britse Lagerhuis
keurt het Cyprus-
beleid goed
en
I SMAL\
Gupa: KNEEDBAAR HOUT van Ceta Bever
Lichte muziek op
zwarte schijven
^Artsbisschop Makarios wordt
^et voor een gerecht gedaagd
LEMSTERAAK VOOR PRINSES
BEATRIX TEGEN ZEILSEIZOEN
1957 KLAAR?
Wat nu F
De verdwenen
miniatuur
^leer aandacht
voor de jeugd
Slechts nationaal geschenk als heel het
volk bijdraagt
T andheelkunde
Evenals voor
v Resoneerden
^rant mag geen
Prijsvragen van
vaderen oplossen
i
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1956
PAGINA 11
V
Protestmotie
provinciaal personeel
Mr. W. C. Wendelaar
verlaat Eerste Kamer
N,
C.? >en deelt6lifk pubifnneer het ge"
h 'figg Van nrUc van op-
LNe&iadndan Tucht d" Fede?
TV
Bossche vicaris-generaal
(Wordt vervolgd) l
U ov j Lagerhuis heeft na het
2d»* kwestie Cyprus met 308
s""emmen de politiek van de
rtn»j n aanzien van Cyprus goed-
'f«rd
door te stemmen
voor ver-
iV tot ,"ïe zitting van het Lager-
- om ol{tober. De Labour-oppositie
n^rin» Van haar wantrouwen in de
KffMitlék te doen blijken - een
^'oltt over dit punt van procedure
«%er,.?ormalige Labourminister voor
c'jtef est-betrekkingen, Philip Noel-
/'Mpk°?en<te gistermorgen het Lager-
«h CyDr over Cyprus. Hij betoogde dat
Is eVervf0ten recht hebben op autonomie
S'heel op aansluiting bij Grieken-
lalr> ri r beschuldigde de regering
Inï'Hh» 'i'urkse tegenwerking van een
I» p ber kwestie te hebben uitge
esten ls geen sprake van wettelijke
S«bn,Van Turkije op Cyprus". De
pit f., Urminister betuigde tevens zijn
A»n Yer het feit dat de regering het
l scha aanb°d van de EOKA, de Cy-
k om Verzetsorganisatie, met een eis
i'4titu, orwaardeHjke overgave heeft
Oh ifti?0r^' stelde voor dat Eden
iMepu^tiëf tot een bestand neemt en
'ISohn delingen heropent met aarts-
V 11 zu Makarios van Cyprus.
A j5'la antwoord op de argumenten
er stipte de Britse minister van
Lennox-Boyd, het strategische
erir van Cyprus voor Engeland aan
Rende, dat Turkije geen enkel
°P het eiland kan laten gelden,
JV 'go zeide hij, Griekenland even-
3. minister verklaarde dat het
PW °hikkingsrecht van de Cyprioten
erkend, maar dat de toepassing
'>oi a op het ogenblik voor Cyprus
ihogeiyk is.
bgavond hebben de leden van de
K'Shdsche maatschappij tot bevor-
Vs der tandheelkunde zich in een
v "ruk bezochte algemene vergade-
te Amsterdam uitgesproken over
Voorstel tot het aanbrengen van
Laantal wijzigingen in de tandheel-
verzorKing van ziekenfonds-
ra, berden. De voorgestelde wijzigin-
CWurfc, het resultaat zijn van een
!t?0rdiger 0verleg tussen de vertegen-
De Labourafgevaardigde Noel-Baker
verklaarde dat volgens hem uit de ge
vonden dagboeken „geen daadwerke
lijke verbinding tussen aartsbisschop
Makarios en de EOKA na 1954, het
jaar waarin de gewelddaden begonnen",
blijkt. Hij voegde hieraan toe: „Waar
om laat de minister van koloniën, in
dien hij zoveel belang hecht aan deze
dagboeken, aartsbisschp Makarios niet
voor het gerecht dagen. De Britse jus
titie berust niet op bewijzen van schuld,
die op een ministeriële persconferentie
worden afgelegd". John Hare, minister
van staat voor koloniale aangelegen
heden, verklaarde in antwoord hierop
dat het bestuur van Cyprus heeft over
wogen of aartsbisschop Makarios in
staat van beschuldiging moest worden
gesteld, doch dat het, in overeenstem
ming met de minister van koloniën,
Lennox-Boyd, tot de slotsom was ge
komen, dat dit niet in het openbare
belang zou zijn.
(Reuter - AFP)
De vereniging van provinciaal per
soneel in Noord-Holland heeft tijdens
haar gisteravond gehouden algemene
ledenvergadering met algemene stem
men een motie aangenomen, waarin
zij protesteert tegen de ingangsdatum
van 1 september voor de 6 pet loons
verhoging. De vereniging spreekt haar
voldoening weliswaar uit over deze
verhoging, maar betreurt niettemin,
dat de regering in afwijking van
het standpunt van de in de centrale
commissie van georganiseerd overleg
vertegenwoordigde ambtenarenorgani-
saties de datum van ingang heeft
gesteld op 1 september. Hierdoor zal
de uitkering over 1956 in feite 1 pet
minder bedragen dan die over 1955.
De vereniging van provinciaal perso
neel spreekt de verwachting uit, dat
de regering nader zal besluiten de in
gangsdatum alsnog te vervroegen.
In het officiële orgaan van de V.V.D.,
Vrijheid en Democratie heeft het Eerste
Kamerlid mr. W. C. Wendelaar meege
deeld, dat hij bij de verkiezing van de
nieuwe Eerste Kamer geen eventuele
herbenoeming zal aanvaarden. De heer
Wendelaar is sinds 25 augustus 1948 lid
van de Eerste Kamer.
De heer M. Leis, te Rotterdam, presi
dent-directeur van N.V. L. Smit en Co's
Internationale sleepdienst, is benoemd
tot ridder in de orde van de Nederlandse
Leeuw. Voorts zijn benoemd tot ridder
in de orde van Oranje-Nassau P. Visser,
te Dordrecht, waterstaatkundig hoofd
ambtenaar 1ste klasse bij de Rijkswater
staat en A. Maurits, bestuurder van de
gemeentelijke instelling voor maatschap
pelijke steun, te Eindhoven.
-'trig r] van de rvea. mij tot Devor-
ifSanisaK tandheelkunde en bijna alle
t n ben»8 van algemene ziekenfond-
<?ndachfen in de eerste plaats meer
hJSihg Voor de tandheelkundige ver-
m de jeugd en voorts een zo
iuNhepn?geiijke besteding van de voor
tnfonrit adige hulp beschikbare zie-
%ltreff£ejden .z°wel d<
GefrW voorlichting
C'd in s d00r een "V -
V1 en i. e rechten van de gesaneer
tsïVn gesaneerden. Daarbij zullen de
V \vn„j'an ongesaneerden verder moe-
>.;>W'rden beperkt, terwijl anderzijds
tf die blijk hebben gegeven,
Kin» stellen op een goede gebitsver.
'«56eho'ln incidentele gevallen in de ge
vr vin rl irtrtor* f o J i 1 x—j
door een meer
voor de ver
een groter onder
k, V#,l, (ÖV51U wv
Cji riJgen van een tegemoetkoming
»;- '1p enfondswege ingeval een behan-
Voorkomt die uitgebreider is of
^üjjrtgestemd op de tandheelkundige
Ni ^'gemene vergadering van de Ned.
>i .bevordering der tandheelkunde
V>. T? met de voorgestelde wyzigin-
\j®houdens enkele amendementen,
journalist in zijn blad de
Vï, fe» publiceren van een prijs-
Sr lip. door derden is uitgeschre-
a,*twoord op deze vraag is het
Vïlte geweest van een tuchtrech-
jjV'b.praak door de Raad van
r ederatie van Nederlandse
Sf^wn in een zaak, welke door
Nederlandsche Rotogravure
- ij als uitgeefster van het
«V* ?*bl»4 EVA bij deze raad aan-
18 gemaakt tegen de hoofd-
A van Het Vrije Volk te Amster-
V t
Van tucht heeft, in deze uit-
Vjidat in dit geval de waardig,
de stand der Nederlandse
zodat onder
,'jjt So°ende, de uitgeefster van het
rf0tV, biad EVA volledig in het ge-
r'd S on als zijn oordeel uitge-
K',dat in dit geva
de stand der
b is geschaad,
van artikel 5 van liet tucht-
'JÜ? V/n een ernstige waarschuwing
[Se ,r?Gn uitgesproken.
■\aet tl Beleden had de redactie
tV kit„arnesweckblad EVA een prijs-
LVehdp Scbreven, waarbij de lezers
li®? kro6en aantal weken een reeks
Kjbg iGgCn voorgelegd, welke be-
W ehis v en °P de vaderlandse ge-
tJlhV6eln deze prijsvraag had het
fibers vrk Bemaakt en het aantal
lep dan ook in de honderd-
Weekv?ent' dat de reeks vragen
N Ii^fSchno - EVA bijna ten einde
1 VrijpT,111 de Rotterdamse editie
.Vhi^antai 'k eer> publicatie, waar-
ho8ea werdnhde door "Eva" geEtel"
k? korte beantwoord. Toen dan
i. aden HoÜ. Mter enkele provin-
beurt h- methode overnamen
iV'cl uit de vVerse antwoorden op
<joren. achtte 7prij'svraaS gingen
iVj.'ijd sekl uitgeefster van
Van d6 RenJ°rn middels een
jN Hfatie var, Me van Tucht van
Slj, t6 6 kwestie ^fderlandse journa-
Vee11?1.1! Immenclpieel aan de
k N!virN?HeS', zo luidde de
|V"I Maatschanr>jj. G andsche Roto-
tXbi^traft kap --mag van dep.
e riskant h„m n' W0I"dt
(Van onze correspondent)
Over enkele maanden zal op de Am
sterdamse werf G. de Vries Lentsch
jr. te Amsterdam de kiel gelegd wor
den van De groene draeck, het zeil
schip, dat bedoeld is als nationaal ge
schenk aan prinses Beatrix nog by ge
legenheid van haar achttiende verjaar
dag. Het zal een lemsteraakjacht wor
den met een lengte van 15 meter. Ver-
moedeiyk zal het schip tegen het zeil-
seizoen 1957 de prinses kunnen worden
aangeboden, indien tenminste de nog
benodigde gelden tijdig door het comi
té Varend Nederland, dat zich tot dit
doel heeft gevormd, kunnen worden bij
eengebracht. Men kan immers slechts
van een nationaal geschenk spreken,
als alle lagen der Nederlandse bevol
king bereid hiyken er aan by te dra
gen.
Prinses Beatrix heeft altijd grote be
langstelling aan de dag gelegd voor de
scheepvaart en is een toegewijd beoefe
naarster van de zeiisport. Haar valk-
jacht De rode duivel is op de Loos-
drechtse plassen een goede bekende.
In scheepvaartkrïngen te Rotterdam
kwam men hierdoor op de gedachte de
kroonprinses by het bereiken van haar
achttiende verjaardag een zeiljacht aan
te bieden. Het bleek inderdaad een
zeer gelukkige gedachte te zijn, al
thans op te maken uit de enthousiaste
reactie van de prinses, toen zij van het
plan vernam. Zij maakte een lucht
sprong en verzekerde tot driemaal toe:
„Het is een droom". Het comité ging
hierop met des te meer Ijver aan de
slag en vond de heer A. de Boer te
Lem.ner bereid belangeloos een sierlijk
schip te ontwerpen van het type lem-
steraak, naar de keuze van de prinses.
De lemsteruak i„ een typisch Hollands
schip, dat oorspronkelijk een vissers
boot is en wordt uitgerust met zwaar
den aan de zijkanten. Het jacht heeft
weinig diepgang, zodat men er overal
in de Nederlandse wateren mee kan
zeilen. De heer De Boer is er in ge
slaagd een zeer aantrekkelijk model op
papier te brengen. Het comité had 15
meter als maximumlengte gesteld om
het óchip goed manoeuvreerbaar en
overzichtel.k te houden, en binnen de
ze grens is het mogelyk gebleken de
lemsteraak tot eei bijzonder comforta
bel en prettig handelbaar jacht te ma
ken. In de cockpit zal ruimte zö'n voor
acht personen en de salon wordt o.a.
uitgerust met een sofa, een tafel, drie
armstoelen, een buffetbar en een gas
haardje. Er zijn twee hutten ontwor
pen. Voorts komt er een schippersver-
blüf, want de bediening van het jacht
maakt de aanwezigheid van twee ster
ke mannen noodzakeiyk. Daarnaast
blijft er voor de prinses en haar gas
ten echter nog voldoende werk over om
alle genietingen van de zeiisport te on
dergaan. Er is natuurlijk ook een mo
tor aan boord, een scheepsdieselmotor
van 65 pk.
Prinses Beatrix heeft De groene
draeck al haar moederschip ge
noemd, waarmee zij bij voorkeur op
het water wil kamperen. „Als ik def
tig wil varen, vraag ik de Piet Hein
van vader en moeder te leen" heeft
zp gezegd, „en als ik wedstrijd wil
varen, neem ik De rode duivel." De
Piet Hein, het jacht van de konink
lijke familie, is ook gebouwd door de
rederij G. de Vries Lentsch jr.
Op gironummer 1818 ten name van het
comité Varend Nederland in Amsterdam
kunnen bijdragen worden gestort. De gel
den zyn nu voor ongeveer één kwart bij
een. Ook giften in natura, dus in de vorm
van uitrustingsonderdelen voor het
jacht, zyn welkom, maar indien men
tot zulk een geschenk besluit, is tevo
ren overleg met het comité (Nieuwe-
zijds Voorburgwal 164) wel wenseiyk.
Het ligt in de bedoeling de namen van
alle gev ers in een album op te nemen
en dit tezamen met het zeiljacht de
prinses aan te bieden.
pilllllllllllltllllllll!l!lll!llll!!ll!IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI|
ülllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllin
e mode houdt van pikante te-
genstellingen. Onder de heel
wijde tentmantel van Balmain in een
voyante Schotse ruit en met afstaan
de donkergrijze persianer kraag bij
voorbeeld dit heel smalle jurkje van
hlanguin. liet is van jersey in de
tedere nieuwe lint voor deze winter
het zachte violet. Het is doodeenvou
dig van model en vindt al zijn gra
tie in de kunstige kruisbanden mid
denvoor. Man is altijd geneigd violet
een beetje een oude-dames-kleur te
vinden. I en onrechte. In alle Parij-
se collecties is de kleur er, ook voor
tailleurs en de jonge mannequins
zien er zeer romantisch in uit.
Pakistan Soehrawardy heeft gis
teren een regering gevormd, waarin
hij zelf een groot aantal portefeuilles
beheert. Hij is minister van defensie,
aangelegenheden betreffende Kasjmir
en staten en grensgebieden, van econo
mische zaken, onderwijs, gezondheid,
justitie en vluchtelingen en rehabilita
tie. (Reuter)
Dit is het ontwerp voor „De Groene Draeck", de Lemster-aak, die H. K. H.
prinses Beatrix ter gelegenheid van haar 18de verjaardag kreeg aangeboden.
De heer A. de Boer uit Lemmer, een bekende ontwerper van Lemster-aken,
heeft het lijnen- en tuigplan ontworpen.
Advertentie
VOOR DUIZEND
EN ÉÉN
DOELEINDEN
Op de 92ste dag van de
kabinetsformatie vraagt
men zich in politieke krin
gen in Den Haag maar weer
eens af „Wat nu?" Men
vraagt zich tevens af hoe
lang men zich dat nog zal
afvragen.
Inmiddels is op het ogen
blik het enige duidelijke
in de nogal verwarde situatie, dat er
een nieuwe in (formateur) moet ko
men. Aangezien het aantal vaderland
se professoren, dat voor die taak in
aanmerking komt, nu wel is uitgeput,
wordt verwacht, dat men het nu ge-
xoeglijk onder de meesters in de Rech
ten kan gaan zoeken. Alhoewel men
zich daarbij niet verheelt, dat onder
hen een zekere politieke najaarsmoe
heid valt waar te nemen.
Uiteraard ziet men de toekomst, zo
wel als het verleden met zorg tege
moet. Vooral nu gebleken is, dat de
schare van vaderlanders, die een hun
aangeboden ministerschap wegens
ziekte, ouderdom, dood of nog andere
redenen moeten weigeren, gestadig
groeit. Terwijl aan de andere kant de
kans niet mag worden uitgesloten, dat
straks ons land meer mislukte (in)-
formateurs dan inwoners telt.
Allerlei gissingen worden ook ge
maakt omtrent het karakter van het
nu te vormen kabinet. Nu achtereen
volgens o.a. de brede, de niet zo brede,
de smalle, de uiterst smalle, de extra
parlementaire en de extra extra-par
lementaire basis vooralsnog geen le
vensvatbaarheid bleken te hebben,
vraagt men zich af of nu niet de tijd
is gekomen voor een kabinet op basis
van al deze bases tegelijk. Ook wordt
met de mogelijkheid rekening gehou
den van een kabinet met 150 porte
feuilles. Als zodanig zou dan, zo rede
neert men, gemakkelijk de uit te brei
den Tweede Kamer kunnen worden
benoemd. De invloed van alle Neder
landse kiezers op het regeringsbeleid
zou dan voldoende gewaarborgd zijn.
De /icaris-generaal van de bisschop
van Den Bosch, mgr. M. Oomens, is
van 17 tot 30 september afwezig.
door ERICH KASTNER
Vertaling van JOHAN VAN DER WOUDE
20
„En de mijnheer, die uit het venster keek, had
een vuurrode neus?" vermoedde Struve. „Klopt het?"
Juffrouw Trubner stond perplex.
„En of!" riep Papa Kulz. „Een kanjer! Maar
ook een heel aardige man. Hij gaat naar Warne-
munde om zijn vrouw en beide kinderen op te
zoeken."
„Die lieve kleintjes." Rudi Struve lachte.
„Dat is merkwaardig," constateerde Kulz. „De
vent, die ons met de douane-controle er in heeft
laten lopen, zei precies hetzelfde."
„De onmiskenbare familiezin van roodneuzige
mannen schijnt op deze reis niet geheel au sérieux
genomen te worden. En nu nog een kleine vraag,
beste mijnheer Kulz."
„Gaat uw gang."
„De reizigers uit uw coupé kennen elkaar natuur
lijk niet?"
„Wat denkt u! Het is een echt, bont by elkaar
gekomen stelletje mensen. Maar zoals gezegd, zij
zijn allemaal alleraardigst! En zo hartelijk! Daar
straks wilde ik mijn sigarenkoker uit mijn koffer
halen. Gelooft u dat ze het toelieten? Geen kwestie
van! Als op commando boden ze mij allemaal si
garen en sigaretten aan. Ik werd bijna belegerd
door kokers en sigarettendoosjes! Het was aandoen-
ïyk!"
Rudi Struve kon zyn ernst niet langer bewaren.
Hij lachte zijn hel, prikkelend, vergenoegd school
jongenslachje.
Papa Kulz was ontdaan. „Wat is er te lachen?
Omdat wildvreemde mensen hoffelijk en voorkomend
zijn? Dat is niet netjes van u, jongeman."
„Neen," antwoordde Struve. „Netjes is het niet,
maar verstandig."
Hp was weer ernstig geworden. „Beste juffrouw,
ik houd het voor absoluut noodzakelijk, mijnheer
Kulz op de hoogte te brengen. Wie weet, wat er
anders nog allemaal gebeurt."
Irene Trubner knikte onmerkbaar met het hoofd.
„Mijn beste mijnheer Kulz,' zei Struve, „ik moet
u een geschiedenis vertellen, die u nog niet kent."
„Steek van wal!"
„Dus er was een man, die hoogst fatsoenlek
was en daarom alle mensen voor precies zo fatsoen
lijk hield."
„Er was eens?" vroeg Kulz. „Dat klinkt als een
sprookje!"
„Het is er ook een," antwoordde de jonge man
vriendelijk. „De goede man, van wie hier sprake
is, kwam op een dag in een vreemde stad in een
vreemd hotel en leerde daar een schone prinses ken
nen, die hem om hulp vroeg. Omdat hij een beste
kerel was, bleek hij hiertoe direct bereid. De schone
prinses werd door een roversbende achtervolgd, die
het op een kostbaar sieraad had voorzien, dat zij
bezat. Enkele rovers sloegen uit de verte het gesprek
gade tussen haar en de goede man. Zij dachten er
het hunne van en besloten met hem bevriend te
worden. Om die reden sprak een der rovers hem
aan. Een mens, die zich door bijzondere doorzichtige
en omhooggeschoven oren kenmerkte. De goede man
dacht dat de ander eveneens een goed mens was.
Maar toen de echte goede man met de achtervolgde
prinses het hotel verliet, ging de schooier met twee
van zijn kompanen achter hen aan. Interesseert u
het sprookje?"
„Zeker, zeker," zei mijnheer Kulz. „Voor schone
prinsessen heb ik altijd al een zwak gehad."
„Verder dus. Toen de goede man van de prinses
afscheid genomen haa, besloot de kleine kerel de
ander dronken te maken, want de rovers hoopten
de plannen van de prinses te weten te komen. De
kerel met de verschoven oren kwam dus de goede
man toevallig tegen. En zij wandelden met z'n
tweeën de herberg binnen. Nu bleek echter, dat
de goede man meer verdragen kon dan de kleine
schoft. En zo geschiedde het, dat de trouwhartige,
brave man de rover in diens woning afleverde. De
hospita was er niet, omdat deze woning
helemaal geen hospita bezat, maar een ro
vershol was. De heer met de witte baard
en de donkere bril, die de deur opende,
was de roverhoofdman. En in alle kamers hadden
zijn ondergeschikten zich verborgen de brave
man leverde de dronken rover af en ging naar huis.
Dat hy er gezond en levend van afkwam, had ener
zijds als oorzaak, dat de bende hem nog nodig had
en anaerzjjds, dat zulke goede mannen in sprookjes
zeer invloedrijke beschermengelen hebben."
Papa Kulz zat stom in zyn stoel. Zijn mond stond
tamelijk ver open, en de grijze, ruige snor trilde.
„De dag daarop," verhaalde Struve, „gaf de
schone prinses het sieraad, dat de roversbende Wil
de stelen, aan de brave man. Enkele rovers zagen
dit. Kort daarna dook de dief op, die zulke zeldza
me oren had en zij zochten een geschikte coupé.
Natuurlijk gingen zü niet in de coupé zitten waar
de goede man in wilde, maar in die waaruit een
man met een rode neus keek. Dat was geen wonder.
Want die man met de rode neus behoorde tot de
zelfde bende als de dief met de verschoven oren.
En niet alleen deze twee behoorden daartoe, maar
alle mannen, die in de coupé zaten en deden, alsof
zy elkander niet kenden."
„Dat mag u niet zeggen!" Mijnheer Kulz fluister
de het slechts. Maar toen de ander hem geruime
tijd vriendelijk en medelijdend aankeek, liet hij het
hoofd zinken, als schaamde hij zich voor die mensen.
De jonge man ging verder met zijn sprookje.
„Ze hadden een plan gemaakt. Dat plan was niet
slecht. Want het was op een stevig fundament ge
bouwd. Op de lichtgelovigheid van de brave man.
Een van de bende verscheen als douane-ambtenaar.
Hij opende de bagage en stal op die manier het
sieraad uit de koffer, zonder dat de goede man arg
waan kreeg. Eerst toen hij, omdat hij honger had,
de coupé verliet, werden zij onrustig. Het sieraad
hadden zij wel is waar, maar als de brave man nu,
terwijl zij er niet bij waren, de koffer opende en
de diefstal bemerkte? Zij waren, zoals alle men
sen van hun slag, op alles voorbereid. Roof en
moord zö'n nauw aan elkaar verwant. Maar de
brave man keerde terug en was even vriendelijk
voor hen als voorheen. Dus kon hij er nog niets van
weten. Maar toen hy opstond en uit zijn koffer siga
ren wilde halen toen schrokken zij geweldig. Hij
mocht de koffer in geen geval openen! Daarom
haastten zij zich allen om de man sigaren en siga
retten aan te bieden. En hij was, omdat hij een
brave man was, door zoveel hartelijkheid tot tranen
toe geroerd." Mynheer Struve pauseerde.
Philips heeft dezer dagen onder de titel „Ritmos Argentinas"
een bijzonder fraaie langspeelplaat met tango's uitgebracht
(B 07081L), waaraan een exquise gezelschap Zuidamerikaanse
dansorkesten hun wel-luidende medewerking hebben verleend. Het
zijn de „tipica orchestras" van José Sala, Juan Sanchez Gorio en Hector
Varela, waaraan de even uitstekende stemmen zijn toegevoegd van
Argentina Ledesma, Luis Mendoza en Rodolfo Lezica. Zij wisselen met
hun gevoelvolle, van zuidelijk temperament doortrokken zang het in
strumentale repertoire af van piekfijn uitgevoerde tango's; Argentijnse
dansen in de langzame driekwartsmaat tegen de achtergrond van het
wisselend-snelle ritme. Violen, guitaren en accordeons zijn daarbij de
voornaamste melodie-instrumenten, die, bezield door vakbekwame
musici, vurig-feestelijke klanken laten horen, zwevend en dansend en
springend tot schilderachtige muziekjes, doordesemd van romantiek
en doortinteid van levenslust. Opmerkelijk bij deze tango-plaat is de
strak aangezette ritmiek, door de ritme-instrumenten uiteraard, maar
ook bij de melodievoering. Een plaat, welke zich derhalve uitstekend
als dansplaat leent. Alleen naar de muziek te luisteren is intussen
evenzeer een genoegen. De tango's heten: La Comparsita, Estas Lloran-
do, Don Juan, Taquito Militair, Un Remordimiento, Retintin, Adios
Muchachos, Castanuelas, El Espiante, Como Tu Carino, El Quinielero en
Ahi Va El Dulce. Weergave van de plaat is van uitnemende kwaliteit.
Een sympathieke, gevarieerde
dansplaat is de Philips lang-
speler P 10173 K, die „Abends
in der kleinen Bar" werd gedoopt,
maar met evenveel genoegen tijdens
een intiem feestavondje thuis zal
worden gedraaid. Het plezierige van
deze plaat is de steeds wisselende
klankkleur van de verscheidene or
kesten en ensembles, die via deze
langspeler optreden. Het zijn het
Hotclia mondharmonica Trio, het or
kest van Jos Baselli, het salonor
kest van Jan Corduwener^ de Drie
Jacksons met ritmische begeleiding,
het Deense orkest van Svend As-
mussen, Johnny Meyer met zijn ac
cordeon, het Trio Walter Pons en
Tom Erich, onze vaderlandse pia
nist. Men krijgt waarachtig waar
voor zijn geld. De uitvoering van
deze 40-minuten-dansmuziek is goed
tot uitstekend te noemen. Het reper
toire ligt in het populaire vlak, doch
kreeg een zeer beschaafde vertolking.
Van een luchtiger genre is de in
houd van de Philips LP 33
toeren P 13004 R maar deze
plaat heet dan ook „Wy vieren
feest". Daar komen dan aan te pas
de Bietenbouwers o.l.v. Boer Biet
met zang van de vrolijke feestgan
gers, de Drie Jacksons met ritmi
sche begeleiding, Max van Praag met
het orkest van Jan Gorissen en het
draaiorgel „De Arabier". Welnu, al
lemaal de feestneus op en arm in
arm gestoken en daar gaan we dan:
Naar de Zaan, bij voorbeeld, naar
de sluizen van IJmuider. of naar
Heidelberg, om er het hart te ver
liezen. Verder zijn er dan nog de
appeltjes van oranje, de mooie tul
pen en hyacinthen, de lieve zwart
kop en sientje-la-me-los. Plaatje voor
de liefhebbers op bijzondere gelegen
heden met „Zou je nog wel een bor
reltje lusten?"
Een interessant plaatje voor jazz-
studenten is het 45 toeren Deo-
ca-schijfje OE 9152, dat vier
nummers Chicago-jazz laat horen, uit
gevoerd in 1939 door „Eddie Con
don and his Chicagoans". De „com
posities" heten „Nobody's sweet
heart, Friars Point shiffle, There'll
be some changes made en Some
day sweetheart." Hot jazz, heet van
de naald met vrij baan voor compac
te en dynamische solo's, gestuwc
door een krachtige, vaak fr-ve rit
miek. Niet alle soli worden even be
heerst gespeeld.
Van een heel eigen sfeer is hel
meerstemmige timbre var.
„De Chico's", die zich met
een viertal wildwestliedjes laten ho
ren op het 45 toeren Philipsplaatje
422082 PE. De melancholieke lied
jes zijn wel eens wat te gul met een
sentimenteel sausje overgoten, maar
daar tegenover staat dan een pret
tige pittigheid, wanneer des Cow
boy's vurig gemoed wordt blootge
legd. Dit zijn dan de songs: De oude
saloon, Hey mr. Banjo Comboy le
gende en de Cowboy polka Het
eigen instrumentarium van de Cbi-
co's wordt op illustratieve wijze aan
gevuld door de orkestbegeleiding
van Tom Erich.
Engeland telde rond dê eeuwwis
seling niet minder dan 20.000
fanfarekorpsen. Tengevolge
van film, radio en televisie zijn er
op het ogenblik nog maar nauwe
lijks drieduizend, maar die zijn dan
over het algemeen van uitstekende
kwaliteit. Via de 33 toeren Decca-
plaat L F1262 kan men in een uit
gezocht programma voor fanfaremu
ziek maar liefst drie korpsen tegelijk
horen. Het zijn de brass-bands" van
Foden's Motor Works, Fairey Avia
tion en Morris Motors, drie eminen
te Britse fabrieken, het geheel
onder leiding van de zoon van een
van Engelands brassbands-pioniers,
de heer Harry Mortimer O.B.E. Een
niet alledaagse plaat met stralende
fantaremuziek, waarbij de kopersec
ties en met name de cornetsoiisten
vaak met een afgewogen muzikaal
gevoel, begeesterd en met liefde, van
zich afblazen. Er wordt onder strak
ke directie van Mortimer accuraat
samenspel geleverd maar vooral ook
het plezier, dat deze amateurs in
hun musiceren hebben, tekent de
keurige uitvoering. Het programma
luidt: Fanfare (Yorke), De Grand
March „Queen of Sheba" (Gounod),
de Spaanse zigeunerdans (Marqui-
na), die wel een vuriger accent had
mogen hebben, Bugler's Holiday
(Anderson) met een magnifiek cor
nettrio, The Mill in the dale (Cope)
met zang, het Cornet Carillon van
Binge, het nummer Madeion van Al-
lier en tenslotte het sfeervol vertolk
te „Night-fall in camp" naar een ar
rangement van Pope. Een plaat, die
mag worden aanbevolen.
Indiaanse fluitmuziek vormt een
extra folkloristisch tintje aan de
muzikale omlijsting van de war
me en gloedvolle zang van het Trio
Los Paraguayos op het 45 toeren
Philipsplaatje 421014 PE, maar
naast die karakteristieke zang van
het Trio blijft toch de virtuoze be
speling van de snaarinstrumenten
en met name van de harp, de meest
boeiende belevenis. Het repertoire
op dit plaatje: Bajo el cielo del Pa
raguay, Madrecita, Mis noches sin
ti en Alma vibrante.
Vier van de jongste „hits" zijn
door Philips weer samenge
voegd op een 45 toeren „Big
Four"-plaatje (429189 BE): „What
ever will be, will be", een liedje
met een „diepzinnig" tekstje, char
mant gezongen door Doris Day:
Frankie Laine, die krachtig en kor
daat „Ticky Ticky Tick" vertolkt;
de The John Sisters in het goedge-
zongen en oergezellige liedje „Hotta
Chocolotta", waarbij op een origine
le wjjze met lettergreepjes wordt ge
goocheld en tenslotte het nummer
„Give me a carriage and eight
white horses", by een galopperend
muziekje vertolkt door de prettige
stem van Guy Mitchell. Een gezel
lig zangplaatje.
De zanger Jaak de Voght neemt
het smeuige Vlaamse taaltje
voor zijn rekening in twee
cabaretliedjes „De Vogelemarkt"
en „De Kaspische Zee" vastge
legd op de 78 toerenplaat E 00101,
merk Ronnex. Daar komen dan ook
nog de „Mezenvangers" by te pas,
alsook een orkest, waarvan de ac
cordeonist de :erste partij speelt.
Een voor speciale liefhebbers
genoeglijk, ofschoon niet gemakke
lijk verstaanbaar plaatje voor by-
zondere gelegenheden.
Van jam-sessions onder aanvoe
ring van Buck Clayton, die
pi-ats hadden in 1954 en 1955,
zijn een viertal nummers opgenomen
op een zojuist verschenen langspeler
met Philips-label (B 07106 L), een
en ander onder de titel „Jumpin" at
the w'oodside." Aan deze sessions
leverden verscheidene jazzmusi
ci-van-naam hun solistisch aandeel.
Wij noemen o.a. Coleman Hawkins,
Ficky Harris, Buddy Tate en Milt
Hinton. Buck Clayton behoort tot de
school van de swing-musici, maar
hij is van deze jazz-stijl de trompet
tist met de zachte, milde toon en
wordt derhalve aangemerkt als een
van de voorlopers van de cool-jazz.
Het nummer „Blue and sentimen
tal" een van de vier op deze
plaat is byzonder sfeervol van
deze „cool" doortrokken. De „swing"
komt in de drie andere nummers
„Rock-a-bye Basie", „Jumpin" at
the woodside" en „Broadway" ster
ker tot uitdrukking. Levert de ritme
sectie by deze sessions uitstekend
werk, de aandacht wordt toch voor
eerst geboeid door de melodievoe
ring met al haar solistische varia
ties en improvisaties. Virtuoze in-
strumentbeheersing gaat dan niet
zelden gepaard met de schepping
van smaakvolle melodieën, die al
dan niet een extra reliëflyn geven
door suggestieve intonaties. De tap-
danser Jack Ackerman verdient om
zijn knap ritmisch voetenwerk extra
vermelding.
Eenstemmige, maar pittige en
prettig in het gehoor liggen
de zang in de stijl van The-
Four-Aces-en-Lads presenteren op
het 78 toeren Deccaplaatje M 3398
„The Johnston Brothers", begeleid
door een uitstekend dansmuziekje
van het orkest van Roland Shaw. Het
eerste nummer „The Street Musi
cian" is de Engelse versie van „Le
Piano du Pauvre", het tweede num
mer heet „How little we know" en
krijgt van de kopersectie van Ro
lands orkest een smaakvolle achter
grond. Beschaafde dansplaat.
Een accordeonist, die weg weet
met zijn instrument, levert het
leeuwenaandeel op de Victory-
plaat 11073 (78 toeren) in de twee
vlotte foxtrot-dansnummers „La
Cueilette du Coton" (frisse melodie)
en „Donne ton coeur", uitgevoerd
door het Musetteorkest van Oscar
Denayer. De muziekjes zitten stevig
en tegelijkertijd soepel in elkaar.
Pittig dansplaatje.
Teddy en Henk Scholten zingen
van „Rijst met kerry" en van
„Tikke tikke tak" op het 78
toeren plaatje van Polydor nr 49873
A. Het eerste nummer heeft de mu
ziek en het ritme van een Cura-
gaose wals, het tweede nummer is
een bolero-mambo. Het orkest, de
„Zapacaras" o.l.v. Lex Vervuurt
speelt de grappige versieringen in
de arrangementen op aantrekkelijke
wijze uit. In „Rijst met kerry" is
de tweestemmigheid minder goed ge
slaagd als in het tweede nummer.
Dat Teddy een bijzonder innemen
de stem heeft, wist u vermoedelijk
BUCK CLAYTON
Frank Chacksfields orkest speelt
met zwier en gratie maanlicht-
muziek. Vier serenades, die
verpakt zyn in speelse, luchtige ar
rangementen maar intussen een poë
tische atmosfeer scheppen, gegar
neerd met vleugjes zoete romantiek.
Een plaatsje voor teerbesnaarde zie
len, ofschoon de nuchtere zielen zo'n
muziekje bij tijd en wijle eveneens
wel zullen weten te appreciëren. De
serenades heten: Santa Lucia, Sere
nade in the night, The echo told me
a lie en Catari catari en zijn ge
groefd in het 45 toeren Deccaplaat
je DFE 6257. FRÉDÉRIC