HET AVONTUUR IN DE KNEL
Uit Parijs
c
D
Blues voor voetstappen
UG
D
Als Gina flaneert langs het terrasje
De ontkende mens99 in de liefdes
poëzie van Lizzy Sara May
Talent van deze tijd
A is
Meer waardering voor onze neus gevraagd
Reeds meer dan
zes ton voor
Hongarije
Baldadige jeugd
zwaar gestraft
SAN O STOL
LITERAIRE KRONIEK
t:I
I" I
Hongarije
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1956
PAGINA 8
De zee voor Santa Margherita, de Golfo del
Tigullio, gaat niet minder dan de dames,
die flaneren langs haar strand, goed ge
kleed. Weliswaar is blauw de min of meer ver
plichte modekleur, maar soms vertoont zij zich
in het stemmigste griis, dat een herfstig IJsselmeer
zou kunnen opbrengen. In de heel vroege morgen
en tegen de avond is zij op haar verleidelijkst: een
scala van alle tonen turkoois, parelmoer, saffier,
met velerlei geglinster van lovertjes en pailletten.
Het lijkt of de zee van Santa Margherita van dag
tot dag toilet maakt voor haar trouwste vereerder:
Christoffel Columbus, zoals hij daar staat op
zijn sokkel aan de promenade, omringd van sprin
gende fonteinen en bloeiende, vuurrode cania's.
Hij moet ergens aan de Golf geboren zijn, heel de
kust eist tenminste de eer voor zich op en overal
wijst hij naar zee. Wij vinden Columbus, met zijn
hang naar onderontwikkelde toeristische gebieden,
eigenlijk een beetje déplacé, hier in Santa
Margherita. Diep in ons hart geldt dit ook voor
ons, steeds op zoek naar de laatste herberg met
grauw brood en geitekaas, brigantijnen en komi-
tadji's, naar nog ergens ter wereld het bordje:
Natives can't be trusted. In 1929 had dat, bij wijze
van spreken, nog aan de haven van Urk kunnen
staan, maar voor Santa Margherita geldt het reeds
lang niet meer: hier en elders en overal zijn de
inboorlingen getemd, geïnstrueerd en afgericht,
zij weten precies hoe men een vreemdeling ont
vangt en het hem aangenaam moet maken.
wggr,
De kleine, intieme haven van Portofino, als het ware verstopt
de kust.
in een
hoek
van
Door
FRED THOMAS
AGRARISCH RAPPORT
Over uitbreiding Schiphol
Atec
Ook deze maand - elke dag -
WOm
K jm,
I mm
De neus verricht talrijke nuttige functies
Solidair met de vrouw
Rode Kruis overweegt
zending van
ambulancewagens
Jongeren vragen acti#
ten behoeve van
Betoging in Den Haag
Snelle berechting
in Eindhoven
DE COLFO DEL TIGULLIO
IS GOED GEKLEED.
Wfsw- s
Daarom nemen wij bij voorkeur als
reislectuur oude journalen mee, het re
laas van de overwintering op Nova
Zembla, van de eerste schipvaert, de
verhalen van Bontekoe. En voor ons
verblijf in Santa Margherita, aan de
kust, waar Columbus het levenslicht
zag, was de keus gevallen op de Ver
overing: Cortez en Montezuma, Orel-
lana, die de Amazone ontdekte. Zo zou
de renaissance-avonturier, die ook in
ons schuilt, toch nog aan zyn trekken
komen, is het zelfs een apart soort
sensatie als verzorgd en verwend toe
rist zich te verliezen in de problemen
der Conquistadores. Wy zün tydens ons
verbiyf te Santa Margherita zó opge
gaan in het episch verhaal van Collis
over Mexico, dat wy de figuren, die
wij in het boek ontmoetten, de mytho
logische gestalten vooral, baldadig gin
gen transponeren op niets vermoeden
de medetoeristen, in onze omgeving of
in het hotel, hen nog slechts aanduid
den als Rookspiegel, Grote Kolibri,
Maiskolf. De slachtoffers hadden hier
niet het .minste idee van en juist die
argeloosheid kittelde ons plezier.
Rookspiegel was een lange, magere
Engelsman, tijdens het diner aan het
tafeltje naast ons gezeten, echter zo,
dat wp hem van onze plaats alleen
in een spiegel konden zien, een beetje
onwerkelijk. Ontstak hij na afloop zijn
Êyp, dan was het beeld volkomen,
[eer Maiskolf placht met ons te ba
den, waarby zijn lijn alles te wensen
liet, hetgeen hij naïef trachtte te ont
kennen door een Bikini te dragen van
zeer opzichtige snit en verder het ver
toon van grote dartelheid. Heer Mais
kolf was Italiaan en had een zoontje
by zich, dat als vele Italiaanse jonge
tjes eveneens zeer mollig was en bo
vendien Angelo heette: een en al che-
rubpn. Maiskolf Junior bewoog zich
over ons platform, de naburige rots
jes en in het glinsterend nat met de
leven vreugd van een jonge zee-oli
fant. Senior prees hem, knipoogde te
gen ons: Bambino grosso et bueno,
hetgeen in het Gronings vertaald zo-
Dit stukje schrijf ik uit
Parijs. Ik dacht dat u dat
wel aardig zou vinden als
ik eens ergens anders van
daan schreef. In ieder geval
is het voor mij wel plezie
rig. En u gunt het mij, daar
ben ik -'an overtuigd.
Alleen, ik weet niet pre
cies wat ik schrijven moet.
Want u ként Parijs natuurlijk. Vroe
ger knipoogden ze tegen je als je ver
telde, dat je naar Parijs ging. Tegen
woordig zeggen ze in dat geval: „O,
Parys." Alsof je met de plezierboot
naar Harderwijk gaat.
Dus wat zal het wezen? Ja, het hotel
is best. Het wordt gedreven door twee
broers. Die familie-verwantschap tus
sen belde heren leid ik tenminste af
uit het feit dat ze allebei een tikkeltje
loensen. Mijn vrouw zegt dat het des
wegen neven zyn; maar ik houd het
op broers.
Eén van hen komt er altijd bij zit
ten in de dinerzaal. En van zijn hoek
uit overziet hij dan met neutrale wel
willendheid het tableau de la troupe.
Dat zijn een fletse Amerikaanse juf
frouw met gebleekt haar, die voort
durend blasé-blikken om zich heen
werpt, een joyeuze Antwerpenaar uit
Eindhoven, die steeds maar weer een
portefeuille met onmogelijk veel bank
papier er in open laat liggen en die
met één oogopslag had gezien „dat ik
ook 'n Ollander" was, een uit inter
nationaal oogpunt gezien onduideiyk
paartje, dat uitstekend de kunst ver
staat de twee verschillende geneugten
des levens het vrijen en'het eten
met elkander in het openbaar te com
bineren, en mjjn vrouw en ik. En hij,
die ene broer, ziet dan met ingehou
den welgevallen toe hoe wij met z'n
allen uit pure onwetendheid of al
thans onoplettendheid zyn ongetwij
feld voortreffelijke, maar te dure spij
zen consumeren. Zelf eet hy inmid
dels iets heel onopvallends. Limonade
met gras of zo.
De portier is ook een heel aardige
man. Hy weet hoe hij met vreemde
lingen moet omgaan. En hij steekt dat
niet onder stoelen of banken. De eer
ste avond vroeg hij, toen ik de sleutel
kwam halen, of ik Monmartre kende.
„Un peu", antwoordde ik naar waar
heid.
Toen lachte hij met medelijdend be
grijpen en zei dat het koud was voor
de tijd van het jaar.
En gisterenavond begon hij er wéér
over. Maar nu is hij zover, dat hij mij
ongevraagd heeft toegegeven: chacun
a son góüt. Waaruit ik wel mag af
leiden, dat hij denkt c'at ik naar Pa
rijs ben gekomen om er het bibiio-
theek-wezen te bestuderen. Wat niet
zo is. Want gisterenavond bijvoorbeeld
heb ik nog in „Les Deux Magots" ge
zeten. Maar daar vertel ik u nog van.
iets betekent als: goed'n, dik'n jong'n.
Grote Kolibri, eindeiyk, was een ge
reserveerde, Lieftinck-achtige mede-
Hollander, met als enig gezelschap
een tackel, die wij Kleine Kolibri heb
ben genoemd. Buiten de maaltyden
om placht Grote Kolibri zich te kle
den in een soort bakkerskieltje, hori
zontaal blauwwit gestreept. Hij
droeg er een hoedje van stro by in
de vorm van een bloempot. Zo kwam
hy in de flaneerpas dagelijks de piaz-
za op, waar wij op ons terrasje za
ten. Kleine Kolibri werd trouw aan
de lijn meegevoerd: hij maakte, met
vieren, twintig pasjes tegen zijn baas
één.
Zoals gezegd, wij zaten dagelijks op
ons terrasje. Tussen elf en een achter
drie Capuccino's, van vijf tot zeven
,'s avonds met .driemaal Campari en
zoute koekjes. Van die vier kosteiyke
Uren werd twintig minuten besteed aan
ons ïyfblad over de grenzen, de Neue
Zürcher, heel de verdere tijd zaten wij
daar in zwygende aandacht. Het was
helemaal ons pleintje geworden, die
driehoekige, kleine piazza, met de kran
tenkiosk en de busjes naar Portofino
en Rapallo. Huismoeders passeren er
met de boodschappentas, er spelen kin
deren, vissers met bronskleurige tronie
en opgestroopte broek hebben er hun
besognes; het autochtone Santa Mar
gherita, dat rustig zyn gang gaat, pre
cies als in Volendam is ook daar het
vreemdelingenseizoen. Maar op de
vastgestelde tijd begint de parade, ver
zamelt zich de jeunesse dorée van dit
uitverkoren oord met altijd weer het
puik van de aanwezige toeristen. De
knapen van Santa Margherita hebben
nozem-hoofden als overal elders en in
fantiele kieltjes, maar de locale Mar-
gherita's en onder hen de Gina's en Syl-
vana's zyn het kijkje waard. Zij vor
men de vreugde van de waarachtige
terrassier, al die damesachtige meis
jes en meisjesachtige dames, die hier
passeren op gouden muiltjes, in decent-
lange broekjes, geel, rood, groen en
blauw. En charmant-gekke hoedjes van
stro op het hoofd. Dan ruikt heel de
piazza naar bloemen en parfum, waar
zoeven nog een blik uit fonkelend duis
ter hoog over ons heen gleed, blijft nog
enige tijd een geurtje zweven, een beet
je zoet en een beetje zwoel als een ge
heimzinnig etherisch wezen.
Op zo'n uitgezocht moment placht
Grote Kolibri te verschijnen, neus in
de wind en tackel aan de lyn. En op
'het terrasje naast ons konden wy
Rookspiegel ontwaren, die een blauw
sportjasje droeg met een opzichtig wa
pen. Heel de club is weer present,
constateerden wij, als ook Maiskolf
opdook, Junior aan .de hand, met al
lerlei hengelgerei gewapend. Dat is
grappig in zo'n oord als Santa Mar
gherita: altijd dezelfde mensen in hun
zelfde doening, allemaal met elkaar
prettig op hun gemak, met hun ver
trouwde gewoontetjes en op hun vaste
plaats. Als tegen het uur van de mid
dag alle klokken van Santa Marghe
rita met hun gebimbam en gebeier
de zonnige lucht vervulden, zaten wy
daaf prompt in het gelid, met hoog
stens 'n enkel tafeltje en andere men
sen ertussen: Grote Kolibri, Heer
Maiskolf, Rookspiegel en wij, ieder
met zyn eigen gedachten en eigen we
reld, eigen opvattingen en eigen ide
alen: vier totaal verschillend gevulde
mannenhoofden, maar steeds weer in
een en dezelfde beweging, heel lang
zaam van rechts naar links en heel
langzaam van links naar rechts, pre
cies als by een tenniswedstrijd in sterk
vertraagd tempo. Dat was het uur,
waarop de Gina's passeerden. Het
had iets van een ritueel, een cérémo
nie protocolaireom vyf voor één
hielden de hoofden stil, vrijwel gelijk
tijdig verhieven zich Rookspiegel, Ko
libri, Maiskolf en wy, en op korte
In verband met de uitbreidingsplannen
van het vliegveld Schiphol in de ge
meente Haarlemmermeer, heeft de ge
westelijke raad van het landbouwschap
Noord-Holland besloten, in overleg met
de secretariaten van de landbouworga
nisaties en deskundigen uit Haarlem
mermeer een rapport samen te stellen
over de agrarische belangen hierbij. Be
studeerd wordt, op welke wijze de gron
den van de luchthaven, die hun agrari
sche bestemming geheel of gedeeltelijk
zullen behouden, ten nutte kunnen wor
den gemaakt.
De drie in Haarlemmermeer gevestig
de landbouworganisaties achten het
noodzakelijk middelen te beramen, de
schade tot een minimum te beperken.
In landbouwkringen wordt de nieuwe
onttrekking van zevenhonderd hectare
aan de huidige bestemming als een zeer
gevoelig verlies beschouwd.
afstand van elkaar gingen wy een en
dezelfde weg, naar weer vier andere
af eitjes, gedekt voor de lunch in het
hotel.
Wy hebben verteld, dat Grote Kolibri
ook Hollander was. Wy zeggen met na
druk: Hollander, want hy kwam stellig
niet uit Maastricht. Behalve dan zyn
Lieftinck-achtig voorkomen, liet Kolibri
hier niets van blijken, en kleine Kolibri
nog veel minder. Dat was sympathiek
van hen, want, eerlijk gezegd, wy hou
den niet van Hollanders in de buurt, als
wij nu eens echt in den vreemde zijn. Zo
werd ons de voorlaatste dag van ons
verbiyf de pret op ons terrasje volko
men bedorven. Wfl waren aan onze
tweede Campari en knabbelden innig
vergenoegd aan ons vierde zoute koekje,
toen wy een flard van een gesprek op
vingen, ergens achter onze rug: „Ik
zeg vanmiddag tegen me man, ik zeg..."
Het was of wy een steek kregen, door
merg en been. Wij verslikten ons in
de Campari. ,,Nee," kwam weer de
eerste, „nee, daar kun je nou eenmaal
niet vóór wezen". De stem vervolgde:
„Daar komt zo'n mens naar me toe:
soechesie kamers?" Aan de overkant
van de piazza gaf plotseling een jukebox
uiterst volume, helaas een moment te
laat. Wy zaten daar ontdaan en. ont
luisterd. Omkijken dorsten wy niet. In
de verte op zyn sokkel wees Columbus
naar zee. In die tijd, dachten wij, was
reizen nog een nieuwtje, er werd niet
zo op je gerekend als nu. Welk atavis
me in ons wil nog altijd de ontdekker
spelen, de avonturier, ontgoocheld dóór
een Hollands gesprekje op een Ligurisch
terras. Of was het schrik en schaamte
vanwege dat koekeloeren van ons, hoof
den naar links en hoofden naar rechts?
Dat plotseling, midden in de zon en de
zoelte van Santa Margherita, de stem
van het vaderlands geweten ons tot de
orde zou roepen: „Kaak haai 's kaa-
ke!"
Zo is dus het leven, de toeristische
dagorde aan de Golfo del Tigullio. Ge
lijkelijk voor allen, voor Grote Kolibri,
voor Rookspiegel, voor Maiskolf en voor
ons. Ook voor kleine Kolibri, de tackel,
heeft hier het leven zyn attractie. Het is
weer eens wat anders zijn wandeling te
mogen onderbreken by een Eucalyptus
boom in plaats van thuis zo'n ordinaire
iep.
Advertentie
Geef Uw kind méér weerstand na deze zon-arme Zomer
het héérlijke levertraanproduct,
(met vitamines A, B, C en D) bereid
uit heilbot- en kabeljauwlevers
ff
Ruim, vijf jaar nadat de eerste experimentelen aan bod kwamen, begint een
nieuwe poëzie vorm te krijgen welke slechts voor vreemdelingen in het Jeruza
lem der moderne dichtkunst iets met „experimenteel" van doen heeft. Deze
nieuwe of nieuwste poëzie paart de recente verworvenheden van het proef
ondervindelijke dichten aan een reeks mogelijkheden van traditionele aard en
het resultaat is een klassiciteit, of zo men wil een moderniteit, die naar ons ge
voelen nu eindelijk iets wezenlijks van en voor deze tijd gaat uitdrukken.
Een aansprekelyk voorbeeld dienaan
gaande is de liefdespoëzie van de Haar
lemse Lizzy Sara May. Zy werd gebo
ren in 1918. Met „Blues voor voetstap
pen", waarmee ze debuteert, bewijst ze
een talent te zyn dat om de een of an
dere „zeitbedingte" reden niet eerder
in bloei kon geraken. Het heeft weinig
zin naar redenen te zoeken waarom ze
niet als twintigjarige in de tijd van
Criterium, dat is dus vlak voor de oor
log, met verzen voor de dag is gekomen.
Waar zou Lizzy Sara May toen met
haar poëtisch vermogen naar toe ge
moeten hebben? vraagt J. B. Charles
zich af op de flap van haar bundel. Als
of het voor hem vaststaat dat de dich
teres in kwestie toenmaals reeds enige
behoefte had zich te uiten! Het zou best
kunnen zijn dat de dichteres in Lizzy
Sara May toenmaals nog helemaal niet
bestónd. Haar dichtkunst wekt sterk de
indruk van tot stand te zijn gekomen
onder een innerlijke aandrang waarvoor
„de oorlog" met alles wat daarna kwam
verantwoordelijk is. Zonder ,,de oorlog"
zou Lizzy Sara May misschien nooit
aan het verdichten der werkelijkheid
zijn toegekomen, en dat dan niet omdat
haar de geëigende uitdrukkingsmiddelen
zouden ontbreken, maar eenvoudigweg
omdat ze niets te dichten zou hebben
gehad.
Lizzy Sara May heeft haar bundeltje
opgedragen aan de nagedachtenis van
haar ouders. Men vermoedt het ver
band tussen hun dood en „de oorlog",
tussen hun weggestorven voetstappen
en de blues die nu worden gespeeld.
Blues voor „verloren mensen die in hun
eeuwige geboorte recht hebben op onze
dierenbescherming". Blues voor „het
zoekgeraakte kind", dat klaagt: „ik
heb geen schaduw meer". Blues voor
„handen die zich verstoppen achter de
rafelende vingers van de twijfel'. Mu
ziekjes van angst, eenzaamheid en on
mogelijk gemaakte mensenliefde in een
ledige wereld:
«S3
Temidden van het toeristisch bedrijf, de drukte van elk nieuw seizoen, blijft de Ligurische visser rustig aan zijn werk.
e neus is een li
chaamsdeel, dat
over het algemeen
niet voldoende gewaar
deerd wordt. Misschien
wèl in negatieve zin, na
melijk als er afwijkin
gen of ziekten aan de
neus zyn. Zelfs het ge
zegde: wie zijn neus
schendt, schendt zijn
aangezicht, wordt door
bijna iedereen in over
drachtelijke zin gebruikt. Toch is de
neus een fraai sieraad van het men
selijk gelaat en heeft hij bovendien
meerdere nuttige functies. Daarom is
het begrijpelijk, dat de plastische chi
rurg een beschadigde neus een zo
goed mogelijke vorm probeert te her
geven, hetgeen in veel gevallen won
derwel gelukt. De moeite en zorgen
aan dergelijke operaties besteed is
niet overdreven, want het uiterlijk van
de mens is een van de steunpilaren
voor het gevoel van eigenwaarde, van
het zelfvertrouwen.
Het reukzintuig, dat in de neus ge
zeteld is, krijgt ook minder waarde
ring dan het eigenlijk verdient. Bij de
primitieve volkeren is dat anders, zij
weten hun reukzintuig nog te benut
ten. (Herinnert u zich hoe Wirmetou
vriend of vijand aan de reuk kon her
kennen?) Bij de beschaafde mens is
dit reukvermogen afgestompt. Mis
schien wel te veel, want bij het genie
ten van de goede dingen der aarde
speelt een goed-functionerend reukor
gaan een belangrijke rol. Het genot
van spijs en drank berust maar ten
dele op de smaak. De geur heeft even
eens een groot aandeel in het proces
van proeven en keuren.
De neus is het begin van de adem-
halings- of luchtwegen. De lucht die
door de ademhalingsbewegingen van
borstkas en middenrif naar binnen
wordt gezogen, gaat via neus of mond
naar de keelholte en dan via het strot
tenhoofd door de luchtpijp en zyr. ver
takkingen naar de longen. De weg
door de mond is breed en kort en om
dat de lucht weinig weerstand onder
vindt, het gemakkelijkst. Bij gesloten
mond moet de lucht de neus passeren,
hetgeen minder gemakkelijk gaat, om
dat deze weg langer en smaller is,
met verschillende obstakels onderweg,
die de lucht remmen in zijn vaart.
Dit maakt het begrijpelijk dat het bij
lichamelijke inspanning, bijvoorbeeld
heeft gewerkt of zelfs al na het schep
pen van een kit kolen, kan bij voor
zichtig snuiten zien hoe het ingeadem
de stof in de neus wordt vastgehouden
en door het snuiten in de zakdoek
wordt gedeponeerd.
De twee neustunnels zijn niet rond,
er bevinden zich aan de buitenwanden
in de lengterichting drie onregelma
tig gevormde plooien of uitsteeksels,
de zogenaamde neusschelpen die het
functionerend oppervlak van het neus-
sport, moeite kost en soms onmogelijk
is door de neus te blijven ademen.
Maar waarom zult u vragen is het
zobelangrijk door de neus te ade
men? Om deze vraag te beantwoor
den is het nodig iets meer te weten
over de bouw van de neusholte. De
bodem hiervan is het dak van de
mondholte (verhemelte). Neus en
mondholte verenigen zich voorbij de
huig tot de keelholte. De neusholte is
van voor naar achteren door een ver
tikaal schot In twee tunnels verdeeld.
Aan het begin van deze kanalen of
tunnels zijn een aantal haren inge
plant die dienen om ongewenste ver
ontreinigingen van de lucht van gro
ter formaat tegen te houden: insect-
jes, stofdeeltjes e.d. Verder is het ge
hele neusslijmvlies bezet met micros
copisch fijne trilhaartjes die voortdu
rend bezig zijn kleine ongerechtighe
den: stof, ziektekiemen, weer naar
buiten te werken. Deze trilhaartjes
moet u zich voorstellen als een gol
vend korenveld, met dit verschil dat
de korenaren door de wind bewogen
worden en de trilhaartjes onafhanke
lijk van de luchtstroom bewegen, zo
danig dat alles wat er op terecht
komt in een richting en wel naar bui
ten wordt gevoerd.
Iemand die in een stoffige omgeving
slijmvlies aanmerkelijk vergroten. Bo
vendien ontstaan er wervelingen,
waardoor de luchtdeeltjes zeker meer
dere malen langs het neusslijmvlies
strijken.
Uit een en ander volgt dat zonodig
zonder veel moeite de ingeademde
lucht opgewarmd en het vochtigheids
gehalte geregeld kan worden. Mensen
die normaliter niet met open mond
slapen, maar door een verkoudheid,
als de neus verstopt is, de gehele
nacht door de mond moeten ademen,
zullen ervaren dat de keel na verloop
van tijd gaat protesteren en de toch
al door de verkoudheid geplaagde
mens ook nog wakker wordt door de
pijnlijk droge keel...
Bij een ernstige neusverstopping
kan men een enkele keer neusdrup-
peltjes toepassen. Deze verminderen
o.a. de zwelling van het neusslijmvlies
waardoor de lucht weer kan passeren.
Men moet er echter zuinig en voor
zichtig mee zijn, want er zijn verschil
lende soorten neusdruppels in de han
del, die niet ongevaarlijk zijn, vooral
bij herhaaldelijk gebruik. Neusdrup
pels, die te sterk werken kunnen het
neusslijmvlies beschadigen, neusdrup
pels met paraffine kunnen longafwij
kingen veroorzaken. Men vrage ad
vies aan de huisarts. St.
LIZZY SARA MAY
KLEINE BLUES
Als de zon
over een gestorven dag
als een zwemmer
weggetrokken in de golven
als de kleren
die achterbleven aan het strand
als de wind
in een doorwaakte nacht
als de zomer
in een oorlogsjaar
als verminkten
die hun nachten tellen in de sterren
is alles tevergeefs geweest
als een stap
in een gebroken straat
als een deur
die ongeopend blijft
als een straat
in een ontruimde stad
als een hart
dat zichzelf niet kent
als tranen
die een woestijn verzilten
als een weg
die doodloopt aan de einder
is alles tevergeefs geweest
als een mond
die niet meer durft spreken
als handen
die verleerd zijn om te strelen
als een woord
verloren aan de ruimte
als de tederheid
voor het vervreemde kind
als de tederheid
verspeeld tussen de mensen
als de tederheid
die ophoudt bij de dood
is alles tevergeefs geweest.
Soms is de toon van deze au fond le
vensblije liefdespoëzie navrant en
„redt" de vrouw in de dichteres zich
uit „het nachtelijk water" van het men
selijk bestaan (waarin zij zich een die
pere drenkelinge voelt dan een man
ooit zal kunnen begrijpen), met de red
dingsgordel van een galgenhumor, ot
langs de touwladder van een „under
statement", die in deze poëzie op by na
anti-poëtische wijze functioneert. Zoals
in de aanhef van
COMPROMIS
Laten we zeggen
dat het hoogste begrip
twee vliegtuigen is
die eikaars geluidsbarrière
doorbreken
en eindigen elk weer
op hun eigen basis.
Ze weet: „vroeger al hebben we il
lusies laten varen". Ze weet zich staan
„tegen onbuigzame achtergronden" en
„aan de rand van diepe afgronden". Maar
ze blijft met al haar mannelijk intellec
tualisme solidair met de vrouw:
vreemd is het
dat vrouwen
over de golfrand van verlangen
zelfs als hun tempels storten
bouwen blijven.
Vanuit deze solidariteit kan ze terug-
dromen naar het kind dat ze was
(„het argeloos kind morgenmond, het
radeloos kind nachtval") en kan ze blij
ven geloven in „de mens", „de ontken
de mens" en „de ontkende tederheid
die in de klank zijn tombe heeft gevon
den".
In haar verzen woont ze als in het
verborgene Telkens zoekt ze zich te
verbergen: „Verberg je, want wat is
pijn als de hoed van mededogen alleen
voor doden wordt afgenomen".
Eens woonde ze veilig in een „huis
van kleine Mozartmuziek", waar alle
kamers elkaar een hand gaven en waar
de schemer helder rondsloop. „Het
scheve en reddingloze" kon toen nog
buiten gehouden worden. Maar de deur
viel uit haar hengsels en „het scheve
en reddingloze" (de realiteit) tochtte
naar binnen „en bouwde van de sche
mer een lijkkarretje om de kleine mu
ziek te begraven". Sindsdien werd haar
poëzie een beurtzang van zich vermom
men en zich verraden; een beurtzang
ook rondom de vraag: hoe leef ik het
eerlijkst?
Haar „eerlijkheid" houdt haar van
grote lyrische opvluchten terug. Haar
beste eigenschap, waaraan haar dicht
werk zijn volslagen eigen karakter ont
leent, is tevens de rem op haar grote
mógelijkheden als minnedichteres. Men
komt bij Lizzy Sara May slechts weinig
beelden tegen die meer mooi dan echt-
waar zijn. Dat is een zeer originele ver
dienste. Het is of zij schrijft om met
haar laatste „illusies" af te rekenen.
Maar dan is het tevens om op een scho
ne lei weer te beginnen. Weer te begin
nen met „bijtijds leven". Weer te be
ginnen met blues „zuiverder dan het
argeloos verbazen, verder dan tijd, het
brekend uur". Zoals zij naar die schone
lei toeschrijft, is zij een tijdgenote om
de toekomst met verwachting mee in
te gaan. 1).
NICO VERHOEVEN
Gistermorgen was op de speciale giTC
rekening van het Nederlandse Rod®
Kruis, 777, ten behoeve van de hulp
aan Hongarije een totaalbedrag va"
meer dan 175.000 gulden gestort. Voo'
een half miljoen gulden aan goederen»
levensmiddelen en medicamenten Is
reeds op weg naar Oostenrijk. Het Rod®
Kruis overweegt op korte termijn vtJ»
ambulance-auto's, ieder uitsluitend be'
mand met twee chauffeurs uit de Rode'
Kruiskolonnes naar Hongarije te zen
den.
Voor het vervoer van goederen hebben
een aantal Nederlandse vervoerders zich
belangeloos ter beschikking gesteld'
Teneinde de kosten van deze transpor
ten zoveel mogelijk te reduceren heef'
de Nederlandse Internationale Wegver
voer Organisatie zich in verbinding g®'
steld met de Oostenrijkse en Duitse auto
riteiten om van geval tot geval onthef
fing te krijgen van de Beförderungs-
steuer" en eventueel brandstofbelasting'
Dank zij de medewerking van de Duits®
ambassade te Den Haag en van twe®
ministeries te Wenen is dit binnen vie"
en twintig uur gelukt. Voor deze trans
porten is echter een begeleidbrief nodig
van het Rode Kruis, ook als de goederen
niet door het Rode Kruis zelf worded
verzonden.
Van de N.V. Koninklijke Gist- en Spi
ritusfabriek heeft het Rode Kruis in
middels een schenkink peniciline, strep-
tomycine en globenicol, ter waarde van
15.000 ontvangen.
Het R.-K. huisvestingscomité te De»
Bosch heeft gisteren, voor de tweed®
maal gedeeltelijk uit eigen middel®"
een bedrag van vijftig duizend gul
den overgemaakt aan de Oostenrijks®
charitas voor hulp aan Hongarije. To'
dusver heeft het comité dus voor hon
derdduizend gulden bijgedragen. In to
taal is bij dit comité thans meer da"
75.000 gulden binnengekomen. Het giro
nummer is 34348; op het strookje ver
melden: Hongarije.
Onder voorzitterschap van de heer
Kupers is te Utrecht gisteravond d®
oprichtingsvergadering gehouden va"
het „Nationaal comité hulpverlening
Hongarije". Dit comité stelt zich te"
doel een landelijke hulpactie te organi
seren ter leniging van de nood van
het Hongaarse volk. Bijdragen kunne"
worden gestort op postrekening 999 te"
name van de penningmeester van h®'
nationaal comité Tesselschadestraat 1'
te Amsterdam.
Lizzy Sara May: „Blues voor voet
stappen'. Uitg. A. W. Bruna Zoon,
Utrecht 1956.
De Kath. Jeugdraad van Nederland
en alle bij hem aangesloten jeugdor
ganisaties hebben met diep medeleve"
de berichten gevolgd van de moedig0
en bovenmenselijke strijd van het Hon
gaarse volk om zijn vrijheid te herwin
nen en zich van de communistisch®
overheersing los te maken. Nu deZ®
strijd opnieuw in een kritieke fase
getreden, roepen de katholieke jeugd
organisaties al haar leden op zich na»"
de wens van het Hoogwaardig Episco
paat in gebed te verenigen voor hu"
medemensen in Hongarije. Zy dring®"
er met kracht op aan alle landelijk0
acties ten behoeve van de Hongaren m®''
terdaad te steunen en aan de oproei;
van het Nederlandse Rode Kruis ow
bloed te verstrekken waar mogelijk ge
volg te geven. Laat ieder zich in heri"'
nering roepen hoezeer de steun van hf'
buitenland ons steeds gesterkt heeft
de volharding van onze eigen strijd vo<"
de vrijheid.
Enkele honderden leden van de po"
tieke jongeren contactraad, overkoepe
lend orgaan voor de meeste politiek®
jongerenorganisaties in ons land, he"^
ben gisteravond in Den Haag een pr°.
testdemonstratie gehouden in verba"0,
met de toestand in Hongarije. Op h®
ministerie van buitenlandse zaken he"
ben zij een resolutie aangeboden, wa&"
in zij als hun mening te kennen geven
dat het tijd wordt om via de Verenig0,
Naties druk uit te oefenen op Rusla"0
om te bereiken dat de Russische troe
pen Hongarije verlaten. In een lang
stoet zijn de jongeren, na bijeengek®
men te zijn op het Burgemeester Ej0
Monchyplein voor het stadhuis, door
stad getrokken. Zy droegen spandoeke"
met zich mee, waarop leuzen als: ,,VDJ
heid voor Oost-Europa" en „Godsdiens'
vrijheid". De betoging verliep ze0
rustig.
Zeventien van de donderdagavond
verband met de relletjes te Eindhov®^
gearresteerde jongelui zijn vrijdag
avond in eefi zitting, welke van vijf W
ongeveer negen uur duurde, door 0
Eindhovense plaatsvervangend kante"
rechter mr. J. Franken gevonnist.
dergelijke snelle berechting is in N®{
derland nog nimmer voorgekomen,
gerecht was hiertoe overgegaan
o"1
een afschrikwekkend voorbeeld te st®
len, te meer daar naar de ambtena"
van het O. M. mr. J. Booster verklaag,
de, bij geruchte vernomen was dat
herrieschppers van plan zouden z",
zaterdagavond de binnenstad opnie"
op stelten te zetten. De ambtenaar v»
het O. M. sprak in zijn reqüisitoir v°,
een wildebeestentroep en van pure
CC l JL VV izucwccoicuwucp V_i.A v Cl 11 wg
positie en rebellie tegen het wettig j*,
zag. De opgelegde straffen varieer" t
van geldboeten en een maand tuc^
school voorwaardelijk tot een
onvoorwaardelijke hechtenis. Tot^gg
meisjes van veertien jaar en een
groep veroordeelden behoorden
meisjes van veernen jaai en een .„ji-
je van vijftien jaar. De leeftijd der
gens varieerde van 1627 jaar. Zy 1
men over het algemeen een
schillige houding aan tydens de ben
deling der zaak en beantwoordden
vragen van de kantonrechter soms^
irriterende wijze. Zeven door de P?iet5'
tijdens de relletjes buitgemaakte i» je
pompjes, welke door de knapen inJjr
strijd waren gebruikt, werden
beurdverklaard.