Kerstboodschap van Z.H. de Paus Ook in het leven der staten hebben de zedelijke kracht en zwakheid mens, de zonde en de genade slissend van de een be- N Pieter van der Meer de Walcheren priester gewijd r Inleiding Eerste gedeelte: j Tweede gedeelte: Familie en vrienden bij de plechtig heid in Oosterhout Laatste gedeelte MAANDAG 24 DECEMBER 1956 PAGINA 4 Waardigheid en be perkingen van de menselijke natuur De absolute waarheid; licht en leven van de mens Hongaren krijgen eigen tijdschrift filn- Sleepbootkapitein overboord geslagen MmÊ >hl: I I Ss*-S! Het onuitputtelijk geheim van het Kerstfeest staat wederom op het punt om verkondigd te worden aan de mensen der aarde, die nu meer dan ooit dorsten naar waarheid en ze kerheid. De geheimnisvolle schittering, die de heilige Nacht van de nederige kribbe van Maria's zoon uitstraalde, richt op de huidige mensheid door zo veel ontgoochelde verwachtingen bedro gen opnieuw de Goddelijke uitnodiging om in Gods geheim de klaarheid en in Zijn liefde het leven te zoeken. Mogen alle mensen de hemelse uitnodiging kun nen aanvaarden en tot elkander kunnen zeggen: „Laat ons naar Bethlehem gaan om te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons heeft bekend gemaakt". Het huidige geslacht zou evenals de an deren, die eraan vooraf zijn gegaan en waaraan noch de kwelling van het niet- kennen der waarheid, noch de angst voor verschrikkelijke gebeurtenissen ontbroken heeft, terugkeren van de kribbe van de Verlosser, God verheer lijkend en prijzend, want ook van dit huidige geslacht is Christus de enige Redder. Moge dit dan, dierbare zonen en dochters, de Kerstwens zijn welke Ons vaderhart, dat wel van droefheid vervuld, maar niet terneergeslagen is, tot u wenst uit te spreken. De mensen, die opnieuw zijn opgeschrikt en in de nacht naar een straaltje licht en hel derheid zoeken, dat hun geest, beang stigd door de diepe tegenstrijdigheden van deze eeuw, tot rust zou kunnen brengen, wijzen Wij op de Goddelijke kribbe van Bethlehem, vanwaar de voorspelling van de vaste hoop Ons nog als een echo in de oren klinkt: de kron kelpaden zullen recht, de oneffen wegen effen worden. Het lijdt geen twijfel, dat op de mensheid van de twintigste eeuw de last drukt van een flagrante tegen strijdigheid, die haar als het ware in haar hoogmoed treft. Van de ene kant is daar de vertrouwvolle verwachting van de moderne mens een wereld te kunnen scheppen, die overvloeit van produkten en van goederen, en van de andere kant leeft de bittere werkelijkheid van de jarenlange strijd en van de puinhopen met de daardoor gewekte en deze laatste maanden nog verergerde vrees, dat men er niet in zal slagen ook maar een bescheiden begin te maken van een duurzame har monie en herstel van vrede. Zal de moderne mens er in slagen om aller eerst in eigen binnenste de beangsti gende tegenstrijdigheid te overwinnen, waarvan hij de oorzaak en het slacht offer is? De christenen zijn overtuigd haar te kunnen overwinnen door onwan kelbaar te blijven staan op de bodem van de natuur en van het geloof. Hun werkelijkheidszin, die zich uit strekt over het ganse heelal en de er varingen van het verleden niet over het hoofd ziet, brengt hen tot de overtui ging, dat zij zich niet in ongunstiger omstandigheden bevinden dan hun voor ouders, die er eveneens met het geloof in geslaagd zijn de tegenstrijdigheden van hun tijd innerlijk te boven te ko men. Wij zijn er van overtuigd, dat in de huidige tegenstrijdigheid zelf het be wijs ligt van de diepe breuk tussen het leven en het christelijk geloof, en dat het voor alles nodig is om die kwaal te genezen. Eer afwijkend is daaren tegen de mening van niet weinig ande ren, die, verbitterd over de tegenstrijdig heid, maar weerspannig om aan het droombeeld van de menselijke almacht te verzaken, ook die waarden aan een herziening zouden willen onderwerpen, welke niet in hun macht liggen, en die aan de heerschappij van de menseHjke vrijheid ontsnappen, zoals de godsdienst en de natuurrechten. Vooral zijn zij van mening en leren zij, dat de fundamen tele tegenstrijdigheid van onze tijd door de mens zelf uit de weg geruimd kan worden zonder God en zonder gods dienst. En, zo voegen zij er aan toe, de mens moet volhardén in het begonnen werk om zijn macht over het bestaan uit te breiden zonder zich beperkingen op te leggen en zonder te letten op de godsdienst en het daaruit voortspruiten de begrip omtrent mens en wereld, met andere woorden, zij wijzen de uitnodi ging van de hemel af om zich naar Bethlehem te begeven, de enige plaats, waar de mens kan leren wat er ge beurd is en wat de Heer ons heeft be kend gemaakt, namelijk onze algehele en objectieve werkelijkheid. Maar de moderne mens van de tweede techni sche omwenteling kan de roep van God niet van de hand wijzen zonder de para dox en al haar gevolgen te verscherpen; de uitnodiging tot de waarheid en de belofte van de vrede op aarde, geldt ook voor hen. De eerste stap om de hedendaagse tegenstrijdigheid innerlijk te over winnen vangt aan met de kennis en de aanvaarding van de menselijke realiteit in heel haar omvang. Op de weg der verovering van deze waarheid beweegt de gelovige zich sneller, om dat het geloof hem de baan effen maakt door de vooroordelen en de hinderpa len uit de weg te ruimen, zoals bijvoor beeld bet wantrouwen van de twijfe laars en de kortstondige verademing van de rationalist, die iedere vooruit gang naar het licht belemmeren. Met de geest vrij en open voor elke mogelijke grootheid, hoeft de christen zich slechts neer te buigen voor de kribbe van Beth lehem om de waarheid omtrent de men selijke natuur te kennen, die als een zichtbare synthese is samengevat in de pasgeboren Zoon van God. Waarlijk, voor de kribbe van de Verlosser leert de gelovige mens de oorspronkelijke goedheid kennen en ook zijn kracht, be giftigd met de niet verschuldigde gena de in het geluk van een paradijs. Daar denkt hij echter ook na over zijn zwak heid, die zich voor het eerst heeft ont huld in de zonde der stamouders en daarna de droevige erfenis is geworden, die hem nu met de onophoudelijke vloek van nieuwe schulden heeft begeleid bij heel zijn verdere gang over een hem bijna vijandig geworden aarde. Weet diegene, die de pasgeboren Zoon van God aanbidt ook, dat de erfschuld en haar gevolgen de mens weliswaar niet van zijn macht over de aarde, doch wel van de zekerheid bij de uitoefening daar. van hebben beroofd? En hij weet boven dien, dat hij moeizaam vorderend zich zou moeten voortslepen om zijn weg te midden van een mengeling van ver trouwen en angst, van rijkdom en el lende, van opgang en neergang, van leven en dood, van veiligheid en onze kerheid, tot aan de laatste beslissing aan de poorten der Eeuwigheid. Bij de kribbe van de pasgeboren Zoon van God ontdekt de gelovige mens niet al leen zijn verleden en de tegenwoordige gesteltenis van zijn natuur, maar ook zijn nieuwe bestemming, een werk van oneindige liefde en tevens de wijze, waarop hij de verloren gegane verhef fing weer terug kan winnen. Hij weet immers, dat in die kribbe de menselijke en goddelijke Red der ligt, zijn Verlosser, onder de mensen gekomen om de dodelijke won den die door de zonde aan zijn ziel zijn toegebracht te genezen, om de waardig heid van het goddelijk Kindschap te her stellen. Een christen, geplaatst in om standigheden, Welke vaak anderen ple gen te brengen tot opstandigheid tegen het leven zelf, zal van God niets vra gen of verlangen, dat hij niet onderge schikt maakt aan de absolute wijsheid en goedheid van de Goddelijke Wil. En terwijl hij het redelijk en rechtvaardig acht, dat God niet verplicht is de beste van alle werelden te scheppen, put hij troost uit de gedachte, dat dezelfde God als liefdevolle Vader de maat van de genade en van de andere hulpmiddelen voor de mensen zich slechts laat voor schrijven door de oneindige Heiligheid en de Rechtvaardigheid van Zijn Altijd- goedertieren Wil, die er op gericht is, dat alle mensen in vrijheid hun eeuwig doel kunnen bereiken. Hoe dan zal de christen zich moeten gedragen tegen over de smartelijke tegenstrijdigheid, waaronder de moderne wereld gedrukt gaat? Hoewel hij in het gelukkig bezit is in zijn eigen binnenste alle elemen ten te kunnen beheersen, zal hij zich toch toch niet kunnen of mogen onttrek ken aan de plicht er toe bij te dragen dat zij ook uitwendig wordt opgelost. Om zich in verlichte liefde van deze plicht te kwijten, is het gewenst, dat de chris ten op een aanschouwelijker wijze de alles behalve waarheidsgetrouwe opvat ting van de moderne mens over de zon de kent. Zij, die in hun wereldbeschou wingen het begrip van de erfzonde en van de persoonlijke zonden met hun ge volgen niet dulden, kunnen toch feitelijk ook weer niet over het hoofd zien, dat de mens in zedelijk opzicht geneigd is tot vallen. Zij schrijven de bedorven neigingen uitsluitend toe aan ziekelijkheid, aan functionele zwakheid, die in zich te genezen zijn. Het zal daar om nodig zijn, zo voegen zij er aan eenvoudige natuurneigingen, waarvan de geneeskunde en de psychologie hen zouden genezen. Een nog bredere toepassing vindt hetvalse realisme in de heden daagse democratische struc- tuur.Haar ontoereikendheid zal afhan gen van eenvoudige gebreken der staats instellingen, die zouden te wijten zijn aan de nog gebrekkige kennis van de natuurlijke processen en van het gehele complex der functies van het maat schappelijk mechanisme. Nu hangen ook de staat en de staatsvorm af van het edele karakter der burgers, vooral heden, nu de moderne staat in het hoge bewustzijn van de technische en de or ganisatorische mogelijkheden er helaas steeds meer toe geneigd is een door openbare instellingen aan de enkeling het persoonlijk denken en de verant woordelijkheid voor zijn leven te ontne men. Een aldus ingerichte moderne de mocratie zal daarom overal moeten fa len, waar zij zich niet meer richt of niet meer richten kan tot de zedelijke verantwoordelijkheid der burgers afzon derlijk. Maar zelfs wanneer zij het zou willen, zou zij niet meer in staat zijn dit met een positief resultaat te doen, want zij zou nergens een echo vinden, waar de zin voor het ware wezen van de mens het bewustzijn van de waardig heid der menselijke natuur en haar grenzen niet meer leven in het volk. Men tracht dit te herstellen door gro te hervormingen van staatsinstellingen te ondernemen, die echter niet zelden al te wijds van omvang of op valse grondslagen gebouwd zijn. Doch de her vorming der instellingen is niet zo drin gend noodzakelijk als die der zeden. Deze kan op haar beurt alleen door gevoerd worden op de grondslag van het ware wezen van de mens, dat men leert begrijpen bij de kribbe van Beth lehem in godsdienstige ootmoed. Ook in het leven der Staten hebben de zede lijke kracht en zwakheid van de mens, de zonde en de genade een beslissend aandeel. De staatkunde van de twin tigste eeuw kan niet dulden, dat men ten Wij er op wijzen, waar het gevaar schuilt, welke de intrigues van zijn vij anden zijn, en wat hen als zijn vijan den kenbaar maakt. Op dezelfde wijze heeft ook de Pas geboren Zoon van God, de onein dige Goedheid zelf, niet geaar zeld scherpe scheidingslijnen te trek ken en omwille van de waarheid de dood moedig onder de ogen te zien. Wij zijn er van overtuigd, dat ook heden tegenover een vijand, die vastbesloten is om alle volkeren hoe dan ook een bijzondere en ondraaglijke levenswijze op te dringen, alleen de eensgezinde en krachtige houding van allen die de waarheid en het goede liefhebben, de vrede kan en zal redden. Het zou een noodlottige dwaling zijn, datgene te herhalen, wat in gelijke omstandighe den gebeurd is in de jaren, die de tweede wereldoorlog zijn voorafgegaan, toen elk der bedreigde naties en niet alleen de kleinste zichzelf ten koste van de anderen zocht te redden door zich van hen te bedienen als van een schild en door zelfs nog te trachten uit de nood der anderen zeer bedenkelijke econo mische en politieke voordelen te halen. Het einde was, dat allen tezameg door het oorlogsgeweld onder de voet zijn ge lopen. Een concrete eis van dit uur, een der middelen om voor de ganse wereld vrede te verzekeren, een vrucht baar erfgoed voor het welzijn, een kracht die ook de volkeren van Azië en Afrika en het Midden-Oosten en Palesti na en de Heilige Plaatsen omvat, is der halve de hechte vestiging der solidari teit van Europa. Deze wordt evenwel niet hechter, zolang niet alle verbonden volkeren begrijpen, dat de politieke en economische nederlagen van de een op de lange duur in geen enkel deel der wereld tot ware winst voor de ander kunnen leiden. Zij wordt ook niet hech ter, wat de vorming der openbare me ning betreft, indien in het uur van het gemeenschappelijk gevaar de kritiek op de daden van de een zelfs, wanneer deze kritiek in zich gerechtvaardigd is, door de anderen vanuit zulk een eenzu- toe, de dag af te wachten, waarop uit de volkomen kennis van het inwendige mechanisme van de mens, die genees kunst zal groeien, die in staat is de ziekelijke, zedelijke gesteltenissen ge zond te, maken. Evenals de moderne macht óver de uitwendige natuur elke technische constructie mogelijk maakt, zo is er ook geen reden om aan het zelfde succes door de regeling der zede lijke wereld van de mens te twijfelen. Waarom zou immers, zo vragen zij zich af, alleen de mens de enige con structie lijken, die hopeloos valt en niet tot zijn laatste bestanddelen herleidbaar is? Van een dergelijke vervalsing der werkelijkheid oogst men reeds heden betreurenswaardige gevolgen. De alge meen betreurde wekelijke opvoeding, de buitensporige toegevendheid tegen over de misdaad, het zwijgen over schuld en de afkeer van het begrip van straf, zelfs van rechtvaardige straf, zijn de onmiddellijke gevolgen van de opvattingen over de mens, waar in alles op zich goed is en alle tekortkomingen, zo beweert men, hier uit voortkomen, dat men de mens niet juist weet aan te passeen aan het rader werk der functies, waarin hij met de hem omringende wereld onderworpen is. Hetzelfde schema passen de genoem de aanhangers van deze opvatting ook toe op de vraagstukken van het maat schappelijk leven. Bij de beangstigende problemen der moderne democratie moet men volgens hun mening,niet het geweten en het zedelijk bewustzijn van de mens in het geding brengen, maar hun tijdelijk constructief onvermogen. Dit onvermogen is op zijn beurt weer het gevolg van de onwetendheid en van de weigering om de goedheid van de mens ernstig in aanmerking te nemen. En zij herhalen, zoals op de meest uit gebreide kennis van de wetten en de functies der natuur buiten ons de stout ste prestaties zijn gevolgd op het ge bied der techniek, zo zal ook op het terrein van de sociale structuur een vermeerdende kennis der wetten, die haar mechanisme regelen, voldoende zijn om tot het begin van een volmaakte maatschappij te geraken. Maar zijn werkelijk de verwachtingen te rechtvaardigen, welke gegrond zijn op een opvatting, die wel voorgeeft in overeenstemming te zijn met de feiten, maar die bewijst de ware natuur van de mens niet te kennen? Is het werkelijk waar, dat hun zoge naamde neigingen tot het kwaad, niet meer zijn aan voor verbetering vatbare afwijkingen van hun normale weg? Niets anders dan gebreken van een machine of van een toestel, dat door een verder gevorderde technische ken nis kunnen worden weggewerkt? De mens is boven alles een geestelijk we zen, een persoon, een drager van vrij handelen en niet-handelen, en niet slechts een knooppunt in het verloop van die natuurlijke processen. Daarin ligt zijn waardigheid, maar ook zijn be perking. Daarom is hij in staat om goed, maar ook om kwaad te doen, in staat om alle mogelijkheden en elke positieve aanleg van zijn wezen te ver werkelijken, ook echter om ze in gevaar te brengen. Er is geen ander middel om de be angstigende tegenstrijdigheid in deze we reld te overwinnen dan door terug te keren naar het ware realisme, het christelijk realisme. Dit omvat met de zelfde zekerheid de waardigheid van de mens, maar ook zijn grenzen, de be kwaamheid om zichzelf te overwinnen, maar ook het feit der zonde. Niet al dus dat valse realisme. Het is duidelijk, dat dit de particuliere en openbare zede lijkheid in haar wortel ondermijnt, aan gezien het aan de begrippen en verant woordelijkheid een gehele positieve waarde ontneemt en het begrip van de vrije wil verzwakt. Even schadelijk zijn de gevolgen op het gebied van de op voeding, zoals men nu reeds kan vast stellen daar waar deze de min of meer verhulde invloed van het valse realisme ondergaat: scholen, die zich of in het geheel geen of slechts een zeer onder geschikt paedagogisch doel voor ogen stellen, ouders voor wie het moreel on mogelijk gemaakt is door woord en voorbeeld hun kinderen goed op te voe den. Dit alles is nog méér de oorzaak van het algemeen betreurde faien in de opvoeding dan de fouten en de gebreken van de kinderen zelf. die ook niet over het hoofd mogen worden gezien. Evenals de ontwikkelde mens, zo moesten ook de opvoeders en de kin deren in de voorbereiding op het leven wederom de werkelijkheid van de zonde en van de genade belijden en niet het oor lenen aan woorden over loutere en in naam van een door de tijden niet gerechtvaardigd laïcisme volhardt in de dwaling de staat van de godsdienst te willen scheiden. De vrijheid en de persoonlijke ver antwoordelijkheid, de gemeen schapszin en de sociale orde, de welbegrepen vooruitgang zijn menselij ke waarden, omdat de mens ze verwe zenlijkt en er voordeel bij heeft, maar ook godsdienstige en goddelijke waar den, wanneer men hun oorsprong be schouwt. Nu heeft men in de moderne tijd ook in het Westen in naam van het laïcisme, van de ijdele zelfgenoegzaam heid van de mens, de inwendige grond slag van deze waarden willen vernieti gen en door de maatschappij doen ver onachtzamen. Zo is men nu in de eigen aardige toestand geraakt, dat niet wei nige mensen in het openbare leven, zelf zonder levendig godsdienstig gevoel, die fundamentele waarden willen en moeten verdedigen, welke toch slechts in God en in de godsdienst hun steunpunt heb ben. De zogenaamde realisten beschul digen er zelfs de godsdienst van, dat hij een tegenstelling die alleen op poli tiek en economisch terrein zou liggen, verandert in een godsdienststrijd. Wij van onze kant hebben als Hoofd van de Kerk zowel nu als bij vorige gelegen heden vermeden de christenheid op te roepen tot een kruistocht. Wij mogen er echter wel volledig begrip voor vra gen, dat de mensen daar waar de gods dienst een levend erfdeel der voor ouders is, de hun door de vijanden onrechtvaardig opgedrongen strijd als een kruistocht opvatten. Maar wat Wij ten aanzien van de poging om enige schadelijke tendenzen als ongevaarlijk voor te stellen, voor allen verklaren, is, dat het gaat over vraagstukken, die de absolute waarden van de mens en de gemeenschap betreffen. Met diepe spijt moeten wij in dit opzicht de steun betreuren, die ook de katholieken verlenen aan de tactiek van het nevelgordijn om een resultaat te verkrijgen, dat zij zelf niet hebben bedoeld. Hoe kan men zich nog sluiten voor het inzicht, dat dit het doel is van die gehele onoprechte beweging, die doorgaat onder de naam van ge sprekken, en ontmoetingen. Waartoe overigens beraadslagen zonder een ge meenschappelijk woordgebruik? Of hoe is het mogelijk elkaar te ontmoeten als de wegen uiteenlopen, dat wil zeggen, als een der partijen hardnekkig de ge meenschappelijke absolute waarden verwerpt en ontkent, en daarmede iede re coëxistentie in de waarheid onmo gelijk maakt? Reeds uit eerbied voor de christelijke naam moet men ophou den met zich voor dergelijke intrigues te lenen, want volgens de waarschu wing van de apostelen is het niet met elkaar te verenigen aan te zitten aan de tafel van God en aan die van zijn vijanden. En wanneer er ondanks de droevige getuigenis van tien jaren wreedheid nog twijfelende geesten mochten zijn, dan moeten het pas ver goten bloed en de vele door een gemar teld volk ten offer gebrachte levens hen toch eindelijk overtuigen. Het is echter nodig, zo merkt men op, de brug gen niet af te breken, maar veeleer de wederzijdse betrekkingen aan te hou den. Maar daarvoor volstaat volkomen dat wat verantwoordelijke mannen van de staat en in de politiek menen te moe ten doen in contacten en betrekkingen met het oog op de vrede der mensheid en niet voor particuliere belangen. Vol doende is wat het bevoegde kerkelijk ge zag meent te moeten ondernemen om te bereiken, dat de rechten en de vrij heid der Kerk worden erkend. Wanneer de droeve werkelijkheid ons dwingt met duidelijke taal de stand van de strijd vast, te stellen, kan niemand ons op eerlijke wijze het verwijt toevoegen als zouden Wij de verstarring van de tegen over elkaar staande fronten begunsti gen. En nog minder, dat WU ons op enigerlei wijze zouden hebben verwij derd van de Vredeszending, die uit On ze Apostolische taak voortvloeit. Zou den Wij wijken, dan zouden W' eerder Gods oordeel moeten vrezen. Wij blij ven vast verbonden met de zaak van de vrede Jn God alleen weet hoezeer wij verlangen Hem met de engelen van het Kerstfeest volledig en vreugdevol te verkondigen. Maar juist om Hem van de huidige bedreigingen te redden moe dige gezichtshoek wordt geuit, dat men kan gaan twijfelen of er nog wel enige band van saamhorigheid bestaat. Nooit zal men een goede politiek kunnen be oefenen alleen met het gemoed. Nog minder de juiste politiek van vandaag met de stemmingen van gisteren en eergisteren. Onder een zodanige invloed zou het onmogelijk zijn juist te oordelen over vele belangrijke vragen zoals de militaire dienst, de wapenen en de oorlog. De huidige toestand, die zijn gelijke niet heeft in het verleden zal nu toch aan allen duidelijk moeten zijn. Er is nu geen twijfel meer moge lijk aangaande de bedoelingen en de meth Jen, die achter de pantserwagens staan, wanneer deze donderend en moordend binnen vallen over de gren zen om beschaafde volkeren tot een door hen uitdrukkelijk verafschuwde vorm van leven te dwingen. Wanneer men bij wijze van spreken de halteplaatsen van mogelijke onder handelingen en bemiddelingen in brand steekt en dreigt met het gebruik van atoomwapens om concrete eisen door te drijven onverschillig of deze gerecht vaardigd zijn of niet. Het is duidelijk, dat zich in de tegen woordige omstandigheden in een volk het geval kan voordoen, waarin nadat alle pogingen om een oorlog af te wen den hebben gefaald, een oorlog niet als ongeoorloofd zou kunnen worden be schouwd om zich krachtdadig en met de hoop op een gunstige afloop tegen on rechtvaardige aanvallen te verdedigen. Indien bijgevolg een met vrije verkie zingen gekozen volksvertegenwoordiging en regering in uiterste nood met wet tige middelen van binnen- en buiten landse politiek, voorzieningen treffen voor de vrede en de volgens hun oordeel noodzakelijke maatregelen uitvoeren, dan is ook hun handelwijze niet immoreel. Een katholiek burger kan zich dan dus niet op eigen gewe ten beroepen of weigeren diensten te bewijzen en die plichten te vervullen, welke door de wet zijn vastgelegd. Hierin voelen wij ons geheel in over eenstemming met onze voorgan gers Paus Leo XIII en Benedictus XV. Er zijn dus gevallen en ogenblik ken in het leven der volkeren, waarin alleen het teruggrijpen op hogere begin selen duidelijk de grenzen kan vaststel len tussen het recht en het onrecht, tus sen het geoorloofde en het onzedelijke, en de gewetens tegenover belangrijke beslissingen gerust kan stellen. Het is daarom troostvol, dat de mensen in tal van landen bij de hedendaagse discus sie spreken over het geweten en zijn eisen. Zij bewijzen niet te hebben ver geten, dat het maatschappelijke leven in zover van de chaos wordt gered als het zich door absolute richtlijnen en een absoluut doel laat leiden. Daarmede veroordelen zij indirect degenen, die de problemen van de menselijke samenle ving menen te kunnen oplossen op de basis van goede uitwendige vormen en vanuit een practisch gezichtspunt, dat beoogt te handelen naar gelang het be- belang, of de macht het in de afzon derlijke gevallen als raadzaam voor stelt. Ofschoon het program, dat aan de Verenigde Naties ten grondslag ligt, zich de verwezenlijking van de ab solute waarden in de samenleving der volkeren ten doel stelt, heeft het jong ste verleden toch aangetoond, dat het valse realisme er in slaagt bij niet wei nigen van haar leden de overhand te krijgen wanneer het er om gaat de eerbied voor diezelfde openlijk met voe ten getreden waarden der menselijke maatschappij te herstellen. De eenzijdi ge blik, die in de verschillende omstan digheden slechts volgens het belang en de macht wil handelen, heeft tenslotte ertoe geleid, dat de gevallen van be schuldiging de vrede te hebben ver stoord, zeer verschillend worden behan deld en dat aldus het verschillend ge wicht, dat aan deze gevallen afzonder lijk genomen in het licht der absolute waarde toekomt, ontaardt en volledig wordt omgekeerd. iemand verwacht of verlangt het onmogelijke, ook niet van de Ver enigde Naties. Maar men zou toch hebben mogen verwachten, dat zün gewicht in de schaal was gelegd, althans door middel van waarnemers op die plaatsen, waar de wezenlijke waarden van de mens in uiterst gevaar verkeren. Hoezeer het ook erkenning verdient, dat de vergadering der Ver enigde Naties ernstige schendingen van de rechten der mensen en van gehele volkeren veroordeelt, men zou toch kunnen verlangen, dat in soortgelijke gevallen aan Staten, die zelfs de toe lating van waarnemers van de hand wijzen en aldus bewijzen van de soeve- Op verzoek van pater Radanyi, ziel zorger van de Hongaren in Nederland, heeft het Nederlands R.-K. Huisves tingscomité 1000 abonnementen geno men op een in Canada in het Hongaars verschijnend tijdschrift. Deze zullen maandelijks aan de Hongaren worden toegezonden. In de komende week zal het Huisvestingscomité ook 3000 Hon gaarse kerkboekjes verspreiden, ter wijl een catechismus in de Hongaarse taal in bewerking is. reiniteit van de Staat een opvatting te hebben, die de grondslag zelf van de vergadering der Verenigde Naties on dermijnt, dat aan zulke Staten de uit oefening van hun rechten als leden van dezelfde organisatie niet geoorloofd zou zijn. Deze moest ook het recht en de macht bezitten om iedere militaire in menging van de ene Staat in de ande re, onder welk voorwendsel men deze ook zou willen voornemen, te verhin deren, en eveneens om met voldoende politiemacht de bescherming van de orde in de bedreigde Staat op zich te nemen. Wanneer Wij op deze gebreken wij zen, dan doen Wij dit alleen om dat Wij het gezag van de ver gadering der Verenigde Naties met nieuwe kracht versterkt wensen te zien, vooral voor het doorvoeren van de al gemene ontwapening, die Ons zozeer ter harte gaat. Alleen in het raam van een instelling als die van de Verenigde Na ties zal immers een overeenkomst kun nen worden gesloten omtrent de ver plichting der afzonderlijke Staten om hun bewapening te beperken en met name om van de produktie en het ge- uruik van bepaalde wapenen af te zien en zal aan deze verplichting het karak ter van strenge plicht op de grondslag van het volkenrecht kunnen worden ge geven. Zo zijn eveneens tegenwoordig alleen de Verenigde Naties in staat de eis te stellen dat men deze verplichting nakomt door een doeltreffend toezicht op de bewapening der afzonderlijke Staten op zich te nemen zonder er ook maar één uitzondering op te maken. Door dit toezicht uit te oefenen door middel van waarnemingen vanuit de lucht, vermijdt men van de ene kant de bezwaren, waartoe de aanwezigheid van buitenlandse commissies aanlei ding zou kunnen geven, en verkrijgt men van de andere kant betrekkelijk gemakkelijk de zekerheid dat men zich doeltreffend kan vergewissen van de produktie en het oorlogspotentieel. Het grenst waarlijk aan het wonder baarlijke, wat de techniek op dit gebied heeft weten te bereiken. Doordat men feitelijk over toestellen beschikt met voldoende lensopening en lichtsterkte, io het nu mogelijk vanaf een hoogte van verscheidene kilometers en met voldoende overvloed van details foto grafische opnamen te maken van voor werpen, die zich op het oppervlak der aarde bevinden. De wetenschappelijke vooruitgang, de moderne mechanische en fotografische techniek zijn er in ge slaagd opnametoestellen te vervaardi gen, die in alle opzichten een bijzonde re volmaaktheid hebben bereikt. Le filmstroken zijn tot een zo hoge D" V vwv graad van gevoeligheid en fit heid van korrel opgevoerd, dat vergrotingen in meerdere honderdvou den mogelijk zijn. Wanneer zulke toe stellen worden gemonteerd op vliegtui gen, wier snelheid bijna die van het geluid benadert, kunnen zij automatisch duizenden opnamen maken, zodat in betrekkelijke korte tijd honderdduizen den vierkante kilometers worden ver kend. De proefnemingen op dit gebied hebben tot resultaten van uitzonderlijk belang geleid. Zij maken het mogelijk bouwwerken, machines, afzonderlijke personen en voorwerpen te doen uitko men, die zich op de grond en ook, al thans op indirecte wijze, onder de grond bevinden. Het geheel der verrichte on derzoekingen heeft aangetoond, dat het zeer moeilijk Is een beweging van troe pen of pantsereenheden, uitgestrekte opslagplaatsen van wapenen voor oor logsdoeleinden en belangrijke industrie complexen te verbergen. Wanneer de verkenning een duurzaam en systema tisch karakter zou kunnen hebben, zou men zeer nauwkeurig bijzonderheden aan het licht kunnen brengen en zo doende een hechte waarborg tegen eventuele verrassingen kunnen bieden. Het toezicht aanvaarden, dat is het be langrijkste punt dat overwonnen moet worden, waar iedere natie haar oprech te vredeswil zal moeten bewijzen. De De 33-jarige sleepbootkapitein B. Zwiep uit Urk van de sleepboot ,,,Em- meloord" is op het IJsselmeer bij Lely stad door onverklaarbare oorzaak over boord geslagen. Er zijn vele pogingen in het werk gesteld hem te vinden, maar de drenkeling is nog niet gevon den. Hij was gehuwd en vader van een kind. vredeswil als hoogste prijs van de vrije mens, onschatbare rijkdom van het te genwoordige leven, is de vrucht van de krachtsinspanning der mensen, maar ook een kostbare gave van God. De christen weet dit, want hij heeft het ge leerd bij de kribbe van de pasgeboren Zoon van God. Op de hoogste absolute waarden van Zijn waarheid en geboden is iedere orde gegrondvest. Door die vruchtbaar gemaakt in het werken voor vooruitgang en beschaving. Men moge Ons tenslotte een laat ste woord van opwekking toe staan. Wij putten een innige troost uit de gedachte aan de ontroerde en edelmoedige houding jegens het verdrukte Hongaarse volk van de zijde van al Onze geliefde zonen, van hulpor ganisaties en gehele volkeren en ook van de rechtschapen pers. Wij zijn er bovendien van overtuigd, dat alle weldenkende harten niet zul len ophouden te bidden en offers te brengen om de droevige toestand van dit gemartelde volk te verlichten. Er zijn er reeds velen op aarde, die in de omwentelende gebeurtenissen der laat ste tientallen jaren persoonlijk hebben ondervonden wat ellende betekent. Hoe zouden zij onverschillig kunnen blijven tegenover de nood van anderen. En hoe zouden degenen, die nog een rustig le ven kunnen leiden, ongevoelig kunnen blijven voor de armoede van hun medemensen. Tezamen met uw mild dadigheid mogen over de ongelukkigen bovenal het licht en het leven van het Kerstgeheim overvloedig neerstromen. Het een en ander wordt geschonken in Christus en deze genade, deze vrede, dit vertrouwen op God, die alle gerech tigheid zal herstellen en elk offer zal belonen, zal hun door geen enkele men selijke macht kunnen worden ontnomen. En moge nu over allen, die Ons ho ren, en op bijzondere wijze over de lij denden, over de geringen, over de ar men, over hen die vervolging lijden om wille van de gerechtigheid, als onder pand van de hemelse genade Onze Apostolische Zegen nederdalen. Hierna gaf de H. Vader Zijn Aposto lische Zegen. Voor de Amerikaanse senaatscommissie voor internationale veiligheid te Wash ington verschijnen vele in Amerika op genomen Hongaarse vluchtelingen om over de toestanden in Hongarije en hun ervaringen verklaringen af te leggen. Op de foto ziet men een jonge gemaskerde Hongaar die onder de schuilnaam „Max Josef" verklaart dat hij gelooft dat de Hongaren naar Rusland worden gede porteerd en hoe hij zelf is gevlucht uit een transporttrein waarin hij was opge sloten. Pieter van der Meer de Walcheren, die zijn leven lang anderen Gods goed heid en schoonheid heeft verkondigd, heeft zaterdag in Oosterhout het schoon ste van O. L. Heer terug ontvangen, dat hij zich als bekroning van zijn leven kon wensen. Op dezelfde dag, waarop in 1928 zijn vroeg gestorven zoon Pieter- ke, zoals hij in „Mensen en God" heeft beschreven, priester was gewijd, heeft nu ook vader Pieter op 76-jarige leef tijd de priesterwijding ontvangen. In het bijzijn van alle paters en zusters, waar onder ook zijn dochter mère Christine, die in Oosterhout volgens de regel van St. Benedictus leven, werden hem door de bisschop van Breda, mgr. Jos Bae- ten, en alle aanwezige priesters in een ontroerende plechtigheid de handen op gelegd. Met de paters zongen de zusters om beurten het Gregoriaans. In een van de profetiën van Isaias kwam de voor deze bekeerling, vader en priester wel zeer toepasselijke tekst voor: „Ik zal u verborgen schatten en geheime kost baarheden geven." De bisschop zalfde hem de handen, bekleedde hem met de priesterlijke ge waden en bad onder een laatste hand oplegging: „Ontvang de H. Geest. Wier zonden gij zult vergeven, die zijn zij vergeven Stralend van vreugde en als verjongd vergeleken bij het portret dat w{j za terdag van hem publiceerden, ontving de pas gewijde priester, gekleed in de lange witte albe, aanstonds na de plech tigheid.zijn vrienden om hen zijn eerste priesterzegen te geven en hen allen te omhelzen. Er waren petekinderen van hem bij, onder wie de dochter van Léon Bloy uit Parijs, kunstenaars en schrijvers uit Frankrijk, België en Ne derland, onder wie ook vele priesters. De kardinaal van Mechelen had als af gezant mgr. L. Eyck met een schrifte lijke gelukwens naar Oosterhout gezon den. Twee abten waren aanwezig en de gouverneur van Belgisch Limburg, de heer Roppe, die tijdens het diner naast de beide abten van Slangenburg, dom Tholens en van Oosterhout, dom Mahler een plaats kreeg aan het hoofd van de lange tafel. Op 13 januari zal Pater Matthias van der Meer zijn eerste plechtige H. Mis opdragen in de kerk der St. Paulusab- Pater Matthias had ervoor gezorgd, dat zijn neefjes en een nichtje uit Wasse naar tijdens de plechtigheid de mooiste plaatsen kregen. Zij zaten helemaal vooraan op de communiebank terzijde van het priesterkoor en zagen precies hoe heeroom Pieter voor de bisschop knielde en tegelijk met hem het mis offer opdroeg. Een van hen heeft hem zondag in de abdij zijn eerste stille Mis mogen dienen. De steeds jeugdige Pieter van der Meer de Walcheren werkt nog dagelijks veel correspondentie af, ontvangt veel mensen, die hem om raad vragen, schrijft uren aan zijn dagboek dat nog voltooid zal worden en toonde de be zoekers op zijn priesterfeest alweer een nieuwe uitgave, die zo juist van de pers is gekomen. Het was een boek over de Kruisweg, dat door zijn dochter, mère Christine, geïllustreerd is met reproduc ties van kruiswegstaties, die zij in. het klooster heeft gemaakt. In de gasten kamer van het klooster der zusters kon den de bezoekers in vader en dochter het meest sprekende bewijs zien, dat het monnikenleven niets te maken heeft met passiviteit of saaie levenloosheid. De Van der Meers, die een waarlijk avontuurlijk leven hebben gehad, voe len zich volkomen gelukkig in het kloos ter, waarvan zij ook de strengheid en de Benedictijnse regel als de meest na tuurlijke zaak aanvaarden. Pater van der Meer presteert het om iedere nacht met de jongste monniken het koorgebed te bidden. Hij kon het ook op deze plechtige dag niet nalaten om ondeugende grap. jes te maken. Toen een Francaise hem vroeg, waar nu wel de medailles wa ren, de prentjes en de gewijde rozen kransen, was zijn antwoord: „Je suis Dien un vieux curé maintenant, mais il faut m'excuser: je ne connais pas encore les trucs". Iemand, die met v.®e' bezorgdheid informeerde naar zün onwel zijn in de week voor de priesterwijding de paters hadden hem extra rust gegeven en begrepen wel, dat de emotie hem sterk aan greep kreeg ten antwoord: „Ik heb zoveel aspirines geslikt om fit te blij ven, dat ik daarvan ziek ben gewor den". De paters Benedictijnen bewaren in hun archief een merkwaardig document. Het bevat de goedkeuring voor deze priesterwüding van Rome. Er werd dis pensatie voor gegeven vanwege de ho ge leeftijd van deze monnik, die de subdiaken- en diakenwijding nog pas zeer kort geleden heeft ontvangen. In het verzoekschrift komt de volgende merkwaardige passage voor: at- tentis quoque anterioribus ab eo in sae- culo peractis philosophicis ac religiosis studiis". (rekening houdende ook met de studies die hij reeds In de wereld van wijsbegeerte en godsdienst heeft ge maakt.) „Wie zou deze man nog exa mens in filosofie en theologie willen af nemen", zei lachend een van de mon niken, toen wij informeerden hoe men dat zo precies voor elkaar heeft gekre gen. fo

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 4