E EDRIJFSLEVEN verwerkt JAARLIJKS een miljard aan MILITAIRE ORDERS u IQ&uoriarn euven Goedhart -«vgssr.s Vakantiestad van barakken en bungalows uA - -,n In West-Duitsland krijgen de leraren een auto om in te studeren gaan de leerlingen Daarna mee om het verkeer te leren kennen Hartelijk afscheid van minister Beel Mr. Van Heuven Goedhart alom met piëteit herdacht gsyss Hoe worden de defensie- uitgaven besteed? De krijgsmacht geeft werk aan 84 duizend arbeiders De stijging van de vleesprijzen „Men zal deze beminnelijke man in het politieke leven zeer missen „Zijn werk met kracht voortzetten tJ t(Xalnijverheid nr. 1 Bloemlezing G1"e/^/pf DÉBRQLinE K.N.A.C. vraagt verk eer sonder wijs aan militairen «If ■'^WrXê M lm. $-1 'm s, JL:, a STREVEN NAAR GROTERE VERKEERSVEILIGHEID Nooit een zuur woord Tien jaar minister Grote eenvoud Kinderverlamming niet verontrustend DINSDAG 10 JULI 1956 PAGINA 7 door ANTHONY GILBERT C. H. v. d. Bovenkamp Jr. Jeuk is erger dan pijn! jBHe x7-a. - %pnpt rV k IK§ m m ■5p^*r« ''"WiiiMiiuiuiiuiimiuuiiHiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ht?F(?aad al"4 v®rteki?" p'» Papimi's De Duivel1 <Van Het onze speciale verslaggever) "iet (Jef Vdoiasgeveiv ?en °P de f:beIeid is de laatste da- ormatic „,,.sn'jtafel van de kabinets- enst, Formateur dr. Drees Partij opad door de fractie van 5 nK Van tan de Arbeid, in navoi- ena?''Sche KSel-an<' en Frankrijk een 'tikt si- LZU'n'finK door te voeren een i ,c"^s onder zware druk be- Sroti een >ng k'eine n* ""S vn verhoging van de be tter st oorlog toe te staan. Mi- v!nt Heer daarentegen Seeft Been P oorino- Zljn 'even als minister be?en<le 8v ki ?rag aia Vl'. Jaar met zo'n luttel Uven cin„„ P miljoen gulden moet !k„_ He op bezuiniging be- ',Pen(ip's'Waoneer hjj het voor de 'g als 1-L 'iaar met zo'n luttel A»»en (j kiSte liberal»..-f umuiuiBuiS uc- s?ns nog ./nfA krijgen daardoor een j af de Vpï pr dan de zuinige ir. i e Atlantisak andse contributie aan ..veren. Nu i? .verdragsorganisatie te li °P de i,„iu defensiebeleid kenne- ;'R Ha te "S staat Hjkt het diens- toe aa„ ian 'n hoeverre de tot asting de defensie bestede be- Jn'o van on. We.?r in de portemon- „ni defensie J zijn teruggekeerd, k al js e®n nationale zaak, _nd ornlc-J'. 1,1 internationaal ver- F'-tracht n,„^,'ra°t,t. En dat daarbij tl national °m (Ie behoeften van 'igSrn - e nronkatnk Ho acht Pronkstuk dat onze te het XI Jeet' zoveel mogelijk n„ at«n rtpki0 andse bedrijfsleven diJ van da is aannemelijk. Wel- deV^Tt lq^e»half miljard gulden, ,;.fensie ten behoeve van de laïj P'tgek pPPj'jks Uit de staatskas d per erd, is gemiddeld een mil- a>'n be. laar, dus twee derde deel 6,10 ei. edrijfsleven teruggevloeid. wiP'ddelrt» krijgsmacht met een die000 ^arsterkte -= van circa "!6 hiel?,]1"', staan 84.000 arbeiders, ®*°diio«„ e?ken aan de materiaal. ?:UQUcti.;Tren aan de materiaal- dacht.' Voorwaar cijfers, die de 1 verdienen. ^heStnivanaHnijviLheid. profiteert het aUtolpsb°Uw defensie-inspanning. De bietl °bielfak vllegtuigbouw, de detl n'verwerk T"' wapensmidsen en totai arliit0 nde industrieën beste- etie u inSnaLron<l elf procent van hun fancho "lnS aaa de defensie, de de k'ddeld „meer dan de andere, maar 8 1 b°U\vniiu r,ekend- In de sector van tie Pct- vapGrbe'd mocht in 1952 bijna Sok °P ret ?e nationale bouwproduc- plpOVen „nlrig van de defensie ge- ka?04 deel Prden. Thans, nu voor een hen n®s 1 nieuwbouw-projecten, als Wel en rr,p kantoorgebouweri' magazij- bre enlV)kt ..disatieopslagplaatsen ver- van;i2' ?aat n°" b«na vier 5 l' He nk .laarproductie naar de- de ?ctr voor^mtsche industrie is voor r,,Kvvuor d#* 10 VUU1 Soce, verwerk?la e- ^geschakeld, lal?01; kil de v™'-!e industrie voor beho<? «dufr i^'ngsmdustrie voor Aafe van de li «hele Neder- niet mis t rRerpak ln de brnP1 Vaa 'S te Verstaan. Door ons lidmaatschap van de NATO, de hoge standaard van onze industrie en de gunstige concurren tiepositie op de wereldmarkt, ont vangt ons land aan buitenlandse mi litaire orders voor een waarde van vele miljoenen. In 1951 gaf het bui tenland opdrachten voor een totaal bedrag van 21 miljoen. In 1952 was dat -bedrag gestegen tot 112 miljoen; in 1953 tot 125 miljoen. In 1954 was het gedaald tot 79 miljoen, in 1955 tot 64 miljoen en dit laatste bedrag mag aangenomen worden ook voor de jaren 1956, 1957 en 1958. Boven deze bedragen komen die van de bestellingen die door Amerikaanse troepen in Duitsland en Afrika bjj ons worden gedaan. De Amerikaanse sol daten eten jaarlijks voor een slordige 80 miljoen gulden aan Nederlandse waar, voornamelijk melk, eieren en landbouwprodukten op. Daar aan de Nederlandse en buiten landse militaire orders ruim een mil jard per jaar in ons land wordt be steed, mag worden aangenomen, dat een derde daarvan aan lonen en sociale lasten wordt besteed. Dat betekent dat bij een gemiddeld loon in ons land van 4.000, die militaire inspanning werkgelegenheid bezorgt aan circa 84.000 arbeiders per jaar. Teneinde een indruk te geven van de omvang van de militaire opdrachten, een kleine, willekeurige bloemlezing uit de lijsten militaire orders aan de Ne derlandse industrie, die elke week door het Commissariaat Militaire Productie via het departement van economische zaken worden verstrekt. De Van Doorne's Automobielfabrie ken, de D.A.F., is een van de indus trieën, die vrijwel maandelijks een gro te portie uit de defensiepot krijgen toe geschoven. Onlangs werd de fabriek weer verrijkt met een order van 81 miljoen. De Leidsche Dekenfabriek vin den wij op de lijst van het Commissa riaat Militaire Productie vertegenwoor digd met een order van anderhalf mil joen voor dekens. De Draad en Kabel- fabriek in Amsterdam, de Draka, werd opgedragen voor 4.5 miljoen materia len te leveren. Aabee kon voor 1 mil joen veldtenuestof leveren. De Bata ziet zich bijna elk jaar voor de opgave geplaatst voor anderhalf miljoen aan schoenen te leveren. Wij vinden op die lijsten een bestelling van regenkle ding ter waarde van een miljoen, van radio's voor anderhalf miljoen, aan camouflagenetten voor niet minder dan 12 miljoen. Aannemers komen er bijna wekelijks op voor, om exercitieterrei nen aan te leggen, wegen te verbete ren, kazernes te bouwen, opslagplaatsen en magazijnen aan te leggen, alles voor bedragen die meestal boven een mil joen liggen. Nederland kent fabrieken als D.A.P. en Hispano Suiza die bijna voor de volle honderd procent hun bestaan aan de militaire inspanning te danken heb ben, om te zwijgen van de Artillerie ïhrichtingen en van de vliegtuigindus trie. Wer\an^ve??GoeriKlyden Van ,kenmerkendean hÜ zich nii(itW St vab °ultzonder1tjkelaats fet^d, waarvan h-" grote Perso^ mr, in G. sf<f i4 verricht. Zij kwamen wel zeer hen tot uiting in zijn laatste werkzaaln- vtni1 a's Hoge Commissaris voor de heef gen' in welke functie hij zich ziin onderscheiden op een wijze die vast WeerSa niet vindt en naar onze ste overtuiging ook niet vinden zal. War ZPn energie is in dit werk als het liikeev,0pSebruikt en zün naar mense- ons berekening te vroege dood getuigt hü ,P1ziens van de toewijding, waarmee ver,„S aan deze taak, die hem geheel u'de, heeft gegeven. Hoevo1? wi-i hem tenslotte als vriend, steeds ï1? zijn er geweest, voor wie hij en 2nv. Waar stond in alle moeilijkheden het eB,?e,n' °ok al waren die somtijds een hr>,°i? van omstandigheden en van eens vval waarmede hij het met gyninash" bebben hem gekend van onze waren l0rnjaren af- °nze betrekkingen verschil ^Pb'loos, trots veel menings gen wc aHozen zullen ons dit nazeg- en wr» ,.zÜh hem hiervoor dankbaar Z!Jh er trots op deze man te hebben gekend. A. L. DE BLOCK Advertentie De ministers Mansholt en Zijlstra zijn van oordeel, dat er geen reden is bij zondere maatregelen te nemen als ge volg van de gestegen vleesprijzen. Met name wordt door de bewindslieden ont kend, in antwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Wagenaar, dat de uit voer o.a. naar Frankrijk in de prijs verhoging een rol zou hebben gespeeld. Tegenover een sedert 1955 gestegen uit voer staat namelijk een eveneens en zelfs in nog sterkere mate gestegen invoer. Een van de omstandigheden, die wel invloed op de prijzen hebben gehad, is het toenemen van de vraag naar fijnere vleessoorten, als gevolg van de gestegen koopkracht. Minister Zijlstra toont zich zeer ver heugd, dat de werkgeversorganisaties van het slagersbedrijf bereid zijn ge weest geen prijsverhoging toe te passen zonder overleg met het ministerie van Economische Zaken. De K.N.A.C. heeft de minister van oorlog verzocht, aan alle dienstplichti gen eenvoudige verkeerskennis te doen bijbrengen. In een adres aan de minis ter zegt de K.N.A.C., dat verkeerson- kunde en gebrek aan zelfdiscipline fac toren zijn, die ernstig afbreuk doen aan de verkeersveiligheid. Weliswaar wordt door het geven van verkeersonderwijs op scholen getracht in deze toestand ver betering te brengen, doch helaas kan niet ontkend worden, dat na beëindi ging van de schooltijd het effect van het geleerde spoedig verloren gaat. Het is volgens de K.N.A.C. van emi nent belang elke mogelijkheid te be nutten de kennis omtrent het verkeer opnieuw te verlevendigen en de voor de toepassing daarvan benodigde zelf tucht aan te kweken. De militaire diensttijd biedt naar haar mening daartoe bij uitstek de gelegen heid. :^8Ü8fexv..A tr. J#9* f'C" y '41$: -:vf; v" *1 Xx-. i'-Ijiifi''*"' - :V 5' - O, ,ïïÖS)fc«ï; T 4 s v - *- ■HL" iffVst s I M;: y vfüj m <«v. "MM*.- ;vv:' ''""w,. -v t W* f 4 p» :mt A ff i - Wm V' - - -- J W atèfc «ctó **m>so$8L i s Wy Xcoojiïn $ibd«88 (Van onze verkeersmedewerlcer) TT et vraagstuk der verkeersveiligheid, of zo men. wil verkeers- JJ ONveiligheid, vraagt als het ware met de dag om een op lossing. De enorme toeneming van het moderne verkeer stelt de deelnemer daaraan, of hij of zij nu voetganger, wielrijder, brom fietser dan wel automobilist is, voor steeds grotere moeilijkheden. Gebrek aan kennis van de verkeersregels, gebrek ook aan hoffe lijkheid jegens elkander, en niet in de laatste plaats ook het onbe zonnen toegeven aan het wilde jachten van deze tijd, zijn oorzaak van vele ongelukken, die niet alleen in ons land maar over heel de wereld, als het ware tot een internationale ramp hebben geleid. Het ligt voor de hand dat men op alle mogelijke manieren tracht deze ver keersonveiligheid te bestrijden. Maar de grote moeilijkheid daarbij is dat men te veel met de menselijke factor te maken heeft, dat wil zeggen dat de fouten van de mens als daar zijn onvoorzichtigheid, onverschilligheid, onwetendheid, gebrek aan eerbeid voor de medemens, voor een groot deel oorzaak zijn van de vele verkeersongelukken. Het is uit de aard der zaak moeilijk om de menselijke fei ten te verbeteren. En evenzeer zal het voor de oudere mens moeilijk zijn om zich aan te passen aan de, vooral in de loop der laatste jaren zo zeer gewijzig de verkeersomstandigheden. In dat op zicht zullen de jongere mannen en vrou wen meer nog de jeugd het heel wat gemakkelijker hebben. Eerstgenoemden zijn al min of meer opgegroeid met het drukker geworden verkeer, en wat de jeugd betreft staat deze zaak er nog veel gunstiger voor, vooral ook omdat, voor zover zulks al niet het geval is, bij haar belangstelling kan worden ge kweekt voor de modertie vervoersmid delen als scooters, bromfietsen, motor rijwielen en auto's en voor de eisen welke het gebruik daarvan aan voor zichtigheid en verkeerskennis stellen. Het is dan ook toe te juichen dat het verkeersonderwijs op de scholen binnen kort verplicht zal worden gesteld. Wel iswaar zal het invoeren daarvan onge twijfeld nog wel op moeilijkheden stui ten, omdat daarbij ook het vraagstuk zal moeten worden opgelost, wie dat onderwijs zullen moeten geven, maar in ieder geval mogen wij annemen, dat in de kringen der verkeersexperts de goede wil zal aanwezig zijn om tot een oplossing te geraken. In zekere zin is met dat, zij het dan nog niet verplichte, verkeersonderwijs, of zo men wil het bij de jeugd opwekken van belangstelling voor het verkeer, enige jaren geleden reeds een begin gemaakt door de instelling van de zo genaamde jeugdverkeersbrigades, die de Amsterdammer zeer ad rem en te recht „klaar-overs" heeft gedoopt. Daar door toch heeft men de jongelui een zekere verantwoordelijkheid bijgebracht die van grote betekenis kan zijn in hun verdere leven. En het systeem der klaar-overs heeft in het algemeen zijn nut, omdat het de schooljeugd er iedere dag opnieuw opmerkzaam op maakt dat het verkeer de grootste voorzich tigheid en oplettendheid vereist, iets wat haar later altpd zal bijblijven. De instelling der schoolverkeersbri- gades is niet nieuw. In Amerika be staan zij al meer dan dertig jaar en het aantal jongens en meisjes dat er aan meewerkt bedraagt thans zo on geveer 300.000. Dat is ook geen won der want het automobiel verkeer in Amerika is aanzienlijk veel intensie ver en groter dan waar ook ter we reld. Maar wel een wonder is het feit, dat in de dertig jaren van het bestaan dezer „school safety patrols" het aan tal kinderen dat bij verkeersongeluk ken was betrokken met ruim zeventig procent is afgenomen,ondanks de in die jaren enorme groei van het auto- mobielverkeer. Interessant, en een be> v,„ nieetrmet\.nietS *e maken, bedoelt U. Da7" Pf ai: .'s er n ik JU ?ngetwpfg®^eh'''^atm®t u eens. Mr Scott heeft Pamela haar tolf ziin Vhaar hartia begeerde en het is ekom„ bedoeling geweest om ook voor -Dan heb ik 'en ik ni dat is in s bet dan met andere woorden hij doo'n een armLgeVa' 2ijn b,edoeling geweest] "Aal Was." menhuis zou worden gestopt, zodra i^&Itleer vr'ail? 0Verleden is, kunnen wij hem moei de eldest. H?i T W?4 zPn bedoeling met het meisje te tr ®8enheiri echter ruimschoots de tijd en d tfen en =1g b.ad °m voorzieningen voor haar 'X bedoelt nu-mUist' Dat dëed"hij wel hetjJ®stamlnt ^dLhiljfen testament heeft gemaakt; "kn heeft ïa .t ni,emand vinden kan." at Cf] öv* vuuiaicuillgcn V WUI I is hu l? mj. dat niet gedaan heeft - "et nu inI«t not uu 'Sn heeft Sn memand vh p "Was dat u ook verteld, waar het is7" kin teV0'K van hetWfeatr' dal l®20 moeilijkheden zijn vinden." at men het testament niet Xl u het gezien?» SetHmnti hielt,""5 ke" iemand, die het '.',N?eneiltu94.die Persoon ook de inhoud'" „Oh, ja." „Nu dan? Ik zou niet weten wat men zou moeten doen." „De voor de hand liggende verklaring is, dat het testament vernietigd werd," zei Terry langzaam. „Precies. En zo'n vernietigd testament is natuur lijk waardeloos. Ik sympathiseer met uw gevoelens voor dat kleine meisje, maar, werkelijk, wat u denkt te bereiken met een onderhoud met mijn moe der is mij niet duidelijk." „Het zal uw moeder duidelijker zijn. Zij heeft haar in dat weeshuis gedaan, waar zij zal worden opge leid voor dienstmeisje of zo iets." „En als de- voortekenen ons niet bedriegen zullen dat zeer goed betaalde baantjes zijn tegen de tijd dat zij oud genoeg is om te gaan werken. Huishou delijk personeel is nu al een probleem." „Hier toch zeker niet?" vroeg Terry sarcastisch. „Oh, moeder doet haar best." „Mr Scott zou zich in zijn graf omdraaien, als hij wist wat Pamela nu is." „Dan is het maar goed, dat hij het niet weet." „U hebt me zoeven gevraagd wat ik kom doen en dat zal ik u nu eerst eens vertellen," zei Terry. „Ik ben niet van plan om Pamela in dat weeshuis te laten, maar voordat ik stappen ga doen om haar daar uit te halen, leek het me beter u op de hoogte te brengen van de feiten." „Die zijn ons bekend. We weten dat er geen Tt 5ment is gevonden en dat is het voornaamste, ik ben er van overtuigd, dat er advertenties zijn geplaatst en dat men alle meubelstukken heeft na gezocht op geheime vakjes en alle muren van het huis op geheime kasten. Mijn beste Miss Lawrence, wees redelijk en erken dat dat niet de schuld van mun moeder is." „Ik neem haar alleen kwalijk, dat zij Pamela in dat weeshuis heeft gedaan." „Wat verwachtte u dan van haar? Dat zij het kind hier zou brengen?" „Zij had in elk geval een tehuis voor haar kunnen zoeken, waar het kind gelukkig kon zijn." „Ik neem aan dat u aan het meisje gehecht bent. Als uw financiële toestand het mogelijk maakte, zou u het meisje dan onder uw hoede nemen?" a's getuige „Ja, natuurlijk zou ik dat doen totdat zich voor het kind iets beters zou voordoen." „Ik neem aan dat u al uw tijd nodig hebt voor het verzorgen van een kind. Als vrijgezel ben ik natuurlijk niet op de hoogte, maar Hij wachtte even en ging dan voort: „Dan mag ik aannemen, dat u niet over de middelen beschikt?" „Natuurlijk niet. Het geld van Mr Scott komt geheel aan uw moeder en „Onder anderen." „En aan u." „U kunt het mij niet kwalijk nemen, dat ik een rijke oom heb gehad en wat dat kind betreft, ik ken haar nauwelijks. Niemand kan mij verantwoor delijk stellen voor dat meisje. Oom Philip heeft alle gelegenheid gehad om voorzieningen voor haar te treffen. Als men een testament heeft gemaakt, wordt dit in bewaring gegeven aan de notaris en 'nu dat niet is gebeurd, mogen wij daaruit veilig de con clusie trekken, dat er geen testament is. Ik zal helemaal niet zeggen, dat er geen testament geweest is, maar „Dat is er wel geweest. Miss Martin heeft het als getuige getekend." „Laten we elkaar nu geen fabeltjes vertellen, Miss Lawrence. We leven in een harde, nuchtere én za kelijke wereld. Als het uw bedoeling is om dat meisje uit dat weeshuis te krijgen, dan zoudt u mii natuurlijk het verhaaltje komen vertellen, dat u me nu verteld hebt. U zegt dat een oude' dame het testament van mijn oom getekend heeft als getuige maar wie garandeert mij, dat u dat verhaaltje niet verzonnen hebt. Heus, laten we verstandig blii ven. Ik vertel u nu alleen hoe een rechtbank over zo iets zou oordelen, tenzij u bewijzen kunt leveren en ik neem aan dat u dat niet kunt „Ik begrijp niet wat u van ons verwacht Het kind wordt met mishandeld en lijdt geen honger het is met ontvoerd wat wilt u'" zei'ETerrry. geZ<?gd' niet anders verwacht," bent"'dat g6Val b6griiD ik niet waarom h gekomen (Wordt vervolgd) wijs voor onze mening, dat het sys teem der klaar-overs de kinderen wijze lessen voor de toekomst zal mee geven, is dat de jongelui die eens tot de schoolverkeersbrigades behoorden later steeds grote propagandisten voor veilig verkeer zijn gebleken. De Amerikaanse automobielfabrieken hebben ook al uit eigen belang begre pen van hoeveel nut het Is de jeugd rijp te maken voor deelneming aan het verkeer. Zij hebben de schoolverkeers brigades financieel mogelijk gemaakt, en zijn nog verder gegaan door les- automobielen beschikbaar te stellen aan de universiteiten, ten einde de auto mobilisten van morgen reeds thans te doen opvoeden In alles wat met het autorijden en dus met het verkeer te maken heeft. Dit voorbeeld wordt thans in West- Duitsland gevolgd. De Fordfabriek te Keulen bijvoorbeeld heeft niet minder dan honderd Taunus 15M-wagens ter beschikking gesteld van de leerkrachten van de verschillende scholen welke tot taak hebben de jeugd op te voeden tot veilige verkeersdeelnemers. Dat wil nu niet zeggen dat deze automobielen be stemd zijn om de jeugd te leren auto rijden, zoals in Amerika het geval is waar nu eenmaal iedereen in een auto rijdt en het besturen dus vroeg moet leren. De bedoeling is om de leerkrachten zelf, die in de meeste gevallen geen auto bezitten en het verkeer dus al leen maar kennen als voetganger, wielrijder of bromfietser, in de gele genheid te stellen hun min of meer theoretische verkeerskennis om te zet ten in een praktische, dat wil zeggen door het verkeer te leren kennen van achter het stuur van een automobiel. En als zij dan eenmaal zo ver zijn, dan zullen zij beginnen met de prak tische lessen voor de schoolverkeers- brigadiertjes. Het ligt dan namelijk in de bedoeling om deze kinderen mee te nemen in de auto ten einde ze te leren wat men als automobilist ziet - of bij avond en nacht niet kan zien. De kinderen zullen daar door leren hoeveel afstand men nodig heeft om de auto tot stilstand te bren gen.En hoe een ongedisciplineerde ver keersdeelnemer zich gedraagt en welke gevaren hij voor zich zelf en anderen doet ontstaan. Zij zullen daardoor veel beter de belangrijkheid en betekenis van de verkeersregels en verkeersborden le- ren kennen. En wat vooral belangrijk is, zij zullen er toe kunnen bpdragen dat voetgangers, wielrijders, bromfietsers en automobilisten elkander niet als vij anden zullen beschouwen, maar veeleer begrip zullen krijgen voor elkanders moeilijkheden. En n' de verkeersbrigadiertjes zul len dan de andere schoolkinderen een beurt krijgen, natuurlijk met toestem ming - i de ouders. Het spreekt vanzelf dat iets derge lijks alleen mogelijk is in een land met een grote automobiel-industrie. Maar de idee welke aan het geheel ten grond slag ligt zou in zekere zin ook voor ons land een aanwijzing kunnen zijn op wel ke manier een bijdrage zou kunnen wor den geleverd tot verhoging van de verkeersveiligheid. Helaas bezitten wij geen automobielfabrieken die zich de weelde kunnen veroorloven een honderd automobielen voor dit mooie doel be schikbaar te stellen. Maar er zijn nog wel andere manieren om, zij het dan in bescheidener vorm de jeugd eens vertrouwd te maken met het verkeers beeld gezien van achter de voorruit van een auto. Wellicht zouden plaatselijke acties in dezen resultaat kunnen heb ben. Als het zomer wordt en de vakan ties aanbreken, voelt de stadsbewo ner de behoefte groeien om de stad te verlaten en de stenen woestenij te verruilen voor de groene glorie der bossen. In Nederland wordt de rea lisering daarvan ieder jaar een tikje moeilijker. Hoe moeilijk het onder hand wel is, bewijst deze luchtfoto. Dit is geen stad, het is ook geen complex modelboerderijen, het is een gloednieuw kampeercentrum in de nabijheid van Hoek van Holland. Zo'n plaats dus, waarheen men trekt om nu eens niet in de massa verloren te lopen. Heerlijk groen, ruimte en ge zonde lucht voor de kinderen. Dit centrum is speciaal bedoeld voor Rotterdamse gezinnen. In het midden een sportterrein, dat ook voor open luchtvoorstellingen kan worden be nut. Daarboven het oude gedeelte van het kamp, dat evenals het nieu we in het Westen gelegen deel alleen 's zomers geopend is. Rechts boven boulevard, strand en een nog uit de oorlog stammende uitkijkpost. In het zuiden een nieuw deel met ontspan ningslokaliteiten in geval van regen. Luchtfoto Aero-Nederland) (Van onze parlementaire redacteur) De ministerraad heeft in verband met zijn benoeming tot lid van de Ko ninklijke commissie van drie op bijzon der hartelijke wijze afscheid genomen van minister prof. dr. L. J. M. Beel. Het politieke leven van dr. Beel wordt gekenmerkt door een voor velen mis schien onbegrijpelijk snel tempo. Ruim tien jaar geleden was hij nog ambte naar hü de gemeente Eindhoven. Nauwelijks was het zuiden bevrijd of men had dr. Beel in Londen ontdekt en werd hij minister, kort daarna mi nister-president en in 1948 Hoge Ver tegenwoordiger van de Kroon in Indone sië, waar dr. Beel hard heeft gewerkt aan het tot stand komen zo niet het be houd van een politieke band tussen Indonesië en Nederland. Zijn voorkeur ging uit naar een ge federeerd Indonesië, zoals ook dr. Van Mook tot stand had willen brengen. On der de gegeven omstandigheden heeft hjj dat doel niet kunnen bereiken, het geen hem ertoe bracht zijn post ter beschikking te stellen. Typerend voor het karakter van dr. Beel is, dat hij bp alle teleurstellingen over de gang van zaken in Indonesië toch steeds begrip heeft gehad voor de ontwikkeling. Een zuur woord is er nooit over zijn lippen gekomen, zelfs niet naar aanleiding van de ergste desillusies ten aanzien van de gang van zaken in dat land. Teruggekeerd in Nederland kreeg dr. Beel de functie die steeds zijn ideaal was geweest: het hoogleraarschap in het bestuursrecht in Nijmegen en Til burg Niets liever zou hem zijn geweest De ministers Beyen en Luns hebben in telegrammen aan mevrouw Van Heuven Goedhart en aan het bureau van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen hun deelneming met het overlijden van mr. G. J. van Heu ven Goedhart betuigd. Van de zijde van het ministerie van buitenlandse zaken werd de heer Van Heuven Goedhart gekenschetst als een unieke figuur, aan wiens werk het te danken is dat voor de vluchtelingen met minimale middelen toch een ma ximaal resultaat bereikt kon worden De heer Van Heuven Goedhart is In de vergadering van de economische en so ciale raad der V.N. in Genève herdacht. Voorts heeft de waarnemend secreta ris-generaal der V.N. in New York uit drukking gegeven aan zijn leedwezen over dit overlijden. De Britse regering heeft haar „diepe en oprechte droefheid" uitgesproken. De Noorse radio heeft mei twee minuten stilte de nagedachtenis van de Hoge Commissaris geëerd. In Ame - rikaanse regeringskringen wordt zijn verscheiden „een grote tragedie" ge noemd. De heer M. A. Reinalda heeft in zijn kwaliteit als voorzitter van de Neder landse federatie voor vluchtelingenhulp maandagavond in een gezamenlijk radio programma over beide zenders een korte toespraak gehouden ter nagedachtenis van mr. Van Heuven Goedhart. „Wij willen", aldus de neer Reinalda. „bij zijn dood getuigen van de diepe eer bied welke wij hem toedroegen, maar daarmee alleen niet volstaan. Zijn werk moet worden voortgezet. Op de landen der Verenigde Naties rust thans nog meer de plicht om dit werk tot een goed einde te brengen. De vrije volkeren zul len niet volstaan met zich hem dankbaar te herinneren maar bij zijn verscheiden hem beloven, dat wij alles zullen doen om de nood der vluchtelingen op te hef fen". Op de dag der ter aarde bestelling van het stoffelijk overschot van mr. Van Heuven Goedhart zal van het gebouw van het hoofdkwartier der Ver. Naties in New York de vlag halfstok waaien. dan zich verder aan deze taak en wij den. Het moet hem dan ook grote moeite hebben gekost zijn hoogleraarsambt ter zijde te stellen, toen in januari 1952 de Kroon wederom een beroep op hem deed om de door overlijden openge vallen post van minister Van Maarse- veen aan Binnenlandse Zaken in te De ministercrisis van dat jaar bracht hem ertoe deze werkzaamhe den voort te zetten en het hoogleraar schap, waaraan hij zeer gehecht was, voorgoed prijs te geven. Zodoende is hij met een korte onderbreking tien jaar minister geweest en heeft hij midden in de dynamische ontwikke ling van deze tijd gestaan, te midden van de problemen die hij met groot enthousiasme mede heeft aangepakt. Het valt niet te ontkennen dat zijn methode van werken wel eens haar bezwaren kon hebben, vooral in het parlementair verkeer, waarin hij sterk naar velen menen wellicht te sterk neeg naar het compromis. Maar minister Beel is in de afgelopen tien jaar gegroeid in algemeen ver trouwen en bekwaamheid. Door grote eenvoud en plichtsbesef is hü altijd be reid zich te geven aan de taak die voor hem ligt, of die taak zijn voorkeur heeft of niet. Daarbü had hij een groot ver langen naar contact met velen over de vraagstukken die hem bezig hielden, een neiging om anderen in te wijden in het moeilijke werk waarvoor hij zich gesteld zag. Nog onlangs is bü het debat in de zaak-Schokking gebleken hoe vanzelfsprekend hü dit contact vindt en hoe het hem bevreemdde wan neer men de weg naar het „torentje" niet wist te vinden. Zijn heengaan als bewindsman zal on- getwijfeld algemeen betreurd worden. Men zal deze beminnelijke man, die steeds voor iedereen klaar stond, in het politieke leven zeer missen. Wie weet, of wij hem in de poli tiek nog eens terug zullen zien. Land en volk zouden er bij gebaat zijn. De over het land verspreide geval len van kinderverlamming geven geen reden tot ongerustheid of tot het nemen van bijzondere maatregelen. Aldus wordt ons van bevoegde zijde mede gedeeld. In ons bericht over het overlijden van Giovanni Papini is een onjuistheid geslopen. Nadat in de aanref werd medegedeeld, dat „II Diavolo" in het Vaticaan wel is bekritiseerd, maar niet veroordeeld, krijgt men verderop te lezen, dat het boek op de Index is geplaatst. Het laatste is niet geschied; de deken van Rome heeft slechts de verkoop van het bo^k bij de katho lieke boekhandel in Rome verboden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 7