Obey their or
B
l]ziging van de
prestige-kwestie voor Engeland
Ernstige fouten van de
•3B
Engelsen vreesden in Ned.-Indië
een tweede Griekenland
H
Voor Nederland slechts een
plaats op de kaart
klei
ne
O
EEN AMERIKAANSE EN EEN
BRITSE VERKLARING
LONDENSE REGERING
mm
v
Schermerhom en Gerbrandy
wilden naar Potsdam
Weigering „uitermate
De Londense regering verkeek zich
op haar invloed bij de
Verenigde Chefs van Staven
P
12?
Waarom geen
onderscheidingen
I
ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1956
PAGINA 7
De eerste Engelse troepen
zijn in Nederlandsch-Indië
aan land gegaan. Een groep
Y-25 tanks van „C" Squa
dron lithe Frontier Force)
rukt op door de straten van
de Chinese wijk in Meester
Cornelis.
(Van onze Haagse redacteur)
e loop van 1942 is met name van de toenmalige gezant te Washington de heer Loudon de
to§gestie uitgegaan, dat om politiek-propagan distische redenen Ned erland een zo groot moge-
to'jdmacht diende in te zetten hij de herov ering van Nederlandsch-Indië. Bij de bevrijding
4» 111611 °°b °P Nederlandse prestaties moeten kunnen wijzen. Reeds dadelijk na de val van Ban
^as immers in bepaalde Amerikaanse bladen de vraag opgeworpen: „Why give the Nether-
„W^ndies back to the Dutch?" Een andere slogan, die ook later nog vaak terugkeerde, was:
ll sb°uld American boys die for the restaura tion of colonial empires?" De bekende radio-rede
op^ M. de Koningin op 7 december 1942, waarin gesproken werd over een herziening van de
Van koninkrijk, betekende een goed contra-offensief, maar ook daarna bleek de Neder
ig Se Autoriteiten in de Verenigde Staten herhaa Idelijk, dat de gedachte, dat Indonesië na de oor-
h/T' Nederland verbonden zou blijven, bij de Amerikanen geenszins gemeengoed was; eerder
b{e| omgekeerde het geval. Men achtte het dan ook gewenst, dat er een Nederlands plan ter
l5y gebracht zou worden, waaruit zou blijken, dat ons land de grootst mogelijke prestatie wilde
ifP1 in het Verre Oosten. Deze gedachte heeft tenslotte geleid tot een officiële mededeling aan
ent Roosevelt.
hu* - -M-
l tekend-
gebeur"?ering was dus meer
'enissen in Europa ge-
Beslissing te Potsdam
"1
BBSS--..-""1"
rv
Anarchie
Over grote Nederlandse belangen
to Nederlandsch-Indië werd
b
uiten ons land om beschikt
ij een verhoor door de Parlemen
taire Enquêtecommissie heeft prof.
Gerbrandy, het optreden van
Mountbatten ten opzichte van Neder-
lands-Indië critiserend, verklaard, dat
hij niet zou weten te zeggen of de hou
ding van de Amerikanen fatsoenlijker
geweest zou zijn. Inmiddels is er echter
men na hoe het met de realisering van dit plan gelopen is, dan
,'tökt, dat er zeer veel te doen is geweest over de vraag of het Neder-
legerkorps in Amerika, dan wel in Engeland zou worden op-
1. In tegenstelling tot de heren Van Kleffens en Gerbrandy was dr.
W. °°k er voor geporteerd, dat de opleiding in de Verenigde Staten zou
'eden. De Engelse regering stond tegenover deze gedachte echter be-
i(| Afwijzend. De Parlementaire Enquêtecommissie, die deze aangelegen-
th handelt in haar achtste rapport, dat vandaag verschenen is, meent
Nugen stellen, dat hierbij een rol heeft gespeeld, dat de Engelsen (wier
HV ernstig had geleden, vooral door de val van Singapore) streefden
jSj, Uitbreiding van hun commando in het Verre Oosten. Bij een uitbrei-
V ah dit commando, waar dan geheel Nederlandsch-Indië onder zou val-
Ns^ste moeilijk een Nederlands legerkorps, dat op Amerikaanse wijze
Vf)A"'»rganiseerd en uitgerust. De Nederlandse vertegenwoordiging in
kreeg van onze regering te Londen de opdracht, dat zij in deze
geen voorkeur mocht doen blijken. Door zelf op politieke gronden
Consequent standpunt in te nemen bij de vraag waar het legerkorps
0i"den getraind, heeft de toenmalige Nederlandse regering er naar het
van de Enquêtecommissie toe meegewerkt, dat de Britse politieke
if 'ng kon zegevieren. Deze passieve houding wordt afgekeurd omdat
vSering zich aldus vrijwillig plaatste in een toeschouwerspositie, terwijl
•Och om directe Nederlandse belangen ging.
e gang van zaken bjj deze aan
gelegenheid is als het ware een
Sr zo\i°rpr°efje geweest van wat er
v°'gen. Ze had, zo zegt het
o PPort elders, voor de rege-
?«cht 'Pgerwtjzing moeten zijn haar
'hcW gericht te blijven houden op
A w '"g van de commandogebieden
Aeze L Nederlandsch-Indië betreft.
'hdeling van de commandoge-
ijh „7" de „theatergrenzen", zoals
0lging van de Engelse term
::.;-kon;=enoemd is van zeer grote
geweest bij hetgeen zich heeft
na de capitulatie van Japan.
bleken toen niet in staat
V en °P eigen aandrang
C »Bkge.nomen taken uit te voeren
'iiA- r-?r aan militaire machtsmid-
V Va„ geschiedenis van de afschei-
IbAertl Indonesië uit het Koninkrijk
VM. erlanden is mede hierdoor be-
NbL verschillende publicaties over
UW ®de Wereldoorlog is deze kwes-
'Ah pdeld en verschillende lezingen
Vtitai erb'j opgeld gedaan. De par-
%Are Enquêtecommissie recon-
de zaak aldus:
hN
de capitulatie voor de Japan-
rt'VaV!el geheel Nederlandsch-Indië
to J*"kelijk als strijdgebied onder
JiHf "tnrnando van generaal Mac Ar-
ü0t'dnh°udens Sumatra, dat be-
tot het Engelse bevelsgebied.
Ls<lc<ri9uêtecommissifc meent, dat de
Atf andse regering niet voldoende
P u.Pgezien welke bezwaren moes-
'A-t-u V(;n aan een verdeling van
Oflr,inds gebied over twee com-
Uhg s.'> zij had zich bij deze ver-
i'A'in t zonder meer moeten neer-
V'ÜeLy1 1943 besloot de opperste
\st ,;de oorlogsleiding het South
%v4tto®'a Command in te stellen.
Oi „Pd Birma, Malakka, Ceylon,
Frans Indo-China. De Ne-
\t dit regering is bij de instelling
VNct;.Corhmando niet gehoord; de
Vi'Wo van generaal Mac Arthur
S "bfj rbevelhebber werd door Ne-
V a]s geallieerde echter wel me-
vVh«, Or<j Louis Mountbatten opper-
->er in het South East Asia
Werd, kwam Nederland er in
niet meer aan te pas. De
kjhrnissie acht dit een teken
i daling van het Nederlandse
v' (L^jfij betreurt het, dat de re
let) "V s geen woord van protest te-
ySjl 6ang van zaken heeft laten
'r.L 'l L
.A'if ®t midden van 1944 kwamen
V'tose eds meer aanwijzingen, dat
'if d)i|j0'=h een uitbreiding van hun
wilden; zij meenden, dat
f PianSer belangrijke Amerikaan-
-vPirno 0 een even belangrijk En-
V ffh ij'ando moest staan.
A i^deri Plas, oud-lid van
PRruu h-Indië, die destijds op
•V A11! ml .G.P°st in Melbourne werk-
fii 'ir^^rpA'niichtingen, die hij hier-
VK naar Londen. Men
v^n riö wSPreken een verga-
Vë .^rine ^i^isteriële Commissie
Juisi iU 5eze vergadering viel
CT» ?e t\jd, toen verwacht
vonraigehele bevrijding
De heer
de Raad
deuBr stond. De
r,'<b-nUhP?,rt sPreekt uit, dat
KhV> zo mogen zijn deze
Nw te hph jBriike zaak niet
«e ^andeien. Het resul-
iWve? Anierik nng was' dat'
W,' rt dit n.r^anen on Engelsen
Nede?lanrt n°B niet eens
de reBerinff «ch
dezelfde voor
-"en
111 N het legerk Van de °P"
reKering »Ps ,tegen is
otA?ns-EneeI?o enste. buiten
V'n ;'H(l. ,Oon het K''schillen te
\NS> belange®1
^t«i acht h B- De Enquê-
h^ijpeUjk,
tte Engelse poliUek
bij een eventuele bevrijding van Neder
landsch-Indië voor ons land gunstiger
achtte dan de Amerikaanse. Men den-
ke hier aan de leuze: „Why should
American boys die for the restauration
of colonial empires?" Het wordt echter
een ernstige fout geacht, dat de rege
ring er niet toe over is gegaan aan de
hoogste geallieerde bevelvoering een
spoedige en duidelijke beslissing te vra
gen. Inschakeling van de Amerikaanse
troepen bij de bevrijding van Neder
landsch-Indië zou er waarschijnlijk toe
geleid hebben, dat de ontwapening en
internering van de Japanners effectie
ver en sneiler hun beslag zouden hebben
gekregen dan thans het geval is geweest.
Bovendien zou de bevoorrading dan on
der de Amerikanen geschied zijn.
In april 1945 kreeg men nieuwe waar
schuwingen over een op handen zijnde
verlegging van de theatergrenzen; ook
toen weer is de regering te Londen ech
ter niet tot nadere bestudering van de
kwestie gekomen. Het Enquêterapport
noemt het een ernstige beleidsfout
vooral van de ministers Van Kleffens
en De Booy, die van het kabinet-Ger-
brandy overgingen naar het kabinet
(Vervolg op pagina 8)
c.
wel een opmerkelijk verschil tussen de
tekst van de proclamatie, die door het
Amerikaanse hoofdkwartier enige tijd
na de bevrijding van Hollandia werd
uitgevaardigd en de uitlatingen van de
Britse generaal Christison eind septem
ber en begin oktober, respectievelijk te
Singapore en Batavia.
In de Amerikaanse proclamatie heet
het: „By command of General Mac
Arthur, the Commander-in-Chief, South
West Pacific Area, the Netherlands In-
dies laws with which you are familiar,
will be applied and enforced by the
officers of the Netherlands Indies Civil
Administration now present in your
areas. Obey their orders."
De juiste tekst van de verklaringen
van generaal Christison heeft men niet
meer kunnen achterhalen. Men meent
echter wel te mogen afgaan op een pa
rafrase, afkomstig van de Britse Voor
lichtingsdienst, zijnde een samenvatting
van de verklaringen van deze generaal
op twee persconferenties. Christison zei
volgens dit verslag o.m. dat „The only
purpose in sending British troops to
Java was to rescue prisoners of war and
internees'and tot disarm the Japanese.
British and Indian troops would not
become involved in internal politics.
The Indonesian nationalist administra
tion would be expected to continue the
civil administration in those areas not
occupied by British forces".
(Van onze Haagse redacteur)
et jongste rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie somt tien
feiten op, die van beslissende betekenis zijn geweest voor de gebeur
tenissen in Nederlandsch-Indië na de capitulatie van Japan en wel:
1. De bijna gehele onbekendheid aan Nederlandse zijde met de politieke
en militaire ontwikkeling in Indië onder de Japanse bezetting;
2. Het samenvallen van de capitulatie van Japan met de wijziging van de
„theatergrenzen" in het Verre Oosten;
3. Het uitroepen van de republiek Indonesië op 17 augustus 1945;
4. De onderschatting door de Nederlanders van de omvang en kracht der
republikeinse beweging;
5. Het tijdsverloop tussen de capitulatie van Japan en de eerste geallieerde
landing op Java;
6. De onvoldoende kennis van de Nederlandse regering omtrent de situatie
op Java na september 1945;
7. Het zeer grote tekort aan Nederlandse militaire macht, mede veroor
zaakt door de bevrijding van geheel Nederland in mei 1945 in plaats van
september 1944;
8. Het openbare optreden van generaal Christison en de houding van hogere
Engelse autoriteiten;
9. De onwil van de Japanners om de orders van de geallieerde bevelhebber
op te volgen, vooral wat betreft het handhaven van orde en rust;
10. Het verblijf van 80.000 Nederlanders in kampen op Java, die niet bevrijd
werden, doch in republikeins gebied bleven.
ONBO
De Enquêtecommissie spreekt haar
groot respect uit voor hen, die van
Australië en Ceylon uit voor het ver
zamelen van inlichtingen naar het be
zette Nederlandsch-Indië zijn gegaan
en daar hoogst gevaarlijke opdrach
ten hebben vervuld. Het heeft de
commissie verwonderd, dat ofschoon
een aantal van hen, die van de z.g.
parties deel hebben uitgemaakt, is
voorgedragen voor onderscheidingen,
deze onderscheidingen niet zijn ver
leend.
J
Schermerhom, belangrijk in ons na
deel veranderd door het feit, dat de
oorlog in Europa een half jaar langer
en in het Verre Oosten een half jaar
korter heeft geduurd dan geraamd
was. De Enquêtecommissie merkt
over deze aangelegenheid op, dat de
geallieerde oorlogsleiders naar alle
waarschijnlijkheid ten tijde van Pots
dam al wisten wat aan de Neder
landse regering niet bekend was, na
melijk, dat de capitulatie van Japan
op korte termijn in zicht kwam i.v.m.
het beraamde gebruik van de atoom
bom. In deze gedachtengang zouden
Nederlandse troepen van geen enkele
betekenis meer zijn voor de geallieer
de oorlogvoering en behoefde men
niet meer te gaan discussiëren over
de bevrijding van Java. Hoewel deze
redenering militair gezien juist
schijnt, wordt het uitermate onhof
felijk geacht, dat men weigerde een
minister-president en een oud-minis
ter-president te ontvangen van een
land, dat zowel in Europa als in het
Verre Oosten zozeer de geallieerde
zaak had gediend.
/n juli 1945 heeft minister-presi
dent Schermerhom gepoogd te
zamen met zijn voorganger, prof.
Gerbrandy, een gesprek te krijgen
met de hoogste Amerikaanse en En
gelse autoriteiten, die (tezamen met
Russische topfiguren) voor overleg
bijeen waren te Potsdam. Men wilde
bereiken, zo heeft prof. Schermer
hom aan de Parlementaire Enquête
commissie verklaard, dat Nederlands-
Indië zou betrokken worden in de
verdere militaire activiteit van de
geallieerden. Deze poging is echter
mislukt.
Op 2 augustus heeft minister Van
Kleffens de Britse en de Amerikaan
se ambassadeur te Den Haag ontvan
gen en tegenover hen, volgens zijn
eigen verklaring, bitter geklaagd over
het feit, dat Poolse vertegenwoordi
gers te Potsdam wel gehoord waren,
doch de heren Schermerhom en Ger
brandy niet de gelegenheid hadden
gekregen dringende Nederlandse be
langen te bepleiten. Beide ambassa
deurs erkenden, dat Nederland unfair
behandeld was.
De gehele geschiedenis t.a.v. Indië
is, volgens een verklaring van prof.
Ter toelichtinp bij deze opsomming
zij vermeld, dat toen de Amerikanen
in 1944 op Nieuw-Guinea kwamen, er
een goede samenwerking tussen hen en
de Nederlanders is geweest. De Ameri
kanen verklaarden de vroegere Neder-
landsch-Indische wetten weer van toe
passing en het gehele bestuur en de
rechtspraak werden in handen gesteld
van de Nica (Netherlands Indies Civil
Affairs.) In mei en juni 1945 hebben
Australische strijdkrachten Tarakan en
Balikpapan bevrijd. Ofschoon de Aus
tralische opperbevelhebber in zijn tot
de bevolking gerichte proclamatie Ne
derland en het Nederlandse bestuur ner
gens genoemd heeft de Enquête
commissie acht deze publicatie dan ook
onjuist hebben de Australiërs in het
gebied waar zij zijn opgetreden het Ne
derlandse gezag toch in feite erkend.
Op verschillende andere plaatsen is
het bij de bevrijding van Neder
landsch-Indië echter heel wat minder
gunstig toegegaan. Een aparte situatie
heeft zich voorgedaan op Sumatra,
waar een Nederlandse luitenant ter zee,
die de leiding had over reeds voor de
Japanse capitulatie geïnfiltreerde en
later bovengronds gekomen groepen,
er aanvankelijk in slaagde de macht
van de Japanners over te nemen. Na
dat echter in oktober de Britten waren
geland, werd het door de Nederlanders
gevormde politiekorps ontwapend en
werd de bewaking van de gevangenen
kampen weer toevertrouwd aan de Ja
panners. Zoals men zich kan voorstel
len betekende dit een gevoelige klap
voor het Nederlandse prestige. De En
quêtecommissie tekent bij deze gebeur
tenissen aan, dal hier ook van Neder
landse zijde fouten zijn gemaakt. De
luitenant in kwestie en in hogere in
stantie admiraal Helfrich hadden zich
moeten houden aan de afspraak met
de Britten, welke inhield, dat alleen de
geallieerde opperbevelhebber bevoegd
was tot het nemen van maatregelen.
Het was niet verantwoord met slechts
zeer b jcheiden krachten de orde te
willen handhaven in een uitgestrekt ge
bied, waar zich een groot vijandelijk
leger bevond, dat weliswaar gecapitu
leerd had, doch niet verslagen was. Op
geheel Sumatra bevonden zich destijds
70.000 Japanse militairen. Deze zaak
is door de Nederlanders niet goed aan
gepakt.
Anderzijds is evenwel ook het optre
den van de Britten zeker niet gelukkig
te noemen. De Enquêtecommissie be
geeft zich niet in een diepgaande be
oordeling van het Britse optreden, doch
spreekt wel uit, dat de bevelvoerende
Engelse officieren door hun formeel op
treden niet zo met de Nederlandse be
langen rekening hebben gehouden als
van vertegenwoordigers van een geal
lieerd land verwacht had mogen wor
den. Bij het uiten van deze kritiek wil
men overigens niet wegcijferen, dat het
de on Ier bevel van dezelfde officieren
staande militairen zjjn geweest, die de
Japanners feitelijk krijgsgevangen heb-
DR. VAN MOOK
ben gemaakt en de Nederlandse geïn
terneerden de vrijheid hebben ge
bracht.
Bij hetgee.. zich op Java heeft afge
speeld het Enquêterapport beperkt
zich tut Soerabaja en Batavia is er
eveneens kritiek op het Britse optre
den en deze kritiek is scherp van toon.
Op 1 oktober 1945 begon er in Soera
baja een Indonesische opstand tegen de
Japanners, die, al had Japan dan ge
capituleerd, toch nog altijd met devan oktober werden zeven Nederlandse
handhaving van orde en rust waren be- bataljons naar Batavia gebracht. Indo-
last. (Men bedenke, dat Soerabaja on- nesische strijdgroepen, door de Japan
der het commando van Mountbatten
viel, doch dat diens troepen er nog niet
waren). De stad kwam vrijwel geheel
in Indonesische handen. De Japanners
ook de wachten rond de kampen van
de geïnterneerden gaven zich zonder
te vechten over en hun wapens kwa
men in handen van de Indonesiërs. De
Nederlandse kapitein ter zee, die voor
uit was gezonden door admiraal Hel
frich en in opdracht van de Engelsen
de bezetting van Soerabaja voorbereid
de, heeft bij deze gebeurtenissen, na
contact met de Indonesische leiders,
de capitulatie van de Japanners in ont
vangst genomen. Hoewel de Enquête
commissie oog heeft voor de uitermate
moeilijke omstandigheden van dat mo
ment, meent zij, dat deze handelwijze
niet juist is geweest. De Nederlander
kon de capitulatie niet daadwerkelijk
aanvaarden omdat hij niet over machts
middelen beschikte. Hij is later ook
met zijn groep door de Indonesiërs ge
vangen gezet. Ruim twee weken heers
te er anarchie in Soerabaja. De Indo
nesische leiders hadden onvoldoende ge
zag over de verschillende strijdgroepen
en benden, die plunderend en moor
dend rondgingen. Eind oktober begon
nen de Indonesiërs de strijd tegen een
inmiddels ter plaatse gelande Britse
brigade, die bijna verloren is gegaan.
De hoofdoorzaak van de rampspoedi
ge gebeurtenissen, die zich in Soeraba
ja hebben voorgedaan, ligt naar de me
ning van de Enquêtecommissie in het
feit, dat de Engelsen niet in staat ble
ken te gereder tijd deze stad met een
flinke troepenmacht te bevrijden en
dat de Japanse militaire autoriteiten, de
orders van het geallieerde opperbevel
negerend, hebben aangestuurd op hel
doen ontstaan van anarchie.
Te Batavia is de situatie, hoewel
ernstig, niet zo slecht geworden als in
Soerabaja. Half september landde hier
admiraal Patterson en in de eerste week
ners getraind en bewapend, veroorzaak
ten ernstige incidenten. De Nederlan
ders poogden vele malen toestemming
te krijgen om eenheden van ex-krijgs
gevangen van het K.N.I.L. naar Bata
via over te brengen. Dit werd echter
niet toegestaan; ook bataljons uit Ne
derland mochten niet debarkeren. De
voornaamste reden was, dat de Engel
sen niet betrokken wénsten te worden
in een strijd tussen Nederlanders en
Indonesiërs; zij wensten geen „tweede
Griekenland": Labour, aan de rege
ring gekomen, duchtte een herhaling
van de Britse inmenging, zoals die zich
onder de Churchill-regering in Grieken
land had voorgedaan, een inmenging,
waar Labour als oppositie-partij ernstig
tegen geprotesteerd had.
Ook zeiden de Britten, dat de Neder
landse troepen te weinig getraind en
de K.N.I.L.-eenheden te weinig gedisci
plineerd waren.
B(j de verhoren van de Parlementaire
Enquêtecommissie is door generaal
Van Oyen en admiraal Hell'rich in nog
al scherpe bewoordingen uitgesproken,
dat het niet mogen landen van Neder
landse troepen mede bewerkstelligd zou
zijn door dr. Van Mook. Deze kwestie
is b|j de verhoren aan de orde geko
men naar aanleiding van een schrijven,
dat hierover aan de Enquêtecommis
sie is gericht door de heren Feuilletau
de Bruijn en Meyer Ranneft. De com
missie spreekt als haar oordeel uit,
(Vervolg op pagina 9)
MOUNTBATTEN
(Van onze Haagse redactie)
De Parlementaire Enquête
commissie, die in haar jong
ste rapport ook over deze
Bij een bezoek, dat admi- - -
raai Furstner in 1942 a!Ag?leg®nlALd.„.ve?Ala§- 'ilt"
bracht aan het Depar
tement van Marine te Wash
ington met het doel toe
brengt, is echter tot de be
vinding gekomen, dat het tot
uitoefening van dit recht
wijzingen te ontvangen voor nooit gekomen is De rege-
allerlei ooriogsbehoeften - rmgsvertegenwoordigers zqn
zag hij op het bureau van niet anders dan een yerbm-
admiraal King een enorme dmgsschake] geweest. Het
kaart aan de wand hangen, verwondert de Enquetecom-
waarop alle geallieerden ge
tekend waren met hun man
kracht en het stadium van
de oefening. Nederland kwam
op deze kaart met slechts
weinig mensen uiteraard ook
maar heel klein voor, terwijl
bijvoorbeeld China een enorm
grote macht was.
Wanneer men deze kaart in
gedachten houdt, dan wor
den vele van de moeilijkhe
den, die ons land in de oor
logsjaren heeft gehad om in
het geallieerde verband aan P ?fe'
bod te komen, beter ver- heeft ingezien,
menteerde hem met zijn kun
dige toelichting, maar van
een discussie was geen sprake.
De Amerikanen interesseer
den zich niet voor plannen,
die niet direct te verwezen
lijken waren. Het uitstellen
van het vlootplan betekende
in feite dan ook, dat men het
afwees. Het oordeel van de
Enquêtecommissie luidt, dat
de regering met haar vloot-
bleef nu beperkt tot 300 re-
cruten uit het zuiden van het
land. Op 1 augustus 1945 kon
eerst aan de uitvoering van
het grote plan begonnen wor
den. Ook met de opleiding
van de Gezagsbataljons voor
Nederland en Nederlandsch-
Indië liep het niet vlot. De
Nederlandse regering had,
hetgeen de Enquêtecommissie
betreurt, geen prioriteit aan-
dit nooit
doch in de
klaarbaar. Wij vormden veronderstelling bleef leven.
slechts een zeer klein frae- dat men °P de hooëste ?e"
ment in het grote gehell allieerde oorlogsleiding enige
menx m nel gioie geueei J h_j Alleen erfmiraal
van de geallieerde oorlogs
inspanning. Dit is bijvoor
beeld gebleken bij de be
ïnvloed had. Alleen admiraal
Furstner, de minister van Ma
rine, schijnt de zaak wel door
plan wel wat ambitieus is ge
weest, maar dat het toch te
waarderen is. dat dit plan tij
dig ontworpen werd.
Expeditionaire macht
hartiging van de Nederlandse te peb De":
- <je Combined Een illustratie van de feite-
belangen in
Chiefs of Staff te Washing
lijke verhoudingen vormt bij-
ton. Minister van Kleffens voorbee ld de gang van zaken
had met president Roosevelt bb bet Nederlandse plan om
afgesproken, dat ons land aan ëe strijd in het Verre
regeringsvertegenwoordigers Oosten deel te nemen met een
zou mogen benoemen in de mariniersbrigade van 5000
hoogste geallieerde legerlei- man; een brigade met een
ding, de Verenigde Chefs van amphibisch karakter, be-
Staven. Er was sprake van schermd door een eigen vloot
„participation", niet van De Nederlandse vertegen-
„consultation". Wanneer er woordiger, die dit vlootpian
Nederlandse belangen in het bij de Verenigde Chefs van
geding waren, had men dus Staven kwam toelichten, werd
het recht om mee te spreken, slechts gehoord; men compli-
ok in verschillende an
dere gevallen is het
voor de Londense rege
ring niet gemakkelijk geweest
datgene wat zij nodig achtte
gerealiseerd te krijgen. Men
zou aanvankelijk 40.000 en la
ter 20.000 man (een lichte
divisie) in Engeland opleiden
De Britten hielden uitdruk
kelijk vast aan de afspraak,
dat de opleiding zou beginnen
na de bevrijding van geheel
Nederland. In september 1944
bleek echter, dat er van een
algehele bevrijding nog geen
sprake was. De opleiding
gegeven, zodat op een gege
ven moment de verwarrende
situatie ontstond, dat er voor
drie soorten kader tegelijk ge
traind moest worden. De mi
nisters hebben hier onvoldoen
de inzicht en doortastendheid
getoond, aldus het Enquête
rapport. Toen Japan eenmaal
gevallen was. waren de En
gelsen niet meer bereid om
nog langer de opleiding van
de expeditionaire macht voor
Ned.-Indië in Engeland te
doen plaats hebben. Alleen
de opleiding van het kader
ging door. Ondanks al deze
moeilijkheden werden er toch
nog divisies geformeerd. De
Enquêtecommissie uit daar
voor haar grote waardering
aan het adres van degenen,
die dit voor elkaar gebracht
hebben.