MODF" I (V HFT NON1VFNKT F F D Aanpassing
De kachelpijp om het gezicht
heeft vrijwel overal afgedaan
aan de
moderne
tijd
MIN OF MEER INGRIJPENDE
vernieuwingen
BIJ DE VADERLANDSE
CONGREGATIES
Zon ouwe mans
mens
ZATERDAG 30 JUNI 1956
PAGINA 7
0) y 7 _ij JL -L i JL _aA _L _L _L 1 A J_ m. JLi JtA 1 A jL-J^ iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiniiiiiiiiiiiiiii
Op zaterdag voor Pasen van dit jaar heeft in het moederhuis van de zusters Franciscanessen
van eghel en in alle vijfendertig huizen, die deze congregatie hier in het land heeft, een eve
nement plaats gehad, dat nu langzamerhand tot de buitenwereld aan het doordringen is. De kle
ding is ingrijpend veranderd. In plaats van het gecompliceerde zwarte habijt met de gesteven spier-
witte kap en bavet dragen de zusters thans een losvallend donkerbruin kleed, dat aan hals en
mouwopslagen het soepele crème-witte onderkleed toont, hetwelk er een geheel mee vormt, en een
donkerbeige sluier, langs het voorhoofd verlevendigd door de voegzame crème-witte rand van een
simpele hoofdwikkel. Hun kloosterlijk sierraad, hei kruisje, is i;an donker hout, met de hand gesneden,
en benadrukt de eenvoudige voornaamheid van dit nieuwe kloosterkleed dat, gebaseerd op de klas
sieke principes, de persoonlijkheid alle vrijheid laat en dat tot de meest spectaculaire vernieuwingen
behoort die er de laatste jaren bij de Nederland se congregaties hebben plaatsgevonden. Nergens
is zo radicaal met hel oude gebroken. (Zie foto s rechts beneden).
en wat moet speciaal de religieuze
kleding uitdrukken? Daarvan dient
men zich rekenschap te geven wil men
tot iets positiefs komen en niet slechts
knotten aan de bestaande kleding
der actieve congregaties, zoals die de
vorige eeuw vorm heeft gekregen.
Want ook deze vernieuwingen zullen
op de duur verouderen.
Een andere mogelijkheid is dus de
kleding opnieuw te toetsen aan datge
ne waarvoor ze expressie moet zijn.
Kleding dan, als de zeer summiere weer
gave van de gedachtengang van Dom
van der Laan, is de omhulling van een
levend bewegend lichaam, waarin de
persoon zich moet kunnen uitdrukken
(en die niet moet verstarren tot een
levenloze netheidscultus door de kloos
terlijke uniformiteit middels stijfsel en
bleekwater. Kleren mogen aan het eind
van de week tonen, dat er in gewerkt
is!) De kledende omhulling, die nood
zakelijk aan verschillende manieren ge
bonden is, heeft de verscheidene primi
tieve kledingvormen doen ontstaan,
waarvan de tuniek er een is. Deze klas
sieke dracht is in het kloostergewaad
van de zusters van Veghel terugge
bracht tot een wijd, uitgesneden over
kleed, bijeengehouden in de tailje, over
een functioneel licht onderkleed, dat
aan de hals en mouwopslagen zichtbaar
is. De sluier, symbool van de maagde
lijkheid, hoeft niet per se lang te zijn.
De zusters hebben hiervoor een een
voudige vierkante doek gekozen, die ach
ter niet lager valt dan de ceintuur en
van voren de schouders bedekt.
Het religieuze kleed moet van iets
getuigen maar het moet in het
openbare leven, zeker in een za
kelijke, niet godsdienstige samenleving
acceptabel zyn en niet voor ridicuul
worden aangezien. Het moet bovendien
zo constant zijn, dat het aanvaardbaar
is zonder met de mode mee te schom
melen. Die „tijdloosheid" getuigt van
een gerichtheid, die niet van deze we
reld is. Het moet voor alle seizoenen
geschikt zijn, sober, internationaal ac
ceptabel en uniform. Dus dienstig aan
Welk een onmiddellijke invloed mo
dernisering van het uiterlijk der reli
gieuzen op de buitenstaander heeft, heb
ben wij persoonlijk kunnen ervaren de
ze weken bij ons bezoek aan een tien
tal Nederlandse actieve congregaties
er zijn er meer dan honderd van
de vele die reeds tot modernisering
zijn overgegaan. De snelle emancipa
tie van de kortgerokte vrouw in de we
reld heeft de afstand met de kleding
van de kloostervrouw wel heel groot
gemaakt. Een afstand, die onze lang-
gerokte en ingepakte voormoeders ze
ker minder sterk gevoeld zullen heb
ben. Tot onze verrassing hebben wij
telkens ondervonden, dat de meer
„menselijke" zusterkleding, waarin de
religieuze, ontdaan van de vroegere
verstarrende en gelijkschakelende toe
voegsels, plotseling als een geheel
eigen persoonlijkheid te voorschijn
treedt met een eigen aansprekende in
dividualiteit, het contact over en weer
merkwaardig beïnvloedt en ten goede
komt.
Trouwens, de toijval, die de zusters
in gemoderniseerde kleding overal na
de verandering ondervonden hebben,
zowel van volwassenen als van school
kinderen, kan hen er van overtuigen,
dat er een verbetering is geschied,
waar zij niet alleen zelf content over
zijn, maar waar ook de lekenwereld
geenszins ongevoelig voor is.
Voor oudere zusters moeilijk
Men moet niet onderschatten wat
het betekent om in een congre
gatie van duizend leden zoals
de Franciscanessen van Veghel of van
vierduizend leden zoals de Zusters van
Liefde te Tilburg, de kleding te ver
anderen. Niet al
leen zijn daar ja
renlange experi
menten mee ge
moeid geweest;
veel gespannen
aandacht en over
leg (want een tra
ditie veranderen
gaat niet zo maar),
tenslotte duizenden
meters stof en hon
derden uren van
Vroeger een pelerine, stijf bavet en insluitende kap voor de zusters van J.M.J.,
zie foto links. Nó. deze rustige eenvoudige kleding.
van de dracht, waarin de professie hun met meer durf dan de ander. De voort-
nog nabij is. Dat ingrijpend gebeuren,
als in alle huizen van een bepaalde
congregatie de zusters tegelijk van
uiterlijk veranderden, is dan ook steeds
met een plechtigheid gevierd. Het
nieuwe, voor haar gemaakte kleed, door
iedere zuster naar de kapel gedragen,
werd gezegend tijdens een ceremonie
met toepasselijke gebeden en na het
verkleden volgde dan de viering van de
massale metamorfose.
De moderniseringen, voor zover die
zijn voortgekomen uit de meest voor
uitstrevende elementen in de congre
gatie zelf, zij het, dat de zusters daar
bij ieder hun mening mochten geven
of dat ze er op een goed moment
mee verrast werden, komen over het
algemeen neer op sterke vereenvou
diging van de kap, vervanging van
het harde „front" door een klein
boordje, vernauwing van de mouwen,
matiging van de rokruimte, afschaf
fing van het bandenschort als dat niet
al eerder gebeurd was of van de pe
lerine en dan soms herstel van het
scapulier. Rozenkransen zijn verkleind
of afgeschaft. Het is allemaal prak
tischer en functioneler geworden en
ingewikkelde spelden zijn van de
baan. Maar het borstkruis heeft als
sierend symbool van de toewijding
aan God zeer gewonnen omdat het
een lang donker gewaad, als de bavet
is vervallen, verlevendigt.
Ongetwijfeld hebben bij het zoeken
naar de nieuwe uitdrukkingsvorm als
compromis van werkkleed en bidkleed,
jonge congregaties als de Medische
Missiezusters of de Augustinessen van
St. Monica wel enige invloed gehad.
Dat de „gemoderniseerde" religieuzen
soms enige gelijkenis vertonen met
langgerokte verpleegsters kan niet ont
kend worden. Dat was blijkbaar met
de vereenvoudigde kap moeilijk te ver
mijd -n.
Aan een „bijzondere" kap met ge
heel korte sluier hebben alleen de zus
ters van het H. Hart van „Koningshof"
te Veldhoven zich gewaagd. Deze zus
ters (vroeger van Moerdijk), die sinds
enkele jaren in het mooie Brabantse
land buiten Eindhoven een door Kolde-
wey nieuw gebouwd klooster- en school
complex hebben betrokken, hebben zich
laten raden door Basart, directeur van
de Rotterdamse Academie van Beel
dende Kunst. De leerlingen van de
hoogste klas hebben een aantal ont
werpen gemaakt, waaruit ei\ een is ge
kozen, dat thans reeds sinds een jaar
of zes wordt gedragen. De foto zegt
meer dan uitleg. Het is een reëel
kloosterlijk kleed, scapulier voor en
achter, verbonden door een halve cein
tuur, aan de hals een wit gesteven
kraagje. Het geborduurde embleem
naar ontwerp van Hildegard Brom-
Fischer zal echter komen te verval
len; het slijt te spoedig. De korte sluier
is bevestigd aan een naar voren uit
staand kapje. Uitdrukkingsvol, maar
soms moeilijk, naar blijkt, als het erg
waait. Zoals in Finland, waar deze zus
ters inv de missie een kindertehuis heb
ben.
Het spreekt welhaast vanzelf, dat
het besnoeien van de kleding
slechts eeii der symptomen is
van de aanpassing bij deze tijd, waar
naar iedere congregatie zoekt. De een
varende overste van de zusters van
Veldhoven heeft de korte sluier aan
gedurfd. Dat past geheel bij de kwieke
geest, die men in dit bedrijvige mo
derne klooster met internaat vindt. Met
een eigen schoolbus, bestuurd door een
zuster, wordt de dagelijkse dienst met
de kweekschool in Eindhoven onderhou
den.
In een der lichte spreekkamers, waar
moderne planten staan, hangt een kleu
rig wandtapijt, dat de aandacht trekt.
Het is gemaakt door een Finse, die op
middelbare leeftijd het geloof vond en
hier intrad. De spreekkamers beginnen
een andere geest te ademen, zoals ook
de omgang met bezoek en familieleden,
(lat aan gereglementeerde reserve ver
liest. Het is in vele congregaties niet
langer taboe om enkele malen per jaar
bij bezoek van familie de maaltijden te
delen. En er mag meer naar huis wor
den gegaan zoals bjj ernstige ziek
te van de ouders of de eerste H. Mis
van een broer. Het eventueel thuis door
brengen van de vakantie stuit echter
op te grote bezwaren.
Onmiskenbaar groeien opvattingen en
optreden naar de tijd toe, wordt ver
starring doorbroken en naar nieuwe
wegen gezocht. Steeds meer missione
rende congregaties hebben, evenals de
Medische Missiezusters, hun vrouwelij
ke artsen, de zusters van Carolus Bor-
romeus in Maastricht leiden in Nijme
gen de Hogere Verpleegstersschool en
hebben een onzer bekwaamste diëtisten.
De zusters van de Choorstraat uit Den
Bosch hebben in hun midden e,en pri
vaat-docente aan de katholieke univer
siteit. De zusters van Tilburg zijn in
Amsterdam begonnen met een oplei
ding voor bejaardenverzorgster en vel
schillende congregaties laten de zusters
studeren aan de school voor maatschap
pelijk werk.
Vier blinde zusters zijn onlangs in
deze congregatie geprofest. Bij de zus
ters van de Choorstraat zullen binnen
kort vier doofstomme meisjes hun ge
loften doen en als oblaten een aparte
eommunauteit vormen.
Sinds enkele jaren wordt ook ge
streefd naar het zo noodzakelijke on
derlinge' contact tussen de vele con
gregaties, die naast elkaar werken.
Rector A. Sanders, moderator van de
Canisiusbond en voorzitter van de bis
schoppelijke commissie, die zich bezig
houdt met de vernieuwing van de re
ligieuze congregaties heeft daar de
.stoot toe gegeven.
Reeds vijf jaar vinden de besturen-
Ue zusters van het H. Hart te Veldhoven dragen een korte sluier.
Op 15 augustus '55 zijn de zus
ters van Tilburg, zie de foto
op de voorpagina, van uiterlijk
veranderd. Toen ze in 1832 wer
den gesticht droegen ze tussen
kap en habijt een paarse hals
doek. Ze hadden ten teken van
armoede rode zakdoeken. De
nieuwe kleding bevalt de zusters
goed en de buitenstaanders ook.
Toen de eerste zuster „in het
nieuw" vorig jaar zich ergens in
het zuiden in een klein plaatsje
vertoonde en door een oud vrouw
tje werd bewonderd, vertelde de
ze, dat dit de nieuwe kleding was
volgens de richtlijnen van de Paus.
„Wel, wel", was het onverholen
commentaar, „dat zo'n ouwe
mans-mens toch zo'n schoon kleed
kan uitvinden."
de vrouwelijke kloosterlingen elkaar
jaarlijks op een gezamenlijk congres;
daaruit voortgekomen zijn er sinds kort
heroriënterende cursussen voor novi-
cenmeesteressen gestart, waar druk ge
bruik van wordt gemaakt en het jongste
initiatief ter bevordering van de samen
werking ten gunste van een goede aan
passing is de oprichting van een secre
tariaat voor vrouwelijke religieuze con
gregaties in het actieve leven, waar
kwesties van gezamenlijk belang wor
den bestudeerd, onder andere de roe
pingen
Het aantal roepingen is weer enigs
zins stijgend. Maar een rapport van
het KASKI heeft onlangs aangetoond,
dat er veel jeugdige roepingen verlo
ren gaan omdat het meisje te onbe
schermd is. Overwogen wordt nu om
een soort juvenaat te stichten, waar de
aspirante vrije contacten heeft met
school en thuis, terwijl de roeping wordt
behoed.
Op onze vraag aan vele oversten of
men meende, dat de kleding, hoe ook,
en al of niet gemoderniseerd, invloed
heeft op de roeping, heeft men ons ca
tegorisch „neen" geantwoord.
A. Bgl.
let meest specta
culair is het uiter
lijk van de Fran
ciscanessen van
Veghel veranderd.
Sinds Pasen van
dit jaar dragen ze
een kleding, die ge
heel nieuw is op
gezet en met de
oude zie foto
rechts niets meer
te maken heeft.
Dom van der Laan
O.S.B. uit Ooster
hout heeft de zus
ters geadviseerd
bij dit experiment,
dat i i durf ge
tuigt. De zeer mooie
nieuwe klooster
dracht, die „van
alle tijden" is, be
staat een uit wijd
bovenkleed over
een licht functio
neel onderkleed,
dat aan halsuitsnij
ding en mouwen
zichtbaar is. Bij het
werk worden de
mouwen omgesla
gen. De zeer fraaie
„armonieuze kleu
ren komen op de
foto, jammer ge
noeg, niet tot hun
recht. Het over
kleed is van don
kerbruine wol, de
naturelkleur van
het 'zwarte schaap,
de sluier is donker
beige, het onder
kleed crème-wit.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
ff inds de Paus in 1952 tijdens het congres van vrouwelijke kloosterlin-
X gen te Rome er op gewezen heeft, dat ook het kloosterkleed van de
*—7 werkende congregaties, waarvan de zusters zich in het openbaar ver
tonen en met de jeugd omgaan, zich bij de moderne tijd moest aanpassen,
zijn reeds heel wat vaderlandse congregaties tot min of meer ingrijpende
ver neuwingen overgegaan. Nederland schijnt daarbij wel vooraan te gaan.
Wij wonen hier nu eenmaal dicht op elkaar en wat de een doet blijft voor
de ander niet verborgen. Al blijkt weer, dat het bijna even moeilijk is als
bij het ontstaan der vele congregaties rondom het midden der vorige eeuw,
toen ze als paddestoelen uit de grond verrezen er zijn meer dan 20 soorten
Franciscanessen om niet te veel van elkaar over te nemen. Want vanzelf
sprekend is er, ook in religieuze kleding, een zekere „mode", verband hou
dend met het tijdsbeeld. Toen omstreeks het herstel der hiërarchie nu ruim
honderd jaar geleden overal groepen religieuze vrouwen zich vormden om
zich het lot van verwaarloosde kinderen en zieken aan te trekken, namen
ze ofwel om tactische redenen de onopvallende dracht aan der eenvou-
digen ofwel ze volgden de kleedwijze van de „Klopjes" of de Begijnen.
Maar ieder gezelschap wilde ook iats eigens ter onderscheiding van de an
dere en zo waren er bijvoorbeeld tot voor kort in Brabant twee congre
gaties, waar de zusters precies hetzelfde gekleed gingen en het onderscheid
alleen zat in de rozenkrans, die rechts of links aan de ceintuur hing!
Dat de aanpassing, waar de Paus enkele jaren geleden op aandrong, nódig
was, hadden verschillende congregaties toen reeds begrepen. Vooruitstre
vende oversten hadden te omvangrijke kappen, die bij ziekenhuiswerk hin
derden, al doen verdwijnen, zo bijvoorbeeld de zusters van „Onder de
Bogen" te Maastricht. Terwijl ook de zusters van „de' Voorzienigheid" te
Amsterdam in 1946 reeds radicaal vereenvoudigd hadden en onder meer
het bandenschort afgeschaft, dat elke avond zorgvuldig in de dwarsplooien
moest worden gevouwen. Wellicht de erfenis van een door de stichteres
overgenomen streekdracht, zoals onder andere de vrouwen in Huizen, die
in costuum lopen, dat nog steeds doen.
De zusters van O.L. Vrouw van Amersfoort verrasten het publiek op
straat een jaar later, van top tot teen in het nieuw. Uit het zwarte costuum.
met pelerine en ingebakerde hoofdtooi herboren in een kleedzaam donker
blauw habijt met kap, die het gezicht geheel vrij laat.
ieder postuur en iedere fysionomie, oud
en jong. De lange rok blijkt daarvoor
het meest geschikt. Maar het hoeft niet
per se zwart te zijn. Kleuren gelden niet
meer als luxe en de perfecte harmonie
der bruine tinten geeft de kleding van
de Franciscanessen van Veghel een
zeer eigen stijl.
Het stoutmoedig experiment van de
ze congregatie, met ongeveer duizend
leden in ons land vertegenwoordigd,
ook boven de Moerdijk, is zeer interes
sant in deze tijd, waarin alles zo sterk
in beweging is. De kloosterlijke waar
digheid wordt door dit habijt, dat een
rustige schoonheid heeft en tegelijkertijd
respect afdwingt en waarover op straat
een wijde mouwmantel wordt gedra
gen van dezelfde donkere wol (de natu-
relkleur van het zwarte schaap), sterk
gesuggereerd. Toen wij met de bus
door een klein Brabants dorpje reden
en voor het eerst twee Veghelse zusters
op het marktplein zagen werden wij
getroffen door het innemende van haar
kleding. Die indruk bleef ons bij toen
wij later in het klooster, in een sfeer
van ongedwongen gastvrijheid, konden
constateren, welk een blijheid en rust
er van dit kleed uitgaan, door de per
fecte harmonie ervan, die in wisselwer
king met de persoonlijkheid deze op
nobele wijze releveert. Het onderhoud
is aangepast aan deze tijd van „geen
tijd"; het geëxposeerde crème-wit is
gemakkelijk te verwisselen, te wassen
en te mangelen.
ingespannen naai
werk. Maar ook
allerlei psychische
reacties en emoties.
De figuur in de witte geplooide
muts is de stichteres van de zusters
van de Choorstraat uit Den Bosch,
die officieel de „Dochters van Ma
ria en Joseph" heten. Het eerste
groepje vrouwen, dat in 1820 de
congregatie vormde, was om tacti
sche redenen aanvankelijk gekleed
als de eenvoudigen, in paarse japon
met omslagdoek en geplooide witte
muts. Het later aangenomen tradi
tionele kloosterkleed is, na enige
wijzigingen in de loop der jaren,
tenslotte twee jaar geleden vereen
voudigd, zoals de foto laat zien. In
de missie worden hetzelfde habijt en
sluier gedragen maar in het wit en
van lichte stof. Deze zuster brengt
twee doofstomme kinderen de eer
ste beginselen van het spreken bij.
Prof. Buytendijk
heeft er op gewe
zen, hoezeer de
vrouw zich ver
eenzelvigt met haar
kleding. Die na
tuurlijke dispositie
blijft haar deel als
ze het religieuze
kleed aanneemt
waaraan bovendien
een sterke gevoels
waarde zit. Voor
oudere zusters kan
het een heel ding
zijn om afstand te
moeten doen van
het kleed, waarin
ze het grootste deel
van haar leven
haar bijzondere
staat beleefd heb
ben. Jongeren doen
soms node afstand
Het snelverkeer dwong wel tot
de aanpassing van de kap, die
het uitzicht naar aile kanten
vrfj moet laten. Onder vrou
welijke ingetogenheid verstond
men in de Victoriaanse tijd,
ook voor de religieuzen, nu
eenmaal iets anders dan tegenwoordig
en met de „kachelpijp" om het gezicht,
zoals een vrijmoedige overste het
lachend noemde, hebben vrijwel alle
congregaties thans afgedaan. Het reizen
en trekken, dat alle actieve religieuzen
tegenwoordig moeten doen, op de fiets,
bromfiets _of pt>r autobus., maakte de
lange rozenkrans en de omvangrijke
cape onhoudbaar. Die cape werd suc
cessievelijk vervangen door de rechte
lange mante' en onder de mantel moest
er toen wel iets geamputeerd van de
rokkenvracht en van de al te wijde
mouwen. Ook het klimaat in de missie
begon steeds dringender eisen te stellen.
En de hygiëne tenslotte, waarmee de
jongeren zijn opgevoed, is tot in diepere
lagen gaan meespreken. Niet het minst
heeft ook de oorlog met zijn gebrek aan
textiel en stijfselt!) tot vereenvoudiging
gedwongen. En in een klooster waar ge
brek is aan werkkrachten kan ook geen
nodeloze tijd meer gegeven worden aan
het onderhoud van ingewikkelde kleren
zoals moeilijke gesteven kappen, al heeft
de plastic wel iets van het stijfwerk
overgenomen. Maar soms ook een oor
spronkelijk mooie kloosterlijke kap-
vorm verkitscht.
„Geen stijfsel, zusters", zei dan ook
Dom H. van der Laan tot de Fran
ciscanessen van Veghel toen die zijn
advies vroegen. Om namelijk tot een
geheel nieuwe opzet van een reli
gieus kleed te komen hadden de be
sturende zusters, onder leiding van de
vooruitstrevende moeder overste, die
.haar tijd goed aanvoelt, zich gewend
tot deze pater Benedictijn van Ooster
hout, die als ontwerper van kerkelijke
gewaden het onderwerp kleding a fond
bestudeerd heeft.
Want is, in deze voortjagende tijd,
de religieuze kleding eigenlijk niet,
evenals de kleding van de vrouw in
de westerse wereld, enigszins vastge
lopen?
Wat is de functie van de kleding