A utomatisering Boeiende biografie van Dr, Anton Philips Parij se Salon rijk aan licht, maar arm aan nieuws Suikercampagne in Brabant gaat maandag beginnen De rekenmachine kan in 1/1000 minuut de uitkomst leveren van 60 vermenigvuldigingen, elk bestaande uit een getal van 12 cijfers maal een getal van 5 cijfers Rekenwonder 604 Vijf jaar na o verlijden Bietenoogst minder dan vorig jaar; arbeiderstekort ernstig V. Vuurvogelvan Chevrolet en cle „Vallende Ster9 van Renault: voor de toekomst rèR minimi der ZATERDAG 6 OKTOBER 1956 PAGINA 9 -J de H. van pref. e; mis b. H. belij- onisius as, be- i O. L. f. van Pink- arlem: i; mis zater- 'an O. ag na Cal-1 Drie- ;d een hou- geld- an in- kosten /orden er uit* er be* e. Dit indien indien .50 in* en ge- ELEKTRONISCH BREIN berekent onze BELASTINGAANSLAGEN De 604 is een machine, die rekenwerk doet. Een elek tronisch brein, opgesteld in een onopvallend gebouw, vroeger een textielfabriekje, gelegen aan een onopval lende straat in Den Haag. Er hangt niet eens een bordje aan de deur om te vertellen, dat hier een onderdeel van het Ministerie van Financiën is gevestigd. Het doet bijna geheimzinnig aan. Men verzekert ons, dat het zo toch niet bedoeld is, maar de gedachte, dat er met die onopvallendheid toch wel iets bijzonders aan de hand zou kunnen zijn, is niet zo vreemd. De 604 is immers niet zo maar een rekenmachine: zij doet het cijferwerk voor de belastingaanslagen. De machine doet denken aan de wirwar op een hord spaghetti. Men stelle zich voor een metalen raam van enkele vierkante decimeters met honderden gaatjes. In al die gaatjes kunnen stekkertjes worden gestoken, Waar snoertjes aan zitten, die aldus verschillende gaatjes met elkaar verbinden. Van het gehele geval is echter niets anders te zien dan een warwinkel van door elkaar lopende draden. Wil men twee stekkertjes van plaats verwisselen, dan moeten dikke dotten snoer opzij gebogen worden. Pas echter op met iets te veranderen in deze chaotisch lijkende, maar in feite door en door geordende zaak. Aan geen enkel schakelbord kan men straffeloos prutsen, maar wel allerminst aan dit schakel bord, dat de machine „604" dirigeert. Dat schakelbord met de spaghetti van elektrische snoertjes, die er aan hangt, bevat de uitgangspunten voor de berekening van ons aller definitieve aanslag. Die aanslagen worden wel geregeld door die verschillende belastinginspecteurs, maar het feitelijke rekenwerk op basis van de aanslagelementen wordt voor de 98 inspec ties sedert twee jaar centraal verricht met het elek tronisch brein in Den Haag. We zeggen met opzet „met" en niet „door" het elektronisch brein, want de 604 moge een ronduit fantastische machine zijn, die per minuut de gegevens van niet minder dan 100 aanslagen behan delt, de machine kan dit toch alleen wanneer men haar eerst een bepaalde formule heeft opgegeven. Die for mule ligt vast in het schakelbord en de inrichting daar van moet door een menselijk brein uitgedacht worden. Een schakelbord in wording. Met de snoertjes, die de verbinding leggen tus sen de verschillende gaatjes, wordt de formule vastgelegd, volgens welke de rekenmachine moet werken. De 604 vormt het hart van een bijzon der vernuftig uitgedachte mecanische administratie, de Ponskaartencentrale van het Ministerie van Financiën gehe ten. Voor een schematische voorstel ling van de werkwijze dezer centrale heeft men een vel papier van bijna drie meter breed nodig. Dit zal wel voldoende verklaren waarom we afzien van elke poging om nu eens precies te vertellen hoe het in deze centrale toe gaat. Als we ons beperken tot enke le hoofdmomenten van het produktie- proces in deze fabriek der belasting aanslagen, blijkt trouwens-al voldoende, dat er tussen de hemel van de fiscale wetgeving en de aarde der inspecties meer dingen gebeuren dan waarvan een gewoon belastingplichtige ooit ge droomd heeft. Het begint eigenlpk meteen al bp de ponskaart. Zo'n kaart lijkt misschien niet zo interessant meer. De vinding dateert al van het eind van de vorige eeuw en men kent onderhand het sys teem: met ponsmachines worden op verschillende plaatsen gaatjes in de kaart gemaakt, die in dit geval aan geven hoe het met ons zuiver inkomen gesteld is, in welke tariefgroep we ho ren, hoeveel kinderen er voor aftrek in aanmerking komen enz. Het is al lemaal niet zo erg spectaculair, al kan °°k de buitenstaander zich voorstellen r~ hy denke slechts aan het belasting bedrag, dat hij dan tenslotte toch maar te betalen heeft dat het toch wel een bijzonder moment in de wordings geschiedenis van onze aanslag is wan neer na verschillende controles de oor spronkelijke gegevens, die de Belasting inspectie op een z.g. elementennota naar Den Haag heeft gezonden, worden losgelaten en men verder gaat werken alleen met die ponskaart. Het bijzonde re ligt echter vooral in de ingenieuze wijze, waarop dan verder met die kaart wordt omgesprongen. Dat kaartje komt in een tabelleer machine, die kan rekenen en schrij ven, in een sorteermachine, die ge heel automatisch 42.000 kaarten per uur groepeert naar de verschillende i™.gJ£SPen de belastingtabel kent 5000 tarieven en in de „col lator jen hulpmachine, die contro leert of elke kaart in de juiste tarief- ®r0^Pu fHet is hier gemakkelijk verteld, doch in feite vindt hier een proces plaats, waar het de leek bij -duizelt. De beste beurt maakt men op de Ponskaartencentrale echter met het elektronische rekenwonder de 604. Deze machine werkt niet in het tien tallig?, doch in het tweetallige stel sel. Dit stelsel kent alleen de 0 en de 1: voor 2 schrijft men dan 10, voor 3: 11, voor 4: 100. voor 5: 101, voor 6: 110, voor 7: 111, voor 8: 1000 en voor 9: 1001. Men krijgt aldus zeer grote getallen, maar dit vormt voor dit apparaat geen bezwaar. In tal van opzichten heeft deze machine waarlijk fantastische capaciteiten. Men bedenke bijvoorbeeld, dat er in de belastingtarieven niet een zoda nig systeem zit, dat de ene mogelijk heid logisch voortvloeit uit de andere; alle mogelijkheden moeten dus zelf standig naast elkaar worden voor zien en dat worden ze dan ook in de 604, die omdat de kaarten inmiddels door mensenhanden zijn gegaan, nog eens nagaat of ze alle goed liggen. Men denke verder aan het feit, dat een tariefgroep alleen maar inkomens- frenzen aangeeft (b.v. van 5000 tot 5120), zodat men dus voor de tech nische moeilijkheid staat bij een in komen, dat tussen die grenzen ligt zeg 5050 de desbetreffende ponskaart toch binnen die inkomens groep te laten opnemen. Om de wij ze, waarop de 604 deze moeilijkheid oplost, even op populaire wijze te il lustreren: men stopt dan het getal 6050 in het telwerk, laat er 5000 af trekken en de uitkomst moet dan po sitief zijn. Is de uitkomst negatief hetgeen dus zal voorkomen bij een inkomen van bijvoorbeeld ƒ4900 dan „weet" de machine, dat de kaart in een andere inkomensgroep thuis hoort. Op dezelfde mariier se- 1 iecteert de machine met 5120 als pla fond en zo komt de kaart in de groep, waar ze behoort. De werking van de 604 betekent meer dan het op technische wijze la ten verrichten van bepaalde handelin gen; zij gaat verder: men kan deze machine ook bepaalde resultaten laten beoordelen. Met deze besturing komen we op het terrein van de „automatise ring" (een niet geheel zuivere verta ling voor „automation"). De 604 be schikt over een „geheugen" van 48 po sities, oftewel cijfers. Dit geheugen is splitsbaar. Men stopt we zullen het maar zeer huiselijk vertellen dit ge heugen vol met gegevens. Hoe de ma chine deze gegevens moet opnemen en hoe zij er mee moet werken staat in de analyse, die wordt vastgelegd op het eerder genoemde schakelbord. Het is vrij simpel, zeggen de deskundigen: wanneer je de machine moet laten kie zen tussen twee berekeningen, schakel je ze allebei in en waar nodig zorg je dan, dat bij een van de berekeningen de werking van het apparaat onder drukt wordt. Jawel, maar welke be lastingplichtige heeft er ook maar een flauwe notie van, dat aan het uitreke nen van zijn aanslag dergelijke techni sche grapjes te pas komen! Wij dach ten, eerlijk gezegd, eerder, dat er er gens op een belastingkantoor een ad junct-commies aan ons bedrag zat te cijferen met als maximale technische installatie een gewone rekenmachine. De moderne levensbeschrijving heeft een wel heel ongelijke belangstelling getoond voor de figuren, die op het we reldtoneel naar voren zijn getreden. Overtalrijk zijn biografieën van kunste naars en geleerden, talrijk van staats lieden, militairen of ontdekkingsreizi gers, schaars die van grote onderne mers. Van de hand van prof. P. J. Bouman is thans echter verschenen „Anton Phi lips. De mens - de ondernemer", een uitgave van J. M. Meulenkamp. Het tekent op voortreffelijke wijze de groei van het moderne grootbedrijf, waarin de invloed van de creatieve mens in de technisch-economische ontwikkeling groter is dan menigeen vermoedt. Per soon en werk van een onzer grootste ondernemers weet prof. P. J. Bouman op eenvoudige en duidelijke wijze te schetsen. Anton Philips, in de zeventiger jaren geboren in het rustige Zaltbommel. Leerling, zonder veel interesse, van de BommelSe H.B.S. Leerling van de Am sterdamse Openbare Handelsschool, met interesse. Voor Amsterdam. Als volon tair in effecten werkzaam te Amster dam, waar zijn vrijmoedig optreden, vindingrijkheid en slagvaardigheid bij oudere beursbezoekers zo nu en dan wel enige ontstemming verwekten. De meer opwindende gang van zaken aan de Londense beurs, waar hij zijn verdere leertijd doorbracht, trok hem meer aan. Dan, de grote ommekeer. Bij broer Gerard gingen de zaken slecht. Het kapitaal van zijn gloeilampenfa- briekj'e teerde in. Een verkooppo ging sprong af op een te laag bod en de zaak moest voortgezet. Aan de twintigjarige Anton was het om onder leiding van zijn 16 jaar oudere broer de zaak uit een be narde toestand te helpen opheffen en winstgevend te maken. Het avon tuur en het sportieve element daarin lokte Hij leerde het bedrijf kennen, r) ij een bezichtiging van een elektronisch brein zoals de machine t~\ „604", waarover meer in nevenstaande reportage, wordt men ge- -*-* confronteerd met een stukje automatisering, dat zo boeiend als het is toch wel enige vragen oproept. Deze machine doet in een onge looflijk korte tijd het rekenwerk, dat voorheen op een kleine honderd verschillende belastingsinspecties werd gedaan. Sommigen zijn misschien geneigd hierop te reageren met slogans over de mens, die tot robot wordt gemaakt e.d. Daar komen de deskundigen, de heren C. D. Ossewaard.e van de afdeling Organisatie van de Belastingdienst en J. G. Betcke van de Ponskaartencentrale echter tegen op. A titre personel het Ministerie van Financiën doet over een dergelijke kwestie vanzelfsprekend geen uitspraken stellen zij, dat bij de materie, waar zij mee te maken hebben, de automatisering juist ingaat tegen een toestand, waarin de mens moet werken als een machine. Men krijgt inderdaad de opmerke lijke situatie, dat een klein aantal hoog gespecialiseerde deskundigen een bijzonder grote prestatie moet verrichten (ten eerste uiteraard bij het bouwen van de machine en ten tweede bij de planningom haar te laten werken)terwijl voor een groot aantal andere arbeidskrachten het werk veel eenvoudiger wordt. Doch dit alles betekent alleen, dat de machine meer dienstbaar wordt gemaakt aan de mens. Dit neemt niet weg, dat er in andere zin wel sprake is van een robot.' de 604 mag men inderdaad wel een kunstmens noemen. Zij schakelt dus een aantal levende mensen uit. Voor het ogenblik is dit niet erg, zo luidt het antwoord: er is nog zoveel ander werk te doen men denke bijvoorbeeld aan de invoering van de Ouderdomsvoorziening, waarvan de premie-inning bij de Belastingdienst is ondergebracht en el lijn trouwens toch niet voldoende mensen te krijgen. Op langere termijn kan hier echter dat wordt grif erkend een vraagstuk liggen, dat grote aandacht zal vragen. (Van onze Parljse correspondent) De 43ste Autosalon, die gistermiddag plechtig in Parijs geopend is, kan zich er dit jaar allerminst op beroemen een grote gebeurtenis in de autowereld te zijn. Van de Franse autoindustrie, die in deze salon haar voornaamste markt schijnt te Vinden, is vrijwel geen nieuws te melden. Alleen Citroën komt met een overigens reeds aangekon digd nieuw type. De voornaamste nieu wigheid zit bij deze ID 19, zoals hij gedoopt is. vooral in d» combinatie van de bijzonder elegante carrosserie van de DS 19, die vorig jaar furore maakte en algemeen beschouwd wordt als een auto te zijn die zijn tijd ver vooruit is, met de motor van de oude welhaast afgeleefde gewone Citroën. Naast deze technische attractie van de nieuwe salon, die naar men ver- vva< ht wederom gemakkelijk een mil joen bezoekers zal trekken, zal de volle aandacht van het publiek wel worden opgeëist door Simca met zijn creatie in deze salon is de Spaanse tweeper soons Pegaso, die een juweel van voor naamheid en distinctie is, doch in Frankrijk slechts zestigduizend gul den moet kosten. Tot de mindere attracties, die mis schien voor deskundigen groter belang hebben, behoort de Vuurvogel, een tur bineauto van Chevrolet, die bijzonder veel lijkt op een vliegmachine zonder vleugels. Renault exposeert een „Val lende Ster" ook met turbinemotor, die voorlopig echter meer op een racebaan thuishoort dan in een dergelijke flon kerende autosalon. De Amerikanen blij ken voort te gaan met hun kathedraal- bouw in de autotechniek. Voor het overi ge mag de Franse autoindustrie zich verheugen in een voortdurend stijgende produktie. In het laatste jaar is over het algemeen deze produktie met 15 a 20 procent gestegen. In het geheel van de Franse industrie bekleedt de Franse autoproduktie een voorname plaats. Meer dan tweehonderdduizend man vat' de Aronde in de Dameskuil. Simca werken in de autoindustrie, die geza- heeft namelijk in een goed tegen in- menlek 110 miljard francs aan salaris treden beschermde kuil een snoeperige, roomkleurige en pastelblauwe open Aronde gezet, waarin drie even snoe perige en „gearrondeerde" mannequins permanent het comfort van deze wagen demonstreren. Een niet bepaald volkse bijdrage Het zal inmiddels duidelijk zijn, dat de inrichting van dat fameuze schakel bord de essentie van de gehele af faire uitmaakt. Het heeft er zelfs de schijn van, dat de man, die bij de ma chine staat, niet veel meer verricht dan het bedienen van een paar knopjes. Zo eenvoudig is het nu ook weer niet, maar wel mag gezegd, dat het eigenlijke denkwerk verplaatst is naar het begin van het rekenproces. Men moet de ma chine instrueren en daar gaan wel een paar dagen overheen. Heeft zij echter eenmaal haar instructies ontvangen, dan presteert de 604 het om zelfstandig in een minimum van tijd 60 verschil lende opdrachten uit te voeren. Zo'n opdracht kan bijvoorbeeld zijn de ver menigvuldiging van een getal van 12 Dit elekti outsell brein doet hel rekenwerk voor de alle inspecties in ons land. belastingaanslagen van cijfers met een getal van 5 cijfers. De uitdrukking „een minimum van tijd" is hier bepaald niet overdreven: het gaat namelijk om één duizendste mi nuut. Het elektronisch brein is dus in staat om in 1/1000 minuut 60 verme nigvuldigingen van 12 maal 5 cijfers uit te voeren. De ponskaarten kunnen dit tempo niet eens bijhouden. Een jongere vinding is dan ook een magnetisch bandje, dat de gegevens, waarvoor de ponskaart 80 kolommetjes nodig heeft, in puntjes kan opnemen op minder dan één vierkante centimeter. Nu er pons kaarten worden gebruikt, kan de 604 „slechts" 100 aanslagen per minuut uit rekenen; bij gebruik van bedoeld band je zou het waarschijnlijk nog tientallen keren sneller gaan. Het bezwaar bij de tweede methode is echter, dat wat op een bandje vastligt, zich later moeilijk laat splitsen en zo houdt men het dan toch maar bij de ponskaart. De 604 werkt dus langzamer dan zij feitelijk kan, maar eenieder zal moeten erken nen, dat het uitrekenen van 100 aan slagen per minuut al een indrukwek kende prestatie is. Men ziet de machine een dergelijke prestatie nauwelijks aan. Het gehele apparaat heeft ongeveer de afmetingen van een bescheiden boekenkast; daar boven ziet inen een kachelpijp om de ontwikkelde warmte af te voeren. Het enige bijzondere maar dat is dan ook wel zeer fascinerend is een tableau met lampjes, die men, als de werking van de machine vertraagd wordt, heel snel aan en uit ziet gaan. Bij dit licht- jesspel voltrekt zich op het schakel bord een proces, dat men met de ver plaatsing van treinen op een rangeer emplacement zou kunnen vergelijken. De cijfers worden van het ene spoor naar het andere gedirigeerd en zo doet de machine haar rekenwerk. Draait de machine op haar normale tempo, dan Eén doorlopende papierband van aanslagen. Deze machine levert te gelijk onze aanslagbiljetten en doorslagen daarvan, die meteen de kohieren vormen voor de be lastinginspecties. Iedere seconde schuift er een nieuwe aanslag uit het apparaat. ziet men alleen nog maar wat licht trillingen. Van verdere uitleg moge men ons ver schonen. Tenslotte heeft Uw verslagge ver het elektronisch brein echt niet uit gevonden. Hij kan slechts getuigen, dat de Belastingdienst over wonderbaarlijke hulpmiddelen beschikt om in de kort ste keren de 1,7 miljoen definitieve aan slagen voor de Inkomstenbelasting en de 500.000 aanslagen voor de Vermo gensbelasting, die er jaarlijks de deur uit gaan, tot trefzekere aanslagen te maken. (De andere aanslagen worden in de Ponskaartencentrale niet behan deld). Het is ronduit verbazingwekkend als men ziet hoe snel uit de gegevens, die in de ponskaart staan, zo'n aan slag wordt berekend. En de fouten? In het uiteindelijke resultaat komen practisch geen fou ten voor. In het gehele proces vinden vijf, zes controles plaats en die contro les lopen vanzelf in de behandeling van de kaart mee. Men krijgt ze als het ware cadeau. De 604 heeft de plezierige hebbelijkheid, die het men selijk brein helaas ontbeert: ze signa leert een fout meteen. De boekhou der, die zich vergist, moet zijn fout terugzoeken. De 604 zegt echter zelf meteen waar de fout zit en men heeft het verder ook nog zo ingericht, dat de op dit elektronisch brein aanslui tende machine, die het eigenlijke aan slagbiljet produceert, een ongecon troleerde ponskaart weigert. Het kan na al deze controle-maatregelen voor komen, dat er toch met Uw aanslag iets niet in orde is, doch dat ligt dan eerder aan de basisgegevens dan aan de machinale bewerking van die ge gevens. Voorwaarde om een dergelijke machi ne produktie! te laten werken is, dal men met massaal werk te doen heeft. Men zou de 604 alle belastingaansla gen kunnen laten uitrekenen, maar in enkele gevallen ziet men er van af. Zo is er bijvoorbeeld de categorie aansla gen van belastingplichtigen, die ook in het buitenland belasting betaald hebben. In deze gevallen moet bij het vaststel len van de aanslag rekening worden gehouden met aftrekregelingen, die vastgelegd zijn in verschillende verdra gen. Men zou ook deze regelingen kun nen verwerken in de analyse, die op het schakelbord wordt aangebracht. Bij die dradenwirwar, die ons aan spaghet ti deed denken, is wel ongeveer alles mogelijk. Men doet het echter niet om dat voor het betrekkelijk geringe aan tal aanslagen, waar men in dit geval mee te maken heeft, het voorbereiden de werk te ver zou voeren. Voor het overige wint het elektronisch brein het evenwel ruimschoots. De ma chine kost het Rijk jaarlijks rond 35.000. Zjj wordt gehuurd van de In ternationale Bedrijfsmachine Maat schappij te Amsterdam. Er is al weer een machine in bestelling, die een nog groter capaciteit heeft: met 100 geheu genposities in plaats van 48 kan de ze 70 i.p.v. 60 opdrachten tegelijk uit voeren. Men zou zelfs nog verder kun nen gaan: de daarop volgende machine heeft niet minder dan 20.000 geheugen posities en er bestaat er ook nog een met maar liefst 6 miljoen posities (huur per jaar ongeveer 1 miljoen gulden!), maar hoewel men bij de Belastingen wel bewezen heeft heus niet terug te schrikken voor automatisering, schijnl men er aan zo vérgaande grapjes die b.v. bij zeer grote verzekerings maatschappijen in Amerika reeds reali teit zijn nog niet toe te wezen. Er zou over de Ponskaartencentrale nog veel te vertellen zijn. Zo bijvoor beeld over de vernuftige wijze, waarop men, als het rekenwerk gedaan is, ten slotte op één doorlopende papierband van biljetten de aanslagen klaar maakt met meteen een doorslag voor de belastinginspecteurs, die daaruit hun kohieren kunnen samenstellen. Het is een merkwaardig gezicht in die ketting van aanslagen de belastinginkomsten in wording te zien, waarbij inmiddels wei opgemerkt moet worden, dat er in meer gevallen bij de definitieve aanslag res titutie van bij de voorlopige aanslag te veel betaalde gelden plaats vindt dan menigeen denkt. Het is alles bijzonder ingenieus uitgedacht, maar het boei endst in deze belastingfabriek blijft toch wel de 604. De Belastingdienst is niet de enige instelling in Nederland, die op zo moderne wijze is uitgerust. Ook bij de Spoorwegen, de K.L.M., bij Phi lips en de Nederlandse Heidemlj werkt men met een dergelijk elektronisch brein. Maar het zal wel nergens zo tot de fantasie spreken als daar in dat be scheiden gebouw aan de Fultonstraat ten Den Haag, waar Uw en ons belas tingbedrag uit de machines rolt. TON ELIAS uitbetaalt. De totale omzet 600 miljard francs. bedraagt De 43ste Autosalon geeft van de toe nemende vitaliteit van de Franse auto- industrie een goed beeld. Maar daar blijft het dan ook bij. Voor het overige kan men de meeste modellen net zo goed op straat bewonderen, aangezien ze net zo zijn als het vorig jaar. Het lijkt wei alsof dit jaar de organi. satoren van de Autosalon hun voor naamste inspanningen gericht hebben op de verlichting, die zowel in het in terieur bijna feeëriek is, als in het bij- zonde^ naar buiten een ongewoon beeld geeft aan de Champs Elysées. DR. A. PHILIPS bezocht afnemers en boekte zijn eer ste order bij de Goudsche Stearint Kaarsenfabriek. De verkoopprijs lag door de grote concurrentie in het bijzonder van de Duitse A.E.G., die reeds een produktie van meer dan een miljoen stuks haaide, meer dan de helft onder de kostprijs. Anton Philips ondernam reizen naar Duitsland en verkocht. Daarna reizen naar Rusland, naar Spanje, naar Italië. De concurrentiestrijd nam in hevig heid toe, maar de sympathieke jonge Hollander bracht orders mee naar huis. Nieuwe technici werden in dienst genomen, efficiënter machines in ge bruik gesteld. De omzet steeg en bleef stijgen. Het bedrijf werd winstgevend. De eerste mijlpaal was bereikt. Met de grote Duitse concerns wist Anton Philips tot een verkoopsyndicaat te komen. Met Amerikaanse firma's werden octrooiovereenkomsten geslo ten. Met grote durf en inzicht zette hij, toen in de eerste wereldoorlog de ia voer van argongas en glasballons stag neerde, de bouw van een glasfabriek door. Een van de vele toe leveringsbedrijven, waar het concern in latere jaren over kon beschikken. De getrokken draadlamp kwam op de markt, gevolgd door de half-mat lamp. In 1922 volgde na het aftreden van zijn broer de benoeming tot algemeen directeur. Jaren van weergaloze ex pansie volgden. De sprong naar eerst de bouw van radio-onderdelen, daar na naar radio's werd gewaagd. In enorme series kwamen de toestellen van de lopende band. Philipslampen gingen over de gehele wereld. In 1927 10.000, in 1929 20.000 werknemers. De radioverbindingen met de Oost en de West kwamen tot stand. Aan het hoofd van en temidden van het bedrijf stond dr. Anton Phi lips, doctor honoris causa in de eco nomische wetenschappen. Rusteloze plannenmaker met een heftig tempe rament. Daarbij humaan, getuige zijn grote belangstelling en directe be moeienissen met de sociale verzor ging van zijn mensen en de maatre gelen ten bate van zijn personeel bij de grote malaise in de dertiger ja ren toen ook het Philips-concern met zeer veel moeilijkheden te kampen had. Zijn belangstelling bleef, ook toen het bedrijf uitgegroeid was tot een ingewikkelde organisatie, uitgaan naar de medewerkers van het eerste uur. Ontspanning gaven hem zijn liefde voor natuur en kunst. Na de malaise, het met kracht voort gezette wetenschappelijk onderzoek. Verschillende nieuwe artikelen kwa men in produktie. Zowel nationale als internationale decentralisatie werden steeds verder doorgevoerd. Een onge kend aantal werknemers was in dienst. In 1939 legde dr. Anton Philips de leiding van het concern neer. Voortaan zou hij belangen van de vennootschap behartigen als president- en gedele geerd commissaris, hetgeen in de moei lijke jaren tijdens de 2e wereldoorlog in Amerika en daarna in Eindho ven veel van zijn krachten heeft ge vergd. P.B. Een Franse autofabriek heeft een automodel ontworpen, dat door een gas turbine-motor wordt aangedreven en na succesvolle snelheidsproeven op d zoutvlakten van de Amerikaanse staat Utah thans op de Parijse autotentoon stelling staat geëxposeerd. Op de foto ziet men de experimentele wagen, die de naam „Etoile Filante" draagt, op een van de stands in de tentoonstellingshal Met talloze wagonladingen tegelijk en op hoogopgeladen vrachtwagens zullen de sui kerbieten de komende weken weer naar West Brabant komen om te worden verwerkt in de fabrieken van de Centrale Suiker maatschappij en de Verenigde Coöperatieve Suikerfabrieken. Maandag worden op de Wittouck in Breda de eerste bieten aan gevoerd en in de dagen daarna zullen ook de fabrieken in Steenbergen, Zevenbergen, Roosendaal en Dinteloord gaan draaien. Na genoeg al deze fabrieken komen nog cam pagnearbeiders te kort. Het is dit jaar zeer moeilijk geweest met de aanwerving van de ze arbeiders. In heel ons land wordt een bietenoogst van 2.7 miljoen ton verwacht. Dat is 0.4 miljoen ton minder dan vorig jaar en dat was reeds een minder gunstig jaar. Oor zaak van deze teruggang is het slechte weer. Alleen een zonnig, niet te nat najaar kan nog enige verbetering brengen. Ook het suikergehalte heeft door het overtollige regenwater in de afgelopen maanden ge leden. De algemene schaarste op de ar beidsmarkt is er de oorzaak van, dat de fabrieken niet zo vlot als in het verleden aan arbeiders kunnen komen. Het slechte weer heeft bovendien de werkzaamheden in de landbouw bij het oogsten van aardappe len en bieten dermate vertraagd, dat hon derden arbeiders daarmee nog doende zijn. In de voorbije jaren leverde de werving van campagnearbeiders in west-Brabant met een grote structurele werkloosheid nimmer moeilijkheden op. De huidige omvangrijke pendelbeweging naar Rotterdam en Schie dam en omgeving en de industrialisatie ln west-Brabant zelf hebben echter dit reservoir volledig uitgeput. Het aanbod van arbeids krachten in het economische ontwikkelings gebied Etten is nog nooit zo laag geweest als thans. De suikerfabrieken zien de trou we arbeiders, die campagne na campagne meemaakten, thans naar Rotterdam gaan, waar zij in de havens bijvoorbeeld nage noeg evenveel verdienen zonder dat zij zaterdagsmiddags en zondags behoeven te werken. De vrees dat zij na de campagne werkloos worden, weerhoudt eveneens vele arbeiders om der gewoontegetrouw naar de suikerfabriek te gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 9