A utomatisering
Boeiende biografie van
Dr, Anton Philips
Parij se Salon rijk aan licht,
maar arm aan nieuws
Suikercampagne in Brabant
gaat maandag beginnen
De rekenmachine kan in 1/1000 minuut de uitkomst
leveren van 60 vermenigvuldigingen, elk bestaande
uit een getal van 12 cijfers maal een getal van 5 cijfers
Rekenwonder 604
Vijf jaar na o verlijden
Bietenoogst minder dan vorig jaar;
arbeiderstekort ernstig
V.
Vuurvogelvan Chevrolet en cle „Vallende
Ster9 van Renault: voor de toekomst
rèR
minimi
der
ZATERDAG 6 OKTOBER 1956 PAGINA 9
-J
de H.
van
pref.
e; mis
b. H.
belij-
onisius
as, be-
i O. L.
f. van
Pink-
arlem:
i; mis
zater-
'an O.
ag na
Cal-1
Drie-
;d een
hou-
geld-
an in-
kosten
/orden
er uit*
er be*
e. Dit
indien
indien
.50 in*
en ge-
ELEKTRONISCH BREIN berekent
onze BELASTINGAANSLAGEN
De 604 is een machine, die rekenwerk doet. Een elek
tronisch brein, opgesteld in een onopvallend gebouw,
vroeger een textielfabriekje, gelegen aan een onopval
lende straat in Den Haag. Er hangt niet eens een bordje
aan de deur om te vertellen, dat hier een onderdeel van
het Ministerie van Financiën is gevestigd. Het doet
bijna geheimzinnig aan. Men verzekert ons, dat het zo
toch niet bedoeld is, maar de gedachte, dat er met die
onopvallendheid toch wel iets bijzonders aan de hand
zou kunnen zijn, is niet zo vreemd. De 604 is immers
niet zo maar een rekenmachine: zij doet het cijferwerk
voor de belastingaanslagen.
De machine doet denken aan de wirwar op een hord
spaghetti. Men stelle zich voor een metalen raam van
enkele vierkante decimeters met honderden gaatjes.
In al die gaatjes kunnen stekkertjes worden gestoken,
Waar snoertjes aan zitten, die aldus verschillende
gaatjes met elkaar verbinden. Van het gehele geval is
echter niets anders te zien dan een warwinkel van door
elkaar lopende draden. Wil men twee stekkertjes van
plaats verwisselen, dan moeten dikke dotten snoer opzij
gebogen worden. Pas echter op met iets te veranderen
in deze chaotisch lijkende, maar in feite door en door
geordende zaak. Aan geen enkel schakelbord kan men
straffeloos prutsen, maar wel allerminst aan dit schakel
bord, dat de machine „604" dirigeert.
Dat schakelbord met de spaghetti van elektrische
snoertjes, die er aan hangt, bevat de uitgangspunten
voor de berekening van ons aller definitieve aanslag.
Die aanslagen worden wel geregeld door die verschillende
belastinginspecteurs, maar het feitelijke rekenwerk op
basis van de aanslagelementen wordt voor de 98 inspec
ties sedert twee jaar centraal verricht met het elek
tronisch brein in Den Haag. We zeggen met opzet „met"
en niet „door" het elektronisch brein, want de 604 moge
een ronduit fantastische machine zijn, die per minuut
de gegevens van niet minder dan 100 aanslagen behan
delt, de machine kan dit toch alleen wanneer men haar
eerst een bepaalde formule heeft opgegeven. Die for
mule ligt vast in het schakelbord en de inrichting daar
van moet door een menselijk brein uitgedacht worden.
Een schakelbord in wording. Met de snoertjes, die de verbinding leggen tus
sen de verschillende gaatjes, wordt de formule vastgelegd, volgens welke de
rekenmachine moet werken.
De 604 vormt het hart van een bijzon
der vernuftig uitgedachte mecanische
administratie, de Ponskaartencentrale
van het Ministerie van Financiën gehe
ten. Voor een schematische voorstel
ling van de werkwijze dezer centrale
heeft men een vel papier van bijna
drie meter breed nodig. Dit zal wel
voldoende verklaren waarom we afzien
van elke poging om nu eens precies te
vertellen hoe het in deze centrale toe
gaat. Als we ons beperken tot enke
le hoofdmomenten van het produktie-
proces in deze fabriek der belasting
aanslagen, blijkt trouwens-al voldoende,
dat er tussen de hemel van de fiscale
wetgeving en de aarde der inspecties
meer dingen gebeuren dan waarvan
een gewoon belastingplichtige ooit ge
droomd heeft.
Het begint eigenlpk meteen al bp de
ponskaart. Zo'n kaart lijkt misschien
niet zo interessant meer. De vinding
dateert al van het eind van de vorige
eeuw en men kent onderhand het sys
teem: met ponsmachines worden op
verschillende plaatsen gaatjes in de
kaart gemaakt, die in dit geval aan
geven hoe het met ons zuiver inkomen
gesteld is, in welke tariefgroep we ho
ren, hoeveel kinderen er voor aftrek
in aanmerking komen enz. Het is al
lemaal niet zo erg spectaculair, al kan
°°k de buitenstaander zich voorstellen
r~ hy denke slechts aan het belasting
bedrag, dat hij dan tenslotte toch maar
te betalen heeft dat het toch wel
een bijzonder moment in de wordings
geschiedenis van onze aanslag is wan
neer na verschillende controles de oor
spronkelijke gegevens, die de Belasting
inspectie op een z.g. elementennota
naar Den Haag heeft gezonden, worden
losgelaten en men verder gaat werken
alleen met die ponskaart. Het bijzonde
re ligt echter vooral in de ingenieuze
wijze, waarop dan verder met die
kaart wordt omgesprongen.
Dat kaartje komt in een tabelleer
machine, die kan rekenen en schrij
ven, in een sorteermachine, die ge
heel automatisch 42.000 kaarten per
uur groepeert naar de verschillende
i™.gJ£SPen de belastingtabel
kent 5000 tarieven en in de „col
lator jen hulpmachine, die contro
leert of elke kaart in de juiste tarief-
®r0^Pu fHet is hier gemakkelijk
verteld, doch in feite vindt hier een
proces plaats, waar het de leek bij
-duizelt. De beste beurt maakt men
op de Ponskaartencentrale echter met
het elektronische rekenwonder de 604.
Deze machine werkt niet in het tien
tallig?, doch in het tweetallige stel
sel. Dit stelsel kent alleen de 0 en
de 1: voor 2 schrijft men dan 10, voor
3: 11, voor 4: 100. voor 5: 101, voor
6: 110, voor 7: 111, voor 8: 1000 en
voor 9: 1001. Men krijgt aldus zeer
grote getallen, maar dit vormt voor
dit apparaat geen bezwaar. In tal
van opzichten heeft deze machine
waarlijk fantastische capaciteiten.
Men bedenke bijvoorbeeld, dat er in
de belastingtarieven niet een zoda
nig systeem zit, dat de ene mogelijk
heid logisch voortvloeit uit de andere;
alle mogelijkheden moeten dus zelf
standig naast elkaar worden voor
zien en dat worden ze dan ook in de
604, die omdat de kaarten inmiddels
door mensenhanden zijn gegaan, nog
eens nagaat of ze alle goed liggen.
Men denke verder aan het feit, dat
een tariefgroep alleen maar inkomens-
frenzen aangeeft (b.v. van 5000 tot
5120), zodat men dus voor de tech
nische moeilijkheid staat bij een in
komen, dat tussen die grenzen ligt
zeg 5050 de desbetreffende
ponskaart toch binnen die inkomens
groep te laten opnemen. Om de wij
ze, waarop de 604 deze moeilijkheid
oplost, even op populaire wijze te il
lustreren: men stopt dan het getal
6050 in het telwerk, laat er 5000 af
trekken en de uitkomst moet dan po
sitief zijn. Is de uitkomst negatief
hetgeen dus zal voorkomen bij een
inkomen van bijvoorbeeld ƒ4900
dan „weet" de machine, dat de
kaart in een andere inkomensgroep
thuis hoort. Op dezelfde mariier se-
1 iecteert de machine met 5120 als pla
fond en zo komt de kaart in de groep,
waar ze behoort.
De werking van de 604 betekent
meer dan het op technische wijze la
ten verrichten van bepaalde handelin
gen; zij gaat verder: men kan deze
machine ook bepaalde resultaten laten
beoordelen. Met deze besturing komen
we op het terrein van de „automatise
ring" (een niet geheel zuivere verta
ling voor „automation"). De 604 be
schikt over een „geheugen" van 48 po
sities, oftewel cijfers. Dit geheugen is
splitsbaar. Men stopt we zullen het
maar zeer huiselijk vertellen dit ge
heugen vol met gegevens. Hoe de ma
chine deze gegevens moet opnemen
en hoe zij er mee moet werken staat in
de analyse, die wordt vastgelegd op het
eerder genoemde schakelbord. Het is
vrij simpel, zeggen de deskundigen:
wanneer je de machine moet laten kie
zen tussen twee berekeningen, schakel je
ze allebei in en waar nodig zorg je
dan, dat bij een van de berekeningen
de werking van het apparaat onder
drukt wordt. Jawel, maar welke be
lastingplichtige heeft er ook maar een
flauwe notie van, dat aan het uitreke
nen van zijn aanslag dergelijke techni
sche grapjes te pas komen! Wij dach
ten, eerlijk gezegd, eerder, dat er er
gens op een belastingkantoor een ad
junct-commies aan ons bedrag zat te
cijferen met als maximale technische
installatie een gewone rekenmachine.
De moderne levensbeschrijving heeft
een wel heel ongelijke belangstelling
getoond voor de figuren, die op het we
reldtoneel naar voren zijn getreden.
Overtalrijk zijn biografieën van kunste
naars en geleerden, talrijk van staats
lieden, militairen of ontdekkingsreizi
gers, schaars die van grote onderne
mers.
Van de hand van prof. P. J. Bouman
is thans echter verschenen „Anton Phi
lips. De mens - de ondernemer", een
uitgave van J. M. Meulenkamp. Het
tekent op voortreffelijke wijze de groei
van het moderne grootbedrijf, waarin
de invloed van de creatieve mens in
de technisch-economische ontwikkeling
groter is dan menigeen vermoedt. Per
soon en werk van een onzer grootste
ondernemers weet prof. P. J. Bouman
op eenvoudige en duidelijke wijze te
schetsen.
Anton Philips, in de zeventiger jaren
geboren in het rustige Zaltbommel.
Leerling, zonder veel interesse, van de
BommelSe H.B.S. Leerling van de Am
sterdamse Openbare Handelsschool, met
interesse. Voor Amsterdam. Als volon
tair in effecten werkzaam te Amster
dam, waar zijn vrijmoedig optreden,
vindingrijkheid en slagvaardigheid bij
oudere beursbezoekers zo nu en dan
wel enige ontstemming verwekten. De
meer opwindende gang van zaken aan
de Londense beurs, waar hij zijn verdere
leertijd doorbracht, trok hem meer aan.
Dan, de grote ommekeer. Bij broer
Gerard gingen de zaken slecht. Het
kapitaal van zijn gloeilampenfa-
briekj'e teerde in. Een verkooppo
ging sprong af op een te laag bod
en de zaak moest voortgezet.
Aan de twintigjarige Anton was het
om onder leiding van zijn 16 jaar
oudere broer de zaak uit een be
narde toestand te helpen opheffen
en winstgevend te maken. Het avon
tuur en het sportieve element daarin
lokte Hij leerde het bedrijf kennen,
r) ij een bezichtiging van een elektronisch brein zoals de machine
t~\ „604", waarover meer in nevenstaande reportage, wordt men ge-
-*-* confronteerd met een stukje automatisering, dat zo boeiend als
het is toch wel enige vragen oproept. Deze machine doet in een onge
looflijk korte tijd het rekenwerk, dat voorheen op een kleine honderd
verschillende belastingsinspecties werd gedaan. Sommigen zijn misschien
geneigd hierop te reageren met slogans over de mens, die tot robot wordt
gemaakt e.d.
Daar komen de deskundigen, de heren C. D. Ossewaard.e van de
afdeling Organisatie van de Belastingdienst en J. G. Betcke van de
Ponskaartencentrale echter tegen op. A titre personel het Ministerie
van Financiën doet over een dergelijke kwestie vanzelfsprekend geen
uitspraken stellen zij, dat bij de materie, waar zij mee te maken
hebben, de automatisering juist ingaat tegen een toestand, waarin de
mens moet werken als een machine. Men krijgt inderdaad de opmerke
lijke situatie, dat een klein aantal hoog gespecialiseerde deskundigen
een bijzonder grote prestatie moet verrichten (ten eerste uiteraard bij het
bouwen van de machine en ten tweede bij de planningom haar te
laten werken)terwijl voor een groot aantal andere arbeidskrachten het
werk veel eenvoudiger wordt. Doch dit alles betekent alleen, dat de
machine meer dienstbaar wordt gemaakt aan de mens.
Dit neemt niet weg, dat er in andere zin wel sprake is van een robot.'
de 604 mag men inderdaad wel een kunstmens noemen. Zij schakelt dus
een aantal levende mensen uit. Voor het ogenblik is dit niet erg, zo
luidt het antwoord: er is nog zoveel ander werk te doen men denke
bijvoorbeeld aan de invoering van de Ouderdomsvoorziening, waarvan
de premie-inning bij de Belastingdienst is ondergebracht en el lijn
trouwens toch niet voldoende mensen te krijgen. Op langere termijn
kan hier echter dat wordt grif erkend een vraagstuk liggen, dat
grote aandacht zal vragen.
(Van onze Parljse correspondent)
De 43ste Autosalon, die gistermiddag
plechtig in Parijs geopend is, kan zich
er dit jaar allerminst op beroemen
een grote gebeurtenis in de autowereld
te zijn. Van de Franse autoindustrie,
die in deze salon haar voornaamste
markt schijnt te Vinden, is vrijwel geen
nieuws te melden. Alleen Citroën komt
met een overigens reeds aangekon
digd nieuw type. De voornaamste nieu
wigheid zit bij deze ID 19, zoals hij
gedoopt is. vooral in d» combinatie
van de bijzonder elegante carrosserie
van de DS 19, die vorig jaar furore
maakte en algemeen beschouwd wordt
als een auto te zijn die zijn tijd ver
vooruit is, met de motor van de oude
welhaast afgeleefde gewone Citroën.
Naast deze technische attractie van
de nieuwe salon, die naar men ver-
vva< ht wederom gemakkelijk een mil
joen bezoekers zal trekken, zal de volle
aandacht van het publiek wel worden
opgeëist door Simca met zijn creatie
in deze salon is de Spaanse tweeper
soons Pegaso, die een juweel van voor
naamheid en distinctie is, doch in
Frankrijk slechts zestigduizend gul
den moet kosten.
Tot de mindere attracties, die mis
schien voor deskundigen groter belang
hebben, behoort de Vuurvogel, een tur
bineauto van Chevrolet, die bijzonder
veel lijkt op een vliegmachine zonder
vleugels. Renault exposeert een „Val
lende Ster" ook met turbinemotor, die
voorlopig echter meer op een racebaan
thuishoort dan in een dergelijke flon
kerende autosalon. De Amerikanen blij
ken voort te gaan met hun kathedraal-
bouw in de autotechniek. Voor het overi
ge mag de Franse autoindustrie zich
verheugen in een voortdurend stijgende
produktie. In het laatste jaar is over
het algemeen deze produktie met 15 a
20 procent gestegen. In het geheel van
de Franse industrie bekleedt de Franse
autoproduktie een voorname plaats.
Meer dan tweehonderdduizend man
vat' de Aronde in de Dameskuil. Simca werken in de autoindustrie, die geza-
heeft namelijk in een goed tegen in- menlek 110 miljard francs aan salaris
treden beschermde kuil een snoeperige,
roomkleurige en pastelblauwe open
Aronde gezet, waarin drie even snoe
perige en „gearrondeerde" mannequins
permanent het comfort van deze wagen
demonstreren.
Een niet bepaald volkse bijdrage
Het zal inmiddels duidelijk zijn, dat
de inrichting van dat fameuze schakel
bord de essentie van de gehele af
faire uitmaakt. Het heeft er zelfs de
schijn van, dat de man, die bij de ma
chine staat, niet veel meer verricht dan
het bedienen van een paar knopjes. Zo
eenvoudig is het nu ook weer niet, maar
wel mag gezegd, dat het eigenlijke
denkwerk verplaatst is naar het begin
van het rekenproces. Men moet de ma
chine instrueren en daar gaan wel een
paar dagen overheen. Heeft zij echter
eenmaal haar instructies ontvangen,
dan presteert de 604 het om zelfstandig
in een minimum van tijd 60 verschil
lende opdrachten uit te voeren. Zo'n
opdracht kan bijvoorbeeld zijn de ver
menigvuldiging van een getal van 12
Dit elekti outsell
brein doet hel rekenwerk voor de
alle inspecties in ons land.
belastingaanslagen van
cijfers met een getal van 5 cijfers. De
uitdrukking „een minimum van tijd"
is hier bepaald niet overdreven: het
gaat namelijk om één duizendste mi
nuut. Het elektronisch brein is dus in
staat om in 1/1000 minuut 60 verme
nigvuldigingen van 12 maal 5 cijfers uit
te voeren. De ponskaarten kunnen dit
tempo niet eens bijhouden. Een jongere
vinding is dan ook een magnetisch
bandje, dat de gegevens, waarvoor de
ponskaart 80 kolommetjes nodig heeft,
in puntjes kan opnemen op minder dan
één vierkante centimeter. Nu er pons
kaarten worden gebruikt, kan de 604
„slechts" 100 aanslagen per minuut uit
rekenen; bij gebruik van bedoeld band
je zou het waarschijnlijk nog tientallen
keren sneller gaan. Het bezwaar bij de
tweede methode is echter, dat wat op
een bandje vastligt, zich later moeilijk
laat splitsen en zo houdt men het dan
toch maar bij de ponskaart. De 604
werkt dus langzamer dan zij feitelijk
kan, maar eenieder zal moeten erken
nen, dat het uitrekenen van 100 aan
slagen per minuut al een indrukwek
kende prestatie is.
Men ziet de machine een dergelijke
prestatie nauwelijks aan. Het gehele
apparaat heeft ongeveer de afmetingen
van een bescheiden boekenkast; daar
boven ziet inen een kachelpijp om de
ontwikkelde warmte af te voeren. Het
enige bijzondere maar dat is dan ook
wel zeer fascinerend is een tableau
met lampjes, die men, als de werking
van de machine vertraagd wordt, heel
snel aan en uit ziet gaan. Bij dit licht-
jesspel voltrekt zich op het schakel
bord een proces, dat men met de ver
plaatsing van treinen op een rangeer
emplacement zou kunnen vergelijken.
De cijfers worden van het ene spoor
naar het andere gedirigeerd en zo doet
de machine haar rekenwerk. Draait de
machine op haar normale tempo, dan
Eén doorlopende papierband van
aanslagen. Deze machine levert te
gelijk onze aanslagbiljetten en
doorslagen daarvan, die meteen
de kohieren vormen voor de be
lastinginspecties. Iedere seconde
schuift er een nieuwe aanslag uit
het apparaat.
ziet men alleen nog maar wat licht
trillingen.
Van verdere uitleg moge men ons ver
schonen. Tenslotte heeft Uw verslagge
ver het elektronisch brein echt niet uit
gevonden. Hij kan slechts getuigen, dat
de Belastingdienst over wonderbaarlijke
hulpmiddelen beschikt om in de kort
ste keren de 1,7 miljoen definitieve aan
slagen voor de Inkomstenbelasting en
de 500.000 aanslagen voor de Vermo
gensbelasting, die er jaarlijks de deur
uit gaan, tot trefzekere aanslagen te
maken. (De andere aanslagen worden
in de Ponskaartencentrale niet behan
deld). Het is ronduit verbazingwekkend
als men ziet hoe snel uit de gegevens,
die in de ponskaart staan, zo'n aan
slag wordt berekend.
En de fouten? In het uiteindelijke
resultaat komen practisch geen fou
ten voor. In het gehele proces vinden
vijf, zes controles plaats en die contro
les lopen vanzelf in de behandeling
van de kaart mee. Men krijgt ze als
het ware cadeau. De 604 heeft de
plezierige hebbelijkheid, die het men
selijk brein helaas ontbeert: ze signa
leert een fout meteen. De boekhou
der, die zich vergist, moet zijn fout
terugzoeken. De 604 zegt echter zelf
meteen waar de fout zit en men heeft
het verder ook nog zo ingericht, dat
de op dit elektronisch brein aanslui
tende machine, die het eigenlijke aan
slagbiljet produceert, een ongecon
troleerde ponskaart weigert. Het kan
na al deze controle-maatregelen voor
komen, dat er toch met Uw aanslag
iets niet in orde is, doch dat ligt dan
eerder aan de basisgegevens dan aan
de machinale bewerking van die ge
gevens.
Voorwaarde om een dergelijke machi
ne produktie! te laten werken is, dal
men met massaal werk te doen heeft.
Men zou de 604 alle belastingaansla
gen kunnen laten uitrekenen, maar in
enkele gevallen ziet men er van af. Zo
is er bijvoorbeeld de categorie aansla
gen van belastingplichtigen, die ook in
het buitenland belasting betaald hebben.
In deze gevallen moet bij het vaststel
len van de aanslag rekening worden
gehouden met aftrekregelingen, die
vastgelegd zijn in verschillende verdra
gen. Men zou ook deze regelingen kun
nen verwerken in de analyse, die op
het schakelbord wordt aangebracht. Bij
die dradenwirwar, die ons aan spaghet
ti deed denken, is wel ongeveer alles
mogelijk. Men doet het echter niet om
dat voor het betrekkelijk geringe aan
tal aanslagen, waar men in dit geval
mee te maken heeft, het voorbereiden
de werk te ver zou voeren.
Voor het overige wint het elektronisch
brein het evenwel ruimschoots. De ma
chine kost het Rijk jaarlijks rond
35.000. Zjj wordt gehuurd van de In
ternationale Bedrijfsmachine Maat
schappij te Amsterdam. Er is al weer
een machine in bestelling, die een nog
groter capaciteit heeft: met 100 geheu
genposities in plaats van 48 kan de
ze 70 i.p.v. 60 opdrachten tegelijk uit
voeren. Men zou zelfs nog verder kun
nen gaan: de daarop volgende machine
heeft niet minder dan 20.000 geheugen
posities en er bestaat er ook nog een
met maar liefst 6 miljoen posities (huur
per jaar ongeveer 1 miljoen gulden!),
maar hoewel men bij de Belastingen
wel bewezen heeft heus niet terug te
schrikken voor automatisering, schijnl
men er aan zo vérgaande grapjes
die b.v. bij zeer grote verzekerings
maatschappijen in Amerika reeds reali
teit zijn nog niet toe te wezen.
Er zou over de Ponskaartencentrale
nog veel te vertellen zijn. Zo bijvoor
beeld over de vernuftige wijze, waarop
men, als het rekenwerk gedaan is, ten
slotte op één doorlopende papierband
van biljetten de aanslagen klaar
maakt met meteen een doorslag voor
de belastinginspecteurs, die daaruit hun
kohieren kunnen samenstellen. Het is
een merkwaardig gezicht in die ketting
van aanslagen de belastinginkomsten in
wording te zien, waarbij inmiddels wei
opgemerkt moet worden, dat er in meer
gevallen bij de definitieve aanslag res
titutie van bij de voorlopige aanslag te
veel betaalde gelden plaats vindt dan
menigeen denkt. Het is alles bijzonder
ingenieus uitgedacht, maar het boei
endst in deze belastingfabriek blijft toch
wel de 604. De Belastingdienst is niet
de enige instelling in Nederland, die
op zo moderne wijze is uitgerust. Ook
bij de Spoorwegen, de K.L.M., bij Phi
lips en de Nederlandse Heidemlj werkt
men met een dergelijk elektronisch
brein. Maar het zal wel nergens zo tot
de fantasie spreken als daar in dat be
scheiden gebouw aan de Fultonstraat
ten Den Haag, waar Uw en ons belas
tingbedrag uit de machines rolt.
TON ELIAS
uitbetaalt. De totale omzet
600 miljard francs.
bedraagt
De 43ste Autosalon geeft van de toe
nemende vitaliteit van de Franse auto-
industrie een goed beeld. Maar daar
blijft het dan ook bij. Voor het overige
kan men de meeste modellen net zo
goed op straat bewonderen, aangezien
ze net zo zijn als het vorig jaar.
Het lijkt wei alsof dit jaar de organi.
satoren van de Autosalon hun voor
naamste inspanningen gericht hebben
op de verlichting, die zowel in het in
terieur bijna feeëriek is, als in het bij-
zonde^ naar buiten een ongewoon beeld
geeft aan de Champs Elysées.
DR. A. PHILIPS
bezocht afnemers en boekte zijn eer
ste order bij de Goudsche Stearint
Kaarsenfabriek.
De verkoopprijs lag door de grote
concurrentie in het bijzonder van de
Duitse A.E.G., die reeds een produktie
van meer dan een miljoen stuks haaide,
meer dan de helft onder de kostprijs.
Anton Philips ondernam reizen naar
Duitsland en verkocht. Daarna reizen
naar Rusland, naar Spanje, naar Italië.
De concurrentiestrijd nam in hevig
heid toe, maar de sympathieke jonge
Hollander bracht orders mee naar
huis. Nieuwe technici werden in dienst
genomen, efficiënter machines in ge
bruik gesteld. De omzet steeg en bleef
stijgen. Het bedrijf werd winstgevend.
De eerste mijlpaal was bereikt.
Met de grote Duitse concerns wist
Anton Philips tot een verkoopsyndicaat
te komen. Met Amerikaanse firma's
werden octrooiovereenkomsten geslo
ten. Met grote durf en inzicht zette hij,
toen in de eerste wereldoorlog de ia
voer van argongas en glasballons stag
neerde, de bouw van een glasfabriek
door. Een van de vele toe
leveringsbedrijven, waar het concern
in latere jaren over kon beschikken.
De getrokken draadlamp kwam op de
markt, gevolgd door de half-mat lamp.
In 1922 volgde na het aftreden van
zijn broer de benoeming tot algemeen
directeur. Jaren van weergaloze ex
pansie volgden. De sprong naar eerst
de bouw van radio-onderdelen, daar
na naar radio's werd gewaagd. In
enorme series kwamen de toestellen
van de lopende band. Philipslampen
gingen over de gehele wereld. In 1927
10.000, in 1929 20.000 werknemers. De
radioverbindingen met de Oost en de
West kwamen tot stand.
Aan het hoofd van en temidden
van het bedrijf stond dr. Anton Phi
lips, doctor honoris causa in de eco
nomische wetenschappen. Rusteloze
plannenmaker met een heftig tempe
rament. Daarbij humaan, getuige zijn
grote belangstelling en directe be
moeienissen met de sociale verzor
ging van zijn mensen en de maatre
gelen ten bate van zijn personeel bij
de grote malaise in de dertiger ja
ren toen ook het Philips-concern met
zeer veel moeilijkheden te kampen
had. Zijn belangstelling bleef, ook
toen het bedrijf uitgegroeid was tot
een ingewikkelde organisatie, uitgaan
naar de medewerkers van het eerste
uur. Ontspanning gaven hem zijn
liefde voor natuur en kunst.
Na de malaise, het met kracht voort
gezette wetenschappelijk onderzoek.
Verschillende nieuwe artikelen kwa
men in produktie. Zowel nationale als
internationale decentralisatie werden
steeds verder doorgevoerd. Een onge
kend aantal werknemers was in dienst.
In 1939 legde dr. Anton Philips de
leiding van het concern neer. Voortaan
zou hij belangen van de vennootschap
behartigen als president- en gedele
geerd commissaris, hetgeen in de moei
lijke jaren tijdens de 2e wereldoorlog
in Amerika en daarna in Eindho
ven veel van zijn krachten heeft ge
vergd. P.B.
Een Franse autofabriek heeft een automodel ontworpen, dat door een gas
turbine-motor wordt aangedreven en na succesvolle snelheidsproeven op d
zoutvlakten van de Amerikaanse staat Utah thans op de Parijse autotentoon
stelling staat geëxposeerd. Op de foto ziet men de experimentele wagen, die
de naam „Etoile Filante" draagt, op een van de stands in de tentoonstellingshal
Met talloze wagonladingen tegelijk en op
hoogopgeladen vrachtwagens zullen de sui
kerbieten de komende weken weer naar
West Brabant komen om te worden verwerkt
in de fabrieken van de Centrale Suiker
maatschappij en de Verenigde Coöperatieve
Suikerfabrieken. Maandag worden op de
Wittouck in Breda de eerste bieten aan
gevoerd en in de dagen daarna zullen ook
de fabrieken in Steenbergen, Zevenbergen,
Roosendaal en Dinteloord gaan draaien. Na
genoeg al deze fabrieken komen nog cam
pagnearbeiders te kort. Het is dit jaar zeer
moeilijk geweest met de aanwerving van de
ze arbeiders.
In heel ons land wordt een bietenoogst
van 2.7 miljoen ton verwacht. Dat is 0.4
miljoen ton minder dan vorig jaar en dat
was reeds een minder gunstig jaar. Oor
zaak van deze teruggang is het slechte
weer. Alleen een zonnig, niet te nat najaar
kan nog enige verbetering brengen. Ook
het suikergehalte heeft door het overtollige
regenwater in de afgelopen maanden ge
leden. De algemene schaarste op de ar
beidsmarkt is er de oorzaak van, dat de
fabrieken niet zo vlot als in het verleden
aan arbeiders kunnen komen. Het slechte
weer heeft bovendien de werkzaamheden in
de landbouw bij het oogsten van aardappe
len en bieten dermate vertraagd, dat hon
derden arbeiders daarmee nog doende zijn.
In de voorbije jaren leverde de werving
van campagnearbeiders in west-Brabant met
een grote structurele werkloosheid nimmer
moeilijkheden op. De huidige omvangrijke
pendelbeweging naar Rotterdam en Schie
dam en omgeving en de industrialisatie ln
west-Brabant zelf hebben echter dit reservoir
volledig uitgeput. Het aanbod van arbeids
krachten in het economische ontwikkelings
gebied Etten is nog nooit zo laag geweest
als thans. De suikerfabrieken zien de trou
we arbeiders, die campagne na campagne
meemaakten, thans naar Rotterdam gaan,
waar zij in de havens bijvoorbeeld nage
noeg evenveel verdienen zonder dat zij
zaterdagsmiddags en zondags behoeven te
werken. De vrees dat zij na de campagne
werkloos worden, weerhoudt eveneens vele
arbeiders om der gewoontegetrouw naar de
suikerfabriek te gaan.