Ï^ENAUER wenst I Pheldering over Nieuwe strategie f 1 i De Kerk buiten de muren V VRIJ STRAK DOCH GEEN ONPRETTIG REGIME H Het Boston der pure Puriteinen M Op school te Blijdorp ^ftbassadeurs naar Bonn ''Oh'6 Het verschijnsel der onkerkelijkheid Gods afwezigheid in moderne leven ESSO EXTRA Aantal kinderen van „rebellerende" ouders de toegang ontzegd WODEHOUSE en CHESTERTON voor de vakantie „De scharlaken letter Van Nathaniel Hawthorne in Prismareeks herdrukt „IN DE SOEP" De onzichtbare getuige Geheim memorandum Sovjet-visie tank Bloementouwtje Selectie BijRelrol gevonden ZATERDAG 21 JULI 1956 PAGINA 11 snellere start, sneller optrekken, meer kilometers per liter Met Esso bent U beter uit LITERAIRE KRONIEK ttiiiimiiiiiiiiiitiuuiiiiiiiitiiiniimiiiiiuitiiHtinumiimiiiitniiiiiiitiimiiiitiiMii ier Ad^r nN* v^MU'rtnd wiI' vo° van rdat naar het Zwarte 'e,) i'i ,uit Je eerste hand 3en over de berich- Boere gb<e' i" "■druk verboden) ten, dat de Verenigde Staten en En geland zouden overwegen hun strijd krachten in West-Duitsland te ver minderen. De ambassadeur van de bondsrepubliek in Washington, dr. Heinz Krekeier, is naar Bonn ont boden en men neemt aan. dat ook de ambassadeur in Londen, Von Herwath, en die in Parijs, Von Malt- zan, persoonlijk verslag moeten uit brengen. Dr. Adenauer is zeer ver ontrust over een mogelijke inkrim ping van de geallieerde strijdkrachten, omdat, naar hij meent, het gevaar van plaatselijke militaire conflicten daardoor zal toenemen, terwijl de mogelijkheid om die conflicten te lokaliseren zal afnemen. Hij heeft zijn vertegenwoordigers in het buitenland opdracht gegeven er bij de verschillende regeringen op te wij zen, dat de bondsrepubliek voort zal gaan met het op de been brengen van een leger van 500.000 man. Juist gisteren heeft de Westduitse bondsraad met 21 tegen 17 stemmen zijn goedkeuring gehecht aan de in voering van de militaire dienstplicht in de bondsrepubliek. Dienstplichtig zulle.» zijn alle mannelijke Duitsers tussen 18 en 45 jaar. De duur van de dienstplicht moet nog nader wor den vastgesteld. De bondsdag heeft het ontwerp al eerder goedgekeurd en de wet zal nu van kracht worden, zodra president Heuss er zijn hand tekening onder heeft geplaatst. Volgens een Westduitse woordvoer der zal de bondsregering aan haar standpunt vasthouden, dat een vermin dering van de strijdkrachten en de con ventionele wapens voorafgegaan moet worden door overeenkomsten over de afschaffing van atoomwapens en cïe controle hierop. Hij verklaarde voorts, dat het West duitse ministerie van buitenlandse za ken de berichten heeft onderzocht, als zou Canada in een geheim memoran dum aan andere NATO-landen het vol gende hebben voorgesteldDe bonds republiek moet in plaats van tot op richting van een 500.000 man sterk leger over te gaan haar financiële bij drage aan de Westerse defensie ver hogen. De Canadese ambassade te Bonn heeft het bestaan van een dergelijk memorandum categorisch ontkend, al dus de woordvoerder. Naar het Rus sische persbureau Xass bericht, heb- bei* ..leidende Sovjet-kringen" ver klaard, dat de wederinvoering van de algemene dienstplicht in West-Duitsland zonder twjjfel de politieke toestand in Europa slechter maakt en de Duitse kwestie nog mier compliceert". In genoemde kringen wordt verklaard, dat een bijzondere reden tot ongerust heid het feit is, dat West-Duitsland voorwaarden schept om de grootste ge wapende macht in Europa te worden. Oost-Duitsland daarentegen, aldus de ze kringen, zal geen dienstplicht in voeren en heeft een beperking van zijn leger met 30.000 man aangekondigd. (A.F.P.-D.P.A.-Reuter-U.P.) k Dezer dagen is op de Indische ambassade in Parijs een receptie gegeven ter ere van Nehru; daar verscheen ook abbé Pierre. ooral sinds de tweede wereldoorlog is het duidelijk geworden, dat er een godsdienstig ontbindingspro ces aan de gang is, dat ontstellende af metingen heeft aangenomen. Hele volks groepen zijn onverschillig geworden voor God, godsdienst en kerk. Het ergste van deze toestand is, dat men zich daarbij niet eens ongerust voelt. Velen maken de indruk, God niet nodig te hebben. Zijn afwezigheid in hun leven wordt niet als een gemis gevoeld. En het zich afkeren van God geschiedt niet met een schok of tengevolge van een gemotiveerd wils besluit. Zonder probleem of conflict men spreekt tegenwoordig van geruisloos laten velen de Kerk heden ten dage gewoon" links liggen en leven onge stoord en rustig verder. Juist dit collectieve verlaten van de Kerk maakt de ontkerkelijking in onze tijd tot een geweldig' probleem. In alle tijden zijn er mensen ontrouw geworden aan de Kerk. Maar dan meenden zü daarvoor hun redenen te hebben en in de mieéste gevallen konden zij pas tot 'n besluit komen na veel innerlijke strijd. Van dit alles merkt men tegenwoordig niets meer» Velen keren zich af van de Kerk zoals men zich afkeert, en door- Advertentie €sso Behalve door de kerkelijke auto riteiten van Rotterdam wordt aan de beschuldigingen van enkele ouders, dat hun kinderen op de St. Domi- nicusschool in Blijdorp zouden mis handeld zijn, nu ook aandacht be steed door de rijksinspecteur van het lager onderwijs in het district Rot terdam. Deze heeft zijn onderzoek nog lang niet afgesloten, evenmin als deken Niekel, maar hij heeft toch de indruk, dat er op de St. Domim- cus-school een vrij strak, hoewel met onprettig, regime wordt gevoerd. In de door de werkgroep" verzon den circulaire zijn naar zijn mening de, zaken wel wat scheefgetrokken ol uit hun verband gerukt. Omdat de bis schop van Rotterdam, mgr. M. A. Jansen, de werkgroep verzocht heeft zich gedurende het onderzoek van ver dere acties te onthouden en de leden dier groep dus min of meer een zwijg plicht is opgelegd, gelukte het ons niet uit hun mond meer te weten te komen dan in de circulaire staat vermeld. Hoewel de leden der werkgroep niets willen loslaten schijnt een hunner be zwaren ook te zijn dat de bisschoppelijk hoofdinspecteur van het onderwijs, rec tor A. C. J. van Houten, tegelijk voor zitter is van de Rotterdamse Vereni ging voor Kath. Onderwijs. Daardoor achten zij een onpartijdige beroepsin stantie, die in deze kwestie nuttig ge weest zou zijn, uitgeschakeld. De rijksinspecteur vertelde ons, dat de St. Dominicusschool in wijde kring goed staat aangeschreven. Wel is be kend, dat men er hoge prijs stelt op een zekere orde en tucht, maar dat acht de inspecteur eerder een voor deel. Het vastbinden van een achtjarig meisje aan de bank is van de betrok ken onderwijzeres beslist onjuist ge weest, al moet men zich ook hiervan een niet te overdreven voorstelling ma ken. Met een bloementouwtje had de onderwijzeres het kind, dat voortdu rend lastig was en in de bank draaide, aan haar beentjes vastgeknoopt en met enkele andere kinderen laten nablijven. De onderwijzeres vergat het hele voor val echter en dientengevolge is het meisje drie minuten alleen in de klas geweest, nog steeds vastgebonden. Het touwtje had ze, overigens zonder hulp gemakkelijk kunnen losknopen, maar dat heeft ze blijkbaar niet gedurfd. Enkele dagen is het kind er van over stuur geweest. Het is de inspecteur gebleken, dat er vele ouders wel tevre den zijn over de leiding en de geest op de school en hij heeft in elk geval thans nog geen aanleiding gevonden om van het schoolbestuur bepaalde maatregelen te vragen ter voorkoming van dergelijke gebeurtenissen. Er bestaat een grote trek naar de St. Dominicusschool. Zo waren er voor het nieuwe schooljaar 120 aanvragen binnengekomen, waarvan er 80 moes ten worden afgewezen wegens plaats gebrek. Volgens het hoofd der school worden bij voorkeur kinderen uit de St. Albertus-parochie aangenomen en et. zou slechts één kind bij zijn uit een andere parochie. Een der grieven van de werkgroep is, dat het school bestuur doelbewust streeft naar leer lingenselectie ten voordele van de be tere stand. Om zijn kind van het onder wijs en de verdere activiteiten volledig te laten profiteren, moet men nogal in de portemonnaie tasten. Bijkomende kosten zijn o.a. 15 schoolgeld per ge zin per jaar, 10 per kind per jaar als bijdrage aan het oudercomité, 14 schoolzwemmen (verplicht), terwijl bal let- en tennislessen facultatief zijn, maar niettemin pijnlijke discriminaties kunnen veroorzaken. Het schoolbestuur heeft als reactie op de circulaire van de werkgroep een aantal kinderen van de „rebellerende" ouders de toegang tot de school ont zegd, Deze ouders staan thans voor de kern hen naar een openbare school te sturen. De pastoor van de St.- Albertus-parochie heeft toegezegd aan deze kinderen op de pastorie gods dienstonderricht te zuilen geven. loopt, van een tafereel dat geen belang stelling wekt. Daarnaast echter staan anderen, niet gering in getal, die weliswaar niet uit de Kerk treden, maar wier geloof toch wel zeer verzwakt is. Men kan zeggen, dat geloofsverzwakking in onze tijd een algemeen verschijnsel is in geheel West- Europa. Hoewel ontkerkelijking per se niet het zelfde is ais ongeloof ligt het toch wel voor de hand, dat het een tot het andere leiat. Het is niet onze bedoeling hier nader m te gaan .op de oorzaken van de godsdienstige onverschilligheid. Dit teit is zo ernstig en zo wijd verbreid, dat er reeds talloze studies geschreven zijn en nog steeds geschreven worden om S.e-j5°ilza ?n daarvan op te sporen en middelen te vinden om de geloofsafval tegen te gaan. m?eZe studies zijn uiteraard noodzake- iov, i onmisbaar en moeten op grote ^i,^°F?en voortgezet. Maar wat men ekken Moge. toch zal de diepste «oor ons altijd ontoegankelijk jf' Het is een religieuze oorzaak: alles, wat wij ervan kunnen zeg gen; m de diepste grond staan wij voor een geheim, wij weten alléén uit het geloof dat sinds Adams val het mys terie van het kwaad in de wereld werk zaam is. De massale geloofsafval van tegenwoordig is zeker een uiting daar van. et spreekt wel van zelf, dat met man en macht gezocht wordt naar mogelijkheden om in deze toe stand verbetering te brengen. Z. H. de Paus houdt niet op geestelijken en leken aan te sporen tot samenwerking' om het gevaar te keren. Het moderne apostolaat schuwt geen enkel verantwoord gebruik van de techniek om de geloofsprediking ingang te doen vinden. Bij grote kwalen horen nu eenmaal grote middelen. Of is het soms geen angstwekkende gedach te, die de Paus eens aldus onder woorden heeft gebracht: onze grote steden zijn vol eindeloze stoeten dode zielen! Wie denkt daaraan? Wie voelt be zorgdheid bij 't overwegen van deze toe stand? In het openbare leven merkt men niets daarvan. God is daarin de grote Afwezige geworden en dat schijnt nie mand te raken. Men leeft rustig verder. Hebben wij ons ooit afgevraagd: hoe ver staat de doorsnee-film, de doorsnee roman af van het evangelie? Waar ont moet men in het straatbeeld een herinnering aan het heilsgeheim? In hoeverre is God nog einddoel, Christus nog richtsnoer? Wat heeft men nog over voor zijn geloof? (zie: van Doornik „De Kerk buiten de muren".) Buiten de kerk ontmoet men in het dagelijkse leven weinig godsdienstigheid. Moet men dan niet vrezen, dat zelfs onder degenen, die nog wel „kerkelijk" zijn, iets niet in orde is? Moet men niet aannemen, dat ook zij God maar liefst opsluiten binnen het kerkgebouw, omdat zij daarbuiten met Hem 'geen raad meer weten? Dit zijn harde woorden. Maar waarom zouden wij bang zijn voor woorden als wij met de feiten vertrouwd zijn? Hier moet iets gebeuren. Naar het algemeen gevoelen van ter zake kundigen is nog slechts heil te ver wachten van een algemeen apostolaat, tedere katholiek zonder uitzondering zal zijn verantwoordelijkheid moeten leren inzien en door een persoonlijk heilig leven zijn medemensen in zijn eigen levensmilieu en door middel van zijn eigen, voorbeeldig beleefde, levensstaat een aansporing en wegwijzer ten goede dienen te zijn. Reeds lang geleden is erop gewezen: Verbeter de wereld, begin met je zelf. Dit woord heeft nog niets aan waarheid ingeboet. Integendeel, het wordt met de dag duidelijker, dat er alleen op die manier nog hoop is. isschien is het slechts idee, misschien steekt er stille opzet van de uitgéver achter, hoe het ook zij: bij de laatstverschenen deeltjes in de Prismareeks zijn er 'n paar met een uitgesproken zomerse allure. Daar is om te beginnen Engelands humorist voor upper en middle class, P. G. Wodehouse, met „In de soep" (Hot water); zijn roman speelt in een Frans badplaatsje aan de Kanaalkust waar het seizoen bij zonder goed is voor zomergasten, zakenlieden en zwaje jongens. Er valt geen regen tenzij het verhaal nadrukkelijk om hemelwater vraagt. Wodehouse, ook al is hij sinds enige tijd inwoner van de V.S., behoort ten eeuwige dage aan Engeland toe. Wat zou de Engelse aristocratie zijn zonder hem? Zijn nietsnutten, losbollen, leeghoofden en blaaskaken van standing „bestaan" allang niet meer als maatschappelijke bovenlaag, zegt men, maar iets van hun wezen is levend gebleven in de houding van tal van sociaal en cultureel beter gesitueerden. De helden van Wodehouse némen niets au sérieux. Ze bewegen zich zeer losjes door cultuur en leven en doen zich beslist niet intelligenter voor dan ze zijn. Hun erecode eist, dat zij de schijn van volstrekte onbezorgdheid ophouden; hun voornaamste ambitie is en blijft: nutteloos zijn. De manier, waarop mensen als Wodehouse daarover schrijven, is allesbehalve uit de hoogte. Wodehouse is solidair met zijn helden. Hij geeft ze precies dat vleugje onbelangrijkheid mee waaróm ze vragen; evenzo dat vleugje onbegrijpelijkheid, waardoor ze mense lijk blijven en men met hen mee kan voelen zodra iets in hun bestaan „in de soep" dreigt te Jopen. Resultaat is een stijl, waaraan men een grootheid in het lichtvoetige genre afleest, onvoorstelbaar bij continentale schrijvers. Wodehouse is maar een voorbeeld. Chesterton (1874-1936) is een ander voorbeeld; van hem verscheen als zo mers Prismaboekje „De krankzinnige rechter", een bundel verhalen rondom figuren uit de Club der Zonderlinge Zakenlieden (The Club of Queer Trades). De derde „Engelsman" van vandaag is uw Londense correspondent Daan van der Vat, die een nieuwe collectie observaties van de zeden en gewoonten van het Britse ras bijeengebracht in „Een bakermat in Babyion". Zijn voorgaande collecties in de Prismareeks waren „Brit ten, beesten en buitenlanders" en „Mietje met de kalfsogen". De lectuur van deze observaties is. behalve een genoegen apart, ook een uitstekende inleiding tot de verbeeldingswereld der hierboven genoemde Engelse schrijvers. Twee Amerikanen Van de Amerikaanse Jessamyn West kwam de zonovergoten puber teitsroman „Bakvis tussen sinaasappelen" in de Prismareeks uit. Oorspronkelijke titel; Cress Delahanty (zo heet de bak vis). Met opmerkelijk introspectief en reflectief talent geeft de schrijfster de gevoelens weer van een meisje, dat onder de Californische zon tot jonge vrouw rijpt. Zomerse lectuur, ja, maar tevens literatuur. Een zeer waardeerbare uit gave! Bijzondere aan dacht verdient „De scharlaken letter" van Nathaniel H a w t h o r ne, een roman uit 1850, spe lend in het zeven- tiende-eeuwse Bos ton der pure Puri teinen. Hawthorne (1804-1864) is een „klassieke" Ameri kaan, een der grondleggers van de Amerikaanse romankunst. Zon der hem kan men G. K. CHESTERTON, zoals hij was in zijn laatste levensja ren. Naast het werk van Wodehouse is het zijne een voorbeeld van En gelse literaire lichtvoetigheid. moralisten van zijn tijd geen enkele ver zachtende omstandigheid konden, wilden of mochten laten gelden. Dit is het thema: In de nederzetting krijgt de jonge vrouw Hester Prynne een kind van een onbekende vader. Door de zedemeesters van het stadje wordt zij geprest de naam van de man te noemen, maar zij weigert en wordt dan veroordeeld tot haar dood NATHANIEL HAWTHORNE zich bijvoorbeeld (1804-1864), wiens het werk van Theo- fctossie!ce epos van dore Dreiser An puriteinse geest American Trage- The Scarlet Let- dy ,u>t 1925; dat is ter„ onl in Ne. Prf«es Jnekw^ derlandse vertaling Scarlet "VlM™? »-«•>« moeilijk len. voorstel is verschenen. Hawthorne stamde uit een der aller oudste kolonistenfamilies, die samen met de Pilgrim Fathers in de zeventiende eeuw om geloofsredenen van Engeland naar de Nieuwe Wereld uitweken. Zij stichtten in Massachusetts een gemeen schap met een ongelooflijke strenge calvinistische inslag. Hawthorne's ge boortestadje, Salem, is vermaard gewor den vanwege zijn heksenprocessen; laatstelijk nog door Arthur Miller gedra matiseerd in zijn stuk „The Crucible „De scharlaken letter" is een historische roman, waarin de puriteinse auteur heel voorzichtig probeert los te komen uit de moraalproblematiek van zijn omgeving. Heel voorzichtig streeft hij naar een meer menselijke visie op een geijkt geval van „schuld en boete", waarvoor de een grote roodgeborduurde letter A op de borst te dragen, de A van Adultery Overspel. Met deze openbare veroordeling op het marktplein van Boston begint de roman. Hester wordt krachtdadig tot de orde geroepen door de jonge dominee Dim- mesdale, die in de loop van het verhaal de vader van het kind blijkt te zijn. De derde figuur van de driehoeksverhou ding is de oude Chillingworth, eertija* Hesters echtgenoot, een verzuurde en mismaakte kamergeleerde, die Hester jaren geleden naar Amerika vooruit had gestuurd en van wie men sindsdien nim mer meer iets hoorde, zodat hij geacht kon worden op zee te zijn omgekomen. Tijdens de veroordeling van Hester duikt hij echter onverwachts als vreemdeling op in het stadje; heel toevallig! Hij be sluit anoniem te blijven leven om in stilte zijn ex-vrouw het leven zo moeilijk mogelijk te maken, alsmede om de medeschuldige op het spoor te komen. Als geneesheer van de dominee slaat hij met duivels genoegen diens geestelijke en lichamelijke aftakeling gade; de arme man teert weg van wroeging, omdat hij zijn schuld niet kan belijden en beroeps halve een farizeeërshouding moet aan nemen. Het wordt een zwart drama van gefrusteerde liefde over en weer. In de uitbeelding daarvan is Hawthorne ver rassend modern; zijn driehoeksverhou ding op zich heeft daarentegen een starheid, die voor moderne lezers ver bijsterend is. De dominee van zondebesef wegkwijnend, de dokter in liefdeloosheid en haat verstarrend, het lichte meisje steeds meer vereenzamend, maar uitein delijk toch nog de minst ongelukkige, want de scharlaken letter van de open bare schande werkt op den duur bevrij dend van schuld en maakt dat de draag ster er van zich met haar kind althans i n n e r 1 ij k aan de letter van de wet kan onttrekken Men ziet: een allegorie zonder één glimlach. Hawthorne moet een zeer een zelvig mens zijn geweest. Psychologisch schetste hij waarschijnlijk zichzelf, toen hij in zijn roman over dominee Dimmes- dale schreef (in de Prisma-uitgave, hladz. 23): „Hij was iemand van opvallend uiter lijk, met een indrukwekkend hoog, blank voorhoofd; grote, bruine, melan cholieke ogen en een mond, die, tenzij hij zijn lippen krachtig opeenklemde, tot beven neigde. Ondanks zijn aange boren talenten en zijn veelomvattende aangeleerde kennis, waren houding en voorkomen van deze jeugdige geleerde ietwat schuw en verschrikt - als van iemand, die zich volstrekt niet op zijn plaats voelt in de doolhof van het aards bestaan, aldoor het spoor bijster is, en zich slechts op zijn gemak kan voelen in een zelf gekozen afzondering." Een scherpe opmerking over de gees- tesaard der geloofsgemeenschap, waaruit hij voortkwam, bevat de volgende zin snede uit het hoofdstuk: „Nieuw Enge land viert feest" (het gaat over de instal latie van een nieuwe gouverneur, blz 175): „In deze tijd van het jaar - dat was toen al zo, en het zou bijna twee eeuwen zo blijven - gebruikten de Puriteinen alles op, wat zij zich dan nog aan levens vreugde en openbare feestelijkheid meenden te mogen veroorloven; de wolk, die gewoonlijk boven de stad hing, werd daarbij in zoverre verstrooid, dat de be woners van Boston en omgeving gedu rende één énkele dag niet veel somber der leken dan de meeste andere mensen in een tijd van algemene rampspoed." De vertaling van dit „klassieke epos van de puriteinse geest" was in goedp handen bij Nel Bakker. Corcao en Maurice Twee andere Prisma-uitgaven met een hoog èn zwaar literair gehalte zijn „Cur sus van de dood" door de moderne Bra ziliaan Gustave Corgao en „De paden der liefde" door Francois M a u r i a c. - Eerstgenoemde roman wordt tot de meesterwerken der Portugees-Braziliaan- se romankunst gerekend. Het boek ver scheen in 1950 het geeft in dagboekstijl de gedachtenwereld weer van een man, die weet dat hij binnen enkele maanden aan een ongeneeslijke ziekte zal sterven en die voordien de balans wil opmaken. Levens-, liefdes- en geloofsproblemen worden daarbij indringend aan de orde gesteld. Corcao is een wijsgerige geest; •indrukwekkend, maar niet gemakkelijk om te lezen. De eerste „luxe" Nederland se editie van „Cursus van de dood" ver scheen, in een vertaling uit het Portu gees door Guido Logger, ongeveer een jaar geleden. Dat er thans reeds een goedkope herdruk van kon worden op gelegd, pleit voor het romanlezend publiek. Mauriacs „Paden der liefde" is een herdruk van „Le désert de l'amour" uit 1925, waarvan de eerste Nederlandse uitgave verscheen onder de titel „Een jeugdliefde". De vertaalster is Fenna de Meyiers. Via de Prismareeks verwerft Mauriac zich nieuwe bekendheid bij een breder publiek. Van deze grote Franse romancier, die in 1952 de Nobelprijs kreeg, verschenen in de reeks eerdei-; „De adderkluwen", „Zwarte engelen" en Thérèse Desqueyroux Het einde van de nacht". Prachtig uitgeverswerk van Het Spec trum! FRANgOlS MAURIAC, die tengevolge van de uitgave van zijn romans in goedkope en handzame boekjes nieuwe bekendheid verwerft bij een breder publiek. De Jerusalem Post meldde vandaag dat een eeuwenoud manuscript van de vijf boeken van het oude testament: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium in de woestijn van Juda in Jordanië, is gevonden, dichtbij de plaats waar in 1947 de beroemde bijbelrollen van de Dode Zee zijn ont dekt. Men heeft nog niet kunnen vaststel len uit welke tijd de rol dateert, rhaar mocht blijken, dat het manuscript uit dezelfde tijd dateert als de vroegere vondsten, dan zal de ontdekking „sen sationeel" zijn aldus, de Jerusalem Post door ANTHONY GILBERT in de vertaling van J. G. H. v. d. Bovenkamp Jr. 30 „Hoe weinig mijn vakbond mij laat berekenen per geval," vulde Crook aan. „Maakt u zich daarover nu maar geen zorgen, dame. Ik ben een toonbeeld van ware democratie en laat de rij ke betalen voor de arme. Bovendien heb ik wat geld van me zelf en heb ik van niemand commando's af te wachten. Opzienbarende onthullingen vindt u niet, maar het is de waarheid. Zo dat is dus uit de wereld," ging hij voort, terwijl hij verdacht in het kopje met thee keek dat hem was voorgezet en hij zich afvroeg of hij nu helemaal naar Cheston was gekomen om zich te laten vergiftigen. Maar rondom hem heen zag hij overal diezelfde thee drinken en daarom waagde hij het er maar op. „En laat nu mau, eens horen," zei Crook. Miss Martin nam de enveloppe uit haar zak. „Dit heb ik ontvangen", zei zij. „Er zijn dus nog wel mensen met ondernemings geest op de wereld," zei Crook. „Hebt u er enig idee van wie dat ding verzonden kan hebben?" „Terry Lawrence. U zietdus dat haar toestand heel ernstig is." „Waarom?" Crook bekeek het kleine zilveren doosje, dat zij in zijn hand legde. „Dit heb ik haar maanden geleden gegeven voor haar verjaardag en toen zei zij uit de aardigheid, dat zij mij dat doosje zou opsturen als zij in grote nood zou verkeren en dan zou ik weten, dat zij hulp nodig had. En nu heeft zij het me gestuurd, zonder er een orief bij te schrijven." „Het valt ook om de drommel niet mee om een brief te schrijven met een lippenstift," zei Crook. „Oh is het lippenstift," zuchtte Miss Martin. „Ik heb nog even gedacht, dat het bloed zou zijn." Crook had intussen het poststempel bekeken met een klein vergrootglas, maar van de naam was met geen mogelijkheid iets te lezen. Het was niet meer dan een zwarte veeg. „Dat is jammer maar het bewijst in elk geval, dat zij nog in leven is," zei Crook. Miss Martin schrok. „Ik heb geen moment gedacht, dat zij „Heus niet liefje?" vroeg Crook. „Maar je kunt niet weten. Hebt u me verder nog iets te vertellen?" „Mrs Barnes wil het meisje hier weghalen. En wat bijna even erg is, zij heeft de directrice van mijn inrichting zover gekregen dat die een brief geschreven heeft aan mijn nicht Doreen met het ver zoek voor mij andere voorzieningen te treffen, zoals men dat noemt." „Ik wist niet dat u Mrs Barnes kende," zei Crook. „Zij werkt via Mrs Forbes van het weeshuis. „Waar woont die nicht van u?" vroeg Crook. „Oh het zou geen zin hebben om met haar te gaan praten. Zij gelooft geen woord van wat ik haar verteld heb." „Gaat u dan niet naar haar toe als u Elsham verlaat?" „Oh, neen! Doreen moet geen oude tante in huis hebben. Zij zal een plaatsje voor me proberen te vinden in een inrichting voor voor mensen die geestelijk niet helemaal volwaardig zijn of anders in een Armenhuis of zo iets." „Dat kan zij toch liet doen. U hebt toch het beheer over uw eigen geld?" „Alleen over het inkomen. Het kapitaal komt aan mijn nicht bij mijn dood en zij is natuurlijk niet bereid om een aandeel voor mjj te verkopen. En ik vrees, dat mijn inkomsten heel laag zijn, op het moment." „Dan zullen we moeten opschieten," zei Crook, „maar als dat meisje hier vandaan gaat dan be hoeft u hier ook niet te blijven, zou ik zeggen. Trouwens ik weet nog niet of men zo maar een wees naar een andere inrichting kan overbrengen. Daar gaat de Voogdijraad toch over of zo iets?" „In dit geval niet. Mrs Barnes heeft Mrs Forbes In haar zak en die laatste doet alles wat zij wil. En ik geloof ook dat ik weet waarom zij haar in haar macht heeft." Ze begon zacht te fluisteren en Crook keek haar bewonderend aan. ,,Ik heb na tuurlijk geen bewijzen," besloot Miss Martin. „Het zijn eigenlijk alleen maar gevolgtrekkingen." „Wel, wel wat u me daar vertelt is heel interessant," zei Crook. „En maakt u zich nu eens geen zorgen meer Tante. Je staat niet langer alleen. Arthur Crook staat achter je en dan gaat alles heel anders dan vroeger. En wie was ook weer die knaap die zei, dat zijn kracht de kracht Van tien anderen te boven ging omdat zijn hart rein en zuiver was? Dat slaat ook op u. En als wij samen dan niet op gewassen zijn tegen een paar misdadige vrouwen dan weet ik het iet meer." Hij nam haar aan de arm mee naar buiten waar zijn rode auto stond te wachten. „Wees niet bang, wat er ook gebeurt," waarschuw de Crook haar. „Stap in en laat maar rammelen wat rammelt er gebeurt nooit iets met mijn wa gen." „Brengt u me dan werkelijk helemaal terug naar Elsham?" vroeg Miss Martin. „Natuurlijk. U bent heel waardevol voor ons on derzoek en u mag geen risico meer nemen. Als ik niet bij u ben, wees dan heel voorzichtig en ver trouw niemand." XI Miss Webster had het die middag druk gehad. Zij had zich telefonisch in verbinding gesteld met dok ter Weyland, die de oude dames van haar inrich ting altijd behandelde en verzocht hem de volgende dag even naar haar toe te willen komen om een on aangename zaak uit de wereld te helpen. Daarna belde zij om Miss Martin om te vernemen dat deze na de lunch was uitgegaan en nog niet was terug gekeerd. Het was al vier uur en het begon mistig te worden en Miss Martin ging nooit naar de bioscoop en bracht ook nooit als Mrs Mount uren in de kerk door, zodat Miss Webster niet wist wat zij er van denken moest. Zij belde zelfs Mrs Forbes op om te informeren of Miss Martin misschien weer rondhing bij het weeshuis. En Mrs Forbes zei: „Ik zal blij zijn als je dat idiote mens kwijt bent. En zeg maar gerust tegen haar dat Mrs Barnes nog geen uur geleden bij me is geweest en dat het kind weg gaat, zodat zij geen enkele aanleiding meer heeft om hier te komen rondspoken." Wordt ver.olga

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 11