iWeerzin tegen textielvak werd overwonnen SALARISREGELING VOOR DE KLEUTERLEIDSTERS DE MENS in de TEXTIELINDUSTRIE Florentijnse schilderijen toch naar Amerika De verdwenen miniatuur Nieuw Nederlands record op 10.000 meter Buitenlandse textiel uit Twente De vrouw in de winkel: Zal ik het nemen?" Sombere toekomst Olympische Spelen Vertrouwen in dr. Klompé Binnenkort 500ste afdeling De tijd van Jt is maar een wever" voorgoed voorbij Per oorlogsschip Waardering voor haar voorganger Katholieke EHBO VRIJDAG 19 OKTOBER 1956 PAGINA 7 CAMERA S In kisten die kunnen drijven President Brundage: Geen herkansing voor Geertje Wielema door ERICH KASTNER Vertaling van JOHAN VAN DER WOUDE Examens Als de Nederlandse verbruiker zich eens zou kunnen overtuigen van de Zorg, besteed aan het spinnen, weven, verven en veredelen van de stof waarvan zijn zakdoeken, overhemden, jurken en blouses etc. worden ver vaardigd, dan zou bij hem wellicht het gevoel kunnen opkomen, dat hij zich schuldig maakt aan onachtzaamheid. Onachtzaamheid jegens de vele vakmensen van hoog tot laag, die er met al hun vakmanschap aan te pas komen, voordat onze textielgoederen het mooie dessin, de fraaie kleuren en de hoge kwaliteit hebben, die wij er min of meer achteloos van ver wachten. Het is te begrijpen, dat men in textielkringen de onachtzaamheid Van het Nederlandse publiek wel wat al te ver vindt gaan, als de koper zich ongemotiveerd wendt tot het buitenlandse produkt, terwijl Nederlands vakmanschap een evengoed zo ja niet beter produkt heeft aan te bieden. Hoewel het nog al eens schijnt te gebeuren, dat de koper van „buiten landse" textiel toch weer Nederlandse waar voor zijn goede geld krijgt, maar dan voorzien van een buitenlands etiket, pleit een dergelijke gang van zaken toch niet voor het onderscheidingsvermogen van de textielver- bruiker. Zij is evenmin een bewijs van waardering voor vakmanschap. In Twente en de Achterhoek bevindt zich zoals bekend een belangrijk deel van onze textielindustrie, te weten het overgrote deel van de katoen- en lin nenindustrie, die aan ongeveer 49.000 mensen werkgelegenheid geeft. Deze katoenindustrie kent haar problemen, economische, commerciële, technische etc., maar hieraan willen wij thans voorbijgaan om de schijnwerper te rich ten op de ontwikkeling van de vakman in deze industrie, die ook haar proble men heeft gekend en nog kent. Want ba de bevrijding viel bij de arbeidende bevolking van Twente aarzeling, om niet te spreken van weerzin, te bespeu ren om haar oude plaatsen in de tex tielindustrie wederom in te nemen. Een instelling, die in de eerste plaats werd veroorzaakt, doordat bij de fabriekma tige ontwikkeling van de textielindus trie de produktiefactor arbeid maar al te zeer uitsluitend als economische grootheid werd beschouwd. Een tweede reden was het ontbreken van de nood zaak van vdkscholing voor de textiel industrie. Het sarcastische gezegde, dat wie nergens voor deugde altijd nog wel goed genoeg was voor de textielindus trie, was kenmerkend voor het geringe aanzien, dat de textielarbeid genoot (,,'t is maar een wever") en voor de afwezigheid van elke vorm van be roepseer. Men is in Twente echter niet bij de pakken gaan neerzitten, maar heeft de moed gehad om deze onge twijfeld moeilijke problemen krachtig aan te pakken. In 1947 werd opgericht de stichting Textielvak. Het bestuur werd paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers en haar doelstelling was „het verhogen van het aanzien van het textielvak en van degenen, die daarin werkzaam zijn; het bevorderen van een goede sa menwerking en verstandhouding tus sen werkgevers en werknemers in de textielindustrie en in het algemeen het bevorderen van al wat kan leiden tot de verheffing van de stand der werknemers In de textielindustrie en van de maatschappelijke waardering van die tak van industrie". Tot de vele activiteiten en handelingen van de stichting behoort bijvoorbeeld de opdracht aan prof. dr. F. van Heek tot het opstellen van een sociologisch onderzoek in de Twents- Achterhoekse textielindustrie. Een pri meur voor ons land, immers nimmer werd tevoren nog een onderzoek inge steld naar de arbeidsvreugde in een bepaalde tak van industrie. De vele activiteiten van de stichting Textielvak hebben er reeds in belang rijke mate toe bijgedragen, dat na de oorlog de arbeidsomstandigheden in de gewestelijke textielindustrie aanmerke lijk zijn verbeterd in vergelijking met de voorgaande periode. Dit geldt niet alleen voor de lonen, maar ook voor de menselijke verhoudingen. En men is niet van plan om bij het thans be reikte stil te blijven staan, maar men gaat voort op de ingeslagen weg. Dat de stichting bijzondere belang stelling aan de dag legt voor het vak onderwijs, en hier komen we weer op onze vakman, is begrijpelijk. Er be staat een nauwe band met de Textiel- vakschool te Enschede, een instituut voor lager nijverheidsonderwijs, waar jongens en meisjes die de lagere school hebben verlaten een vak scholing krijgen, waarbij bovendien ruime aandacht wordt besteed aan ka raktervorming. De opleiding tot vakman houdt ech ter begrijpelijk bij deze Textielvak- nisch-industrieel kunnen van de Twentse textielindustrie met alle soms zeer schadelijke gevolgen van dien (bijv. voorkeur voor buitenland se produkten) is dan ook zeker niet meer gerechtvaardigd te noemen. De noodzaak tot het leveren van een kwaliteitsprodukt en het aanbre ken van bet chemische tijdperk in de textielindustrie hebben de periode van minachting voor het textielvak defi nitief afgesloten en zij heeft plaats gemaakt voor een tijd waarin naast vakmanschap van *le arbeider ook aan zijn menszijn in het bedrijf hoge eisen worden gesteld. We willen in dit verband niet nalaten een behartigenswaardige opmerking aan te halen van een werknemer-lid van het dagelijks bestuur van de stichting Textielvak: „Wanneer het bedrijfsleven en de samenleving in de situatie van vandaag in meerdere mate dan vroe ger het geval was zijn aangewezen op mensen met beweeglijkheid van geest, met verantwoordelijkheidsbesef en met zin voor samenwerking, dan wordt het Advertentie ln de rouleaudrukkerij worden de stoffen bedrukt met het dessin. Het doek, dat over de walsen van de drukmachine loopt, wordt geïnspecteerd door de drukker. Op deze wijze levert hij zijn bijdrage aan een van de laatste bewerkingen van de stof in de zgn. finish-afdeling. Lange erva ring en groot vakmanschap zijn onontbeerlijk bij deze geregelde controle. school niet op. In Enschede wordt bijv. nog een vijfjarige avondcursus gegeven met daarop gebaseerd een driejarige bazencursus. Een volledige avondcur sus duurt dus 8 jaar. Is het wonder, dat degenen, die zich zoveel moeite en doorzettingsvermogen getroosten om all-round vakman te worden, hun belo ning vinden in een mooie functie in de Twentse textielindustrie? Is het ver wonderlijk, dat zij in staat zijn een pro dukt te vervaardigen, dat de toets der vergelijking met buitenlandse produk ten glansrijk kan doorstaan? Voorts vindt men in Enschede nog de Hogere Textielschool met haar drieledige op leiding, waarover wij reeds eerder uit voerig hebben geschreven. De jongste en de kleinste van de verschillende opleidingsinstuten is de Uitgebreid Technische Textiel school, die als doel heeft de basis en vooral de algemene ontwikkeling van de toekomstige bazen te vergroten. De U.T.T. moet de lacune opheffen welke bestaat tussen de lagere op leiding en de Hogere Textielschool. Als men daarnaast nog rekening houdt met de vele cursussen in de fa brieken en daarbuiten met steun van de werkgever, dan kan men ongetwij feld wel constateren, dat er aan de vorming van de vakman bijzonder hard gewerkt wordt in Twente, het geen het prestige van deze vakman zeer ten goede komt. De nog bestaan de onderwaardering voor het tech- de hoogste tijd, dat ons lager en hoger onderwijs meer aan de eisen die het bedrijfs- en maatschappelijk leven stelt worden aangepast, dan thans het geval is". De Italiaanse regering heeft getracht de gemoederen van de verontwaardigde Italiaanse kunstvrienden in Florence te sussen door te verklaren dat de schil derijen, die aan Amerikaanse musea in bruikleen zullen worden afgestaan, in metalen kisten, die kunnen drijven, zul len worden verpakt. (Dat drijven ver moedelijk omdat de ramp met de An drea Doria nog in veie achterhoofden speelt). Bovendien zullen de schilderij en, volgens het ministerie van onder wijs, kunsten en wetenschappen, in een Amerikaans oorlogsschip worden ver voerd. Gisteren hebben wij gemeld, dat een Florentijnse schilder een deurwaarder naar de burgemeester en wethouders van Florence heeft gezonden met een gerechtelijk bevel". Hij had daarbij de steun van vele vooraanstaande kunst kenners, onder wie de beroemde te Florence woonachtige Amerikaanse criticus Bernhard Berenson. Het ministerie heeft echter laten blij ken het plan desondanks te willen doorzetten vanwege de volgende mo tieven De schilderijen zullen in een oorlogs bodem worden vervoerd. De schilde rijen zijn zeer hoog verzekerd. Experts in het herstellen en restaureren van meesterwerken zouden de gehele reis meemaken. De schilderijen zullen in metalen kisten worden verpakt die kunnen drijven als het schip mocht ver gaan. In Florence schijnt men echter de strijd niet te willen opgeven. Men be raadt zich over de volgende stappen. Mensen van Menko is de titel van het jubileumboek uitgegeven ter gelegenheid van het 100-jarig be staan van N. J. Menko N.V. te Enschede, die zich bezig houdt met spinnen, weven, drukken en ver edelen van stoffen. Dit jubileumboek is een bijzonder boek, het bestaat hoofdzakelijk uit een groot aantal fraaie en indrin gende foto's van de bekende foto graaf Nico Jesse, die een beeld ge ven van de mensen, die bij Menko werken, niet alleen tijdens hun werk, maar ook in hun vrije tijd bij alles wat mensen zoal niet ple gen te doen. Het boek is voorzien van een tekst geschreven door mevrouw Martie Verdenius en we kunnen niet nalaten van deze boei ende tekst een gedeelte weer te geven, ook al in verband met het artikel op deze pagina, dat over het vakmanschap in de Twentse textielindustrie handelt. Met een jurk, een nieuwe jurk, koopt een vrouw het geluk. Of misschien niet het geluk, maar in ieder geval vreugde. Vreugde over het nieuwe, het mooie, het onge repte. Het kan zijn, dat ze niet meteen de jurk klaar koopt, maar de stof ervoor. Ze doet haar keus in de winkel. Ontelbare stoffen gaan door haar handen. Ze pakt ze op, ze bevoelt ze, ze kijkt in de spiegel: zal ik het nemen? Zal ik het niet nemen? Met een nieu we jurk en een nieuwe stof komen er nieuwe mogelijkheden. Stoffen met bloemendessins, met een ruit, een stip, een streep van kar mijnrood. tot korenblauw, van gif groen tot zilverig wit met als enig probleem: Zal ik het nemen, zal ik het niet nemen. Het enige pro bleem'. Achttienhonderd mensen van Menko (en 150.000 in de ge hele Nederlandse textielindustrie) zijn hier dag en nacht mee bezig. Al die mensen, waarvan het jubi leumboek maar een enkele flard van een levensmoment laat zien, waarvan een enkele willekeurig flits even oplichtte tegen de ma chines, die doorrazen met hun monotone zang al die men sen kunnen op straat lopen in hun eigen stad, hun eigen land of ver daarbuiten en plotseling zeggen: Kijk daar loopt een vrouw, die een stof draagt, die wij gemaakt heb ben. Het moet een gevoel van trots hele wereld hun stoffen dragen." en voldoening geven, dat duizen den onbekende vrouwen over de M V Woensdag is in het Heysel-stadion te Brussel een internationale atletiekontmoeting gehouden, ivaaraan door atleten uit negen landen werd deelgenomen. De Nederlandse lange-af standsloper F. Ktlenen won de 10.000 meter in de tijd van 29 min. 47.2 sec. en vestigde hiermee een nieuw Nederlands record. F. Herman (links) feliciteert hier Kuenen met zijn overwinning, terwijl de Engelsman C. Knight, die tweede werd op de 10.000 meter, toekijkt. Bij zijn aankomst in de Verenigde Staten, na de besprekingen in Lau sanne, heeft Avery Brundage, presi dent van het Internationaal Olympisch Comité, gezegd, dat het buitenland even sterk aan de amateur-status van de Amerikaanse deelnemers twijfelt, als aan die van de Russen. „De Verenigde Staten en Rusland worden tezamen becritiseerd in de Europese pers", zei Brundage, „omdat men zich in Europa zorgen maakt over onze studiebeurzen en over het Russische staats-amateurisme. Tenzij wij in de toekomst iets doen, is het met de Olympische Spelen afgelopen". Het bestuur van het Nederlandsch Olympisch Comité heeft aan Geertje Wielema schriftelijk meegedeeld, dat het de mening van de Hilversumse zwemster, dat een tweekamp tussen Lenie de Nijs en haar zou moeten uit wijzen wie van haar beiden in Melbour ne zou moeten uitkomen op de rugslag, niet deelt. In dat geval zou dezelfde onbillijkheid, begaan ten opzichte van Geertje Wielema, worden begaan ten opzichte van Lenie de Nijs. Het bestuur van het NOC is wel van mening, dat moet worden vastgehouden aan de op-, vatting, dat geen belangrijke achteruit gang mag worden geboekt in snelheid en conditie. Dit geldt uiteraard voor allen, die reeds in de een of andere ploeg zijn gekozen. Mocht blijken dat de een of andere zwemster geheel uit vorm is, dan zal inderdaad moeten wor den overwogen of maatregelen noodza kelijk zijn. In staatsblad nr. 507 is gepubliceerd het Koninklijk Besluit van 15 oktober tot wijziging en aanvulling van het be zoldigingsbesluit burgerlijke rijksamb tenaren 1948. De bezoldiging van de kleuterleid sters is daarbij geregeld met terugwer kende kracht tot 1 januari 1956, de da tum van Inwerkingtreding der Kleuter onderwijswet. De bepalingen van het bezoldigingsbesluit, die op de onderwij zers van toepassing zijn, gelden even eens voor de leidsters, b.v. die betref fende klassenaftrek, huwelijkstoelage, kindertoelage, enz. De bepalingen, die speciaal op de leidsters van toepassing zijn, zijn ondergebracht in een nieuw hoofdstuk. Als salarisanciënniteit voor de bere kening van het salaris van de hoofd leidster en de leidster geldt de tijd, die na 1 januari 1956 als zodanig aan een kleuterschool is doorgebracht. Voor hen, die vóór deze datum bij het kleu teronderwijs werkzaam zijn geweest, bevat het nieuwe hoofdstuk een over gangsbepaling, volgens welke de vast stelling van de anciënniteit is geba seerd op de leeftijd. Als diensttijd wordt aan hen medegegeven de tijd, liggende tussen de eerste dag van de maand, waarop de 21-jarige leeftijd werd be reikt, en 1 januari 1956. Het overgangsrecht voorziet in een regeling voor het salaris van de hoofd leidster en de leidster, die niet in het bezit is van de voor haar functie ver eiste wettelijke acte van bekwaamheid. Op haar salaris wordt een korting toe gepast van tien procent. Voor de hoofd leidster, die noch de akte van be kwaamheid als hoofdleidster, noch die van leidster bezit, geldt evenwel een korting van vijftien procent op het maandsalaris. Het nieuwe hoofdstuk bevat voorts een aantal bepalingen, die zakelijk over eenstemmen mei de desbetreffende be- De Spaanse atleet Felix Erauzquin heeft, zoals gemeld, een nieuwe stijl speerwerpen ontwikkeld en in deze nieuwe stijl reeds een worp gedaan van 83.40 meter, waarmee hij het officiële Europese record van de Pool Sidlo (80.15 m) brak en het officiële wereldrecord, dat met 83.56 meter op naam staat van de Fin Mikkinen, heel dicht benaderde. De nieuwe stijl is als een bom ingeslagen in de internationale atletiekwereld, die nog niet goed weet welk standpunt men precies moet innemen. Het is evenmin bekend of deze bijzonder effectieve nieuwigheid op de Olympische Spelen in Melbourne zal worden toegelaten. Het nieuwe van dit speerwerpen is, dat men niet langer een aanloop neemt, maar dat de atleet de speer wegslingert na enkele om wentelingen om zijn as te hebben gemaakt, zoals bij discuswerpen. Men ziet hier Erauzquin tijdens een demonstratie in Madrid:. Deze foto geeft een beeld van de fijnspinnerij van een katoenspinnerij, waar honderden spillen het eigenlijke werk doen voor de spinner. Hij houdt de spillen echter nauwlettend in het oog en zorgt er voor, dat het uiteindelijk produkt, katoenen garens, beantwoordt aan de eisen, die er aan toorden gesteld. Inzicht in het gehele produktieproces en goede indeling van eigen werk zijn daarbij onontbeerlijk. 48 „Theorieën!" mompelde Papa Kulz. „Louter theo rieën!" Plotseling stond hij óp en liep naar de verzamelaar toe. „Maar één ding is zeker! De miniatuur is weg! Mijnheer Steinhovel, ik ben u een half miljoen schuldig. Geen tegenspraak! Op de bank heb ik zes duizend mark. Ze zijn van u. Bovendien is mijn zaak van u! Die gaat niet slecht! Ze staat er goed voor. Ik trek met mijn vrouw bij de kinderen in". „In 's hemelsnaam!" riep de elegante oude kunst verzamelaar en hief afwerend de handen op. „Wat moet ik dan met uw slagerij beginnen?" „Dat is toch uw zaak," antwoordde Kulz. „Verkoopt u de winkel! Ik heb mijn leven lang geen schulden gemaakt. Dat zal zo blijven! Zolang ik nog een knoop aan mijn broek heb, die niet strikt noodzakelijk is, heb ik geen rust meer! Van vandaag af behoort alles wat ik bezit u! Een paar pakken mag ik misschien wel houden? Ze zouden u toch niet passen. We zullen het later op schrift zetten!" Hij ging weer zitten en haalde met sidderende vingers een sigaar uit zijn koker. „Maar u lijkt wel niet wijs!" zei mijnheer Stein hovel. „Ten eerste was u toch in de overtuiging de imitatie te bezitten en ten tweede krijgen we het origineel weer terug! Nietwaar, mijnheer de commissaris?" „Natuurlijk", beweerde deze onzeker. „Dat gelooft u zelf niet," zei Oskar Kulz. „Wanneer die jonge man werkelijk een boef is, dan ziet u uw Holbein nooit terug. Daar kunt u donder op zeggen!" ,,U( schijnt van de politie geen hoge dunk te heb ben," meende de commissaris. De heer Oskar Kulz hoorde deze opmerking hele maal niet, maar knikte de oude kunstverzamelaar nadenkend toe. „We stellen het later op schrift!" herhaalde hij ernstig. Reeds langer dan een uur reed de componist Struve de oude, gladgeschoren heer achterna! De beide chauffeurs hadden spoedig begrepen dat het niet om een wandelritje ging. Vooral de ene chauffeur werd dat ontstellend duidelijk. Toen hij namelijk wilde stoppen om bij zijn passagier te informeren, waarom hij doelloos door dozijnen hoofd- en zijstraten werd gejaagd, zag hij in de spiegel dat de deftige heer een revolver uit de zak haalde, deze ontzekerde en haar op eei wijze die geen twijfel overliet op de leren chauffeursjas richtte. In de ernstigste situatie van het leven heeft men geen woorden van node. De chauffeur besloot niet verder te vragen en dacht niet meer aan stoppen. Hij drukte op het gaspedaal en joeg om de volgende hoek. In de taxi die de eerste volgde^ ging het iets gemoedelijker toe. De componist Struve vond, na grondig te hebben gezocht, een vel muziekpapier. Hij scheurde het in gelijke stukjes en bekrabbelde de zo ontstane strookjes papier haastig met zijn stompje potlood. Op ieder strookje stond hetzelfde en wel: Taxi IA 32875 onmiddellijk aanhouden! Passagier door de politie gezocht misdadiger! In de zaak Holbein-miniatuur! Iedere verkeersagent die zij passeerden, wierp Struve zo'n papiertje toe. De agent op de Steinmarkt drukte zijn papiertje een politiepatrouille in de hand. Deze waarschuwde haar districtsbureau. De inspec teur van het district stelde het hoofdbureau op de hoogte. De dienstdoende commissaris gaf de nodige orders. En het duurde niet lang of talrijke motor patrouilles suisden door het Westen van Berlijn en zochten de taxi IA 32875. Bij de Gedachtniskirche viel professor Horn de eerste van deze politiemotorfietsen op. Deze stopte bij de Rankestrasse en de man in de zijspan wees naar de taxi. „Rij door!" riep professor Horn. „Het rode licht brandtantwoordde de chauffeur. Professor Horn hief de revolver op. En de taxi suisde, niettegenstaande het stopsignaal, de Tauent- zienstrasse in. Rudi sprong in zijn wagen in de hoogte. „Er achter aan!" schreeuwde hij buiten zichzelf. „Er achter aan!" De jacht ging verder. En vlak achter de twee taxi's veegde de motorfiets met de agenten. De signaalhorens huilden. De voorbijgangers keken de cavalcade verbaasd na. Privé auto's versnelden hun tempo en probeerden te volgen. De straat was in een roes. Voor het Kaufhaus des Westens stopte de eerste taxi. De passagier sprong er uit en rende het portaal van het warenhuis in. De tweede c uffeur remde eveneens. „Hier wach ten!" riep Rudi Struve en volgde de vluchteling. In de ingang stootte Rudi Struve op de agenten, die juist van de motorfiets waren gestapt. „Kom mee!" schreeuwde de componist en stortte zich vol tempe rament middenin de golf van kooplustigen. Professor Horn was verdwenen. „Laat u alle uitgangen bezetten!" riep Struve en snelde op de trap af. De bezoekers hadden juist van de' commissaris afscheid genomen, toen het district Steinplatz opbelde en de tekst van het papierstrookje doorgaf, die be trekking had op de taxi IA 32875. De commissaris had de nodige maatregelen getrof fen. Motorpatrouilles rukten uit. Bovendien werden de wegen die uit de stad voerijen, afgezet. Meer kon men op het ogenblik niet doen. Nu zaten de drie bezoekers weer op hun stoelen en blikten gelaten naar de telefoon. „Misschien hebben we geluk," zei de commissaris, „en krijgen we de jongeman toch nog te pakken!" „Maar wie ter wereld zit toch achter zijn taxi aan!" zei de oude kunstverzamelaar sceptisch. „Misschien is het de concurrentie, die hem ons in handen speelt. Misschien is het ook een van zijn handlangers, de ons op een dwaalspoor tracht te leiden. Wat weet men er van!" (Wordt vervolgd) palingen voor de onderwijzers. De aan dit hoofdstuk toegevoegde salaristabel geeft een viertal salarisschalen voor hen, die werkzaam zijn in een gemeen te der eerste klasse, waarbij de vol gende minima en maxima zijn vastge steld: Voor de leidster met akte van bekwaamheid als leidster 210 - 282 (maximum te bereiken na 5 tweejaar lijkse verhogingen)voor de leidster met akte van bekwaamheid als hoofd leidster 240 - 378,50 (maximum na 10 tweejaarlijkse verhogingen); voor de hoofdleidster van een z.g. kleine school 282 - 419 (maximum na 10 twee jaarlijkse verhogingen); voor de hoofd leidster van een z.g. grote school 310 - 446 (maximum na 10 tweejaarlijkse verhogingen), waarbij met een kleine school wordt bedoeld een school, waar van het aantal wettelijk verplichte leid sters, de hoofdleidster daaronder be grepen, wier bezoldiging voor rijksver goeding in aanmerking komt, niet meer dan 4 bedraagt, terwijl voor een grote school dit aantal 5 of meer bedraagt. Vrijwel de gehele Tweede Kamer treedt de nieuwe minister van Maatschappelijk Werk tegemoet in het op haar persoonlijke en parlementaire antecedenten gefundeerde vertrouwen, dat haar beleid zich zal kenmerken door voortvarendheid, doortastendheid en werkkracht. Aldus blijkt uit het voorlopig verslag op de begroting van maatschappelijk werk. Zeer vele leden uiten hun waardering voor de wijze, waarop de ambtsvoorganger van de minister zich van zijn bij dit nieuw opgerichte departement wel zeer zware taak heeft gekweten. Vele leden achten een vraag, bij hen gerezen in verband met het maatschap pelijk werk voor woonwagenbewoners, op vele aspecten van de arbeid van dit departement toepasselijk: de vraag, welke rol de minister in het geheel van haar subsidiepolitiek aan haar depar tement toedenkt aan de vele en vreemd soortige gemeentelijke activiteiten ter uitoefening en stimulering van het maatschappelijk werk. Acht zij het ge vaar van een bedreiging van de ge meentelijke zelfstandigheid, van een eventuele verlamming van gemeente lijke activiteiten, geheel denkbeeldig? Hoe meent zij anderzijds te kunnen ver mijden, dat het aanbod van subsidi ering als het ware opwekt tot, althans een voedingsbodem vormt voor onge zonde initiatieven? Vele leden vragen zich af, of alle middelen, om de toeloop naar de op leiding voor gezinsverzorgster te sti muleren, uitgeput zijn. In dit verband opperen zij de mogelijkheid van ver mindering van de opleidingskosten. In de volgende plaatsen zijn in de afgelopen week nieuwe afdelingen ka tholieke eerste hulp bij ongelukken op gericht. Barger-Compascuum 53 leden, Schin op Geul (24), Kerkdriel (75), Henge velde (37), Horssen (26). Het getal van 499 afdelingen, omvattende ongeveer 1.000 parochies werd bereikt. Binnen enige dagen valt de oprichting van de 500e afdeling te verwachten. AMSTERDAM, 18 okt. (GU). Be vorderd tot arts mevr. N. C. Ansink- Schipper, S. B. Gan, H. J. v. d. Kaaij, M. H. Schvey, Th. de Boorder en A. F. L. Golterman (Amsterdam); artsexamen le ged. Ph. Willensky, M. W. Wessel, G. H. Bruins, J. H. Groff, T. G. M. Stef- fens (Amsterdam); R. v. d. Veer (Haar lem); en M. R. den Hartog (Nijmegen). Doctoraal economie; D. T. v. d. Mei en R. F. Dhooge (Amsterdam); doctoraal psychologie: F. Mispelblom Beyer (Am sterdam) en A. A. J. v. d. Broecke (Bla- ricum); doctoraal scheikunde W. Groen (Amsterdam) en kand. wis- en natuurk.: P. S. v. Gulik en H. Arnoldy. Bevorderd tot doctor in de wis- en natuurkunde proefschrift: „Geology and petrology of the Borga region (Vasterbotten, Sweden) Th. v. d. Harst, geb. te Amsterdam. UTRECHT, 18 okt. Doet. rechten: Th. J. Koster, Utrecht; P. H. Gerritsen, Amsterdam. Doet. veeartsenijkunde: F. M. Willems, Eede (Zld); C. Ruygh, Apeldoorn; J. E. Gajentaan, Amster dam; J. G. L. Pape, Noordwolde; W. R. J. Rasenberg, Wagenberg; mej. J. S. Hooghiemstra, Bilthoven; R. T. Haalstra, Grijpskerk. Kand. psycholb- gie; N. v. Bokhorst, De Bilt; C. de Bruin, Utrecht; A. R, v. Ruyven, Bilt hoven; kand. tandheelkunde: A. J. Goedhart, Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 7