iWeerzin tegen textielvak
werd overwonnen
SALARISREGELING VOOR
DE KLEUTERLEIDSTERS
DE MENS in de TEXTIELINDUSTRIE
Florentijnse
schilderijen
toch naar
Amerika
De
verdwenen
miniatuur
Nieuw Nederlands record op 10.000 meter
Buitenlandse textiel
uit Twente
De vrouw in de winkel:
Zal ik het nemen?"
Sombere toekomst
Olympische
Spelen
Vertrouwen in
dr. Klompé
Binnenkort 500ste
afdeling
De tijd van Jt is maar een wever" voorgoed voorbij
Per oorlogsschip
Waardering voor haar
voorganger
Katholieke EHBO
VRIJDAG 19 OKTOBER 1956
PAGINA 7
CAMERA S
In kisten die kunnen
drijven
President Brundage:
Geen herkansing voor
Geertje Wielema
door ERICH KASTNER
Vertaling van JOHAN VAN DER WOUDE
Examens
Als de Nederlandse verbruiker zich eens zou kunnen overtuigen van de
Zorg, besteed aan het spinnen, weven, verven en veredelen van de stof
waarvan zijn zakdoeken, overhemden, jurken en blouses etc. worden ver
vaardigd, dan zou bij hem wellicht het gevoel kunnen opkomen, dat hij
zich schuldig maakt aan onachtzaamheid. Onachtzaamheid jegens de vele
vakmensen van hoog tot laag, die er met al hun vakmanschap aan te pas
komen, voordat onze textielgoederen het mooie dessin, de fraaie kleuren
en de hoge kwaliteit hebben, die wij er min of meer achteloos van ver
wachten. Het is te begrijpen, dat men in textielkringen de onachtzaamheid
Van het Nederlandse publiek wel wat al te ver vindt gaan, als de koper
zich ongemotiveerd wendt tot het buitenlandse produkt, terwijl Nederlands
vakmanschap een evengoed zo ja niet beter produkt heeft aan te bieden.
Hoewel het nog al eens schijnt te gebeuren, dat de koper van „buiten
landse" textiel toch weer Nederlandse waar voor zijn goede geld krijgt,
maar dan voorzien van een buitenlands etiket, pleit een dergelijke gang
van zaken toch niet voor het onderscheidingsvermogen van de textielver-
bruiker. Zij is evenmin een bewijs van waardering voor vakmanschap.
In Twente en de Achterhoek bevindt
zich zoals bekend een belangrijk deel
van onze textielindustrie, te weten het
overgrote deel van de katoen- en lin
nenindustrie, die aan ongeveer 49.000
mensen werkgelegenheid geeft. Deze
katoenindustrie kent haar problemen,
economische, commerciële, technische
etc., maar hieraan willen wij thans
voorbijgaan om de schijnwerper te rich
ten op de ontwikkeling van de vakman
in deze industrie, die ook haar proble
men heeft gekend en nog kent. Want
ba de bevrijding viel bij de arbeidende
bevolking van Twente aarzeling, om
niet te spreken van weerzin, te bespeu
ren om haar oude plaatsen in de tex
tielindustrie wederom in te nemen. Een
instelling, die in de eerste plaats werd
veroorzaakt, doordat bij de fabriekma
tige ontwikkeling van de textielindus
trie de produktiefactor arbeid maar
al te zeer uitsluitend als economische
grootheid werd beschouwd. Een tweede
reden was het ontbreken van de nood
zaak van vdkscholing voor de textiel
industrie.
Het sarcastische gezegde, dat wie
nergens voor deugde altijd nog wel
goed genoeg was voor de textielindus
trie, was kenmerkend voor het geringe
aanzien, dat de textielarbeid genoot
(,,'t is maar een wever") en voor de
afwezigheid van elke vorm van be
roepseer.
Men is in Twente echter niet bij
de pakken gaan neerzitten, maar
heeft de moed gehad om deze onge
twijfeld moeilijke problemen krachtig
aan te pakken.
In 1947 werd opgericht de stichting
Textielvak. Het bestuur werd paritair
samengesteld uit vertegenwoordigers
van werkgevers en werknemers en
haar doelstelling was „het verhogen
van het aanzien van het textielvak
en van degenen, die daarin werkzaam
zijn; het bevorderen van een goede sa
menwerking en verstandhouding tus
sen werkgevers en werknemers in de
textielindustrie en in het algemeen
het bevorderen van al wat kan leiden
tot de verheffing van de stand der
werknemers In de textielindustrie en
van de maatschappelijke waardering
van die tak van industrie".
Tot de vele activiteiten en
handelingen van de stichting behoort
bijvoorbeeld de opdracht aan prof. dr.
F. van Heek tot het opstellen van een
sociologisch onderzoek in de Twents-
Achterhoekse textielindustrie. Een pri
meur voor ons land, immers nimmer
werd tevoren nog een onderzoek inge
steld naar de arbeidsvreugde in een
bepaalde tak van industrie.
De vele activiteiten van de stichting
Textielvak hebben er reeds in belang
rijke mate toe bijgedragen, dat na de
oorlog de arbeidsomstandigheden in de
gewestelijke textielindustrie aanmerke
lijk zijn verbeterd in vergelijking met
de voorgaande periode. Dit geldt niet
alleen voor de lonen, maar ook voor
de menselijke verhoudingen. En men
is niet van plan om bij het thans be
reikte stil te blijven staan, maar men
gaat voort op de ingeslagen weg.
Dat de stichting bijzondere belang
stelling aan de dag legt voor het vak
onderwijs, en hier komen we weer op
onze vakman, is begrijpelijk. Er be
staat een nauwe band met de Textiel-
vakschool te Enschede, een instituut
voor lager nijverheidsonderwijs, waar
jongens en meisjes die de lagere
school hebben verlaten een vak
scholing krijgen, waarbij bovendien
ruime aandacht wordt besteed aan ka
raktervorming.
De opleiding tot vakman houdt ech
ter begrijpelijk bij deze Textielvak-
nisch-industrieel kunnen van de
Twentse textielindustrie met alle
soms zeer schadelijke gevolgen van
dien (bijv. voorkeur voor buitenland
se produkten) is dan ook zeker niet
meer gerechtvaardigd te noemen.
De noodzaak tot het leveren van
een kwaliteitsprodukt en het aanbre
ken van bet chemische tijdperk in de
textielindustrie hebben de periode van
minachting voor het textielvak defi
nitief afgesloten en zij heeft plaats
gemaakt voor een tijd waarin naast
vakmanschap van *le arbeider ook
aan zijn menszijn in het bedrijf hoge
eisen worden gesteld.
We willen in dit verband niet nalaten
een behartigenswaardige opmerking aan
te halen van een werknemer-lid van
het dagelijks bestuur van de stichting
Textielvak: „Wanneer het bedrijfsleven
en de samenleving in de situatie van
vandaag in meerdere mate dan vroe
ger het geval was zijn aangewezen op
mensen met beweeglijkheid van geest,
met verantwoordelijkheidsbesef en met
zin voor samenwerking, dan wordt het
Advertentie
ln de rouleaudrukkerij worden de stoffen bedrukt met het dessin. Het
doek, dat over de walsen van de drukmachine loopt, wordt geïnspecteerd
door de drukker. Op deze wijze levert hij zijn bijdrage aan een van de
laatste bewerkingen van de stof in de zgn. finish-afdeling. Lange erva
ring en groot vakmanschap zijn onontbeerlijk bij deze geregelde controle.
school niet op. In Enschede wordt bijv.
nog een vijfjarige avondcursus gegeven
met daarop gebaseerd een driejarige
bazencursus. Een volledige avondcur
sus duurt dus 8 jaar. Is het wonder,
dat degenen, die zich zoveel moeite en
doorzettingsvermogen getroosten om
all-round vakman te worden, hun belo
ning vinden in een mooie functie in de
Twentse textielindustrie? Is het ver
wonderlijk, dat zij in staat zijn een pro
dukt te vervaardigen, dat de toets der
vergelijking met buitenlandse produk
ten glansrijk kan doorstaan? Voorts
vindt men in Enschede nog de Hogere
Textielschool met haar drieledige op
leiding, waarover wij reeds eerder uit
voerig hebben geschreven.
De jongste en de kleinste van de
verschillende opleidingsinstuten is
de Uitgebreid Technische Textiel
school, die als doel heeft de basis en
vooral de algemene ontwikkeling van
de toekomstige bazen te vergroten.
De U.T.T. moet de lacune opheffen
welke bestaat tussen de lagere op
leiding en de Hogere Textielschool.
Als men daarnaast nog rekening
houdt met de vele cursussen in de fa
brieken en daarbuiten met steun van
de werkgever, dan kan men ongetwij
feld wel constateren, dat er aan de
vorming van de vakman bijzonder
hard gewerkt wordt in Twente, het
geen het prestige van deze vakman
zeer ten goede komt. De nog bestaan
de onderwaardering voor het tech-
de hoogste tijd, dat ons lager en hoger
onderwijs meer aan de eisen die het
bedrijfs- en maatschappelijk leven stelt
worden aangepast, dan thans het geval
is".
De Italiaanse regering heeft getracht
de gemoederen van de verontwaardigde
Italiaanse kunstvrienden in Florence te
sussen door te verklaren dat de schil
derijen, die aan Amerikaanse musea in
bruikleen zullen worden afgestaan, in
metalen kisten, die kunnen drijven, zul
len worden verpakt. (Dat drijven ver
moedelijk omdat de ramp met de An
drea Doria nog in veie achterhoofden
speelt). Bovendien zullen de schilderij
en, volgens het ministerie van onder
wijs, kunsten en wetenschappen, in een
Amerikaans oorlogsschip worden ver
voerd.
Gisteren hebben wij gemeld, dat een
Florentijnse schilder een deurwaarder
naar de burgemeester en wethouders
van Florence heeft gezonden met een
gerechtelijk bevel". Hij had daarbij
de steun van vele vooraanstaande kunst
kenners, onder wie de beroemde te
Florence woonachtige Amerikaanse
criticus Bernhard Berenson.
Het ministerie heeft echter laten blij
ken het plan desondanks te willen
doorzetten vanwege de volgende mo
tieven
De schilderijen zullen in een oorlogs
bodem worden vervoerd. De schilde
rijen zijn zeer hoog verzekerd. Experts
in het herstellen en restaureren van
meesterwerken zouden de gehele reis
meemaken. De schilderijen zullen in
metalen kisten worden verpakt die
kunnen drijven als het schip mocht ver
gaan.
In Florence schijnt men echter de
strijd niet te willen opgeven. Men be
raadt zich over de volgende stappen.
Mensen van Menko is de titel van
het jubileumboek uitgegeven ter
gelegenheid van het 100-jarig be
staan van N. J. Menko N.V. te
Enschede, die zich bezig houdt met
spinnen, weven, drukken en ver
edelen van stoffen.
Dit jubileumboek is een bijzonder
boek, het bestaat hoofdzakelijk uit
een groot aantal fraaie en indrin
gende foto's van de bekende foto
graaf Nico Jesse, die een beeld ge
ven van de mensen, die bij Menko
werken, niet alleen tijdens hun
werk, maar ook in hun vrije tijd
bij alles wat mensen zoal niet ple
gen te doen. Het boek is voorzien
van een tekst geschreven door
mevrouw Martie Verdenius en we
kunnen niet nalaten van deze boei
ende tekst een gedeelte weer te
geven, ook al in verband met het
artikel op deze pagina, dat over
het vakmanschap in de Twentse
textielindustrie handelt.
Met een jurk, een nieuwe jurk,
koopt een vrouw het geluk. Of
misschien niet het geluk, maar in
ieder geval vreugde. Vreugde over
het nieuwe, het mooie, het onge
repte. Het kan zijn, dat ze niet
meteen de jurk klaar koopt, maar
de stof ervoor. Ze doet haar keus
in de winkel. Ontelbare stoffen
gaan door haar handen. Ze pakt
ze op, ze bevoelt ze, ze kijkt in
de spiegel: zal ik het nemen? Zal
ik het niet nemen? Met een nieu
we jurk en een nieuwe stof komen
er nieuwe mogelijkheden. Stoffen
met bloemendessins, met een ruit,
een stip, een streep van kar
mijnrood. tot korenblauw, van gif
groen tot zilverig wit met als enig
probleem: Zal ik het nemen, zal
ik het niet nemen. Het enige pro
bleem'. Achttienhonderd mensen
van Menko (en 150.000 in de ge
hele Nederlandse textielindustrie)
zijn hier dag en nacht mee bezig.
Al die mensen, waarvan het jubi
leumboek maar een enkele flard
van een levensmoment laat zien,
waarvan een enkele willekeurig
flits even oplichtte tegen de ma
chines, die doorrazen met hun
monotone zang al die men
sen kunnen op straat lopen in hun
eigen stad, hun eigen land of ver
daarbuiten en plotseling zeggen:
Kijk daar loopt een vrouw, die een
stof draagt, die wij gemaakt heb
ben. Het moet een gevoel van trots
hele wereld hun stoffen dragen."
en voldoening geven, dat duizen
den onbekende vrouwen over de
M V
Woensdag is in het Heysel-stadion te Brussel een internationale atletiekontmoeting gehouden, ivaaraan door atleten
uit negen landen werd deelgenomen. De Nederlandse lange-af standsloper F. Ktlenen won de 10.000 meter in de tijd
van 29 min. 47.2 sec. en vestigde hiermee een nieuw Nederlands record. F. Herman (links) feliciteert hier Kuenen
met zijn overwinning, terwijl de Engelsman C. Knight, die tweede werd op de 10.000 meter, toekijkt.
Bij zijn aankomst in de Verenigde
Staten, na de besprekingen in Lau
sanne, heeft Avery Brundage, presi
dent van het Internationaal Olympisch
Comité, gezegd, dat het buitenland
even sterk aan de amateur-status van
de Amerikaanse deelnemers twijfelt,
als aan die van de Russen.
„De Verenigde Staten en Rusland
worden tezamen becritiseerd in de
Europese pers", zei Brundage, „omdat
men zich in Europa zorgen maakt
over onze studiebeurzen en over het
Russische staats-amateurisme. Tenzij
wij in de toekomst iets doen, is het
met de Olympische Spelen afgelopen".
Het bestuur van het Nederlandsch
Olympisch Comité heeft aan Geertje
Wielema schriftelijk meegedeeld, dat
het de mening van de Hilversumse
zwemster, dat een tweekamp tussen
Lenie de Nijs en haar zou moeten uit
wijzen wie van haar beiden in Melbour
ne zou moeten uitkomen op de rugslag,
niet deelt. In dat geval zou dezelfde
onbillijkheid, begaan ten opzichte van
Geertje Wielema, worden begaan ten
opzichte van Lenie de Nijs. Het bestuur
van het NOC is wel van mening, dat
moet worden vastgehouden aan de op-,
vatting, dat geen belangrijke achteruit
gang mag worden geboekt in snelheid
en conditie. Dit geldt uiteraard voor
allen, die reeds in de een of andere
ploeg zijn gekozen. Mocht blijken dat
de een of andere zwemster geheel uit
vorm is, dan zal inderdaad moeten wor
den overwogen of maatregelen noodza
kelijk zijn.
In staatsblad nr. 507 is gepubliceerd
het Koninklijk Besluit van 15 oktober
tot wijziging en aanvulling van het be
zoldigingsbesluit burgerlijke rijksamb
tenaren 1948.
De bezoldiging van de kleuterleid
sters is daarbij geregeld met terugwer
kende kracht tot 1 januari 1956, de da
tum van Inwerkingtreding der Kleuter
onderwijswet. De bepalingen van het
bezoldigingsbesluit, die op de onderwij
zers van toepassing zijn, gelden even
eens voor de leidsters, b.v. die betref
fende klassenaftrek, huwelijkstoelage,
kindertoelage, enz. De bepalingen, die
speciaal op de leidsters van toepassing
zijn, zijn ondergebracht in een nieuw
hoofdstuk.
Als salarisanciënniteit voor de bere
kening van het salaris van de hoofd
leidster en de leidster geldt de tijd, die
na 1 januari 1956 als zodanig aan een
kleuterschool is doorgebracht. Voor
hen, die vóór deze datum bij het kleu
teronderwijs werkzaam zijn geweest,
bevat het nieuwe hoofdstuk een over
gangsbepaling, volgens welke de vast
stelling van de anciënniteit is geba
seerd op de leeftijd. Als diensttijd wordt
aan hen medegegeven de tijd, liggende
tussen de eerste dag van de maand,
waarop de 21-jarige leeftijd werd be
reikt, en 1 januari 1956.
Het overgangsrecht voorziet in een
regeling voor het salaris van de hoofd
leidster en de leidster, die niet in het
bezit is van de voor haar functie ver
eiste wettelijke acte van bekwaamheid.
Op haar salaris wordt een korting toe
gepast van tien procent. Voor de hoofd
leidster, die noch de akte van be
kwaamheid als hoofdleidster, noch die
van leidster bezit, geldt evenwel een
korting van vijftien procent op het
maandsalaris.
Het nieuwe hoofdstuk bevat voorts
een aantal bepalingen, die zakelijk over
eenstemmen mei de desbetreffende be-
De Spaanse atleet Felix Erauzquin heeft, zoals gemeld, een nieuwe stijl
speerwerpen ontwikkeld en in deze nieuwe stijl reeds een worp gedaan van
83.40 meter, waarmee hij het officiële Europese record van de Pool Sidlo
(80.15 m) brak en het officiële wereldrecord, dat met 83.56 meter op naam
staat van de Fin Mikkinen, heel dicht benaderde. De nieuwe stijl is als een
bom ingeslagen in de internationale atletiekwereld, die nog niet goed weet
welk standpunt men precies moet innemen. Het is evenmin bekend of deze
bijzonder effectieve nieuwigheid op de Olympische Spelen in Melbourne zal
worden toegelaten. Het nieuwe van dit speerwerpen is, dat men niet langer
een aanloop neemt, maar dat de atleet de speer wegslingert na enkele om
wentelingen om zijn as te hebben gemaakt, zoals bij discuswerpen. Men ziet
hier Erauzquin tijdens een demonstratie in Madrid:.
Deze foto geeft een beeld van de fijnspinnerij van een katoenspinnerij,
waar honderden spillen het eigenlijke werk doen voor de spinner. Hij
houdt de spillen echter nauwlettend in het oog en zorgt er voor, dat het
uiteindelijk produkt, katoenen garens, beantwoordt aan de eisen, die er
aan toorden gesteld. Inzicht in het gehele produktieproces en goede
indeling van eigen werk zijn daarbij onontbeerlijk.
48
„Theorieën!" mompelde Papa Kulz. „Louter theo
rieën!" Plotseling stond hij óp en liep naar de
verzamelaar toe. „Maar één ding is zeker! De
miniatuur is weg! Mijnheer Steinhovel, ik ben u een
half miljoen schuldig. Geen tegenspraak! Op de bank
heb ik zes duizend mark. Ze zijn van u. Bovendien
is mijn zaak van u! Die gaat niet slecht! Ze
staat er goed voor. Ik trek met mijn vrouw bij
de kinderen in".
„In 's hemelsnaam!" riep de elegante oude kunst
verzamelaar en hief afwerend de handen op. „Wat
moet ik dan met uw slagerij beginnen?"
„Dat is toch uw zaak," antwoordde Kulz. „Verkoopt
u de winkel! Ik heb mijn leven lang geen schulden
gemaakt. Dat zal zo blijven! Zolang ik nog een knoop
aan mijn broek heb, die niet strikt noodzakelijk
is, heb ik geen rust meer! Van vandaag af behoort
alles wat ik bezit u! Een paar pakken mag ik
misschien wel houden? Ze zouden u toch niet passen.
We zullen het later op schrift zetten!"
Hij ging weer zitten en haalde met sidderende
vingers een sigaar uit zijn koker.
„Maar u lijkt wel niet wijs!" zei mijnheer Stein
hovel. „Ten eerste was u toch in de overtuiging
de imitatie te bezitten en ten tweede krijgen we
het origineel weer terug! Nietwaar, mijnheer de
commissaris?"
„Natuurlijk", beweerde deze onzeker.
„Dat gelooft u zelf niet," zei Oskar Kulz. „Wanneer
die jonge man werkelijk een boef is, dan ziet u
uw Holbein nooit terug. Daar kunt u donder op
zeggen!"
,,U( schijnt van de politie geen hoge dunk te heb
ben," meende de commissaris.
De heer Oskar Kulz hoorde deze opmerking hele
maal niet, maar knikte de oude kunstverzamelaar
nadenkend toe.
„We stellen het later op schrift!" herhaalde hij
ernstig.
Reeds langer dan een uur reed de componist Struve
de oude, gladgeschoren heer achterna! De beide
chauffeurs hadden spoedig begrepen dat het niet
om een wandelritje ging. Vooral de ene chauffeur
werd dat ontstellend duidelijk. Toen hij namelijk
wilde stoppen om bij zijn passagier te informeren,
waarom hij doelloos door dozijnen hoofd- en zijstraten
werd gejaagd, zag hij in de spiegel dat de deftige
heer een revolver uit de zak haalde, deze ontzekerde
en haar op eei wijze die geen twijfel overliet op
de leren chauffeursjas richtte.
In de ernstigste situatie van het leven heeft men
geen woorden van node. De chauffeur besloot niet
verder te vragen en dacht niet meer aan stoppen.
Hij drukte op het gaspedaal en joeg om de volgende
hoek.
In de taxi die de eerste volgde^ ging het iets
gemoedelijker toe. De componist Struve vond, na
grondig te hebben gezocht, een vel muziekpapier.
Hij scheurde het in gelijke stukjes en bekrabbelde
de zo ontstane strookjes papier haastig met zijn
stompje potlood. Op ieder strookje stond hetzelfde
en wel: Taxi IA 32875 onmiddellijk aanhouden!
Passagier door de politie gezocht misdadiger! In de
zaak Holbein-miniatuur!
Iedere verkeersagent die zij passeerden, wierp
Struve zo'n papiertje toe. De agent op de Steinmarkt
drukte zijn papiertje een politiepatrouille in de hand.
Deze waarschuwde haar districtsbureau. De inspec
teur van het district stelde het hoofdbureau op de
hoogte. De dienstdoende commissaris gaf de nodige
orders. En het duurde niet lang of talrijke motor
patrouilles suisden door het Westen van Berlijn en
zochten de taxi IA 32875.
Bij de Gedachtniskirche viel professor Horn de
eerste van deze politiemotorfietsen op. Deze stopte
bij de Rankestrasse en de man in de zijspan wees
naar de taxi.
„Rij door!" riep professor Horn.
„Het rode licht brandtantwoordde de chauffeur.
Professor Horn hief de revolver op. En de taxi
suisde, niettegenstaande het stopsignaal, de Tauent-
zienstrasse in.
Rudi sprong in zijn wagen in de hoogte. „Er
achter aan!" schreeuwde hij buiten zichzelf. „Er
achter aan!"
De jacht ging verder.
En vlak achter de twee taxi's veegde de motorfiets
met de agenten.
De signaalhorens huilden.
De voorbijgangers keken de cavalcade verbaasd
na. Privé auto's versnelden hun tempo en probeerden
te volgen. De straat was in een roes.
Voor het Kaufhaus des Westens stopte de eerste
taxi. De passagier sprong er uit en rende het portaal
van het warenhuis in.
De tweede c uffeur remde eveneens. „Hier wach
ten!" riep Rudi Struve en volgde de vluchteling. In de
ingang stootte Rudi Struve op de agenten, die juist
van de motorfiets waren gestapt. „Kom mee!"
schreeuwde de componist en stortte zich vol tempe
rament middenin de golf van kooplustigen. Professor
Horn was verdwenen.
„Laat u alle uitgangen bezetten!" riep Struve en
snelde op de trap af.
De bezoekers hadden juist van de' commissaris
afscheid genomen, toen het district Steinplatz opbelde
en de tekst van het papierstrookje doorgaf, die be
trekking had op de taxi IA 32875.
De commissaris had de nodige maatregelen getrof
fen. Motorpatrouilles rukten uit. Bovendien werden
de wegen die uit de stad voerijen, afgezet. Meer
kon men op het ogenblik niet doen.
Nu zaten de drie bezoekers weer op hun stoelen
en blikten gelaten naar de telefoon.
„Misschien hebben we geluk," zei de commissaris,
„en krijgen we de jongeman toch nog te pakken!"
„Maar wie ter wereld zit toch achter zijn taxi
aan!" zei de oude kunstverzamelaar sceptisch.
„Misschien is het de concurrentie, die hem ons in
handen speelt. Misschien is het ook een van zijn
handlangers, de ons op een dwaalspoor tracht te
leiden. Wat weet men er van!"
(Wordt vervolgd)
palingen voor de onderwijzers. De aan
dit hoofdstuk toegevoegde salaristabel
geeft een viertal salarisschalen voor
hen, die werkzaam zijn in een gemeen
te der eerste klasse, waarbij de vol
gende minima en maxima zijn vastge
steld: Voor de leidster met akte van
bekwaamheid als leidster 210 - 282
(maximum te bereiken na 5 tweejaar
lijkse verhogingen)voor de leidster
met akte van bekwaamheid als hoofd
leidster 240 - 378,50 (maximum na
10 tweejaarlijkse verhogingen); voor de
hoofdleidster van een z.g. kleine school
282 - 419 (maximum na 10 twee
jaarlijkse verhogingen); voor de hoofd
leidster van een z.g. grote school 310
- 446 (maximum na 10 tweejaarlijkse
verhogingen), waarbij met een kleine
school wordt bedoeld een school, waar
van het aantal wettelijk verplichte leid
sters, de hoofdleidster daaronder be
grepen, wier bezoldiging voor rijksver
goeding in aanmerking komt, niet meer
dan 4 bedraagt, terwijl voor een grote
school dit aantal 5 of meer bedraagt.
Vrijwel de gehele Tweede Kamer
treedt de nieuwe minister van
Maatschappelijk Werk tegemoet in het
op haar persoonlijke en parlementaire
antecedenten gefundeerde vertrouwen,
dat haar beleid zich zal kenmerken
door voortvarendheid, doortastendheid
en werkkracht. Aldus blijkt uit
het voorlopig verslag op de begroting
van maatschappelijk werk. Zeer vele
leden uiten hun waardering voor de
wijze, waarop de ambtsvoorganger van
de minister zich van zijn bij dit nieuw
opgerichte departement wel zeer zware
taak heeft gekweten.
Vele leden achten een vraag, bij hen
gerezen in verband met het maatschap
pelijk werk voor woonwagenbewoners,
op vele aspecten van de arbeid van
dit departement toepasselijk: de vraag,
welke rol de minister in het geheel van
haar subsidiepolitiek aan haar depar
tement toedenkt aan de vele en vreemd
soortige gemeentelijke activiteiten ter
uitoefening en stimulering van het
maatschappelijk werk. Acht zij het ge
vaar van een bedreiging van de ge
meentelijke zelfstandigheid, van een
eventuele verlamming van gemeente
lijke activiteiten, geheel denkbeeldig?
Hoe meent zij anderzijds te kunnen ver
mijden, dat het aanbod van subsidi
ering als het ware opwekt tot, althans
een voedingsbodem vormt voor onge
zonde initiatieven?
Vele leden vragen zich af, of alle
middelen, om de toeloop naar de op
leiding voor gezinsverzorgster te sti
muleren, uitgeput zijn. In dit verband
opperen zij de mogelijkheid van ver
mindering van de opleidingskosten.
In de volgende plaatsen zijn in de
afgelopen week nieuwe afdelingen ka
tholieke eerste hulp bij ongelukken op
gericht.
Barger-Compascuum 53 leden, Schin
op Geul (24), Kerkdriel (75), Henge
velde (37), Horssen (26). Het getal van
499 afdelingen, omvattende ongeveer
1.000 parochies werd bereikt. Binnen
enige dagen valt de oprichting van de
500e afdeling te verwachten.
AMSTERDAM, 18 okt. (GU). Be
vorderd tot arts mevr. N. C. Ansink-
Schipper, S. B. Gan, H. J. v. d. Kaaij,
M. H. Schvey, Th. de Boorder en A. F.
L. Golterman (Amsterdam); artsexamen
le ged. Ph. Willensky, M. W. Wessel,
G. H. Bruins, J. H. Groff, T. G. M. Stef-
fens (Amsterdam); R. v. d. Veer (Haar
lem); en M. R. den Hartog (Nijmegen).
Doctoraal economie; D. T. v. d. Mei en R.
F. Dhooge (Amsterdam); doctoraal
psychologie: F. Mispelblom Beyer (Am
sterdam) en A. A. J. v. d. Broecke (Bla-
ricum); doctoraal scheikunde W. Groen
(Amsterdam) en kand. wis- en natuurk.:
P. S. v. Gulik en H. Arnoldy. Bevorderd
tot doctor in de wis- en natuurkunde
proefschrift: „Geology and petrology of
the Borga region (Vasterbotten, Sweden)
Th. v. d. Harst, geb. te Amsterdam.
UTRECHT, 18 okt. Doet. rechten: Th.
J. Koster, Utrecht; P. H. Gerritsen,
Amsterdam. Doet. veeartsenijkunde:
F. M. Willems, Eede (Zld); C. Ruygh,
Apeldoorn; J. E. Gajentaan, Amster
dam; J. G. L. Pape, Noordwolde; W.
R. J. Rasenberg, Wagenberg; mej. J.
S. Hooghiemstra, Bilthoven; R. T.
Haalstra, Grijpskerk. Kand. psycholb-
gie; N. v. Bokhorst, De Bilt; C. de
Bruin, Utrecht; A. R, v. Ruyven, Bilt
hoven; kand. tandheelkunde: A. J.
Goedhart, Amsterdam.