blijft
goede
Nederland
streven naar
betrekkingen met
Indonesië
Tal van sociale voor
zieningen aangekondigd
Waakzaamheid geboden
t.a.v. het prijsbeleid
P
Bijt sen?... Praehtbijts
Nederland
treedt atoom-
binnen
Regeringsverklaring
Texels vuurtoren gered
De
verdwenen
miniatuur
8
DINSDAG 23 OKTOBER 1956
Buitenlandse politiek
De N.A.V.O.
Euratom
Indonesië
Economische Unie
Nieuw-Guinea
mms
Lonen en prijzen
Kernenergie
Binnenlands beleid
Landbouw
Woningbouw
Sociale politiek
Bezitsvorming
Maatschappelijk werk
Middenstand
Onderwijs
Doodvonnis van Graham
bekrachtigd
Justitie
Verkeer en Waterstaat
Overheidspersoneel
Toekomst onzeker
Kabinetsformatie
Vervolg van xgina 1)
Ook op internationaal gebied doen
rich verschuivingen in de problemen
voor. De buitenlandse politiek der rege
ring blijft intussen gericht op de alge
mene doelstellingen, welke aan het be
leid in vorige jaren ten grondslag heb
ben gelegen. De regering zal blijven
streven naar handhaving van de inter
nationale positie, waarop Nederland
recht heeft, en vervulling van de taak,
welke dit land heeft in de opbouw van
een rechtvaardige en vreedzame wereld
Bij die opbouw is het vraagstuk van
het lage levenspeil van de bevolking
van vele landen een centraal probleem.
Aan de minderontwikkelde landen moet
op grote schaal technische bijstand wor
den verschaft. De regering is een voor
standster van zo spoedig mogelijke op
richting van een internationaal fonds tot
financiering van investeringen, zoals
neergelegd in het plan tot oprichting
van een speciaal economisch ontwikke
lingsfonds der Verenigde Naties (S.U.
N.F.E.D.). Bjj de hulpverlening dient
geen ander doel voorop te staan dan
de verhoging van het levenspeil van de
minder ontwikkelde landen. Deze hulp
zal bij voorkeur geleid moeten worden
vanuit multilaterale organisaties, waar
in de ontvangende landen op voet van
gelijkheid met de gevende landen zün
vertegenwoordigd.
In Europees en Atlantisch verband zal
de regering de ontwikkeling der reeds
in gang gezette samenwerking zo krach
tig mogelijk blijven bevorderen.
In de Noordatlantische verdragsor
ganisatie (N.A.V.O.) zal nog meer
dan tevoren de aandacht moeten wor
den gericht op het versterken der poli
tieke samenwerking en het verkrijgen
van een zoveel mogelijk eensgezind
beleid voor de leden der N.A.V.O. Bij
de kwestie van het Suezkanaal is deze
wenselijkheid opnieuw gebleken. Naast
d» noodzakelijke verdieping van de
politieke samenwerking stelt de rege
ring zich voor naar vermogen te blij
ven bijdragen aan de vorming van de
bondgenootschappelijke strijdkrachten
in het belang van het waarborgen van
vrijheid en vrede.
Terwijl .de in de laatste jaren op de
bngrat ing uttgetrdkkeir 'bedragen voor
ae aëfétisie in Verband met de stijging
van lonen en prijzen verhoogd zullen
moeten worden, zullen de werkelijke
Uitgaven, waarvoor tot nog toe mede
uit gelden van vorige dienstjaren werd
geput, geleidelijk verlaging ondergaan.
Zoals in de nota inzake de begrotings
hoofdstukken van oorlog en van mari
ne reeds werd medegedeeld, zal om
trent de redelijk te achten Nederlandse
defensiebijdrage overleg met de NAVO
worden gepleegd.
Het met betrekking tot het vraag
stuk der Europese integratie tot nog
toe door Nederland gevoerde beleid zal
consequent worden voortgezet.
De regering zal, zoveel in haar ver
mogen ligt, de totstandkoming bevor
deren van de verdragen tot oprichting
Van een Europese gemeenschappelijke
markt en van een Europese organisatie
Voor de ontwikkeling der kernenergie
(Euratom), waarover thans te Brus-
»el wordt onderhandeld. Mede gelet op
de ervaringen met de Europese ge
meenschap voor kolen en staal opge
daan, is zij van mening, dat een spoe
dige voltooiing en inwerktreding dezer
verdragen voor Nederland en voor Eu
ropa van groot belang is.
Het bovenstaande neemt niet weg,
dat de regering zich bewust is van
de wenselijkheid de Europese samen-
Werking ook in ruimer verband dan de
zes landen van de Europese gemeen
schap voor kolen en staal met kracht
te bevorderen. Zij denkt daarbij aan het
Versterken van de banden met het Ver
enigd Koninkrijk binnen de west-Euro-
pese unie en1, in ruimer kader, aan een
nauwere samensluiting van de vijftien
landen van de raad van Europa.
De wijze, waarop de betrekkingen tus
sen Nederland en de Duitse bondsrepu
bliek zich hebben ontwikkeld, mede als
gevolg van het gemeenschappelijk stre
ven naar Europese eenwording, geeft de
regering goede hoop, dat het zal ge
lukken de nog hangende kwesties tussen
beide landen tot een bevredigende op
lossing te brengen.
De betrekkingen tussen ons land en
de republiek Indonesië zijn in de loop
Van dit jaar zeer moeilijk geworden.
»Vij staan voor het feit, dat Indonesië
*ich veroorlooft geldende internationale
overeenkomsten, die tot stand zijn ge
komen onder medewerking van een
commissie van de Verenigde Naties,
Ccnzjjdig te verbreken en verplichtin
gen te annuleren, terwijl bovendien bü
*?"s volk verontwaardiging is gewekt
n°or de rechteloosheid, waarvan ver
skillende onzer landgenoten daar te
^hde het slachtoffer zijn. Ook worden
t® normale diplomatieke, betrekkingen
h„?Se« de beide landen door Indonesië
ctnmerd.
j de stelling van Indonesië, dat
maatregelen zijn gegrond op de
"mstandigheid. dat het vijf jaar lang
®rgeefs gepoogd heeft door overleg
met Nederland eep wijziging in de
yerdragshouding te bereiken, wordt
verzwegen, dat in 1954 onder het be
wind van het eerste kabinet-Ali Sas-
woamie]jojo tussen beide landen een
Protocol is gesloten het ligt nog
dij deze kamer ter goedkeuring, mijn-
-o vo°rzitter waarbij in be-
angnjke mate aan Indonesische wen
sen werd tegemoet gekomen.
5ntnü-lezej situatie, waarvoor in ver-
delen van de wereld belang-
bestaat, zal door het kabinet
D,™re7,eUe aan<lacht worden besteed.
aanwijzingen, welke er op
- un en duiden, dat de Indone-
tl {evening wezenlijk bereid is mee
V„_y/erken aan herstel van een goede
rstandhouding zal de regering uiter-
"aro niet verwaarlozen.
De vorming van de gemeenschappelij
ke markt binnen het kader van de Be
nelux vindt gestaag voortgang. Het feit,
°at nog dit jaar Nederland, België en
Luxemburg gemeenschappelijk zullen
optreden in handelsbesprekingen met
andere landen, moge in dit verband als
een verblijdend symptoom worden ge
noemd.
Het streven der regering is erop ge
richt binnen afzienbare tijd het ver
drag inzake de economische unie, dat
de lotsverbondenheid tussen België, Ne
derland en Luxemburg zal bezegelen,
te doen tot stand komen. De regering
zal met de Belgische regering in over
leg treden over de kwesties van het
kanaal van Terneuzen naar Gent en de
stop van Ternaaien.
Verschillende belangen van westelijk
Noord-Brabant vereisen een spoedige
regeringsbeslissing. Met het oog daarop
is het noodzakelijk, dat op korte termijn
ee beslissing wordt genomen over de
voorstellen van de heren Steenberghe en
Van Cauwelaert met betrekking tot de
Schelde-Rijnverbinding. De regering zal
zich ook hierover met de Belgische re
gering verstaan.
Ten aanzien van Nieuw-Guinea zal
Nederland- op de basis van de bestaan
de rechtsorde een zodanige ontwikke
ling van dit gebied bevorderen, dat de
mogelijkheid van toepassing van het be
ginsel van zelfbeschikking wordt be
spoedigd. Voor de vervulling van deze
taak zal worden gezocht naar nieuwe
vormen, waarbij aan de decentralisatie
gedachte een ruime plaats wordt toege
kend en aan missie en zending, hun
geestelijke en culturele taak vervullen
de, de grootst mogelijke zelfstandigheid
wordt gelaten.
In de verhouding tot Suriname en de
Antillen zal de regering, samenwer
kende met de regeringen van deze ge
bieden, streven naar een zo zuiver
mogelijke toepassing van de beginselen
van het statuut.
De regering staat open voor overleg
met de landsregeringen van de beide
rijksdelen omtrent de mogelijkheden
van een verdere economische ontwik
keling. De voor Suriname reeds over
eengekomen plannen worden geleidelijk
tot uitvoering gebracht. Voor de Antil
len, waar de omstandigheden belang-
rijl verschillen, zal met de landsrege
ring omtrent een verdere economische
iiiiiiiiiiifiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiMHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiftfiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiuiiii
Het gevaar is geweken! De zee, die al jaren aan de Noordpunt van het eiland Texel vrat en de vuurtoren ernstig bedreigde,
is een halt toegeroepen. Aan de duinvoet is thans een betonnen schoeiing gebouwd, die verdere afkalving moet verhinderen.
(Luchtfoto Aerofoto Nederland)
delen van conjunctuur- en structuurpoli
tiek moeten bij voorkeur van globale
aard zijn, fysieke controles zullen
slechts in speciale gevallen mogen wor
den toegepast.
Ook het thans verstreken jaar werd
op economisch terrein gekenmerkt door
een hoog en nog steeds stijgend peil
van werkgelegenheid, produktie en uit
voer, waardoor het nationale inkomen
een nog niet bereikte hoogte verkreeg.
In het komende jaar zal veel beleid
worden gevraagd om te voorkomen, dat
deze op zichzelf gunstige ontwikkeling
wordt overspannen en daardoor in haar
tegendeel omslaat. Als een symptoom
van deze dreigende overspanning valt
in de eerste plaats te wijzen op het te
verwachten tekort op de lopende reke
ning van de betalingsbalans als gevolg
van de toeneming van de bestedingen.
Dit baart te meer zorg omdat ze
ker onder de huidige omstandigheden
enig overschot op de lopende reke
ning wenselijk moet worden geacht. In
zake het vraagstuk van bedoelde be
stedingen is intussen het advies van de
Sociaal-Economische Raad gevraagd.
De regering zal niet aarzelen de in dit
verband noodzakelijke maatregelen te
treffen.
Het verloop van lonen en prijzen blijft
grote aandacht vragen. Gegeven de re
cente loonsverhogingen en de aanpas
sing aan het loonniveau, die in 1957
mpet worden verwacht, is uiterste waak-
ontwikkeling overleg worden gepleegd,
waarbij in de eerste plaats aan het
verlenen van technische bijstand wordt
gedacht.
Op het terrein van de kernenergie is
de samenwerking zowel bilateraal als
multilateraal van het grootste gewicht
In dit verband is het van belang,
dat onlangs met de regering van de Ver
enigde Staten van Amerika een nieuwe
bilaterale overeenkomst op atoomge
bied is gesloten, welke binnenkort aan
de Sta ten-Generaal ter goedkeuring zal
worden voorgelegd. De Noors-Nederland
se relatie blijft een voornaam element
van het beleid. Een hechte samenwer
king met name in Europees verband,
zoals nu in de vorm van Euratom,
waarover ik reeds sprak, en in het ka
der van de organisatie voor Europese
economische samenwerking (O.E.E.S.).
alsmede in de Europese organisatie voor
kernfysisch onderzoek (C.E.R.N.) wordt
nagestreefd, moet intussen als onont
beerlijk worden beschouwd om een doel
treffende bevordering van de toepassing
der kernenergie in het economisch leven
van ons land tot stand te bregen.
De snelle ontwikkeling op kernerge-
tisch gebied maakt het noodzakelijk te
komen tot de opstelling van een meer
jarig programma, waarbij bijzondere
aandacht zal worden gegeven aan de
bouw van kernenergiecentrales ten be
hoeve van de elektriciteitsvoorziening.
Voor de verwezenlijking van zulk een
programma zullen zowel de Nederland,
se wetenschap als de stichting reac-
torcentrum Nederland, de elektriciteits
producenten en de Nederlandse indus
trie een belangrijke taak kunnen ver
vullen. Daartoe is het noodzakelijk, dat
de regering beschikt over bevoegdhe
den om recht te doen wedervaren aan
de talrijke belangen die met de toe
passing der kernenergie zijn gemoeid.
Een ontwerp-atoomwet wordt daarom
voorbereid.
Centrale doelstellingen van het bin
nenlands beleid der regering, mijnheer
de voorzitter, zijn:
1. Handhaving van het monetaire en
budgettaire evenwicht.
2. Handhaving van een hoog niveau
van werkgelegenheid, vergroting van
produktie, uitvoer en nationaal inkomen.
3. Bevordering van een sociaal recht
vaardig te verdelen van het nationale
inkomen.
4.Uitbreiding der culturele, sociale
en publieke voorzieningen in overeen
stemming met de stijgende behoeften,
rekening houdende met de beschikbare
middelen.
Wü staan voor verschillende proble
men ten aanzien van de verhouding van
st'uctuurpolitiek en conjunctuurpolitiek.
D.. rbij moet in het algemeen het pri
maat van de structuurpolitiek worden
aanvaard. Deze structuurpolitiek bete
kent expansie van de Nederlandse eco
nomie in de breedte en in de diepte.
Een conjunctuurpolitieke correctie op
deze structuurpolitiek is gewenst, indien
en voorzover in de volkshuishouding de
bestedingen de middelen dreigen te
overtreffen en de expansie in het be
drijfsleven tot te grote spanningen aan
leiding geeft. Bij zulk een afremmen
zullen alle bestedingscatejoriën onder
het oog moeten worden gezien. De mid-
zaamheid met betrekking tot ons prijs
peil geboden. Het prijspeil van onze ex
port is een van de belangrijkste fac
toren, welke beslissend zijn voor onze
welvaart op lange termijn. Ook met het
oog daarop zal de regering het prijs-
stabilisatiebeleid voortzetten.
Eveneens met kracht zal worden
voortgezet het kartelbeleid, hetwelk bij
voortduring gericht zal zijn op het be
vorderen van een gezonde economische
mededinging.
Ook het financiële beleid zal worden
beheerst door de centrale doelstellin
gen, die ik reeds noemde.
De vraag, welke concrete maatrege
len op het financiële en fiscale terrein
uit deze centrale doeleinden zullen
voortvloeien, kan bij de algemene finan
ciële beschouwingen nader ter sprake
komen.
Tot een afremmen van de natio
nale bestedingen zal ook de overheid
haar deel moeten bijdragen. De vraag
of, en zo ja welke, overheidsinveste
ringen in het kader van een even
wichtige afremming van alle beste
dingscategorieën kunnen worden ver
minderd of getemporiseerd, wordt on
derzocht. Met betrekking tot de an
dere uitgaven zal de efficiency en so
berheid in de overheidsdienst krach
tig worden bevorderd, mede opdat,
voor de periode van hoogconjunctuur,
de totale uitgaven van de staat min
der zullen toenemen dan het nationa
le inkomen.
Voor de handhaving van het mone
taire evenwicht is het niet slechts nood
zakelijk, dat een inflatoire financiering
van de overheidshuishouding wordt ver
meden, doch mede dat de overheidsfi
nanciering zonodig een tegendruk geeft
tegen elders optredende inflatoire span.
ningen. In verband met de huidige
overspanning van de conjunctuur is het
daarom niet voldoende, dat thans uit
sluitend de lopende uitgaven van het
rijk door normale inkomsten worden
gedekt. De regering zal er voorts naar
streven de staatsschuld niet te doen
toenemen, behoudens voor de financie
ring van redelijk renderende objecten.
Een onderzoek zal worden ingesteld
naar de wenselijkheid en uitvoerbaar
heid van een belasting op rechtstreekse
vermogensvermeerderingen, waarbij
ook onderzocht zal worden in hoeverre
hierbij rekening zal zijn te houden met
vermogensverliezen.
De regering is zich ervan bewust,
dat de bedrijfsresultaten in de land
bouw, ook afgezien van de slechte
weersomstandigheden gedurende de
laatste Zomer, over het algemeen geen
gunstig beeld vertonen. Haar streven
blijft gericht op produktiviteitsverho-
ging, waarbij speciale aandacht zal
worden gewijd aan die gebieden, waar
de voorwaarden voor de uitoefening van
een rationele landbouw onvoldoende zijn.
In het bijzonder moet door middel van
cultuur-technische werken en verbe-
ring van bedrijfsgebouwen door over
heid en bedrijfsleven een structurele
aanpassing van de landbouw aan de zich
wijzigende omstandigheden worden be
vorderd.
Voorts zal worden gestreefd naar de
sanering van onrendabele kleine bedrij
ven door gebruikmaking van nieuw ge
wonnen grond of tot dit doel aangekoch
te gronden.
Wettelijke maatregelen zullen wor
den voorgesteld ter voorkoming van
versnippering van bedrijven, waar her
verkavelingen en saneringen hebben
plaats gevonden. Blijvende voorzienin
gen dienen te worden getroffen tot prijs-
beheersing der landbouwgronden.
De regering zal een spoedige wette
lijke regeling van het landbouwonder
wijs, passend in het kader van de overi
ge onderwijsvoorzieningen, bevorderen.
Haar streven blijft verder gericht op
behoorlijke bedrijfsuitkomsten op goed
geleide, sociaal-economisch verantwoor
de bedrijven. Te dien einde zullen de
kostprijsberekeningen worden herzien
en zal met name aandacht worden ge
schonken aan de vraagstukken van de
eigenaarslasten en de beloning van de
arbeid van de boer. Prijsverhoging van
enkele landbouwprodukten of verhoging
van het nadelige saldo van het land-
bouwegalisatiefonds of beide zullen hier
van het onvermijdelijk gevolg zijn. De
regering overweegt nog, welke keuze
uit de verschillende mogelijkheden moet
worden gemaakt, ook met het oog op de
consequenties voor prijs- en loonbeleid,
in verband met de monetaire en budget,
taire sftuatie.
Ook het nieuw opgetreden kabinet is
var oordeel, dat aan de woningbouw
een hoge prioriteit moet worden toe
gekend. Daarbij zal ervoor moeten wor
den gewaakt, dat de bouw van woningen
voor arbeiders en kleine middenstan
ders niet een te klein gedeelte van de
woningproduktie gaat vormen. In ver
band hiermede zal aan de bouw van
woningwetwoningen ten behoeve van de
ze categorieën der bevolking bijzondere
aandacht werden geschonken.
Ter bevordering van de totstandko
ming van een zo groot mogelijk aan
tal woningen zal moeten worden ge
streefd naar modernisering van het
bouwapparaat en naar grotere conti
nuïteit in de bouw. De regering zal
daarom opdrachtgevers, aannemers en
bouwondernemers blijven stimuleren
om bij voortduring in deze richting
werkzaam te zijn. Zij zal initiatieven
op dit gebied krachtig steunen o.a.
door het verlenen van medewerking aan
grote woningbouwopdrachten.
De controle op de prijsvorming bij de
woningbouw zal worden voortgezet en
waar nodig en mogelijk worden uitge
breid. De regering zal streven naar
voortzetting en uitbreiding van de co
ördinatie van het beleid met betrekking
tot de ruimtelijke ordening. Bijzondere
aandacht zal in de komende jaren moe
ten worden besteed aan de problemen,
welke worden veroorzaakt door de toe
nemende bevolkingsdichtheid in ons
land.
Een voorstel tot verhoging van de hu
ren der vooroorlogse woningen met 25
pet zal op korte termijn bij de Staten-
Generaal worden aanhangig gemaakt.
Enkele categorieën van gedurende en
na de oorlog gebouwde woningen, waar
van het huurpeil momenteel op het ni
veau van de vooroorlogse woningen
ligt, zullen mede in de huurverhoging
worden betrokken.
Tegelijk met het voorstel tot huur
verhoging zal een wetsontwerp wor
den ingediend, krachtens hetwelk ge
durende tien jaren 50 pet van die
verhoging door de eigenaar van een
verhuurde woning op een geblokkeer
de rekening moet worden gestort.
Naarmate de situatie op de arbeids
markt het mogelijk maakt om behal
ve aan de nieuwbouw, ook aan ver
nieuwing en verbetering van bestaan
de woningen meer aandacht te schen
ken, zal deblokkering der ingeschre
ven bedragen kunnen geschieden
naar rato van de bedragen, welke de
eigenaar voor vernieuwing en verbe
tering van de desbetreffende wonin
gen heeft besteed.
Op het gebied van de sociale politiek
worden de volgende regelingen voor
bereid.
Een kinderbijslagregeling als volks
verzekering, van het derde kind af,
met een aanvullende regeling voor de
groepen, die tot dusverre al van het
eerste kind af kinderbijslag ontvangen.
Een wettelijke verzekering voor we
duwen en wezen, eventueel voorafge
gaan door een noodregeling.
Herziening van de invaliditeitswet
en de ongevallenwet. Voortzetting van
unificatie, codificatie en vereenvoudi
ging der sociale verzekering.
Advertentie
Wettelijke regeling van het zieken
fondswezen.
Gehandhaafd zal worden de moge
lijkheid tot loondifferentiatie met be
heersing van de lonen binnen de gren
zen gesteld door de centrale doelein
den van het sociaal-economisch beleid
Geleidelijke verwezenlijking van ge
lijke beloning van mannen- en vrou
wenarbeid zal worden bevorderd.
De verdere ontwikkeling van de pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie zal
krachtig worden gestimuleerd, opdat de
ze binnen redelijke termijn over de ge
hele linie van het bedrijfsleven wordt
verwerkelijkt.
In de overheidssfeer van wetgeving
en bestuur zal de nodige aandacht wor
den geschonken aan het maatschappe
lijke zelfdoen.
Ter bevordering van de bezitsvorming
wordt gedacht o.a. aan reeds ingedien
de of voorbereide voorstellen inzake
eigen woning, toekennen van premies
aan jeugdige spaarders en een spaar
regeling ten behoeve van het overheids
personeel, bevordering van het bouw-
sparen overeenkomstig wetsontwerp
4273 (voorzieningen met betrekking tot
werkgeversbijdragen aan bouwspaar-
fondsen) met uitbreiding van de daar
in voorziene maatregelen tot werkge
versbijdragen in andere nader aan te
wijzen op duurzaam bezit gerichte werk
nemersspaarfondsen.
Voorts zal naar gelang van de er
varingen, met deze voorzieningen in de
praktijk opgedaan, onderzocht worden of
die gevolgd zullen worden door andere
maatregelen van soortgelijke strekking
ook voor andere groepen.
Bevordering van winstdeling met
spaarregeling, zowel voor de bezitsvor
ming als ter vermijding van inflatoire
spanningen zal worden overwogen.
Vervanging van de armenwet door
een wetgeving op de maatschappelijke
zorg en het maatschappelijk werk ligt
in het voornemen. Hangende de voor
bereiding hiervan zal op korte termijn
een wetswijziging worden aanhangig
gemaakt tot beperking van de verhaals-
mogelijkheid.
Bij de voortschrijdende ontwikkeling
van het maatschappelijk werk zullen in
het bijzonder de integratie bü het par
ticulier initiatief en een juiste verhou
ding tussen de bemoeiingen van de
plaatselijke, provinciale en rijksover
heid op het gebied van het maatschap
pelijk werk worden bevorderd.
Op het gebied van de middenstand
zal een onderzoek worden ingesteld
naar de wenselijkheid ener wettelijke
regeling ter bevordering van vrijwilli
ge sanering met medewerking van de
overheid.
Wettelijke maatregelen tot groter be
scherming van huurders van bedrijfs
panden zullen in overweging worden
genomen.
Middenstandsvoorlichting, ook be-
drijfstaksgewijze voorlichting door het
georganiseerde bedrijfsleven, zal krach
tig worden bevorderd.
Medewerking zal worden verleend
aan een raad voor midden- en klein
bedrijf.
Een wettelijke regeling vein het mid-
denstandsonderwjjs wordt voorbereid.
Bij de onderwijspolitiek staat voor
op, dat, teneinde een sluitend geheel
van onderwijsvoorzieningen te krijgen,
allereerst een wet op het gehele voort
gezette onderwijs tot stand moet wor
den gebracht, waarin op de grondslag
van de in de onderwijsnota's neerge
legde denkbeelden naast het huidige
middelbaar, voorbereidend hoger en
nijverheidsonderwijs ook bet voortgezet
gewoo lager onderwijs en het uitge
breid lager onderwijs een plaats vinden.
Tegelijkertijd vereist de lageronderwijs-
wet een aanpassing als wet op het ba
sisonderwijs.
Ook het hoger onderwijs eist een nieu
we wettelijke regeling. Aan de commis-
sie-s'Jacob zal worden verzocht, ter
bevordering van gelijkwaardige ontwik
kelingsmogelijkheden voor alle instellin
gen van openbaar en bijzonder hoger
onderwijs haar werkzaamheden zoveel
mogelijk te bespoedigen.
Geleidelijke verlaging van het klasse
gemiddelde is in voorbereiding. Daarna
zal verlenging van de leerplicht worden
voorbereid. Het is de bedoeling verder
te gaan met afschaffing van school
geld en het beurzenstelsel uit te brei
den. Een onderzoek zal worden inge
steld naar herziening van de beheers
vorm van het openbaar onderwijs ter
versterking van de invloed der ouders,
met behoud van het overheidskarakter.
Een wettelijke regeling van streeksge
wijs vastgestelde spreiding der school
vakanties zal worden voorbereid.
De regering streeft ernaar de be-
WÊÊÊÊamÊÊm—mmmmÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊmÊÊmMÊmÊm
door ERICH KASTNER
Vertaling van JOHAN VAN DER WOUDE
51
Mijnheer Kuhlewein wandelde verstoord heen en
weer op het grote, zachte tapijt dat de vloer be
dekte en keek dreigend naar de deur.
„Excuseert u mij," begon hij, „dat ik
,,'t Eindelijk snap!" vulde slager Kulz hulpvaardig
aan.
De directeur-generaal lachte zuurzoet. „Juist. Ik
vernam twintig minuten geleden, dat mijnheer Stein-
hovel onderweg was om de miniatuur af te halen.
Toen u met een politie-commissaris verscheen, ver
wonderde ik mij een weinig. Maar het schijnt, dat
ik vandaag nog vaker de gelegenheid zal krijgen mii
te verbazen."
„Dat geve God!" zei Kulz. „En wij met u! Gaat
u toch zitten, mijnheer de generaal. Dat kan geen
kwaad!" Daarna wendde hij zich tot juffrouw Trub-
ner. „Ik word er nog gek van! Is het wel beslist
de echte miniatuur? Of misschien een nieuwe theo
rie?"
„Het is het origineel," zei mijnheer Steinhovel.
„Dat is het enige wat tot nu toe vast staat."
De deur werd geopend. Een jonge man trad in
de kamer.
„Een van onze onderdirecteuren," verklaarde mijn
heer Kuhlewein onwelwillend. „HU is van de zaak
op de hoogte."
De jonge man die met de zaak op de hoogte was,
boog en kwam naderbij.
Het was mijnheer Joachim Seller.
Behalve Irene Trubner begreep voorlopig niemand
waarom de oude Kulz opsprong en als een indiaan
op de jonge man af danste.
De stoel viel om. Kulz riep: „Hoera!" en klemde
de onderdirecteur van „Verolina" tegen zijn borst.
„Bravo, mijn jongen!" brulde hij. „Ons er zo tussen
te nemen! Je bent me er eentje!" HU lachte buiten
sporig. „Ik heb toch altijd gezegd dat u geen echte
boef bent!" Daarna draaide hij zich tros om en
wees statig naar Seiler. „Dat is hij, mijne heren. Dat
is hij!"
„Wie is dat?" vroeg de directeur-generaal Kuhle
wein.
De commissaris verklaarde: „Het gaat vermoede
lijk om de man, die voor een uurtje de miniatuur
uit de woning van de heer Kulz heeft verduisterd."
„Grote hemel!" mompelde de directeur-generaal.
Men hoorde bijna dat hem een rilling over de rug
liep. „Seiler! bent een dief?"
De jonge man haalde verlegen de schouders op.
„Het moest wel! Mijn beste mijnheer Kulz, ik vraag
u achteraf verlof bü u te mogen stelen!"
„Zo vaakt u wilt, beste jongen!" riep Kulz. „Ik
ben zo blü dat u geen inbreker bent, maar slechts
inbreekt!"
Joachim Seiler zei: „Het was tamelijk ingewikkeld.
Ik had de indruk, dat de politie slechts een gedeelte
van de bende in mün woning had gesnapt. Ik ging
eigenlijk alleen voorzichtigheidshalve naar uw worst-
fabriek, Papa Kulz. Het waimmers ook mogeiijk
geweest, dat de mi ïiatuur reeds in de villa van
mijnheer Steinhovel was aangekomen. Dat bleek niet
zo te zijn. Ze hing boven uw sofa."
De oude kunstverzamelaar werd nadenkend en
vroeg: „Wist u dan dat u in Warnemunde niet het
origineel, naar de copie had gestolen? Of was dat
slechts bloot toeval?"
Directeur-generaal Kuhlewein hapte merkbaar
naar lucht.
„Wat is dat? In Warnemunde heeft onze nujn-
heer Seiler ook al gestolen?"
„O ja," antwoordde de jonge man beschei
den. „Dat moest wel! Men ka niet altüd zoals
men wil. Toen het licht an de dancing uitging,
was de zaak niet meer met handschoenen aan te
pakken. Ik rukte juffrouw Trubner's handtasje
open, greep er in en ontvreemde de miniatuur."
De commissaris keek de delinquent wantrouwend
aan
„Hoe komt het dan dat u in Warnemunde wel
is waar het origineel stal, maar dat we in uw
woning de imitatie vonden? Overigens dank ik u,
dat u ons de bende in handen hebt gespeeld.
„Ik deed het met genoegen," zei de jonge man.
„Wat nu de beide miniaturen aangaat, dat ging
heel eenvoudig te werk. Toen bet licht uitging,
lag de copie nog op de tafel. De bende had haar
immers juist aan de heer Kulz teruggebracht. Ik
stal in het donker het origineel uit juffrouw Trub
ner's tasje. Daarna legde ik het, als was het de
copie, op de tafel en toen stal ik de copieEn
met de copie ging ik er vandoor!" Hij bezon zich
en lachte geamuseerd. „Toen moesten natuurlük
alle belanghebbenden denken, dat ik met het ori
gineel verdwenen was. Daardoor verloor de bende
al haar belangstelling voor juffrouw Trubner en
mijnheer Kulz. Van dat moment af vervolgde zij
mü met het vermeende origineel in mijn zak.
Zo gelukte het mü, de kerels van Warnemunde tot
Berlün achter mü aan te lokken. En daarna liet
ik hen in mijn woning gevangennemen. Het was
nogal eenvoudig, zoals u ziet. En het origineel was
voorlopig in veiligheid. En juffrouw Trubner en
münheer Kulz ook."
„Schitterend!"' riep de slager. „Ongelofelük!
Als je zo iets hoort, zou je jaloers kunnen worden."
De oude kunstverzamelaar knikte bedachtzaam.
Directeur-generaal Kuhlewein echter, die was ge
broken! Zulke methoden waren nieuw voor hem
in de verzekerings-branche.
Joachim Seiler ging verder met zün verslag.
„Terwijl ik uit mqn stamcafé toekeek, hoe de
spoedbrigade de bende uit mijn woning haalde, ont
ving ik van de bendeleider, die zich overigens nog
steeds op vrqe voeten bevindt, een brief. Kort daar
na reed hü mü in een taxi voorbü- HÜ bad wel
is waar zijn prachtige baard afgelegd, maar ik
herkende hem desondanks. En toen werd ik op
nieuw angstig.
(Wordt vervolgd)
Het Hooggerechtshof van de Ameri
kaanse staat Colorado heeft gisteren
te Denver het doodvonnis van de 24-
jarige John Gilbert Graham bekrach
tigd. Hij heeft indertijd een vliegtuig
met 44 inzittenden laten verongelukken,
waarin ook zijn moeder reisde. Graham
zal in de week voorafgaande aan de 12de
januari worden terechtgesteld.
(A.F.P.)
De vakbond van arbeiders in de me
taalindustrie in Sleeswijk-Holstein heeft
gisteren meegedeeld, dat 16.000 van de
55.000 leden morgen in staking zullen
gaan voor hogere lonen en langere va
kanties. De bond heeft besloten de sta
king „in haar eerste fase" te beper
ken tot 16.000 man, aldus de woord
voerder.
moeienis van de overheid op het ter
rein van de jeugdvorming, de volksont
wikkeling en de kunst zoveel mogelük
een wettelüke grondslag te geven. Zü
gaat ook overigens na hoe het subsidie
beleid der diverse departementen op
elkaar kan worden afgestemd en sub
sidiëring kan plaatsvinden met hante
ring van objectieve normen, zoveel mo
gelük in wettelüke regelingen vastge
legd.
De voorbereiding van een nieuw bur
gerlijk wetboek zal met kracht worden
voortgezet.
De toegenomen overheidsbemoeienis
ten aanzien van gedragingen in het
maatschappelük verkeer maakt ook
voortzetting van de wetgevende arbeid
met betrekking tot de verhoging van
rechtsbescherming in zaken van adminl-
nistratief-rechtelüke aard gewenst. Ook
op het gebied van het gevangeniswezen
en van de kinderbescherming blüft het
oog gericht op modernisering van het
rechtsbestel.
Een onderzoek zal worden ingesteld
naar de mogelijkheid ener herziening
van het vennootschapsrecht met het oog
op medezeggenschap der werknemers
en ter verbetering van de publieke
verantwoording der open vennootschap
pen.
Wat de rükswaterstaat betreft zal de
uitvoering van het Deltaplan de büzon-
dere aandacht vergen.
Het verkeer eist in verschillende op
zichten toenemende overheidsactiviteit
op. Naast de uitvoering van de econo
mische verkeerswetgeving staat het de
partement van verkeer en waterstaat
voor de taak van bevordering der ver
keersveiligheid en tevens voor die van
de aanpassing der verbindingen aan de
snelle vermeerdering van het aantal ge
motoriseerde eenheden in het wegver
keer.
Voorts dient ons land zijn büdrage
te leveren in de bevordering van de
internationale samenwerking op ver
keersgebied.
Met betrekking tot het salarisstelsel
van het overheidspersoneel zal aan
dacht worden geschonken aan de be
loningstelsels, geldende in het parti
culiere bedrüf en aan de ontwikkeling
van het algemene loonpeil.
De regering stelt prüs op zeer spoedi
ge behandeling van de aanhangige voor
stellen inzake de pensioenen. Zü acht
maatregelen nodig tot sanering van het
algemeen burgerlük pensioenfonds en
het spoorwegpensioenfonds.
Het ligt in de bedoeling, het verbod
van arbeid van de gehuwde vrouw in
de overheidsdienst te doen vervallen.
Wüziging van de in de artikelen 125
en 126 der ambtenarenwet 1929 neerge
legde regeling ten aanzien van de ma
teriële rechtstoestand is in verband met
de ontwikkeling, die de toepassing se
dert het in werking treden dier wet
heeft ondergaan, in overweging.
Beslist zal moeten worden omtrent
een meer blijvende regeling ten aan
zien van de ziektekosten van het over
heidspersoneel.
De provinciale wet behoeft wüziging
ten gunste van verruiming van pro
vinciale bevoegdheden.
De regering zal wetsvoorstellen voor
bereiden met betrekking tot de finan
ciële verhouding tussen het rijk en de
gemeenten voor 1958 en volgende jaren.
De regering is er zich van bewust,
münheer de voorzitter, dat het in de
ze verklaring geschetste program,
hoe uitgebreid ook, allerminst alle
vraagstukken omvat, waarvoor rege.
ring en volksvertegenwoordiging zich
in de naaste toekomst gesteld zullen
zien. Anderzüds geeft zü er zich re
kenschap van, zoals ik in het begin
van deze verklaring aangaf, dat het
niet zeker is, dat alles wat als wen-
selü'k is aangegeven, ook zal worden
verwerkelü'kt. Economische en finan
ciële omstandigheden kunnen grotere
beperkingen opleggen. Reeds dadelijk
moet rekening worden gehouden met
de moeilüke kaspositie en moet ge
waakt worden tegen een inflationisti-
sche ontwikkeling.
Ons volk wordt, te midden van een
verheugende ontwikkeling van produk
tie en werkgelegenheid, geconfronteerd
met nieuwe moeilükheden op econo
misch en monetair terrein. De regering
is er echter van overtuigd, dat het die
zal weten te overwinnen, zoals het het
hoofd heeft weten te bieden aan de
gevolgen van de oorlog, van de breuk
met Indonesië, van de watersnood en
van ongunstige internationale ontwikke
lingen.
Daartoe is echter een mate van sa
menwerking vereist, die op het ogen
blik moeilqker schü'nt te verkrijgen dan
op andere tüdstippen het geval is ge
weest.
De lange duur van de kabinetsfor
matie was in dit opzicht een waarschu
wing. In de loop ener parlementaire
periode is in den regel echter een gro
tere eensgezindheid mogelijk gebleken
dan het verloop van de formatie deed
verwachten.
Ik vertrouw, dat dit ook thans het
geval zal zijn, dat een goede samen
werking in het kabinet en tussen ka
binet en Staten-Generaal kan worden
verkregen en dat dat bevorderlijk zal
zqn aan het vertrouwen van ons volk
in te nemen beslissingen.
De ontwerpen, die in deze verkla
ring werden besproken, bewogen zich
voor een groot deel op het materiële
vlak. De regering wil echter met na
druk stellen, dat zü er zich van be
wust is, dat wü leven in een wereld
van omvorming, waarin het meer dan
ooit aankomt op de geestelüke krach
ten in ons volk. Zü zal alles in het
werk stellen om naar haar vermogen
de versterking daarvan te bevorderen
Bü alle diepgaande verschillen van
inzicht hebben wü de wil gemeen de
geestelüke vrüheid en de waardigheid
der menselüke persoonlükheid te hand
haven en ons volk te doen zün een
eenheid in verscheidenheid. Wü weten
ook, dat om de democratie sterk te
doen staan daarnaast een geleidelijke
ontwikkeling der maatschappelüke
structuur in de richting van grotere
sociale rechtvaardigheid geboden is.
Ik spreek de hoop- uit, dat wü in de
ze periode op die weg weer belangrijke
stappen voorwaarts zullen kunnen
doen.