Drie Amerikaanse onderzoekers kregen de Nobelprijs
voor de ontwikkeling van de transistor
Klein
Si
1
Koud
Solide
Min. Witte: Groei bevolking
niet alleen alarmerend bezien
Opvallende wagens
Voor rijkspolitie op
de grote wegen
2ktmes?v*y™iA1
oonmaa
van de
w
HOE GEZOND TE BLIJVEN
M
m
111
Amsterdamse
Effectenbeurs
.A
1
HET WESTEN EN OVERIG NEDERLAND
Geen roekeloos omspringen met natuurruimte
en produktiegrond
Duits Grootkruis der
Verdienstorde
O.a. voor mgr. Hussen
1 M
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1956
PAGINA 9
VALSE REISGHEQUES
een fabeltje
Aan eiwitrijk voedsel heeft ons lichaam meer
behoefte dan aan vet
i'fr
1
T&.
I
Kerkmuziekcongres
te Parijs
ni"
a*
iêe'
\Ve
ee15
e f
tij'
ol*
De toverende lilliputter
De Nobelprijs voor natuurkunde ïs
dit jaar toegekend aan een drie
tal Amerikaanse onderzoekers.
Het waren John Bardeen, hoogleraar
aan de universiteit van Illinois, Walter
Houser Brattain, natuurkundige by Bell
Telephones en William Shockley, chef
van de transistorafdeling van Bells la
boratoria. De toekenning geschiedde
zoals het bericht luidde op grond
van hun onderzoekingen op het gebied
van de halfgeleiders en hun ontdekking
van het transistor-effect.
Het bericht za! waarschijnlijk wel na
genoeg verloren zijn gegaan in de ont
zaglijke vloedgolven van schokkend en
beklemmend wereldnieuws, die in de
laatste weken als een lawine op ons aan
zijn gestormd. Daarom is het goed er
hier in deze rubriek wat nadere aan
dacht aan te schenken.
Waar gaat het om? Het gaat om de
toverkunsten van een electronische lil
liputter, die de electronenbuizen de
radiolampen in vele gevallen over
bodig maken en zo een reusachtige om
wenteling in de moderne radiotechniek
te weeg brengen. En aan wie ook een
rol is toebedeeld, zowel in de merk
waardige lectronische rekenbreinen,
als in de verfijnde apparatuur, waar
door de ultra-moderne robotwapenen
bestuurd worden.
De transistors verrichten dezelfde
dienst als de electronenbuizen. Maar
die electronenbuizen zijn als regel
veel groter dan de transistors, die de
grootte hebben van een erwt of een
aspirinetabletje. Die kleine omvang
ls een groot voordeel. Men heeft ook
wel zeer kleine radiolampjes gecon
strueerd, die ware wonderen van een
uiterst verfijnde techniek zijn, maar
zulke lilliputters presteren niet zo heel
veel, terwijl ze toch nog vrij veel elec
trische energie vragen.
Ook die miniem kleine electronenbuis-
jes lijden echter aan het grote gebrek
van alle electronenbuizen. namelijk,
dat ze kwetsbaar, breekbaar zijn. Hun
levensduur is beperkt en hun toepassings
mogelijkheden ook. Bovendien hebben
ze nog een ander nadeel: ze ontwikke
len warmte. Die warmte is aan de ene
kant wel noodzakelijk om de electronen
in beweging te hrengen, maar aan de
andere kant is zij hinderlijk en heeft
men soms hele koelsystemen nodig om
haar weer kwijt te raken. Dat was bij
voorbeeld het geval bij de rekenbreinen
waarin de talrijke electronenbuizen nog
niet door transistors vervangen zijn.
De transitors zijn veel solider. Ze
kunnen tegen een stootje. Ze hebben
geen glazen huls. En ze hebben ook
geen gloeidraad en ontwikkelen geen
warmte. Een laatste bezwaar van de
electronenbuis is het stroomverbruik.
De transistors gebruiken enorm weinig
electrische energie, ze behoeven niet
te gloeien. En desondanks verrichten
zij hetzelfde werk.
Wil men in een paar woorden de
transistor typeren, dan zou men kun
nen zeggen, dat hij is: de koude radio-
lamp van de toekomst.
Een nieuwe vinding. Maar toch niet
meer van de laatste jaren; zij
dateert van 1S}48. En zij werd gedaan
o ,^e laboratoria van de Amerikaanse
Telephone Company,
vijf jaar tijds en 50 miljoen werkuren
zijn er aan besteed om het kleine won
der tot ontwikkeling te brengen.
In 1951 vervaardigde Bell de eerste
radio met transistortoepassing. Ze was
3 centimeter lang en 2 centimeter
hoog en paste in elke vestzak. In plaats
van buizen bevatte het toestelletje acht
transistors. Vier ééncellige zakbattery-
en zijn toereikend voor een gebruiks
duur van 500 uren.
Een vinding, die transistor, die een
zeer grote, betekenisvolle toekomst voor
zich heeft en reeds volop bezig is die
toekomst te veroveren.
i
Waarop berust deze vinding?
Om op die vraag een antwoord te kun
nen geven, moeten wij beginnen mft
eerst de oude en beproefde schoolnatuur-
kunde een kleine uitbreiding te geven.
We hebben allemaal geleerd, dat
er stoffen zijn, die een goede geleid
baarheid voor electriciteit bezitten,
zoals koper, zilver enz. En stoffen,
die de electriciteit niet geleiden. Dat
zijn de isolatoren, als rubber, hout,
porcelein etc.
Maar een derde categorie placht
daarbij in de schaduw te blijven. Het
was die van de halfgeleiders, waarvan
de electrische geleidbaarheid tussen
die van de goede geleiders en de iso
latoren in staat.
Dat zwijgen had zijn reden. Goede
geleiders zowel als isolatoren waren be
langwekkend voor de electrotechniek.
De halfgeleiders niet. En zo kwam het,
dat zij een halve eeuw geleden nog
thuis hoorden in een van de verwaar
loosde gebieden van de natuurkunde.
Want ook het geleidingsmechanisme in
deze,stoffen was duister, men wist er
niet goed een bevredigende verklaring
Voor te geven. Op het ogenblik echter
zijn hun specifieke eigenschappen zeer
belangrijk geworden en hebben zij
juist daarom een zeer speciale plaats
gekregen. En het is voor hun studie van
deze halfgeleiders, dat aan de drie
Amerikaanse onderzoekers de Nobel
prijs werd toegekend.
Een atoom bestaat uit een kern, waar
omheen meer of minder electronen, op
kortere of grotere afstand van die kern,
m ellipsvormige banen draaien. De
®'ectronen die zich het dichtst bij de
kern bevinden zijn zeer sterk daarmee
De drie Amerikanen, die de Nobelprijs voor de natuurkunde 1956 zullen ont
vangen: v. I. n. r. prof. dr. John Bardeen, dr. William Shockley en dr. Walter
Brattain.
verbonden, maar zij die zich in een
grotere baan bewegen kunnen uit die
baan worden losgemaakt.
Als individuele atomen zich nu tot een
kristal bijeengroeperen kan in bepaalde
gevallen een aantal van die laatste elec
tronen zo los gebonden zijn, dat ze vrij
kunnen rondzwerven in het kristalroos-
ter. Ze kunnen aan het wandelen gaan.
Wordt er een elektrische spanning aan
gelegd, dan nemen deze geleidingselec-
tronen het transport van de lading op
zich. In andere gevallen echter kan het
kristalrooster zo gevormd worden, dat
alle electronen vast gebonden blijven
in het rooster. In zulk een geval heeft
men een ideale isolator.
Germanium
Als prototype van een halfgeleider
heeft men het germaniumkristal. Ger
manium is een chemisch element, dat
in 1886 door Clemens Winkler werd ont
dekt. De wetenschap riep „hoera"
want zij kon er een gapend gat in het
beroemde periodieke systeem van Men-
deléjew mee vullen en deze laatste een
pluim op de hoed te steken omdat hij aan
de hand van zijn systeem het bestaan
van dat element in 1872 al had voorspeld.
Maar daarna was het germanium zo
wat rijp voor het mineralenkabinet,
men wist er niets mee aan te vangen.
Tot de halfgeleiders in het brandpunt
van de belangstelling kwamen te staan.
Een kristal van zuiver germanium
is geen halfgeleider. Het is zo'n idea
le isolator. Maar zuiver germanium is
héél moeilijk te verkrijgen. Het is
vrijwel altijd wat verontreinigd. En
die verontreiniging maakt het tot een
halfgeleider.
Wanneer men aan een germanium
kristal een verontreiniging van fosfor
b.v. toevoegt dan neemt het geleidend
vermogen van het kristal sterk toe,
zelfs al is de verontreiniging miniem.
Hoe komt dat? Terwijl germanium
vierwaardig is wat betekent dat het
vier electronen bezit die minder stevig
gebonden zitten dan de andere is fos
for vijfwaardig. En dat vijfde buitenste
electron in de fosforatomen wordt niet
gebonden in het kristalrooster maar
het kan gaan zwerven en dienst doen
als geleidingsselectron. Halfgeleiders
van dit type noemt men n-geleiders.
Verontreinigt men daarentegen germa
nium met b.v. het driewaardige borium,
aluminium of indium dan ontstaat er
als het ware een „gat". Er is een elec
tron te kort. En dat „gat" kan gevuld
worden door een electron uit de omge
ving. Maar dan ontstaat op de plaats
van dat electron weer een gat dat op
zijn beurt weer gevuld kan worden enz.
Hier zwerven, wandelen dus de „ga
ten". Een halfgeleider van dat type
heet een p-geleider.
Sinds lang was het bekend dat een
metalen puntje in contact met bepaal
de kristallen een geljjkrichtende wer
king kan hebben. De stroom wordt
slechts in één richting doorgelaten. In
de kinderjaren van de radio heeft men
bjj de kristaldetectors daar al gebruik
van gemaakt.
Als we nu een draad met een zeer
fijn puntje een positieve lading geven
en in contact brengen met een kristal
van het n-type dan zullen de „zwerven
de" electronen in de omtrek zich naar
het puntje begeven. Zeker als we op
een andere plaats contact maken met
een draadje dat een negatieve lading
heeft. Dan begeeft zich van dat laatste
punt naar het eerste een stroom van
electronen. Daarmee was de puntcon-
tacttransistor eigenlijk geboren.
Een jaar later ontwikkelde men een
ander verbeterd type: de junction-trans
istor. Daarbij maakt men een sand
wich: een laagje kristal van het p-type
met aan weerszijden een laagje van het
n-type. De werking hiervan is ingewik
kelder. Niet alleen als gelijkrichter kan
de transistor optreden maar ook als
versterker. Hij kan dus ook de functie
van een'versterkerbuis, een triode ver
vullen.
De mogelijkheid was geopend om een
vaste stof de taak van de vacuum- en
gasbuizen te laten overnemen.
Mr. H. C. M. EDELMAN.
De minister van volkshuisvesting en
bouwnijverheid, ir. H. B. J. Witte, open
de vrijdag in het Bouwcentrum te Rot
terdam de tentoonstelling „Tal en Last"
waarover wij reeds het een en ander
hebben meegedeeld.
Wü moeten, aldus de minister, de cij
fers over de groei van de Nederlandse
bevolking niet louter als alarmerend
beschouwen. Wü moeten er ook een
teken in zien van de levenskracht van
ons volk en een bewys, dat wy de toe
komst aandurven. De last, in de zin
van een zware opdracht, moeten we
echter ook onder ogen zien, opdat het
ons niet vergaat als in de negentiende
eeuw gebeurd is: een roekeloos om
springen met natuurruimte en produk-
tiegrond. De minister wees er op, dat
de oplossing van dit probleem met al
leen de overheid, maar de gehele sa
menleving in al haar geledingen aan
gaat, en dat dus ook geheel de maat
schappij aan de oplossing moet mee
werken. De verantwoordeiykheid biyft
natuurlijk berusten bü de centrale over
heid, die leiding moet geven.
De tentoonstelling dient om de ge
wone burger, om wie het tenslotte gaat,
een indruk te geven van de moeilyk-
heden, by het oplossen waarvan ook op
hem een beroep wordt gedaan. Van de
vraagstukken die aan de orde komen,
noemde ir. Witte de modernisering van
de landbouw, die echter een aantal
agrariërs zal doen afvloeien. Dezen
moeten worden voorgelicht om hen aan
een ander bestaan te helpen, met name
in de industrie. Een deel van de vry-
gekomen arbeidskrachten zal men die
nen op te vangen in de eigen streek,
maar voor anderen moeten centra ge
schapen worden waar zy prettig kunnen
wonen en zich kunnen ontwikkelen. Bij
de stijgende welvaart komt het accent
trouwens naast de industrie meer en
meer te liggen op de „derde sector":
handel, verkeer, toerisme, de vrüe be
roepen.
De minister deelde mede, dat hy be-
rijkspolitie is er toe overgegaan
n deel van haar surveillance-auto's
11 uitgesproken opvallend aanzien te
hage?' Pe bovenkant van de auto's is
staat h i. Seschilderd, met grote letters
®n »«in j wo?rd rijkspolitie aangegeven
ruit io binnenkant voor de achter-
biet ho*een 8rote lichtdoos aangebracht
dus r^„Woord "Stop". De auto's zullen
den onoa-v?p i§F°i?. afstand kunnen wor-
een apff r^t. Binr>en in de auto's is
bracht n„®ro snelheidsmeter aange-
twintip ,,.".5--Van d.e in totaal drieen-
van eenWa<£?ns zullen worden voorzien
zoals ook de
heefte^arse po
genomen. Dit apparaat stelt de
zoals
onlangs in gebruik
Politie.
IQtOgri
naar aanleiaw ae r«aende auto's en
Ben-verbaal op^m^en '3 pr0CeS'
De heer T. J. Canter Visscher, diri
gerend officier der rykspolitie, deed van
een en ander mededeling op de veertien
de Wegverkeersdag van de K.N.A.C.,
die vrüdag in het Kurhaus in Scheve-
ningen werd gehouden. De eerste sur
veillance-auto's werden op de wegver
keersdag getoond en gedemonstreerd
en reden in de middag uit. By de Neder
landse politie bestaat de opvatting, al
dus de heer Canter, dat een onopval
lende surveillance het middel bij uitne
mendheid is om de verkeersonveiligheid
te bestryden. Daarnaast mag de opval
lende surveillance niet worden verwaar
loosd, met het oog op die categorie weg
gebruikers die de zichtbare aanwezig
heid van de politie nodig blijken te heb
ben om zich bewust te worden van de
plicht en het eigen belang van het zich
gedragen naar de verkeersvoorschrif-
ten.
gin van het volgend jaar een samen
vattend rapport tegemoet ziet van de
werkcommissie westen des lands, reeds
verscheidene jaren geleden ingesteld,
waarin voorstellen zullen worden ge
daan om westeiyk Nederland naar zyn
geëigende plaats in het nationale ge
heel toe te rusten. De taakverdeling
tussen het westen en overig Nederland
is voor beide partyen belangrijk. Het
westen moet armslag kunnen behouden
voor de toekomst en overig Nederland
dient een volwaardig aandeel te heb
ben in de nationale welvaart, aldus de
minister.
De Haagse politie heeft drie Engel
sen aangehouden die met een taxi naar
Den Haag waren gekomen. Zij hebben
te Rotterdam en in Den Haag valse
reischeques afgegeven. Een van hen had
een pak van deze valse reischeques op
zak, dat hij tevergeefs poogde weg te
stoppen in de auto. Aan valse reische
ques is in Rotterdam en Den Haag voor
50 pond uitgegeven. In totaal had het
drietal voor 450 pond van deze reis
cheques by zich.
De Duitse ambassadeur in Neder
land, dr. H. Mühlenfeld, heeft vry dag
middag mr. baron F. L. S. F. van
Tuyll van Serooskerken, destijds gede
puteerde der Ned. Herv. Kerk, thans
secretaris van het Ned. Bijbelgenoot
schap en mgr. H. J. J. van Hussen,
als hoofdaalmoezenier der hulpactie
voor oorlogsslachtoffers het groot-kruis
der verdienstorde uitgereikt, dat de pre
sident van de bondsrepubliek, dr. Heutz,
hun heeft toegekend. Terstond na het
eind van de wereldoorlog hebben beiden
als leiders der kerkelijke hulpacties al
les in het werk gesteld om de materiële
nood der Duitse bevolking te lenigen.
In een toespraak tot de beide ver
tegenwoordigers der kerkelijke hulpac
tie zeide de ambassadeur, dat de ker
ken terstond kinderen van vluchtelin
gen naar Nederland hebben gehaald.
Ondanks de oorlog, die zojuist de ban
den tussen beide volkeren had doorge
sneden, hebben zij zonder aarzeling de
banden opnieuw aangeknoopt en door
hun christelijke houding de politieke
vergissing overwonnen.
In hun dankwoord hebben de beide
gedecoreerden betoogd, dat zij de bonds
president zeer erkentelijk zijn. dat in
hun persoon het werk der kerken ge
waardeerd werd. Overigens, zo zeiden
zij, was dit een plicht, welke voortvloei
de uit hun christelijke overtuiging.
Advertentie
oadyderm-zeep
1 Mill III I III 111 III I III III III III III! lil 11)11)1 llll II lilMlllltllll III III llll llll III III III I 111 111 III IMlIllllltlllllllill III III I
Sch
k
jpv 2 Hollandse vrouw zal wel
E IJ uitentreure de naam hou-
B den, dat ze met fanatie-
ke ijver haar huis schoonschrobt
en boent en liefst de straat ook
B nog, maar misschien zal ze niet
te eeuwigen dage gebrandmerkt
staan als de vrouw, die haar uiter-
lijk zo slecht verzorgt, die dus te
weinig doet aan haar eigen
„schoonheid". En men kan dit be
ll grip hier gerust zien in de dubbe-
Ie betekenis van het woord, want
1 de nieuwste behandeling, die de
schoonheidsspecialiste u geeft, is
B een grondig schoon schuren van
de gezichtshuid, de zogenaamde
„peeling". Dat gebeurt natuurlijk
heel zachtaardig en plezierig ter-
wijl men heerlijk ontspannen op
de rustbank ligt. Maar het prin-
B eipe is toch maar waar wij vol-
gens de legende allemaal zo dol
op zijn: een flinke grote schoon-
maak van het gelaat, waarbij het
E dode opperhuidweefsel wordt weg-
geveegd.
B Veel meer vrouwen gaan naar
B schoonheidsspecialisten dan u denkt
B en de hele schoonheidsbehandeling
is zeer sterk in evolutie. Er is
zelfs sprake van dat binnen enige
E tijd de specialiste,
E die tot nu toe al-
leen gezichtsmas-
sage deed, na een
E bepaalde oplei-
ding, ook li-
chaamsmassage
mag geven en de
toestellen bedie-
E nen, die men voor
E vermagering heeft
E uitgedacht. Maar
E binnen de Alge-
1 mene Nederland-
B se Bond van
Schoonheidsinsti-
tuten is men het
daar nog niet ge-
heel over eens.
Er zijn naar
E schatting in ons
B land zowat vijf-
B honderd erkende
B schoonheidsspe-
cialisten. Die heb-
ben dus hun op-
B leiding en diplo-
B ma en men is bij
B hen in bevoegde
handen. Met hun
staf van deskun-
E dige helpsters ne-
B men deze vrou-
E wen in witte jas,
E die steeds maar
E weer over gezich-
E ten gebogen staan
E en die telkens ge-
E confronteerd wor-
den met die in-
E tense, maar on-
grijpbare wissel-
E werking tussen uiterlijk voor-
komen en innerlijke conflic-
E ten, een zeer bijzondere plaats in.
E Want het is zeker niet waar, dat
E de schoonheidsspecialiste alleen
maar iemand is, die je gezicht
even masseert en opmaakt en je
E binnen een uur glanzende „gla-
mour" verschaft. Vrouwen wer-
ken in alle beroepen, in alle krin-
gen, ze moeten zich overal verto-
nen, ze leven steeds langer, ze
moeten langer fit blijven, ze moe-
B ten zo nodig met hun buitenlandse
zusters kunnen concurreren. De
E zekerheid in het optreden, die be-
gint bij de zekerheid over het
eigen uiterlijk, heeft menige vrouw
gevonden, teruggevonden of in zich
E versterkt, door contact op te ne-
E men met een vertrouwensvrouw
I over de wijze, waarop ze „het
beste" van zich zelf kan maken.
Deze dingen liggen nu eenmaal in
een heel subtiele sfeer. Er is soms
moed voor nodig om er aan te be-
E ginnen. De schoonheidsspecialiste
E weet dat maar al te goed. Als ze
bezig is, hoe vaak gebeurt het dan
niet, dat ze tegelijkertijd voor haar
cliënte klankbord is. Dat ze pro-
E blemen te horen krijgt, die veel
verder gaan dan alleen maar
E sproeten of een grauwe of ver-
E welkte huid of een lelijke neus.
Het komt ook wel voor, dat een
schoonheidsspecialiste iemand te
B behandelen krijgt, die haar door
een psychiater is gestuurd.
nUUUUMUUMUUUUUUUUUUUIUIUMUUIUUnilUUUUIIIIIIili:
huid
lUIUUMUUMUUIIUIUMUIUMUIUIUUIUUIUIUUIUUMUUIIUIIIIIIIIil
Zij werkt soms ook nauw samen met de esthetische chirurg. We hoor
den van een stewardess, die na een ongeval twee en twintig gezichts
operaties had ondergaan en bij wie tenslotte door gezichtsmassage da
laatste sporen van de littekens verdwenen waren. En het is een grote
voldoening voor de vakvrouw als ze na lang zoeken tenslotte voor
de cliënte, wier gelaat vol zit met verbrandingslittekens, die make up
gevonden heeft, die een zo natuurlijk mogelijk effect heeft. En die
zo'n gehandicapte thuis dan zelf kan toepassen.
Want dat zal iedere toegewijde schoonheidsspecialiste benadruk
ken: „Wij geven vooral advies". Natuurlijk geven wij ook béhande*
lingen niet alleen aan vrouwen boven de dertig, die niet nodeloos
vroeg oud willen worden, aan jonge vrouwen met een slechte huid,
aan vermoeide vrouwen, die voor de een of andere gelegenheid er
„goed" uit moeten zien. Maar u
moet het ZELF DOEN. Wat de
vrouw dagelijks aan haar gezicht
doet, dat is het belangrijkste.
Daarmee kan ze haar huid te
genwerken of helpen. Dat hel
pen is dan: voeden, schoonhou
den, beschermen.
Er zijn, ondanks het feit, dat
de schoonheidszorg (eigenlijk
een verkeerd woord want huid
verzorging is in ons land met
zijn „barre" klimaat even nodig
als het dagelijks tandenpoetsen)
zich meer en meer inburgert,
nog legio vrouwen, die niets van
haar eigen gezichtshuid afweten
en alles doen om de rimpels en
vouwen, die onherroepelijk zul
len komen, of er al zijn, vrij
spel te geven. Onze bekende
schoonheidsspecialisten, die re
gelmatig gevraagd worden om
causerieën te houden, onder an
dere voor verpleegsters, voor
wijkverpleegsters, voor naald-
vakleraressen die het aan
hun leerlingen doorgeven
voor maatschappelijke werksters,
moeten menigeen onder hun ge
hoor het a.b.c. bijbrengen van
een verzorgd gezicht. Wat bij
voorbeeld hiermee begint, dat
men het op de bromfiets door
weer en wind tenminste met een
likje crème beschermt tegen de
snerpende noord-ooster. Te duur?
Het gaat er maar om het bedrag
over te hebben voor je persoon
lijke schoonheid, die niet met
steeds nieuwe kleren te redden
is. Het gezicht is het uitgangspunt. Het is een kwestie van „waardering"
of men het onderhoud van het meest eigene van het uiterlijk te duur
vindt of niet.
Hoe moet ik er mee beginnen? Dat is meestal de kernvraag. Het
antwoord is, door advies in te winnen, hoe je met je eigen gezichts
huid moet omgaan, hoe je die een handje kunt helpen om fouten weg
te werken, het goede te releveren, niet nodeloos vroeg te verouderen.
Pas na die zelfkennis kan iemand voor zichzelf de juiste cosmetica
aanschaffen. Lukraak maar wat kopen is nooit de handigste, noch de
meest economische manier.
Ook in déze „schoonheids"cultus echter is er kitsch en kunde. Naar
gelang de wetenschap over de fysiologie van de mens vordert, vindt
men doeltreffender methoden om de gelaatshuid elastisch te houden.
Er is alweer veel meer dan alleen maar de „maskers". Tot het nieuw
ste behoort, zoals gezegd, de „peeling", het vernieuwen van de huid
door het wegnemen van de bovenste laag. Daarin zijn alweer drie me
thoden, een Zwitserse, een Weense en een Franse. Van de laatste tijd
is ook het toedienen van vocht aan de huid. Wij hebben zo'n toestel
van een paar duizend gulden, een „vapozon", in werking gezien. Sluier-
fijne stoom vermengd met zuurstof en ozon brengt kracht en vitaliteit
in de huid. Onderwijl mijmert men met gesloten ogen, dat de water
val in het hooggebergte je een fijne nevel in het gelaat blaast.
r
Het grondig schoonschuren van de gezichtshuid.
(Van onze medische medewerker)
et veel genoegen
en waardering
hebben wy in de
krant het artikel van
Anne Biegel gelezen:
„Wy eten te veel," naar
aanleiding van een boek
je van de directeur van
de voedingsraad, de on
langs tot professor in
Wageningen (Landbouw
hogeschool) benoemde
dr. Den Hartog. Het is
een onderwerp, dat ons na aan het
hart ligt, omdat onze voedingsgewoon
ten zoveel invloed hebben op onze ge
zondheidstoestand in het heden, maar
vooral ook voor komende jaren. Wy
bouwen nu aan onze gezondheid in de
toekomst. Daarom zyn dergelyke
praatjes zo geschikt in onze medische
kroniek. Als iemand eenmaal ziek is,
zal als regel de dokter hulp moeten
bieden. In onze tyd is de behandeling
van de meeste ziekten dermate inge
wikkeld geworden, dat het weinig zin
heeft te pogen de leek meer dan de
principes van enkele behandelings
methoden te vertellen. De vroegere
geneeskunde was weliswaar veel een
voudiger, maar sorteerde dan ook
minder effect.
Halve dokters zyn echter gevaar
lijk, daarom is het niet verstandig als
de leek zich te veel bezig houdt met
allerlei symptomen en verschynsel-
tjes, omdat de interpretatie daarvan
diepgaande en uitgebreide kennis no
dig maakt, zonder welke een beoorde
ling als regel volstrekt onmogelyk is.
Een enkel veel voorkomend voor
beeld: pyn rechts onder in de buik
kan onder meer een symptoom zyn
van blinde darmontsteking. Het aan
tal mogelykheden is evenwel groot en
er wordt veel kennis en vooral erva
ring vereist om deze diagnose in moei-
lyke gevallen met zekerheid te stel
len. En dan nog moet de knapste chi
rurg wel eens ervaren dat hy er naast
was.
Voor de leek is 't daarom veelbelang-
ryker 'n aantal ziekten zo mogelyk
bij zichzelf en anderen te voorkomen
De mogelijkheden op het gebied van
de zogenaamde preventieve genees
kunde zyn groter dan u misschien
denkt. Afgezien van een goede drink
water-voorziening, riolering, vuil-af-
voer, voedselcontrole en andere alge
mene maatregelen, grotendeels door
de Overheid uitgevoerd, zyn de zor
gen en voorzorgen in de individuele
sfeer van grote betekenis. Geestelyke
en lichamelijke hygiëne is en blyft in
de allereerste plaats een persoonlyke
zaak.
voor een gezond lichaam. De oude
Romeinen wisten al: mens Sana in
corpore sano een gezonde ziel in
een gezond lichaam. En al hadden zy
geen flauw idee hoe lichaam en
ziel op elkaar inwerken, zij hadden het
by het rechte eind.
Verder is natuurlyk de directe zorg
voor het lichaam van betekenis:
goede voeding, lichaamsbeweging, vol
doende rust en slaap, reinheid enz.
Deze kunnen indirect ook weer een
gunstige invloed hebben op het gees
telijk welzyn: het effect van een ge
zellige maaltyd ligt zeker niet alleen
Leefwyze en gezondheid zyn byna
vanzelfsprekend ten nauwste met
elkaar verbonden. Dit gaat even
wel niet altyd op. Iedereen kent, zo
niet uit eigen ervaring dan toch wel
uit de levens der heiligen, figuren met
een zwakke gezondheid, die deson
danks berden werk verzetten, gedre
ven door plicht of ideaal. Ook zijn er
mensen, die hun gezondheid op aller
lei manieren geweld aandoen en by
wie men toch lange tyd geen kwade
gevolgen kan waarnemen. Maar dat
zyn uitzonderingen, regel is dat beide
elkaar wederkerig beïnvloeden.
Een van te voren gezond individu
zal zijn kostbare gezondheid het best
conserveren door een „gezonde leef
wyze". Een volledig antwoord op de
vraag wat een gezonde leefwyze is
kan de geleerdste medicus nog niet
geven. Dit neemt niet weg dat er toch
een groot aantal factoren, die by de
ze ingewikkelde wisselwerking een rol
spelen bekend zyn. Een goed ontwik
kelde, evenwichtige persoonlykheid,
vervulling van levensverwachtingen
(werkkring, huwelyk)regelmatige
ontspanning zyn van veel betekenis
in het lichamelyke vlak. De ontspan
nende werking van lichaamsbeweging
en sport op de geest is voor niemand
twijfelachtig. Aan een ideale verzor
ging van het lichaam ontbreekt echter
heel wat. De managerziekte, waar
over wy het eerder hebben gehad, is
au fond een voorbeeld van verwaar
lozing van elementaire behoeften van
lichaam en geest.
Wat betreft goede voeding, om ten
slotte nog even op ons uitgangspunt
terug te keren, daaraan ontbreekt ook
in ons land nog heel wat. Wy Neder
landers eten wel veel maar geenszins
goed, wy zoeken het meer in de kwan
titeit dan in de kwaliteit, waarmede
niet bedoeld wordt dat bijvoorbeeld
tweede keus capucyners minder voe
dingswaarde zou hebben dan eerste
soort. Hier maakt kwaliteit niet veel
verschil, maar wel in de soort voed
sel. Aan eiwitrijk voedsel heeft het li
chaam meer behoefte dan aan vet,
aan capucyners meer dan aan spek!
Het voorlichtingsbureau van de voe
dingsraad zendt u graag boekjes en
vouwbladen over deze zaken. Het kost
u slechts enkele centen. St.
\yvtt
Sluierfijne stoom brengt u aan het mijmeren over het hooggebergte en
E de fijne nevel van de waterval....
niUIUUIIIIUUIIUIUIUIUIUtlllllUUIUUIIIIUUIUUIUUIIUIUIUUIUUIIUIUIUIUIUIUUIUIIUIIIIIIUIUIIUUIUIUIIIIIIIIIIIIIIUI
De eerste week van juli 1957 wordt
het derde internationaal congres voor
katholieke kerkmuziek gehouden en de
Franse hoofdstad is uitgekozen om de
organisatie op zich te nemen. In tien
zittingen zullen besprekingen worden
gehouden over de onlangs verschenen
encycliek „Musicae sacrae disciplina,"
die als het pauselijk antwoord wordt
beschouwd op de reeks van wensen die
de H. Stoel bereikte na het vorige con
gres te Wenen in 1954.
Tijdens het congres worden er in
verscheidene Paryse kerken grote litur
gische plechtigheden gehouden in Wes
terse en Oosterse ritus en talryke mu
ziekuitvoeringen staan op het program
ma. Onder meer zal medewerking wor
den verleend door het Orchestre Na
tional, de koren van de Franse Radio
en Televisie en de bekende „Pueri Can-
tores" van mgr. Maillet. Ook de orgel
muziek is een ruime plaats toebedeeld.
VAN 5 NOVEMBER—9 NOVEMBER
A.K.U.
v. Berkels Pat
Van Gelder Z.
Hoogovens
Ned. Kabelf.
Philips
Unilever
Wilt.-Fijenrd
Kon. Petr.
Holl.-Am. Lijn
K.N.S.M.
N. Scheepv. U.
Van Ommeren
A'dam Rubb.
H.V.A.
Ver.Deli Mijen
3-3',i%Ned. '47
3% Inv. crt. N.
3%Ned.1962-64
Omzetten (nominaal)
Vorige week (def.) Aandelen f 6.939.061
Obligaties f 9.225.051.
Deze week (voorl.) Aandelen f 8.728.562
Obligaties t 9.793.691.
laagste hoogste laatste versch.
koers
koers
koers t.o.v.
2 nov.
223%
237
235% 7
181%
190
188 2
189%
208 Va
204 10
300%
325
315 5
285%
305
300 6
250%
274%
268% 8%
385 -f 9%
361%
394
320
329%
329% 4%
778
817%
790 8%
186%
198
195% 2%
165
176
173% -1-
157
171
170% -f 2%
301
330
328 -f 8
70
77%
96%
75% 1
93%— 1
86%
97%
105
101% ti
89%
90%
89H— A
91A
91)1
91%
9011
91A
91 - 17/32