M ^Sa ïms monu-
k'i «h ft, fCflt bewijst dan
de
kr'i^nsvorm, welke
I V Vqi^Q ahefen was dG
,/iii^ °°id- u11 voor bet
tSW® tot pIeren". Kei-
^Vhe^itet, aan de Leid-
werd de
i'W
ij.ii
1e^d he? Z0U' Pas in
°vertn erk voort-
,»rioomse vaart
ri(Ja
iLt'<! O^eht t®n'tteril"iwera ae
^XtV»;61» Zlro, bet sta-
j V jt
V> V W°om Rembrandt
H?'^l«h^L^nseUv?se uitbreV-
hier de hui-
l tTL^te-van
'iw-Y'ia a ee? zwak
\v»tobihalf li" bolwer-
hit! fhiYJe 0°neid en het
"iilitft»?» 6hhooAe VaA'?h tussen
r
Zo zag hij de Montelbaanstoren, zonder het „zinnelijk doorlucntig bovenwerk"
van Hendrick de*Keyser.
en de molen „de Victor". Laatstge
noemde molen, aan het eind van de
Rozengracht op slechts korte afstand
van Rembrandts laatste woning,
heeft stand gehouden tot 1898. En ten
slotte de zaagmolens in het westen
der stad, waar er vandaag nog één
van over is, de gekortwiekte „Otter".
Ook de Blauwbrug, toen nog als Lee-
wenbrug „met haar dertien water-
keelen" onderdeel van de omwalling,
inspireerde hem.
In de stad zelf heeft hij het St.-An-
thoniessluisje vereeuwigd, pal naast zijn
woning, gezien van Uilenburg af, over
het water van de Oude Schans, met
de Snoekjesgracht rechts en de Huiden
kopersburgwal links. En hij legde het
stadsbeeld vast aan de achterkant van
de Kloveniersdoelen met de middeleeuw
se toren „Swijgh Utrecht", deze echter
zonder het hoge puntdak. Ook de Mon
telbaanstoren zou hij afbeelden zonder
het „zinnelijk doorluchtig bovenwerk",
dat Hendrick de Keyser op de romp
van het voetstuk had geplaatst. Men
ziet er een schip in de verte op het IJ,
de bomen en de loswal aan de voet
van de toren, en de steiger, waar de
zeesoldaten, de sapitauers, aan boord
van de lichters gingen, feestelijk en met
slaande trom als gold het een bruiloft.
Met de afbeelding van deze steiger
staan we midden in het Amsterdam
van Rembrandts dagen de onstuimig
levende, snel groeiende, rijke en mach
tige koopstad, die in haar fascinerende
ontplooiing ogenschijnlijk alleen maar
Rembrandts aandacht heeft gehad in
zoverre haar prominenten zich in zijn
goede dagen door hem schilderen lie
ten. Niets van de nieuwe uitleg, de ver
wezenlijking der grote plannen heeft
Rembrandts tekenstift in beweging ge
bracht. Alleen van de afbraak aan de
achterzijde van 't „afgeleeft stadthuis",
dat plaats moest maken voor Van Cam-
pens Kapitool, laat hij ons een krijt-
schets na.
Des te gretiger heeft Rembrandt
met tekenstift en etsnaald de omge
ving der stad in beeld gebracht. Meer
dan voor het zich uitbreidend Amster
dam had hij oog voor het landschap
rondom. Talrijk zijn de tekeningen
en etsen, die aan motieven langs de
Amstel zijn gewijd, het oeverbeeld
met landhuizen, priëlen, boerderijen
en molens, een zwoegend jagerspaard.
En op het water de trekschuit, zei
lende jachtjes. De Omval, 't Kalfje,
Ouderkerk met de wipbrug voor Paar-
denburg, de Bullewijk, Rembrandt
heeft er zijn hart aan opgehaald, zo
als ook aan Diemen en de Water
graafsmeer, die nog lang na hem het
doel zouden blijven van echt Amster
damse uitstapjes. Heel graag is Rem
brandt ook de St.-Anthoniespoort uit
gewandeld, over Oetewaal naar Zee
burg en verder over de dijk van Jaap-
hannes tot IJpesloot en Immertjes-
horn. Ook hier heeft hij veel getekend,
de situatie ter plaatse, het uitzicht
op de stad met haar vele torens,
en de blik over het IJ naar Waterland,
Nieuwendam, Schellingwou en Rans-
dorp in het verschiet, het land van
Hendrickje Stoffels. De pelgrim in
Rembrandts voetspoor komt hier
de illusie het meest nabij: de Jaaphan-
nes, het Buiten IJ, de Waterlandse
dorpen zijn de herinnering aan Rem
brandt voor een goed deel trouw ge
bleven.
Het vereenzaamde huis
In de stad zelf is het verdwenen
Ghetto in dit opzicht de zwaarste ver
liespost. Vereenzaamd als ware staat
thans het huis in de Breestraat, in een
ontluisterde, verlaten en verloren buurt.
Alleen de Snoge verheft zich nog, de
Portugese Synagoge, om te vertellen
van Menassen ben Israël, Ephraïm He-
zekia Bueno en de andere Joodse Bree-
straatbewoners, die Rembrandts naaste
buren waren. In het huis zelf kan men
kijken naar het licht, dat door de ven
sters valt, en luisteren naar de klokken
van de Zuidertoren om zoveel mogelijk
tot Rembrandt in te keren. Men kan
door de Doelenstraat wandelen en zich
herinneren hoe hier voor het eerst in
de Kloveniersdoelen de Nachtwacht ge
flonkerd heeft, of in de Waag op de
Nieuwmarkt de chirorgijnskamer betre
den, die als eerste de Anatomische Les
van dr. Tulp ontving en later die van
Deyman. Om daarna in de Oude Kerk
het graf van Saskia te bezoeken, dat
voor kort is teruggevonden en van haar
naam voorzien. En tenslotte aan het
eind van de Rozengracht stil te staan
voor het huis, dat op de plaats staat
van Rembrandts laatste woning. In de
geest kan men de gracht dan terug
gaan naar de Westerkerk, de weg die
de onaanzienlijke begrafenisstoet is ge
gaan op die herfstdag van 1669, haast
zo triest als de laatste gang van Mo
zart, honderd jaar later in Wenen. Als
dan het graf yan Rembrandt in de Wes
terkerk even anoniem is als dat van het
muziekgenie op het kerkhof van St.-
Marx, mag dit tot troost strekken. In
elk geval verheft zich boven Rem
brandts graf de Westertoren, die hij met
zoveel toewijding heeft uitgebeeld, en
die hiermee tot een getuigenis zou wor
den voor alle tijden van Rembrandts
liefde voor Amsterdam, waarvan hij,
hoe ook onwennig en stiefmoederlijk be
handeld, de grote zoon is geweest.
Vanaf 1 juni a.s. zullen op dertien ver
schillende plaatsen en op verschillende tijd
stippen in Amsterdam instructieve tentoon
stellingen worden gehouden van reproduc
ties van etsen en tekeningen van Rem
brandt. De inrichting van deze tentoonstel
lingen zal worden verzorgd door het comité
„Rembrandt-herdenking 1956" in samenwer
king met de sociaal-culturele wijkcentra in
de hoofdstad. De ontwerper is de heer W.
Crouzel. De duur van de tentoonstellingen
zal variëren van 2 tot 4 weken.
s f I
i' ,-v? >-. '$k m'
De Westertorenpentekening van Rembrandt.
I
(Van onze Haagse redactie)
De openbare vergadering van de
SER droeg vrijdag een levendiger ka
rakter dan in het algemeen het ge
val pleegt te zijn. Reden hiervoor
was een verzoek, dat minister Suur-
hoff namens de ministerraad aan de
voorzitter van de SER, prof. De
Vries, gericht had, een verzoek tot
aanhouding van een voorstel van het
dagelijks bestuur om de lonen van
het personeel van de SER met 6 pet.
te verhogen. Bij die verhoging van 6
De prestatie van de centrale propa
gandadienst en de vele medewerkers
krijgt nog meer reliëf wanneer men
bedenkt, dat er ongeveer 80.000 nieu
we leden ingeschreven moesten wor
den om tot een netto-winst van 44.000
te komen. Het ledenverloop is in de
vakbeweging bijzonder groot, vooral
onder de jongeren en andere nieuwe
leden. De ervaring leert, dat mensen,
die eenmaal 5 10 jaar lid zijn, de
vakbeweging trouw blijven en niet di
rect bedanken wanneer in de afde
ling of in de beweging iets niet naar
hun tevredenheid verloopt, zoals wel
vaak het geval is bij pas ingeschre
ven leden.
Nu het gestelde doel bereikt is, over
weegt de K.A.B., om het ledental te
consolideren en nog verder uit te brei
den, een onderzoek in te stellen naar
de oorzaken van het ontijdig bedanken
als lid. Op kleine schaal is het onder
zoek als proefneming reeds be
gonnen in de stad Utrecht. Het wordt
verricht door een student in de socio
logie, die zijn stagetijd bij de K.A.B.
doorbrengt.
Ter illustratie van de verbetenheid,
waarmee de K.A.B. haar actie heeft
gevoerd, moge dienen, dat de propagan
disten niet minder dan 2,5 miljoen pam
fletten verspreidden, evenals 90.000 af
fiches en bijna 200.000 propagandakran
ten. Reclamewagens met luidsprekers
reden in optochten mee, in honderd bi
oscopen werd reclame gemaakt, een
eigen cabaretgroep reisde het hele land
al (21.000 bezoekers) en herhaaldelijk
werd de actie via de radio onder
steund. Ook plaatselijk werden vele ini
tiatieven genomen, variërend van op
tochten tot luchtreclames boven voetbal
velden.
De inschrijving van het 400.000ste lid
wordt volgende week zaterdag (19 mei)
feestelijk gevierd in Utrecht. Na een
plechtige H. Mis in de St.-Monicakerk,
opgedragen door de assessor, rector J.
Doesburg, worden 75 propagandisten uit
het hele land door het verbondsbestuur
op het Huis van den Arbeid ontvangen
en toegesproken door verbondsvoorzit
ter J. A. Middelhuis. De harmonie van
de Utrechtse K.A.B. zal een serenade
brengen en in de namiddag wordt de
nieuwe propagandafilm „Bevochten
Welvaart" vertoond.
De film, die reeds in intieme kring
gedraaid werd, werd vervaardigd door
Polygoon-Profilty. Zij geeft eerst een
beeld van de verwoesting, die de Duit
sers in 1945 in ons land achterlieten,
en laat vervolgens zien met welke ener
gie de wederopbouw werd aangepakt.
De gestegen welvaart wordt aantrekke
lijk weergegeven met een tocht langs
overvloedige etalages, waarna met
zeer suggestieve beelden de vraag
gesteld wordt of en in welke mate de
hoofd- en handarbeiders hierin delen.
Het antwoord blijft in het vage. Plotse
ling springt de film over op de K.A.B.
en op een vergadering van het ver
bondsbestuur, zonder duidelijk te ma
ken wat de K.A.B. met de welvaart te
maken heeft. Jammer, dat de geregl.
ementeerde samenwerking tussen de
vakcentralen nog steeds niet hersteld
is; anders zouden het N.V.V. en het
C.N.V. met een simpele naamsveran
dering ook van deze film gebruik kun
nen maken
De voorzitter van de Nederlandse
Vereniging tot „teun aan het Konin
gin Wilhelminafonds voor de kanker
bestrijding, mr. J. Th. Bonnerman, heeft
aan de heren J. J. W. Noordervliet,
C. J. baron Schimmelpenninck van der
Oye en H. S. Nienhuis het insigne van
de vereniging, dat de vorm van een
gouden krab heeft, uitgereikt wegens
het vele werk dat zij ten behoeve van
de vereniging en van de kankerbestrij
ding hebben gedaan. Beide eerstge-
noemden zaten in het Comité van Ac
tie, dat ter gelegenheid van de kunst
veiling ten bate van het Koningin
Wilhelminafonds in het leven was ge
roepen. De kunstveiling is op 7 en 8
maart j.l. in het gebouw Arti et Ami-
citiae gehouden en stond onder leiding
van veilingmeester H. S. Nienhuis.
De heer C. J. baron Schimmelpen
ninck van der Oye overhandigde hier
na, als voorzitter van het Comité van
Actie, aan mr. Bonnerman een cheque
van ruim 39.000 gulden het restant
van de opbrengst van de kunstveiling,
die in totaal ruim 61.000 gulden heeft
opgeleverd.
pet. hoorden nog enige andere verbe
teringen, terwijl tevens werd voorge
steld, de vakantierechten uit te brei
den en over te gaan tot een uitkering
ineens van 3 pet. Prof. De Vries
meende op dit verzoek te kunnen in
gaan en legde de kwestie voor aan
de raad.
Tegen aanhouding van het voorste]
tot loonsverhoging met 6 pet. had nie
mand van de leden overwegend be
zwaar. Over het algemeen was men
van mening, dat de SER bjj loonsver
hogingen van gedifferentieerde aard
niet vooruit hoeft te lopen op het be
drijfsleven, waarvan hij het toporgaan
is. Over het algemeen pleegt de raad
zich met zijn salarispolitiek te richten
naar de ontwikkeling in het ievensver-
zekerings- en bankwezen, hetgeen ook
nu zou kunnen gebeuren. Niettemin ont
stond er een spontane discussie, uitge
lokt door mr. Berger, voorzitter van
het college van rvjksbemiddelaars en
kroonlid van de SER, die de vraag op
wierp of de SER niet, evenals het be
drijfsleven, bij het overwegen van loons
verhogingen contact zou moeten onder
houden met het loontoetsende orgaan
voor het bedrijfsleven, namelijk het col
lege van rijksbemiddelaars. Prof. De
Vries achtte een dergelijk contact ten
enen male onjuist, omdat publiekrech
telijke lichamen haar loonvoorstellen
aan de regering voorleggen. De heer
Ruppert (CNV) achtte de SER in staat
om zelf de merites van een loonveror-
dening te beoordelen zonder de loon
toetsende instanties als college van
rijksbemiddelaars en stichting van de
arbeid daarbij te betrekken. Indien de
regering met een loonvoorstel van de
SER niet akkoord gaat, staat het haar
vrij om alsnog de mening van de laat-
sten te vragen. De status van de raad
verdraagt niet, dat men de rollen om
draait. Ook prof. v. d. Grinten (kroon
lid) zag in een overleg met het college
een testimonium paupertatis, temeer
omdat vele leden van de SER, wie
zelfs de voorzitter van het college van
rijksbemiddelaars, in de SER zitting
hebben. Ir. Vos (kroonlid) meende,
dat een formeel overleg met het colle
ge de rechten van de SER zou uithol
len.
Mr. Berger hield echter voet bij stuk,
hetgeen hij kon doen, omdat het hem
niet om een formeel overleg begonnen
was. Hij verlangde, zoals later bleek,
slechts een informeel contact, dat de
raad uiteindelijk tot niets zou verplich
ten, maar dat toch de waarborgen
schiep, dat men volledig op de hoogte
raakt van de loonontwikkelingen in het
bedrijfsleven. Hierdoor zou men beter
kunnen voldoen aan de eis van coördi
natie, die bij de huidige loonpolitiek ge
steld wordt. De ontwikkeling van de
beambtensalarissen staat, zoals hij zei,
alleen nog slechts vast in de metaal
nijverheid (en naar de heer v. Tilburg
van het NW opmerkte ook voor de
mijnambtenaren, die binnenkort even
eens 6 pet. krijgen). De heer Berger
werd tijdens de discussies in zijn me
ning gesteund door verscheidene kroon-
leden, door de heer Mauritz (CSWV) en
de werknemersleden van het NVV. Tot
deze kroonleden behoorde ook dr. Hol-
trop, die er vooral beducht voor was,
dat de beslissing van de SER de loon
ontwikkeling, die in opzet gedifferenti
eerd moet zijn, zou standaardiseren,
hetgeen sterke repercussies op het be
drijfsleven zou hebben. Hi) wees hierbij
met name op de beambtensalarissen in
het levensverzekerings- en bankbedrijf.
Een voorstel om alle Ioonverordenin-
gen, behalve die over de 3 pet. ineens
en de uitbreiding van vakantierechten
(deze werden aanvaard) aan te hou
den en daarover informeel overleg te
plegen met het college van rijksbemid
delaars, werd tenslotte met 25 tegen 9
stemmen aanvaard. Tot de tegenstem
mers behoorden behalve de reeds ge
noemde tegenstanders ook de werkne
mersleden van het CNV en van de KAB
(verdeeld).
Werden al bijna zes jaar achtereen
grote hoeveelheden Nederlandse melk
dagelijks afgeleverd aan in Europa ge
legerde Amerikaanse militairen, met
ingang van 1 juli zal een nog belang
rijk groter hoeveelheid, n.l. zestien mil
joen liter melk en melkprodukten in
het tweede halfjaar 1956 worden afge
leverd. Met deze levering is aan devie
zen een bedrag van ongeveer tien mil
joen gulden gemoeid.
«Stilstaan met een auto
op een zonnige land
weg in Frankrijk heeft zijn
bekoring. Maar het moet
nu ook weer niet te lang
duren. En het duurde te
lang. Onze chauffeur zat
tenslotte helemaal onder de
olie en de gendarmes hie
ven in wanhoop hun han
den ten hemel. Precier op dat moment
kwam de redding nabij in de ge
stalte van een bijzonder gebruinde
heer, die een slee van een auto be
stuurde. Ilij bracht zijn villa op wie
len tot stand, wierp één blik in onze
motor en bood vervolgens zijn hulp
aan.
Hij was een man van de daad. Dat
wil zeggen: hij gaf ónze auto met
zijn rijdend paleis een flinke zet zo
dat wij een fiks eind de weg op
vlogen. Stonden wij stil dan stormde
hij weer op ons af en gaf ons weer
een ferme duw. Het werd dus een
heel aardige, maar ietwat schokkende
manier van voortbewegen. Wij hielden
haar nochtans ongeveer tien kilome
ter uit. Toen slingerde de brave Mar-
seillaan want dat zag ik in hem
ons tegen een garage aan.
Na enig roepen en bellen trad een
slordige man met een alpino-petje op
naar buiten en begon zonderr enige
nadere aanleiding rad te ratelen. Ver
volgens keek hij in het innerlijk van
onze wagen en maakte een gebaar van
diepe walging. Inmiddels waren de
twee gendarmes, die ons achterdoch
tig achterna waren gereden, ook weer
ter plaatse gearriveerd; zij zetten nog
maals hun helmen af en begonnen
een levendige conversatie met de ga
rage-houder.
Toen achtte ik het juiste moment
gekomen om mij onopvallend te ver
wijderen. Ik wandelde naar een ca
feetje, dat zo goed was even verderop
te liggen en posteerde mij met een
flesje wijn en enige eetwaar op het
terrasje. Ik begon nu echt plezier in
de rallye te krijgen.
(wordt vervolgd).
Het Tweede-Kamerlid Gerbrandy (AR)
heeft aan de ministers van buitenland
se zaken en van overzeese rijksdelen
o.m. het volgende gevraagd: Is het juist
dat enige tijd geleden een bijzondere
missie, uitgezonden door de waarne
mende president van de republiek der
Zuid-Molukken op Ceram, door Neder
lands toedoen op Nieuw-Guinea is ge
strand en dat leden dezer missie, Am-
bonese officieren, zijn weggevoerd?
De missie heeft haar weigering om
asiel te vragen gegrond op de reden,
dat de leden onderdanen zijn van een
soevereine staat, die krachtens de
R.T.C. door Nederland erkend dient te
worden en waardoor zij als zodanig vrije
doortocht dienen te genieten naar Ne
derland en Amerika, het doel van hun
missie.
Kunnen de ministers zeggen, wie het
initiatief heeft genomen en wie de ver
antwoordelijkheid draagt voor de be
slissing, die, indien het bovenstaande
juist is, tot het vasthouden van de
leden der missie hebben geleid, en op
welke grond dat rechtens is geschied?
(Vervolg van pag. 1)
De vergissing die t.a.v. een goede
sociale verzorging wordt gemaakt, is
vaak deze dat men morele verantwoor
delijkheid verwart met materiële zorg.
Wanneer de zorg voor het materiële
afneemt, kan de morele verantwoorde
lijkheid heel dikwijls eerst haar juiste
richting vinden. Maar laten wij nu voor
eerst eens vaststellen dat ook bij het
voortreffelijke systeem van materiële ze
kerheden, dat zich de laatste 40 jaar
in ons land heeft ontwikkeld, beslist
niet alle materiële zorg van de „kleine
luyden" is weggenomen. Zodra immers
door enigerlei reden een werknemer tot
gedwongen nietsdoen komt, daalt zijn
inkomen als regel minstens met 20, 30
of meer procenten. Zijn uitgaven daar
entegen vertonen dan juist een stijgende
neiging. De 80 pet. ziekengelduitkering
zal de kosten van het huishouden mis
schien ten naaste bij kunnen dekken,
maar is bij de huidige loonverhoudin-
gen zeker ontoereikend voor de aan
schaf van extra fruit, eieren en andere
versterkende middelen waar geen extra
bron van inkomsten voor beschikbaar
is. Datzelfde geldt minstens bij een uit
kering krachtens een van de ongeval
lenwetten. Wanneer de nieuwe ouder
domswet op 1 januari a.s. zijn zegen
rijk werk voor honderdduizenden bejaar
den zal zUn begonnen, zullen er onder
die velen nog zeer velen zijn die op
aanvullende hulp van kinderen of van
sociale zaken zijn aangewezen. En nu
spreken we nog niet over de besliste
noodtoestand bij de invaliditeitsrente-
trekkers en in de gezinnen van te jong
overleden werknemers, die vrouw en
kinderen goeddeels onverzorgd moeten
achterlaten.
Wil in de materiële sector de ar
moede metterdaad zijn uitge
bannen dan zal juist een sterk
appèl moeten worden gedaan aan het
verantwoordelijkheidsgevoel van deze
mensen teneinde te bereiken, dat zij
in de periode waarin zij het zelf ver
dienen kunnen, zorgen voor de nog on
gedekte momenten in hun leven.
Toch is dit alles voor ons nog niet da
kern van de sociale politiek. Zoals we
boven reeds schreven is een hoofdken
merk van een gezonde sociale gemeen
schap ook de materiële en geestelijke
gezondheid van de samenstellende de
len. Wij naderen in ons land langza
merhand het moment waarop ook de
economisch zwakkere niet meer zoda
nig door materiële zorg in beslag wordt
genomen dat het hem praktisch niet
mogelijk is om ook aan zaken van ho
gere waarden nog aandacht te schen
ken. En nu bedoelen wij met hogere
waarden niet op de allereerste plaats
het godsdienstig leven. Het zjj immers
volledig erkend, dat een goed godsdien
stig leven ook mogelijk is bij gebreke
van materiële welstand. In dezelfde dis
cussie, die ons dit artikel in de pen gaf,
stelde een van de aai: ezigen, dat het
een waandenkbeeld is veronderstel
len, dat intelligentie alléén een begaaf
de arbeiderszoon de kans zou mopten
bieden te gaan behoren tot de intellec
tuele stand. Uiterlijke en innerlijke be
schaving zijn daartoe even onmisbare
elementen. Wij erkennen deze opmer
king gaarne als juist. Maar wat wil
men? Wordt het dan niet hoog tijd om
juist door de sociale politiek de mo
gelijkheden tot vorming van een grotere
innerlijke beschaving te vergroten?
Mensen van bepaalde maatschappe
lijke groeperingen noemen zich wel eens
de cultuuroverdragers. Dit erkennende,
ontkennen we dat zij hun cultureel be
zit uitsluitend zouden moeten overdra
gen aan jongeren uit de eigen culturele
rangstand.
Een gezonde sociale politiek moet tot
hoofddoel hebben het maatschappij
beeld te saneren en de harmonie der
samenstellende delen te bevorderen.
Welnu, het werkprogram van de K.V.P.
biedt deze kans volop gezien hetgeen
wordt gesteld t.a.v. onderwijs en
opvoedingsvraagstukken. Een reden te
meer om zijn vertrouwen aan die partij
te geven, wanneer daarom zal worden
gevraagd bij de komende verkiezingen.