N 1826 WERD DE EERSTE FOTO EMAAKT OP GEVOELIG ASFALT l k La Guernica als de Nachtwacht van de twintigste eeuw R KINDERVERLAMMING P. N e platen bezorgden reportage fotografen enorme bagage -Al GESCHIEDENIS DER FOTOGRAFIE Pablo Picasso in Amsterdams Stedelijk Museum Rijksmuseum zag nog nooit zoveel bezoek per dag N? ai^SfyiESmHlnTKS R frde' Men kan dat het be9in uan de I Pst, N» -ia MH _JI - SeoV friiV Ns/ methode zeer iijN'H K^icC ln, 1871- vo"d de CV1' tl' »<Sde,rie ,n Fodor laat van Bijna alle Nederlandse volwassenen hebben in hun jeugd kinderverlamming gehad. Bij besmettingsgevaar:, zorgvuldige hygiëne be trachten en lichamelijke weerstand op peil houden Liturgische weckLa-Iender 1 :>v M*i*W5<wJ stewfn, in3e is t aan de Keizersgracht 609 te Am- °8Taji c,lt (j '5e9i^ september een tentoonstelling fe*\ Hr'!, 9 e wijd is aan de geschiedenis van de H,ls Hoiu 185 n men de eerste 1oio zien, die ooit te?Taft? door Joseph Nicéphore Niépce, een is»,. #on. i Voor ioie de technische perfectie van i fotografie kent is het resultaat, dat de -i'. Oor *ep„ f Öti Z Ha!f landg°ed Niépce te Gras bij Chalon '«ew r fe' b rn^sschien niet zo indrukwekkend. *et \fteligln^n^aats van zVn landgoed, is vaag 'eerft K -kn 'nj -i Gebruikte dan ook een gebitumi- 31 tst hjj^e s !®at' d'e Hij acht uur moest belichten. b j ilder L. J. M. Da'guerre experimen- «^en daaruit is dan de daguerrotypie 9%^%' Jo ?ÜstUs 1839 wereldkundig gemaakt. öe 9 lere men- ook op de Amsterdamse ten- n uias al het een en ander voorafge- HQ - boef ^in^ra. obscura" was al bekend aan Leo- 'ftp ®o?i neu,etp isschien heeft zelfs Aristoteles er rnman'v0p de tentoonstelling treft men een 'tti tef tan trisius uit 1545 aan, waarin de eerste camera obscura werd gepubliceerd. mk; toen en lange tijd daarna nog let- een j rp, kamer onder, waarin men, door een '1 iensÜ! °°'C lüe^ later ook met attest Aiei n> en sPiegels, kon projecteren wat er Vi e-l !m- Een15' Ket moe£ een aardige tijdpassering Lik t> Aon„ eerste beschrijving van de toepassing ji'ip «o».. m G t w,- de faH. neï.e?etts leverde Girolamo Cardano laat0?PasSi«niè 1 Barbaro beschreef in 1569 te Ve to' ee>l in j fi. 9 van het diafragma. Athanasius Kir- Home een publicatie verschijnen fa.schann °are caméra obscura, waarmede men 1 vfbit lIl'l65i n Waar kon nemen. Sir Harry Wot- jA. "iet een uiteenzetting over een verplaats- E°9rnfi rn,er<t obscura, die John Kepler in 1620 G> S is l, he arbeid gebruikte. fn zigh® altijd het idfe van het kamertje, 8* «t Een SQj- opsiuit om te zien, wat er buiten Ofc' \E9r n rt televisie, zonder elektronische buis h ÈpÜ' het 9 "Ij komt. De draagbare camera, de M Hn hgiv eerst in 1685 beschreven door Johann ^(jH^'den eeuw later is men toe aan het maken c- sr), .op carbonaat of zilver. Johann Hein- sir plnJf* 1 Op e n0 !n «iö^e0 naniet fixeren. Sir John Henschel vmat ld nHan!r door z'in ontdekking van de oplos- ét, ir Hi daar in 1727 o^er- Thomas Wedg- :ten °p j.^P'irj/ Davy maken in 1802 schaduw- 4^ n n°a -zilverchloride gedrenkt papier, maar p" n,et fixeren. Sir John Henschel vindt PPrtJsil, 'aPpen van hyposulfiden. PieN,e«tt 5nt6ekkingen van zijn 'ai°nt beeld verscheen, r •WW. ontwikkelde en met 1^! vet.®.r;de-. _Het patent op an image in has been eight ln een bericht van de Royal Society, ^6 HXHèiu ontdekking van de imge jaren, die er VAk! Ae»p C l"aren' een hele voor" hi t°t 8 seconden 4gereikt, dat.laat in een maar ook doe0? Vttk' laa?radatie. Dat geldt v Hf^ot lte fotogravure, ontstaan V J iiitu erpte, waardoor d|nfip<!00|r 1lVk^en, maar ook' dooreven fieê geldt vooral jte fotogravure, ontstaan k\ 9 bad n 1858 Z1jn methode nog Slip dan af de eerste nega- ■Gk"6 b épcp ontstaan. Een neef van W>eiide St. Victor, bracht in ''ti1, ito! Hint ag in eiwit op glas, i=S »n ïs!oUw,er Frederick Scott ten iat eollodium als drager. kellj?2ilveroQwa Maddox bruik- htet do "eb aten, di«. in t0e\da genoemde glaspla- 7f Va Omt h lichtgevoelig ble- A Ao „jrLdan Max Eastman, de box? met de cellulóid- C test" "druk op de knop en v. Iftj- kr»C'>th tpn Procédé's de opmerke. f vNt i?4tk°Seeriiz en. Het grootste deel 1).V»A4 kVpn. n foto's is gemaakt on 'V A W Merken met de natte A/vP V Ht L^Por.'6 moeilijkheden, voor- n s^'flden ^«efotograaf van om- 3' 1 Kuliive" vorige eeuw, naar A CT> i°to's nd in een dagblad waar- i verschijnse onze belang- kèA Va eerst!? gewoon verschijnsel K> >,KÏJl«n Plaats C ^Itira o '*lCb.«j^n"th!?ïraaf naar "de Krim, grote camera's, sta- '1 chemicaliën en een 'h lic?V Ter plaatse Immers Kevoelige laag gieten, «y blivKaan' De" Engelsman trok begin de opname maken én die ontwikkelen. In normale omstandigheden had men een kwartier de tüd, alvorens de gevoelige laag gedroogd, d.w.z. bedorven was. In de Krim echter was het heet; de kanons kogels maakten scheuren in zijn tent; stof en gruis plaagden hem voortdurend; toch kwam hü met 350 foto's terug. Be faamd is zijn foto van het ravijn, waarin de roemruchte „Charge of the Light Bri gade" zich afspeelde. Zijn en anderer oorlogsreportages von den in die dagen gretig aftrek en hebben nu nog hun documentaire waarde. Niet de oorlog alleen trok. John Thompson maakte omstreeks 1875 een fotoreportage van de armste wijken in Londen en lijkt daarmee een voorloper van een moderne stroming in de fotografie, die voor der gelijke onderwerpen een voorkeur heelt. Thompsons foto's doen, merkwaardiger wijs, voor de moderne produkten zeker niet onder, ook technisch niet. Ook de Zweed Oskar Gustav Uejlander heeft zich met dat genre bezig gehouden, al hoewel zijn fotografische werkzaamheid hoofdzakelijk elders lag- Hij heeft zich bijvoorbeeld beijverd om aan te tonen, dat de fotografie werkelijk kunst was. In die dagen voelde men de fotogra fie overigens uitdrukkelijk verwant aan de beeldende kunst. Een der spre- kendste voorbeelden daarvan levert de Engelse fotograaf Henry Peach Robin son, wiens drie werken op de tentoon stelling, zoals de catalogus zegt. sterk doen herinneren aan Jozef Israels. Ze zijn vooral verrassend door de per fectie, waarmede hij de stemming oproept middels poserende figuren, de werking van de lichtval en de zeer fraaie doortekening in de schaduwen, een gradatie waarvoor de hedendaagse fotograaf de grootste bewondering zal hebben. Portretten zijn er in grote reeksen, van de befaamde Julia- Margeret Cameron, die vele bekende persoonlijkheden gefo tografeerd heeft; van A. G. Dew Smith, d'G „slechts" amateur was, maar bij wie het opvalt, dat hij naar een natuurlijke, losse karakteristiek van de geportret teerde zocht; van Lewis Caroll, de schrij- veF van „Alice in wonderland", bekend ook als de beste kinderfotograaf van de negentiende eeuw. Landschapsfotografie was in de vorige SfVjf overigens zeer gewild. Francis i nth, die als eerste in die tijd op een formaat van 40 bij 50 werkte, heeft prachtige resultaten bereikt in het Mid den-Oosten, alhoewel het collodium soms kookte als hij het over de glas- eeds maanden geleden ontvingen de kunstcritici een bericht van de directeur 1 het Amster dams Stedelijk Museum, jhr. Sand- berg, met de boodschap, dat „La Guer nica" van Picasso op komst was en dat wij het doek te beschouwen hod den als „De Nachtwacht van de twin tigste eeuw". En zo hebben wij thans, behalve de gewone 1achtwacht, ook nog die van de twintigste eeuw onder dak verleend in de hoofdstad, en het is voor het Stedelijk Museum nu maar tc hopen, dat het volk zich met even- vel kracht een doortocht vecht naar Picasso, zoals het reeds geruime tijd zich een weg badnt naar Rembrandt. Vooral op zondag, maar eigenlijk' iedere dag is het in het Rijksmuseum haast geen houden meer. Men duwt e-, dringt en perst zich door de smalle loketten naar binnen en de suppoosten moeten in razend tempo kaartjes af snijden. Het geld wordt in grote bak ken gesmeten alsof het een drukbe- klante viszaak betreft. De inhoud van hele touringcars wordt met snelheid naar binnen gewerkt, want de reisbu reaus menen besproken plaatsen bij Saskia en Hendrik je te hebben en wee de arme oprechte genieter van schone kunsten, die assen de menigte verzeild raakt. Reeds meer dan 210.000 mensen hebben dc Rembrandt-tentoon- stelling bezocht en met een gemiddeld dagbezoek van 5500 mensen zijn alle exposities, ooit in het Rijksmuseum gehouden, ver overtroffen, zelfs de verzameling Weense Kunstschatten, waarvoor men destijds in grote rijen stond. Deze tentoonstelling met vele beroemde meesterwerken trok in 1949 in veel langere tijd totaal 260.000 men sen. Opmerkelijk echter is, dat nog steeds het grootste kwantum bezoekers door buitenlanders gevormd wordt. Detail uit La Guernica van Pablo Picasso. Hierboven een jo- tcf uit 1890 van de Strand in Lon den, hiernaast een opname uit 1871, gemaakt door een onbekende foto graaf, voorstellend de val van de co- tonne Vendöme te Parijs tijdens de commune. Óok de foto hieronder hoort in het repor tage-genre thuis. Wij hebben repro ductie van foto's ook uit de andere genres overwogen, maar dat achter wege gelaten, om dat de bijzondere kwaliteiten er van in een krantenre productie toch gro ten els teloor zouden gaan. Er is, om nog een voor beeld te noemen, bijvoorbeeld een bijzonder fraaie foto van Victor Hugo op zijn doods bed, gemaakt door Nadar, waarvan de fijne toönschake- ringen op kranten papier niet te her kennen zouden zijn. plaat goot. Eadward Muybridge heeft veel in Amerika gefotografeerd en zo de mooiste streken daarvan bekend ge maakt. Op zijn naam staan de eerste „filmstroken", fotoreeksen van bewegen de mensen en dieren, opgenomen met 12 tot 36 camera's naast elkaar, dankbaar materiaal toen voor de studie der be weging. Frappant zijn ook de foto's, die Robert MacPherson en James Anderson om streeks het midden der vorige eeuw in Rome gemaakt hebben, de eerste in hoofdzaak van de oude en nieuwe archi tectuur, de tweede van de antieke beel den. Opvallend is, dat zij zulk een uit- j. Lonri°^n Thompson in 1875 in de armste wijken aen maakte: halvestuiversijs, van stekende kijk hadden op de lichtval, waardoor de details ragfijn tot uitdruk king komen. Tussen de vele foto's in ontdekt men dan ook opeens de eerste momentopna men, die in 1856 gemaakt zijn door Gustave le Gray, twee frappante zee gezichten. Ook zijn er de eerste abstrakte foto's uit 1923-1928 van L. Mohsly- Nagy, de fotograaf, waarmede de ten- toonstellig besluit. Het geëxposeerde is afkomstig uit de collectie van Helmut en Alison Gerns- heim. Het zijn in hoofdzaak foto's, met de oude apparaten, die zij in elf jaar hebben bijeengebracht. Het is een prach tige collectie, die iedereen, die belang stelt in de geschiedenis der fotografie, de moeite waard zal vinden. Toch heeft men, ondanks de naam van de expositie, de indruk, dat bij de opstelling meer is gelet op het visuele element dan op het historisch overzichtelijke, zodat het enige inspanning kost om zich een duidelijk beeld van de samenhang te vormen. De nadruk valt daardoor op de fraaie platen, die er in groten getale zijn, des te ver- bluffender, omdat het procédé, hoewel in beginsel hetzelfde als thans, een aan merkelijk grotere technische vaardig heid vereiste dan bij de huidige perfecte camera's met gekoppelde afstand- en lichtmeters bij de huidige ultrasnelle films nodig is. (Van onze medische medewerker) u de laatste dagen het woord kin derverlamming J geregeld in de kranten 1 verschijnt en bezorgde ouders zich ongerust ma ken over de mogelijke gevaren die hun kinde- I ren kunnen bedreigen, is L het nuttig nog eens iets N\ te vertellen over deze gevreesde ziekte. nJ In Amerika maakt kin derverlamming jaar lijks vele slachtoffers, hetgeen door de, laten wij zeggen, openhartige Ame rikaanse pers niet onder stoelen of banken wordt gestoken. Vandaar, dat men daaf naarstig zoekt naar vacci natiemethoden om de ziekte te voor komen. U herinnert zich misschien nog de ophef die gemaakt is van het z.g. Salk-vaccin. In ons land komt kinderverlamming veel minder vaak voor en is het ver loop over het algemeen goedaardiger. Daarom moet de vrees voor deze ziek te, hoewel begrijpelijk, niet overdre ven worden. Kinderverlamming wordt veroor zaakt door een virus, dat nog vele ma len kleiner is dan de kleinste bacte rie. Onder een gewoon microscoop, dat „slechts" 1000 keer vergroot, is het niet te zien; wel met een elec- tronenmicroscoop, dat 100.000 en meer keer kan vergroten. Het virus komt door de mond naar binnen. Als regel merkt het kind niet veel van een besmetting; soms is het 'n paar dagen hangerig of grieperig, maar daarna is het weer de oude. Het heeft de ziekte dan (eens en voorgoed!) in een lichte graad doorgemaakt. In slechts heel enkele gevallen 'nestelt het virus zich in het ruggemerg, waar door de zenuwen, die de spieren ver zorgen, buiten bedrijf raken en ver lammingen optreden. En zelfs deze verlammingen gaan in het merendeel van de gevallen weer geheel of ge deeltelijk terug. De besmetting kan ten dele verge leken worden met die van de gewone verkoudheid, eveneens veroorzaakt door een virus. Zeer veel mensen dra gen het verkoudheidsvirus bij zich; er is een evenwicht in de verhouding gastheer (mens) parasiet (virus). In bepaalde omstandigheden kan het virus dit evenwicht verbreken en de gastheer ziek: verkouden maken. De verbreking van dit evenwicht kan ont staan door weerst^ndsvermindering van de gastheer (natte "voeten of kle ding, tocht, oververmoeidheid enz.), maar ook door een massale infectie, d.w.z. het plotseling naar binnen drin- et kinderverlammingsvirus is zo algemeen verspreid, dat iedereen ér vroeg of laat mee in -contact komt. Bijna alle Neder landse volwassenen hebben in hun jeugd kinderverlamming gehad! Daar om heeft het nauwelijks zin te pro beren een besmetting te verhoeden o.a. door scholen te sluiten); hoog stens kan men proberen een massale infectie te voorkomen, opdat het li chaam niet tegen een overmacht hoeft te vechten. Omdat vast staat, dat het virus in de ontlasting van besmette personen voorkomt, is het zaak op dit punt een zorgvuldige hygiëne te betrachten. W.C.'s goed schoonhou den (chloor is een uitstekend desin- Ondanks het feit, dat men verheugd kan zijn, dat het tegenwoordig niet al leen de voetbalwedstrijden en fietstours zijn, die de aandacht trekken; ondanks het eerlijk verlangen van velen, wat meer in contact te treden met de beel dende kunst, kan men toch niet ont kennen, dat het museum-wezen zich tot een bedrijf begint te ontwikkelen, waar bij de een op geen enkele wijze voor de ander wenst onder te doen. Een zekere rivaliteit ligt aan het geheel ten grondslag en zo is dan ook te verkla ren, dat wij een hausse aan tentoon stellingen beleven. De ene expositie is nog belangrijker en mooier dan de an dere en het tempo van gaan en komen is zó hoog, dat zelfs de critici, die toch min of meer hun beroep maken van het bezoeken van exposities, de zaak nauwelijks kunnen bijhouden. Tekenin gen van Goya in Rotterdam, tekenin gen van Rembrandt in Rotterdam, te keningen van Hokusai in Eindhoven, schilderijen van Rembrandt in Amster dam, leerlingen van Rembrandt in Lei den, moderne beeldhouwkunst in Lei den, uézanne in Den Haag, Baumeis- ter, Lehmbruck, Schwitters in Amster dam, Belgen in Kröller-Müller, Amster dam ten tijde van Rembrandt in Am sterdam, Indiaanse kunst in Amster dam en nu weer de Guernica met zes tig voorstudies en varianten en Rodins Hellepoort met veertig voorstudies en uitgewerkte beelden. En hiermede zijn alleen nog maar de allerbelangrijkste exposities genoemd Daarnaast zijn er nog de normale collecties der musea en het is geen wonder, dat ieder museum wel stunts moet bedenken om zijn expositie in gang te doen vinden, want bij honderd duizenden bezoekers worden de getal len van vier of vijf cijfers maar matig en een museum, dat helemaal niets be denkt wordt al gauw gerekend tot een futloos, suf instituut, al hangen er de meest schone zaken. Daarbij is het wel goed te signaleren, dat bij het gestegen museumbezoek er toch nog nooit zo wei nig door particulieren van kunstenaars werd aangekocht en zij moeten het dan ook geheel en al van openbare instan ties hebben. -ïïnfin zo is „La Guer nica" dan de Nachtwacht van de twin tigste eeuw, een overigens nog al pre tentieuze slogan. Pretentieus in die zin, dat aan het grote doek van Picasso compleet andere waarden ten grond slag liggen en problemen van kleur stelling, ruimtewerking en compo sitie waar Rembrandt mee geworsteld heeft komen bij La Guernica gans niet aan bod. Men zal het toch ook niet in zijn hoofd halen, het mozaïek van Kei zerin Theodora uit Ravenna de Nacht wacht van de zevende eeuw te noemen. Met dit alles is geenszins gezegd, dat La Guernica niet een ongemeen fasci nerend tafereel geeft, alleen moet men niet vanwege de expressieve kracht van dit doek Picasso tot een der heilige pro feten van de menselijkheid gaan ma ken. Kahnweiler noemt hem de men selijkste van alle mensen, de man van de diepste smart en medelijden met het lot der mensen. De grote roem, die hem ten deel is gevallen heeft hij niet gezocht, zo zegt de schrijver. Dit is beslist onjuist, want als er een man is, die constant heeft gewerkt aan zijn roem, die zelf de schepper is van een grote legende, die reeds leeft bij zijn leven, dan is het Pablo Picasso. Hoe veelvuldig zijn niet de stunts, die hij uithaalt in geïllustreerde tijdschriften, zijn gecoquetter in shorts en altijd jeug dig lichaam, zijn geteken met zaklan taarns in het donker, zijn demonstraties op filmfestivals, zijn schilderend op treden voor camera's. Bij hem verge leken zijn Bracque, Matisse, Léger en Chagall uiterst bescheiden figuren. Maar goed, dat doet er allemaal ru's" schien ook niet zoveel toe: men kan beter een schilder vereren dan een po gen van een grote hoeveelheid virus, bijvoorbeeld door hoesten of niezen van iemand in de nabijheid. Het li chaam is dan niet in staat-zo'n grote hoeveelheid parasieten in bedwang te houden en delft tijdelijk het on derspit: men wordt verkouden. De vergelijking gaat niet helemaa' op. Iemand die verkouden is geweest kan korte tijd later weer verkouden worden; er ontstaat n.l. slechts een geringe onvatbaarheid of „immuni teit", d.w.z. dat er slechts weinig antistoffen ontstaan, die bovendien na korte tijd al weer uitgewerkt zijn. Bü kinderverlamming is dit heel an ders; evenals bij pokken en mazelen treedt er een blijvende immuniteit op. Iemand die kinderverlamming heeft gehad, in hoe lichte graad ook, zal het zelden of nooit een tweede keer krij gen. fecteermiddel) en de handen goed wassen en borstelen. Daar het heel goed mogelijk is, dat vliegen, die niet gauw ergens vies van zijn, het virus helpen overbrengen, valt er iets voor te zeggen om deze insecten te bestrij den. Verder is het van belang om de weerstand van de kinderen op peil te houden. Behalve op goed voed sel, waar het meestal niet aan ont breekt, moet de nadruk vallen op rust en slaap en daar ontbreekt wel vaak het e -n en ander aan. Veel kinderen krijgen te weinig nachtrust, ofschoon nachtrust een van de voornaamste factoren is om de weerstand van een mens in stand te houden of te ver sterken. Ook inentingen en operatieve ingrepen (amandelpeilen) moeten zo veel mogelijk uitgesteld worden. St. Zondag 22 iuli: 9e zondag na Pinkste- rem eigen mis; 2 geb. H. Maria Mag- dalèna; Credo; pref. van de H. Dne- ëenheid; groen. Maandag: H. Apollinaris bisschop-mar telaar; eigen mis; 2 geb. H. Libonus; rood. Dinsdag: mis van 9e zondag na Pinkste ren' 2 geb. H. Christina; groen. Haarlem; H. Bernulphus, bisschop-be lijder; mis Statuit; 2 geb. H. Christina, wit. Woensdag: H. Jacobus, apostel, eigen mis; 2 geb. H. Christophorus; Credo; pref. van de apostelen, rood. Roer mond: H. Christophorus, martelaar; mis In virtute; Credo, rood. Donderdag: H. Anna, moeder van O. L. Vrouw; eigen mis, wit. Vrijdag: mis van 9e.zondag na Pinkste ren; 2 geb. H. Pantaleon, groen. Roermond: H. Jacobus, apostel; eigen mis; 2 geb. H. Pantaleon; Credo; pref. van de apostelen, rood. Zaterdag: mis van O. L. Vr. op zater dag; 2 geb. H.H. Nazarius en gezellen; pref. van O. L, Vr., wit. Zondag 29 juli: 10e zondag na Pinkste ren; eigen mis; 2 geb. H. Martha; Credo; pref. van de H. Drieëenheid, groen. liticus of een generaal. Zijn Guernica heeft hij geschilderd in 1937 voor de wereldtentoonstelling in Parijs in op dracht van de Republikeinse regering. Het land was toen al in de afschuwe lijke burgeroorlog gewikkeld en wij zijn in onze behoefte zwart-wit te denken, thans geneigd te menen, dat het een strijd was van Fascisme tegen Com munisme. Dat is zeker niet juist. Men sen als Hemingway en Koestier ston den ook aan de kant van de republiek evenals vele katholieken, die het ge vaar van Nazisme toen reeds inzagen. Urenlang is tijdeps die strijd een bom bardement door de z.g. Condor-divisie der Duitsers op het Baskische stadje La Guernica uitgevoerd op een weer loze burgerbevolking. Enige tijd geleden heb ik het stadje bezocht en nog steeds was het niet geheel hersteld van de slag, hoewel het regiem getracht heeft de schanddaad zo goed mogelijk uit te wissen. De bevolking bestaat uit trotse, weinig spraakzame lieden, die de her innering aan de ellende in het hart bewaren en er niet direct met de eerste de beste vreemdeling over spreken en wij, die zijn afgestompt door het aan schouwen van de puinen van Rotterdam en Nijmegen, van de vreselijke ruïnes in Engeland en Duitsland, van de foto's uit Warschau en Stalingrad, zijn niet zo snel te intimideren door een her oplevend stadje nabij San tandér. Maar in 1937 was het bombardement een slag die heel de wereld deed daveren. Picas so, zelf Spanjaard van geboorte, koos de ellende van deze moord tot thema van zijn grote stuk in Parijs. Door de aanwezigheid van de vele voorstudies kan men nauwkeurig de weg volgen, die de schilder gegaan is bij het tot stand komen van de compositie en het treffende is, dat de meeste voorstudies beter zijn dan het uiteindelijk resultaat. Zijn eerste schet sen geven reeds die neergestorte krij ger, het zieltogend paard, de weg springende Toros, symbool voor Span je, de vreemde vertrokken vrouwen- kop met de olielamp. Daarna komt er de stervende vrouw met het smar telijk vertrokken gelaat bij en het dode kind op de arm. Al deze schet sen zijn van een ongelooflijke expres sieve kracht en bij de uitwerkingen in aparte tekeningen groeit de uit drukking tot een bijtende indringing. Bij de grote compositie echter lijkt het alsof Picasso heel zijn spanning weer gaat verbrokkelen; hetgeen hij dikwijls doet in zijn uiteindelijke schil deringen. Het lijkt alsof hij zich wil bevrijden van zijn menselijke emotie om te komen tot een nieuwe opbouw in vlakken, waarin perspectief en ruimtelijkheid een gans andere wer king en functie krijgen, dan wij in de Westerse schilderkunst gewend zijn. De kleur van het stuk is uiterst so ber. Zwarten en grijzen domineren. Het Hjkt alsof de compositie Is gaan rammelen en het geheel in stukken uit elkaar valt. De felle expressivi teit van de paardekop is niet vol gehouden en de andere delen staan geheel anders in het vlak. De grote stier, zo prachtig ijl" en haast on weerstaanbaar eenzaam op de schet sen, is geworden tot een detail, dat uitgeknipt lijkt, riet is overigens een doek, dat voor tal van uitleggingen vatbaar is. In tal van boeken en pu blicaties wemelt het van diepzinnige explicaties en ieder onderdeel krijgt zijn kans op een wijze, zo dat de methode, die Hellinga volgde bij de Nachtwacht, er maar kinderwerk bi) wordt. Met dat al blijft het een boeiend doek. een zeer merkwaardig exponent van de schilderkunst van onze tijd, maar te veel misschien een stuk, dat vervaar digd werd in enkele maanden voor een wereldtentoonstelling. Het is misschien te veel een stunt geweest, maar stunten behoort nu eenmaal bij onze tijd. M. Kop van de stier, een der voorstudiet I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 7