Ï^ENAUER wenst
I Pheldering over
Nieuwe strategie
f
1
i
De Kerk buiten de muren
V
VRIJ STRAK DOCH GEEN
ONPRETTIG REGIME
H
Het Boston der pure Puriteinen
M
Op school te Blijdorp
^ftbassadeurs naar Bonn
''Oh'6
Het verschijnsel der onkerkelijkheid
Gods afwezigheid in moderne leven
ESSO EXTRA
Aantal kinderen van „rebellerende"
ouders de toegang ontzegd
WODEHOUSE en CHESTERTON voor de vakantie
„De scharlaken letter Van Nathaniel
Hawthorne in Prismareeks herdrukt
„IN DE SOEP"
De onzichtbare
getuige
Geheim memorandum
Sovjet-visie
tank
Bloementouwtje
Selectie
BijRelrol gevonden
ZATERDAG 21 JULI 1956
PAGINA 11
snellere start,
sneller optrekken,
meer kilometers per liter
Met Esso
bent U beter uit
LITERAIRE KRONIEK
ttiiiimiiiiiiiiiitiuuiiiiiiiitiiiniimiiiiiuitiiHtinumiimiiiitniiiiiiitiimiiiitiiMii
ier
Ad^r
nN* v^MU'rtnd wiI' vo°
van
rdat
naar het Zwarte
'e,) i'i ,uit Je eerste hand
3en over de berich-
Boere
gb<e'
i"
"■druk
verboden)
ten, dat de Verenigde Staten en En
geland zouden overwegen hun strijd
krachten in West-Duitsland te ver
minderen. De ambassadeur van de
bondsrepubliek in Washington, dr.
Heinz Krekeier, is naar Bonn ont
boden en men neemt aan. dat ook
de ambassadeur in Londen, Von
Herwath, en die in Parijs, Von Malt-
zan, persoonlijk verslag moeten uit
brengen. Dr. Adenauer is zeer ver
ontrust over een mogelijke inkrim
ping van de geallieerde strijdkrachten,
omdat, naar hij meent, het gevaar
van plaatselijke militaire conflicten
daardoor zal toenemen, terwijl de
mogelijkheid om die conflicten te
lokaliseren zal afnemen.
Hij heeft zijn vertegenwoordigers in
het buitenland opdracht gegeven er bij
de verschillende regeringen op te wij
zen, dat de bondsrepubliek voort zal
gaan met het op de been brengen van
een leger van 500.000 man.
Juist gisteren heeft de Westduitse
bondsraad met 21 tegen 17 stemmen
zijn goedkeuring gehecht aan de in
voering van de militaire dienstplicht
in de bondsrepubliek. Dienstplichtig
zulle.» zijn alle mannelijke Duitsers
tussen 18 en 45 jaar. De duur van
de dienstplicht moet nog nader wor
den vastgesteld. De bondsdag heeft
het ontwerp al eerder goedgekeurd
en de wet zal nu van kracht worden,
zodra president Heuss er zijn hand
tekening onder heeft geplaatst.
Volgens een Westduitse woordvoer
der zal de bondsregering aan haar
standpunt vasthouden, dat een vermin
dering van de strijdkrachten en de con
ventionele wapens voorafgegaan moet
worden door overeenkomsten over de
afschaffing van atoomwapens en cïe
controle hierop.
Hij verklaarde voorts, dat het West
duitse ministerie van buitenlandse za
ken de berichten heeft onderzocht, als
zou Canada in een geheim memoran
dum aan andere NATO-landen het vol
gende hebben voorgesteldDe bonds
republiek moet in plaats van tot op
richting van een 500.000 man sterk
leger over te gaan haar financiële bij
drage aan de Westerse defensie ver
hogen.
De Canadese ambassade te Bonn
heeft het bestaan van een dergelijk
memorandum categorisch ontkend, al
dus de woordvoerder. Naar het Rus
sische persbureau Xass bericht, heb-
bei* ..leidende Sovjet-kringen" ver
klaard, dat de wederinvoering van de
algemene dienstplicht in West-Duitsland
zonder twjjfel de politieke toestand
in Europa slechter maakt en de Duitse
kwestie nog mier compliceert".
In genoemde kringen wordt verklaard,
dat een bijzondere reden tot ongerust
heid het feit is, dat West-Duitsland
voorwaarden schept om de grootste ge
wapende macht in Europa te worden.
Oost-Duitsland daarentegen, aldus de
ze kringen, zal geen dienstplicht in
voeren en heeft een beperking van zijn
leger met 30.000 man aangekondigd.
(A.F.P.-D.P.A.-Reuter-U.P.)
k
Dezer dagen is op de Indische ambassade in Parijs een receptie gegeven ter
ere van Nehru; daar verscheen ook abbé Pierre.
ooral sinds de tweede wereldoorlog
is het duidelijk geworden, dat er
een godsdienstig ontbindingspro
ces aan de gang is, dat ontstellende af
metingen heeft aangenomen. Hele volks
groepen zijn onverschillig geworden voor
God, godsdienst en kerk. Het ergste van
deze toestand is, dat men zich daarbij
niet eens ongerust voelt. Velen maken de
indruk, God niet nodig te hebben. Zijn
afwezigheid in hun leven wordt niet als
een gemis gevoeld. En het zich afkeren
van God geschiedt niet met een schok
of tengevolge van een gemotiveerd wils
besluit. Zonder probleem of conflict
men spreekt tegenwoordig van geruisloos
laten velen de Kerk heden ten dage
gewoon" links liggen en leven onge
stoord en rustig verder.
Juist dit collectieve verlaten van de
Kerk maakt de ontkerkelijking in onze
tijd tot een geweldig' probleem. In alle
tijden zijn er mensen ontrouw geworden
aan de Kerk. Maar dan meenden zü
daarvoor hun redenen te hebben en in
de mieéste gevallen konden zij pas tot 'n
besluit komen na veel innerlijke strijd.
Van dit alles merkt men tegenwoordig
niets meer» Velen keren zich af van de
Kerk zoals men zich afkeert, en door-
Advertentie
€sso
Behalve door de kerkelijke auto
riteiten van Rotterdam wordt aan de
beschuldigingen van enkele ouders,
dat hun kinderen op de St. Domi-
nicusschool in Blijdorp zouden mis
handeld zijn, nu ook aandacht be
steed door de rijksinspecteur van het
lager onderwijs in het district Rot
terdam. Deze heeft zijn onderzoek
nog lang niet afgesloten, evenmin
als deken Niekel, maar hij heeft toch
de indruk, dat er op de St. Domim-
cus-school een vrij strak, hoewel met
onprettig, regime wordt gevoerd.
In de door de werkgroep" verzon
den circulaire zijn naar zijn mening
de, zaken wel wat scheefgetrokken ol
uit hun verband gerukt. Omdat de bis
schop van Rotterdam, mgr. M. A.
Jansen, de werkgroep verzocht heeft
zich gedurende het onderzoek van ver
dere acties te onthouden en de leden
dier groep dus min of meer een zwijg
plicht is opgelegd, gelukte het ons niet
uit hun mond meer te weten te komen
dan in de circulaire staat vermeld.
Hoewel de leden der werkgroep niets
willen loslaten schijnt een hunner be
zwaren ook te zijn dat de bisschoppelijk
hoofdinspecteur van het onderwijs, rec
tor A. C. J. van Houten, tegelijk voor
zitter is van de Rotterdamse Vereni
ging voor Kath. Onderwijs. Daardoor
achten zij een onpartijdige beroepsin
stantie, die in deze kwestie nuttig ge
weest zou zijn, uitgeschakeld.
De rijksinspecteur vertelde ons, dat
de St. Dominicusschool in wijde kring
goed staat aangeschreven. Wel is be
kend, dat men er hoge prijs stelt op
een zekere orde en tucht, maar dat
acht de inspecteur eerder een voor
deel. Het vastbinden van een achtjarig
meisje aan de bank is van de betrok
ken onderwijzeres beslist onjuist ge
weest, al moet men zich ook hiervan
een niet te overdreven voorstelling ma
ken. Met een bloementouwtje had de
onderwijzeres het kind, dat voortdu
rend lastig was en in de bank draaide,
aan haar beentjes vastgeknoopt en met
enkele andere kinderen laten nablijven.
De onderwijzeres vergat het hele voor
val echter en dientengevolge is het
meisje drie minuten alleen in de klas
geweest, nog steeds vastgebonden. Het
touwtje had ze, overigens zonder hulp
gemakkelijk kunnen losknopen, maar
dat heeft ze blijkbaar niet gedurfd.
Enkele dagen is het kind er van over
stuur geweest. Het is de inspecteur
gebleken, dat er vele ouders wel tevre
den zijn over de leiding en de geest
op de school en hij heeft in elk geval
thans nog geen aanleiding gevonden
om van het schoolbestuur bepaalde
maatregelen te vragen ter voorkoming
van dergelijke gebeurtenissen.
Er bestaat een grote trek naar de
St. Dominicusschool. Zo waren er voor
het nieuwe schooljaar 120 aanvragen
binnengekomen, waarvan er 80 moes
ten worden afgewezen wegens plaats
gebrek. Volgens het hoofd der school
worden bij voorkeur kinderen uit de
St. Albertus-parochie aangenomen en
et. zou slechts één kind bij zijn uit
een andere parochie. Een der grieven
van de werkgroep is, dat het school
bestuur doelbewust streeft naar leer
lingenselectie ten voordele van de be
tere stand. Om zijn kind van het onder
wijs en de verdere activiteiten volledig
te laten profiteren, moet men nogal
in de portemonnaie tasten. Bijkomende
kosten zijn o.a. 15 schoolgeld per ge
zin per jaar, 10 per kind per jaar
als bijdrage aan het oudercomité, 14
schoolzwemmen (verplicht), terwijl bal
let- en tennislessen facultatief zijn,
maar niettemin pijnlijke discriminaties
kunnen veroorzaken.
Het schoolbestuur heeft als reactie
op de circulaire van de werkgroep een
aantal kinderen van de „rebellerende"
ouders de toegang tot de school ont
zegd, Deze ouders staan thans voor
de kern hen naar een openbare school
te sturen. De pastoor van de St.-
Albertus-parochie heeft toegezegd aan
deze kinderen op de pastorie gods
dienstonderricht te zuilen geven.
loopt, van een tafereel dat geen belang
stelling wekt.
Daarnaast echter staan anderen, niet
gering in getal, die weliswaar niet uit de
Kerk treden, maar wier geloof toch wel
zeer verzwakt is. Men kan zeggen, dat
geloofsverzwakking in onze tijd een
algemeen verschijnsel is in geheel West-
Europa.
Hoewel ontkerkelijking per se niet het
zelfde is ais ongeloof ligt het toch wel
voor de hand, dat het een tot het andere
leiat. Het is niet onze bedoeling hier
nader m te gaan .op de oorzaken van
de godsdienstige onverschilligheid. Dit
teit is zo ernstig en zo wijd verbreid, dat
er reeds talloze studies geschreven zijn
en nog steeds geschreven worden om
S.e-j5°ilza ?n daarvan op te sporen en
middelen te vinden om de geloofsafval
tegen te gaan.
m?eZe studies zijn uiteraard noodzake-
iov, i onmisbaar en moeten op grote
^i,^°F?en voortgezet. Maar wat men
ekken Moge. toch zal de diepste
«oor ons altijd ontoegankelijk
jf' Het is een religieuze oorzaak:
alles, wat wij ervan kunnen zeg
gen; m de diepste grond staan wij voor
een geheim, wij weten alléén uit het
geloof dat sinds Adams val het mys
terie van het kwaad in de wereld werk
zaam is. De massale geloofsafval van
tegenwoordig is zeker een uiting daar
van.
et spreekt wel van zelf, dat met
man en macht gezocht wordt naar
mogelijkheden om in deze toe
stand verbetering te brengen. Z. H. de
Paus houdt niet op geestelijken en leken
aan te sporen tot samenwerking' om het
gevaar te keren. Het moderne apostolaat
schuwt geen enkel verantwoord gebruik
van de techniek om de geloofsprediking
ingang te doen vinden. Bij grote kwalen
horen nu eenmaal grote middelen. Of
is het soms geen angstwekkende gedach
te, die de Paus eens aldus onder woorden
heeft gebracht: onze grote steden zijn
vol eindeloze stoeten dode zielen!
Wie denkt daaraan? Wie voelt be
zorgdheid bij 't overwegen van deze toe
stand? In het openbare leven merkt men
niets daarvan. God is daarin de grote
Afwezige geworden en dat schijnt nie
mand te raken. Men leeft rustig verder.
Hebben wij ons ooit afgevraagd: hoe
ver staat de doorsnee-film, de doorsnee
roman af van het evangelie? Waar ont
moet men in het straatbeeld een
herinnering aan het heilsgeheim? In
hoeverre is God nog einddoel, Christus
nog richtsnoer? Wat heeft men nog
over voor zijn geloof? (zie: van Doornik
„De Kerk buiten de muren".)
Buiten de kerk ontmoet men in het
dagelijkse leven weinig godsdienstigheid.
Moet men dan niet vrezen, dat zelfs
onder degenen, die nog wel „kerkelijk"
zijn, iets niet in orde is? Moet men niet
aannemen, dat ook zij God maar liefst
opsluiten binnen het kerkgebouw, omdat
zij daarbuiten met Hem 'geen raad meer
weten?
Dit zijn harde woorden. Maar waarom
zouden wij bang zijn voor woorden als
wij met de feiten vertrouwd zijn? Hier
moet iets gebeuren.
Naar het algemeen gevoelen van ter
zake kundigen is nog slechts heil te ver
wachten van een algemeen apostolaat,
tedere katholiek zonder uitzondering zal
zijn verantwoordelijkheid moeten leren
inzien en door een persoonlijk heilig
leven zijn medemensen in zijn eigen
levensmilieu en door middel van zijn
eigen, voorbeeldig beleefde, levensstaat
een aansporing en wegwijzer ten goede
dienen te zijn. Reeds lang geleden is erop
gewezen: Verbeter de wereld, begin met
je zelf. Dit woord heeft nog niets aan
waarheid ingeboet. Integendeel, het
wordt met de dag duidelijker, dat er
alleen op die manier nog hoop is.
isschien is het slechts idee, misschien steekt er stille opzet van de
uitgéver achter, hoe het ook zij: bij de laatstverschenen deeltjes
in de Prismareeks zijn er 'n paar met een uitgesproken zomerse
allure. Daar is om te beginnen Engelands humorist voor upper en middle
class, P. G. Wodehouse, met „In de soep" (Hot water); zijn roman
speelt in een Frans badplaatsje aan de Kanaalkust waar het seizoen bij
zonder goed is voor zomergasten, zakenlieden en zwaje jongens. Er valt
geen regen tenzij het verhaal nadrukkelijk om hemelwater vraagt.
Wodehouse, ook al is hij sinds enige
tijd inwoner van de V.S., behoort ten
eeuwige dage aan Engeland toe. Wat zou
de Engelse aristocratie zijn zonder hem?
Zijn nietsnutten, losbollen, leeghoofden
en blaaskaken van standing „bestaan"
allang niet meer als maatschappelijke
bovenlaag, zegt men, maar iets van hun
wezen is levend gebleven in de houding
van tal van sociaal en cultureel beter
gesitueerden. De helden van Wodehouse
némen niets au sérieux. Ze bewegen zich
zeer losjes door cultuur en leven en doen
zich beslist niet intelligenter voor dan ze
zijn. Hun erecode eist, dat zij de schijn
van volstrekte onbezorgdheid ophouden;
hun voornaamste ambitie is en blijft:
nutteloos zijn. De manier, waarop mensen
als Wodehouse daarover schrijven, is
allesbehalve uit de hoogte. Wodehouse is
solidair met zijn helden. Hij geeft ze
precies dat vleugje onbelangrijkheid mee
waaróm ze vragen; evenzo dat vleugje
onbegrijpelijkheid, waardoor ze mense
lijk blijven en men met hen mee kan
voelen zodra iets in hun bestaan „in de
soep" dreigt te Jopen. Resultaat is een
stijl, waaraan men een grootheid in het
lichtvoetige genre afleest, onvoorstelbaar
bij continentale schrijvers.
Wodehouse is maar een voorbeeld.
Chesterton (1874-1936) is een ander
voorbeeld; van hem verscheen als zo
mers Prismaboekje „De krankzinnige
rechter", een bundel verhalen rondom
figuren uit de Club der Zonderlinge
Zakenlieden (The Club of Queer
Trades).
De derde „Engelsman" van vandaag is
uw Londense correspondent Daan van
der Vat, die een nieuwe collectie
observaties van de zeden en gewoonten
van het Britse ras bijeengebracht in „Een
bakermat in Babyion". Zijn voorgaande
collecties in de Prismareeks waren „Brit
ten, beesten en buitenlanders" en „Mietje
met de kalfsogen". De lectuur van deze
observaties is. behalve een genoegen
apart, ook een uitstekende inleiding tot
de verbeeldingswereld der hierboven
genoemde Engelse schrijvers.
Twee Amerikanen
Van de Amerikaanse Jessamyn
West kwam de zonovergoten puber
teitsroman „Bakvis tussen sinaasappelen"
in de Prismareeks uit. Oorspronkelijke
titel; Cress Delahanty (zo heet de bak
vis). Met opmerkelijk introspectief en
reflectief talent geeft de schrijfster de
gevoelens weer van een meisje, dat onder
de Californische zon tot jonge vrouw
rijpt. Zomerse lectuur, ja, maar tevens
literatuur. Een zeer waardeerbare uit
gave!
Bijzondere aan
dacht verdient „De
scharlaken letter"
van Nathaniel
H a w t h o r ne, een
roman uit 1850, spe
lend in het zeven-
tiende-eeuwse Bos
ton der pure Puri
teinen. Hawthorne
(1804-1864) is een
„klassieke" Ameri
kaan, een der
grondleggers van
de Amerikaanse
romankunst. Zon
der hem kan men
G. K. CHESTERTON,
zoals hij was in zijn laatste levensja
ren. Naast het werk van Wodehouse
is het zijne een voorbeeld van En
gelse literaire lichtvoetigheid.
moralisten van zijn tijd geen enkele ver
zachtende omstandigheid konden, wilden
of mochten laten gelden. Dit is het
thema: In de nederzetting krijgt de jonge
vrouw Hester Prynne een kind van een
onbekende vader. Door de zedemeesters
van het stadje wordt zij geprest de naam
van de man te noemen, maar zij weigert
en wordt dan veroordeeld tot haar dood
NATHANIEL
HAWTHORNE
zich bijvoorbeeld (1804-1864), wiens
het werk van Theo- fctossie!ce
epos van
dore Dreiser An puriteinse geest
American Trage- The Scarlet Let-
dy ,u>t 1925; dat is ter„ onl in Ne.
Prf«es Jnekw^ derlandse vertaling
Scarlet "VlM™? »-«•>«
moeilijk
len.
voorstel
is verschenen.
Hawthorne stamde uit een der aller
oudste kolonistenfamilies, die samen met
de Pilgrim Fathers in de zeventiende
eeuw om geloofsredenen van Engeland
naar de Nieuwe Wereld uitweken. Zij
stichtten in Massachusetts een gemeen
schap met een ongelooflijke strenge
calvinistische inslag. Hawthorne's ge
boortestadje, Salem, is vermaard gewor
den vanwege zijn heksenprocessen;
laatstelijk nog door Arthur Miller gedra
matiseerd in zijn stuk „The Crucible
„De scharlaken letter" is een historische
roman, waarin de puriteinse auteur heel
voorzichtig probeert los te komen uit de
moraalproblematiek van zijn omgeving.
Heel voorzichtig streeft hij naar een
meer menselijke visie op een geijkt geval
van „schuld en boete", waarvoor de
een grote roodgeborduurde letter A op
de borst te dragen, de A van Adultery
Overspel.
Met deze openbare veroordeling op het
marktplein van Boston begint de roman.
Hester wordt krachtdadig tot de orde
geroepen door de jonge dominee Dim-
mesdale, die in de loop van het verhaal
de vader van het kind blijkt te zijn. De
derde figuur van de driehoeksverhou
ding is de oude Chillingworth, eertija*
Hesters echtgenoot, een verzuurde en
mismaakte kamergeleerde, die Hester
jaren geleden naar Amerika vooruit had
gestuurd en van wie men sindsdien nim
mer meer iets hoorde, zodat hij geacht
kon worden op zee te zijn omgekomen.
Tijdens de veroordeling van Hester duikt
hij echter onverwachts als vreemdeling
op in het stadje; heel toevallig! Hij be
sluit anoniem te blijven leven om in
stilte zijn ex-vrouw het leven zo moeilijk
mogelijk te maken, alsmede om de
medeschuldige op het spoor te komen.
Als geneesheer van de dominee slaat hij
met duivels genoegen diens geestelijke
en lichamelijke aftakeling gade; de arme
man teert weg van wroeging, omdat hij
zijn schuld niet kan belijden en beroeps
halve een farizeeërshouding moet aan
nemen. Het wordt een zwart drama van
gefrusteerde liefde over en weer. In de
uitbeelding daarvan is Hawthorne ver
rassend modern; zijn driehoeksverhou
ding op zich heeft daarentegen een
starheid, die voor moderne lezers ver
bijsterend is. De dominee van zondebesef
wegkwijnend, de dokter in liefdeloosheid
en haat verstarrend, het lichte meisje
steeds meer vereenzamend, maar uitein
delijk toch nog de minst ongelukkige,
want de scharlaken letter van de open
bare schande werkt op den duur bevrij
dend van schuld en maakt dat de draag
ster er van zich met haar kind althans
i n n e r 1 ij k aan de letter van de wet
kan onttrekken
Men ziet: een allegorie zonder één
glimlach. Hawthorne moet een zeer een
zelvig mens zijn geweest. Psychologisch
schetste hij waarschijnlijk zichzelf, toen
hij in zijn roman over dominee Dimmes-
dale schreef (in de Prisma-uitgave,
hladz. 23):
„Hij was iemand van opvallend uiter
lijk, met een indrukwekkend hoog,
blank voorhoofd; grote, bruine, melan
cholieke ogen en een mond, die, tenzij
hij zijn lippen krachtig opeenklemde,
tot beven neigde. Ondanks zijn aange
boren talenten en zijn veelomvattende
aangeleerde kennis, waren houding en
voorkomen van deze jeugdige geleerde
ietwat schuw en verschrikt - als van
iemand, die zich volstrekt niet op zijn
plaats voelt in de doolhof van het aards
bestaan, aldoor het spoor bijster is, en
zich slechts op zijn gemak kan voelen
in een zelf gekozen afzondering."
Een scherpe opmerking over de gees-
tesaard der geloofsgemeenschap, waaruit
hij voortkwam, bevat de volgende zin
snede uit het hoofdstuk: „Nieuw Enge
land viert feest" (het gaat over de instal
latie van een nieuwe gouverneur, blz
175): „In deze tijd van het jaar - dat was
toen al zo, en het zou bijna twee eeuwen
zo blijven - gebruikten de Puriteinen
alles op, wat zij zich dan nog aan levens
vreugde en openbare feestelijkheid
meenden te mogen veroorloven; de wolk,
die gewoonlijk boven de stad hing, werd
daarbij in zoverre verstrooid, dat de be
woners van Boston en omgeving gedu
rende één énkele dag niet veel somber
der leken dan de meeste andere mensen
in een tijd van algemene rampspoed."
De vertaling van dit „klassieke epos
van de puriteinse geest" was in goedp
handen bij Nel Bakker.
Corcao en Maurice
Twee andere Prisma-uitgaven met een
hoog èn zwaar literair gehalte zijn „Cur
sus van de dood" door de moderne Bra
ziliaan Gustave Corgao en „De
paden der liefde" door Francois
M a u r i a c. -
Eerstgenoemde roman wordt tot de
meesterwerken der Portugees-Braziliaan-
se romankunst gerekend. Het boek ver
scheen in 1950 het geeft in dagboekstijl
de gedachtenwereld weer van een man,
die weet dat hij binnen enkele maanden
aan een ongeneeslijke ziekte zal sterven
en die voordien de balans wil opmaken.
Levens-, liefdes- en geloofsproblemen
worden daarbij indringend aan de orde
gesteld. Corcao is een wijsgerige geest;
•indrukwekkend, maar niet gemakkelijk
om te lezen. De eerste „luxe" Nederland
se editie van „Cursus van de dood" ver
scheen, in een vertaling uit het Portu
gees door Guido Logger, ongeveer een
jaar geleden. Dat er thans reeds een
goedkope herdruk van kon worden op
gelegd, pleit voor het romanlezend
publiek.
Mauriacs „Paden der liefde" is een
herdruk van „Le désert de l'amour" uit
1925, waarvan de eerste Nederlandse
uitgave verscheen onder de titel „Een
jeugdliefde". De vertaalster is Fenna de
Meyiers. Via de Prismareeks verwerft
Mauriac zich nieuwe bekendheid bij een
breder publiek. Van deze grote Franse
romancier, die in 1952 de Nobelprijs
kreeg, verschenen in de reeks eerdei-;
„De adderkluwen", „Zwarte engelen" en
Thérèse Desqueyroux Het einde van
de nacht".
Prachtig uitgeverswerk van Het Spec
trum!
FRANgOlS MAURIAC,
die tengevolge van de uitgave van
zijn romans in goedkope en handzame
boekjes nieuwe bekendheid verwerft
bij een breder publiek.
De Jerusalem Post meldde vandaag
dat een eeuwenoud manuscript van de
vijf boeken van het oude testament:
Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en
Deuteronomium in de woestijn van
Juda in Jordanië, is gevonden, dichtbij
de plaats waar in 1947 de beroemde
bijbelrollen van de Dode Zee zijn ont
dekt.
Men heeft nog niet kunnen vaststel
len uit welke tijd de rol dateert, rhaar
mocht blijken, dat het manuscript uit
dezelfde tijd dateert als de vroegere
vondsten, dan zal de ontdekking „sen
sationeel" zijn aldus, de Jerusalem Post
door ANTHONY GILBERT
in de vertaling van J. G. H. v. d. Bovenkamp Jr.
30
„Hoe weinig mijn vakbond mij laat berekenen per
geval," vulde Crook aan. „Maakt u zich daarover
nu maar geen zorgen, dame. Ik ben een toonbeeld
van ware democratie en laat de rij ke betalen voor
de arme. Bovendien heb ik wat geld van me zelf
en heb ik van niemand commando's af te wachten.
Opzienbarende onthullingen vindt u niet, maar het
is de waarheid. Zo dat is dus uit de wereld,"
ging hij voort, terwijl hij verdacht in het kopje met
thee keek dat hem was voorgezet en hij zich afvroeg
of hij nu helemaal naar Cheston was gekomen om
zich te laten vergiftigen. Maar rondom hem heen
zag hij overal diezelfde thee drinken en daarom
waagde hij het er maar op.
„En laat nu mau, eens horen," zei Crook.
Miss Martin nam de enveloppe uit haar zak.
„Dit heb ik ontvangen", zei zij.
„Er zijn dus nog wel mensen met ondernemings
geest op de wereld," zei Crook. „Hebt u er enig
idee van wie dat ding verzonden kan hebben?"
„Terry Lawrence. U zietdus dat haar toestand
heel ernstig is."
„Waarom?"
Crook bekeek het kleine zilveren doosje, dat zij
in zijn hand legde.
„Dit heb ik haar maanden geleden gegeven voor
haar verjaardag en toen zei zij uit de aardigheid,
dat zij mij dat doosje zou opsturen als zij in grote
nood zou verkeren en dan zou ik weten, dat zij
hulp nodig had. En nu heeft zij het me gestuurd,
zonder er een orief bij te schrijven."
„Het valt ook om de drommel niet mee om een
brief te schrijven met een lippenstift," zei Crook.
„Oh is het lippenstift," zuchtte Miss Martin. „Ik
heb nog even gedacht, dat het bloed zou zijn."
Crook had intussen het poststempel bekeken met
een klein vergrootglas, maar van de naam was met
geen mogelijkheid iets te lezen. Het was niet meer
dan een zwarte veeg.
„Dat is jammer maar het bewijst in elk geval,
dat zij nog in leven is," zei Crook.
Miss Martin schrok. „Ik heb geen moment gedacht,
dat zij
„Heus niet liefje?" vroeg Crook. „Maar je kunt
niet weten. Hebt u me verder nog iets te vertellen?"
„Mrs Barnes wil het meisje hier weghalen. En
wat bijna even erg is, zij heeft de directrice van
mijn inrichting zover gekregen dat die een brief
geschreven heeft aan mijn nicht Doreen met het ver
zoek voor mij andere voorzieningen te treffen, zoals
men dat noemt."
„Ik wist niet dat u Mrs Barnes kende," zei Crook.
„Zij werkt via Mrs Forbes van het weeshuis.
„Waar woont die nicht van u?" vroeg Crook.
„Oh het zou geen zin hebben om met haar te
gaan praten. Zij gelooft geen woord van wat ik
haar verteld heb."
„Gaat u dan niet naar haar toe als u Elsham
verlaat?"
„Oh, neen! Doreen moet geen oude tante in huis
hebben. Zij zal een plaatsje voor me proberen te
vinden in een inrichting voor voor mensen die
geestelijk niet helemaal volwaardig zijn of anders
in een Armenhuis of zo iets."
„Dat kan zij toch liet doen. U hebt toch het beheer
over uw eigen geld?"
„Alleen over het inkomen. Het kapitaal komt aan
mijn nicht bij mijn dood en zij is natuurlijk niet
bereid om een aandeel voor mjj te verkopen. En ik
vrees, dat mijn inkomsten heel laag zijn, op het
moment."
„Dan zullen we moeten opschieten," zei Crook,
„maar als dat meisje hier vandaan gaat dan be
hoeft u hier ook niet te blijven, zou ik zeggen.
Trouwens ik weet nog niet of men zo maar een
wees naar een andere inrichting kan overbrengen.
Daar gaat de Voogdijraad toch over of zo iets?"
„In dit geval niet. Mrs Barnes heeft Mrs Forbes
In haar zak en die laatste doet alles wat zij wil.
En ik geloof ook dat ik weet waarom zij haar in
haar macht heeft." Ze begon zacht te fluisteren en
Crook keek haar bewonderend aan. ,,Ik heb na
tuurlijk geen bewijzen," besloot Miss Martin. „Het
zijn eigenlijk alleen maar gevolgtrekkingen."
„Wel, wel wat u me daar vertelt is heel
interessant," zei Crook. „En maakt u zich nu eens
geen zorgen meer Tante. Je staat niet langer alleen.
Arthur Crook staat achter je en dan gaat alles heel
anders dan vroeger. En wie was ook weer die knaap
die zei, dat zijn kracht de kracht Van tien anderen
te boven ging omdat zijn hart rein en zuiver was?
Dat slaat ook op u. En als wij samen dan niet op
gewassen zijn tegen een paar misdadige vrouwen
dan weet ik het iet meer."
Hij nam haar aan de arm mee naar buiten
waar zijn rode auto stond te wachten.
„Wees niet bang, wat er ook gebeurt," waarschuw
de Crook haar. „Stap in en laat maar rammelen
wat rammelt er gebeurt nooit iets met mijn wa
gen."
„Brengt u me dan werkelijk helemaal terug naar
Elsham?" vroeg Miss Martin.
„Natuurlijk. U bent heel waardevol voor ons on
derzoek en u mag geen risico meer nemen. Als ik
niet bij u ben, wees dan heel voorzichtig en ver
trouw niemand."
XI
Miss Webster had het die middag druk gehad. Zij
had zich telefonisch in verbinding gesteld met dok
ter Weyland, die de oude dames van haar inrich
ting altijd behandelde en verzocht hem de volgende
dag even naar haar toe te willen komen om een on
aangename zaak uit de wereld te helpen. Daarna
belde zij om Miss Martin om te vernemen dat deze
na de lunch was uitgegaan en nog niet was terug
gekeerd.
Het was al vier uur en het begon mistig te worden
en Miss Martin ging nooit naar de bioscoop en
bracht ook nooit als Mrs Mount uren in de kerk
door, zodat Miss Webster niet wist wat zij er van
denken moest.
Zij belde zelfs Mrs Forbes op om te informeren
of Miss Martin misschien weer rondhing bij het
weeshuis. En Mrs Forbes zei: „Ik zal blij zijn als
je dat idiote mens kwijt bent. En zeg maar gerust
tegen haar dat Mrs Barnes nog geen uur geleden
bij me is geweest en dat het kind weg gaat, zodat
zij geen enkele aanleiding meer heeft om hier te
komen rondspoken." Wordt ver.olga