Er schuilt een goed stuk tragiek in de ontsluiting van West-Brabant DE JAPANSE CAMER' ff a V? V 'S II s De onzichtbare getuige J&S* sN v* J DINSDAG 24 JULI 1956 m&mwrm Pensioenaanspraken met 5% verhoogd Examens O, ~~_P «mg Sb w f V4' Jaarverslag Katholieke Reclasserings- vereniging Ne N K1 KU VN VN - e: tS' Benauwenis welvaart (Van onze speciale verslaggever) Er zijn nog steeds streken in ons goede vaderland, die een eigen karakter hebben behouden. Gebieden, die decennia lang, door hun uitzonderlijke ligging, genoeg gevrijwaard waren voor de invloeden van een enerve rende en tumultueuze technische en economische ont wikkeling, dan dat zij gelijkgeschakeld werden aan een uniform totaalbeeld, waaraan de moderne wereld nu eenmaal schijnt te moeten gaan beantwoorden. Een van die gebieden is Westelijk Noord-Brabant, met name het land gelegen tussen Breda en Roosendaal, waarin idyl lische plaatsjes als Etten-Leur, Rucphen met het be faamde Et.-Willebrord), Oudenbosch, Oud- en Nieuw Gastel, Standdaarbuiten en Hoeven, zijn gelegen. Het is een mooie, (nog) rustige streek, waar de mensen vrede hebben met het teven, zoals de goede God het hun heeft geschonken. Zij zijn van een eenvoud, die nog wel eens de grondslag van de wijsheid wil zijn. En hun maat schappelijke aspiraties gaan althans gingen niet veel hoger dan strikt noodzakelijk was voor een niet al te kommervol bestaan. Men kan deze voorstelling van zaken ietwat roman tisch noemen, er op wijzende, dat het sterftecijfer in deze streek in het verleden dan toch maar hoog lag en dat er in de buurt destijds barre armoede werd gele den en dat zij geteisterd werd door de werkloosheid. Maar men zal dan ook toe moeten geven, dat het de mensen er gegeven was meer naar eigen inzicht, aan leg en aard te leven dan het geval was en is in de industriecentra, waar de „ontwikkeling" niets en nie- Er wonen in het onderhavige gebied ongeveer 44.600 mensen. Het Econo misch Technologisch Instituut voor Noord-Brabant heeft uitgerekend, dat daarvan 13.500 mensen tot de. manne lijke beroepsbevolking behoren. Re kent men ir_ de komende 15 jaar op een toename met 4500 en dat is ge rechtvaardigd dan zal men dus in 1970 aan 18000 mannen werk moeten kunnen geven. Het aantal van dege nen, die in de landbouw werkzaam zijn, kan men schatten op 3200 a 3300. Uitbreiding daarvan hoeft men niet te verwachten. Immers, steeds meer bouwgrond zal voor mdustrie-terrein geschikt moeten worden gemaakt. Want industrialisatie is het tover woord, dat aan het West-Brabantse het geluk moet brengen. En dat is dan een kwestie, die nogal wat voeten in de aard heeft. In de vooroorlogse jaren waren de bewoners voor wat de werkgelegen heid betreft aangeweze op Breda en Roosendaal. Er was in die steden ove rigens destijds ook niet al te veel „te koop". Het waren vooral seizoensbe- drijven, die er waren gevestigd. En zij kweekten een geslacht van „gelegen heidswerkers" onder de bevolking in het West-Brabantse, die trouwens uit de aard van haar aanleg en karakter toch al geneigd was (en is), om een tijdje „poot-aan" te spelen, met geen ander doel dan de rest van het jaar op meestal niet aanwezige „lauweren" te kunnen rusten. De werkloosheid was en is er in de wintermaanden groot. Men telt er dan om en d nabij 1500 tot 2500 werklozen, dat is 30 a 50 procent van de werkende bevolking. Voor de oorlog lagen die cijfers nog aanmerkelijk hoger. Op het ogenblik is de situatie zó, dat 5000 a 5500 arbeiders, buiten de landbouw om, beschikbaar zijn voor werk in de industrie. En 4800 van hen zijn afhankelijk van de plaatselijke industrie. Begin 1955 vonden er 18 a 1900 daar inderdaad werk. Maar daarna nog is de werk gelegenheid, vooral in Etten-Leur en in Rucphen, niet onaanzienlijk uit gebreid. In eerstgenoemde gemeente verrees een industrie-park, waar de „Tomado"-fabriek zich vestigde en de schoenenfabriek „Blenzo" en waar de N.V. Spaarnestad en de machi- 'nefabriek „Komaf" zich vestigen gaan. In Rucphen verrezen de dia mant-industrie van de „Nediam" en het dekkledingsbedrijf „Buighem". Met gevolg al tezamen, dat nu 23 a 2500 mensen in de plaatselijke in dustrie weTk vinden. Maar 2500 /nan blijven aangewezen op werk bui tenshuis. Zoals wij reeds uiteen hebben ge zet, gaat het hier vooral om „gele genheidswerkers". En de industrieën, die zich tot nu toe in het gebied heb ben gevestigd, zijn dan ook vooral de zulke, die het kunnen doen met onge schoolde arbeiders. De geschoolde krachten, die zij nóóit hebben, ne men zij zelf dan wel mee of zij wor den van buiten af aangetrokken. Er zitten aan die infiltratie enerzijds en die plaatselijke „emigratie" van ar beidskrachten anderzijd voor deze ty pische, lang-geïsoleerde en uiteraard hoofdzakelijk katholieke streek, ver schillende bezwaren vast, waarop wij nog nader terug komen. Wat wij vooralsnog maar willen doen uitkomen is, cat men er louter met het scheppen van werkgelegen heid in het ontwikkelingsgebied nog niet is. Wie een tocht maakt door de streek en zich verbaast (en wellicht zelfs verheugt) over de fabrieken en industrieën, die als paddenstoelen uit de grond rijzen, doet dat wel enigs zins terecht, maar hij zal er terdege rekening mee moeten ouden, dat hij te maken heeft met een duidelijk con- juctuurverschijnsel. Het welvaartsver- mand ontziend om zich heen heeft geslagen. Het kon natuurlijk niet zo blijven in het West-Bra bantse. Het is nu eenmaal niet mogelijk, dat men op de ene plek van de aarde atomen splitst en dat men op een andere gewoon doorgaat met stropen, kippenhokken bouwen en zijn vrouw beminnen alsof er niets aan de hand is. En daar is bovendien dealgemeen gestegen welvaart, die natuurlijk allerlei mooie voordelen heeft, maar die toch ook bijzonder lastige gevolgen kan heb ben in zover men er niet alleen in delen mag, maar ook in delen móet. Wij willen maar zeggen, dat, toen men het stuk West-Brabant, dat wij op het oog hebben, tot ontwik kelingsgebied verklaarde, niet bij voorbaat en zonder meer vaststond, dat zulks moest dienen ter bevordering van het levensgeluk van de mensen, die er wonen. In dustrialisatie, scheppen van werkgelegenheid, het zijn schone zaken, als men maar in het oog houdt, dat er een goed stuk tragiek schuilt in de economische ont sluiting van een gebied, waar de dikwijls redeloze en onbarmhartige economische wetten tot voor kort nog maar weinig gelding hadden. En vooral als die ont sluiting dan nog het karakter heeft van het overrom pelende, geforceerde zoals dat in het West-Brabantse kennelijk het geval is. De welvaart is er in allerlei op zichten gestegen, het zij toegegeven. Maar ook de wel vaart kan een mens lichtelijk benauwen. Dit zij voorop gesteld, nu wij u gaan vertellen, hoe het in het West- Brabantse ontwikkelingsgebied is gegaan, vooral in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. ...y„ -V.; De vooruitgang en de traditie, gesymboliseerd in de nieuwe benzinepomp en de oude stadspomp. toon is nogal bedrieglijk. De ruime, royale werkverschaffing aan onge schoolden zal niet altijd kunnen du ren. Waar moet men met hen heen als de zaak, zij het niet eens in de ergste mate, omslaat? En men kan zich die vraag des te meer stellen, omdat men algemeen aanneemt, dat het zinloos is te veronderstellen, dat men de „gele genheidswerkers", die nu 25 of 30 jaar zijn, nog ooit in „betere banen" leidt. D- problematiek is met het scheppen van werkgelegenheid bepaald niet de wereld uit. Uiteraard begrijpt men zulks in de kringen van hen, die hier leiding moe ten geven, terdege. Men werkt om nu maar in die onbarmhartige sociaal- economische termen te spreken aan de „kwaliteitsverbetering" van de be volking. Het ligt voor de hand, dat men dat doet via het onderwijs aan de jeugd. Daar is in dezj streek op dit gebied na de oorlog zo het een en an der gepresteerd. Er werden in die korte spanne tijds met name in Etten- Leur een Lager Technische School, een huishoudschool, een U.L.O.-school voor jongens en een Middelbare Meis jesschool gebouwd. In Rucphen: een Lagere Technische School, een huis houdschool, een B.L.O.-school en een Lagere School met acht klassen. Men moet echter nog maar afwachten in hoeverre en vooral wanneer dit alles zoveel effect sorteert, dat men kan spreken van een „kwaliteitsverbete ring", dusdanig, dat zij haar stempel gaat drukken op het sociaal-economi sche leven. Een ontzagwekkend probleem vormt ook de Volkshuisvesting. Laat de men sen werken, maar laat ze ook wonen. Welnu, nog in 1947 bestond 40 procent van de huizen in het onderhavige ge bied uit dwergwoningen met één of twee vertrekken. Het bestaande wo ningtekort van 1200 werd weliswaar teruggebracht tot 8 a 900, maar wil men de zaak op peil brengen, dan zal men in 1970 zeker 2850 nieuwe woningen gebouwd moeten hebben Men kan dus met recht en reden alle respect hebben voor wat bereikt is. Men kan ook veilig aannemen, dat de genen, die geToepen zijn om leiding te géven inzake de ontsluiting van het gebied weten wat er allemaal gebeurt en gebeuren moet. Maar men krijgt toch ook wel lichtelijk de indruk, dat met de snélle en, zoals gezegd, ietwat geforceerde na-oorlogse ontwikkeling allerlei problemen zijn losgeslagen, die men nauwelijks meer in de hand kan houden. De oorzaak daarvan is vooral de eigen geaardheid van de bevolking, die zonder enige voorbereiding en zonder enige „traditie" dienaangaande plotseling in contact wordt gebracht met de „grote" en nogal woelige we reld. Het zijn goede, gelovige men sen in Rucphen en in Etten-Leur en in Oud en Nieuw Gastel, maar zij zijn ook een tikkeltje goedgelovig. Vandaar dat het „pendelen", dat sinds 1952 zeer in omvang is toegeno men, zeker zijn gevaarlijke zijde heeft. Er zijn ongeveer 1230 „lange afstands werkers" in de streek; zij hebben em plooi gevonden in Rotterdam (de ha ven), Dordrecht of Zwijndrecht Men heeft er hen onder uitstekende arbeids voorwaarden vrij vervoer enz. heengelokt. Maar zij worden er in „de grote stad" geconfronteerd met sociale ideeën en opvattingen, die aanlokke lijker schijnen dan zij in werkelijk heid zijn. De infiltratie van buiten-af bewerkstelligt in omgekeerde richting hetzelfde. En daar zit men dan wel een beetje mee. Men vraagt zich af waar dat héén moet. Een burgemeester uit de streek verzekerde ons, dat ook in dit opzicht de mentaliteit van de be woners „sterker" moet worden ge maakt. Verbetering van het onderwijs dus weer. Het is alleen te hopen, dat de „kwaliteitsverbetering" van de ar beiders gelijke tred gaat houden met de snelle economische ontsluiting van het land dat zij bewonen, en nog steeds met liefde bewonen. Anders zou de tijd kunnen komen, dat men het zal moeten betreuren, dat men hun onrecht heeft gedaan, toen men hen de welvaart bracht. HERMAN HOFHUIZEN Het bestuur van de stichting Pensioen en Spaarfonds voor r.-k. Kerkelijke en Maatschappelijke Instellingen, welke stichting dezer dagen zijn eerste lus trum viert, heeft besloten alle per ul timo 1955 verworven reglementaire pen sioenaanspraken met 5 pet te verho gen. Genoemde stichting, die als bedrijfs pensioenfonds wordt beheerd en be stuurd door vertegenwoordigers van de katholieke organisaties van instellingen en van werknemers, stelt zich ten doel het verzekeren van pensioenen aan de personelen, in dienst van alle katholiek- kerkelijke en maatschappelijke instel lingen. Het aantal per ultimo 1955 er bij aangesloten instellingen bedraagt 629; het aantal verzekerde personen 5769. LEIDEN, 23 juli. Geslaagd voor het artsexamen: W. Algie te Leiden, J. M. Futoran (USA) J. J. M. Hermans te Delft, R. Kroes te Den Haag, P. H. Post- ma te Leiden en R. L. Versteegh te Den Haag. UTRECHT, 24 juli. M.O. Nederlands A: van Baaien Brakel, J. G. M. Barte- link Enschede, H. Boelema Velp, C. M. Bolle Rotterdam, G. Booy Enschede, R. K. Brouwer Rotterdam, G. P. F Bud- dingh Rotterdafti, D. Douwes Zwolle, J. L. Harzema Nijmegen, G. A. J. van Har ten Olcfenzaal, J. Th. J. Janssen, Stevens- kerk, J. H. H. Koeneman Hengelo (O.), A. H. Kuiper Dokkum. J. A. van Lam- balgen Rotterdam, K. Lassche Zuidland, mej. A. van de Leur, Utrecht, B. de Ligt Schiedam, J. M. v. d. Linden Deurne, A. J. M. J. Mettrop Santpoort, D. J. v. d. Meulen Amsterdam, W. Th. Mulder Den Haag, E. A. M. Nielen Amsterdam, G. Oostrijk Rotterdam, M. G. J. Overbeek Hoorn, G. Pleiter Amstelveen, W. A. G. Robbertz Kerkrade, L. Roosjen Utrecht. P. J. Sekreve Den Haag, J. Slofstra Leeu warden, K. Spreen Winschoten, A. S. Straathof Rijpwetering, L.L L. Stijven Amsterdam, S. Tigchelaar Den Haag, mej. Th. E. M. van Tuyl Eindhoven, P. E. L. Verkuyl Zeist, N. C. Wegbrand Amsterdam, H. J. Westerdijk Vlaardin- gen en H. Westerink Groningen. AMSTERDAM, 23 juli. Boekhouden M.O.: H. J. Bramer, Vriezenveen, R. Brouwer, Leiden, J. H. Bruins, Zeve naar, A. A. C. P. de Bont, Tilburg, J. Droog, Rotterdam, A. J. Doorenbos, Am sterdam, G. H. van Dongen, Hoensbroek, W. L. Duissen, Rotterdam. AMSTERDAM 23 juli. Engels M.O.- A: H. Groefsema. Groningen, E. Kiestra, Hijum (Fr.), P. Kroles, Leeuwarden, C. van der Meulen, Hilversum, J. L. Pru- mers, Almelo, J. Spikman, 's-Graven- hage, K. van Dalen, Krimpen a/d IJssel, P. Jansen van Galen, Oosterbeek. H. B. Laarveld, Eindhoven, W. Beulenkamp, Utrecht, P. Th. J. van der Linden, Woer den, de dames H. Hamme, Rotterdam, J. W. van Rhijn Leiden, J. Wielemaker, Katwijk aan Zee, F. M. van Geen, Haar lem, mevr. H. A. Herweyer-de Boer, Den Haag. m m *$!i! Vri, :o*.- Ntb %ti Nv*® Iedereen, die zich met de foto- ve'? toestellen uit de grafie bezighoudt, zal het zijn seFJ® n.let .a, 'rfn °®f. beri' 'O opgevallen, dat er de laatste tijd kwaliteiten he veel gesproken wordt over de Ja- klembeeld- en reflex -jj, 51 panse fotoindustrie. Dat is niet te nen we enkèle noe verwonderen. De Japanners hebben zonder aantrekkelijk zU ^t)® sinds kort een aantal camera's, ver- tmg prima resultaten j grotingskokers en andere fotografi- worpen. sche artikelen op de markt ge- De amateur, die een (K bracht, waarvan de Westerse foto- hebben, waarmee hij ver c grafengemeenschap en industrie min men dan de bezitter of meer onthutst staat te kijken. Op of bijvoorbeeld een Ag» de eerste plaats vanwege de prijzen, maar eens op de A! waarvoor de Japanners hun camera's camera's gaan letten, hy p; en lenzen weten te leveren. Deze 125 gulden (de Cosmon®C|e;< j prijzen betekenen ronduit een revo- een technisch goede r,®1 et lutie, hetgeen laten we eer- Voor 25 gulden meer 15 gp":f lijk wezen een voor de koper met halfautomatiseh even prettig als voor de Wes- wijl de hier al aardig bek v5iy terse industrie onprettig feit is. tiflex, die met een lens (v Nu weet u even goed als wij, dat sterkte 3,5 225 gulden k°\e x we als het om een fototoestel gaat, waardige halfautomatis'Vy niet op de eerste plaats naar lage wordt geboden, die all® prijzen moeten kijken. Wie dat doet kan. De sluiter werkt to* t en terzake niet deskundig is loopt geen een verschil oplev*^. het risico bedrogen uit te komen. Rolleicord, die we als jr.; Immers, u kunt beter een box van materiaal zouden kunnen twintig gulden kopen dan een indruk- .^tsferkere lens del wekkend uitziend toestelletje van t i* FnrfuS- nv een onbekende fabriek, da, een tien- «"tok F 2.8 (F is Focliy tje meer kost, maar achteraf prak- ^r^^^d^id? De duf tisch onbruikbaar blilkt te zpn. We wordt aa,'?geauia'- zeggen dit alleen maar om nog eens met klem te benadrukken, dat voor- z.chtigheid bij het kopen van een joatisch zyn met fop toestel geboden is. Deze voor- 1-500 en derhalve z'.chtigheid heeft er ook toe geleid, dat wij eerst thans iets over die Japanse camera's gaan zeggen. We mogen het als algemeen bekend ver- dt Dit is een beeld van het oude, typisch West-Brabantse dorp Etten-Leur, kern-gemeente van het ontul'^^ In het dezer dagen verschenen jaar verslag over 1955 van de Katholieke Reclasseringsvereniging wordt o.m. ge constateerd dat het meest kenmerken de van het verenigingsjaar was: Het continu verder bouwen, zowel or ganisatorisch als wat het reclasserings- werk betreft, op de nieuwe funderingen van de gewijzigde Statuten en Huishou delijk Heglement. De uitbouw en de verdieping van het eigenlijke reclasseringswerk vorderden gesiddig, zij het soms niet zonder moei lijkheden. Er was een factor, die op het totaal van het reclasseringswerk van de Vereniging en dus ook op de nazorg een remmende invloed had, n.l. de vele ambtenarenvacatures, die on danks de meest intensieve bemoeiingen van het Dagelijks Bestuur, niet spoe dig in het verslagjaar konden worden vervuld. Van hoe grote waarde de overheid de systematische vorming van de vrij willige medewerkers acht mag wel wor den afgeleid uit het feit, dat de Minister van Justitie bij circulaire van 9 no vember 1955 bekend heeft gemaakt, de kosten verbonden aan deze systemati sche vorming, zoals voor honorering van inleiders, zaalhuur en bijkomende kos ten, waaronder ook te begrijpen de reis kosten der deelnemers, met 50 procent te willen subsidiëren. Een van de grote moeilijkheden, waar mede het dagelijks bestuur in het ver slagjaar te kampen heeft gehad was de aanstelling van nieuwe ambtenaren voor openstaande plaatsen. Het aanbod van serieuze candidaten was soms. zelfs na een advertentie in de grote landelijke pers, opvallend gering. Naar de oorzaken vragend van het geringe aanbod van geschikte candidaten kan men al spoedig horen, dat de huidige hoogconjunctuur een groot personeels tekort schept, dat dit in het bijzonder in de sector van het maatschappelijk werk spreekt, waar de vraag het aan- boa zo verre overtreft, dat de scholen voor maatschappelijk werk zelfs zijn overge'gaan tot urgentiecursussen om de tekorten enigszins aan te vullen. Boven dien voert men aan, dat het bedrijfsle ven met zijn betere arbeidsvoorwaar den een wegzuigende werking heeft. Toch ligger er bi, de reclassering nog wel specifieke moeilijkheden. Het is al tijd zo geweest, dat om een goed re- classeerder te worden - en daarbij is het dan om het even of het nu gaat om een vrijwillige- of beroepsmedewer ker - zeer persoonlijke kwaliteiten aan wezig moesten zijn. De stand van het werk heeft echter meegebracht, dat de eis van ontwikke ling te stellen aan een ambtelijk me dewerker hoger is komen te liggen dan vroeger. Bovend.' wordt op prijs gesteld, wanneer een kandidaat al wat praktijk heeft en levenservaring. Het is bij her haling voorgekomen, dat sollicitanten aan al die eisen en desiderata volde den, doch dat de salarismogelijkheden, die de Vereniging had te bieden, niet in overeenstemming waren met de ver wachtingen van de sollicitant. Het mag dan ook zekei aan twijfel onderhevig zijn of de salarisschaal, zoals die door het Rijk voor het subsidie wordt ge hanteerd, nog wel beantwoordt aan het peil dat nu aan de reclasseringsambte- naar wordt aangelegd. Per 1 januari 1955 was het aantal vacatures 4, in de loop van het jaar kwamen er nog 3 te vervullen plaat sen bij. Ondanks de geschetste moeilijkheden slaagde het Dagelijks Bestuur er in, zij het voornamelijk tegen het einde van de verslagperiode, om 7 ambtenaren aan te trekken. Volledigheidshalve wordt vermeld, dat o.m. door uitbreiding op de begroting, er per 1 januari 1956 6 plaatsen moesten worden voorzien, waarvan er inmiddels 5 zijn bezet. l V V panse reflexcamera's zÖHj yaflex en de Kalloflex, aA', 1 sluit®.y een fjt vragen met de leiflex. Men vergete n'jfJ l duurste en best geoutillee1' yy ze serie, de Kalloflex, onderstellen, daUJapan voor de oor- n?etdeonbe^Uu\ddeendk°versCpM^ log vele technische snufies tegen ui- onDeaumena vey. terst lage prijs op de markt heeft met de Duitse paradep .HJ gebracht, die achteraf neb? scharen ^"^bonere" uiteerust m®' <Wr mensen zwaar op de maag ziin ko- |°®dp jP®re' ul,g t stefi i\; men liggen. Japanners bleken grote fere tèchntsche resultat®^ n meesters in het vervaardigen van tere tecnniscne resu „p* apparaten, die er heel soU le uifza- den dan vele Duits^eop y maar na verloop, van tod uit ^sedreef^xCamerk mag gen inferieur materiaal bleken te be staan." Deze wetenschap heeft ons tTV^meken, f/j nog eens extra voorzichtig gemaakt. |^d^raIs die de v*g We hebben de kat uit de boom ge- amateuri VOor wie de Pr Vil1 keken en gewacht op de reacties Roiiei£lex te hoog is, tot uit de laboratoria van grote Wes- niscbe prestaties in sta3 A terse fabrieken, die over apparatuur j t all£en de amateur. knenhi rbnn r\wi non nnrvinno nn hoon - /-*/»*,z beschikken om een camera en haar de vakman mag deze lens uiterst nauwkeurig te onder- aan zijn aandacht laten c"- 1 zoeken. Het was, toen de importeur We d;enen 0ok nog „Foka" uit Rotterdam in Nederland kleinbeeldcamera's te Zep' met een grote verscheidenheid aan wel we met opzet me«' Japans materiaal op de proppen aan de e x 6 formaten V kwam, al bekend hoe men in Amerika verband met de betere j op deze produkten had gereageerd. voor het merendeel def jfa Er was daar in een minimum van De vaklieden hebben al f tijd een ware kooprage van Japanse dat de Japanners enke'KJ - c ander materiaal weelt]es"op kfeïnbeeTd^g j/j ontstaan, die toch wel iets betekende. gema'akt, waarvan de PrJr fototoestellen en guiiiaani,, aui v [M De Westerse fabrieken hebben nu g°r hgt dan van die J fljj, blijkbaar ook ondervonden wat deze Amerikaanse apparate Japanse industrie in haar macht imitatie van Leica en Mj\ heeft. De directies waken er natuur- merken bu, doch er zo de lijk voor om zich openlijk over de „eigen produkten, °-f'a)ii(/j; grote serie toestellen en lenzen uit de een-ogige reflex j, t te spreken, maar wat er doorsijpelt Alle mogelijke hul pst u tj bewijst dat de Japanse concurrentie hoek- en teleobjectiet ,f. in geen geval ongevaarlijk genoemd verd. wordt. Het zou ons niets verwonde- U ziet, dat er uit Ja'j i\,-f ren, wanneer er binnen niet al te gerenswaardig materia^®,|t lange tijd enige prijsverschuivingen waarschuwen er echter pt kwamen. Want het grote publiek dat iedere camera, die uit j: een Japans toestel met ogenschijn- te komen, onmlddelltlf Hjk dezelfde kwaliteiten voor een be- men, dat het een goed .f j duidend lagere prijs kan kopen zal Wanneer U zich tot eedf dit onmiddellijk prefereren boven de zaak wendt, loopt U R® r l,f' gevestigde Duitse of Amerikaanse minder goed of een fabrikaten. Daar komt nog bij, dat geschikte camera aan te Het in aanbouw zijnde nieuwe bedrijf van N.V. „De Spaarnestaddat in Etten-Leur gevestigd gaat worden. door ANTHONY GILBERT in de vertaling van J. G. H. v. d. Bovenkamp Jr. llHIIIUimUUUIUIIIUlliUllilUIIIUflIiitUHIIIIIIHUtUUWi 111111111111111111111 iTUïTiü 32 „Met wie? Ja dit is Elsham 5202. Met wie Mor ris zegt u? Ja dat vermoed ik wel." „Het is voor mij," fluisterde Miss Martin. „Ik weet het zeker." Miss Manyard gaf haar met kennelijke tegenzin de hoorn. „Ben jij dat Terry?" fluisterde zij terwijl zij keek of Miss Manyard weg ging. „Spreek ik met Miss Martin?" „Ja, ja, Terry oh, ik heb me zo ongerust ge maakt. En toen ik vanmorgen dat kleine lucifer doosje ontving..." „Ik kan je niet goed verstaan," klonk het fluis terend over de lijn. „Wat hebt u ontvangen?" „Dat kleine zilveren lucifersdoosje, dat ik je ge geven heb En ik dacht natuurlijk dadelijk aan onze afspraak." „Dus het is veilig aangekomen?" „Oh Terry, het was zo handig van je om het adres te schrijven met lippenstift. Ik had het zelf nog niet gezien, maar Mr Crook „Wie is Mr Crook?" „Hij is een particulier detective en hij is ook een advocaat, geloof ik. Ik las iets over hem in de krant en toen heb ik hem een brief geschreven waarin ik hem alles heb verteld." Miss Manyard bleef in de hall tot ergernis van Miss Martin. „En wat doet die Mr Crook nu?" „Hij is naar je aan het zoeken, Terry. Ik heb hem het doosje laten zien. Waar ben je eigenlijk, Terry?" Maar zij kreeg geen antwoord. De arme Miss Martin werd vreselijk zenuwachtig en riep een paar maal achter elkaar: Terry! Terry!" Even later hoorde zij weer iets. ,,Ik was bang dat iemand me hoorde. Ik heb nog maar heel weinig tijd. Vertel me vlug alles van die Mr. Crook. En wat ik zeggen wil, u moet niets on dernemen. Dat zou levensgevaarlijk zijn voor mij en Pamela. Maar ja, als je die man alles verteld hebt of kun je hem nu misschien vertellen dat alles in orde is? Want..." „Maar je vergist je Terry. Hij heeft me duidelijk gemaakt dat Mrs Barnes heus niet onoverwinlijk is. Niemand is onoverwinlijk als men eenmaal zijn meester ontmoet. Jij en ik zijn niet tegen haar opge wassen, maar Mr Crook is dat wel. Het is een erg vreemde man om te zien, maar hij geeft je vertrou wen. Ik heb vandaag kennis met hem gemaakt bij Fullerton in Cheston er daar heb ik hem alles verteld, wat jij mij verteld hebt en ik heb beloofd, dat ik tne dadelijk met hem in verbinding zou stel len als er iets bijzonders was. En ik kan je niet zeg gen hoe blij ik was toen ik je stem hoorde. Ik heb me zo vreselijk ongerust gemaakt en..." Verder kwam zij niet. Aan de andere kant van de lijn klonk een kreet van schrik en dan een mannenstem die uitriep: „Dwaas die je bent! Wat denk je wel dat je gedaan hebt! Ik heb je gewaarschuwd...!" Vervolgens klonk een scherpe klik en Miss Mar tin hoorde niets meer, hoewel zij angstig bleef staan roepen: Terry! Terry! Zij was daar misschien geheel verslagen de gehe le avond blijven zitten, als Miss Manyard haar niet resoluut de hoorn uit de hand had genomen en te gen haar zei: „De verbinding is verbroken, Miss Martin. En kijk nu niet zo verslagen, beste mens. Men zou bijna gaan denken dat je je verstand had verloren!" Miss Martin liet zich de hoorn uit de hand ne men en vroeg dan zachtjes: „Is er geen manier om na te gaan vanwaar we werden opgebeld?" „Neen," zei liss Manyard, die genoeg had van wat zij „die nonsens" noemde. „Ik zal u een slaap middel op uw kamer brengen en dan moet u maar eens vroeg naar bed gaan." Miss Martin had haar stem terug gevonden. „Praat u nu alstublieft niet tegen mij alsof ik half ef, (f zwakzinnig ben! Er zal een dag W. inzien, dat ik gelijk had toen ik T yfo x lijke dingen gebeuren. Maar air u ^®spf niet kunnen nagaan, waar dat g fJ' kwam." 0 Ae „Dat weet ik heel zeker. En kO'^e( Miss Manyard ongedu.dig. ,,U kun- avond in de hall blijven zitten." rjeP y „Maar u begrijpt er niets van, uit. „Dat was Terry en ik weetJa je een vreselijk lot wacht, als we n' pen." En zij strekte haar hand uit „Wat wilt u doen?" ji-,\ „Een vriend opbellen." t b° j0eJ Maar Miss Manyard schudde b te |(i „Oh, neen, we hebben hier ge" u V zieke mensen te verzorgen en al~\ist in de koude hall blijft krijgt u bes 0 yJ koudheid. U gaat nee naar de s V-'l goed warm te worden." vaH,, p1'.1 Zij legde haar hand op de arni ud, i ,Maar ik ben helemaal niet pw,. j,? rt "Pk J „iviaar ik oen neiemaaj - Miss Martin. „En ik moet bes heia^at* - bellen. Dat is van het grootste K0 „U gaat naar uw bed. ,^ol'fnjji' hierheen en dan moet u fris zHrjnt0 Ael „Mijn nicht komt nierheen? n a11 aj „De directrice heeft het een t te bespreken." robd u, i/V „Waarom zeggen jullie niet aa g) j' 1 kwijt wilt? jullie zien me voor gn >eb maar jullie v.rgissen je toch z gesr>. y opbellen. Nu dadelijk. Het is e hcta' „V|d®N J den en ik zal het u dadelijk bend K dff „Ik vrees werkelijk, dat tyd ld'5 foon nodig heeft en tegen de te\ klaar is, is het tijd om te eten, JJ koel. v,elen- Nn f' „Dat eten kan me niet sch wfe pijU directrice de telefoon nodig ne alSgp het kan nooit zo belangrijk f Hier gaat het om een ntensen n y een kwestie van een paar mm

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 6