„Zoals de boom valt, zo blijft hij liggen Kostendekkende tarieven voor alle ziekenhuizen enig uitgangspunt" Kapitaalsvoorsiening moeilijk Naar reorganisatie van het Georganiseerd Overleg Lichte muziek op zwarte schijven Volksmuziek Eerste kennismaking met de zee Nieuwjaarsgedachten en Kribbe en Kruis Wanhopige strijd om kudde te behouden J VF.RENIGTNG VAN KATHOLIEKE ZIEKENHUIZEN ZATERDAG 29 DECEMBER 1956 PAGINA 7 - NA REGELING ONDERWIJZERSSALARISSEN Ongewapende Laplander vecht twee etmalen tegen vier Lynxen GASVERGIFTIGING TE SUSTEREN Liturgische weekkalender D O O R C. BAUER Met een zekere laatdunkendheid heeft men de Nieuwjaarsviering wel eens een typisch burgerlijke fictie genoemd, die de mensen bij de jaarwisseling sentimenteel stemt en doet wensen, dat zij het in de eerst volgende drie honderd vijf en zestig dagen in ieder geval niet slechter zullen krijgen dan zij het in het afgelopen jaar hebben gehad. Wij kunnen het daarmee niet helemaal eens zijn, omdat men strikt genomen toch niet anders mag verwachten. Ieder mens streeft immers van nature naar verbetering van zijn positie dat is trouwens niet alleen zijn goed recht maar ook zijn plicht en bovendien verwachten of hopen wij van de toekomst meer voldoening en warmer geluk dan het verleden ons ge schonken heeft. Dat weten wij van ons zelf en wij nemen aan, dat het met an deren evenzo gesteld is. De jaarwisseling betekent in ons f leven een mijl paal, een rust punt, waar wij even stilstaan en, ondanks ons zelf, onze gedachten laten gaan over wat achter ons ligt. De veronder stelling lijkt niet overdreven, dat op geen dag van het jaar de mens heid als geheel zij het dan ook slechts voor enkele ogenblikken met stille weemoed, in innerlijke onrust of ernstige zelfbezinnnig zich zo onweerstaanbaar geconfronteerd 'voelt met de onverbiddelijke verganke lijkheid van het leven. In de gelukwensen voor het nieuwe Jaar voelt men dan ook iets doorklinken van een zeker lotgenootschap, of, zui verder gezien, van een gevoel van al gemene broederschap, dat op andere ogenblikken zo hopeloos zoek is. Op Nieuwjaarsdag komt er een opgewekt heid, een universele welwillendheid over de mensen, die een uitlaat vindt in de royaal gegeven handdrukken en de vele malen kwistig rondgestrooide woorden: moge het nieuwe jaar u alle goeds brengen. Nieuwjaarsdag stemt inderdaad tot bezinning. En al is dan de geest van de tijd weinig geneigd tot eerlijk na denken over de „bittere ernst" van het leven, al tracht de grote massa ook ieder dóórdenken op dit onplezierig pro bleem te ontvluchten in luidruchtig en oppervlakkig vermaak, dat verandert niet het minst aan de harde werkelijk heid, die, altijd en overal in en om ons, door geen onverschilligheid of ver loochening weg te werken is. Vroeg of laat, maar onfeilbaar zeker, staat ieder mens eens aan het einde van zijn leven en daarmee tevens voor de onontkoom bare, strikt objectieve beoordeling van de wijze, waarop hij dat leven heeft doorgebracht. En wel in het allesont- hullende licht van Gods alwetendheid, die de maatstaven aanlegt van de enige werkelijkheid: de eeuwigheid. Hoe re- eel en belangrijk hier op aarde vreugde en leed. armoede en rijkdom, in één woord: het leven ons ook moge voor komen, op het moment van intreden in de eeuwigheid zien wij de juiste ver houdingen klaar en duidelijk. Maar deze bedenkelijk korte proeftijd van ons aard. se leven zal dan tegelijkertijd in al zijn huiveringwekkende gewichtigheid voor ons staan. Want „zoals de boom valt, zo blijft hij liggen". Voor honderdduizenden mensen is dit nieuwe jaar het laatste. Voor honderd duizenden brengt 1957 de grote, de enig-belangrijke, want eeuwig-onherroe pelijke beslissing. Horen wij, U en ik, daarbij? Niemand kent dag en uur. De dood komt „als een dief in de nacht". Hij, Die dan onze Rechter zal zijn, heeft alleen gezegd: „Weest bereid leder ogenblik". De wereld noemt zulke gedachten op Nieuwjaarsdag somber en schuift ze als pr'etbedervers op zij. De waarheid ls, dat ze getuigen van echte werkelijk heidszin, van eerlijke levensmoed en het juiste verantwoordelijkheidsbesef. Met struisvogelpolitiek is niemand gediend. "Wie deze bedrijft, pleegt het noodlottig- ste zelfbedrog, dat denkbaar is. Een gelovig Christen kan niet on nadenkend aan de eerste dag van het nieuwe jaar voorbij gaan. Hp beschikt over alle nodige gegevens voor een diepe bezinning op het leven. De goddelijke openbaring heeft hem de ze kerheid geschonken over het waarvan daan het waarom en het waarheen van het ie ven. Hij gaat daarenboven het nieuwe jaar in onder de nog levendige indrukken van het grote Kerstwonder. Nieuwjaar is in de liturgie de oktaaf- dag van Kerstmis. De acht dagen, sinds de geboorte van de Verlosser zijn zo overstelpend rijk aan lering over onze juiste levenshouding, dat het onmoge lijk is aandachtig de kerkelijke plech tigheden te volgen zonder zich tegelijk diep bewust te worden van zijn voor naamste levenstaak. De verlosser der wereld is tevens de grote Leraar, die de mensheid onomwonden en precies is komen vertellen wat omtrent wezen en doel van het leven nog in het duister lag. En het voornaamste daarvan is wel, dat Zijn leer, het Christendom, geen garantie inhoudt voor een gemakkelijk en zorgenvrij leventje. Integendeel, het leven is een strijd en daarom zo bitter ernstig, omdat het beslissend is voor de eeuwigheid. Daarom is de kribbe ook allesbehalve een reden tot idylli sche ontroering. Kribbe, Kruis, Verrij zenis, Hemelvaart, Pinksteren en laat ste oordeel zijn één en Oonscheidbaar. Kribbe en oordeelsdag vormen het be- loftenrijk begin en het glorieuze einde van Christus' verlossingswerk. De na volging van Christus leidt over de weg van het kruis. Het heeft dan ook een diepe beteke nis, dat de liturgie, direct al op de tweede Kerstdag, die toch nog geheel beheerst wordt door de vreugde om de geboren Verlosser, het feest viert van de eerste martelaar Stephanus en twee dagen later de kindermoord te Bethle hem herdenkt, waarvan de onschuldige slachtoffers voor de Zaligmaker hun le ven gaven. En daartussen in straalt de gedachtenis van de Apostel der Lief de: St.-Jan. De oktaafdag zelf, de eer ste dag van het jaar, herinnert ons aan de besnijdenis des Heren, door welke bewonderenswaardige onderwerping aan de Joodse wet Jesus ons een voorbeeld heeft willen geven van gehoorzaamheid. Want volgens de Joodse eredienst was de besnijdenis een voorschrift van de Wet, waardoor symbolisch de absolute afhankelijkheid van de Schepper werd verbeeld. Liefde, onderwerping aan God en offerzin voor het geloof, dat is het wat de kerk ons aanstonds na de komst van de Verlosser over Zijn leer op het hart drukt. Goed beschouwd is ons le ven daarmee ten voeten uitgetekend. Deze gedachten behoren dan ook al onze aandacht te hebben op de eerste dag van 't nieuwe jaar. Alléén wat ons nader kan brengen tot ons eigenlijke levensdoel is van belang. Daarom moe ten wij ook als trouwe volgelingen van Christus het nieuwe jaar ingaan met het vaste voornemen onze hoogste belan gen beter te behartigen dan tot nu toe. Het nieuwe jaar is een grote gave Gods. Een verlenging van de kans voor de eeuwigheid te werken. Maar daar door tevens een verhoging van onze ver antwoordelijkheid. Het diepe besef van de zin van het leven, van onze geweldige verantwoor delijkheid jegens God en onze eigen toe komst, en het heilige voornemen alle door Gods goedheid ons ter beschikking gestelde bovennatuurlijke genademidde len zoveel en zo goed mogelijk uit de buiten, dat is de ware gesteltenis, waarmee een Christen het nieuwe jaar begint. Dat is dan ook de rijke inhoud van onze oprechte wens voor u allen: een waarlijk gezegend Nieuwjaar. o .V-WW/W 1 fe 4 Een groep Hongaarse meisjes, die op het ogenblik ondergebracht zijn in Bennekom, brachten vrijdag tijdens een uit stapje naar Rotterdam een bezoek aan Scheveningen. Voor al deze meisjes was het de eerste maal, dat zij de zee in werkelijkheid aanschouwden. Er werd al direct - naar schelpen gezocht. „Kostendekkende tarieven voor alle ziekenhuizen, dus ook voor de nieuw te bouwen ziekenhuizen, zonder subsidië ring van overheidswege, moeten onder de huidige tijdsomstandigheden het juis te uitgangspunt vormen voor een gezond ziekenhuisbeleid. In gezonde eco nomische verhoudingen moet een zie kenhuis, dat voor een niet onbelangrijk deel in de economische sfeer ligt, zich kunnen bedruipen". Deze opmerking maakte de heer Jos Maenen, voorzit ter van de Vereniging van Katholieke Ziekenhuizen, tijdens de vrijdag te Utrecht gehouden jaarvergadering. De voorzitter wees er op, dat het aan trekken van kapitaal de ziekenhuizen voor ernstige moeilijkheden stelt. Mede door de prijsbeheersing, die de verple- gingstarievcn aan banden legt, moet steeds meer gebruik gemaakt worden van de rijksfinancierings- regeling, welke zowel een garantie voor rente en aflossing van het Onrendabele Een Zweedse Laplander heeft een Kerstmis beleefd die hem heugen zal. Bij een temperatuur van 30 graden on der nul is hij bijna twee etmalen zonder wapens in actie geweest tegen vier lynxen die zijn kudde van 300 rendie ren belaagden. De 20-jarige Per Gustav Walkaepae is thans volledig uitgeput in 't afgelegen gehucht Liilsele ten noor den van de Poolcirkel aangekomen, na een strijd van 42 uur tegen de lynxen. HU kwam hulp vragen om te verhin deren dat zijn kudde door de lynxen ge dood wordt cn onmiddellijk is een ge wapende groep jagers de wildernis in getrokken om de dieren op te sporen. Walkaepae vertelde dat zijn rendie ren op de ochtend van kerstdag dooi de lynxen werden aangevallen, toen hij de kudde naar het nabij Liilsele gelegen kamp dreef. Dag en nacht zette de jonge laplander de lynxen na, tever geefs trachtend ze met zijn skistokken te doden. En steeds kwamen de bees ten terug en probeerden ze de rendie ren opnieuw aan te vallen. Nadat hij het ruim twee dagen zon der slaap en voedsel had moeten stellen, gaf Walkaepae tenslotte de ongelijke strijd op en ging hij op zijn skis naar Lillseje om hulp te halen. Gevreesd wordt echter dat de lynxen heel wat rendieren gedood zullen hebben voor de jagers de kudde gevonden hebben. Frankrijk - Een inwoner van Rennes, een zekere Jean Judin, heeft tijdens zün Kerstmaaltijd in een oester een gouden Louis uit 1859 aangetroffen. (Rtr.) (Van onze Haagse redacteur) Sedert geruime tijd is er een nieuwe opzet in de pen voor het Georganiseerd Overleg in onderwijszaken. Het begint er thans naar uit te zien, dat deze reorganisatie binnen afzienbare tijd haar beslag zal kunnen krijgen. Het be zwaar bij de huidige regeling is, dat de salarisbesprekingen voor b.v. het L.O., het Nijverheidsonderwijs en het V.H.M. O. los van elkander worden gevoerd. De salarissen van de leerkrachten bij de verschillende takken van onderwijs worden aldus niet voldoende op elkaar afgestemd. Bjj herhaling is dan ook uitgesproken laatstelijk door minis ter Cals in het begrotingsdebat dat het wenselijk zou zijn, dat er één com missie van overleg voor het gehele on derwijs tot stand komt. De desbetreffenle voorstellen van de regering houden in de vorming van een algemene overlegcommissie met daarbij zes bijzondere commissies, na melijk voor het Kleuteronderwijs, het L.O., het N.O., het Land- en Tuinbouw onderwijs, het V.H.M.O. en de Kweek school. Bij deze opzet zou men tot een betere coördinatie kunnen komen. Het geheel mondt uit in de Centrale Commissie van Overleg, waarin de verschillende centrales van overheids personeel zitting hebben. De voorgestelde reorganisatie heeft de instemming van de Algemene Neder landse Onderwijzers Federatie. Dit bleek nog eens indirect toen deze aan gelegenheid donderdag ter sprake kwam op de Algemene vergadering van de Nederlandse Onderwijzersvereniging. Alleen willen de onderwijzersorganisa ties niet met de nieuwe opzet begin nen voor de hangende kwestie van hun salarissen afgehandeld is. Dit niet om dat zij, zoals het wel eens geformuleerd is, eerst de buit binnen willen halen, doch omdat zij na de langdurige misère met hun salarissen niet bij hun leden menen te kunnen aankomen met de mededeling, dat deze zaak nu weer aan een nieuw overleg wordt toevertrouwd. In de kring van de leraren heeft men toen deze zaak voor het eerst op het tapijt kwam direct ernstige bezwaren tegen het plan geuit. De leraren toon den zich beducht, dat zij door hun ge ringere getalsterkte de specifieke be langen van het V.H.M.O. in één over legcommissie voor het gehele onder wijs niet voldoende tot gelding zouden kunnen brengen. Men meende boven dien, dat de verschillende ambtenaren, die aan de besprekingen deelnemen, ook bij de bestaande regeling wel een betere coördinatie zouden kunnen be werkstelligen. De Raad van Leraren was verder van oordeel, dat men pas van een werkelijk algemene onderwijscom missie zou kunnen spreken als ook het Hoger Onderwijs bij de nieuwe opzet betrokken werd. Deze laatste gedachte is niet overge nomen, maar wel schijnen in de jongste plannen enkele andere (voor de leraren scherpe kantjes nu toch wat te zijn bij geslepen. Wanneer de wezenlijke beslis singen toch voorbehouden blijven aan de sub-commissie voor het V.H.M.O. zijn de leraren wel bereid met de nieuwe opzet in zee te gaan. deel van het bouwkapitaal als een hier uit voortvloeiende jaarlijkse bijdrage in de exploitatiekosten inhoudt. Wanneer de overheid bijdraagt in een exploitatie tekort, ligt het voor de hand, dat zij zal trachten dit tekort zo klein mogelijk te houden, met als gevolg een voort durende controle op de exploitatie en eventueel medezeggenschap in het be stuursbeleid. Door de rijksbijdrage worden de ver- pleegprijzen weliswaar gedrukt, doch men kan zich afvragen, aldus de heer Maenen, of de bijdrage inderdaad van groot belang is. Voor 1957 is een miljoen gulden uitgetrokken, welk be drag in de komende jaren misschien tot drie vier miljoen gulden zal stijgen. Relatief gezien is dit bedrag betrekkelijk klein, in aanmerking ge nomen, dat de jaarlijkse inkomsten van de ziekenhuizen rond 250 miljoen gulden belopen. Met verwijzing naar de steeds gro tere onderbezetting van de sanatoria be nadrukte de voorzitter, dat de sanatoria zich op dit ernstige probleem moeten bezinnen welke wegen gevolgd moeten worden. Sanatoria, die niet beschik ken over de uitgebreide outillage, welke voor een goede behandeling nodig is, moeten hun voortbestaan niet rekken omwille van hun voortbestaan, ten koste van de patiënten. Tijdens de huishoudelijke ochtend vergadering werd besloten tot nauwere samenwerking met de vereniging van r.-k. instellingen voor verpleging en be handeling van geestelijk gestoorden, welke samenwerking zal bestaan uit het gemeenschappelijk gebruik van het bu reau van de vereniging van Katholieke Ziekenhuizen te Den Haag. Hiermede wordt een wens van het Episcopaat ver vuld, aldus mgr. C. Venings, vicaris- generaal van de aartsbisschop, die in de namiddag als geestelijk adviseur een kort woord sprak. De secretaris van de vereniging, rector A. A. M. Sanders, hield een inleiding over de gastvrijheid in het «iekenhuis, waarin hij o.m. betoogde gelijk hij in het jaarverslag gedaan had dat de functie van het zieken huis veranderd is. Aanvankelijk meer op verpleging en verzorging ingesteld, is het ziekenhuis nu een instelling ge worden, waar die medische en ver pleegkundige hulp wordt geboden, die op geen andere wijze is te verwezen lijken, De ziekenhuizen zijn centra ge worden voor een geheel eigen me dische en verpleegkundige voorzie ning. De organisatie dreigt ingesteld te worden op de produktie, zoals in een bedrijf; diagnose en therapie wor den belangrijker dan de patiënt zelf, die als persoon op de achtergrond ge schoven dreigt te worden. De katholieke ziekenhuizen, aldus rector Sanders, hebben in deze tijd een belangrijk apostolaat te vervullen door volledig meegaande met de dyna mische ontwikkeling grote aandacht te besteden aan de geestelijke waadden, die in de ziekenverzorging gelegen zijn. De kern van de katholieke ziekenzorg blijft de deelname aan Christus' verlos singswerk. Maar zijn de katholieke ziekenhui zen werkelijk getuigenissen van de christelijke liefde? Ziet men in de pa tiënt steeds de medereiziger, op weg naar God? Velen zullen zich bij het be antwoorden van deze vragen op de borst moeten kloppen. Rector Sanders noem de een aantal concrete punten, die ver beterd zouden kunnen worden, en stelde hierbij voorop, dat het geheel een kwes tie van mentaliteit is, die moet spreken uit ieder woord en elke handeling. Op de eerste plaats is het nodig, de patiënt als mens te verzorgen. Uit zijn milieu gehaald, verkeert de patiënt in onzekerheid en angst en valt hij terug tot de irrationaliteit van het kind. Deze mens moet in gastvrijheid worden op gevangen. Belangrijk is het daarom, dat het ziekenhuis een gemeenschap vormt, een grote familie, waarin de patiënt rust vindt. Het ziekenhuis moet boven dien een werkgemeenschap zijn, waar in geen gespannen toestand mag heer sen in verband met sociale voorzie ningen e.d. Een belangrijke rol speelt de hoofdzuster, die de gastvrouw van haar afdeling moet zijn en in deze func tie haar patiënten moet verwelkomen. Kan men haar niet laten meespreken bij de aankleding van de afdeling? Zou den voorts de maaltijden niet met iets meer sfeer omgeven kunnen worden en iets meer keuze kunnen bieden? Rector Sanders pleitte in dit verband voor de invoering van een hoofd vein de huis houdelijke afdeling. Hij wees voorts op de belangrijke taak van de opname- zuster, die het eerste contact met de patiënt heeft en veel kan bijdragen tot een prettig entrée. Toen fabrieksarbeider S. uit Susteren donderdagavond thuis kwam, trof hij in de keuken van zijn woning zijn vrouw bewusteloos en zijn zoontje (een baby van vijf maanden) dood aan. Het onge luk is te wijten aan een gasvergiftiging, ontstaan door het defectraken van een brandende petroleumvergasser. De toe stand van de bewusteloze vrouw is re delijk wel. ZONDAG 30 december: zondag onder octaaf van Kerstmis; eigen mis; credo; pref. en commun. van Kerstmis; wit. MAANDAG: H. Silvester, paus-belijder; mis Si diligis; 2 geb. oct.; credo; pref. en commun. van Kerstmis; wit. DINSDAG; Besnijdenis van O. H. J. C.; eigen mis; credo; pref. en commun. van Kerstmis; wit. WOENSDAG: feest van Jezus' naam; eigen mis; credo; pref. van Kerstmis; wit. DONDERDAG: mis van dinsdag; pref. van Kerstmis; wit. VRIJDAG: als donderdag. ZATERDAG: mis van O. L. Vr. op zater dag; 2 geb. H, Telesphorus; pref. van O. L. Vr.; wit. ZONDAG 6 januari: feest van de ver schijning van O. H. J. C. ofwel Drie koningen; eigen mis; credo; eigen pref. en commun.; wit. 51 Een vierde raadselachtige verdwijning!!! Waar is Marjorie Vandervelde?? Aan de lugubere reeks, gevormd door de ver dwijning van achtereenvolgens oud-burgemees ter Patterson, de makelaar Matthew Burke en mejuffrouw Cathy Gray de eerste overleed op natuurlijke wijze, de tweede pleegde zelf moord en over de dood van de laatste hangt dank zij het stilzwijgen van inspecteur Brennan een waas van geheimzinnigheid aan deze lu gubere reeks dus is een nieuw mysterie toege voegd. Ondanks de weigering van de met het onderzoek der verdwijningen belaste inspecteur Brennan om ook maar één inlichting te verschaf fen die de sterk verontruste gemoederen van onze stadsbevolking zou kunnen kalmeren on danks deze weigering heeft de „Morning Post" aan de hand van mededelingen uit zeer betrouw bare bronnen de gebeurtenissen die aan de ver dwijning van Marjorie Varfdervelde voorafgingen nauwkeurig weten te reconstrueren. Wij aarzelen niet deze voorgeschiedenis hoogst merkwaardig te noemen! De lezer oordele zelf! De nu spoorloos verdwenen MarjoTie Vander velde, een 23-jarige jonge vrouw, die een op vallende aantrekkelijkheid paarde aan een bui tengewone intelligentie, was enkele jaren als verslaggeefster aan ons blad verbonden. Tot al le artikelen die reeds over de zaak Patterson- Burke-Gray geschreven zijn heeft zij zeer veel bijgedragen; een groot gedeelte van haar tijd besteedde zij dan ook aan het onderzoeken van deze zaak waarbij ZÜ gedreven werd door het verlangen de lezer een zo nauwkeurig en onpar tijdig mogelijke voorlichting te geven. Haar ver boven het gemiddelde liggende journalistieke prestaties en de goede betrekkingen die zij met al haar collega's zonder uitzondering onderhield, gaven haar de volle zekerheid van een grote carrière in een beroep, dat zij persoonlijk als een roeping beschouwde. Kort geleden nam zij volkomen onverwacht haar ontslag. De reden die zij daarvoor opgaf was dat zij zich niet langer kon verenigen met het door ons gevoerde redactionele beleid. Daarvan was echter nooit eerder ook maar iets gebleken! Integendeel! Was deze beslissing van Marjorie Vandervelde reeds vreemd te noemen haar verdere gedrag werpt nog meer vragen op. De dag na haar ontslag had zij in een klein restaurant in onze stad een onderhoud met een heer, welke ontmoeting niet tot volle tevreden heid van beide partijen scheen te verlopen. Enkele dagen daarna heeft zij het pension, waar zjj een kamer bewoonde, verlaten en sindsdien is zij daar niet teruggekeerd, hoewel het nooit haar gewoonte was een nacht weg te blijven zonder de pensionhoudster van te voren in kennis te stellen. Dat een jonge, zelfstandige vrouw met deze re gel breekt en haar eigen weg gaat, behoeft nog geen ongerustheid te wekken. Maar de zaak wordt enigszins ahders als men weet dat reeds één dag na het vertrek van Marjorie Vandervelde zich aan het pension twee heren vervoegden, die toegang eisten tot haar kamer en daar een uit gebreid onderzoek instelden. Die heren waren inspecteur Brennan en zijn as sistent Shane Nóg meer te denken geeft het feit dat Marjorie Vandervelde woonde in hetzelfde pension als de reeds eerder overleden en verdwenen Cathy Gray ja, dat de kamers van deze meisjes aan elkaar grensden! En wat de hierboven genoemde kleine scène in dat restaurant betreft: wij zouden nooit de in discretie hebben begaan dit ogenschijnlijk onbe langrijke voorval te vermelden als niet de heer, die daarbij een rol speelde, een goede oude be kende was. Die heer was namelijk inspecteur Thomas Brennan! Zeggen wij te veel als wij deze geschiedenis hoogst merkwaardig noemen? Is nu voor de be voegde autoriteiten niet het ogenblik aangebro ken tot het nemen van ingrijpende maatregelen? De onkreukbaarheid van inspecteur Brennan en zijn medewerkers staat voor ons boven alle twij fel, maar wèl vragen wij ons af of zijn falen in de hem opgelegde taak mag leiden tot een lang durig voortbestaan van deze angstwekkende si tuatie. Reeds eerder schreven wij: een demonische macht schijnt de heerschappij over onze stad te voeren. Wij schreven destijds ook: nu zijn het nog de doden, straks zijn het de levenden. De ge beurtenissen hebben ons nadien in het gelijk ge steld. Een van nature blijmoedige, levenslustige jonge vrouw is nu spoorloos verdwenen; een aantrekkelijke, intelligente vrouw met een grote toekomst. In welke duivelse handen is zij geval len? En wij durven ons dit bijna niet af te vragen leeft zij nog? De rjj groeit aan: Wilbur Patterson, Matthew Burke, Cathy Gray, Marjorie Vandervelde en... Welke naam zal hier binnen niet al te lange tijd ingevuld moeten worden. Zal het die zijn van uw man of uw zoon? Zal het de naam zijn van uw vrouw of uw dochter? Brennan smeet de krant van zich af. Hij dacht lang en diep na maar kon geen enkele uitdrukking meer vinden die bij benadering zijn stemming zou weergeven. Natuurlijk had dat beroerde wijf van een Flannigan tóch gekletst, al had hij haar op het hart gebonden haar mond dicht te houden. Hij vroeg zich alleen af hoe Allison bij haar terecht was ge komen. En die scène in dat Italiaanse restaurant was helemaal het toppunt! Ze moesten natuurlijk door iemand gezien zijn. Brennan zag er geen gat meer in. Hij wist dat hij zo langzamerhand de ge hele publieke opinie tegen zich had. Alleen een da verend succes zou hem nog kunnen redden. Alle andere maatregelen zouden zijn positie maar ver slechteren. (Wordt vervolgd) Er is nog tijd om een kerstplaat aan te kondigen, een bijzondere kerstplaat nog wel. Het is de 33 toeren Philips-langspeler B 07135 L, die joy to the world" heet en gewijd is aan een tiental kerstliederen, gezon gen door de negerzangeres en blues-vertolkster bij uitstek, Mahalia Jackson, Een prachtige kerstplaat. Niet eerder hoorden wij met zoveel diepe devotie en tegelijkertijd met zoveel jubelende vreugde het „Stille Nacht" zingen als Mahalia Jackson het doet en niet eerder boeiden en ontroerden haar magnifieke stemkwaliteiten, zo gaaf gecombineerd met haar warme, oprechte voordracht ons sterker en heviger dan m haar weldadige „O Come All Ye Faithful". En het zelfde kan worden gezegd van de andere kerstliederen, die ze zingt zoals byuoorbeeld „Little town of Betlehem" of „Sweet little Jesus-boy", waarbij de frasering van naar stem- en zeggingskarcht op en tegen het negroïde ritme zulk een wondere sfeer oproepen. Zeker, alle traditionele kerstgezangen waren en zijn en blijven mooi, maar intussen is dan toch deze plaat van Mahalia Jackson een verademing. Mahalia maakt de oudste kerstliederen helemaal nieuw, omdat zij die grote kunst verstaat en beheerst, "end. en zeggend de diepste gedachten en gevoelens op te roepen, die in de tekst van de liederen besloten liggen. Treffend is de foto, die op de hoes van deze plaat is afgedrukt. Zij typeert op voorname wvze de sublieme inhoud van deze ook technisch perfect verzorgde Philips-lang- speler. Het merk London komt met zijn langspeelplaat 33 toeren nr. HA- A2007 tegemoet aan de grote belangstelling, die in vele krin gen van muziekliefhebbers, bestaat voor de negro-spiritual. The Mari ners, een kwartet van twee blanken en twee negers, zingt er op deze plaat maar liefst zestien, waarbij ze steeds een langzame spiritual afwis selen met een vluggere en zo leven dig en vooral ook interessant en boeiend houden. De exclusieve kwa liteit van deze langspeler wordt in- The Mariners tussen op de eerste plaats bepaald door het eminente stemmenmateri- aal van „The Mariniers", een stem- menmateriaal, dat en kennelijk met grote liefde en toewijding is geschoold geworden in een bijzon der gevoelvolle schildering van de teksten van de spirituals. Het reper toire bevat de volgende liederen: Good news, Nobody knows the trou ble I see, Hand me down, Get on board, Steal away. The old ark's a'moverin, Let us break bread to gether, On that greay gettin' up mornin', Ezekiel saw the wheel, Swing low sweet chariot, Oh Mary don't you weep, Dry bones, Where you there, Climbin' up the moun tains, children, Live humble en No hidin- place. De stuwende begelei ding is voortreffelijk. De weergave van de plaat laat niets te wensen over. Technisch prima verzorgd en harmonisch gaaf, doch aan merkelijk minder realistisch dan de zang van de Mariniers, soms zelfs wat zoetig, klinken via de 33 toeren Fhilipsplaat B 07139 L de stemmen van het Norman Luboff Choir, ook al in negro-spirituals en verder in verscheidene Amerikaanse volkslied jes. „Down South" heet de plaat, die intussen toch echt wel de moei te van het beluisteren waard is, te meer waar zij dus een wel fleurige bloemlezing geeft van het Ameri kaanse folkloristische lied. De bege leiding is eenvoudig, doch wel illu stratief. De nummers op deze plaat: My old kentucky-home, I must walk that lonesome valley, Sweet Lorena, Salangadou, Nobody knows the trou ble i've seen, Kemo kimo, Deep ri ver, Carre me back to old Virginny, Tender love, Down in the valley. Swing low sweet chariot, The ballad of the boll weevil, Black is the color of my true love's hair, Un deux trois en Dixie. De weergave van de plaat is prima. By Philips is na het exquise 45 toerenplaatje nu ook een groot-formaat 33 toeren lang speler verschenen met „highlight", hoogtepunten uit Gershwins opera „Porgy and Bess", via welke bril jante plaat men een grote en tege lijkertijd grootse verscheidenheid van markante stemmen kan beluis- teren in de soli, duetten en meer stemmige fragmenten uit deze, niet zelden aangrijpende negeropera, aangrijpend om wat van de neger is: zijn (haar) natuurlijk acteertalent, al die afgewogen sfeer- en stemmings intonaties, waarvan zijn (haar) zangvermogen is doordesemd. Volle digheidshalve noemen wij de solisten Lawrence Winters (Porgy), Camilla Williams (Bess), Inez Matthews (Se rena), Avon Long (Sporting Life), Warren Coleman (Crown), June Mc Meelden (Clara), Helen Dowdy (Ma ria, Lily en Strawberry woman), Eddie Matthews (Jake), William A. Glover (Mingo), Irving Washington (Robbins), Harrison Cattenhead (Pe ter), J. Rosamund Johnson (Fra- zier), Sadie McGill (Annie), George Fischer (Jim), Hubert Dilworth (Un dertaker), Ray Yeafs (Nelson, Crab man), Robert Carrol (mr. Archdale), George Mattews (Detective) en Peter van Zant (Politieman). Het koor en het orkest staan onder lei ding van Lehman Engel. De produk tie is van Goddard Lieberson. De plaat heeft het nummer S 04513 L. Over naar de amusementsmuziek. Op de eerste plaats dan: de feestplaat van de Ramblers, door Philips uitgebracht onder nr. P 13008 R bij gelegenheid van het dertig jarig bestaan van het orkest. Theo Uden Masman zwaait de scep ter uiteraard en even uiter aard hebben aan deze plaat mee gewerkt Marcel Thielemans en Ja- nie Bron. Voorts draagt het publiek dat bij deze zaalopname alle „hits" uit de geschiedenis van de Ramblers naarstig meezingt zijn steentje tot de algemene feestvreugde bij. Feest- plaatje dus voor een feestavondje. En dan dus maar zingen van: Over 25 jaar. Zij zong zo mooi de tweede stem, 'k Heb maling aan geld, De Ramblers gaan naar Artis, Mijnheer de baron is niet thuis. Dag schatte- boutje, Het boemeltje van Purmer- end, Thea, Wie is Loesje, M'n schoon papa, Onze harmonie, die heeft de eerste prijs, Oh mama, Sara, Maria de Bahia, Zeeman o zeeman, Bij de oude watermolen, Ik kom een uurtje later, Hij wel, Nee nee nee, Made moiselle, Het meisje uit mijn dorp je, Dertigste Mei en Oh, wat ben je mooi. Een voor de liefhebbers plezierig Ramblers-plaatje, waarbij men waar voor zijn geld krijgt. Op Philips 33 toerenplaat nr B 10171 L zijn onder de titel „Con tinental Juke Box" populaire nummers van de laatste tijd en een paar oude getrouwen samengegroefd tot een gevarieerd en plezierig ge heel. Het is een plaat voor elk wat wils geworden. De liefhebber van het Franse chanson kan er het „Pia no du pauvre" uit lichten, diegenen, die de jongste „hit" prefereert vatte „The great pretender", hij(zij), die van het romantische muziekje houdt, kan terecht bij „The Cuckoo-Waltz" en zo verder. Achtereenvolgens laat deze veelzijdige langspeler horen: Dungaree Doll (The Bee Bee Sisters) Worm-eaten (orkest Svend Asmus- sen), Boccadi Rosa (Lina Lancia met orkest van Franco Riva), Koek- koekwals (Ove Sopp met ritmische begeleiding), Vino vino (John Paris met orkestrale begeleiding), Picco- lino (Ray Collignon), Malaguena (Trio Los Paraguayos), Gelsomina (Michel Legrand en zijn orkest), The great pretender (Bert Visser met koor en orkest), The tender trap (Patti Lewis met orkest van Wally Stott), Le piano du pauvre (Patachou met orkest van Michel Legrand) en River Song (Willy Berking en zjjn orkest met trompetsolo van Horst Fischer). Muzikaal en vocaal staat deze plaat op een behoorlijk peil. De „Five o'clock tea"-platen van Philips (33 toeren) hebben er weer een „zusje" bij gekregen, namelijk nummer 6 (P 13017 R). Tom Erich en zijn solisten spelen vlot en soepel en in zeer beschaafde toonkleurtjes de volgende luister- en dansnummers: When the saints go marchin' in, Lisbon antigua, Blue moon, Easter parade, Arrivederci Roma, Memories are made of this, September song, Love me or leave me. You're driving me crazy. Love and marriage, Liebe ist ja nur ein Marchen, Hold me, Dancing with tears in my eyes, Labeille et le pa- pillon, The nearness of you, Dream, Eine Insel aus Traumen geboren, Sing a song of sunbeams, Jolie Jac queline, Stumbling, Cheek to cheek, Te voyo benn, Shuffle off to Buffalo en Au revoir. Een uitvoerig repertoi re dus van graag gehoorde melodieën. Bijzonder geschikte plaat ook, wan neer men behoefte heeft aan een on bezorgd achtergrond-muziekje. Juffrouw „Texas Kitty" zingt van de prairie en van alles, wat daar bij hoort via de Philips 33 toeren plaat P 13020 R, terwijl het orkest van Jan Corduwener daarbij 'n wild westmuziekje presenteert, dat het een Ueve lust is. De plaat galoppeert van het ene nummer in het andere, voortgestuwd door croonende viool klanken en het pittig snaargetokkel van banjo's en gitaren. Soms schreeuwt Kitty wel een beetje dat hoort er nu eenmaal bij als je tussen de wilde buffels bent opge voed doch een andere keer, als de kampvuren branden gaan, weet ze met evenveel gemak aan haar stem romantische en weemoedige accen tjes te geven. De plaat vermeldt: Just a little lovin', New mule skin ners blues, My sweet love ain't a- round, My love for you, I don't care, The mule train yodel blues, After dark en My old grey car. teletypeband mh- vb alg volksmuziek (aansluiten bij zwarte schijven onder apart kopje) Uit de rijke verscheidenheid van onze al dan niet gewijde vader landse liederen en kleurrijke volkswijsjes is een bloemlezing ver zameld op de 33 toeren Philipsplaat S 06055 R. De ene zijde van de plaat vermeldt een negental gedenckklan- cken van Valerius, o.a. Wilt heden nu treden, O heer die daer des he mels tente spreyt en Merck toch hoe sterek; de andere zijde is gewijd aan populaire volks- en streeklied- jes zoals: Daar was e wuf die spon, Zeg kwezelken wilde gij dansen, Ain boer wol noa zien noaber tou, Schoon lieveken en Skotse trye. De zang wordt vierstemmig en a capelle uit gevoerd door het Nederlands Kamer koor onder leiding van Felix de No bel, die voor de werkjes van het programma op deze plaat speciale arrangementen schreef. Zeer ver dienstelijke arrangementen, die het stemmenmateriaal van het Kamer koor alle ruimte hebben gegeven tot evenwichtige en rijk gevarieerde wisselende- en samenzang, gevari eerd ook en treffend in de accenten, waarmee aan de schildering van de teksten extra kleurrijke tintjes zijn gegeven. Er wordt met een aanste kelijk plezier gezongen en er wordt bijzonder goed gezongen, gediscipli neerd en met een geschoolde zin voor een juiste, vaak zeer gevoel volle voordracht. FRÉDÉRIC mm

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1956 | | pagina 7