heeft van AMSTERDAM gehouden, maar geheel ers dan zijn trotse tijdgenoten I tertoren favoriet m J IS S.E.R. loopt niet vooruit op loonontwikkeling Intensieve propaganda-actie geslaagd K.A.B. heeft 400.000 leden m Rallye II Sociale politiek ïVSs r1 'MA «I V Uitölu,aar m all< W n? ^ee^d- Rem Informeel overleg met college van rijksbemiddelaars gewenst Brutowinst van 80.000 nodig om nettowinst van 44.000 te behalen vSft'; &Ierd^ om. &k£ &>>de%t?eyser^ &i7rm i M* ZATERDAG 12 MEI 1956 PAGINA 7 N C> kijkt ko a9(3t p ',aar naar Amsterdam als naar de stad van ^tip w. duizenden uit binnen- en buitenland, die in de *UUi tien getuige willen zijn van de indrukwekkende erk op de plaats en in de atmosfeer, waar het is verdwenen sterfhuis op de Rozengracht, het onvindbare graf in de Westerkerk mogen dan een teleurstelling zijn, de stad doet dit alles weer spoedig vergeten: de torens, de grachten, de burgwallen, het licht-doorzeefde loof der bomen, de schemer in de avond over het '\tl v0or i beschouwen als een pelgrimstocht. Zij komen water, de intimiteit en tegelijk de ruimte rondom van het polderland, het ^toonstelling, maar ook om Amsterdam te het is toch Rembrandts atmosfeer, helemaal zoals wij die willen zien als de historische omlijsting van zijn leven en zijn werk, als zijn thuis. Het is waar en het is niet waar en als Amsterdam opnieuw bij dit am vinden, dat hen met heel zijn uitzonderlijke feest het eerbetoon voor Rembrandt in ontvangst neemt, is dit °n zal. Zij zullen dwalen door de binnenstad, die misschien meer dan het toekomt. Daarvoor is Rembrandt in het tie j.nembrandt haar gestalte kreeg en haar gezicht en Amsterdam van de zeventiende eeuw te veel een vreemdeling ^tej. .ewÜde nog tal van herinneringen zijn aan wat men geweest, buiten de geest en het streven der toenmalige stad. ^t1, wte drinken, de lucht te proeven, de wereld te 'w'11 Athc.riri Rembrandt heeft geleefd. Zij zullen Rembrandt 'ij terd. Qtltva VVeet. De ontluisterde woning in de Breestraat, het «ft t^br??.>VerhoudinS tus- M, ai ^kkBi 4,heeft Schmidt V 'U Jk vastgesteld. v 'n ftuwLr!quisitoir tegen m ale Amsterdam, te- reeds niet het s,« hS&?S> - ehkêu11, H'i heeft yooM. 6 schetsen tW^ble^orke -l- J d>e nr- van deta»s 1 A\ hüVan de stad \'«V 1- v®n ,fVan aar schoon- trofsi1?01- zi' het ikfetlseVt^mse VhV KSEaast het ft SdftCIn !n 0ver de W, H Whul de ponies - Ji^b0ljjpr hftljk Rijzen- ft l 'iftto^eiiéhei/86150110- 'h ift n> het NKeV't a hu' q\atar -Os- ^«'kÜRÜSi! Herdenkingen te Amsterdam Hedenmorgen heeft de K.A.B. haar 400.000ste lid ingeschreven en daarmede haar intensief gevoerde actie „Op naar de 400.000" met succes bekroond ge zien. Het was de 23-jarige Tilburgse kettingscheerder J. P. van Broolrhoven. Dr. Mollerstraat 29, ingeschre ven bij de R.-R. Kleding- en Textielarbeidersbond „Sint-Lambertus", die als kroonlid uit de lange naam lijsten van nieuwe leden te voorschijn kwam, toen het voor deze propaganda-actie opgerichte algemeen comité hedenmorgen op het Huis van den Arbeid te Utrecht zijn wekelijkse vergadering hield en de stand van zaken opmaakte. Onmiddellijk werden telegrammen gezonden naar de gewestelijke propagandaleiders om het grote nieuws overal in het land bekend te maken. Hedenmiddag om 12.53 uur sprak de heer Louis Beumer, leider van de centrale propagandadienst, voor de radio om alle werkers geluk te wensen met het behaalde resultaat. Hedenavond zullen enige vertegenwoordigers van andere r.-k. standsorganisaties de K.A.B. per radio feliciteren. De actie werd 9 januari 1955 ingezet, toen de K.A.B. 354.000 leden telde, dus nog 44.000 van het ge stelde doel verwijderd was. Er werd een competitie opgezet met wisselprijzen e.d., die tot resultaat had, dat in juli 1955 de eerste ronde met een netto-winst van 20.000 leden kon worden afgesloten. In september begon de tweede ronde, die zelfs gedurende de koude februarimaand (2100 leden) werd voortgezet. Duizen den huisbezoekers gingen tienduizenden deuren langs. De laatste weken kregen zij de wind in de zeilen, toen de vakorganisaties hun poging om een nieuwe loon- ronde te verkrijgen met succes bekroond zagen. De laatste 10.000 nieuwe leden werden toen in versneld tempo ingeschreven. Insigne Koningin Willhelimin afonds uitgereikt Zuidlmiol'uikse officieren weggevoerd Vragien van prof. Gerbrandy rmaLa en ui uc auiiiuaicciwaai utrt i» ïiuiiL-iiUUizcciue luui uei uumtrn, ut; öt-uciiici ui ut: avuuu uvci ucl h een en tegen Per- En het doet Ms ,visie op Vondel sti'v echtlUlVa,ente genieën i Vk '\U1«erd aStad' voortge- AVft't u, 00r een en de- ien aanleg. Von- «hifi. beschaving gold w, ilftt '1 al i de dichter vol- W 7 7 Ont wederwaardig- 1 i.'ïfth a» °°Hng, de glorie N tot dag midden Rembrandt ging in de het u hlJ bleef, zoals Vk K&rakteriseert, de enaar. naar ver- ^eft pnde Leije r A,W tiïrt Rembrandt Amsterdam ■■''■vkS n ft allegorie „De VWkSi?nd waarbij de geëerd voor de t h„ racht hem dit bij 'f'i* Vondel, verder 1 <iVie?fVer u'teen en heb- «iter elkander naar vermeden, Von- sift ere, Rembrandt Nt i>ftCCes miskend en •tó «bj- Slechts één keer fl uSfSrn Van ziJn verzen XV' ft genoemd en wel AV A elft v°ndel maakte 'UCCï Rembrandt ;\VX. °Psge2inde voor ge- voorgan- komt de 1 1.1 randt tnf 111 tir wbw mis- ri"p ftft dt tot uiting in frS iSr ir1® van zijn werk Vo - d t 7aar macht. Lie- Yondel bezongen, zich bouwde op ib t aar macht. Lie- h fteftrdaens mochten ffmil de versiering, tó, 1*. ho. tste der groten 1 'ft Kl Pntwerp voor de °'ds Maximus, de en Claudius Civi- ,v k' het Slorie hadden ■''J V jlfeSt riPaleis geworden Wzön ver- c,met bijna alles I-'C*6, stad nog ^diG vondels geest, tV h kn! het naar het buiten- iJ°t *w,"Ooit. Wij «i v,=11» *-"*t uie p* hripY1 Rembrandts ■Y C%h 6rck>, hem weinig alle «i'tziicblairniet in de eer- a'r waren. Met .tjSeu" qe ei 1V t», vSst bis'tft? statuur van 4M ^Sa ïms monu- k'i «h ft, fCflt bewijst dan de kr'i^nsvorm, welke I V Vqi^Q ahefen was dG ,/iii^ °°id- u11 voor bet tSW® tot pIeren". Kei- ^Vhe^itet, aan de Leid- werd de i'W ij.ii 1e^d he? Z0U' Pas in °vertn erk voort- ,»rioomse vaart ri(Ja iLt'<! O^eht t®n'tteril"iwera ae ^XtV»;61» Zlro, bet sta- j V jt V> V W°om Rembrandt H?'^l«h^L^nseUv?se uitbreV- hier de hui- l tTL^te-van 'iw-Y'ia a ee? zwak \v»tobihalf li" bolwer- hit! fhiYJe 0°neid en het "iilitft»?» 6hhooAe VaA'?h tussen r Zo zag hij de Montelbaanstoren, zonder het „zinnelijk doorlucntig bovenwerk" van Hendrick de*Keyser. en de molen „de Victor". Laatstge noemde molen, aan het eind van de Rozengracht op slechts korte afstand van Rembrandts laatste woning, heeft stand gehouden tot 1898. En ten slotte de zaagmolens in het westen der stad, waar er vandaag nog één van over is, de gekortwiekte „Otter". Ook de Blauwbrug, toen nog als Lee- wenbrug „met haar dertien water- keelen" onderdeel van de omwalling, inspireerde hem. In de stad zelf heeft hij het St.-An- thoniessluisje vereeuwigd, pal naast zijn woning, gezien van Uilenburg af, over het water van de Oude Schans, met de Snoekjesgracht rechts en de Huiden kopersburgwal links. En hij legde het stadsbeeld vast aan de achterkant van de Kloveniersdoelen met de middeleeuw se toren „Swijgh Utrecht", deze echter zonder het hoge puntdak. Ook de Mon telbaanstoren zou hij afbeelden zonder het „zinnelijk doorluchtig bovenwerk", dat Hendrick de Keyser op de romp van het voetstuk had geplaatst. Men ziet er een schip in de verte op het IJ, de bomen en de loswal aan de voet van de toren, en de steiger, waar de zeesoldaten, de sapitauers, aan boord van de lichters gingen, feestelijk en met slaande trom als gold het een bruiloft. Met de afbeelding van deze steiger staan we midden in het Amsterdam van Rembrandts dagen de onstuimig levende, snel groeiende, rijke en mach tige koopstad, die in haar fascinerende ontplooiing ogenschijnlijk alleen maar Rembrandts aandacht heeft gehad in zoverre haar prominenten zich in zijn goede dagen door hem schilderen lie ten. Niets van de nieuwe uitleg, de ver wezenlijking der grote plannen heeft Rembrandts tekenstift in beweging ge bracht. Alleen van de afbraak aan de achterzijde van 't „afgeleeft stadthuis", dat plaats moest maken voor Van Cam- pens Kapitool, laat hij ons een krijt- schets na. Des te gretiger heeft Rembrandt met tekenstift en etsnaald de omge ving der stad in beeld gebracht. Meer dan voor het zich uitbreidend Amster dam had hij oog voor het landschap rondom. Talrijk zijn de tekeningen en etsen, die aan motieven langs de Amstel zijn gewijd, het oeverbeeld met landhuizen, priëlen, boerderijen en molens, een zwoegend jagerspaard. En op het water de trekschuit, zei lende jachtjes. De Omval, 't Kalfje, Ouderkerk met de wipbrug voor Paar- denburg, de Bullewijk, Rembrandt heeft er zijn hart aan opgehaald, zo als ook aan Diemen en de Water graafsmeer, die nog lang na hem het doel zouden blijven van echt Amster damse uitstapjes. Heel graag is Rem brandt ook de St.-Anthoniespoort uit gewandeld, over Oetewaal naar Zee burg en verder over de dijk van Jaap- hannes tot IJpesloot en Immertjes- horn. Ook hier heeft hij veel getekend, de situatie ter plaatse, het uitzicht op de stad met haar vele torens, en de blik over het IJ naar Waterland, Nieuwendam, Schellingwou en Rans- dorp in het verschiet, het land van Hendrickje Stoffels. De pelgrim in Rembrandts voetspoor komt hier de illusie het meest nabij: de Jaaphan- nes, het Buiten IJ, de Waterlandse dorpen zijn de herinnering aan Rem brandt voor een goed deel trouw ge bleven. Het vereenzaamde huis In de stad zelf is het verdwenen Ghetto in dit opzicht de zwaarste ver liespost. Vereenzaamd als ware staat thans het huis in de Breestraat, in een ontluisterde, verlaten en verloren buurt. Alleen de Snoge verheft zich nog, de Portugese Synagoge, om te vertellen van Menassen ben Israël, Ephraïm He- zekia Bueno en de andere Joodse Bree- straatbewoners, die Rembrandts naaste buren waren. In het huis zelf kan men kijken naar het licht, dat door de ven sters valt, en luisteren naar de klokken van de Zuidertoren om zoveel mogelijk tot Rembrandt in te keren. Men kan door de Doelenstraat wandelen en zich herinneren hoe hier voor het eerst in de Kloveniersdoelen de Nachtwacht ge flonkerd heeft, of in de Waag op de Nieuwmarkt de chirorgijnskamer betre den, die als eerste de Anatomische Les van dr. Tulp ontving en later die van Deyman. Om daarna in de Oude Kerk het graf van Saskia te bezoeken, dat voor kort is teruggevonden en van haar naam voorzien. En tenslotte aan het eind van de Rozengracht stil te staan voor het huis, dat op de plaats staat van Rembrandts laatste woning. In de geest kan men de gracht dan terug gaan naar de Westerkerk, de weg die de onaanzienlijke begrafenisstoet is ge gaan op die herfstdag van 1669, haast zo triest als de laatste gang van Mo zart, honderd jaar later in Wenen. Als dan het graf yan Rembrandt in de Wes terkerk even anoniem is als dat van het muziekgenie op het kerkhof van St.- Marx, mag dit tot troost strekken. In elk geval verheft zich boven Rem brandts graf de Westertoren, die hij met zoveel toewijding heeft uitgebeeld, en die hiermee tot een getuigenis zou wor den voor alle tijden van Rembrandts liefde voor Amsterdam, waarvan hij, hoe ook onwennig en stiefmoederlijk be handeld, de grote zoon is geweest. Vanaf 1 juni a.s. zullen op dertien ver schillende plaatsen en op verschillende tijd stippen in Amsterdam instructieve tentoon stellingen worden gehouden van reproduc ties van etsen en tekeningen van Rem brandt. De inrichting van deze tentoonstel lingen zal worden verzorgd door het comité „Rembrandt-herdenking 1956" in samenwer king met de sociaal-culturele wijkcentra in de hoofdstad. De ontwerper is de heer W. Crouzel. De duur van de tentoonstellingen zal variëren van 2 tot 4 weken. s f I i' ,-v? >-. '$k m' De Westertorenpentekening van Rembrandt. I (Van onze Haagse redactie) De openbare vergadering van de SER droeg vrijdag een levendiger ka rakter dan in het algemeen het ge val pleegt te zijn. Reden hiervoor was een verzoek, dat minister Suur- hoff namens de ministerraad aan de voorzitter van de SER, prof. De Vries, gericht had, een verzoek tot aanhouding van een voorstel van het dagelijks bestuur om de lonen van het personeel van de SER met 6 pet. te verhogen. Bij die verhoging van 6 De prestatie van de centrale propa gandadienst en de vele medewerkers krijgt nog meer reliëf wanneer men bedenkt, dat er ongeveer 80.000 nieu we leden ingeschreven moesten wor den om tot een netto-winst van 44.000 te komen. Het ledenverloop is in de vakbeweging bijzonder groot, vooral onder de jongeren en andere nieuwe leden. De ervaring leert, dat mensen, die eenmaal 5 10 jaar lid zijn, de vakbeweging trouw blijven en niet di rect bedanken wanneer in de afde ling of in de beweging iets niet naar hun tevredenheid verloopt, zoals wel vaak het geval is bij pas ingeschre ven leden. Nu het gestelde doel bereikt is, over weegt de K.A.B., om het ledental te consolideren en nog verder uit te brei den, een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van het ontijdig bedanken als lid. Op kleine schaal is het onder zoek als proefneming reeds be gonnen in de stad Utrecht. Het wordt verricht door een student in de socio logie, die zijn stagetijd bij de K.A.B. doorbrengt. Ter illustratie van de verbetenheid, waarmee de K.A.B. haar actie heeft gevoerd, moge dienen, dat de propagan disten niet minder dan 2,5 miljoen pam fletten verspreidden, evenals 90.000 af fiches en bijna 200.000 propagandakran ten. Reclamewagens met luidsprekers reden in optochten mee, in honderd bi oscopen werd reclame gemaakt, een eigen cabaretgroep reisde het hele land al (21.000 bezoekers) en herhaaldelijk werd de actie via de radio onder steund. Ook plaatselijk werden vele ini tiatieven genomen, variërend van op tochten tot luchtreclames boven voetbal velden. De inschrijving van het 400.000ste lid wordt volgende week zaterdag (19 mei) feestelijk gevierd in Utrecht. Na een plechtige H. Mis in de St.-Monicakerk, opgedragen door de assessor, rector J. Doesburg, worden 75 propagandisten uit het hele land door het verbondsbestuur op het Huis van den Arbeid ontvangen en toegesproken door verbondsvoorzit ter J. A. Middelhuis. De harmonie van de Utrechtse K.A.B. zal een serenade brengen en in de namiddag wordt de nieuwe propagandafilm „Bevochten Welvaart" vertoond. De film, die reeds in intieme kring gedraaid werd, werd vervaardigd door Polygoon-Profilty. Zij geeft eerst een beeld van de verwoesting, die de Duit sers in 1945 in ons land achterlieten, en laat vervolgens zien met welke ener gie de wederopbouw werd aangepakt. De gestegen welvaart wordt aantrekke lijk weergegeven met een tocht langs overvloedige etalages, waarna met zeer suggestieve beelden de vraag gesteld wordt of en in welke mate de hoofd- en handarbeiders hierin delen. Het antwoord blijft in het vage. Plotse ling springt de film over op de K.A.B. en op een vergadering van het ver bondsbestuur, zonder duidelijk te ma ken wat de K.A.B. met de welvaart te maken heeft. Jammer, dat de geregl. ementeerde samenwerking tussen de vakcentralen nog steeds niet hersteld is; anders zouden het N.V.V. en het C.N.V. met een simpele naamsveran dering ook van deze film gebruik kun nen maken De voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot „teun aan het Konin gin Wilhelminafonds voor de kanker bestrijding, mr. J. Th. Bonnerman, heeft aan de heren J. J. W. Noordervliet, C. J. baron Schimmelpenninck van der Oye en H. S. Nienhuis het insigne van de vereniging, dat de vorm van een gouden krab heeft, uitgereikt wegens het vele werk dat zij ten behoeve van de vereniging en van de kankerbestrij ding hebben gedaan. Beide eerstge- noemden zaten in het Comité van Ac tie, dat ter gelegenheid van de kunst veiling ten bate van het Koningin Wilhelminafonds in het leven was ge roepen. De kunstveiling is op 7 en 8 maart j.l. in het gebouw Arti et Ami- citiae gehouden en stond onder leiding van veilingmeester H. S. Nienhuis. De heer C. J. baron Schimmelpen ninck van der Oye overhandigde hier na, als voorzitter van het Comité van Actie, aan mr. Bonnerman een cheque van ruim 39.000 gulden het restant van de opbrengst van de kunstveiling, die in totaal ruim 61.000 gulden heeft opgeleverd. pet. hoorden nog enige andere verbe teringen, terwijl tevens werd voorge steld, de vakantierechten uit te brei den en over te gaan tot een uitkering ineens van 3 pet. Prof. De Vries meende op dit verzoek te kunnen in gaan en legde de kwestie voor aan de raad. Tegen aanhouding van het voorste] tot loonsverhoging met 6 pet. had nie mand van de leden overwegend be zwaar. Over het algemeen was men van mening, dat de SER bjj loonsver hogingen van gedifferentieerde aard niet vooruit hoeft te lopen op het be drijfsleven, waarvan hij het toporgaan is. Over het algemeen pleegt de raad zich met zijn salarispolitiek te richten naar de ontwikkeling in het ievensver- zekerings- en bankwezen, hetgeen ook nu zou kunnen gebeuren. Niettemin ont stond er een spontane discussie, uitge lokt door mr. Berger, voorzitter van het college van rvjksbemiddelaars en kroonlid van de SER, die de vraag op wierp of de SER niet, evenals het be drijfsleven, bij het overwegen van loons verhogingen contact zou moeten onder houden met het loontoetsende orgaan voor het bedrijfsleven, namelijk het col lege van rijksbemiddelaars. Prof. De Vries achtte een dergelijk contact ten enen male onjuist, omdat publiekrech telijke lichamen haar loonvoorstellen aan de regering voorleggen. De heer Ruppert (CNV) achtte de SER in staat om zelf de merites van een loonveror- dening te beoordelen zonder de loon toetsende instanties als college van rijksbemiddelaars en stichting van de arbeid daarbij te betrekken. Indien de regering met een loonvoorstel van de SER niet akkoord gaat, staat het haar vrij om alsnog de mening van de laat- sten te vragen. De status van de raad verdraagt niet, dat men de rollen om draait. Ook prof. v. d. Grinten (kroon lid) zag in een overleg met het college een testimonium paupertatis, temeer omdat vele leden van de SER, wie zelfs de voorzitter van het college van rijksbemiddelaars, in de SER zitting hebben. Ir. Vos (kroonlid) meende, dat een formeel overleg met het colle ge de rechten van de SER zou uithol len. Mr. Berger hield echter voet bij stuk, hetgeen hij kon doen, omdat het hem niet om een formeel overleg begonnen was. Hij verlangde, zoals later bleek, slechts een informeel contact, dat de raad uiteindelijk tot niets zou verplich ten, maar dat toch de waarborgen schiep, dat men volledig op de hoogte raakt van de loonontwikkelingen in het bedrijfsleven. Hierdoor zou men beter kunnen voldoen aan de eis van coördi natie, die bij de huidige loonpolitiek ge steld wordt. De ontwikkeling van de beambtensalarissen staat, zoals hij zei, alleen nog slechts vast in de metaal nijverheid (en naar de heer v. Tilburg van het NW opmerkte ook voor de mijnambtenaren, die binnenkort even eens 6 pet. krijgen). De heer Berger werd tijdens de discussies in zijn me ning gesteund door verscheidene kroon- leden, door de heer Mauritz (CSWV) en de werknemersleden van het NVV. Tot deze kroonleden behoorde ook dr. Hol- trop, die er vooral beducht voor was, dat de beslissing van de SER de loon ontwikkeling, die in opzet gedifferenti eerd moet zijn, zou standaardiseren, hetgeen sterke repercussies op het be drijfsleven zou hebben. Hi) wees hierbij met name op de beambtensalarissen in het levensverzekerings- en bankbedrijf. Een voorstel om alle Ioonverordenin- gen, behalve die over de 3 pet. ineens en de uitbreiding van vakantierechten (deze werden aanvaard) aan te hou den en daarover informeel overleg te plegen met het college van rijksbemid delaars, werd tenslotte met 25 tegen 9 stemmen aanvaard. Tot de tegenstem mers behoorden behalve de reeds ge noemde tegenstanders ook de werkne mersleden van het CNV en van de KAB (verdeeld). Werden al bijna zes jaar achtereen grote hoeveelheden Nederlandse melk dagelijks afgeleverd aan in Europa ge legerde Amerikaanse militairen, met ingang van 1 juli zal een nog belang rijk groter hoeveelheid, n.l. zestien mil joen liter melk en melkprodukten in het tweede halfjaar 1956 worden afge leverd. Met deze levering is aan devie zen een bedrag van ongeveer tien mil joen gulden gemoeid. «Stilstaan met een auto op een zonnige land weg in Frankrijk heeft zijn bekoring. Maar het moet nu ook weer niet te lang duren. En het duurde te lang. Onze chauffeur zat tenslotte helemaal onder de olie en de gendarmes hie ven in wanhoop hun han den ten hemel. Precier op dat moment kwam de redding nabij in de ge stalte van een bijzonder gebruinde heer, die een slee van een auto be stuurde. Ilij bracht zijn villa op wie len tot stand, wierp één blik in onze motor en bood vervolgens zijn hulp aan. Hij was een man van de daad. Dat wil zeggen: hij gaf ónze auto met zijn rijdend paleis een flinke zet zo dat wij een fiks eind de weg op vlogen. Stonden wij stil dan stormde hij weer op ons af en gaf ons weer een ferme duw. Het werd dus een heel aardige, maar ietwat schokkende manier van voortbewegen. Wij hielden haar nochtans ongeveer tien kilome ter uit. Toen slingerde de brave Mar- seillaan want dat zag ik in hem ons tegen een garage aan. Na enig roepen en bellen trad een slordige man met een alpino-petje op naar buiten en begon zonderr enige nadere aanleiding rad te ratelen. Ver volgens keek hij in het innerlijk van onze wagen en maakte een gebaar van diepe walging. Inmiddels waren de twee gendarmes, die ons achterdoch tig achterna waren gereden, ook weer ter plaatse gearriveerd; zij zetten nog maals hun helmen af en begonnen een levendige conversatie met de ga rage-houder. Toen achtte ik het juiste moment gekomen om mij onopvallend te ver wijderen. Ik wandelde naar een ca feetje, dat zo goed was even verderop te liggen en posteerde mij met een flesje wijn en enige eetwaar op het terrasje. Ik begon nu echt plezier in de rallye te krijgen. (wordt vervolgd). Het Tweede-Kamerlid Gerbrandy (AR) heeft aan de ministers van buitenland se zaken en van overzeese rijksdelen o.m. het volgende gevraagd: Is het juist dat enige tijd geleden een bijzondere missie, uitgezonden door de waarne mende president van de republiek der Zuid-Molukken op Ceram, door Neder lands toedoen op Nieuw-Guinea is ge strand en dat leden dezer missie, Am- bonese officieren, zijn weggevoerd? De missie heeft haar weigering om asiel te vragen gegrond op de reden, dat de leden onderdanen zijn van een soevereine staat, die krachtens de R.T.C. door Nederland erkend dient te worden en waardoor zij als zodanig vrije doortocht dienen te genieten naar Ne derland en Amerika, het doel van hun missie. Kunnen de ministers zeggen, wie het initiatief heeft genomen en wie de ver antwoordelijkheid draagt voor de be slissing, die, indien het bovenstaande juist is, tot het vasthouden van de leden der missie hebben geleid, en op welke grond dat rechtens is geschied? (Vervolg van pag. 1) De vergissing die t.a.v. een goede sociale verzorging wordt gemaakt, is vaak deze dat men morele verantwoor delijkheid verwart met materiële zorg. Wanneer de zorg voor het materiële afneemt, kan de morele verantwoorde lijkheid heel dikwijls eerst haar juiste richting vinden. Maar laten wij nu voor eerst eens vaststellen dat ook bij het voortreffelijke systeem van materiële ze kerheden, dat zich de laatste 40 jaar in ons land heeft ontwikkeld, beslist niet alle materiële zorg van de „kleine luyden" is weggenomen. Zodra immers door enigerlei reden een werknemer tot gedwongen nietsdoen komt, daalt zijn inkomen als regel minstens met 20, 30 of meer procenten. Zijn uitgaven daar entegen vertonen dan juist een stijgende neiging. De 80 pet. ziekengelduitkering zal de kosten van het huishouden mis schien ten naaste bij kunnen dekken, maar is bij de huidige loonverhoudin- gen zeker ontoereikend voor de aan schaf van extra fruit, eieren en andere versterkende middelen waar geen extra bron van inkomsten voor beschikbaar is. Datzelfde geldt minstens bij een uit kering krachtens een van de ongeval lenwetten. Wanneer de nieuwe ouder domswet op 1 januari a.s. zijn zegen rijk werk voor honderdduizenden bejaar den zal zUn begonnen, zullen er onder die velen nog zeer velen zijn die op aanvullende hulp van kinderen of van sociale zaken zijn aangewezen. En nu spreken we nog niet over de besliste noodtoestand bij de invaliditeitsrente- trekkers en in de gezinnen van te jong overleden werknemers, die vrouw en kinderen goeddeels onverzorgd moeten achterlaten. Wil in de materiële sector de ar moede metterdaad zijn uitge bannen dan zal juist een sterk appèl moeten worden gedaan aan het verantwoordelijkheidsgevoel van deze mensen teneinde te bereiken, dat zij in de periode waarin zij het zelf ver dienen kunnen, zorgen voor de nog on gedekte momenten in hun leven. Toch is dit alles voor ons nog niet da kern van de sociale politiek. Zoals we boven reeds schreven is een hoofdken merk van een gezonde sociale gemeen schap ook de materiële en geestelijke gezondheid van de samenstellende de len. Wij naderen in ons land langza merhand het moment waarop ook de economisch zwakkere niet meer zoda nig door materiële zorg in beslag wordt genomen dat het hem praktisch niet mogelijk is om ook aan zaken van ho gere waarden nog aandacht te schen ken. En nu bedoelen wij met hogere waarden niet op de allereerste plaats het godsdienstig leven. Het zjj immers volledig erkend, dat een goed godsdien stig leven ook mogelijk is bij gebreke van materiële welstand. In dezelfde dis cussie, die ons dit artikel in de pen gaf, stelde een van de aai: ezigen, dat het een waandenkbeeld is veronderstel len, dat intelligentie alléén een begaaf de arbeiderszoon de kans zou mopten bieden te gaan behoren tot de intellec tuele stand. Uiterlijke en innerlijke be schaving zijn daartoe even onmisbare elementen. Wij erkennen deze opmer king gaarne als juist. Maar wat wil men? Wordt het dan niet hoog tijd om juist door de sociale politiek de mo gelijkheden tot vorming van een grotere innerlijke beschaving te vergroten? Mensen van bepaalde maatschappe lijke groeperingen noemen zich wel eens de cultuuroverdragers. Dit erkennende, ontkennen we dat zij hun cultureel be zit uitsluitend zouden moeten overdra gen aan jongeren uit de eigen culturele rangstand. Een gezonde sociale politiek moet tot hoofddoel hebben het maatschappij beeld te saneren en de harmonie der samenstellende delen te bevorderen. Welnu, het werkprogram van de K.V.P. biedt deze kans volop gezien hetgeen wordt gesteld t.a.v. onderwijs en opvoedingsvraagstukken. Een reden te meer om zijn vertrouwen aan die partij te geven, wanneer daarom zal worden gevraagd bij de komende verkiezingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 7