i
HERGÉ, de geestelijke
vader van „JVuiije
De waarheid in het verhaal
„TINTIN" symbool van
lepe rechtschapenheid
BIJNA ELKE VOORSTELLING
VIELEN ER MENSEN FLAUW
De hinderen
over Kuifje
De wisselwerking tussen toneelvorst Talma j
en zijn leerlingKeizer Napoleon
De fietsenmaker
en het atoom
1 TV i* 55
voor hen die meer eisen
RADIO
TELEVISIE
i 8
ZATERDAG 20 OKTOBER 1956
PAGINA 9
WE
ÏNS I
V.L-
m
Nieuw bestuur N.T.S.
100.000 kijkers in
1957 verwacht
- w
;eeds# I
beslo- I
'ormd
araan
1 van
ooraf-
v. d.
voord
prof.
aar-
en en
F. C.
resp.
de
ichen-
jitrei-
n een
onder
pres-
de
ieente
toninl I
l een
voor,
ubile-
werd
i met
spel-
)p de
oristi-
in da
•rnooi
groep
anen-
I.B.C.
t sei-
[n de
LS.V.
i door
leden
om
ver-
Ra.
Uw
'ippa,
Tus-
t met
nd.
arsh, I
i, De-
>ailed
es et
iddag
con-
■rouW
mper
noffe-
>olitie
rbaal
i
'iW:
atuurlijk kent U Kuifje. V volgt dat dartele manneke al lang in al zijn
wonderlijke avonturen, waaruit het altijd weer met evenveel slimheid
als argeloosheid te voorschijn springt. Nu bijvoorbeeld is het ventje op
een andere pagina weer bezig „De zaak-Zonnebloem" recht te trekken. En
dat zal hem waarachtig wel lukken.
Kuifje is Uw vriend; en vooral die van Uw kinderen. En dan kunnen wij
U wel vast verklappen, dat Kuifje zijn vrienden over gans de wereld heeft
en, de hemel weet, misschien ook nog wel daarbuiten. Kuifje is gezien en
geacht in Karachi en San Francisco, in Nepal en in Helsinki. En in Frank
rijk met name, waar Kuifje Tintin heet, is hij welhaast een nationale figuur.
Waar komt Kuifje vandaan? Heeft Kuifje een vader? Wis en zeker, Kuifje
heeft een geestelijke vader, waar hij dol op is; bijna net zo dol als papa
op hem.
Kuifje's vader heet Hergé en hij woont in Brussel. En louter uit nieuws
gierigheid zijn wij hem daar gaan opzoeken. Kuifje kennende, wilden wij
Wel eens weten wie hij was.
Het nieuwe bestuur van de Neder
landse Televisiestichting, dat thans is
samengesteld volgens de bepalingen
van het Televisiebesluit 1956, heeft in
Den Haag zijn eerste vergadering ge
houden. Daar heeft de minister van
onderwijs, kunsten en wetenschappen,
mr. J. M. L. Th. Cals, in een toespraak
o.m. gezegd dat in 1957, als het grootste
deel van Nederland de uitzendingen zal
kunnen opvangen, de totale kosten van
de televisie bijna negen miljoen gulden
zullen bedragen, terwijl het aantal kij
kers in dat jaar, het vierde jaar van
de geregelde uitzendingen, volgens be
trouwbare ramingen de 100.000 zeer ze
ker zal bereiken, hetgeen betekent dat
ruim drie miljoen gulden aan kijkgelden
zal binnenkomen.
Advertentie
H. M. de Koningin heeft vrijdagochtend in gezelschap van mevrouw H. P. J.
baronesse van Till-Tutein Nolthenius een bezoek gebracht aan het Centraal Mu
seum te Utrecht, waar een aantal jonge kunstenaars exposeren. H. M. de Ko
ningin werd rondgeleid door de heer J. L. Mulder, die tevens kritisch com
mentaar op de ingezonden werken leverde. Na afloop van de rondleiding had
de Koningin contact met een aantal van de deelnemende jonge kunstenaars,
waarvan deze foto een beeld geeft.
Het is bjj deze gang van zaken al
leszins te begrijpen dat de heer Hergé
het werk niet meer alleen af kan. Hij
heeft, zoals gezegd, in Brussel een stu
dio met een tiental medewerkers. Maar
hij tekent nog immer altijd zelf Kuifje
en Bobbie en alle andere „poppetjes".
Zijn medewerkers zorgen over het al
gemeen voor de „technische" zaken,
voor de huizen of de tanks of voor de
vliegtuigen of voor wat er dan ook nodig
is. Maar, het is welhaast overbodig het
te zeggen, het scenario is natuurlijk al
tijd van Hergé.
Wij spraken van de „waarheid" in
het verhaal. Die gaat, wat de vorm
betreft, heel ver in de Kuifjes-verhalen.
Wanneer er sprake is van het vliegveld
van Genève, dan kunt u er van op
aan dat de tekening er een natuurge
trouw beeld van geeft. Trouwens de si
tuatie, de omgeving waarin het ver
haal zich afspeelt is altijd zo veel mo
gelijk naar de natuur. Hoe merkwaardig
Hergé, de geestelijke vader van Kuifje
constateren, waarderen dat ten zeer
ste. Het gebeurt niet zelden, dat z;j
briefjes schrijven met de strekking van
„zo-is-het-niet-goed."
Trouwens, kindertjes reageren heel
veel op de avonturen van hun Kuifje.
Hergé ontvangt honderden en honder
den brieven van hen uit alle delen der
wereld, die hij alle beantwoordt. El
ders op deze pagina vindt u een reeks
uittreksels uit de vaak ontroerende
epistels, die zij hebben geschreven.
Toen George Rémi zijn eerste Kuifje
afleverde signeerde hij met Hergé,
samengesteld uit de twee eerste letter
grepen van George en Rémi met een
toegevoegde H. „Later", zo redeneerde
hij toen, „als ik het beter kan, dan
mag iedereen weten dat ik het ben."
Het is toch Hergé gebleven. Alhoewel,
u zult het met mij eens zijn dat ik
u niet dan tot zijn eer zijn echte naam
maar heb verklapt.
Wel, het was niet eens zo heel gemakkelijk hem te vinden, de heer Hergé.
Want de Avenue Louise, waar hij een studio beheert, bleek helemaal aan
de buitenkant van de Belgische hoofdstad te liggen. Wij hebben naar hem
moeten „speuren" en het was jammer dat Kuifje niet bij ons was om ons
te helpen.
3
Is de halfgod van Frankrijk van
Nederlandse afkomst? Francois
Joseph Talma, de legendarische
Franse toneelspeler uit de jaren van
Mirabeau en Napoleon, had Friese
voorvaderen, zo meende men lange
tijd. Een Nederlandse geleerde, Are-
tius Sibrandus Talma, nam in 1822
contact op met de grootste der gro
ten van het Franse toneel, om na te
gaan of beider afstamming naar één
familie leidde. De acteur was er ook
nieuwsgierig naar. Het was niet de
eerste keer, dat hij zich de vraag
stelde. Hij wist, en schreef dit zeer
vriendelijk en beleefd aan de ge
leerde, dat de zoon van de keizer
van Marokko Talma's oom had in
gelicht over de Arabische oorsprong
vari de naam Talma. Het woord
talma zou „onversaagd"
betekenen en dikwijls ge
bruikt zijn voor nadere
aanduiding van een voor
naam. Francois Joseph
meende dat een Moorse
familie Talma, in Spanje
terecht gekomen, in de
17e eeuw naar het noor
den was gereisd en de na
komelingen in Friesland
en Noord-Frankrijk waren
beland.
In Poix-du-Nord woon
den vele Talma's. De to
neelspeler werd door de
bewoners van het stadje
als een der hunnen be
schouwd, hoewel hij in
Parijs werd geboren de
15e januari 1763. In het
begin van deze eeuw hield
rrjen in dit stadje een her
denking, waarbij een mo
nument werd onthuld. De
bevolking was er overi
gens onkundig van dat de
beeldhouwer Talma's beeld
niet tijdig gereed had ge
kregen en dat de comité
leden met stalen gezich
ten de buste omkransten
van de Apollo van Belvé
dère.
Het is beter de afstam
ming van deze uitblinker
van de luisterrijke Franse
toneelhistorie te laten rus
ten. Talma's relaties met
de lage landen waren ta
melijk nauw. De tweede
maal dat hij in het huwe
lijk trad, was met de
Haagse actrice Caroline
Vanhove, die aan het Theatre Fran
cais emplooi had gevonden. Herhaal
delijk is de reislustige Talma in de
Nederlanden geweest om er voor
stellingen te geven. De Nederlanders
bewonderden zijn talent hogelijk.
Wij hebben in dezelfde tijd de
bijna geniale Andries Snoek, die in
vele opzichten de gelijke, zo niet de
meerdere van de Fransman was. Als
deze een wijdere faam geniet dan
onze Snoek, dan heeft Talma zulks
te danken aan de schitterende entou
rage waarin het hem, en vaak ook
andere Franse acteurs en actrices,
vergund is te leven. Talma, de ver
trouweling van Napoleon en de
kunstvriend van beroemde schilders
en schrijvers, is een eer ten deel ge
vallen, die noch Adrienne Lecou-
vreur, noch Frédéric Lekain, noch
Rachel of Sarah Bernhardt ooit ge
kend hebben.
Het begon voor Talma toch eigen
lijk zo eenvoudig. Hij, een gewaar
deerd acteur van wie men veel ver
wachtte, was bevriend met een wat
schooierige artillerie-luitenant, Napo
leon Bonaparte. De officier moest
vaak geld van de acteur lenen, kreeg
dikwijls vrijkaartjes voor de schouw-
burg en ontving boeken te leen over
geschiedenis, mythologie en toneel.
Talma bezat een goede boekenschat,
die hij zelf grondig nalas. Het intri-
geerde hem hoe de oude Grieken en
I Romeinen gekleed gingen.
Na Talma's eerste grote successen
I zocht hij omgang met kunstenaars en
I geleerden. Zijn formidabel talent trad
toen spoedig aan de dag. Wat ande-
j ren mislukt was, gelukte Talma. pe
belachelijke hofkleding, die in alle
I toneelstukken werd gebruikt, schafte
j Talma voor goed af. Hij werd aan-
j vankelijk gehoond en gekritiseerd,
maar Talma's overdonderende spel
snoerde iedereen de mond. Slechts
laaiende geestdrift bleef over. Er
was nog een stout stukje, waartoe
alleen iemand met dergelijke acteur-
capaciteiten in staat was. De acteur,
die een deel van zijn jeugd in Enge-
land had doorgebracht en Shake-
speare hartstochtelijk was gaan be-
wonderen, slaagde er in voor het
i eerst diens grote drama's aan de
Fransen voor te stellen. Weliswaar
maakten dezen kennis met het sap-
pige aftrekseltje van Ducis, die
Shakespeare's stukken herschreef,
maar zij hoorden tenminste van een
Othello, een Hamlet.
Een scheurmaker
Talma hing de scheurmakers aan.
Zijn opvoering van Chénier's
„Karei IX", vol met oproerige
toespelingen op de gehate Bastille,
deed het onder de toeschouwers gis
ten. Deputaties bisschoppen begaven
zich naar de weinig-energieke Louis
XVI om een speelverbod te bewerk
stelligen. Nauw was Talma's contact
met de Demosthenes van het ratio
nalisme, de Girondijn Mirabeau. Na
dat Robespièrre's hoofd over het
schavot was gerold, beschuldigde de
aartsverrader Marat Talma ervan
Jacobijn te zijn. En het scheelde
Talmen als Nero in „Brittannicus", een van zijn glansrollen.
Talma was toen gekleed in een hemelsblauwe wijde
mantel, die bezaaid was met gouden sterren,
weinig of ook Talma had onder de
guillotine het leven gelaten. Zijn
populariteit was zijn redding.
Terecht had Talma een ongekende
adoratie bij het publiek losgeslagen.
De soms wat droefgeestige en prik
kelbare kunstenaar bezat een vol
maakte macht over zijn toneelhelden.
Met hun grootheid, hun noodlot, hun
tweestrijd of woede, hun verslagen
heid of triomf begoochelde hij allen.
Bijna geen voorstelling ging er voor
bij of er vielen toeschouwers flauw,
of er klonk gegil van ontzetting. Zijn
hele leven lang voerde Talma op de
planken het hevigste gevecht tegen
zijn eigen ontroering. Hij vereenzel
vigde zich dusdanig met zijn hoofd
personen, dat hij zichzelve soms nau
welijks terug vond. Op zijn sterfbed,
waarop hij uitgeteerd lag, met bleke
ingevallen wangen en koortsige ogen,
slaakte hij, in de spiegel kijkend,
een diepe zucht: „Zo h^d ik keizer
Tiberius moeten spelen."
Boeiender dan wat ook is zijn ver
houding tot Napoleon, zijn uren
lange gesprekken met de ver
overaar, die het toneel door en door
heeft gekend en zelf zijn hele leven
lang heeft geacteerd in schurken- en
heldenrollen. Toen Napoleon van zijn
verbanningsoord Elba in Parijs te
rugkeerde, maakte hij tegen Talma
een toespeling op één van die praat
jes, die er rondwaarden. „Men zegt
dat ik toneellessen van u heb geno
ten. Dat is toch wel een bewijs dat
ik mijn rol goed vertolkt heb", lach
te de keizer. Men mag rustig zeggen,
dat Napoleon vele toneellessen heeft
gekregen, zoals ook Talma van de
keizer leerde. Napoleon bestudeerde
de acteur nauwgezet, nam houdin
gen en gebaren uit diens rollen over,
wendde zich zelfs diens stembuigin
gen aan. De indrukwekkende linker
hand in het losgeknoopte vest was
een van de beste trouvailles.
Van eerste consul werd Napoleon
keizer en dit vond Talma een reden
om zich geleidelijk van deze vorst
los te maken en daardoor de juiste
verhoudingen in acht te nemen.
Maar de keizer liet weten dat het
paleis van St. Cloud altijd voor hem
open stond en dat hij hem iedere
morgen bij het ontbijt verwachtte.
De dag na de kroning, toen deputa
ties van autoriteiten uit het hele land
naar het paleis kwamen om hun ge
lukwensen over te brengen, moesten
ze de gehele- ochtend in de troon
zaal anti-chambreren. Napoleon drong
bij Talma aan te blijven. Hij sprak
met hem over de Nero-rol, die Tal
ma juist in „Brittannicus" had ver
vuld en uitte zijn kritiek: „Ik wenste
van u meer het contrast te zien tus
sen Nero's slechte aard en goede op
voeding. Een dergelijke figuur vergt
minder beweging, daar hij zich niet 3
zozeer naar buiten openbaart, maar 3
meer innerlijke vervoeringen kent.
Op dit ogenblik bijvoorbeeld spre- 3
ken wij zoals men in het dagelijkse
leven spreekt; welnu, thans leveren 3
we een bijdrage tot de geschiedenis." 3
De zin is enige bespiegeling waard:
de keizer-van-één-dag was zijn gan- ES
se leven al een caesar geweest en
wist dus hoe een vorst had te han-
delen.
In de verdere historie vindt men 3
steeds die wisselwerking tussen deze
toneelspeler, die de klassieke held
moest uitbeelden, en de naar het 3
voorbeeld van de klassieke tyran ge-
vormde keizer, die aan het toneel
zijn houding ontleende. Talma kon 3
een vorst zijn als geen an- 3
der. Hem mocht men een 3
edel postuur toeschrijven,
een sterke kop en een 5
weids gebaar. Zijn studie
van de geschiedenis ver- 3
schafte hem een brede 3
kennis, die de grondslag
was voor een natuurge- 3
trouw spel. Talma liet de
monumentale en toen 3
vooraanstaande schilder 3
David zijn kostuums ont- 3
werpen. Hij kon als inti- 3
mus van de alleenheerser 3
invloed uitoefenen op de 3
maatregelen die Napoleon 3
trof om de Comédie Fran- 3
paise in haar vroegere 3
luister te herstellen. Al- 3
hoewel, Talma slaagde er 3
later niet in meer subsi- 3
dïe voor het toneel los 3
te krijgen, ondanks zijn 3
argument dat de „Acade- 3
mie der muziek" driemaal 3
zoveel als het toneel kost- 3
te. „L'Opéra est la luxe 3
de la nation et vous, mon- 3
sieur Talma, êtes la 3
gloire", antwoordde de 3
keizer bondig en tegelijk 3
vleiend. Er is een ander 3
frappant voorbeeld van 3
Talma's invloed. De dag 3
nadat in juni 1806 Talma 3
in het treurspel „Esther" 3
had getriomfeerd, infor- 3
meerde Napoleon bij het 3
ontbijt, toen hij met de 3
toneelspeler het stuk be- 3
sprak, hoe de rechtspo- 3
sitie der Joden was in 3
Frankrijk. Veertien dagen 3
later decreteerde Napo- 3
leon een wet, waarbij de Joden in 3
hun rechten hersteld werden.
Noodlot getart
De glorie van de natie", moest 3
in 1808 met de Comédie Fran-
paise mee naar Erfurt waar
Napoleon zijn uiterst belangrijke
ontmoeting zou hebben met de man, 3
die hem later ten val bracht, Alexan- 3
der van Rusland. Ook vele Duitse 3
vorsten waren op de avond van de 3
eerste conferentiedag in de schouw- 3
burg. Voor deze eerste avond had 3
Napoleon, met een onbegrijpelijke 3
sinistere bedoeling, bevolen dat de 3
„Dood van Caesar" opgevoerd moest 3
worden. Het hoge gezelschap, van 3
wie ieder elke kans om de Franse 3
despoot te verraden zou aangrijpen, 3
voelde uit elke versregel overdui- 3
delijk hoe wankel het bestel van 3
een wereldbeheerser is. Toen het 3
doek viel durfde niemand elkaar M
aan te zien, bevangen door een zon- 3
derlinge verlegenheid. Slechts de 3
tarter van het noodlot, Napoleon, 3
glimlachte vrijmoedig en begon te 3
applaudisseren.
Men maakte zich later dikwijls 3
druk over de nalatigheid van Napo- 3
leon om Talma niet officieel te deco- 3
reren. Inderdaad had het in die tijd 3
minder stof opgeworpen als Napo- 3
leon een kunstenaar een koninkrijk 3
ten geschenke had gegeven, dan wan- 3
neer hij een artiest een onderschei- 3
ding had uitgereikt in de vorm van =x
een lintje.
Een kunstenaar behoorde volgens 3
de toenmalige conventie niet onder- 3
scheiden te worden. Hij was van een 3
ras dat op zijn best voor enige ver- 3
makelijke uren kon zorgen. Ondanks 3
dit alles is Talma zoveel ten deel 3
gevallen, dat men werkelijk mag 3
schrijven, dat hij als een halfgod ver- 3
eerd werd, ook toen Louis XVIII op
de troon der Bourbons had plaats 3
genomen.
Van een voorstelling in Rijssel in 3
1817 is bekend, dat de royalistische 3
militairen bij het optreden van Tal-
ma dermate te keer zijn gegaan, dat
men van een stedelijke oorlog mag 3
spreken, die pas na een paar dagen 3
verflauwde.
De laatste jaren van zijn leven is 3
Talma op verzoek van Koning Wil- 3
lem I nog in Brussel opgetreden. De 3
Koning schonk hem een jaargeld 3
van liefst tienduizend franken. Op 3
18 oktober 1826, deze week 130 jaar
geleden, stierf hij. maar niet voor- 3
dat hij, gelijk altijd bij het slapen
gaan, in de spiegels van zijn kamer
zijn gelaatstrekken had bestudeerd.
HENK SUÊR
De heer Hergé gaat kennelijk veel
minder tumultueus door het leven dan
zijn, laten we nu maar zeggen, pleeg
zoon. Hij is een rustige, bescheiden
man met innemende ,,alors"-gebaren.
Hij vertelt over zijn werk in ingehou
den, weloverwogen termen en hij maakt
bepaald niet de indruk, overstuur
te zpn door de riante successen die hij
met zpn verhalen en strips heeft ge
boekt.
Het is dan allemaal begonnen op de
bureaus van de „Vingtième siècle",
waar de heer Hergé destijds werkzaam
was als cliché-maker. Hij heette toen
nog gewoon George Rémi, met welke
naam hij trouwens bij de Burgerlijke
Stand staat ingeschreven. Op een gege
ven dag kwam de directeur van boven
genoemd dagblad op het denkbeeld een
apart bijblad voor kinderen uit te ge
ven. Hij liet George Rémi, die reeds
bij bepaalde gelegenheden er blijk van
had gegeven aardig te kunnen tekenen,
roepen en stelde hem op de hoogte van
zijn plannen.
„Natuurlijk," had Rémi gezegd, „een
leuk idee."
Toen had de directeur geantwoord:
„Goed. Maar jij moet het uitvoeren."
„Dat kan ik niet," had Rémi gezegd.
Htt was weggegaan en was het toch
maar gaan proberen. Eerst illustreer
de hij het verhaal van eeh der redacteu
ren. Maar hij voelde zich toen, zoals hij
het zelf uitdrukt, te zeer „gevangen".
Daarna creëerde hij zelf een manne
ke, tekende het en schreef er een tekst
bij. En dat betekende de geboorte van
Tintin, van Kuifje of van Tim, zoals
men het ventje in Duitsland noemt. Het
was toen 1929. Wy hebben het eerste
„Kuifje" gezien. Het was destijds nog
niet zo'n welgeschapen kereltje als het
nu is, zij het wel even rechtschapen.
Maar in 27 jaar kan heel wat gebeuren.
Voor Kuifje was het genoeg om een
bijzonder feestelijke verschijning te
worden. Zoals het wel meer gebeurt
met opgroeiende kinders.
Zevenentwintig jaar Kuifje. De heer
Hergé heeft in die tijd zijn discipel in
vijftien verschillende boekjes laten op
treden. Met steeds stijgend en tenslotte
bepaald uitzonderlijk succes. Waaraan
het te danken is weet de heer Hergé
zelf ook niet precies. Wel is het zijn
rotsvaste overtuiging dat men kinde
ren, wanneer men ze een verhaaltje
vertelt, au sérieux moet nemen. Zij wil
len dat. En dat ligt dunkt ons voor de
hand, al wordt het door menigeen die
zich met de lieve jeugd bemoeit verge
ten. Zij „dalen af" tot het kind en spre
ken het aan in „zijn eigen taal." De
heer Hergé Is in dit verband een over
tuigd voorstander van „de waarheid" in
het kinderverhaal. Hij tekent en schrijft
fantastische verhalen, zoals u wel weet,
maar het zijn altijd verhalen, die ge
beurd zouden kunnen zijn.
Hoe dat zij, Kuifje werd een we
reldsucces. Het werd vertaald in vele
talen, Frans, Duits, Engels, Spaans,
Italiaans om er enkele te noemen.
Zijn avonturen werden geboekstaafd
in kranten over gans de wereld, tot
ln Japan en In-
do-China en Ara-
bië toe. En bin
nenkort komt
Kuifje „als gete-
viseerde strip"
voor de Belgisch-
Vlaamse en Franse
televisie terwijl
in die zin ook in
principe een ak
koord is bereikt
met de B.B.C. Wij
zeiden het reeds,
in Frankrijk is
„Tintin'' bijna een
nationale figuur.
Men stuit er over
al op het brave
manneke. Er zijn
Tintins in de vorm
van caoutchouc-
poppetjes, men
Vindt er Tintins
op dekentjes, slab
betjes. f ietsvlag
getjes, bloesjes en
schrijfpapier. Tin
tin is er het sym
bool van de arge
loze, maar lepe
rechtschapenheid.
Kapitein Haddock, u wél bekend.
dat ook moge klinken, zelfs wanneer zij
ligt in de sfeer van het fantastische.
Neem de ruimtevaart. Hergé bezit
daarover stapels boeken. Hij heeft
een uitermate deskundig man op dit
gebied, als professor Ananof in Parijs
is, uitvoerig gesproken over dit onder
werp. En hp heeft een miniatuur-ruim
teschip laten bouwen volgens volstrekt
wetenschappelijke gegevens. Men kan het
op zijn studio aan de Avenue Louise
bewonderen. Hergé beschikt over een
zeer uitgebreide kartotheek met een
schat van gegevens over landen, vo
gels, vissen, honden, over militaire aan
gelegenheden en over alles wat er in
het verhaal maar te pas kan komen.
Is er een decor van een ietwat triest
stadsdeel nodig, Hergé stuurt een van
zpn medewerkers naar de Faubourg om
er een situatie-tekening te maken. Alles
is écht in de verhalen van Kuifje, dat
zult u nu wel hebben begrepen. En de
kinders, dat valt in ieder geval wel te
Tinkin hier komen, wij hem niet
opeten.
(Een negertje)
Papa gaat door voor een heel se
rieuze professor in de wiskunde, maar
hij kan nooit weerstaan aan de aan
drang uw boeken van a tot z te le
zen
Kuifje en Bobbie: óp naar het
(Alice B, Huy) avontuur
De beste stukken zijn te vinden op de pagina's 2, 10, 18 en 20
(Yvan)
Al heel lang zoeken wij naar een fout in uw boeken en ik geloof,
dat wij altijd zullen blijven zoeken
(Christiane en Monique)
U tekent veel meer mensen dan Van Gogh en met veel mooiere
kleuren.
(Een jongetje van 7 jaar)
Ik hoop, dat u eens op een dag naar Japan komt met uw en onze
Kuifje....
(Sayonara Xinoshita, Katazé, Japan)
Meneer Hergé, ik heb een fout in uw boek gevonden op pagina 52.
Helemaal onder aan de pagina op het derde plaatje is de arm van Arum-
baya voor de ene helft in het bruin, voor de ander in beige geschil
derd
(Patrick W., Brussel)
Wij hebben bijna alle boeken, behalve „Kuifje in Rusland", dat niet
meer te krijgen is in Rusland. Wij hopen, dat u ons er een kunt sturen,
want moeder is een Russische
(Alec, George en Francis R., South Nuffield)
Hergé en zijn naaste medewerker»
Een fietsenmaker te Scheveningen
heeft het met de vestigingswet aan de
stok gekregen. Betrokkene is al sedert
1938 rijwielhersteller, doch hij mag
geen fietsen verkopen (wel in elkaar
zetten), omdat hij niet in het bezit is
van het hiervoor vereiste diploma.
Toch fietsen verkopend kwam hij in
aanraking met de rechter, die hem een
jaar de tijd gaf om te studeren en
examen te doen, aldus een bericht in
de Nieuwe Haagsche Courant. De les
sen in rijwieltechniek gaven de gerou
tineerde vakman geen moeilijkheden,
maar daarna kreeg hij te maken met
atomen, neutronen en protonen, het
geen de fietsenbaas toch te machtig
werd. De man haalde zijn diploma
niet. De Haagse rechtbank heeft hem
nu veroordeeld tot een boete van vijf
endertig gulden en tot voorwaardelij
ke stillegging van het rijwielverkoop-
bedrijf voor een jaar, met twee jaar
proeftijd en de bijzondere voorwaarde,
dat binnen drie maanden aan de eis
van de wet wordt voldaan.