i HERGÉ, de geestelijke vader van „JVuiije De waarheid in het verhaal „TINTIN" symbool van lepe rechtschapenheid BIJNA ELKE VOORSTELLING VIELEN ER MENSEN FLAUW De hinderen over Kuifje De wisselwerking tussen toneelvorst Talma j en zijn leerlingKeizer Napoleon De fietsenmaker en het atoom 1 TV i* 55 voor hen die meer eisen RADIO TELEVISIE i 8 ZATERDAG 20 OKTOBER 1956 PAGINA 9 WE ÏNS I V.L- m Nieuw bestuur N.T.S. 100.000 kijkers in 1957 verwacht - w ;eeds# I beslo- I 'ormd araan 1 van ooraf- v. d. voord prof. aar- en en F. C. resp. de ichen- jitrei- n een onder pres- de ieente toninl I l een voor, ubile- werd i met spel- )p de oristi- in da •rnooi groep anen- I.B.C. t sei- [n de LS.V. i door leden om ver- Ra. Uw 'ippa, Tus- t met nd. arsh, I i, De- >ailed es et iddag con- ■rouW mper noffe- >olitie rbaal i 'iW: atuurlijk kent U Kuifje. V volgt dat dartele manneke al lang in al zijn wonderlijke avonturen, waaruit het altijd weer met evenveel slimheid als argeloosheid te voorschijn springt. Nu bijvoorbeeld is het ventje op een andere pagina weer bezig „De zaak-Zonnebloem" recht te trekken. En dat zal hem waarachtig wel lukken. Kuifje is Uw vriend; en vooral die van Uw kinderen. En dan kunnen wij U wel vast verklappen, dat Kuifje zijn vrienden over gans de wereld heeft en, de hemel weet, misschien ook nog wel daarbuiten. Kuifje is gezien en geacht in Karachi en San Francisco, in Nepal en in Helsinki. En in Frank rijk met name, waar Kuifje Tintin heet, is hij welhaast een nationale figuur. Waar komt Kuifje vandaan? Heeft Kuifje een vader? Wis en zeker, Kuifje heeft een geestelijke vader, waar hij dol op is; bijna net zo dol als papa op hem. Kuifje's vader heet Hergé en hij woont in Brussel. En louter uit nieuws gierigheid zijn wij hem daar gaan opzoeken. Kuifje kennende, wilden wij Wel eens weten wie hij was. Het nieuwe bestuur van de Neder landse Televisiestichting, dat thans is samengesteld volgens de bepalingen van het Televisiebesluit 1956, heeft in Den Haag zijn eerste vergadering ge houden. Daar heeft de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, mr. J. M. L. Th. Cals, in een toespraak o.m. gezegd dat in 1957, als het grootste deel van Nederland de uitzendingen zal kunnen opvangen, de totale kosten van de televisie bijna negen miljoen gulden zullen bedragen, terwijl het aantal kij kers in dat jaar, het vierde jaar van de geregelde uitzendingen, volgens be trouwbare ramingen de 100.000 zeer ze ker zal bereiken, hetgeen betekent dat ruim drie miljoen gulden aan kijkgelden zal binnenkomen. Advertentie H. M. de Koningin heeft vrijdagochtend in gezelschap van mevrouw H. P. J. baronesse van Till-Tutein Nolthenius een bezoek gebracht aan het Centraal Mu seum te Utrecht, waar een aantal jonge kunstenaars exposeren. H. M. de Ko ningin werd rondgeleid door de heer J. L. Mulder, die tevens kritisch com mentaar op de ingezonden werken leverde. Na afloop van de rondleiding had de Koningin contact met een aantal van de deelnemende jonge kunstenaars, waarvan deze foto een beeld geeft. Het is bjj deze gang van zaken al leszins te begrijpen dat de heer Hergé het werk niet meer alleen af kan. Hij heeft, zoals gezegd, in Brussel een stu dio met een tiental medewerkers. Maar hij tekent nog immer altijd zelf Kuifje en Bobbie en alle andere „poppetjes". Zijn medewerkers zorgen over het al gemeen voor de „technische" zaken, voor de huizen of de tanks of voor de vliegtuigen of voor wat er dan ook nodig is. Maar, het is welhaast overbodig het te zeggen, het scenario is natuurlijk al tijd van Hergé. Wij spraken van de „waarheid" in het verhaal. Die gaat, wat de vorm betreft, heel ver in de Kuifjes-verhalen. Wanneer er sprake is van het vliegveld van Genève, dan kunt u er van op aan dat de tekening er een natuurge trouw beeld van geeft. Trouwens de si tuatie, de omgeving waarin het ver haal zich afspeelt is altijd zo veel mo gelijk naar de natuur. Hoe merkwaardig Hergé, de geestelijke vader van Kuifje constateren, waarderen dat ten zeer ste. Het gebeurt niet zelden, dat z;j briefjes schrijven met de strekking van „zo-is-het-niet-goed." Trouwens, kindertjes reageren heel veel op de avonturen van hun Kuifje. Hergé ontvangt honderden en honder den brieven van hen uit alle delen der wereld, die hij alle beantwoordt. El ders op deze pagina vindt u een reeks uittreksels uit de vaak ontroerende epistels, die zij hebben geschreven. Toen George Rémi zijn eerste Kuifje afleverde signeerde hij met Hergé, samengesteld uit de twee eerste letter grepen van George en Rémi met een toegevoegde H. „Later", zo redeneerde hij toen, „als ik het beter kan, dan mag iedereen weten dat ik het ben." Het is toch Hergé gebleven. Alhoewel, u zult het met mij eens zijn dat ik u niet dan tot zijn eer zijn echte naam maar heb verklapt. Wel, het was niet eens zo heel gemakkelijk hem te vinden, de heer Hergé. Want de Avenue Louise, waar hij een studio beheert, bleek helemaal aan de buitenkant van de Belgische hoofdstad te liggen. Wij hebben naar hem moeten „speuren" en het was jammer dat Kuifje niet bij ons was om ons te helpen. 3 Is de halfgod van Frankrijk van Nederlandse afkomst? Francois Joseph Talma, de legendarische Franse toneelspeler uit de jaren van Mirabeau en Napoleon, had Friese voorvaderen, zo meende men lange tijd. Een Nederlandse geleerde, Are- tius Sibrandus Talma, nam in 1822 contact op met de grootste der gro ten van het Franse toneel, om na te gaan of beider afstamming naar één familie leidde. De acteur was er ook nieuwsgierig naar. Het was niet de eerste keer, dat hij zich de vraag stelde. Hij wist, en schreef dit zeer vriendelijk en beleefd aan de ge leerde, dat de zoon van de keizer van Marokko Talma's oom had in gelicht over de Arabische oorsprong vari de naam Talma. Het woord talma zou „onversaagd" betekenen en dikwijls ge bruikt zijn voor nadere aanduiding van een voor naam. Francois Joseph meende dat een Moorse familie Talma, in Spanje terecht gekomen, in de 17e eeuw naar het noor den was gereisd en de na komelingen in Friesland en Noord-Frankrijk waren beland. In Poix-du-Nord woon den vele Talma's. De to neelspeler werd door de bewoners van het stadje als een der hunnen be schouwd, hoewel hij in Parijs werd geboren de 15e januari 1763. In het begin van deze eeuw hield rrjen in dit stadje een her denking, waarbij een mo nument werd onthuld. De bevolking was er overi gens onkundig van dat de beeldhouwer Talma's beeld niet tijdig gereed had ge kregen en dat de comité leden met stalen gezich ten de buste omkransten van de Apollo van Belvé dère. Het is beter de afstam ming van deze uitblinker van de luisterrijke Franse toneelhistorie te laten rus ten. Talma's relaties met de lage landen waren ta melijk nauw. De tweede maal dat hij in het huwe lijk trad, was met de Haagse actrice Caroline Vanhove, die aan het Theatre Fran cais emplooi had gevonden. Herhaal delijk is de reislustige Talma in de Nederlanden geweest om er voor stellingen te geven. De Nederlanders bewonderden zijn talent hogelijk. Wij hebben in dezelfde tijd de bijna geniale Andries Snoek, die in vele opzichten de gelijke, zo niet de meerdere van de Fransman was. Als deze een wijdere faam geniet dan onze Snoek, dan heeft Talma zulks te danken aan de schitterende entou rage waarin het hem, en vaak ook andere Franse acteurs en actrices, vergund is te leven. Talma, de ver trouweling van Napoleon en de kunstvriend van beroemde schilders en schrijvers, is een eer ten deel ge vallen, die noch Adrienne Lecou- vreur, noch Frédéric Lekain, noch Rachel of Sarah Bernhardt ooit ge kend hebben. Het begon voor Talma toch eigen lijk zo eenvoudig. Hij, een gewaar deerd acteur van wie men veel ver wachtte, was bevriend met een wat schooierige artillerie-luitenant, Napo leon Bonaparte. De officier moest vaak geld van de acteur lenen, kreeg dikwijls vrijkaartjes voor de schouw- burg en ontving boeken te leen over geschiedenis, mythologie en toneel. Talma bezat een goede boekenschat, die hij zelf grondig nalas. Het intri- geerde hem hoe de oude Grieken en I Romeinen gekleed gingen. Na Talma's eerste grote successen I zocht hij omgang met kunstenaars en I geleerden. Zijn formidabel talent trad toen spoedig aan de dag. Wat ande- j ren mislukt was, gelukte Talma. pe belachelijke hofkleding, die in alle I toneelstukken werd gebruikt, schafte j Talma voor goed af. Hij werd aan- j vankelijk gehoond en gekritiseerd, maar Talma's overdonderende spel snoerde iedereen de mond. Slechts laaiende geestdrift bleef over. Er was nog een stout stukje, waartoe alleen iemand met dergelijke acteur- capaciteiten in staat was. De acteur, die een deel van zijn jeugd in Enge- land had doorgebracht en Shake- speare hartstochtelijk was gaan be- wonderen, slaagde er in voor het i eerst diens grote drama's aan de Fransen voor te stellen. Weliswaar maakten dezen kennis met het sap- pige aftrekseltje van Ducis, die Shakespeare's stukken herschreef, maar zij hoorden tenminste van een Othello, een Hamlet. Een scheurmaker Talma hing de scheurmakers aan. Zijn opvoering van Chénier's „Karei IX", vol met oproerige toespelingen op de gehate Bastille, deed het onder de toeschouwers gis ten. Deputaties bisschoppen begaven zich naar de weinig-energieke Louis XVI om een speelverbod te bewerk stelligen. Nauw was Talma's contact met de Demosthenes van het ratio nalisme, de Girondijn Mirabeau. Na dat Robespièrre's hoofd over het schavot was gerold, beschuldigde de aartsverrader Marat Talma ervan Jacobijn te zijn. En het scheelde Talmen als Nero in „Brittannicus", een van zijn glansrollen. Talma was toen gekleed in een hemelsblauwe wijde mantel, die bezaaid was met gouden sterren, weinig of ook Talma had onder de guillotine het leven gelaten. Zijn populariteit was zijn redding. Terecht had Talma een ongekende adoratie bij het publiek losgeslagen. De soms wat droefgeestige en prik kelbare kunstenaar bezat een vol maakte macht over zijn toneelhelden. Met hun grootheid, hun noodlot, hun tweestrijd of woede, hun verslagen heid of triomf begoochelde hij allen. Bijna geen voorstelling ging er voor bij of er vielen toeschouwers flauw, of er klonk gegil van ontzetting. Zijn hele leven lang voerde Talma op de planken het hevigste gevecht tegen zijn eigen ontroering. Hij vereenzel vigde zich dusdanig met zijn hoofd personen, dat hij zichzelve soms nau welijks terug vond. Op zijn sterfbed, waarop hij uitgeteerd lag, met bleke ingevallen wangen en koortsige ogen, slaakte hij, in de spiegel kijkend, een diepe zucht: „Zo h^d ik keizer Tiberius moeten spelen." Boeiender dan wat ook is zijn ver houding tot Napoleon, zijn uren lange gesprekken met de ver overaar, die het toneel door en door heeft gekend en zelf zijn hele leven lang heeft geacteerd in schurken- en heldenrollen. Toen Napoleon van zijn verbanningsoord Elba in Parijs te rugkeerde, maakte hij tegen Talma een toespeling op één van die praat jes, die er rondwaarden. „Men zegt dat ik toneellessen van u heb geno ten. Dat is toch wel een bewijs dat ik mijn rol goed vertolkt heb", lach te de keizer. Men mag rustig zeggen, dat Napoleon vele toneellessen heeft gekregen, zoals ook Talma van de keizer leerde. Napoleon bestudeerde de acteur nauwgezet, nam houdin gen en gebaren uit diens rollen over, wendde zich zelfs diens stembuigin gen aan. De indrukwekkende linker hand in het losgeknoopte vest was een van de beste trouvailles. Van eerste consul werd Napoleon keizer en dit vond Talma een reden om zich geleidelijk van deze vorst los te maken en daardoor de juiste verhoudingen in acht te nemen. Maar de keizer liet weten dat het paleis van St. Cloud altijd voor hem open stond en dat hij hem iedere morgen bij het ontbijt verwachtte. De dag na de kroning, toen deputa ties van autoriteiten uit het hele land naar het paleis kwamen om hun ge lukwensen over te brengen, moesten ze de gehele- ochtend in de troon zaal anti-chambreren. Napoleon drong bij Talma aan te blijven. Hij sprak met hem over de Nero-rol, die Tal ma juist in „Brittannicus" had ver vuld en uitte zijn kritiek: „Ik wenste van u meer het contrast te zien tus sen Nero's slechte aard en goede op voeding. Een dergelijke figuur vergt minder beweging, daar hij zich niet 3 zozeer naar buiten openbaart, maar 3 meer innerlijke vervoeringen kent. Op dit ogenblik bijvoorbeeld spre- 3 ken wij zoals men in het dagelijkse leven spreekt; welnu, thans leveren 3 we een bijdrage tot de geschiedenis." 3 De zin is enige bespiegeling waard: de keizer-van-één-dag was zijn gan- ES se leven al een caesar geweest en wist dus hoe een vorst had te han- delen. In de verdere historie vindt men 3 steeds die wisselwerking tussen deze toneelspeler, die de klassieke held moest uitbeelden, en de naar het 3 voorbeeld van de klassieke tyran ge- vormde keizer, die aan het toneel zijn houding ontleende. Talma kon 3 een vorst zijn als geen an- 3 der. Hem mocht men een 3 edel postuur toeschrijven, een sterke kop en een 5 weids gebaar. Zijn studie van de geschiedenis ver- 3 schafte hem een brede 3 kennis, die de grondslag was voor een natuurge- 3 trouw spel. Talma liet de monumentale en toen 3 vooraanstaande schilder 3 David zijn kostuums ont- 3 werpen. Hij kon als inti- 3 mus van de alleenheerser 3 invloed uitoefenen op de 3 maatregelen die Napoleon 3 trof om de Comédie Fran- 3 paise in haar vroegere 3 luister te herstellen. Al- 3 hoewel, Talma slaagde er 3 later niet in meer subsi- 3 dïe voor het toneel los 3 te krijgen, ondanks zijn 3 argument dat de „Acade- 3 mie der muziek" driemaal 3 zoveel als het toneel kost- 3 te. „L'Opéra est la luxe 3 de la nation et vous, mon- 3 sieur Talma, êtes la 3 gloire", antwoordde de 3 keizer bondig en tegelijk 3 vleiend. Er is een ander 3 frappant voorbeeld van 3 Talma's invloed. De dag 3 nadat in juni 1806 Talma 3 in het treurspel „Esther" 3 had getriomfeerd, infor- 3 meerde Napoleon bij het 3 ontbijt, toen hij met de 3 toneelspeler het stuk be- 3 sprak, hoe de rechtspo- 3 sitie der Joden was in 3 Frankrijk. Veertien dagen 3 later decreteerde Napo- 3 leon een wet, waarbij de Joden in 3 hun rechten hersteld werden. Noodlot getart De glorie van de natie", moest 3 in 1808 met de Comédie Fran- paise mee naar Erfurt waar Napoleon zijn uiterst belangrijke ontmoeting zou hebben met de man, 3 die hem later ten val bracht, Alexan- 3 der van Rusland. Ook vele Duitse 3 vorsten waren op de avond van de 3 eerste conferentiedag in de schouw- 3 burg. Voor deze eerste avond had 3 Napoleon, met een onbegrijpelijke 3 sinistere bedoeling, bevolen dat de 3 „Dood van Caesar" opgevoerd moest 3 worden. Het hoge gezelschap, van 3 wie ieder elke kans om de Franse 3 despoot te verraden zou aangrijpen, 3 voelde uit elke versregel overdui- 3 delijk hoe wankel het bestel van 3 een wereldbeheerser is. Toen het 3 doek viel durfde niemand elkaar M aan te zien, bevangen door een zon- 3 derlinge verlegenheid. Slechts de 3 tarter van het noodlot, Napoleon, 3 glimlachte vrijmoedig en begon te 3 applaudisseren. Men maakte zich later dikwijls 3 druk over de nalatigheid van Napo- 3 leon om Talma niet officieel te deco- 3 reren. Inderdaad had het in die tijd 3 minder stof opgeworpen als Napo- 3 leon een kunstenaar een koninkrijk 3 ten geschenke had gegeven, dan wan- 3 neer hij een artiest een onderschei- 3 ding had uitgereikt in de vorm van =x een lintje. Een kunstenaar behoorde volgens 3 de toenmalige conventie niet onder- 3 scheiden te worden. Hij was van een 3 ras dat op zijn best voor enige ver- 3 makelijke uren kon zorgen. Ondanks 3 dit alles is Talma zoveel ten deel 3 gevallen, dat men werkelijk mag 3 schrijven, dat hij als een halfgod ver- 3 eerd werd, ook toen Louis XVIII op de troon der Bourbons had plaats 3 genomen. Van een voorstelling in Rijssel in 3 1817 is bekend, dat de royalistische 3 militairen bij het optreden van Tal- ma dermate te keer zijn gegaan, dat men van een stedelijke oorlog mag 3 spreken, die pas na een paar dagen 3 verflauwde. De laatste jaren van zijn leven is 3 Talma op verzoek van Koning Wil- 3 lem I nog in Brussel opgetreden. De 3 Koning schonk hem een jaargeld 3 van liefst tienduizend franken. Op 3 18 oktober 1826, deze week 130 jaar geleden, stierf hij. maar niet voor- 3 dat hij, gelijk altijd bij het slapen gaan, in de spiegels van zijn kamer zijn gelaatstrekken had bestudeerd. HENK SUÊR De heer Hergé gaat kennelijk veel minder tumultueus door het leven dan zijn, laten we nu maar zeggen, pleeg zoon. Hij is een rustige, bescheiden man met innemende ,,alors"-gebaren. Hij vertelt over zijn werk in ingehou den, weloverwogen termen en hij maakt bepaald niet de indruk, overstuur te zpn door de riante successen die hij met zpn verhalen en strips heeft ge boekt. Het is dan allemaal begonnen op de bureaus van de „Vingtième siècle", waar de heer Hergé destijds werkzaam was als cliché-maker. Hij heette toen nog gewoon George Rémi, met welke naam hij trouwens bij de Burgerlijke Stand staat ingeschreven. Op een gege ven dag kwam de directeur van boven genoemd dagblad op het denkbeeld een apart bijblad voor kinderen uit te ge ven. Hij liet George Rémi, die reeds bij bepaalde gelegenheden er blijk van had gegeven aardig te kunnen tekenen, roepen en stelde hem op de hoogte van zijn plannen. „Natuurlijk," had Rémi gezegd, „een leuk idee." Toen had de directeur geantwoord: „Goed. Maar jij moet het uitvoeren." „Dat kan ik niet," had Rémi gezegd. Htt was weggegaan en was het toch maar gaan proberen. Eerst illustreer de hij het verhaal van eeh der redacteu ren. Maar hij voelde zich toen, zoals hij het zelf uitdrukt, te zeer „gevangen". Daarna creëerde hij zelf een manne ke, tekende het en schreef er een tekst bij. En dat betekende de geboorte van Tintin, van Kuifje of van Tim, zoals men het ventje in Duitsland noemt. Het was toen 1929. Wy hebben het eerste „Kuifje" gezien. Het was destijds nog niet zo'n welgeschapen kereltje als het nu is, zij het wel even rechtschapen. Maar in 27 jaar kan heel wat gebeuren. Voor Kuifje was het genoeg om een bijzonder feestelijke verschijning te worden. Zoals het wel meer gebeurt met opgroeiende kinders. Zevenentwintig jaar Kuifje. De heer Hergé heeft in die tijd zijn discipel in vijftien verschillende boekjes laten op treden. Met steeds stijgend en tenslotte bepaald uitzonderlijk succes. Waaraan het te danken is weet de heer Hergé zelf ook niet precies. Wel is het zijn rotsvaste overtuiging dat men kinde ren, wanneer men ze een verhaaltje vertelt, au sérieux moet nemen. Zij wil len dat. En dat ligt dunkt ons voor de hand, al wordt het door menigeen die zich met de lieve jeugd bemoeit verge ten. Zij „dalen af" tot het kind en spre ken het aan in „zijn eigen taal." De heer Hergé Is in dit verband een over tuigd voorstander van „de waarheid" in het kinderverhaal. Hij tekent en schrijft fantastische verhalen, zoals u wel weet, maar het zijn altijd verhalen, die ge beurd zouden kunnen zijn. Hoe dat zij, Kuifje werd een we reldsucces. Het werd vertaald in vele talen, Frans, Duits, Engels, Spaans, Italiaans om er enkele te noemen. Zijn avonturen werden geboekstaafd in kranten over gans de wereld, tot ln Japan en In- do-China en Ara- bië toe. En bin nenkort komt Kuifje „als gete- viseerde strip" voor de Belgisch- Vlaamse en Franse televisie terwijl in die zin ook in principe een ak koord is bereikt met de B.B.C. Wij zeiden het reeds, in Frankrijk is „Tintin'' bijna een nationale figuur. Men stuit er over al op het brave manneke. Er zijn Tintins in de vorm van caoutchouc- poppetjes, men Vindt er Tintins op dekentjes, slab betjes. f ietsvlag getjes, bloesjes en schrijfpapier. Tin tin is er het sym bool van de arge loze, maar lepe rechtschapenheid. Kapitein Haddock, u wél bekend. dat ook moge klinken, zelfs wanneer zij ligt in de sfeer van het fantastische. Neem de ruimtevaart. Hergé bezit daarover stapels boeken. Hij heeft een uitermate deskundig man op dit gebied, als professor Ananof in Parijs is, uitvoerig gesproken over dit onder werp. En hp heeft een miniatuur-ruim teschip laten bouwen volgens volstrekt wetenschappelijke gegevens. Men kan het op zijn studio aan de Avenue Louise bewonderen. Hergé beschikt over een zeer uitgebreide kartotheek met een schat van gegevens over landen, vo gels, vissen, honden, over militaire aan gelegenheden en over alles wat er in het verhaal maar te pas kan komen. Is er een decor van een ietwat triest stadsdeel nodig, Hergé stuurt een van zpn medewerkers naar de Faubourg om er een situatie-tekening te maken. Alles is écht in de verhalen van Kuifje, dat zult u nu wel hebben begrepen. En de kinders, dat valt in ieder geval wel te Tinkin hier komen, wij hem niet opeten. (Een negertje) Papa gaat door voor een heel se rieuze professor in de wiskunde, maar hij kan nooit weerstaan aan de aan drang uw boeken van a tot z te le zen Kuifje en Bobbie: óp naar het (Alice B, Huy) avontuur De beste stukken zijn te vinden op de pagina's 2, 10, 18 en 20 (Yvan) Al heel lang zoeken wij naar een fout in uw boeken en ik geloof, dat wij altijd zullen blijven zoeken (Christiane en Monique) U tekent veel meer mensen dan Van Gogh en met veel mooiere kleuren. (Een jongetje van 7 jaar) Ik hoop, dat u eens op een dag naar Japan komt met uw en onze Kuifje.... (Sayonara Xinoshita, Katazé, Japan) Meneer Hergé, ik heb een fout in uw boek gevonden op pagina 52. Helemaal onder aan de pagina op het derde plaatje is de arm van Arum- baya voor de ene helft in het bruin, voor de ander in beige geschil derd (Patrick W., Brussel) Wij hebben bijna alle boeken, behalve „Kuifje in Rusland", dat niet meer te krijgen is in Rusland. Wij hopen, dat u ons er een kunt sturen, want moeder is een Russische (Alec, George en Francis R., South Nuffield) Hergé en zijn naaste medewerker» Een fietsenmaker te Scheveningen heeft het met de vestigingswet aan de stok gekregen. Betrokkene is al sedert 1938 rijwielhersteller, doch hij mag geen fietsen verkopen (wel in elkaar zetten), omdat hij niet in het bezit is van het hiervoor vereiste diploma. Toch fietsen verkopend kwam hij in aanraking met de rechter, die hem een jaar de tijd gaf om te studeren en examen te doen, aldus een bericht in de Nieuwe Haagsche Courant. De les sen in rijwieltechniek gaven de gerou tineerde vakman geen moeilijkheden, maar daarna kreeg hij te maken met atomen, neutronen en protonen, het geen de fietsenbaas toch te machtig werd. De man haalde zijn diploma niet. De Haagse rechtbank heeft hem nu veroordeeld tot een boete van vijf endertig gulden en tot voorwaardelij ke stillegging van het rijwielverkoop- bedrijf voor een jaar, met twee jaar proeftijd en de bijzondere voorwaarde, dat binnen drie maanden aan de eis van de wet wordt voldaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 9