Kerstboodschap van Z.H. de Paus
Ook in het leven der staten hebben de
zedelijke kracht en zwakheid
mens, de zonde en de genade
slissend
van de
een be-
N
Pieter van der Meer de
Walcheren priester gewijd
r
Inleiding
Eerste gedeelte:
j
Tweede gedeelte:
Familie en vrienden bij de plechtig
heid in Oosterhout
Laatste gedeelte
MAANDAG 24 DECEMBER 1956
PAGINA 4
Waardigheid en be
perkingen van de
menselijke natuur
De absolute waarheid;
licht en leven van
de mens
Hongaren krijgen
eigen tijdschrift
filn-
Sleepbootkapitein
overboord geslagen
MmÊ
>hl:
I
I Ss*-S!
Het onuitputtelijk geheim van het
Kerstfeest staat wederom op het
punt om verkondigd te worden
aan de mensen der aarde, die nu meer
dan ooit dorsten naar waarheid en ze
kerheid. De geheimnisvolle schittering,
die de heilige Nacht van de nederige
kribbe van Maria's zoon uitstraalde,
richt op de huidige mensheid door zo
veel ontgoochelde verwachtingen bedro
gen opnieuw de Goddelijke uitnodiging
om in Gods geheim de klaarheid en in
Zijn liefde het leven te zoeken. Mogen
alle mensen de hemelse uitnodiging kun
nen aanvaarden en tot elkander kunnen
zeggen: „Laat ons naar Bethlehem gaan
om te zien wat er gebeurd is en wat
de Heer ons heeft bekend gemaakt".
Het huidige geslacht zou evenals de an
deren, die eraan vooraf zijn gegaan en
waaraan noch de kwelling van het niet-
kennen der waarheid, noch de angst
voor verschrikkelijke gebeurtenissen
ontbroken heeft, terugkeren van de
kribbe van de Verlosser, God verheer
lijkend en prijzend, want ook van dit
huidige geslacht is Christus de enige
Redder. Moge dit dan, dierbare zonen
en dochters, de Kerstwens zijn welke
Ons vaderhart, dat wel van droefheid
vervuld, maar niet terneergeslagen is,
tot u wenst uit te spreken. De mensen,
die opnieuw zijn opgeschrikt en in de
nacht naar een straaltje licht en hel
derheid zoeken, dat hun geest, beang
stigd door de diepe tegenstrijdigheden
van deze eeuw, tot rust zou kunnen
brengen, wijzen Wij op de Goddelijke
kribbe van Bethlehem, vanwaar de
voorspelling van de vaste hoop Ons nog
als een echo in de oren klinkt: de kron
kelpaden zullen recht, de oneffen wegen
effen worden. Het lijdt geen twijfel, dat
op de mensheid van de twintigste eeuw
de last drukt van een flagrante tegen
strijdigheid, die haar als het ware in
haar hoogmoed treft. Van de ene kant
is daar de vertrouwvolle verwachting
van de moderne mens een wereld
te kunnen scheppen, die overvloeit
van produkten en van goederen,
en van de andere kant leeft de bittere
werkelijkheid van de jarenlange strijd
en van de puinhopen met de daardoor
gewekte en deze laatste maanden nog
verergerde vrees, dat men er niet in
zal slagen ook maar een bescheiden
begin te maken van een duurzame har
monie en herstel van vrede. Zal de
moderne mens er in slagen om aller
eerst in eigen binnenste de beangsti
gende tegenstrijdigheid te overwinnen,
waarvan hij de oorzaak en het slacht
offer is?
De christenen zijn overtuigd haar te
kunnen overwinnen door onwan
kelbaar te blijven staan op de
bodem van de natuur en van het geloof.
Hun werkelijkheidszin, die zich uit
strekt over het ganse heelal en de er
varingen van het verleden niet over het
hoofd ziet, brengt hen tot de overtui
ging, dat zij zich niet in ongunstiger
omstandigheden bevinden dan hun voor
ouders, die er eveneens met het geloof
in geslaagd zijn de tegenstrijdigheden
van hun tijd innerlijk te boven te ko
men. Wij zijn er van overtuigd, dat in
de huidige tegenstrijdigheid zelf het be
wijs ligt van de diepe breuk tussen het
leven en het christelijk geloof, en dat
het voor alles nodig is om die kwaal
te genezen. Eer afwijkend is daaren
tegen de mening van niet weinig ande
ren, die, verbitterd over de tegenstrijdig
heid, maar weerspannig om aan het
droombeeld van de menselijke almacht
te verzaken, ook die waarden aan een
herziening zouden willen onderwerpen,
welke niet in hun macht liggen, en die
aan de heerschappij van de menseHjke
vrijheid ontsnappen, zoals de godsdienst
en de natuurrechten. Vooral zijn zij van
mening en leren zij, dat de fundamen
tele tegenstrijdigheid van onze tijd door
de mens zelf uit de weg geruimd kan
worden zonder God en zonder gods
dienst. En, zo voegen zij er aan toe, de
mens moet volhardén in het begonnen
werk om zijn macht over het bestaan
uit te breiden zonder zich beperkingen
op te leggen en zonder te letten op de
godsdienst en het daaruit voortspruiten
de begrip omtrent mens en wereld, met
andere woorden, zij wijzen de uitnodi
ging van de hemel af om zich naar
Bethlehem te begeven, de enige plaats,
waar de mens kan leren wat er ge
beurd is en wat de Heer ons heeft be
kend gemaakt, namelijk onze algehele
en objectieve werkelijkheid. Maar de
moderne mens van de tweede techni
sche omwenteling kan de roep van God
niet van de hand wijzen zonder de para
dox en al haar gevolgen te verscherpen;
de uitnodiging tot de waarheid en de
belofte van de vrede op aarde, geldt
ook voor hen.
De eerste stap om de hedendaagse
tegenstrijdigheid innerlijk te over
winnen vangt aan met de kennis
en de aanvaarding van de menselijke
realiteit in heel haar omvang. Op de
weg der verovering van deze waarheid
beweegt de gelovige zich sneller, om
dat het geloof hem de baan effen maakt
door de vooroordelen en de hinderpa
len uit de weg te ruimen, zoals bijvoor
beeld bet wantrouwen van de twijfe
laars en de kortstondige verademing
van de rationalist, die iedere vooruit
gang naar het licht belemmeren. Met de
geest vrij en open voor elke mogelijke
grootheid, hoeft de christen zich slechts
neer te buigen voor de kribbe van Beth
lehem om de waarheid omtrent de men
selijke natuur te kennen, die als een
zichtbare synthese is samengevat in de
pasgeboren Zoon van God. Waarlijk,
voor de kribbe van de Verlosser leert
de gelovige mens de oorspronkelijke
goedheid kennen en ook zijn kracht, be
giftigd met de niet verschuldigde gena
de in het geluk van een paradijs. Daar
denkt hij echter ook na over zijn zwak
heid, die zich voor het eerst heeft ont
huld in de zonde der stamouders en
daarna de droevige erfenis is geworden,
die hem nu met de onophoudelijke vloek
van nieuwe schulden heeft begeleid bij
heel zijn verdere gang over een hem
bijna vijandig geworden aarde. Weet
diegene, die de pasgeboren Zoon van
God aanbidt ook, dat de erfschuld en
haar gevolgen de mens weliswaar niet
van zijn macht over de aarde, doch wel
van de zekerheid bij de uitoefening daar.
van hebben beroofd? En hij weet boven
dien, dat hij moeizaam vorderend zich
zou moeten voortslepen om zijn weg te
midden van een mengeling van ver
trouwen en angst, van rijkdom en el
lende, van opgang en neergang, van
leven en dood, van veiligheid en onze
kerheid, tot aan de laatste beslissing
aan de poorten der Eeuwigheid. Bij de
kribbe van de pasgeboren Zoon van
God ontdekt de gelovige mens niet al
leen zijn verleden en de tegenwoordige
gesteltenis van zijn natuur, maar ook
zijn nieuwe bestemming, een werk van
oneindige liefde en tevens de wijze,
waarop hij de verloren gegane verhef
fing weer terug kan winnen.
Hij weet immers, dat in die kribbe
de menselijke en goddelijke Red
der ligt, zijn Verlosser, onder de
mensen gekomen om de dodelijke won
den die door de zonde aan zijn ziel zijn
toegebracht te genezen, om de waardig
heid van het goddelijk Kindschap te her
stellen. Een christen, geplaatst in om
standigheden, Welke vaak anderen ple
gen te brengen tot opstandigheid tegen
het leven zelf, zal van God niets vra
gen of verlangen, dat hij niet onderge
schikt maakt aan de absolute wijsheid
en goedheid van de Goddelijke Wil. En
terwijl hij het redelijk en rechtvaardig
acht, dat God niet verplicht is de beste
van alle werelden te scheppen, put hij
troost uit de gedachte, dat dezelfde God
als liefdevolle Vader de maat van de
genade en van de andere hulpmiddelen
voor de mensen zich slechts laat voor
schrijven door de oneindige Heiligheid
en de Rechtvaardigheid van Zijn Altijd-
goedertieren Wil, die er op gericht is,
dat alle mensen in vrijheid hun eeuwig
doel kunnen bereiken. Hoe dan zal de
christen zich moeten gedragen tegen
over de smartelijke tegenstrijdigheid,
waaronder de moderne wereld gedrukt
gaat? Hoewel hij in het gelukkig bezit
is in zijn eigen binnenste alle elemen
ten te kunnen beheersen, zal hij zich
toch toch niet kunnen of mogen onttrek
ken aan de plicht er toe bij te dragen
dat zij ook uitwendig wordt opgelost. Om
zich in verlichte liefde van deze plicht
te kwijten, is het gewenst, dat de chris
ten op een aanschouwelijker wijze de
alles behalve waarheidsgetrouwe opvat
ting van de moderne mens over de zon
de kent. Zij, die in hun wereldbeschou
wingen het begrip van de erfzonde en
van de persoonlijke zonden met hun ge
volgen niet dulden, kunnen toch feitelijk
ook weer niet over het hoofd zien, dat
de mens in zedelijk opzicht geneigd is
tot vallen.
Zij schrijven de bedorven neigingen
uitsluitend toe aan ziekelijkheid,
aan functionele zwakheid, die in
zich te genezen zijn. Het zal daar
om nodig zijn, zo voegen zij er aan
eenvoudige natuurneigingen, waarvan
de geneeskunde en de psychologie hen
zouden genezen.
Een nog bredere toepassing vindt
hetvalse realisme in de heden
daagse democratische struc-
tuur.Haar ontoereikendheid zal afhan
gen van eenvoudige gebreken der staats
instellingen, die zouden te wijten zijn
aan de nog gebrekkige kennis van de
natuurlijke processen en van het gehele
complex der functies van het maat
schappelijk mechanisme. Nu hangen
ook de staat en de staatsvorm af van
het edele karakter der burgers, vooral
heden, nu de moderne staat in het hoge
bewustzijn van de technische en de or
ganisatorische mogelijkheden er helaas
steeds meer toe geneigd is een door
openbare instellingen aan de enkeling
het persoonlijk denken en de verant
woordelijkheid voor zijn leven te ontne
men. Een aldus ingerichte moderne de
mocratie zal daarom overal moeten fa
len, waar zij zich niet meer richt of
niet meer richten kan tot de zedelijke
verantwoordelijkheid der burgers afzon
derlijk. Maar zelfs wanneer zij het zou
willen, zou zij niet meer in staat zijn dit
met een positief resultaat te doen, want
zij zou nergens een echo vinden, waar
de zin voor het ware wezen van de
mens het bewustzijn van de waardig
heid der menselijke natuur en haar
grenzen niet meer leven in het volk.
Men tracht dit te herstellen door gro
te hervormingen van staatsinstellingen
te ondernemen, die echter niet zelden
al te wijds van omvang of op valse
grondslagen gebouwd zijn. Doch de her
vorming der instellingen is niet zo drin
gend noodzakelijk als die der zeden.
Deze kan op haar beurt alleen door
gevoerd worden op de grondslag van
het ware wezen van de mens, dat men
leert begrijpen bij de kribbe van Beth
lehem in godsdienstige ootmoed. Ook
in het leven der Staten hebben de zede
lijke kracht en zwakheid van de mens,
de zonde en de genade een beslissend
aandeel. De staatkunde van de twin
tigste eeuw kan niet dulden, dat men
ten Wij er op wijzen, waar het gevaar
schuilt, welke de intrigues van zijn vij
anden zijn, en wat hen als zijn vijan
den kenbaar maakt.
Op dezelfde wijze heeft ook de Pas
geboren Zoon van God, de onein
dige Goedheid zelf, niet geaar
zeld scherpe scheidingslijnen te trek
ken en omwille van de waarheid de
dood moedig onder de ogen te zien. Wij
zijn er van overtuigd, dat ook heden
tegenover een vijand, die vastbesloten
is om alle volkeren hoe dan ook een
bijzondere en ondraaglijke levenswijze
op te dringen, alleen de eensgezinde
en krachtige houding van allen die de
waarheid en het goede liefhebben, de
vrede kan en zal redden. Het zou een
noodlottige dwaling zijn, datgene te
herhalen, wat in gelijke omstandighe
den gebeurd is in de jaren, die de tweede
wereldoorlog zijn voorafgegaan, toen
elk der bedreigde naties en niet alleen
de kleinste zichzelf ten koste van de
anderen zocht te redden door zich van
hen te bedienen als van een schild en
door zelfs nog te trachten uit de nood
der anderen zeer bedenkelijke econo
mische en politieke voordelen te halen.
Het einde was, dat allen tezameg door
het oorlogsgeweld onder de voet zijn ge
lopen. Een concrete eis van dit uur,
een der middelen om voor de ganse
wereld vrede te verzekeren, een vrucht
baar erfgoed voor het welzijn, een
kracht die ook de volkeren van Azië en
Afrika en het Midden-Oosten en Palesti
na en de Heilige Plaatsen omvat, is der
halve de hechte vestiging der solidari
teit van Europa. Deze wordt evenwel
niet hechter, zolang niet alle verbonden
volkeren begrijpen, dat de politieke en
economische nederlagen van de een op
de lange duur in geen enkel deel der
wereld tot ware winst voor de ander
kunnen leiden. Zij wordt ook niet hech
ter, wat de vorming der openbare me
ning betreft, indien in het uur van het
gemeenschappelijk gevaar de kritiek
op de daden van de een zelfs, wanneer
deze kritiek in zich gerechtvaardigd is,
door de anderen vanuit zulk een eenzu-
toe, de dag af te wachten, waarop uit
de volkomen kennis van het inwendige
mechanisme van de mens, die genees
kunst zal groeien, die in staat is de
ziekelijke, zedelijke gesteltenissen ge
zond te, maken. Evenals de moderne
macht óver de uitwendige natuur elke
technische constructie mogelijk maakt,
zo is er ook geen reden om aan het
zelfde succes door de regeling der zede
lijke wereld van de mens te twijfelen.
Waarom zou immers, zo vragen zij
zich af, alleen de mens de enige con
structie lijken, die hopeloos valt en niet
tot zijn laatste bestanddelen herleidbaar
is? Van een dergelijke vervalsing der
werkelijkheid oogst men reeds heden
betreurenswaardige gevolgen. De alge
meen betreurde wekelijke opvoeding,
de buitensporige toegevendheid tegen
over de misdaad, het zwijgen over
schuld en de afkeer van het begrip van
straf, zelfs van rechtvaardige straf,
zijn de onmiddellijke gevolgen van
de opvattingen over de mens, waar
in alles op zich goed is en alle
tekortkomingen, zo beweert men, hier
uit voortkomen, dat men de mens niet
juist weet aan te passeen aan het rader
werk der functies, waarin hij met de
hem omringende wereld onderworpen
is.
Hetzelfde schema passen de genoem
de aanhangers van deze opvatting ook
toe op de vraagstukken van het maat
schappelijk leven. Bij de beangstigende
problemen der moderne democratie
moet men volgens hun mening,niet het
geweten en het zedelijk bewustzijn van
de mens in het geding brengen, maar
hun tijdelijk constructief onvermogen.
Dit onvermogen is op zijn beurt weer
het gevolg van de onwetendheid en van
de weigering om de goedheid van de
mens ernstig in aanmerking te nemen.
En zij herhalen, zoals op de meest uit
gebreide kennis van de wetten en de
functies der natuur buiten ons de stout
ste prestaties zijn gevolgd op het ge
bied der techniek, zo zal ook op het
terrein van de sociale structuur een
vermeerdende kennis der wetten, die
haar mechanisme regelen, voldoende zijn
om tot het begin van een volmaakte
maatschappij te geraken.
Maar zijn werkelijk de verwachtingen
te rechtvaardigen, welke gegrond zijn
op een opvatting, die wel voorgeeft in
overeenstemming te zijn met de feiten,
maar die bewijst de ware natuur van
de mens niet te kennen?
Is het werkelijk waar, dat hun zoge
naamde neigingen tot het kwaad,
niet meer zijn aan voor verbetering
vatbare afwijkingen van hun normale
weg?
Niets anders dan gebreken van een
machine of van een toestel, dat door
een verder gevorderde technische ken
nis kunnen worden weggewerkt? De
mens is boven alles een geestelijk we
zen, een persoon, een drager van vrij
handelen en niet-handelen, en niet
slechts een knooppunt in het verloop
van die natuurlijke processen. Daarin
ligt zijn waardigheid, maar ook zijn be
perking. Daarom is hij in staat om
goed, maar ook om kwaad te doen, in
staat om alle mogelijkheden en elke
positieve aanleg van zijn wezen te ver
werkelijken, ook echter om ze in gevaar
te brengen.
Er is geen ander middel om de be
angstigende tegenstrijdigheid in deze we
reld te overwinnen dan door terug te
keren naar het ware realisme, het
christelijk realisme. Dit omvat met de
zelfde zekerheid de waardigheid van de
mens, maar ook zijn grenzen, de be
kwaamheid om zichzelf te overwinnen,
maar ook het feit der zonde. Niet al
dus dat valse realisme. Het is duidelijk,
dat dit de particuliere en openbare zede
lijkheid in haar wortel ondermijnt, aan
gezien het aan de begrippen en verant
woordelijkheid een gehele positieve
waarde ontneemt en het begrip van de
vrije wil verzwakt. Even schadelijk zijn
de gevolgen op het gebied van de op
voeding, zoals men nu reeds kan vast
stellen daar waar deze de min of meer
verhulde invloed van het valse realisme
ondergaat: scholen, die zich of in het
geheel geen of slechts een zeer onder
geschikt paedagogisch doel voor ogen
stellen, ouders voor wie het moreel on
mogelijk gemaakt is door woord en
voorbeeld hun kinderen goed op te voe
den. Dit alles is nog méér de oorzaak
van het algemeen betreurde faien in de
opvoeding dan de fouten en de gebreken
van de kinderen zelf. die ook niet over
het hoofd mogen worden gezien.
Evenals de ontwikkelde mens, zo
moesten ook de opvoeders en de kin
deren in de voorbereiding op het leven
wederom de werkelijkheid van de zonde
en van de genade belijden en niet het
oor lenen aan woorden over loutere en
in naam van een door de tijden niet
gerechtvaardigd laïcisme volhardt in de
dwaling de staat van de godsdienst te
willen scheiden.
De vrijheid en de persoonlijke ver
antwoordelijkheid, de gemeen
schapszin en de sociale orde, de
welbegrepen vooruitgang zijn menselij
ke waarden, omdat de mens ze verwe
zenlijkt en er voordeel bij heeft, maar
ook godsdienstige en goddelijke waar
den, wanneer men hun oorsprong be
schouwt. Nu heeft men in de moderne
tijd ook in het Westen in naam van het
laïcisme, van de ijdele zelfgenoegzaam
heid van de mens, de inwendige grond
slag van deze waarden willen vernieti
gen en door de maatschappij doen ver
onachtzamen. Zo is men nu in de eigen
aardige toestand geraakt, dat niet wei
nige mensen in het openbare leven, zelf
zonder levendig godsdienstig gevoel, die
fundamentele waarden willen en moeten
verdedigen, welke toch slechts in God
en in de godsdienst hun steunpunt heb
ben. De zogenaamde realisten beschul
digen er zelfs de godsdienst van, dat
hij een tegenstelling die alleen op poli
tiek en economisch terrein zou liggen,
verandert in een godsdienststrijd. Wij
van onze kant hebben als Hoofd van de
Kerk zowel nu als bij vorige gelegen
heden vermeden de christenheid op te
roepen tot een kruistocht. Wij mogen
er echter wel volledig begrip voor vra
gen, dat de mensen daar waar de gods
dienst een levend erfdeel der voor
ouders is, de hun door de vijanden
onrechtvaardig opgedrongen strijd als
een kruistocht opvatten. Maar wat Wij
ten aanzien van de poging om enige
schadelijke tendenzen als ongevaarlijk
voor te stellen, voor allen verklaren, is,
dat het gaat over vraagstukken, die
de absolute waarden van de mens en de
gemeenschap betreffen.
Met diepe spijt moeten wij in dit
opzicht de steun betreuren, die
ook de katholieken verlenen aan
de tactiek van het nevelgordijn om een
resultaat te verkrijgen, dat zij zelf niet
hebben bedoeld. Hoe kan men zich nog
sluiten voor het inzicht, dat dit het doel
is van die gehele onoprechte beweging,
die doorgaat onder de naam van ge
sprekken, en ontmoetingen. Waartoe
overigens beraadslagen zonder een ge
meenschappelijk woordgebruik? Of hoe
is het mogelijk elkaar te ontmoeten als
de wegen uiteenlopen, dat wil zeggen,
als een der partijen hardnekkig de ge
meenschappelijke absolute waarden
verwerpt en ontkent, en daarmede iede
re coëxistentie in de waarheid onmo
gelijk maakt? Reeds uit eerbied voor
de christelijke naam moet men ophou
den met zich voor dergelijke intrigues
te lenen, want volgens de waarschu
wing van de apostelen is het niet met
elkaar te verenigen aan te zitten aan
de tafel van God en aan die van zijn
vijanden. En wanneer er ondanks de
droevige getuigenis van tien jaren
wreedheid nog twijfelende geesten
mochten zijn, dan moeten het pas ver
goten bloed en de vele door een gemar
teld volk ten offer gebrachte levens
hen toch eindelijk overtuigen. Het is
echter nodig, zo merkt men op, de brug
gen niet af te breken, maar veeleer de
wederzijdse betrekkingen aan te hou
den. Maar daarvoor volstaat volkomen
dat wat verantwoordelijke mannen van
de staat en in de politiek menen te moe
ten doen in contacten en betrekkingen
met het oog op de vrede der mensheid
en niet voor particuliere belangen. Vol
doende is wat het bevoegde kerkelijk ge
zag meent te moeten ondernemen om
te bereiken, dat de rechten en de vrij
heid der Kerk worden erkend. Wanneer
de droeve werkelijkheid ons dwingt met
duidelijke taal de stand van de strijd
vast, te stellen, kan niemand ons op
eerlijke wijze het verwijt toevoegen als
zouden Wij de verstarring van de tegen
over elkaar staande fronten begunsti
gen. En nog minder, dat WU ons op
enigerlei wijze zouden hebben verwij
derd van de Vredeszending, die uit On
ze Apostolische taak voortvloeit. Zou
den Wij wijken, dan zouden W' eerder
Gods oordeel moeten vrezen. Wij blij
ven vast verbonden met de zaak van
de vrede Jn God alleen weet hoezeer
wij verlangen Hem met de engelen van
het Kerstfeest volledig en vreugdevol te
verkondigen. Maar juist om Hem van
de huidige bedreigingen te redden moe
dige gezichtshoek wordt geuit, dat men
kan gaan twijfelen of er nog wel enige
band van saamhorigheid bestaat. Nooit
zal men een goede politiek kunnen be
oefenen alleen met het gemoed. Nog
minder de juiste politiek van vandaag
met de stemmingen van gisteren en
eergisteren.
Onder een zodanige invloed zou het
onmogelijk zijn juist te oordelen over vele
belangrijke vragen zoals de militaire
dienst, de wapenen en de oorlog.
De huidige toestand, die zijn gelijke
niet heeft in het verleden zal nu
toch aan allen duidelijk moeten
zijn. Er is nu geen twijfel meer moge
lijk aangaande de bedoelingen en de
meth Jen, die achter de pantserwagens
staan, wanneer deze donderend en
moordend binnen vallen over de gren
zen om beschaafde volkeren tot een door
hen uitdrukkelijk verafschuwde vorm
van leven te dwingen.
Wanneer men bij wijze van spreken
de halteplaatsen van mogelijke onder
handelingen en bemiddelingen in brand
steekt en dreigt met het gebruik van
atoomwapens om concrete eisen door te
drijven onverschillig of deze gerecht
vaardigd zijn of niet.
Het is duidelijk, dat zich in de tegen
woordige omstandigheden in een volk
het geval kan voordoen, waarin nadat
alle pogingen om een oorlog af te wen
den hebben gefaald, een oorlog niet als
ongeoorloofd zou kunnen worden be
schouwd om zich krachtdadig en met de
hoop op een gunstige afloop tegen on
rechtvaardige aanvallen te verdedigen.
Indien bijgevolg een met vrije verkie
zingen gekozen volksvertegenwoordiging
en regering in uiterste nood met wet
tige middelen van binnen- en buiten
landse politiek, voorzieningen treffen
voor de vrede en de volgens
hun oordeel noodzakelijke maatregelen
uitvoeren, dan is ook hun handelwijze
niet immoreel. Een katholiek burger
kan zich dan dus niet op eigen gewe
ten beroepen of weigeren diensten te
bewijzen en die plichten te vervullen,
welke door de wet zijn vastgelegd.
Hierin voelen wij ons geheel in over
eenstemming met onze voorgan
gers Paus Leo XIII en Benedictus
XV. Er zijn dus gevallen en ogenblik
ken in het leven der volkeren, waarin
alleen het teruggrijpen op hogere begin
selen duidelijk de grenzen kan vaststel
len tussen het recht en het onrecht, tus
sen het geoorloofde en het onzedelijke,
en de gewetens tegenover belangrijke
beslissingen gerust kan stellen. Het is
daarom troostvol, dat de mensen in tal
van landen bij de hedendaagse discus
sie spreken over het geweten en zijn
eisen. Zij bewijzen niet te hebben ver
geten, dat het maatschappelijke leven in
zover van de chaos wordt gered als het
zich door absolute richtlijnen en een
absoluut doel laat leiden. Daarmede
veroordelen zij indirect degenen, die de
problemen van de menselijke samenle
ving menen te kunnen oplossen op de
basis van goede uitwendige vormen en
vanuit een practisch gezichtspunt, dat
beoogt te handelen naar gelang het be-
belang, of de macht het in de afzon
derlijke gevallen als raadzaam voor
stelt. Ofschoon het program, dat aan
de Verenigde Naties ten grondslag
ligt, zich de verwezenlijking van de ab
solute waarden in de samenleving der
volkeren ten doel stelt, heeft het jong
ste verleden toch aangetoond, dat het
valse realisme er in slaagt bij niet wei
nigen van haar leden de overhand te
krijgen wanneer het er om gaat de
eerbied voor diezelfde openlijk met voe
ten getreden waarden der menselijke
maatschappij te herstellen. De eenzijdi
ge blik, die in de verschillende omstan
digheden slechts volgens het belang en
de macht wil handelen, heeft tenslotte
ertoe geleid, dat de gevallen van be
schuldiging de vrede te hebben ver
stoord, zeer verschillend worden behan
deld en dat aldus het verschillend ge
wicht, dat aan deze gevallen afzonder
lijk genomen in het licht der absolute
waarde toekomt, ontaardt en volledig
wordt omgekeerd.
iemand verwacht of verlangt het
onmogelijke, ook niet van de Ver
enigde Naties. Maar men zou
toch hebben mogen verwachten, dat
zün gewicht in de schaal was gelegd,
althans door middel van waarnemers
op die plaatsen, waar de wezenlijke
waarden van de mens in uiterst gevaar
verkeren. Hoezeer het ook erkenning
verdient, dat de vergadering der Ver
enigde Naties ernstige schendingen van
de rechten der mensen en van gehele
volkeren veroordeelt, men zou toch
kunnen verlangen, dat in soortgelijke
gevallen aan Staten, die zelfs de toe
lating van waarnemers van de hand
wijzen en aldus bewijzen van de soeve-
Op verzoek van pater Radanyi, ziel
zorger van de Hongaren in Nederland,
heeft het Nederlands R.-K. Huisves
tingscomité 1000 abonnementen geno
men op een in Canada in het Hongaars
verschijnend tijdschrift. Deze zullen
maandelijks aan de Hongaren worden
toegezonden. In de komende week zal
het Huisvestingscomité ook 3000 Hon
gaarse kerkboekjes verspreiden, ter
wijl een catechismus in de Hongaarse
taal in bewerking is.
reiniteit van de Staat een opvatting te
hebben, die de grondslag zelf van de
vergadering der Verenigde Naties on
dermijnt, dat aan zulke Staten de uit
oefening van hun rechten als leden van
dezelfde organisatie niet geoorloofd zou
zijn. Deze moest ook het recht en de
macht bezitten om iedere militaire in
menging van de ene Staat in de ande
re, onder welk voorwendsel men deze
ook zou willen voornemen, te verhin
deren, en eveneens om met voldoende
politiemacht de bescherming van de
orde in de bedreigde Staat op zich te
nemen.
Wanneer Wij op deze gebreken wij
zen, dan doen Wij dit alleen om
dat Wij het gezag van de ver
gadering der Verenigde Naties met
nieuwe kracht versterkt wensen te zien,
vooral voor het doorvoeren van de al
gemene ontwapening, die Ons zozeer ter
harte gaat. Alleen in het raam van een
instelling als die van de Verenigde Na
ties zal immers een overeenkomst kun
nen worden gesloten omtrent de ver
plichting der afzonderlijke Staten om
hun bewapening te beperken en met
name om van de produktie en het ge-
uruik van bepaalde wapenen af te zien
en zal aan deze verplichting het karak
ter van strenge plicht op de grondslag
van het volkenrecht kunnen worden ge
geven. Zo zijn eveneens tegenwoordig
alleen de Verenigde Naties in staat de
eis te stellen dat men deze verplichting
nakomt door een doeltreffend toezicht
op de bewapening der afzonderlijke
Staten op zich te nemen zonder er ook
maar één uitzondering op te maken.
Door dit toezicht uit te oefenen door
middel van waarnemingen vanuit de
lucht, vermijdt men van de ene kant de
bezwaren, waartoe de aanwezigheid
van buitenlandse commissies aanlei
ding zou kunnen geven, en verkrijgt
men van de andere kant betrekkelijk
gemakkelijk de zekerheid dat men zich
doeltreffend kan vergewissen van de
produktie en het oorlogspotentieel.
Het grenst waarlijk aan het wonder
baarlijke, wat de techniek op dit gebied
heeft weten te bereiken. Doordat men
feitelijk over toestellen beschikt met
voldoende lensopening en lichtsterkte,
io het nu mogelijk vanaf een hoogte
van verscheidene kilometers en met
voldoende overvloed van details foto
grafische opnamen te maken van voor
werpen, die zich op het oppervlak der
aarde bevinden. De wetenschappelijke
vooruitgang, de moderne mechanische
en fotografische techniek zijn er in ge
slaagd opnametoestellen te vervaardi
gen, die in alle opzichten een bijzonde
re volmaaktheid hebben bereikt.
Le filmstroken zijn tot een zo hoge
D" V vwv
graad van gevoeligheid en fit
heid van korrel opgevoerd, dat
vergrotingen in meerdere honderdvou
den mogelijk zijn. Wanneer zulke toe
stellen worden gemonteerd op vliegtui
gen, wier snelheid bijna die van het
geluid benadert, kunnen zij automatisch
duizenden opnamen maken, zodat in
betrekkelijke korte tijd honderdduizen
den vierkante kilometers worden ver
kend. De proefnemingen op dit gebied
hebben tot resultaten van uitzonderlijk
belang geleid. Zij maken het mogelijk
bouwwerken, machines, afzonderlijke
personen en voorwerpen te doen uitko
men, die zich op de grond en ook, al
thans op indirecte wijze, onder de grond
bevinden. Het geheel der verrichte on
derzoekingen heeft aangetoond, dat het
zeer moeilijk Is een beweging van troe
pen of pantsereenheden, uitgestrekte
opslagplaatsen van wapenen voor oor
logsdoeleinden en belangrijke industrie
complexen te verbergen. Wanneer de
verkenning een duurzaam en systema
tisch karakter zou kunnen hebben, zou
men zeer nauwkeurig bijzonderheden
aan het licht kunnen brengen en zo
doende een hechte waarborg tegen
eventuele verrassingen kunnen bieden.
Het toezicht aanvaarden, dat is het be
langrijkste punt dat overwonnen moet
worden, waar iedere natie haar oprech
te vredeswil zal moeten bewijzen. De
De 33-jarige sleepbootkapitein B.
Zwiep uit Urk van de sleepboot ,,,Em-
meloord" is op het IJsselmeer bij Lely
stad door onverklaarbare oorzaak over
boord geslagen. Er zijn vele pogingen
in het werk gesteld hem te vinden,
maar de drenkeling is nog niet gevon
den. Hij was gehuwd en vader van een
kind.
vredeswil als hoogste prijs van de vrije
mens, onschatbare rijkdom van het te
genwoordige leven, is de vrucht van de
krachtsinspanning der mensen, maar
ook een kostbare gave van God. De
christen weet dit, want hij heeft het ge
leerd bij de kribbe van de pasgeboren
Zoon van God. Op de hoogste absolute
waarden van Zijn waarheid en geboden
is iedere orde gegrondvest. Door die
vruchtbaar gemaakt in het werken voor
vooruitgang en beschaving.
Men moge Ons tenslotte een laat
ste woord van opwekking toe
staan. Wij putten een innige
troost uit de gedachte aan de ontroerde
en edelmoedige houding jegens het
verdrukte Hongaarse volk van de zijde
van al Onze geliefde zonen, van hulpor
ganisaties en gehele volkeren en ook
van de rechtschapen pers.
Wij zijn er bovendien van overtuigd,
dat alle weldenkende harten niet zul
len ophouden te bidden en offers te
brengen om de droevige toestand van
dit gemartelde volk te verlichten. Er
zijn er reeds velen op aarde, die in de
omwentelende gebeurtenissen der laat
ste tientallen jaren persoonlijk hebben
ondervonden wat ellende betekent. Hoe
zouden zij onverschillig kunnen blijven
tegenover de nood van anderen. En hoe
zouden degenen, die nog een rustig le
ven kunnen leiden, ongevoelig kunnen
blijven voor de armoede van hun
medemensen. Tezamen met uw mild
dadigheid mogen over de ongelukkigen
bovenal het licht en het leven van het
Kerstgeheim overvloedig neerstromen.
Het een en ander wordt geschonken in
Christus en deze genade, deze vrede,
dit vertrouwen op God, die alle gerech
tigheid zal herstellen en elk offer zal
belonen, zal hun door geen enkele men
selijke macht kunnen worden ontnomen.
En moge nu over allen, die Ons ho
ren, en op bijzondere wijze over de lij
denden, over de geringen, over de ar
men, over hen die vervolging lijden om
wille van de gerechtigheid, als onder
pand van de hemelse genade Onze
Apostolische Zegen nederdalen.
Hierna gaf de H. Vader Zijn Aposto
lische Zegen.
Voor de Amerikaanse senaatscommissie
voor internationale veiligheid te Wash
ington verschijnen vele in Amerika op
genomen Hongaarse vluchtelingen om
over de toestanden in Hongarije en hun
ervaringen verklaringen af te leggen. Op
de foto ziet men een jonge gemaskerde
Hongaar die onder de schuilnaam „Max
Josef" verklaart dat hij gelooft dat de
Hongaren naar Rusland worden gede
porteerd en hoe hij zelf is gevlucht uit
een transporttrein waarin hij was opge
sloten.
Pieter van der Meer de Walcheren,
die zijn leven lang anderen Gods goed
heid en schoonheid heeft verkondigd,
heeft zaterdag in Oosterhout het schoon
ste van O. L. Heer terug ontvangen,
dat hij zich als bekroning van zijn leven
kon wensen. Op dezelfde dag, waarop
in 1928 zijn vroeg gestorven zoon Pieter-
ke, zoals hij in „Mensen en God" heeft
beschreven, priester was gewijd, heeft
nu ook vader Pieter op 76-jarige leef
tijd de priesterwijding ontvangen. In het
bijzijn van alle paters en zusters, waar
onder ook zijn dochter mère Christine,
die in Oosterhout volgens de regel van
St. Benedictus leven, werden hem door
de bisschop van Breda, mgr. Jos Bae-
ten, en alle aanwezige priesters in een
ontroerende plechtigheid de handen op
gelegd. Met de paters zongen de zusters
om beurten het Gregoriaans. In een van
de profetiën van Isaias kwam de voor
deze bekeerling, vader en priester wel
zeer toepasselijke tekst voor: „Ik zal
u verborgen schatten en geheime kost
baarheden geven."
De bisschop zalfde hem de handen,
bekleedde hem met de priesterlijke ge
waden en bad onder een laatste hand
oplegging: „Ontvang de H. Geest. Wier
zonden gij zult vergeven, die zijn zij
vergeven
Stralend van vreugde en als verjongd
vergeleken bij het portret dat w{j za
terdag van hem publiceerden, ontving
de pas gewijde priester, gekleed in de
lange witte albe, aanstonds na de plech
tigheid.zijn vrienden om hen zijn eerste
priesterzegen te geven en hen allen te
omhelzen. Er waren petekinderen van
hem bij, onder wie de dochter van Léon
Bloy uit Parijs, kunstenaars en
schrijvers uit Frankrijk, België en Ne
derland, onder wie ook vele priesters.
De kardinaal van Mechelen had als af
gezant mgr. L. Eyck met een schrifte
lijke gelukwens naar Oosterhout gezon
den. Twee abten waren aanwezig en
de gouverneur van Belgisch Limburg,
de heer Roppe, die tijdens het diner
naast de beide abten van Slangenburg,
dom Tholens en van Oosterhout, dom
Mahler een plaats kreeg aan het hoofd
van de lange tafel.
Op 13 januari zal Pater Matthias van
der Meer zijn eerste plechtige H. Mis
opdragen in de kerk der St. Paulusab-
Pater Matthias had ervoor gezorgd,
dat zijn neefjes en een nichtje uit Wasse
naar tijdens de plechtigheid de mooiste
plaatsen kregen. Zij zaten helemaal
vooraan op de communiebank terzijde
van het priesterkoor en zagen precies
hoe heeroom Pieter voor de bisschop
knielde en tegelijk met hem het mis
offer opdroeg. Een van hen heeft hem
zondag in de abdij zijn eerste stille
Mis mogen dienen.
De steeds jeugdige Pieter van der
Meer de Walcheren werkt nog dagelijks
veel correspondentie af, ontvangt veel
mensen, die hem om raad vragen,
schrijft uren aan zijn dagboek dat nog
voltooid zal worden en toonde de be
zoekers op zijn priesterfeest alweer een
nieuwe uitgave, die zo juist van de pers
is gekomen. Het was een boek over de
Kruisweg, dat door zijn dochter, mère
Christine, geïllustreerd is met reproduc
ties van kruiswegstaties, die zij in. het
klooster heeft gemaakt. In de gasten
kamer van het klooster der zusters kon
den de bezoekers in vader en dochter
het meest sprekende bewijs zien, dat
het monnikenleven niets te maken heeft
met passiviteit of saaie levenloosheid.
De Van der Meers, die een waarlijk
avontuurlijk leven hebben gehad, voe
len zich volkomen gelukkig in het kloos
ter, waarvan zij ook de strengheid en
de Benedictijnse regel als de meest na
tuurlijke zaak aanvaarden. Pater van
der Meer presteert het om iedere nacht
met de jongste monniken het koorgebed
te bidden.
Hij kon het ook op deze plechtige
dag niet nalaten om ondeugende grap.
jes te maken. Toen een Francaise hem
vroeg, waar nu wel de medailles wa
ren, de prentjes en de gewijde rozen
kransen, was zijn antwoord: „Je suis
Dien un vieux curé maintenant, mais
il faut m'excuser: je ne connais pas
encore les trucs". Iemand, die met
v.®e' bezorgdheid informeerde naar
zün onwel zijn in de week voor de
priesterwijding de paters hadden
hem extra rust gegeven en begrepen
wel, dat de emotie hem sterk aan
greep kreeg ten antwoord: „Ik heb
zoveel aspirines geslikt om fit te blij
ven, dat ik daarvan ziek ben gewor
den".
De paters Benedictijnen bewaren in
hun archief een merkwaardig document.
Het bevat de goedkeuring voor deze
priesterwüding van Rome. Er werd dis
pensatie voor gegeven vanwege de ho
ge leeftijd van deze monnik, die de
subdiaken- en diakenwijding nog pas
zeer kort geleden heeft ontvangen. In
het verzoekschrift komt de volgende
merkwaardige passage voor: at-
tentis quoque anterioribus ab eo in sae-
culo peractis philosophicis ac religiosis
studiis". (rekening houdende ook met
de studies die hij reeds In de wereld
van wijsbegeerte en godsdienst heeft ge
maakt.) „Wie zou deze man nog exa
mens in filosofie en theologie willen af
nemen", zei lachend een van de mon
niken, toen wij informeerden hoe men
dat zo precies voor elkaar heeft gekre
gen.
fo