britse Lagerhuis keurt het Cyprus- beleid goed en I SMAL\ Gupa: KNEEDBAAR HOUT van Ceta Bever Lichte muziek op zwarte schijven ^Artsbisschop Makarios wordt ^et voor een gerecht gedaagd LEMSTERAAK VOOR PRINSES BEATRIX TEGEN ZEILSEIZOEN 1957 KLAAR? Wat nu F De verdwenen miniatuur ^leer aandacht voor de jeugd Slechts nationaal geschenk als heel het volk bijdraagt T andheelkunde Evenals voor v Resoneerden ^rant mag geen Prijsvragen van vaderen oplossen i ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1956 PAGINA 11 V Protestmotie provinciaal personeel Mr. W. C. Wendelaar verlaat Eerste Kamer N, C.? >en deelt6lifk pubifnneer het ge" h 'figg Van nrUc van op- LNe&iadndan Tucht d" Fede? TV Bossche vicaris-generaal (Wordt vervolgd) l U ov j Lagerhuis heeft na het 2d»* kwestie Cyprus met 308 s""emmen de politiek van de rtn»j n aanzien van Cyprus goed- 'f«rd door te stemmen voor ver- iV tot ,"ïe zitting van het Lager- - om ol{tober. De Labour-oppositie n^rin» Van haar wantrouwen in de KffMitlék te doen blijken - een ^'oltt over dit punt van procedure «%er,.?ormalige Labourminister voor c'jtef est-betrekkingen, Philip Noel- /'Mpk°?en<te gistermorgen het Lager- «h CyDr over Cyprus. Hij betoogde dat Is eVervf0ten recht hebben op autonomie S'heel op aansluiting bij Grieken- lalr> ri r beschuldigde de regering Inï'Hh» 'i'urkse tegenwerking van een I» p ber kwestie te hebben uitge esten ls geen sprake van wettelijke S«bn,Van Turkije op Cyprus". De pit f., Urminister betuigde tevens zijn A»n Yer het feit dat de regering het l scha aanb°d van de EOKA, de Cy- k om Verzetsorganisatie, met een eis i'4titu, orwaardeHjke overgave heeft Oh ifti?0r^' stelde voor dat Eden iMepu^tiëf tot een bestand neemt en 'ISohn delingen heropent met aarts- V 11 zu Makarios van Cyprus. A j5'la antwoord op de argumenten er stipte de Britse minister van Lennox-Boyd, het strategische erir van Cyprus voor Engeland aan Rende, dat Turkije geen enkel °P het eiland kan laten gelden, JV 'go zeide hij, Griekenland even- 3. minister verklaarde dat het PW °hikkingsrecht van de Cyprioten erkend, maar dat de toepassing '>oi a op het ogenblik voor Cyprus ihogeiyk is. bgavond hebben de leden van de K'Shdsche maatschappij tot bevor- Vs der tandheelkunde zich in een v "ruk bezochte algemene vergade- te Amsterdam uitgesproken over Voorstel tot het aanbrengen van Laantal wijzigingen in de tandheel- verzorKing van ziekenfonds- ra, berden. De voorgestelde wijzigin- CWurfc, het resultaat zijn van een !t?0rdiger 0verleg tussen de vertegen- De Labourafgevaardigde Noel-Baker verklaarde dat volgens hem uit de ge vonden dagboeken „geen daadwerke lijke verbinding tussen aartsbisschop Makarios en de EOKA na 1954, het jaar waarin de gewelddaden begonnen", blijkt. Hij voegde hieraan toe: „Waar om laat de minister van koloniën, in dien hij zoveel belang hecht aan deze dagboeken, aartsbisschp Makarios niet voor het gerecht dagen. De Britse jus titie berust niet op bewijzen van schuld, die op een ministeriële persconferentie worden afgelegd". John Hare, minister van staat voor koloniale aangelegen heden, verklaarde in antwoord hierop dat het bestuur van Cyprus heeft over wogen of aartsbisschop Makarios in staat van beschuldiging moest worden gesteld, doch dat het, in overeenstem ming met de minister van koloniën, Lennox-Boyd, tot de slotsom was ge komen, dat dit niet in het openbare belang zou zijn. (Reuter - AFP) De vereniging van provinciaal per soneel in Noord-Holland heeft tijdens haar gisteravond gehouden algemene ledenvergadering met algemene stem men een motie aangenomen, waarin zij protesteert tegen de ingangsdatum van 1 september voor de 6 pet loons verhoging. De vereniging spreekt haar voldoening weliswaar uit over deze verhoging, maar betreurt niettemin, dat de regering in afwijking van het standpunt van de in de centrale commissie van georganiseerd overleg vertegenwoordigde ambtenarenorgani- saties de datum van ingang heeft gesteld op 1 september. Hierdoor zal de uitkering over 1956 in feite 1 pet minder bedragen dan die over 1955. De vereniging van provinciaal perso neel spreekt de verwachting uit, dat de regering nader zal besluiten de in gangsdatum alsnog te vervroegen. In het officiële orgaan van de V.V.D., Vrijheid en Democratie heeft het Eerste Kamerlid mr. W. C. Wendelaar meege deeld, dat hij bij de verkiezing van de nieuwe Eerste Kamer geen eventuele herbenoeming zal aanvaarden. De heer Wendelaar is sinds 25 augustus 1948 lid van de Eerste Kamer. De heer M. Leis, te Rotterdam, presi dent-directeur van N.V. L. Smit en Co's Internationale sleepdienst, is benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Voorts zijn benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau P. Visser, te Dordrecht, waterstaatkundig hoofd ambtenaar 1ste klasse bij de Rijkswater staat en A. Maurits, bestuurder van de gemeentelijke instelling voor maatschap pelijke steun, te Eindhoven. -'trig r] van de rvea. mij tot Devor- ifSanisaK tandheelkunde en bijna alle t n ben»8 van algemene ziekenfond- <?ndachfen in de eerste plaats meer hJSihg Voor de tandheelkundige ver- m de jeugd en voorts een zo iuNhepn?geiijke besteding van de voor tnfonrit adige hulp beschikbare zie- %ltreff£ejden .z°wel d< GefrW voorlichting C'd in s d00r een "V - V1 en i. e rechten van de gesaneer tsïVn gesaneerden. Daarbij zullen de V \vn„j'an ongesaneerden verder moe- >.;>W'rden beperkt, terwijl anderzijds tf die blijk hebben gegeven, Kin» stellen op een goede gebitsver. '«56eho'ln incidentele gevallen in de ge vr vin rl irtrtor* f o J i 1 x—j door een meer voor de ver een groter onder k, V#,l, (ÖV51U wv Cji riJgen van een tegemoetkoming »;- '1p enfondswege ingeval een behan- Voorkomt die uitgebreider is of ^üjjrtgestemd op de tandheelkundige Ni ^'gemene vergadering van de Ned. >i .bevordering der tandheelkunde V>. T? met de voorgestelde wyzigin- \j®houdens enkele amendementen, journalist in zijn blad de Vï, fe» publiceren van een prijs- Sr lip. door derden is uitgeschre- a,*twoord op deze vraag is het Vïlte geweest van een tuchtrech- jjV'b.praak door de Raad van r ederatie van Nederlandse Sf^wn in een zaak, welke door Nederlandsche Rotogravure - ij als uitgeefster van het «V* ?*bl»4 EVA bij deze raad aan- 18 gemaakt tegen de hoofd- A van Het Vrije Volk te Amster- V t Van tucht heeft, in deze uit- Vjidat in dit geval de waardig, de stand der Nederlandse zodat onder ,'jjt So°ende, de uitgeefster van het rf0tV, biad EVA volledig in het ge- r'd S on als zijn oordeel uitge- K',dat in dit geva de stand der b is geschaad, van artikel 5 van liet tucht- 'JÜ? V/n een ernstige waarschuwing [Se ,r?Gn uitgesproken. ■\aet tl Beleden had de redactie tV kit„arnesweckblad EVA een prijs- LVehdp Scbreven, waarbij de lezers li®? kro6en aantal weken een reeks Kjbg iGgCn voorgelegd, welke be- W ehis v en °P de vaderlandse ge- tJlhV6eln deze prijsvraag had het fibers vrk Bemaakt en het aantal lep dan ook in de honderd- Weekv?ent' dat de reeks vragen N Ii^fSchno - EVA bijna ten einde 1 VrijpT,111 de Rotterdamse editie .Vhi^antai 'k eer> publicatie, waar- ho8ea werdnhde door "Eva" geEtel" k? korte beantwoord. Toen dan i. aden HoÜ. Mter enkele provin- beurt h- methode overnamen iV'cl uit de vVerse antwoorden op <joren. achtte 7prij'svraaS gingen iVj.'ijd sekl uitgeefster van Van d6 RenJ°rn middels een jN Hfatie var, Me van Tucht van Slj, t6 6 kwestie ^fderlandse journa- Vee11?1.1! Immenclpieel aan de k N!virN?HeS', zo luidde de |V"I Maatschanr>jj. G andsche Roto- tXbi^traft kap --mag van dep. e riskant h„m n' W0I"dt (Van onze correspondent) Over enkele maanden zal op de Am sterdamse werf G. de Vries Lentsch jr. te Amsterdam de kiel gelegd wor den van De groene draeck, het zeil schip, dat bedoeld is als nationaal ge schenk aan prinses Beatrix nog by ge legenheid van haar achttiende verjaar dag. Het zal een lemsteraakjacht wor den met een lengte van 15 meter. Ver- moedeiyk zal het schip tegen het zeil- seizoen 1957 de prinses kunnen worden aangeboden, indien tenminste de nog benodigde gelden tijdig door het comi té Varend Nederland, dat zich tot dit doel heeft gevormd, kunnen worden bij eengebracht. Men kan immers slechts van een nationaal geschenk spreken, als alle lagen der Nederlandse bevol king bereid hiyken er aan by te dra gen. Prinses Beatrix heeft altijd grote be langstelling aan de dag gelegd voor de scheepvaart en is een toegewijd beoefe naarster van de zeiisport. Haar valk- jacht De rode duivel is op de Loos- drechtse plassen een goede bekende. In scheepvaartkrïngen te Rotterdam kwam men hierdoor op de gedachte de kroonprinses by het bereiken van haar achttiende verjaardag een zeiljacht aan te bieden. Het bleek inderdaad een zeer gelukkige gedachte te zijn, al thans op te maken uit de enthousiaste reactie van de prinses, toen zij van het plan vernam. Zij maakte een lucht sprong en verzekerde tot driemaal toe: „Het is een droom". Het comité ging hierop met des te meer Ijver aan de slag en vond de heer A. de Boer te Lem.ner bereid belangeloos een sierlijk schip te ontwerpen van het type lem- steraak, naar de keuze van de prinses. De lemsteruak i„ een typisch Hollands schip, dat oorspronkelijk een vissers boot is en wordt uitgerust met zwaar den aan de zijkanten. Het jacht heeft weinig diepgang, zodat men er overal in de Nederlandse wateren mee kan zeilen. De heer De Boer is er in ge slaagd een zeer aantrekkelijk model op papier te brengen. Het comité had 15 meter als maximumlengte gesteld om het óchip goed manoeuvreerbaar en overzichtel.k te houden, en binnen de ze grens is het mogelyk gebleken de lemsteraak tot eei bijzonder comforta bel en prettig handelbaar jacht te ma ken. In de cockpit zal ruimte zö'n voor acht personen en de salon wordt o.a. uitgerust met een sofa, een tafel, drie armstoelen, een buffetbar en een gas haardje. Er zijn twee hutten ontwor pen. Voorts komt er een schippersver- blüf, want de bediening van het jacht maakt de aanwezigheid van twee ster ke mannen noodzakeiyk. Daarnaast blijft er voor de prinses en haar gas ten echter nog voldoende werk over om alle genietingen van de zeiisport te on dergaan. Er is natuurlijk ook een mo tor aan boord, een scheepsdieselmotor van 65 pk. Prinses Beatrix heeft De groene draeck al haar moederschip ge noemd, waarmee zij bij voorkeur op het water wil kamperen. „Als ik def tig wil varen, vraag ik de Piet Hein van vader en moeder te leen" heeft zp gezegd, „en als ik wedstrijd wil varen, neem ik De rode duivel." De Piet Hein, het jacht van de konink lijke familie, is ook gebouwd door de rederij G. de Vries Lentsch jr. Op gironummer 1818 ten name van het comité Varend Nederland in Amsterdam kunnen bijdragen worden gestort. De gel den zyn nu voor ongeveer één kwart bij een. Ook giften in natura, dus in de vorm van uitrustingsonderdelen voor het jacht, zyn welkom, maar indien men tot zulk een geschenk besluit, is tevo ren overleg met het comité (Nieuwe- zijds Voorburgwal 164) wel wenseiyk. Het ligt in de bedoeling de namen van alle gev ers in een album op te nemen en dit tezamen met het zeiljacht de prinses aan te bieden. pilllllllllllltllllllll!l!lll!llll!!ll!IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI| ülllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllin e mode houdt van pikante te- genstellingen. Onder de heel wijde tentmantel van Balmain in een voyante Schotse ruit en met afstaan de donkergrijze persianer kraag bij voorbeeld dit heel smalle jurkje van hlanguin. liet is van jersey in de tedere nieuwe lint voor deze winter het zachte violet. Het is doodeenvou dig van model en vindt al zijn gra tie in de kunstige kruisbanden mid denvoor. Man is altijd geneigd violet een beetje een oude-dames-kleur te vinden. I en onrechte. In alle Parij- se collecties is de kleur er, ook voor tailleurs en de jonge mannequins zien er zeer romantisch in uit. Pakistan Soehrawardy heeft gis teren een regering gevormd, waarin hij zelf een groot aantal portefeuilles beheert. Hij is minister van defensie, aangelegenheden betreffende Kasjmir en staten en grensgebieden, van econo mische zaken, onderwijs, gezondheid, justitie en vluchtelingen en rehabilita tie. (Reuter) Dit is het ontwerp voor „De Groene Draeck", de Lemster-aak, die H. K. H. prinses Beatrix ter gelegenheid van haar 18de verjaardag kreeg aangeboden. De heer A. de Boer uit Lemmer, een bekende ontwerper van Lemster-aken, heeft het lijnen- en tuigplan ontworpen. Advertentie VOOR DUIZEND EN ÉÉN DOELEINDEN Op de 92ste dag van de kabinetsformatie vraagt men zich in politieke krin gen in Den Haag maar weer eens af „Wat nu?" Men vraagt zich tevens af hoe lang men zich dat nog zal afvragen. Inmiddels is op het ogen blik het enige duidelijke in de nogal verwarde situatie, dat er een nieuwe in (formateur) moet ko men. Aangezien het aantal vaderland se professoren, dat voor die taak in aanmerking komt, nu wel is uitgeput, wordt verwacht, dat men het nu ge- xoeglijk onder de meesters in de Rech ten kan gaan zoeken. Alhoewel men zich daarbij niet verheelt, dat onder hen een zekere politieke najaarsmoe heid valt waar te nemen. Uiteraard ziet men de toekomst, zo wel als het verleden met zorg tege moet. Vooral nu gebleken is, dat de schare van vaderlanders, die een hun aangeboden ministerschap wegens ziekte, ouderdom, dood of nog andere redenen moeten weigeren, gestadig groeit. Terwijl aan de andere kant de kans niet mag worden uitgesloten, dat straks ons land meer mislukte (in)- formateurs dan inwoners telt. Allerlei gissingen worden ook ge maakt omtrent het karakter van het nu te vormen kabinet. Nu achtereen volgens o.a. de brede, de niet zo brede, de smalle, de uiterst smalle, de extra parlementaire en de extra extra-par lementaire basis vooralsnog geen le vensvatbaarheid bleken te hebben, vraagt men zich af of nu niet de tijd is gekomen voor een kabinet op basis van al deze bases tegelijk. Ook wordt met de mogelijkheid rekening gehou den van een kabinet met 150 porte feuilles. Als zodanig zou dan, zo rede neert men, gemakkelijk de uit te brei den Tweede Kamer kunnen worden benoemd. De invloed van alle Neder landse kiezers op het regeringsbeleid zou dan voldoende gewaarborgd zijn. De /icaris-generaal van de bisschop van Den Bosch, mgr. M. Oomens, is van 17 tot 30 september afwezig. door ERICH KASTNER Vertaling van JOHAN VAN DER WOUDE 20 „En de mijnheer, die uit het venster keek, had een vuurrode neus?" vermoedde Struve. „Klopt het?" Juffrouw Trubner stond perplex. „En of!" riep Papa Kulz. „Een kanjer! Maar ook een heel aardige man. Hij gaat naar Warne- munde om zijn vrouw en beide kinderen op te zoeken." „Die lieve kleintjes." Rudi Struve lachte. „Dat is merkwaardig," constateerde Kulz. „De vent, die ons met de douane-controle er in heeft laten lopen, zei precies hetzelfde." „De onmiskenbare familiezin van roodneuzige mannen schijnt op deze reis niet geheel au sérieux genomen te worden. En nu nog een kleine vraag, beste mijnheer Kulz." „Gaat uw gang." „De reizigers uit uw coupé kennen elkaar natuur lijk niet?" „Wat denkt u! Het is een echt, bont by elkaar gekomen stelletje mensen. Maar zoals gezegd, zij zijn allemaal alleraardigst! En zo hartelijk! Daar straks wilde ik mijn sigarenkoker uit mijn koffer halen. Gelooft u dat ze het toelieten? Geen kwestie van! Als op commando boden ze mij allemaal si garen en sigaretten aan. Ik werd bijna belegerd door kokers en sigarettendoosjes! Het was aandoen- ïyk!" Rudi Struve kon zyn ernst niet langer bewaren. Hij lachte zijn hel, prikkelend, vergenoegd school jongenslachje. Papa Kulz was ontdaan. „Wat is er te lachen? Omdat wildvreemde mensen hoffelijk en voorkomend zijn? Dat is niet netjes van u, jongeman." „Neen," antwoordde Struve. „Netjes is het niet, maar verstandig." Hp was weer ernstig geworden. „Beste juffrouw, ik houd het voor absoluut noodzakelijk, mijnheer Kulz op de hoogte te brengen. Wie weet, wat er anders nog allemaal gebeurt." Irene Trubner knikte onmerkbaar met het hoofd. „Mijn beste mijnheer Kulz,' zei Struve, „ik moet u een geschiedenis vertellen, die u nog niet kent." „Steek van wal!" „Dus er was een man, die hoogst fatsoenlek was en daarom alle mensen voor precies zo fatsoen lijk hield." „Er was eens?" vroeg Kulz. „Dat klinkt als een sprookje!" „Het is er ook een," antwoordde de jonge man vriendelijk. „De goede man, van wie hier sprake is, kwam op een dag in een vreemde stad in een vreemd hotel en leerde daar een schone prinses ken nen, die hem om hulp vroeg. Omdat hij een beste kerel was, bleek hij hiertoe direct bereid. De schone prinses werd door een roversbende achtervolgd, die het op een kostbaar sieraad had voorzien, dat zij bezat. Enkele rovers sloegen uit de verte het gesprek gade tussen haar en de goede man. Zij dachten er het hunne van en besloten met hem bevriend te worden. Om die reden sprak een der rovers hem aan. Een mens, die zich door bijzondere doorzichtige en omhooggeschoven oren kenmerkte. De goede man dacht dat de ander eveneens een goed mens was. Maar toen de echte goede man met de achtervolgde prinses het hotel verliet, ging de schooier met twee van zijn kompanen achter hen aan. Interesseert u het sprookje?" „Zeker, zeker," zei mijnheer Kulz. „Voor schone prinsessen heb ik altijd al een zwak gehad." „Verder dus. Toen de goede man van de prinses afscheid genomen haa, besloot de kleine kerel de ander dronken te maken, want de rovers hoopten de plannen van de prinses te weten te komen. De kerel met de verschoven oren kwam dus de goede man toevallig tegen. En zij wandelden met z'n tweeën de herberg binnen. Nu bleek echter, dat de goede man meer verdragen kon dan de kleine schoft. En zo geschiedde het, dat de trouwhartige, brave man de rover in diens woning afleverde. De hospita was er niet, omdat deze woning helemaal geen hospita bezat, maar een ro vershol was. De heer met de witte baard en de donkere bril, die de deur opende, was de roverhoofdman. En in alle kamers hadden zijn ondergeschikten zich verborgen de brave man leverde de dronken rover af en ging naar huis. Dat hy er gezond en levend van afkwam, had ener zijds als oorzaak, dat de bende hem nog nodig had en anaerzjjds, dat zulke goede mannen in sprookjes zeer invloedrijke beschermengelen hebben." Papa Kulz zat stom in zyn stoel. Zijn mond stond tamelijk ver open, en de grijze, ruige snor trilde. „De dag daarop," verhaalde Struve, „gaf de schone prinses het sieraad, dat de roversbende Wil de stelen, aan de brave man. Enkele rovers zagen dit. Kort daarna dook de dief op, die zulke zeldza me oren had en zij zochten een geschikte coupé. Natuurlijk gingen zü niet in de coupé zitten waar de goede man in wilde, maar in die waaruit een man met een rode neus keek. Dat was geen wonder. Want die man met de rode neus behoorde tot de zelfde bende als de dief met de verschoven oren. En niet alleen deze twee behoorden daartoe, maar alle mannen, die in de coupé zaten en deden, alsof zy elkander niet kenden." „Dat mag u niet zeggen!" Mijnheer Kulz fluister de het slechts. Maar toen de ander hem geruime tijd vriendelijk en medelijdend aankeek, liet hij het hoofd zinken, als schaamde hij zich voor die mensen. De jonge man ging verder met zijn sprookje. „Ze hadden een plan gemaakt. Dat plan was niet slecht. Want het was op een stevig fundament ge bouwd. Op de lichtgelovigheid van de brave man. Een van de bende verscheen als douane-ambtenaar. Hij opende de bagage en stal op die manier het sieraad uit de koffer, zonder dat de goede man arg waan kreeg. Eerst toen hij, omdat hij honger had, de coupé verliet, werden zij onrustig. Het sieraad hadden zij wel is waar, maar als de brave man nu, terwijl zij er niet bij waren, de koffer opende en de diefstal bemerkte? Zij waren, zoals alle men sen van hun slag, op alles voorbereid. Roof en moord zö'n nauw aan elkaar verwant. Maar de brave man keerde terug en was even vriendelijk voor hen als voorheen. Dus kon hij er nog niets van weten. Maar toen hy opstond en uit zijn koffer siga ren wilde halen toen schrokken zij geweldig. Hij mocht de koffer in geen geval openen! Daarom haastten zij zich allen om de man sigaren en siga retten aan te bieden. En hij was, omdat hij een brave man was, door zoveel hartelijkheid tot tranen toe geroerd." Mynheer Struve pauseerde. Philips heeft dezer dagen onder de titel „Ritmos Argentinas" een bijzonder fraaie langspeelplaat met tango's uitgebracht (B 07081L), waaraan een exquise gezelschap Zuidamerikaanse dansorkesten hun wel-luidende medewerking hebben verleend. Het zijn de „tipica orchestras" van José Sala, Juan Sanchez Gorio en Hector Varela, waaraan de even uitstekende stemmen zijn toegevoegd van Argentina Ledesma, Luis Mendoza en Rodolfo Lezica. Zij wisselen met hun gevoelvolle, van zuidelijk temperament doortrokken zang het in strumentale repertoire af van piekfijn uitgevoerde tango's; Argentijnse dansen in de langzame driekwartsmaat tegen de achtergrond van het wisselend-snelle ritme. Violen, guitaren en accordeons zijn daarbij de voornaamste melodie-instrumenten, die, bezield door vakbekwame musici, vurig-feestelijke klanken laten horen, zwevend en dansend en springend tot schilderachtige muziekjes, doordesemd van romantiek en doortinteid van levenslust. Opmerkelijk bij deze tango-plaat is de strak aangezette ritmiek, door de ritme-instrumenten uiteraard, maar ook bij de melodievoering. Een plaat, welke zich derhalve uitstekend als dansplaat leent. Alleen naar de muziek te luisteren is intussen evenzeer een genoegen. De tango's heten: La Comparsita, Estas Lloran- do, Don Juan, Taquito Militair, Un Remordimiento, Retintin, Adios Muchachos, Castanuelas, El Espiante, Como Tu Carino, El Quinielero en Ahi Va El Dulce. Weergave van de plaat is van uitnemende kwaliteit. Een sympathieke, gevarieerde dansplaat is de Philips lang- speler P 10173 K, die „Abends in der kleinen Bar" werd gedoopt, maar met evenveel genoegen tijdens een intiem feestavondje thuis zal worden gedraaid. Het plezierige van deze plaat is de steeds wisselende klankkleur van de verscheidene or kesten en ensembles, die via deze langspeler optreden. Het zijn het Hotclia mondharmonica Trio, het or kest van Jos Baselli, het salonor kest van Jan Corduwener^ de Drie Jacksons met ritmische begeleiding, het Deense orkest van Svend As- mussen, Johnny Meyer met zijn ac cordeon, het Trio Walter Pons en Tom Erich, onze vaderlandse pia nist. Men krijgt waarachtig waar voor zijn geld. De uitvoering van deze 40-minuten-dansmuziek is goed tot uitstekend te noemen. Het reper toire ligt in het populaire vlak, doch kreeg een zeer beschaafde vertolking. Van een luchtiger genre is de in houd van de Philips LP 33 toeren P 13004 R maar deze plaat heet dan ook „Wy vieren feest". Daar komen dan aan te pas de Bietenbouwers o.l.v. Boer Biet met zang van de vrolijke feestgan gers, de Drie Jacksons met ritmi sche begeleiding, Max van Praag met het orkest van Jan Gorissen en het draaiorgel „De Arabier". Welnu, al lemaal de feestneus op en arm in arm gestoken en daar gaan we dan: Naar de Zaan, bij voorbeeld, naar de sluizen van IJmuider. of naar Heidelberg, om er het hart te ver liezen. Verder zijn er dan nog de appeltjes van oranje, de mooie tul pen en hyacinthen, de lieve zwart kop en sientje-la-me-los. Plaatje voor de liefhebbers op bijzondere gelegen heden met „Zou je nog wel een bor reltje lusten?" Een interessant plaatje voor jazz- studenten is het 45 toeren Deo- ca-schijfje OE 9152, dat vier nummers Chicago-jazz laat horen, uit gevoerd in 1939 door „Eddie Con don and his Chicagoans". De „com posities" heten „Nobody's sweet heart, Friars Point shiffle, There'll be some changes made en Some day sweetheart." Hot jazz, heet van de naald met vrij baan voor compac te en dynamische solo's, gestuwc door een krachtige, vaak fr-ve rit miek. Niet alle soli worden even be heerst gespeeld. Van een heel eigen sfeer is hel meerstemmige timbre var. „De Chico's", die zich met een viertal wildwestliedjes laten ho ren op het 45 toeren Philipsplaatje 422082 PE. De melancholieke lied jes zijn wel eens wat te gul met een sentimenteel sausje overgoten, maar daar tegenover staat dan een pret tige pittigheid, wanneer des Cow boy's vurig gemoed wordt blootge legd. Dit zijn dan de songs: De oude saloon, Hey mr. Banjo Comboy le gende en de Cowboy polka Het eigen instrumentarium van de Cbi- co's wordt op illustratieve wijze aan gevuld door de orkestbegeleiding van Tom Erich. Engeland telde rond dê eeuwwis seling niet minder dan 20.000 fanfarekorpsen. Tengevolge van film, radio en televisie zijn er op het ogenblik nog maar nauwe lijks drieduizend, maar die zijn dan over het algemeen van uitstekende kwaliteit. Via de 33 toeren Decca- plaat L F1262 kan men in een uit gezocht programma voor fanfaremu ziek maar liefst drie korpsen tegelijk horen. Het zijn de brass-bands" van Foden's Motor Works, Fairey Avia tion en Morris Motors, drie eminen te Britse fabrieken, het geheel onder leiding van de zoon van een van Engelands brassbands-pioniers, de heer Harry Mortimer O.B.E. Een niet alledaagse plaat met stralende fantaremuziek, waarbij de kopersec ties en met name de cornetsoiisten vaak met een afgewogen muzikaal gevoel, begeesterd en met liefde, van zich afblazen. Er wordt onder strak ke directie van Mortimer accuraat samenspel geleverd maar vooral ook het plezier, dat deze amateurs in hun musiceren hebben, tekent de keurige uitvoering. Het programma luidt: Fanfare (Yorke), De Grand March „Queen of Sheba" (Gounod), de Spaanse zigeunerdans (Marqui- na), die wel een vuriger accent had mogen hebben, Bugler's Holiday (Anderson) met een magnifiek cor nettrio, The Mill in the dale (Cope) met zang, het Cornet Carillon van Binge, het nummer Madeion van Al- lier en tenslotte het sfeervol vertolk te „Night-fall in camp" naar een ar rangement van Pope. Een plaat, die mag worden aanbevolen. Indiaanse fluitmuziek vormt een extra folkloristisch tintje aan de muzikale omlijsting van de war me en gloedvolle zang van het Trio Los Paraguayos op het 45 toeren Philipsplaatje 421014 PE, maar naast die karakteristieke zang van het Trio blijft toch de virtuoze be speling van de snaarinstrumenten en met name van de harp, de meest boeiende belevenis. Het repertoire op dit plaatje: Bajo el cielo del Pa raguay, Madrecita, Mis noches sin ti en Alma vibrante. Vier van de jongste „hits" zijn door Philips weer samenge voegd op een 45 toeren „Big Four"-plaatje (429189 BE): „What ever will be, will be", een liedje met een „diepzinnig" tekstje, char mant gezongen door Doris Day: Frankie Laine, die krachtig en kor daat „Ticky Ticky Tick" vertolkt; de The John Sisters in het goedge- zongen en oergezellige liedje „Hotta Chocolotta", waarbij op een origine le wjjze met lettergreepjes wordt ge goocheld en tenslotte het nummer „Give me a carriage and eight white horses", by een galopperend muziekje vertolkt door de prettige stem van Guy Mitchell. Een gezel lig zangplaatje. De zanger Jaak de Voght neemt het smeuige Vlaamse taaltje voor zijn rekening in twee cabaretliedjes „De Vogelemarkt" en „De Kaspische Zee" vastge legd op de 78 toerenplaat E 00101, merk Ronnex. Daar komen dan ook nog de „Mezenvangers" by te pas, alsook een orkest, waarvan de ac cordeonist de :erste partij speelt. Een voor speciale liefhebbers genoeglijk, ofschoon niet gemakke lijk verstaanbaar plaatje voor by- zondere gelegenheden. Van jam-sessions onder aanvoe ring van Buck Clayton, die pi-ats hadden in 1954 en 1955, zijn een viertal nummers opgenomen op een zojuist verschenen langspeler met Philips-label (B 07106 L), een en ander onder de titel „Jumpin" at the w'oodside." Aan deze sessions leverden verscheidene jazzmusi ci-van-naam hun solistisch aandeel. Wij noemen o.a. Coleman Hawkins, Ficky Harris, Buddy Tate en Milt Hinton. Buck Clayton behoort tot de school van de swing-musici, maar hij is van deze jazz-stijl de trompet tist met de zachte, milde toon en wordt derhalve aangemerkt als een van de voorlopers van de cool-jazz. Het nummer „Blue and sentimen tal" een van de vier op deze plaat is byzonder sfeervol van deze „cool" doortrokken. De „swing" komt in de drie andere nummers „Rock-a-bye Basie", „Jumpin" at the woodside" en „Broadway" ster ker tot uitdrukking. Levert de ritme sectie by deze sessions uitstekend werk, de aandacht wordt toch voor eerst geboeid door de melodievoe ring met al haar solistische varia ties en improvisaties. Virtuoze in- strumentbeheersing gaat dan niet zelden gepaard met de schepping van smaakvolle melodieën, die al dan niet een extra reliëflyn geven door suggestieve intonaties. De tap- danser Jack Ackerman verdient om zijn knap ritmisch voetenwerk extra vermelding. Eenstemmige, maar pittige en prettig in het gehoor liggen de zang in de stijl van The- Four-Aces-en-Lads presenteren op het 78 toeren Deccaplaatje M 3398 „The Johnston Brothers", begeleid door een uitstekend dansmuziekje van het orkest van Roland Shaw. Het eerste nummer „The Street Musi cian" is de Engelse versie van „Le Piano du Pauvre", het tweede num mer heet „How little we know" en krijgt van de kopersectie van Ro lands orkest een smaakvolle achter grond. Beschaafde dansplaat. Een accordeonist, die weg weet met zijn instrument, levert het leeuwenaandeel op de Victory- plaat 11073 (78 toeren) in de twee vlotte foxtrot-dansnummers „La Cueilette du Coton" (frisse melodie) en „Donne ton coeur", uitgevoerd door het Musetteorkest van Oscar Denayer. De muziekjes zitten stevig en tegelijkertijd soepel in elkaar. Pittig dansplaatje. Teddy en Henk Scholten zingen van „Rijst met kerry" en van „Tikke tikke tak" op het 78 toeren plaatje van Polydor nr 49873 A. Het eerste nummer heeft de mu ziek en het ritme van een Cura- gaose wals, het tweede nummer is een bolero-mambo. Het orkest, de „Zapacaras" o.l.v. Lex Vervuurt speelt de grappige versieringen in de arrangementen op aantrekkelijke wijze uit. In „Rijst met kerry" is de tweestemmigheid minder goed ge slaagd als in het tweede nummer. Dat Teddy een bijzonder innemen de stem heeft, wist u vermoedelijk BUCK CLAYTON Frank Chacksfields orkest speelt met zwier en gratie maanlicht- muziek. Vier serenades, die verpakt zyn in speelse, luchtige ar rangementen maar intussen een poë tische atmosfeer scheppen, gegar neerd met vleugjes zoete romantiek. Een plaatsje voor teerbesnaarde zie len, ofschoon de nuchtere zielen zo'n muziekje bij tijd en wijle eveneens wel zullen weten te appreciëren. De serenades heten: Santa Lucia, Sere nade in the night, The echo told me a lie en Catari catari en zijn ge groefd in het 45 toeren Deccaplaat je DFE 6257. FRÉDÉRIC

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 11