E EDRIJFSLEVEN verwerkt
JAARLIJKS een miljard aan
MILITAIRE ORDERS
u
IQ&uoriarn
euven Goedhart
-«vgssr.s
Vakantiestad van barakken en bungalows
uA -
-,n
In West-Duitsland krijgen de leraren
een auto om in te studeren
gaan de leerlingen
Daarna
mee om het verkeer te leren
kennen
Hartelijk afscheid
van minister Beel
Mr. Van Heuven Goedhart
alom met piëteit herdacht
gsyss
Hoe worden de defensie-
uitgaven besteed?
De krijgsmacht geeft werk aan
84 duizend arbeiders
De stijging van de
vleesprijzen
„Men zal deze beminnelijke man in
het politieke leven zeer missen
„Zijn werk met kracht voortzetten
tJ
t(Xalnijverheid nr. 1
Bloemlezing
G1"e/^/pf DÉBRQLinE
K.N.A.C. vraagt
verk eer sonder wijs
aan militairen
«If
■'^WrXê
M
lm. $-1 'm
s, JL:, a
STREVEN NAAR GROTERE VERKEERSVEILIGHEID
Nooit een zuur woord
Tien jaar minister
Grote eenvoud
Kinderverlamming
niet verontrustend
DINSDAG 10 JULI 1956
PAGINA 7
door ANTHONY GILBERT
C. H. v. d. Bovenkamp Jr.
Jeuk is erger dan pijn!
jBHe
x7-a. -
%pnpt
rV k IK§
m m
■5p^*r«
''"WiiiMiiuiuiiuiimiuuiiHiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
ht?F(?aad al"4 v®rteki?"
p'»
Papimi's De Duivel1
<Van
Het
onze
speciale verslaggever)
"iet (Jef Vdoiasgeveiv
?en °P de f:beIeid is de laatste da-
ormatic „,,.sn'jtafel van de kabinets-
enst, Formateur dr. Drees
Partij opad door de fractie van
5 nK Van tan de Arbeid, in navoi-
ena?''Sche KSel-an<' en Frankrijk een
'tikt si- LZU'n'finK door te voeren
een i ,c"^s onder zware druk be-
Sroti
een
>ng
k'eine
n* ""S vn verhoging van de be
tter st oorlog toe te staan. Mi-
v!nt Heer daarentegen Seeft Been
P oorino- Zljn 'even als minister
be?en<le 8v
ki ?rag aia Vl'. Jaar met zo'n luttel
Uven cin„„ P miljoen gulden moet
!k„_ He op bezuiniging be-
',Pen(ip's'Waoneer hjj het voor de
'g als 1-L 'iaar met zo'n luttel
A»»en (j
kiSte liberal»..-f umuiuiBuiS uc-
s?ns nog ./nfA krijgen daardoor een
j af de Vpï pr dan de zuinige ir.
i e Atlantisak andse contributie aan
..veren. Nu i? .verdragsorganisatie te
li °P de i,„iu defensiebeleid kenne-
;'R Ha te "S staat Hjkt het diens-
toe aa„ ian 'n hoeverre de tot
asting de defensie bestede be-
Jn'o van on. We.?r in de portemon-
„ni defensie J zijn teruggekeerd,
k al js e®n nationale zaak,
_nd ornlc-J'. 1,1 internationaal ver-
F'-tracht n,„^,'ra°t,t. En dat daarbij
tl national °m (Ie behoeften van
'igSrn - e nronkatnk Ho
acht
Pronkstuk dat onze
te het XI Jeet' zoveel mogelijk
n„ at«n rtpki0 andse bedrijfsleven
diJ van da is aannemelijk. Wel-
deV^Tt lq^e»half miljard gulden,
,;.fensie ten behoeve van de
laïj P'tgek pPPj'jks Uit de staatskas
d per erd, is gemiddeld een mil-
a>'n be. laar, dus twee derde deel
6,10 ei. edrijfsleven teruggevloeid.
wiP'ddelrt» krijgsmacht met een
die000 ^arsterkte -=
van circa
"!6 hiel?,]1"', staan 84.000 arbeiders,
®*°diio«„ e?ken aan de materiaal.
?:UQUcti.;Tren aan de materiaal-
dacht.' Voorwaar cijfers, die de
1 verdienen.
^heStnivanaHnijviLheid. profiteert het
aUtolpsb°Uw defensie-inspanning. De
bietl °bielfak vllegtuigbouw, de
detl n'verwerk T"' wapensmidsen en
totai arliit0 nde industrieën beste-
etie u inSnaLron<l elf procent van hun
fancho "lnS aaa de defensie, de
de k'ddeld „meer dan de andere, maar
8 1 b°U\vniiu r,ekend- In de sector van
tie Pct- vapGrbe'd mocht in 1952 bijna
Sok °P ret ?e nationale bouwproduc-
plpOVen „nlrig van de defensie ge-
ka?04 deel Prden. Thans, nu voor een
hen n®s 1 nieuwbouw-projecten, als
Wel en rr,p kantoorgebouweri' magazij-
bre enlV)kt ..disatieopslagplaatsen ver-
van;i2' ?aat n°" b«na vier
5 l' He nk .laarproductie naar de-
de ?ctr voor^mtsche industrie is voor
r,,Kvvuor d#* 10 VUU1
Soce, verwerk?la e- ^geschakeld,
lal?01; kil de v™'-!e industrie voor
beho<? «dufr i^'ngsmdustrie voor
Aafe van de li «hele Neder-
niet mis t rRerpak ln de brnP1 Vaa
'S te Verstaan.
Door ons lidmaatschap van de
NATO, de hoge standaard van onze
industrie en de gunstige concurren
tiepositie op de wereldmarkt, ont
vangt ons land aan buitenlandse mi
litaire orders voor een waarde van
vele miljoenen. In 1951 gaf het bui
tenland opdrachten voor een totaal
bedrag van 21 miljoen. In 1952 was
dat -bedrag gestegen tot 112 miljoen;
in 1953 tot 125 miljoen. In 1954 was
het gedaald tot 79 miljoen, in 1955
tot 64 miljoen en dit laatste bedrag
mag aangenomen worden ook voor
de jaren 1956, 1957 en 1958.
Boven deze bedragen komen die van
de bestellingen die door Amerikaanse
troepen in Duitsland en Afrika bjj ons
worden gedaan. De Amerikaanse sol
daten eten jaarlijks voor een slordige
80 miljoen gulden aan Nederlandse
waar, voornamelijk melk, eieren en
landbouwprodukten op.
Daar aan de Nederlandse en buiten
landse militaire orders ruim een mil
jard per jaar in ons land wordt be
steed, mag worden aangenomen, dat
een derde daarvan aan lonen en sociale
lasten wordt besteed. Dat betekent dat
bij een gemiddeld loon in ons land
van 4.000, die militaire inspanning
werkgelegenheid bezorgt aan circa
84.000 arbeiders per jaar.
Teneinde een indruk te geven van
de omvang van de militaire opdrachten,
een kleine, willekeurige bloemlezing uit
de lijsten militaire orders aan de Ne
derlandse industrie, die elke week door
het Commissariaat Militaire Productie
via het departement van economische
zaken worden verstrekt.
De Van Doorne's Automobielfabrie
ken, de D.A.F., is een van de indus
trieën, die vrijwel maandelijks een gro
te portie uit de defensiepot krijgen toe
geschoven. Onlangs werd de fabriek
weer verrijkt met een order van 81
miljoen. De Leidsche Dekenfabriek vin
den wij op de lijst van het Commissa
riaat Militaire Productie vertegenwoor
digd met een order van anderhalf mil
joen voor dekens. De Draad en Kabel-
fabriek in Amsterdam, de Draka, werd
opgedragen voor 4.5 miljoen materia
len te leveren. Aabee kon voor 1 mil
joen veldtenuestof leveren. De Bata
ziet zich bijna elk jaar voor de opgave
geplaatst voor anderhalf miljoen aan
schoenen te leveren. Wij vinden op
die lijsten een bestelling van regenkle
ding ter waarde van een miljoen, van
radio's voor anderhalf miljoen, aan
camouflagenetten voor niet minder dan
12 miljoen. Aannemers komen er bijna
wekelijks op voor, om exercitieterrei
nen aan te leggen, wegen te verbete
ren, kazernes te bouwen, opslagplaatsen
en magazijnen aan te leggen, alles voor
bedragen die meestal boven een mil
joen liggen.
Nederland kent fabrieken als D.A.P.
en Hispano Suiza die bijna voor de
volle honderd procent hun bestaan aan
de militaire inspanning te danken heb
ben, om te zwijgen van de Artillerie
ïhrichtingen en van de vliegtuigindus
trie.
Wer\an^ve??GoeriKlyden Van
,kenmerkendean hÜ zich nii(itW
St vab °ultzonder1tjkelaats
fet^d, waarvan h-" grote Perso^
mr,
in
G.
sf<f i4 verricht. Zij kwamen wel zeer
hen tot uiting in zijn laatste werkzaaln-
vtni1 a's Hoge Commissaris voor de
heef gen' in welke functie hij zich
ziin onderscheiden op een wijze die
vast WeerSa niet vindt en naar onze
ste overtuiging ook niet vinden zal.
War ZPn energie is in dit werk als het
liikeev,0pSebruikt en zün naar mense-
ons berekening te vroege dood getuigt
hü ,P1ziens van de toewijding, waarmee
ver,„S aan deze taak, die hem geheel
u'de, heeft gegeven.
Hoevo1? wi-i hem tenslotte als vriend,
steeds ï1? zijn er geweest, voor wie hij
en 2nv. Waar stond in alle moeilijkheden
het eB,?e,n' °ok al waren die somtijds
een hr>,°i? van omstandigheden en van
eens vval waarmede hij het met
gyninash" bebben hem gekend van onze
waren l0rnjaren af- °nze betrekkingen
verschil ^Pb'loos, trots veel menings
gen wc aHozen zullen ons dit nazeg-
en wr» ,.zÜh hem hiervoor dankbaar
Z!Jh er trots op deze man te
hebben gekend.
A. L. DE BLOCK
Advertentie
De ministers Mansholt en Zijlstra zijn
van oordeel, dat er geen reden is bij
zondere maatregelen te nemen als ge
volg van de gestegen vleesprijzen. Met
name wordt door de bewindslieden ont
kend, in antwoord op vragen van het
Tweede Kamerlid Wagenaar, dat de uit
voer o.a. naar Frankrijk in de prijs
verhoging een rol zou hebben gespeeld.
Tegenover een sedert 1955 gestegen uit
voer staat namelijk een eveneens en
zelfs in nog sterkere mate gestegen
invoer. Een van de omstandigheden, die
wel invloed op de prijzen hebben gehad,
is het toenemen van de vraag naar
fijnere vleessoorten, als gevolg van de
gestegen koopkracht.
Minister Zijlstra toont zich zeer ver
heugd, dat de werkgeversorganisaties
van het slagersbedrijf bereid zijn ge
weest geen prijsverhoging toe te passen
zonder overleg met het ministerie van
Economische Zaken.
De K.N.A.C. heeft de minister van
oorlog verzocht, aan alle dienstplichti
gen eenvoudige verkeerskennis te doen
bijbrengen. In een adres aan de minis
ter zegt de K.N.A.C., dat verkeerson-
kunde en gebrek aan zelfdiscipline fac
toren zijn, die ernstig afbreuk doen aan
de verkeersveiligheid. Weliswaar wordt
door het geven van verkeersonderwijs
op scholen getracht in deze toestand ver
betering te brengen, doch helaas kan
niet ontkend worden, dat na beëindi
ging van de schooltijd het effect van
het geleerde spoedig verloren gaat.
Het is volgens de K.N.A.C. van emi
nent belang elke mogelijkheid te be
nutten de kennis omtrent het verkeer
opnieuw te verlevendigen en de voor
de toepassing daarvan benodigde zelf
tucht aan te kweken.
De militaire diensttijd biedt naar haar
mening daartoe bij uitstek de gelegen
heid.
:^8Ü8fexv..A tr. J#9* f'C" y '41$:
-:vf; v"
*1 Xx-. i'-Ijiifi''*"'
- :V
5' -
O, ,ïïÖS)fc«ï;
T 4 s v -
*-
■HL"
iffVst
s I
M;: y vfüj
m <«v.
"MM*.-
;vv:' ''""w,. -v
t W* f 4
p» :mt A ff i
- Wm V' -
- -- J
W
atèfc «ctó **m>so$8L i s
Wy Xcoojiïn
$ibd«88
(Van onze verkeersmedewerlcer)
TT et vraagstuk der verkeersveiligheid, of zo men. wil verkeers-
JJ ONveiligheid, vraagt als het ware met de dag om een op
lossing. De enorme toeneming van het moderne verkeer stelt de
deelnemer daaraan, of hij of zij nu voetganger, wielrijder, brom
fietser dan wel automobilist is, voor steeds grotere moeilijkheden.
Gebrek aan kennis van de verkeersregels, gebrek ook aan hoffe
lijkheid jegens elkander, en niet in de laatste plaats ook het onbe
zonnen toegeven aan het wilde jachten van deze tijd, zijn oorzaak
van vele ongelukken, die niet alleen in ons land maar over heel de
wereld, als het ware tot een internationale ramp hebben geleid.
Het ligt voor de hand dat men op alle
mogelijke manieren tracht deze ver
keersonveiligheid te bestrijden. Maar de
grote moeilijkheid daarbij is dat men te
veel met de menselijke factor te maken
heeft, dat wil zeggen dat de fouten van
de mens als daar zijn onvoorzichtigheid,
onverschilligheid, onwetendheid, gebrek
aan eerbeid voor de medemens, voor
een groot deel oorzaak zijn van de vele
verkeersongelukken. Het is uit de aard
der zaak moeilijk om de menselijke fei
ten te verbeteren. En evenzeer zal het
voor de oudere mens moeilijk zijn om
zich aan te passen aan de, vooral in de
loop der laatste jaren zo zeer gewijzig
de verkeersomstandigheden. In dat op
zicht zullen de jongere mannen en vrou
wen meer nog de jeugd het heel wat
gemakkelijker hebben. Eerstgenoemden
zijn al min of meer opgegroeid met het
drukker geworden verkeer, en wat de
jeugd betreft staat deze zaak er nog
veel gunstiger voor, vooral ook omdat,
voor zover zulks al niet het geval is,
bij haar belangstelling kan worden ge
kweekt voor de modertie vervoersmid
delen als scooters, bromfietsen, motor
rijwielen en auto's en voor de eisen
welke het gebruik daarvan aan voor
zichtigheid en verkeerskennis stellen.
Het is dan ook toe te juichen dat het
verkeersonderwijs op de scholen binnen
kort verplicht zal worden gesteld. Wel
iswaar zal het invoeren daarvan onge
twijfeld nog wel op moeilijkheden stui
ten, omdat daarbij ook het vraagstuk
zal moeten worden opgelost, wie dat
onderwijs zullen moeten geven, maar
in ieder geval mogen wij annemen, dat
in de kringen der verkeersexperts de
goede wil zal aanwezig zijn om tot een
oplossing te geraken.
In zekere zin is met dat, zij het dan
nog niet verplichte, verkeersonderwijs,
of zo men wil het bij de jeugd opwekken
van belangstelling voor het verkeer,
enige jaren geleden reeds een begin
gemaakt door de instelling van de zo
genaamde jeugdverkeersbrigades, die
de Amsterdammer zeer ad rem en te
recht „klaar-overs" heeft gedoopt. Daar
door toch heeft men de jongelui een
zekere verantwoordelijkheid bijgebracht
die van grote betekenis kan zijn in hun
verdere leven. En het systeem der
klaar-overs heeft in het algemeen zijn
nut, omdat het de schooljeugd er iedere
dag opnieuw opmerkzaam op maakt
dat het verkeer de grootste voorzich
tigheid en oplettendheid vereist, iets
wat haar later altpd zal bijblijven.
De instelling der schoolverkeersbri-
gades is niet nieuw. In Amerika be
staan zij al meer dan dertig jaar en
het aantal jongens en meisjes dat er
aan meewerkt bedraagt thans zo on
geveer 300.000. Dat is ook geen won
der want het automobiel verkeer in
Amerika is aanzienlijk veel intensie
ver en groter dan waar ook ter we
reld. Maar wel een wonder is het feit,
dat in de dertig jaren van het bestaan
dezer „school safety patrols" het aan
tal kinderen dat bij verkeersongeluk
ken was betrokken met ruim zeventig
procent is afgenomen,ondanks de in
die jaren enorme groei van het auto-
mobielverkeer. Interessant, en een be>
v,„
nieetrmet\.nietS *e maken, bedoelt
U. Da7" Pf
ai: .'s er n ik JU
?ngetwpfg®^eh'''^atm®t u eens. Mr Scott heeft Pamela
haar tolf ziin Vhaar hartia begeerde en het is
ekom„ bedoeling geweest om ook voor
-Dan heb ik
'en ik ni
dat is in s bet dan met andere woorden
hij doo'n een armLgeVa' 2ijn b,edoeling geweest]
"Aal Was." menhuis zou worden gestopt, zodra
i^&Itleer vr'ail? 0Verleden is, kunnen wij hem moei
de eldest. H?i T W?4 zPn bedoeling met het meisje
te tr ®8enheiri echter ruimschoots de tijd en
d tfen en =1g b.ad °m voorzieningen voor haar
'X bedoelt nu-mUist' Dat dëed"hij wel
hetjJ®stamlnt ^dLhiljfen testament heeft gemaakt;
"kn heeft ïa .t ni,emand vinden kan."
at
Cf] öv* vuuiaicuillgcn V WUI I
is hu l? mj. dat niet gedaan heeft
- "et nu inI«t not uu
'Sn heeft Sn memand vh
p "Was dat u ook verteld, waar het is7"
kin teV0'K van hetWfeatr' dal l®20 moeilijkheden zijn
vinden." at men het testament niet
Xl u het gezien?»
SetHmnti hielt,""5 ke" iemand, die het
'.',N?eneiltu94.die Persoon ook de inhoud'"
„Oh, ja."
„Nu dan? Ik zou niet weten wat men zou moeten
doen."
„De voor de hand liggende verklaring is, dat het
testament vernietigd werd," zei Terry langzaam.
„Precies. En zo'n vernietigd testament is natuur
lijk waardeloos. Ik sympathiseer met uw gevoelens
voor dat kleine meisje, maar, werkelijk, wat u
denkt te bereiken met een onderhoud met mijn moe
der is mij niet duidelijk."
„Het zal uw moeder duidelijker zijn. Zij heeft haar
in dat weeshuis gedaan, waar zij zal worden opge
leid voor dienstmeisje of zo iets."
„En als de- voortekenen ons niet bedriegen zullen
dat zeer goed betaalde baantjes zijn tegen de tijd
dat zij oud genoeg is om te gaan werken. Huishou
delijk personeel is nu al een probleem."
„Hier toch zeker niet?" vroeg Terry sarcastisch.
„Oh, moeder doet haar best."
„Mr Scott zou zich in zijn graf omdraaien, als
hij wist wat Pamela nu is."
„Dan is het maar goed, dat hij het niet weet."
„U hebt me zoeven gevraagd wat ik kom doen
en dat zal ik u nu eerst eens vertellen," zei Terry.
„Ik ben niet van plan om Pamela in dat weeshuis
te laten, maar voordat ik stappen ga doen om haar
daar uit te halen, leek het me beter u op de hoogte
te brengen van de feiten."
„Die zijn ons bekend. We weten dat er geen
Tt 5ment is gevonden en dat is het voornaamste,
ik ben er van overtuigd, dat er advertenties zijn
geplaatst en dat men alle meubelstukken heeft na
gezocht op geheime vakjes en alle muren van het
huis op geheime kasten. Mijn beste Miss Lawrence,
wees redelijk en erken dat dat niet de schuld van
mun moeder is."
„Ik neem haar alleen kwalijk, dat zij Pamela in
dat weeshuis heeft gedaan."
„Wat verwachtte u dan van haar? Dat zij het
kind hier zou brengen?"
„Zij had in elk geval een tehuis voor haar kunnen
zoeken, waar het kind gelukkig kon zijn."
„Ik neem aan dat u aan het meisje gehecht bent.
Als uw financiële toestand het mogelijk maakte,
zou u het meisje dan onder uw hoede nemen?"
a's getuige
„Ja, natuurlijk zou ik dat doen totdat zich
voor het kind iets beters zou voordoen."
„Ik neem aan dat u al uw tijd nodig hebt voor
het verzorgen van een kind. Als vrijgezel ben ik
natuurlijk niet op de hoogte, maar
Hij wachtte even en ging dan voort: „Dan mag
ik aannemen, dat u niet over de middelen beschikt?"
„Natuurlijk niet. Het geld van Mr Scott komt
geheel aan uw moeder en
„Onder anderen."
„En aan u."
„U kunt het mij niet kwalijk nemen, dat ik een
rijke oom heb gehad en wat dat kind betreft, ik
ken haar nauwelijks. Niemand kan mij verantwoor
delijk stellen voor dat meisje. Oom Philip heeft alle
gelegenheid gehad om voorzieningen voor haar te
treffen. Als men een testament heeft gemaakt, wordt
dit in bewaring gegeven aan de notaris en 'nu dat
niet is gebeurd, mogen wij daaruit veilig de con
clusie trekken, dat er geen testament is. Ik zal
helemaal niet zeggen, dat er geen testament geweest
is, maar
„Dat is er wel geweest. Miss Martin heeft het
als getuige getekend."
„Laten we elkaar nu geen fabeltjes vertellen, Miss
Lawrence. We leven in een harde, nuchtere én za
kelijke wereld. Als het uw bedoeling is om dat
meisje uit dat weeshuis te krijgen, dan zoudt u mii
natuurlijk het verhaaltje komen vertellen, dat u me
nu verteld hebt. U zegt dat een oude' dame het
testament van mijn oom getekend heeft als getuige
maar wie garandeert mij, dat u dat verhaaltje
niet verzonnen hebt. Heus, laten we verstandig blii
ven. Ik vertel u nu alleen hoe een rechtbank over
zo iets zou oordelen, tenzij u bewijzen kunt leveren
en ik neem aan dat u dat niet kunt
„Ik begrijp niet wat u van ons verwacht Het kind
wordt met mishandeld en lijdt geen honger het
is met ontvoerd wat wilt u'"
zei'ETerrry. geZ<?gd' niet anders verwacht,"
bent"'dat g6Val b6griiD ik niet waarom h gekomen
(Wordt vervolgd)
wijs voor onze mening, dat het sys
teem der klaar-overs de kinderen
wijze lessen voor de toekomst zal mee
geven, is dat de jongelui die eens tot
de schoolverkeersbrigades behoorden
later steeds grote propagandisten voor
veilig verkeer zijn gebleken.
De Amerikaanse automobielfabrieken
hebben ook al uit eigen belang begre
pen van hoeveel nut het Is de jeugd
rijp te maken voor deelneming aan het
verkeer. Zij hebben de schoolverkeers
brigades financieel mogelijk gemaakt,
en zijn nog verder gegaan door les-
automobielen beschikbaar te stellen aan
de universiteiten, ten einde de auto
mobilisten van morgen reeds thans te
doen opvoeden In alles wat met het
autorijden en dus met het verkeer te
maken heeft.
Dit voorbeeld wordt thans in West-
Duitsland gevolgd. De Fordfabriek te
Keulen bijvoorbeeld heeft niet minder
dan honderd Taunus 15M-wagens ter
beschikking gesteld van de leerkrachten
van de verschillende scholen welke tot
taak hebben de jeugd op te voeden tot
veilige verkeersdeelnemers. Dat wil nu
niet zeggen dat deze automobielen be
stemd zijn om de jeugd te leren auto
rijden, zoals in Amerika het geval is
waar nu eenmaal iedereen in een auto
rijdt en het besturen dus vroeg moet
leren.
De bedoeling is om de leerkrachten
zelf, die in de meeste gevallen geen
auto bezitten en het verkeer dus al
leen maar kennen als voetganger,
wielrijder of bromfietser, in de gele
genheid te stellen hun min of meer
theoretische verkeerskennis om te zet
ten in een praktische, dat wil zeggen
door het verkeer te leren kennen van
achter het stuur van een automobiel.
En als zij dan eenmaal zo ver zijn,
dan zullen zij beginnen met de prak
tische lessen voor de schoolverkeers-
brigadiertjes.
Het ligt dan namelijk in de bedoeling
om deze kinderen mee te nemen in de
auto ten einde ze te leren wat men als
automobilist ziet - of bij avond en nacht
niet kan zien. De kinderen zullen daar
door leren hoeveel afstand men nodig
heeft om de auto tot stilstand te bren
gen.En hoe een ongedisciplineerde ver
keersdeelnemer zich gedraagt en welke
gevaren hij voor zich zelf en anderen
doet ontstaan. Zij zullen daardoor veel
beter de belangrijkheid en betekenis van
de verkeersregels en verkeersborden le-
ren kennen. En wat vooral belangrijk is,
zij zullen er toe kunnen bpdragen dat
voetgangers, wielrijders, bromfietsers
en automobilisten elkander niet als vij
anden zullen beschouwen, maar veeleer
begrip zullen krijgen voor elkanders
moeilijkheden.
En n' de verkeersbrigadiertjes zul
len dan de andere schoolkinderen een
beurt krijgen, natuurlijk met toestem
ming - i de ouders.
Het spreekt vanzelf dat iets derge
lijks alleen mogelijk is in een land met
een grote automobiel-industrie. Maar
de idee welke aan het geheel ten grond
slag ligt zou in zekere zin ook voor ons
land een aanwijzing kunnen zijn op wel
ke manier een bijdrage zou kunnen wor
den geleverd tot verhoging van de
verkeersveiligheid. Helaas bezitten wij
geen automobielfabrieken die zich de
weelde kunnen veroorloven een honderd
automobielen voor dit mooie doel be
schikbaar te stellen. Maar er zijn nog
wel andere manieren om, zij het dan
in bescheidener vorm de jeugd eens
vertrouwd te maken met het verkeers
beeld gezien van achter de voorruit van
een auto. Wellicht zouden plaatselijke
acties in dezen resultaat kunnen heb
ben.
Als het zomer wordt en de vakan
ties aanbreken, voelt de stadsbewo
ner de behoefte groeien om de stad
te verlaten en de stenen woestenij te
verruilen voor de groene glorie der
bossen. In Nederland wordt de rea
lisering daarvan ieder jaar een tikje
moeilijker. Hoe moeilijk het onder
hand wel is, bewijst deze luchtfoto.
Dit is geen stad, het is ook geen
complex modelboerderijen, het is een
gloednieuw kampeercentrum in de
nabijheid van Hoek van Holland. Zo'n
plaats dus, waarheen men trekt om
nu eens niet in de massa verloren te
lopen. Heerlijk groen, ruimte en ge
zonde lucht voor de kinderen.
Dit centrum is speciaal bedoeld voor
Rotterdamse gezinnen. In het midden
een sportterrein, dat ook voor open
luchtvoorstellingen kan worden be
nut. Daarboven het oude gedeelte
van het kamp, dat evenals het nieu
we in het Westen gelegen deel alleen
's zomers geopend is. Rechts boven
boulevard, strand en een nog uit de
oorlog stammende uitkijkpost. In het
zuiden een nieuw deel met ontspan
ningslokaliteiten in geval van regen.
Luchtfoto Aero-Nederland)
(Van onze parlementaire redacteur)
De ministerraad heeft in verband
met zijn benoeming tot lid van de Ko
ninklijke commissie van drie op bijzon
der hartelijke wijze afscheid genomen
van minister prof. dr. L. J. M. Beel.
Het politieke leven van dr. Beel wordt
gekenmerkt door een voor velen mis
schien onbegrijpelijk snel tempo. Ruim
tien jaar geleden was hij nog ambte
naar hü de gemeente Eindhoven.
Nauwelijks was het zuiden bevrijd of
men had dr. Beel in Londen ontdekt
en werd hij minister, kort daarna mi
nister-president en in 1948 Hoge Ver
tegenwoordiger van de Kroon in Indone
sië, waar dr. Beel hard heeft gewerkt
aan het tot stand komen zo niet het be
houd van een politieke band tussen
Indonesië en Nederland.
Zijn voorkeur ging uit naar een ge
federeerd Indonesië, zoals ook dr. Van
Mook tot stand had willen brengen. On
der de gegeven omstandigheden heeft
hjj dat doel niet kunnen bereiken, het
geen hem ertoe bracht zijn post ter
beschikking te stellen. Typerend voor
het karakter van dr. Beel is, dat hij bp
alle teleurstellingen over de gang van
zaken in Indonesië toch steeds begrip
heeft gehad voor de ontwikkeling. Een
zuur woord is er nooit over zijn lippen
gekomen, zelfs niet naar aanleiding
van de ergste desillusies ten aanzien
van de gang van zaken in dat land.
Teruggekeerd in Nederland kreeg dr.
Beel de functie die steeds zijn ideaal
was geweest: het hoogleraarschap in
het bestuursrecht in Nijmegen en Til
burg Niets liever zou hem zijn geweest
De ministers Beyen en Luns hebben
in telegrammen aan mevrouw Van
Heuven Goedhart en aan het bureau
van de Hoge Commissaris voor de
Vluchtelingen hun deelneming met
het overlijden van mr. G. J. van Heu
ven Goedhart betuigd.
Van de zijde van het ministerie van
buitenlandse zaken werd de heer Van
Heuven Goedhart gekenschetst als een
unieke figuur, aan wiens werk het te
danken is dat voor de vluchtelingen
met minimale middelen toch een ma
ximaal resultaat bereikt kon worden
De heer Van Heuven Goedhart is In de
vergadering van de economische en so
ciale raad der V.N. in Genève herdacht.
Voorts heeft de waarnemend secreta
ris-generaal der V.N. in New York uit
drukking gegeven aan zijn leedwezen
over dit overlijden. De Britse regering
heeft haar „diepe en oprechte droefheid"
uitgesproken. De Noorse radio heeft mei
twee minuten stilte de nagedachtenis van
de Hoge Commissaris geëerd. In Ame -
rikaanse regeringskringen wordt zijn
verscheiden „een grote tragedie" ge
noemd.
De heer M. A. Reinalda heeft in zijn
kwaliteit als voorzitter van de Neder
landse federatie voor vluchtelingenhulp
maandagavond in een gezamenlijk radio
programma over beide zenders een korte
toespraak gehouden ter nagedachtenis
van mr. Van Heuven Goedhart.
„Wij willen", aldus de neer Reinalda.
„bij zijn dood getuigen van de diepe eer
bied welke wij hem toedroegen, maar
daarmee alleen niet volstaan. Zijn werk
moet worden voortgezet. Op de landen
der Verenigde Naties rust thans nog
meer de plicht om dit werk tot een goed
einde te brengen. De vrije volkeren zul
len niet volstaan met zich hem dankbaar
te herinneren maar bij zijn verscheiden
hem beloven, dat wij alles zullen doen
om de nood der vluchtelingen op te hef
fen".
Op de dag der ter aarde bestelling van
het stoffelijk overschot van mr. Van
Heuven Goedhart zal van het gebouw
van het hoofdkwartier der Ver. Naties
in New York de vlag halfstok waaien.
dan zich verder aan deze taak en wij
den. Het moet hem dan ook grote moeite
hebben gekost zijn hoogleraarsambt ter
zijde te stellen, toen in januari 1952 de
Kroon wederom een beroep op hem
deed om de door overlijden openge
vallen post van minister Van Maarse-
veen aan Binnenlandse Zaken in te
De ministercrisis van dat jaar
bracht hem ertoe deze werkzaamhe
den voort te zetten en het hoogleraar
schap, waaraan hij zeer gehecht was,
voorgoed prijs te geven. Zodoende is
hij met een korte onderbreking tien
jaar minister geweest en heeft hij
midden in de dynamische ontwikke
ling van deze tijd gestaan, te midden
van de problemen die hij met groot
enthousiasme mede heeft aangepakt.
Het valt niet te ontkennen dat zijn
methode van werken wel eens haar
bezwaren kon hebben, vooral in het
parlementair verkeer, waarin hij
sterk naar velen menen wellicht
te sterk neeg naar het compromis.
Maar minister Beel is in de afgelopen
tien jaar gegroeid in algemeen ver
trouwen en bekwaamheid. Door grote
eenvoud en plichtsbesef is hü altijd be
reid zich te geven aan de taak die voor
hem ligt, of die taak zijn voorkeur heeft
of niet. Daarbü had hij een groot ver
langen naar contact met velen over de
vraagstukken die hem bezig hielden,
een neiging om anderen in te wijden
in het moeilijke werk waarvoor hij zich
gesteld zag. Nog onlangs is bü het
debat in de zaak-Schokking gebleken
hoe vanzelfsprekend hü dit contact
vindt en hoe het hem bevreemdde wan
neer men de weg naar het „torentje"
niet wist te vinden.
Zijn heengaan als bewindsman zal on-
getwijfeld algemeen betreurd worden.
Men zal deze beminnelijke man, die
steeds voor iedereen klaar stond, in het
politieke leven zeer missen.
Wie weet, of wij hem in de poli
tiek nog eens terug zullen zien. Land en
volk zouden er bij gebaat zijn.
De over het land verspreide geval
len van kinderverlamming geven geen
reden tot ongerustheid of tot het nemen
van bijzondere maatregelen. Aldus
wordt ons van bevoegde zijde mede
gedeeld.
In ons bericht over het overlijden
van Giovanni Papini is een onjuistheid
geslopen. Nadat in de aanref werd
medegedeeld, dat „II Diavolo" in het
Vaticaan wel is bekritiseerd, maar
niet veroordeeld, krijgt men verderop
te lezen, dat het boek op de Index is
geplaatst. Het laatste is niet geschied;
de deken van Rome heeft slechts de
verkoop van het bo^k bij de katho
lieke boekhandel in Rome verboden.