Drie Amerikaanse onderzoekers kregen de Nobelprijs voor de ontwikkeling van de transistor Klein Si 1 Koud Solide Min. Witte: Groei bevolking niet alleen alarmerend bezien Opvallende wagens Voor rijkspolitie op de grote wegen 2ktmes?v*y™iA1 oonmaa van de w HOE GEZOND TE BLIJVEN M m 111 Amsterdamse Effectenbeurs .A 1 HET WESTEN EN OVERIG NEDERLAND Geen roekeloos omspringen met natuurruimte en produktiegrond Duits Grootkruis der Verdienstorde O.a. voor mgr. Hussen 1 M ZATERDAG 10 NOVEMBER 1956 PAGINA 9 VALSE REISGHEQUES een fabeltje Aan eiwitrijk voedsel heeft ons lichaam meer behoefte dan aan vet i'fr 1 T&. I Kerkmuziekcongres te Parijs ni" a* iêe' \Ve ee15 e f tij' ol* De toverende lilliputter De Nobelprijs voor natuurkunde ïs dit jaar toegekend aan een drie tal Amerikaanse onderzoekers. Het waren John Bardeen, hoogleraar aan de universiteit van Illinois, Walter Houser Brattain, natuurkundige by Bell Telephones en William Shockley, chef van de transistorafdeling van Bells la boratoria. De toekenning geschiedde zoals het bericht luidde op grond van hun onderzoekingen op het gebied van de halfgeleiders en hun ontdekking van het transistor-effect. Het bericht za! waarschijnlijk wel na genoeg verloren zijn gegaan in de ont zaglijke vloedgolven van schokkend en beklemmend wereldnieuws, die in de laatste weken als een lawine op ons aan zijn gestormd. Daarom is het goed er hier in deze rubriek wat nadere aan dacht aan te schenken. Waar gaat het om? Het gaat om de toverkunsten van een electronische lil liputter, die de electronenbuizen de radiolampen in vele gevallen over bodig maken en zo een reusachtige om wenteling in de moderne radiotechniek te weeg brengen. En aan wie ook een rol is toebedeeld, zowel in de merk waardige lectronische rekenbreinen, als in de verfijnde apparatuur, waar door de ultra-moderne robotwapenen bestuurd worden. De transistors verrichten dezelfde dienst als de electronenbuizen. Maar die electronenbuizen zijn als regel veel groter dan de transistors, die de grootte hebben van een erwt of een aspirinetabletje. Die kleine omvang ls een groot voordeel. Men heeft ook wel zeer kleine radiolampjes gecon strueerd, die ware wonderen van een uiterst verfijnde techniek zijn, maar zulke lilliputters presteren niet zo heel veel, terwijl ze toch nog vrij veel elec trische energie vragen. Ook die miniem kleine electronenbuis- jes lijden echter aan het grote gebrek van alle electronenbuizen. namelijk, dat ze kwetsbaar, breekbaar zijn. Hun levensduur is beperkt en hun toepassings mogelijkheden ook. Bovendien hebben ze nog een ander nadeel: ze ontwikke len warmte. Die warmte is aan de ene kant wel noodzakelijk om de electronen in beweging te hrengen, maar aan de andere kant is zij hinderlijk en heeft men soms hele koelsystemen nodig om haar weer kwijt te raken. Dat was bij voorbeeld het geval bij de rekenbreinen waarin de talrijke electronenbuizen nog niet door transistors vervangen zijn. De transitors zijn veel solider. Ze kunnen tegen een stootje. Ze hebben geen glazen huls. En ze hebben ook geen gloeidraad en ontwikkelen geen warmte. Een laatste bezwaar van de electronenbuis is het stroomverbruik. De transistors gebruiken enorm weinig electrische energie, ze behoeven niet te gloeien. En desondanks verrichten zij hetzelfde werk. Wil men in een paar woorden de transistor typeren, dan zou men kun nen zeggen, dat hij is: de koude radio- lamp van de toekomst. Een nieuwe vinding. Maar toch niet meer van de laatste jaren; zij dateert van 1S}48. En zij werd gedaan o ,^e laboratoria van de Amerikaanse Telephone Company, vijf jaar tijds en 50 miljoen werkuren zijn er aan besteed om het kleine won der tot ontwikkeling te brengen. In 1951 vervaardigde Bell de eerste radio met transistortoepassing. Ze was 3 centimeter lang en 2 centimeter hoog en paste in elke vestzak. In plaats van buizen bevatte het toestelletje acht transistors. Vier ééncellige zakbattery- en zijn toereikend voor een gebruiks duur van 500 uren. Een vinding, die transistor, die een zeer grote, betekenisvolle toekomst voor zich heeft en reeds volop bezig is die toekomst te veroveren. i Waarop berust deze vinding? Om op die vraag een antwoord te kun nen geven, moeten wij beginnen mft eerst de oude en beproefde schoolnatuur- kunde een kleine uitbreiding te geven. We hebben allemaal geleerd, dat er stoffen zijn, die een goede geleid baarheid voor electriciteit bezitten, zoals koper, zilver enz. En stoffen, die de electriciteit niet geleiden. Dat zijn de isolatoren, als rubber, hout, porcelein etc. Maar een derde categorie placht daarbij in de schaduw te blijven. Het was die van de halfgeleiders, waarvan de electrische geleidbaarheid tussen die van de goede geleiders en de iso latoren in staat. Dat zwijgen had zijn reden. Goede geleiders zowel als isolatoren waren be langwekkend voor de electrotechniek. De halfgeleiders niet. En zo kwam het, dat zij een halve eeuw geleden nog thuis hoorden in een van de verwaar loosde gebieden van de natuurkunde. Want ook het geleidingsmechanisme in deze,stoffen was duister, men wist er niet goed een bevredigende verklaring Voor te geven. Op het ogenblik echter zijn hun specifieke eigenschappen zeer belangrijk geworden en hebben zij juist daarom een zeer speciale plaats gekregen. En het is voor hun studie van deze halfgeleiders, dat aan de drie Amerikaanse onderzoekers de Nobel prijs werd toegekend. Een atoom bestaat uit een kern, waar omheen meer of minder electronen, op kortere of grotere afstand van die kern, m ellipsvormige banen draaien. De ®'ectronen die zich het dichtst bij de kern bevinden zijn zeer sterk daarmee De drie Amerikanen, die de Nobelprijs voor de natuurkunde 1956 zullen ont vangen: v. I. n. r. prof. dr. John Bardeen, dr. William Shockley en dr. Walter Brattain. verbonden, maar zij die zich in een grotere baan bewegen kunnen uit die baan worden losgemaakt. Als individuele atomen zich nu tot een kristal bijeengroeperen kan in bepaalde gevallen een aantal van die laatste elec tronen zo los gebonden zijn, dat ze vrij kunnen rondzwerven in het kristalroos- ter. Ze kunnen aan het wandelen gaan. Wordt er een elektrische spanning aan gelegd, dan nemen deze geleidingselec- tronen het transport van de lading op zich. In andere gevallen echter kan het kristalrooster zo gevormd worden, dat alle electronen vast gebonden blijven in het rooster. In zulk een geval heeft men een ideale isolator. Germanium Als prototype van een halfgeleider heeft men het germaniumkristal. Ger manium is een chemisch element, dat in 1886 door Clemens Winkler werd ont dekt. De wetenschap riep „hoera" want zij kon er een gapend gat in het beroemde periodieke systeem van Men- deléjew mee vullen en deze laatste een pluim op de hoed te steken omdat hij aan de hand van zijn systeem het bestaan van dat element in 1872 al had voorspeld. Maar daarna was het germanium zo wat rijp voor het mineralenkabinet, men wist er niets mee aan te vangen. Tot de halfgeleiders in het brandpunt van de belangstelling kwamen te staan. Een kristal van zuiver germanium is geen halfgeleider. Het is zo'n idea le isolator. Maar zuiver germanium is héél moeilijk te verkrijgen. Het is vrijwel altijd wat verontreinigd. En die verontreiniging maakt het tot een halfgeleider. Wanneer men aan een germanium kristal een verontreiniging van fosfor b.v. toevoegt dan neemt het geleidend vermogen van het kristal sterk toe, zelfs al is de verontreiniging miniem. Hoe komt dat? Terwijl germanium vierwaardig is wat betekent dat het vier electronen bezit die minder stevig gebonden zitten dan de andere is fos for vijfwaardig. En dat vijfde buitenste electron in de fosforatomen wordt niet gebonden in het kristalrooster maar het kan gaan zwerven en dienst doen als geleidingsselectron. Halfgeleiders van dit type noemt men n-geleiders. Verontreinigt men daarentegen germa nium met b.v. het driewaardige borium, aluminium of indium dan ontstaat er als het ware een „gat". Er is een elec tron te kort. En dat „gat" kan gevuld worden door een electron uit de omge ving. Maar dan ontstaat op de plaats van dat electron weer een gat dat op zijn beurt weer gevuld kan worden enz. Hier zwerven, wandelen dus de „ga ten". Een halfgeleider van dat type heet een p-geleider. Sinds lang was het bekend dat een metalen puntje in contact met bepaal de kristallen een geljjkrichtende wer king kan hebben. De stroom wordt slechts in één richting doorgelaten. In de kinderjaren van de radio heeft men bjj de kristaldetectors daar al gebruik van gemaakt. Als we nu een draad met een zeer fijn puntje een positieve lading geven en in contact brengen met een kristal van het n-type dan zullen de „zwerven de" electronen in de omtrek zich naar het puntje begeven. Zeker als we op een andere plaats contact maken met een draadje dat een negatieve lading heeft. Dan begeeft zich van dat laatste punt naar het eerste een stroom van electronen. Daarmee was de puntcon- tacttransistor eigenlijk geboren. Een jaar later ontwikkelde men een ander verbeterd type: de junction-trans istor. Daarbij maakt men een sand wich: een laagje kristal van het p-type met aan weerszijden een laagje van het n-type. De werking hiervan is ingewik kelder. Niet alleen als gelijkrichter kan de transistor optreden maar ook als versterker. Hij kan dus ook de functie van een'versterkerbuis, een triode ver vullen. De mogelijkheid was geopend om een vaste stof de taak van de vacuum- en gasbuizen te laten overnemen. Mr. H. C. M. EDELMAN. De minister van volkshuisvesting en bouwnijverheid, ir. H. B. J. Witte, open de vrijdag in het Bouwcentrum te Rot terdam de tentoonstelling „Tal en Last" waarover wij reeds het een en ander hebben meegedeeld. Wü moeten, aldus de minister, de cij fers over de groei van de Nederlandse bevolking niet louter als alarmerend beschouwen. Wü moeten er ook een teken in zien van de levenskracht van ons volk en een bewys, dat wy de toe komst aandurven. De last, in de zin van een zware opdracht, moeten we echter ook onder ogen zien, opdat het ons niet vergaat als in de negentiende eeuw gebeurd is: een roekeloos om springen met natuurruimte en produk- tiegrond. De minister wees er op, dat de oplossing van dit probleem met al leen de overheid, maar de gehele sa menleving in al haar geledingen aan gaat, en dat dus ook geheel de maat schappij aan de oplossing moet mee werken. De verantwoordeiykheid biyft natuurlijk berusten bü de centrale over heid, die leiding moet geven. De tentoonstelling dient om de ge wone burger, om wie het tenslotte gaat, een indruk te geven van de moeilyk- heden, by het oplossen waarvan ook op hem een beroep wordt gedaan. Van de vraagstukken die aan de orde komen, noemde ir. Witte de modernisering van de landbouw, die echter een aantal agrariërs zal doen afvloeien. Dezen moeten worden voorgelicht om hen aan een ander bestaan te helpen, met name in de industrie. Een deel van de vry- gekomen arbeidskrachten zal men die nen op te vangen in de eigen streek, maar voor anderen moeten centra ge schapen worden waar zy prettig kunnen wonen en zich kunnen ontwikkelen. Bij de stijgende welvaart komt het accent trouwens naast de industrie meer en meer te liggen op de „derde sector": handel, verkeer, toerisme, de vrüe be roepen. De minister deelde mede, dat hy be- rijkspolitie is er toe overgegaan n deel van haar surveillance-auto's 11 uitgesproken opvallend aanzien te hage?' Pe bovenkant van de auto's is staat h i. Seschilderd, met grote letters ®n »«in j wo?rd rijkspolitie aangegeven ruit io binnenkant voor de achter- biet ho*een 8rote lichtdoos aangebracht dus r^„Woord "Stop". De auto's zullen den onoa-v?p i§F°i?. afstand kunnen wor- een apff r^t. Binr>en in de auto's is bracht n„®ro snelheidsmeter aange- twintip ,,.".5--Van d.e in totaal drieen- van eenWa<£?ns zullen worden voorzien zoals ook de heefte^arse po genomen. Dit apparaat stelt de zoals onlangs in gebruik Politie. IQtOgri naar aanleiaw ae r«aende auto's en Ben-verbaal op^m^en '3 pr0CeS' De heer T. J. Canter Visscher, diri gerend officier der rykspolitie, deed van een en ander mededeling op de veertien de Wegverkeersdag van de K.N.A.C., die vrüdag in het Kurhaus in Scheve- ningen werd gehouden. De eerste sur veillance-auto's werden op de wegver keersdag getoond en gedemonstreerd en reden in de middag uit. By de Neder landse politie bestaat de opvatting, al dus de heer Canter, dat een onopval lende surveillance het middel bij uitne mendheid is om de verkeersonveiligheid te bestryden. Daarnaast mag de opval lende surveillance niet worden verwaar loosd, met het oog op die categorie weg gebruikers die de zichtbare aanwezig heid van de politie nodig blijken te heb ben om zich bewust te worden van de plicht en het eigen belang van het zich gedragen naar de verkeersvoorschrif- ten. gin van het volgend jaar een samen vattend rapport tegemoet ziet van de werkcommissie westen des lands, reeds verscheidene jaren geleden ingesteld, waarin voorstellen zullen worden ge daan om westeiyk Nederland naar zyn geëigende plaats in het nationale ge heel toe te rusten. De taakverdeling tussen het westen en overig Nederland is voor beide partyen belangrijk. Het westen moet armslag kunnen behouden voor de toekomst en overig Nederland dient een volwaardig aandeel te heb ben in de nationale welvaart, aldus de minister. De Haagse politie heeft drie Engel sen aangehouden die met een taxi naar Den Haag waren gekomen. Zij hebben te Rotterdam en in Den Haag valse reischeques afgegeven. Een van hen had een pak van deze valse reischeques op zak, dat hij tevergeefs poogde weg te stoppen in de auto. Aan valse reische ques is in Rotterdam en Den Haag voor 50 pond uitgegeven. In totaal had het drietal voor 450 pond van deze reis cheques by zich. De Duitse ambassadeur in Neder land, dr. H. Mühlenfeld, heeft vry dag middag mr. baron F. L. S. F. van Tuyll van Serooskerken, destijds gede puteerde der Ned. Herv. Kerk, thans secretaris van het Ned. Bijbelgenoot schap en mgr. H. J. J. van Hussen, als hoofdaalmoezenier der hulpactie voor oorlogsslachtoffers het groot-kruis der verdienstorde uitgereikt, dat de pre sident van de bondsrepubliek, dr. Heutz, hun heeft toegekend. Terstond na het eind van de wereldoorlog hebben beiden als leiders der kerkelijke hulpacties al les in het werk gesteld om de materiële nood der Duitse bevolking te lenigen. In een toespraak tot de beide ver tegenwoordigers der kerkelijke hulpac tie zeide de ambassadeur, dat de ker ken terstond kinderen van vluchtelin gen naar Nederland hebben gehaald. Ondanks de oorlog, die zojuist de ban den tussen beide volkeren had doorge sneden, hebben zij zonder aarzeling de banden opnieuw aangeknoopt en door hun christelijke houding de politieke vergissing overwonnen. In hun dankwoord hebben de beide gedecoreerden betoogd, dat zij de bonds president zeer erkentelijk zijn. dat in hun persoon het werk der kerken ge waardeerd werd. Overigens, zo zeiden zij, was dit een plicht, welke voortvloei de uit hun christelijke overtuiging. Advertentie oadyderm-zeep 1 Mill III I III 111 III I III III III III III! lil 11)11)1 llll II lilMlllltllll III III llll llll III III III I 111 111 III IMlIllllltlllllllill III III I Sch k jpv 2 Hollandse vrouw zal wel E IJ uitentreure de naam hou- B den, dat ze met fanatie- ke ijver haar huis schoonschrobt en boent en liefst de straat ook B nog, maar misschien zal ze niet te eeuwigen dage gebrandmerkt staan als de vrouw, die haar uiter- lijk zo slecht verzorgt, die dus te weinig doet aan haar eigen „schoonheid". En men kan dit be ll grip hier gerust zien in de dubbe- Ie betekenis van het woord, want 1 de nieuwste behandeling, die de schoonheidsspecialiste u geeft, is B een grondig schoon schuren van de gezichtshuid, de zogenaamde „peeling". Dat gebeurt natuurlijk heel zachtaardig en plezierig ter- wijl men heerlijk ontspannen op de rustbank ligt. Maar het prin- B eipe is toch maar waar wij vol- gens de legende allemaal zo dol op zijn: een flinke grote schoon- maak van het gelaat, waarbij het E dode opperhuidweefsel wordt weg- geveegd. B Veel meer vrouwen gaan naar B schoonheidsspecialisten dan u denkt B en de hele schoonheidsbehandeling is zeer sterk in evolutie. Er is zelfs sprake van dat binnen enige E tijd de specialiste, E die tot nu toe al- leen gezichtsmas- sage deed, na een E bepaalde oplei- ding, ook li- chaamsmassage mag geven en de toestellen bedie- E nen, die men voor E vermagering heeft E uitgedacht. Maar E binnen de Alge- 1 mene Nederland- B se Bond van Schoonheidsinsti- tuten is men het daar nog niet ge- heel over eens. Er zijn naar E schatting in ons B land zowat vijf- B honderd erkende B schoonheidsspe- cialisten. Die heb- ben dus hun op- B leiding en diplo- B ma en men is bij B hen in bevoegde handen. Met hun staf van deskun- E dige helpsters ne- B men deze vrou- E wen in witte jas, E die steeds maar E weer over gezich- E ten gebogen staan E en die telkens ge- E confronteerd wor- den met die in- E tense, maar on- grijpbare wissel- E werking tussen uiterlijk voor- komen en innerlijke conflic- E ten, een zeer bijzondere plaats in. E Want het is zeker niet waar, dat E de schoonheidsspecialiste alleen maar iemand is, die je gezicht even masseert en opmaakt en je E binnen een uur glanzende „gla- mour" verschaft. Vrouwen wer- ken in alle beroepen, in alle krin- gen, ze moeten zich overal verto- nen, ze leven steeds langer, ze moeten langer fit blijven, ze moe- B ten zo nodig met hun buitenlandse zusters kunnen concurreren. De E zekerheid in het optreden, die be- gint bij de zekerheid over het eigen uiterlijk, heeft menige vrouw gevonden, teruggevonden of in zich E versterkt, door contact op te ne- E men met een vertrouwensvrouw I over de wijze, waarop ze „het beste" van zich zelf kan maken. Deze dingen liggen nu eenmaal in een heel subtiele sfeer. Er is soms moed voor nodig om er aan te be- E ginnen. De schoonheidsspecialiste E weet dat maar al te goed. Als ze bezig is, hoe vaak gebeurt het dan niet, dat ze tegelijkertijd voor haar cliënte klankbord is. Dat ze pro- E blemen te horen krijgt, die veel verder gaan dan alleen maar E sproeten of een grauwe of ver- E welkte huid of een lelijke neus. Het komt ook wel voor, dat een schoonheidsspecialiste iemand te B behandelen krijgt, die haar door een psychiater is gestuurd. nUUUUMUUMUUUUUUUUUUUIUIUMUUIUUnilUUUUIIIIIIili: huid lUIUUMUUMUUIIUIUMUIUMUIUIUUIUUIUIUUIUUMUUIIUIIIIIIIIil Zij werkt soms ook nauw samen met de esthetische chirurg. We hoor den van een stewardess, die na een ongeval twee en twintig gezichts operaties had ondergaan en bij wie tenslotte door gezichtsmassage da laatste sporen van de littekens verdwenen waren. En het is een grote voldoening voor de vakvrouw als ze na lang zoeken tenslotte voor de cliënte, wier gelaat vol zit met verbrandingslittekens, die make up gevonden heeft, die een zo natuurlijk mogelijk effect heeft. En die zo'n gehandicapte thuis dan zelf kan toepassen. Want dat zal iedere toegewijde schoonheidsspecialiste benadruk ken: „Wij geven vooral advies". Natuurlijk geven wij ook béhande* lingen niet alleen aan vrouwen boven de dertig, die niet nodeloos vroeg oud willen worden, aan jonge vrouwen met een slechte huid, aan vermoeide vrouwen, die voor de een of andere gelegenheid er „goed" uit moeten zien. Maar u moet het ZELF DOEN. Wat de vrouw dagelijks aan haar gezicht doet, dat is het belangrijkste. Daarmee kan ze haar huid te genwerken of helpen. Dat hel pen is dan: voeden, schoonhou den, beschermen. Er zijn, ondanks het feit, dat de schoonheidszorg (eigenlijk een verkeerd woord want huid verzorging is in ons land met zijn „barre" klimaat even nodig als het dagelijks tandenpoetsen) zich meer en meer inburgert, nog legio vrouwen, die niets van haar eigen gezichtshuid afweten en alles doen om de rimpels en vouwen, die onherroepelijk zul len komen, of er al zijn, vrij spel te geven. Onze bekende schoonheidsspecialisten, die re gelmatig gevraagd worden om causerieën te houden, onder an dere voor verpleegsters, voor wijkverpleegsters, voor naald- vakleraressen die het aan hun leerlingen doorgeven voor maatschappelijke werksters, moeten menigeen onder hun ge hoor het a.b.c. bijbrengen van een verzorgd gezicht. Wat bij voorbeeld hiermee begint, dat men het op de bromfiets door weer en wind tenminste met een likje crème beschermt tegen de snerpende noord-ooster. Te duur? Het gaat er maar om het bedrag over te hebben voor je persoon lijke schoonheid, die niet met steeds nieuwe kleren te redden is. Het gezicht is het uitgangspunt. Het is een kwestie van „waardering" of men het onderhoud van het meest eigene van het uiterlijk te duur vindt of niet. Hoe moet ik er mee beginnen? Dat is meestal de kernvraag. Het antwoord is, door advies in te winnen, hoe je met je eigen gezichts huid moet omgaan, hoe je die een handje kunt helpen om fouten weg te werken, het goede te releveren, niet nodeloos vroeg te verouderen. Pas na die zelfkennis kan iemand voor zichzelf de juiste cosmetica aanschaffen. Lukraak maar wat kopen is nooit de handigste, noch de meest economische manier. Ook in déze „schoonheids"cultus echter is er kitsch en kunde. Naar gelang de wetenschap over de fysiologie van de mens vordert, vindt men doeltreffender methoden om de gelaatshuid elastisch te houden. Er is alweer veel meer dan alleen maar de „maskers". Tot het nieuw ste behoort, zoals gezegd, de „peeling", het vernieuwen van de huid door het wegnemen van de bovenste laag. Daarin zijn alweer drie me thoden, een Zwitserse, een Weense en een Franse. Van de laatste tijd is ook het toedienen van vocht aan de huid. Wij hebben zo'n toestel van een paar duizend gulden, een „vapozon", in werking gezien. Sluier- fijne stoom vermengd met zuurstof en ozon brengt kracht en vitaliteit in de huid. Onderwijl mijmert men met gesloten ogen, dat de water val in het hooggebergte je een fijne nevel in het gelaat blaast. r Het grondig schoonschuren van de gezichtshuid. (Van onze medische medewerker) et veel genoegen en waardering hebben wy in de krant het artikel van Anne Biegel gelezen: „Wy eten te veel," naar aanleiding van een boek je van de directeur van de voedingsraad, de on langs tot professor in Wageningen (Landbouw hogeschool) benoemde dr. Den Hartog. Het is een onderwerp, dat ons na aan het hart ligt, omdat onze voedingsgewoon ten zoveel invloed hebben op onze ge zondheidstoestand in het heden, maar vooral ook voor komende jaren. Wy bouwen nu aan onze gezondheid in de toekomst. Daarom zyn dergelyke praatjes zo geschikt in onze medische kroniek. Als iemand eenmaal ziek is, zal als regel de dokter hulp moeten bieden. In onze tyd is de behandeling van de meeste ziekten dermate inge wikkeld geworden, dat het weinig zin heeft te pogen de leek meer dan de principes van enkele behandelings methoden te vertellen. De vroegere geneeskunde was weliswaar veel een voudiger, maar sorteerde dan ook minder effect. Halve dokters zyn echter gevaar lijk, daarom is het niet verstandig als de leek zich te veel bezig houdt met allerlei symptomen en verschynsel- tjes, omdat de interpretatie daarvan diepgaande en uitgebreide kennis no dig maakt, zonder welke een beoorde ling als regel volstrekt onmogelyk is. Een enkel veel voorkomend voor beeld: pyn rechts onder in de buik kan onder meer een symptoom zyn van blinde darmontsteking. Het aan tal mogelykheden is evenwel groot en er wordt veel kennis en vooral erva ring vereist om deze diagnose in moei- lyke gevallen met zekerheid te stel len. En dan nog moet de knapste chi rurg wel eens ervaren dat hy er naast was. Voor de leek is 't daarom veelbelang- ryker 'n aantal ziekten zo mogelyk bij zichzelf en anderen te voorkomen De mogelijkheden op het gebied van de zogenaamde preventieve genees kunde zyn groter dan u misschien denkt. Afgezien van een goede drink water-voorziening, riolering, vuil-af- voer, voedselcontrole en andere alge mene maatregelen, grotendeels door de Overheid uitgevoerd, zyn de zor gen en voorzorgen in de individuele sfeer van grote betekenis. Geestelyke en lichamelijke hygiëne is en blyft in de allereerste plaats een persoonlyke zaak. voor een gezond lichaam. De oude Romeinen wisten al: mens Sana in corpore sano een gezonde ziel in een gezond lichaam. En al hadden zy geen flauw idee hoe lichaam en ziel op elkaar inwerken, zij hadden het by het rechte eind. Verder is natuurlyk de directe zorg voor het lichaam van betekenis: goede voeding, lichaamsbeweging, vol doende rust en slaap, reinheid enz. Deze kunnen indirect ook weer een gunstige invloed hebben op het gees telijk welzyn: het effect van een ge zellige maaltyd ligt zeker niet alleen Leefwyze en gezondheid zyn byna vanzelfsprekend ten nauwste met elkaar verbonden. Dit gaat even wel niet altyd op. Iedereen kent, zo niet uit eigen ervaring dan toch wel uit de levens der heiligen, figuren met een zwakke gezondheid, die deson danks berden werk verzetten, gedre ven door plicht of ideaal. Ook zijn er mensen, die hun gezondheid op aller lei manieren geweld aandoen en by wie men toch lange tyd geen kwade gevolgen kan waarnemen. Maar dat zyn uitzonderingen, regel is dat beide elkaar wederkerig beïnvloeden. Een van te voren gezond individu zal zijn kostbare gezondheid het best conserveren door een „gezonde leef wyze". Een volledig antwoord op de vraag wat een gezonde leefwyze is kan de geleerdste medicus nog niet geven. Dit neemt niet weg dat er toch een groot aantal factoren, die by de ze ingewikkelde wisselwerking een rol spelen bekend zyn. Een goed ontwik kelde, evenwichtige persoonlykheid, vervulling van levensverwachtingen (werkkring, huwelyk)regelmatige ontspanning zyn van veel betekenis in het lichamelyke vlak. De ontspan nende werking van lichaamsbeweging en sport op de geest is voor niemand twijfelachtig. Aan een ideale verzor ging van het lichaam ontbreekt echter heel wat. De managerziekte, waar over wy het eerder hebben gehad, is au fond een voorbeeld van verwaar lozing van elementaire behoeften van lichaam en geest. Wat betreft goede voeding, om ten slotte nog even op ons uitgangspunt terug te keren, daaraan ontbreekt ook in ons land nog heel wat. Wy Neder landers eten wel veel maar geenszins goed, wy zoeken het meer in de kwan titeit dan in de kwaliteit, waarmede niet bedoeld wordt dat bijvoorbeeld tweede keus capucyners minder voe dingswaarde zou hebben dan eerste soort. Hier maakt kwaliteit niet veel verschil, maar wel in de soort voed sel. Aan eiwitrijk voedsel heeft het li chaam meer behoefte dan aan vet, aan capucyners meer dan aan spek! Het voorlichtingsbureau van de voe dingsraad zendt u graag boekjes en vouwbladen over deze zaken. Het kost u slechts enkele centen. St. \yvtt Sluierfijne stoom brengt u aan het mijmeren over het hooggebergte en E de fijne nevel van de waterval.... niUIUUIIIIUUIIUIUIUIUIUtlllllUUIUUIIIIUUIUUIUUIIUIUIUUIUUIIUIUIUIUIUIUUIUIIUIIIIIIUIUIIUUIUIUIIIIIIIIIIIIIIUI De eerste week van juli 1957 wordt het derde internationaal congres voor katholieke kerkmuziek gehouden en de Franse hoofdstad is uitgekozen om de organisatie op zich te nemen. In tien zittingen zullen besprekingen worden gehouden over de onlangs verschenen encycliek „Musicae sacrae disciplina," die als het pauselijk antwoord wordt beschouwd op de reeks van wensen die de H. Stoel bereikte na het vorige con gres te Wenen in 1954. Tijdens het congres worden er in verscheidene Paryse kerken grote litur gische plechtigheden gehouden in Wes terse en Oosterse ritus en talryke mu ziekuitvoeringen staan op het program ma. Onder meer zal medewerking wor den verleend door het Orchestre Na tional, de koren van de Franse Radio en Televisie en de bekende „Pueri Can- tores" van mgr. Maillet. Ook de orgel muziek is een ruime plaats toebedeeld. VAN 5 NOVEMBER—9 NOVEMBER A.K.U. v. Berkels Pat Van Gelder Z. Hoogovens Ned. Kabelf. Philips Unilever Wilt.-Fijenrd Kon. Petr. Holl.-Am. Lijn K.N.S.M. N. Scheepv. U. Van Ommeren A'dam Rubb. H.V.A. Ver.Deli Mijen 3-3',i%Ned. '47 3% Inv. crt. N. 3%Ned.1962-64 Omzetten (nominaal) Vorige week (def.) Aandelen f 6.939.061 Obligaties f 9.225.051. Deze week (voorl.) Aandelen f 8.728.562 Obligaties t 9.793.691. laagste hoogste laatste versch. koers koers koers t.o.v. 2 nov. 223% 237 235% 7 181% 190 188 2 189% 208 Va 204 10 300% 325 315 5 285% 305 300 6 250% 274% 268% 8% 385 -f 9% 361% 394 320 329% 329% 4% 778 817% 790 8% 186% 198 195% 2% 165 176 173% -1- 157 171 170% -f 2% 301 330 328 -f 8 70 77% 96% 75% 1 93%— 1 86% 97% 105 101% ti 89% 90% 89H— A 91A 91)1 91% 9011 91A 91 - 17/32

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 9