HET AVONTUUR IN DE KNEL Uit Parijs c D Blues voor voetstappen UG D Als Gina flaneert langs het terrasje De ontkende mens99 in de liefdes poëzie van Lizzy Sara May Talent van deze tijd A is Meer waardering voor onze neus gevraagd Reeds meer dan zes ton voor Hongarije Baldadige jeugd zwaar gestraft SAN O STOL LITERAIRE KRONIEK t:I I" I Hongarije ZATERDAG 3 NOVEMBER 1956 PAGINA 8 De zee voor Santa Margherita, de Golfo del Tigullio, gaat niet minder dan de dames, die flaneren langs haar strand, goed ge kleed. Weliswaar is blauw de min of meer ver plichte modekleur, maar soms vertoont zij zich in het stemmigste griis, dat een herfstig IJsselmeer zou kunnen opbrengen. In de heel vroege morgen en tegen de avond is zij op haar verleidelijkst: een scala van alle tonen turkoois, parelmoer, saffier, met velerlei geglinster van lovertjes en pailletten. Het lijkt of de zee van Santa Margherita van dag tot dag toilet maakt voor haar trouwste vereerder: Christoffel Columbus, zoals hij daar staat op zijn sokkel aan de promenade, omringd van sprin gende fonteinen en bloeiende, vuurrode cania's. Hij moet ergens aan de Golf geboren zijn, heel de kust eist tenminste de eer voor zich op en overal wijst hij naar zee. Wij vinden Columbus, met zijn hang naar onderontwikkelde toeristische gebieden, eigenlijk een beetje déplacé, hier in Santa Margherita. Diep in ons hart geldt dit ook voor ons, steeds op zoek naar de laatste herberg met grauw brood en geitekaas, brigantijnen en komi- tadji's, naar nog ergens ter wereld het bordje: Natives can't be trusted. In 1929 had dat, bij wijze van spreken, nog aan de haven van Urk kunnen staan, maar voor Santa Margherita geldt het reeds lang niet meer: hier en elders en overal zijn de inboorlingen getemd, geïnstrueerd en afgericht, zij weten precies hoe men een vreemdeling ont vangt en het hem aangenaam moet maken. wggr, De kleine, intieme haven van Portofino, als het ware verstopt de kust. in een hoek van Door FRED THOMAS AGRARISCH RAPPORT Over uitbreiding Schiphol Atec Ook deze maand - elke dag - WOm K jm, I mm De neus verricht talrijke nuttige functies Solidair met de vrouw Rode Kruis overweegt zending van ambulancewagens Jongeren vragen acti# ten behoeve van Betoging in Den Haag Snelle berechting in Eindhoven DE COLFO DEL TIGULLIO IS GOED GEKLEED. Wfsw- s Daarom nemen wij bij voorkeur als reislectuur oude journalen mee, het re laas van de overwintering op Nova Zembla, van de eerste schipvaert, de verhalen van Bontekoe. En voor ons verblijf in Santa Margherita, aan de kust, waar Columbus het levenslicht zag, was de keus gevallen op de Ver overing: Cortez en Montezuma, Orel- lana, die de Amazone ontdekte. Zo zou de renaissance-avonturier, die ook in ons schuilt, toch nog aan zyn trekken komen, is het zelfs een apart soort sensatie als verzorgd en verwend toe rist zich te verliezen in de problemen der Conquistadores. Wy zün tydens ons verbiyf te Santa Margherita zó opge gaan in het episch verhaal van Collis over Mexico, dat wy de figuren, die wij in het boek ontmoetten, de mytho logische gestalten vooral, baldadig gin gen transponeren op niets vermoeden de medetoeristen, in onze omgeving of in het hotel, hen nog slechts aanduid den als Rookspiegel, Grote Kolibri, Maiskolf. De slachtoffers hadden hier niet het .minste idee van en juist die argeloosheid kittelde ons plezier. Rookspiegel was een lange, magere Engelsman, tijdens het diner aan het tafeltje naast ons gezeten, echter zo, dat wp hem van onze plaats alleen in een spiegel konden zien, een beetje onwerkelijk. Ontstak hij na afloop zijn Êyp, dan was het beeld volkomen, [eer Maiskolf placht met ons te ba den, waarby zijn lijn alles te wensen liet, hetgeen hij naïef trachtte te ont kennen door een Bikini te dragen van zeer opzichtige snit en verder het ver toon van grote dartelheid. Heer Mais kolf was Italiaan en had een zoontje by zich, dat als vele Italiaanse jonge tjes eveneens zeer mollig was en bo vendien Angelo heette: een en al che- rubpn. Maiskolf Junior bewoog zich over ons platform, de naburige rots jes en in het glinsterend nat met de leven vreugd van een jonge zee-oli fant. Senior prees hem, knipoogde te gen ons: Bambino grosso et bueno, hetgeen in het Gronings vertaald zo- Dit stukje schrijf ik uit Parijs. Ik dacht dat u dat wel aardig zou vinden als ik eens ergens anders van daan schreef. In ieder geval is het voor mij wel plezie rig. En u gunt het mij, daar ben ik -'an overtuigd. Alleen, ik weet niet pre cies wat ik schrijven moet. Want u ként Parijs natuurlijk. Vroe ger knipoogden ze tegen je als je ver telde, dat je naar Parijs ging. Tegen woordig zeggen ze in dat geval: „O, Parys." Alsof je met de plezierboot naar Harderwijk gaat. Dus wat zal het wezen? Ja, het hotel is best. Het wordt gedreven door twee broers. Die familie-verwantschap tus sen belde heren leid ik tenminste af uit het feit dat ze allebei een tikkeltje loensen. Mijn vrouw zegt dat het des wegen neven zyn; maar ik houd het op broers. Eén van hen komt er altijd bij zit ten in de dinerzaal. En van zijn hoek uit overziet hij dan met neutrale wel willendheid het tableau de la troupe. Dat zijn een fletse Amerikaanse juf frouw met gebleekt haar, die voort durend blasé-blikken om zich heen werpt, een joyeuze Antwerpenaar uit Eindhoven, die steeds maar weer een portefeuille met onmogelijk veel bank papier er in open laat liggen en die met één oogopslag had gezien „dat ik ook 'n Ollander" was, een uit inter nationaal oogpunt gezien onduideiyk paartje, dat uitstekend de kunst ver staat de twee verschillende geneugten des levens het vrijen en'het eten met elkander in het openbaar te com bineren, en mjjn vrouw en ik. En hij, die ene broer, ziet dan met ingehou den welgevallen toe hoe wij met z'n allen uit pure onwetendheid of al thans onoplettendheid zyn ongetwij feld voortreffelijke, maar te dure spij zen consumeren. Zelf eet hy inmid dels iets heel onopvallends. Limonade met gras of zo. De portier is ook een heel aardige man. Hy weet hoe hij met vreemde lingen moet omgaan. En hij steekt dat niet onder stoelen of banken. De eer ste avond vroeg hij, toen ik de sleutel kwam halen, of ik Monmartre kende. „Un peu", antwoordde ik naar waar heid. Toen lachte hij met medelijdend be grijpen en zei dat het koud was voor de tijd van het jaar. En gisterenavond begon hij er wéér over. Maar nu is hij zover, dat hij mij ongevraagd heeft toegegeven: chacun a son góüt. Waaruit ik wel mag af leiden, dat hij denkt c'at ik naar Pa rijs ben gekomen om er het bibiio- theek-wezen te bestuderen. Wat niet zo is. Want gisterenavond bijvoorbeeld heb ik nog in „Les Deux Magots" ge zeten. Maar daar vertel ik u nog van. iets betekent als: goed'n, dik'n jong'n. Grote Kolibri, eindeiyk, was een ge reserveerde, Lieftinck-achtige mede- Hollander, met als enig gezelschap een tackel, die wij Kleine Kolibri heb ben genoemd. Buiten de maaltyden om placht Grote Kolibri zich te kle den in een soort bakkerskieltje, hori zontaal blauwwit gestreept. Hij droeg er een hoedje van stro by in de vorm van een bloempot. Zo kwam hy in de flaneerpas dagelijks de piaz- za op, waar wij op ons terrasje za ten. Kleine Kolibri werd trouw aan de lijn meegevoerd: hij maakte, met vieren, twintig pasjes tegen zijn baas één. Zoals gezegd, wij zaten dagelijks op ons terrasje. Tussen elf en een achter drie Capuccino's, van vijf tot zeven ,'s avonds met .driemaal Campari en zoute koekjes. Van die vier kosteiyke Uren werd twintig minuten besteed aan ons ïyfblad over de grenzen, de Neue Zürcher, heel de verdere tijd zaten wij daar in zwygende aandacht. Het was helemaal ons pleintje geworden, die driehoekige, kleine piazza, met de kran tenkiosk en de busjes naar Portofino en Rapallo. Huismoeders passeren er met de boodschappentas, er spelen kin deren, vissers met bronskleurige tronie en opgestroopte broek hebben er hun besognes; het autochtone Santa Mar gherita, dat rustig zyn gang gaat, pre cies als in Volendam is ook daar het vreemdelingenseizoen. Maar op de vastgestelde tijd begint de parade, ver zamelt zich de jeunesse dorée van dit uitverkoren oord met altijd weer het puik van de aanwezige toeristen. De knapen van Santa Margherita hebben nozem-hoofden als overal elders en in fantiele kieltjes, maar de locale Mar- gherita's en onder hen de Gina's en Syl- vana's zyn het kijkje waard. Zij vor men de vreugde van de waarachtige terrassier, al die damesachtige meis jes en meisjesachtige dames, die hier passeren op gouden muiltjes, in decent- lange broekjes, geel, rood, groen en blauw. En charmant-gekke hoedjes van stro op het hoofd. Dan ruikt heel de piazza naar bloemen en parfum, waar zoeven nog een blik uit fonkelend duis ter hoog over ons heen gleed, blijft nog enige tijd een geurtje zweven, een beet je zoet en een beetje zwoel als een ge heimzinnig etherisch wezen. Op zo'n uitgezocht moment placht Grote Kolibri te verschijnen, neus in de wind en tackel aan de lyn. En op 'het terrasje naast ons konden wy Rookspiegel ontwaren, die een blauw sportjasje droeg met een opzichtig wa pen. Heel de club is weer present, constateerden wij, als ook Maiskolf opdook, Junior aan .de hand, met al lerlei hengelgerei gewapend. Dat is grappig in zo'n oord als Santa Mar gherita: altijd dezelfde mensen in hun zelfde doening, allemaal met elkaar prettig op hun gemak, met hun ver trouwde gewoontetjes en op hun vaste plaats. Als tegen het uur van de mid dag alle klokken van Santa Marghe rita met hun gebimbam en gebeier de zonnige lucht vervulden, zaten wy daaf prompt in het gelid, met hoog stens 'n enkel tafeltje en andere men sen ertussen: Grote Kolibri, Heer Maiskolf, Rookspiegel en wij, ieder met zyn eigen gedachten en eigen we reld, eigen opvattingen en eigen ide alen: vier totaal verschillend gevulde mannenhoofden, maar steeds weer in een en dezelfde beweging, heel lang zaam van rechts naar links en heel langzaam van links naar rechts, pre cies als by een tenniswedstrijd in sterk vertraagd tempo. Dat was het uur, waarop de Gina's passeerden. Het had iets van een ritueel, een cérémo nie protocolaireom vyf voor één hielden de hoofden stil, vrijwel gelijk tijdig verhieven zich Rookspiegel, Ko libri, Maiskolf en wy, en op korte In verband met de uitbreidingsplannen van het vliegveld Schiphol in de ge meente Haarlemmermeer, heeft de ge westelijke raad van het landbouwschap Noord-Holland besloten, in overleg met de secretariaten van de landbouworga nisaties en deskundigen uit Haarlem mermeer een rapport samen te stellen over de agrarische belangen hierbij. Be studeerd wordt, op welke wijze de gron den van de luchthaven, die hun agrari sche bestemming geheel of gedeeltelijk zullen behouden, ten nutte kunnen wor den gemaakt. De drie in Haarlemmermeer gevestig de landbouworganisaties achten het noodzakelijk middelen te beramen, de schade tot een minimum te beperken. In landbouwkringen wordt de nieuwe onttrekking van zevenhonderd hectare aan de huidige bestemming als een zeer gevoelig verlies beschouwd. afstand van elkaar gingen wy een en dezelfde weg, naar weer vier andere af eitjes, gedekt voor de lunch in het hotel. Wy hebben verteld, dat Grote Kolibri ook Hollander was. Wy zeggen met na druk: Hollander, want hy kwam stellig niet uit Maastricht. Behalve dan zyn Lieftinck-achtig voorkomen, liet Kolibri hier niets van blijken, en kleine Kolibri nog veel minder. Dat was sympathiek van hen, want, eerlijk gezegd, wy hou den niet van Hollanders in de buurt, als wij nu eens echt in den vreemde zijn. Zo werd ons de voorlaatste dag van ons verbiyf de pret op ons terrasje volko men bedorven. Wfl waren aan onze tweede Campari en knabbelden innig vergenoegd aan ons vierde zoute koekje, toen wy een flard van een gesprek op vingen, ergens achter onze rug: „Ik zeg vanmiddag tegen me man, ik zeg..." Het was of wy een steek kregen, door merg en been. Wij verslikten ons in de Campari. ,,Nee," kwam weer de eerste, „nee, daar kun je nou eenmaal niet vóór wezen". De stem vervolgde: „Daar komt zo'n mens naar me toe: soechesie kamers?" Aan de overkant van de piazza gaf plotseling een jukebox uiterst volume, helaas een moment te laat. Wy zaten daar ontdaan en. ont luisterd. Omkijken dorsten wy niet. In de verte op zyn sokkel wees Columbus naar zee. In die tijd, dachten wij, was reizen nog een nieuwtje, er werd niet zo op je gerekend als nu. Welk atavis me in ons wil nog altijd de ontdekker spelen, de avonturier, ontgoocheld dóór een Hollands gesprekje op een Ligurisch terras. Of was het schrik en schaamte vanwege dat koekeloeren van ons, hoof den naar links en hoofden naar rechts? Dat plotseling, midden in de zon en de zoelte van Santa Margherita, de stem van het vaderlands geweten ons tot de orde zou roepen: „Kaak haai 's kaa- ke!" Zo is dus het leven, de toeristische dagorde aan de Golfo del Tigullio. Ge lijkelijk voor allen, voor Grote Kolibri, voor Rookspiegel, voor Maiskolf en voor ons. Ook voor kleine Kolibri, de tackel, heeft hier het leven zyn attractie. Het is weer eens wat anders zijn wandeling te mogen onderbreken by een Eucalyptus boom in plaats van thuis zo'n ordinaire iep. Advertentie Geef Uw kind méér weerstand na deze zon-arme Zomer het héérlijke levertraanproduct, (met vitamines A, B, C en D) bereid uit heilbot- en kabeljauwlevers ff Ruim, vijf jaar nadat de eerste experimentelen aan bod kwamen, begint een nieuwe poëzie vorm te krijgen welke slechts voor vreemdelingen in het Jeruza lem der moderne dichtkunst iets met „experimenteel" van doen heeft. Deze nieuwe of nieuwste poëzie paart de recente verworvenheden van het proef ondervindelijke dichten aan een reeks mogelijkheden van traditionele aard en het resultaat is een klassiciteit, of zo men wil een moderniteit, die naar ons ge voelen nu eindelijk iets wezenlijks van en voor deze tijd gaat uitdrukken. Een aansprekelyk voorbeeld dienaan gaande is de liefdespoëzie van de Haar lemse Lizzy Sara May. Zy werd gebo ren in 1918. Met „Blues voor voetstap pen", waarmee ze debuteert, bewijst ze een talent te zyn dat om de een of an dere „zeitbedingte" reden niet eerder in bloei kon geraken. Het heeft weinig zin naar redenen te zoeken waarom ze niet als twintigjarige in de tijd van Criterium, dat is dus vlak voor de oor log, met verzen voor de dag is gekomen. Waar zou Lizzy Sara May toen met haar poëtisch vermogen naar toe ge moeten hebben? vraagt J. B. Charles zich af op de flap van haar bundel. Als of het voor hem vaststaat dat de dich teres in kwestie toenmaals reeds enige behoefte had zich te uiten! Het zou best kunnen zijn dat de dichteres in Lizzy Sara May toenmaals nog helemaal niet bestónd. Haar dichtkunst wekt sterk de indruk van tot stand te zijn gekomen onder een innerlijke aandrang waarvoor „de oorlog" met alles wat daarna kwam verantwoordelijk is. Zonder ,,de oorlog" zou Lizzy Sara May misschien nooit aan het verdichten der werkelijkheid zijn toegekomen, en dat dan niet omdat haar de geëigende uitdrukkingsmiddelen zouden ontbreken, maar eenvoudigweg omdat ze niets te dichten zou hebben gehad. Lizzy Sara May heeft haar bundeltje opgedragen aan de nagedachtenis van haar ouders. Men vermoedt het ver band tussen hun dood en „de oorlog", tussen hun weggestorven voetstappen en de blues die nu worden gespeeld. Blues voor „verloren mensen die in hun eeuwige geboorte recht hebben op onze dierenbescherming". Blues voor „het zoekgeraakte kind", dat klaagt: „ik heb geen schaduw meer". Blues voor „handen die zich verstoppen achter de rafelende vingers van de twijfel'. Mu ziekjes van angst, eenzaamheid en on mogelijk gemaakte mensenliefde in een ledige wereld: «S3 Temidden van het toeristisch bedrijf, de drukte van elk nieuw seizoen, blijft de Ligurische visser rustig aan zijn werk. e neus is een li chaamsdeel, dat over het algemeen niet voldoende gewaar deerd wordt. Misschien wèl in negatieve zin, na melijk als er afwijkin gen of ziekten aan de neus zyn. Zelfs het ge zegde: wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht, wordt door bijna iedereen in over drachtelijke zin gebruikt. Toch is de neus een fraai sieraad van het men selijk gelaat en heeft hij bovendien meerdere nuttige functies. Daarom is het begrijpelijk, dat de plastische chi rurg een beschadigde neus een zo goed mogelijke vorm probeert te her geven, hetgeen in veel gevallen won derwel gelukt. De moeite en zorgen aan dergelijke operaties besteed is niet overdreven, want het uiterlijk van de mens is een van de steunpilaren voor het gevoel van eigenwaarde, van het zelfvertrouwen. Het reukzintuig, dat in de neus ge zeteld is, krijgt ook minder waarde ring dan het eigenlijk verdient. Bij de primitieve volkeren is dat anders, zij weten hun reukzintuig nog te benut ten. (Herinnert u zich hoe Wirmetou vriend of vijand aan de reuk kon her kennen?) Bij de beschaafde mens is dit reukvermogen afgestompt. Mis schien wel te veel, want bij het genie ten van de goede dingen der aarde speelt een goed-functionerend reukor gaan een belangrijke rol. Het genot van spijs en drank berust maar ten dele op de smaak. De geur heeft even eens een groot aandeel in het proces van proeven en keuren. De neus is het begin van de adem- halings- of luchtwegen. De lucht die door de ademhalingsbewegingen van borstkas en middenrif naar binnen wordt gezogen, gaat via neus of mond naar de keelholte en dan via het strot tenhoofd door de luchtpijp en zyr. ver takkingen naar de longen. De weg door de mond is breed en kort en om dat de lucht weinig weerstand onder vindt, het gemakkelijkst. Bij gesloten mond moet de lucht de neus passeren, hetgeen minder gemakkelijk gaat, om dat deze weg langer en smaller is, met verschillende obstakels onderweg, die de lucht remmen in zijn vaart. Dit maakt het begrijpelijk dat het bij lichamelijke inspanning, bijvoorbeeld heeft gewerkt of zelfs al na het schep pen van een kit kolen, kan bij voor zichtig snuiten zien hoe het ingeadem de stof in de neus wordt vastgehouden en door het snuiten in de zakdoek wordt gedeponeerd. De twee neustunnels zijn niet rond, er bevinden zich aan de buitenwanden in de lengterichting drie onregelma tig gevormde plooien of uitsteeksels, de zogenaamde neusschelpen die het functionerend oppervlak van het neus- sport, moeite kost en soms onmogelijk is door de neus te blijven ademen. Maar waarom zult u vragen is het zobelangrijk door de neus te ade men? Om deze vraag te beantwoor den is het nodig iets meer te weten over de bouw van de neusholte. De bodem hiervan is het dak van de mondholte (verhemelte). Neus en mondholte verenigen zich voorbij de huig tot de keelholte. De neusholte is van voor naar achteren door een ver tikaal schot In twee tunnels verdeeld. Aan het begin van deze kanalen of tunnels zijn een aantal haren inge plant die dienen om ongewenste ver ontreinigingen van de lucht van gro ter formaat tegen te houden: insect- jes, stofdeeltjes e.d. Verder is het ge hele neusslijmvlies bezet met micros copisch fijne trilhaartjes die voortdu rend bezig zijn kleine ongerechtighe den: stof, ziektekiemen, weer naar buiten te werken. Deze trilhaartjes moet u zich voorstellen als een gol vend korenveld, met dit verschil dat de korenaren door de wind bewogen worden en de trilhaartjes onafhanke lijk van de luchtstroom bewegen, zo danig dat alles wat er op terecht komt in een richting en wel naar bui ten wordt gevoerd. Iemand die in een stoffige omgeving slijmvlies aanmerkelijk vergroten. Bo vendien ontstaan er wervelingen, waardoor de luchtdeeltjes zeker meer dere malen langs het neusslijmvlies strijken. Uit een en ander volgt dat zonodig zonder veel moeite de ingeademde lucht opgewarmd en het vochtigheids gehalte geregeld kan worden. Mensen die normaliter niet met open mond slapen, maar door een verkoudheid, als de neus verstopt is, de gehele nacht door de mond moeten ademen, zullen ervaren dat de keel na verloop van tijd gaat protesteren en de toch al door de verkoudheid geplaagde mens ook nog wakker wordt door de pijnlijk droge keel... Bij een ernstige neusverstopping kan men een enkele keer neusdrup- peltjes toepassen. Deze verminderen o.a. de zwelling van het neusslijmvlies waardoor de lucht weer kan passeren. Men moet er echter zuinig en voor zichtig mee zijn, want er zijn verschil lende soorten neusdruppels in de han del, die niet ongevaarlijk zijn, vooral bij herhaaldelijk gebruik. Neusdrup pels, die te sterk werken kunnen het neusslijmvlies beschadigen, neusdrup pels met paraffine kunnen longafwij kingen veroorzaken. Men vrage ad vies aan de huisarts. St. LIZZY SARA MAY KLEINE BLUES Als de zon over een gestorven dag als een zwemmer weggetrokken in de golven als de kleren die achterbleven aan het strand als de wind in een doorwaakte nacht als de zomer in een oorlogsjaar als verminkten die hun nachten tellen in de sterren is alles tevergeefs geweest als een stap in een gebroken straat als een deur die ongeopend blijft als een straat in een ontruimde stad als een hart dat zichzelf niet kent als tranen die een woestijn verzilten als een weg die doodloopt aan de einder is alles tevergeefs geweest als een mond die niet meer durft spreken als handen die verleerd zijn om te strelen als een woord verloren aan de ruimte als de tederheid voor het vervreemde kind als de tederheid verspeeld tussen de mensen als de tederheid die ophoudt bij de dood is alles tevergeefs geweest. Soms is de toon van deze au fond le vensblije liefdespoëzie navrant en „redt" de vrouw in de dichteres zich uit „het nachtelijk water" van het men selijk bestaan (waarin zij zich een die pere drenkelinge voelt dan een man ooit zal kunnen begrijpen), met de red dingsgordel van een galgenhumor, ot langs de touwladder van een „under statement", die in deze poëzie op by na anti-poëtische wijze functioneert. Zoals in de aanhef van COMPROMIS Laten we zeggen dat het hoogste begrip twee vliegtuigen is die eikaars geluidsbarrière doorbreken en eindigen elk weer op hun eigen basis. Ze weet: „vroeger al hebben we il lusies laten varen". Ze weet zich staan „tegen onbuigzame achtergronden" en „aan de rand van diepe afgronden". Maar ze blijft met al haar mannelijk intellec tualisme solidair met de vrouw: vreemd is het dat vrouwen over de golfrand van verlangen zelfs als hun tempels storten bouwen blijven. Vanuit deze solidariteit kan ze terug- dromen naar het kind dat ze was („het argeloos kind morgenmond, het radeloos kind nachtval") en kan ze blij ven geloven in „de mens", „de ontken de mens" en „de ontkende tederheid die in de klank zijn tombe heeft gevon den". In haar verzen woont ze als in het verborgene Telkens zoekt ze zich te verbergen: „Verberg je, want wat is pijn als de hoed van mededogen alleen voor doden wordt afgenomen". Eens woonde ze veilig in een „huis van kleine Mozartmuziek", waar alle kamers elkaar een hand gaven en waar de schemer helder rondsloop. „Het scheve en reddingloze" kon toen nog buiten gehouden worden. Maar de deur viel uit haar hengsels en „het scheve en reddingloze" (de realiteit) tochtte naar binnen „en bouwde van de sche mer een lijkkarretje om de kleine mu ziek te begraven". Sindsdien werd haar poëzie een beurtzang van zich vermom men en zich verraden; een beurtzang ook rondom de vraag: hoe leef ik het eerlijkst? Haar „eerlijkheid" houdt haar van grote lyrische opvluchten terug. Haar beste eigenschap, waaraan haar dicht werk zijn volslagen eigen karakter ont leent, is tevens de rem op haar grote mógelijkheden als minnedichteres. Men komt bij Lizzy Sara May slechts weinig beelden tegen die meer mooi dan echt- waar zijn. Dat is een zeer originele ver dienste. Het is of zij schrijft om met haar laatste „illusies" af te rekenen. Maar dan is het tevens om op een scho ne lei weer te beginnen. Weer te begin nen met „bijtijds leven". Weer te be ginnen met blues „zuiverder dan het argeloos verbazen, verder dan tijd, het brekend uur". Zoals zij naar die schone lei toeschrijft, is zij een tijdgenote om de toekomst met verwachting mee in te gaan. 1). NICO VERHOEVEN Gistermorgen was op de speciale giTC rekening van het Nederlandse Rod® Kruis, 777, ten behoeve van de hulp aan Hongarije een totaalbedrag va" meer dan 175.000 gulden gestort. Voo' een half miljoen gulden aan goederen» levensmiddelen en medicamenten Is reeds op weg naar Oostenrijk. Het Rod® Kruis overweegt op korte termijn vtJ» ambulance-auto's, ieder uitsluitend be' mand met twee chauffeurs uit de Rode' Kruiskolonnes naar Hongarije te zen den. Voor het vervoer van goederen hebben een aantal Nederlandse vervoerders zich belangeloos ter beschikking gesteld' Teneinde de kosten van deze transpor ten zoveel mogelijk te reduceren heef' de Nederlandse Internationale Wegver voer Organisatie zich in verbinding g®' steld met de Oostenrijkse en Duitse auto riteiten om van geval tot geval onthef fing te krijgen van de Beförderungs- steuer" en eventueel brandstofbelasting' Dank zij de medewerking van de Duits® ambassade te Den Haag en van twe® ministeries te Wenen is dit binnen vie" en twintig uur gelukt. Voor deze trans porten is echter een begeleidbrief nodig van het Rode Kruis, ook als de goederen niet door het Rode Kruis zelf worded verzonden. Van de N.V. Koninklijke Gist- en Spi ritusfabriek heeft het Rode Kruis in middels een schenkink peniciline, strep- tomycine en globenicol, ter waarde van 15.000 ontvangen. Het R.-K. huisvestingscomité te De» Bosch heeft gisteren, voor de tweed® maal gedeeltelijk uit eigen middel®" een bedrag van vijftig duizend gul den overgemaakt aan de Oostenrijks® charitas voor hulp aan Hongarije. To' dusver heeft het comité dus voor hon derdduizend gulden bijgedragen. In to taal is bij dit comité thans meer da" 75.000 gulden binnengekomen. Het giro nummer is 34348; op het strookje ver melden: Hongarije. Onder voorzitterschap van de heer Kupers is te Utrecht gisteravond d® oprichtingsvergadering gehouden va" het „Nationaal comité hulpverlening Hongarije". Dit comité stelt zich te" doel een landelijke hulpactie te organi seren ter leniging van de nood van het Hongaarse volk. Bijdragen kunne" worden gestort op postrekening 999 te" name van de penningmeester van h®' nationaal comité Tesselschadestraat 1' te Amsterdam. Lizzy Sara May: „Blues voor voet stappen'. Uitg. A. W. Bruna Zoon, Utrecht 1956. De Kath. Jeugdraad van Nederland en alle bij hem aangesloten jeugdor ganisaties hebben met diep medeleve" de berichten gevolgd van de moedig0 en bovenmenselijke strijd van het Hon gaarse volk om zijn vrijheid te herwin nen en zich van de communistisch® overheersing los te maken. Nu deZ® strijd opnieuw in een kritieke fase getreden, roepen de katholieke jeugd organisaties al haar leden op zich na»" de wens van het Hoogwaardig Episco paat in gebed te verenigen voor hu" medemensen in Hongarije. Zy dring®" er met kracht op aan alle landelijk0 acties ten behoeve van de Hongaren m®'' terdaad te steunen en aan de oproei; van het Nederlandse Rode Kruis ow bloed te verstrekken waar mogelijk ge volg te geven. Laat ieder zich in heri"' nering roepen hoezeer de steun van hf' buitenland ons steeds gesterkt heeft de volharding van onze eigen strijd vo<" de vrijheid. Enkele honderden leden van de po" tieke jongeren contactraad, overkoepe lend orgaan voor de meeste politiek® jongerenorganisaties in ons land, he"^ ben gisteravond in Den Haag een pr°. testdemonstratie gehouden in verba"0, met de toestand in Hongarije. Op h® ministerie van buitenlandse zaken he" ben zij een resolutie aangeboden, wa&" in zij als hun mening te kennen geven dat het tijd wordt om via de Verenig0, Naties druk uit te oefenen op Rusla"0 om te bereiken dat de Russische troe pen Hongarije verlaten. In een lang stoet zijn de jongeren, na bijeengek® men te zijn op het Burgemeester Ej0 Monchyplein voor het stadhuis, door stad getrokken. Zy droegen spandoeke" met zich mee, waarop leuzen als: ,,VDJ heid voor Oost-Europa" en „Godsdiens' vrijheid". De betoging verliep ze0 rustig. Zeventien van de donderdagavond verband met de relletjes te Eindhov®^ gearresteerde jongelui zijn vrijdag avond in eefi zitting, welke van vijf W ongeveer negen uur duurde, door 0 Eindhovense plaatsvervangend kante" rechter mr. J. Franken gevonnist. dergelijke snelle berechting is in N®{ derland nog nimmer voorgekomen, gerecht was hiertoe overgegaan o"1 een afschrikwekkend voorbeeld te st® len, te meer daar naar de ambtena" van het O. M. mr. J. Booster verklaag, de, bij geruchte vernomen was dat herrieschppers van plan zouden z", zaterdagavond de binnenstad opnie" op stelten te zetten. De ambtenaar v» het O. M. sprak in zijn reqüisitoir v°, een wildebeestentroep en van pure CC l JL VV izucwccoicuwucp V_i.A v Cl 11 wg positie en rebellie tegen het wettig j*, zag. De opgelegde straffen varieer" t van geldboeten en een maand tuc^ school voorwaardelijk tot een onvoorwaardelijke hechtenis. Tot^gg meisjes van veertien jaar en een groep veroordeelden behoorden meisjes van veernen jaai en een .„ji- je van vijftien jaar. De leeftijd der gens varieerde van 1627 jaar. Zy 1 men over het algemeen een schillige houding aan tydens de ben deling der zaak en beantwoordden vragen van de kantonrechter soms^ irriterende wijze. Zeven door de P?iet5' tijdens de relletjes buitgemaakte i» je pompjes, welke door de knapen inJjr strijd waren gebruikt, werden beurdverklaard.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 8