„Zoals de boom valt,
zo blijft hij liggen
Kostendekkende tarieven voor alle
ziekenhuizen enig uitgangspunt"
Kapitaalsvoorsiening moeilijk
Naar reorganisatie van het
Georganiseerd Overleg
Lichte muziek op
zwarte schijven
Volksmuziek
Eerste kennismaking met de zee
Nieuwjaarsgedachten
en
Kribbe en Kruis
Wanhopige strijd
om kudde te
behouden
J
VF.RENIGTNG VAN KATHOLIEKE ZIEKENHUIZEN
ZATERDAG 29 DECEMBER 1956
PAGINA 7
-
NA REGELING ONDERWIJZERSSALARISSEN
Ongewapende Laplander
vecht twee etmalen
tegen vier Lynxen
GASVERGIFTIGING
TE SUSTEREN
Liturgische weekkalender
D
O
O
R
C. BAUER
Met een zekere laatdunkendheid
heeft men de Nieuwjaarsviering
wel eens een typisch burgerlijke
fictie genoemd, die de mensen bij de
jaarwisseling sentimenteel stemt en
doet wensen, dat zij het in de eerst
volgende drie honderd vijf en zestig
dagen in ieder geval niet slechter zullen
krijgen dan zij het in het afgelopen jaar
hebben gehad. Wij kunnen het daarmee
niet helemaal eens zijn, omdat men
strikt genomen toch niet anders mag
verwachten. Ieder mens streeft immers
van nature naar verbetering van zijn
positie dat is trouwens niet alleen
zijn goed recht maar ook zijn plicht
en bovendien verwachten of hopen wij
van de toekomst meer voldoening en
warmer geluk dan het verleden ons ge
schonken heeft. Dat weten wij van ons
zelf en wij nemen aan, dat het met an
deren evenzo gesteld is.
De jaarwisseling
betekent in ons f
leven een mijl
paal, een rust
punt, waar wij
even stilstaan en,
ondanks ons zelf,
onze gedachten
laten gaan over
wat achter ons
ligt. De veronder
stelling lijkt niet
overdreven, dat
op geen dag van het jaar de mens
heid als geheel zij het dan ook
slechts voor enkele ogenblikken
met stille weemoed, in innerlijke
onrust of ernstige zelfbezinnnig zich
zo onweerstaanbaar geconfronteerd
'voelt met de onverbiddelijke verganke
lijkheid van het leven.
In de gelukwensen voor het nieuwe
Jaar voelt men dan ook iets doorklinken
van een zeker lotgenootschap, of, zui
verder gezien, van een gevoel van al
gemene broederschap, dat op andere
ogenblikken zo hopeloos zoek is. Op
Nieuwjaarsdag komt er een opgewekt
heid, een universele welwillendheid over
de mensen, die een uitlaat vindt in de
royaal gegeven handdrukken en de vele
malen kwistig rondgestrooide woorden:
moge het nieuwe jaar u alle goeds
brengen.
Nieuwjaarsdag stemt inderdaad tot
bezinning. En al is dan de geest van
de tijd weinig geneigd tot eerlijk na
denken over de „bittere ernst" van het
leven, al tracht de grote massa ook
ieder dóórdenken op dit onplezierig pro
bleem te ontvluchten in luidruchtig en
oppervlakkig vermaak, dat verandert
niet het minst aan de harde werkelijk
heid, die, altijd en overal in en om
ons, door geen onverschilligheid of ver
loochening weg te werken is. Vroeg of
laat, maar onfeilbaar zeker, staat ieder
mens eens aan het einde van zijn leven
en daarmee tevens voor de onontkoom
bare, strikt objectieve beoordeling van
de wijze, waarop hij dat leven heeft
doorgebracht. En wel in het allesont-
hullende licht van Gods alwetendheid,
die de maatstaven aanlegt van de enige
werkelijkheid: de eeuwigheid. Hoe re-
eel en belangrijk hier op aarde vreugde
en leed. armoede en rijkdom, in één
woord: het leven ons ook moge voor
komen, op het moment van intreden in
de eeuwigheid zien wij de juiste ver
houdingen klaar en duidelijk. Maar deze
bedenkelijk korte proeftijd van ons aard.
se leven zal dan tegelijkertijd in al zijn
huiveringwekkende gewichtigheid voor
ons staan. Want „zoals de boom valt,
zo blijft hij liggen".
Voor honderdduizenden mensen is dit
nieuwe jaar het laatste. Voor honderd
duizenden brengt 1957 de grote, de
enig-belangrijke, want eeuwig-onherroe
pelijke beslissing. Horen wij, U en ik,
daarbij? Niemand kent dag en uur. De
dood komt „als een dief in de nacht".
Hij, Die dan onze Rechter zal zijn,
heeft alleen gezegd: „Weest bereid
leder ogenblik".
De wereld noemt zulke gedachten op
Nieuwjaarsdag somber en schuift ze
als pr'etbedervers op zij. De waarheid
ls, dat ze getuigen van echte werkelijk
heidszin, van eerlijke levensmoed en het
juiste verantwoordelijkheidsbesef. Met
struisvogelpolitiek is niemand gediend.
"Wie deze bedrijft, pleegt het noodlottig-
ste zelfbedrog, dat denkbaar is.
Een gelovig Christen kan niet on
nadenkend aan de eerste dag van
het nieuwe jaar voorbij gaan. Hp
beschikt over alle nodige gegevens voor
een diepe bezinning op het leven. De
goddelijke openbaring heeft hem de ze
kerheid geschonken over het waarvan
daan het waarom en het waarheen van
het ie ven. Hij gaat daarenboven het
nieuwe jaar in onder de nog levendige
indrukken van het grote Kerstwonder.
Nieuwjaar is in de liturgie de oktaaf-
dag van Kerstmis. De acht dagen, sinds
de geboorte van de Verlosser zijn zo
overstelpend rijk aan lering over onze
juiste levenshouding, dat het onmoge
lijk is aandachtig de kerkelijke plech
tigheden te volgen zonder zich tegelijk
diep bewust te worden van zijn voor
naamste levenstaak. De verlosser der
wereld is tevens de grote Leraar, die
de mensheid onomwonden en precies is
komen vertellen wat omtrent wezen en
doel van het leven nog in het duister
lag. En het voornaamste daarvan is
wel, dat Zijn leer, het Christendom, geen
garantie inhoudt voor een gemakkelijk
en zorgenvrij leventje. Integendeel, het
leven is een strijd en daarom zo bitter
ernstig, omdat het beslissend is voor
de eeuwigheid. Daarom is de kribbe
ook allesbehalve een reden tot idylli
sche ontroering. Kribbe, Kruis, Verrij
zenis, Hemelvaart, Pinksteren en laat
ste oordeel zijn één en Oonscheidbaar.
Kribbe en oordeelsdag vormen het be-
loftenrijk begin en het glorieuze einde
van Christus' verlossingswerk. De na
volging van Christus leidt over de weg
van het kruis.
Het heeft dan ook een diepe beteke
nis, dat de liturgie, direct al op de
tweede Kerstdag, die toch nog geheel
beheerst wordt door de vreugde om de
geboren Verlosser, het feest viert van
de eerste martelaar Stephanus en twee
dagen later de kindermoord te Bethle
hem herdenkt, waarvan de onschuldige
slachtoffers voor de Zaligmaker hun le
ven gaven. En daartussen in straalt
de gedachtenis van de Apostel der Lief
de: St.-Jan. De oktaafdag zelf, de eer
ste dag van het jaar, herinnert ons aan
de besnijdenis des Heren, door welke
bewonderenswaardige onderwerping aan
de Joodse wet Jesus ons een voorbeeld
heeft willen geven van gehoorzaamheid.
Want volgens de Joodse eredienst was
de besnijdenis een voorschrift van de
Wet, waardoor symbolisch de absolute
afhankelijkheid van de Schepper werd
verbeeld. Liefde, onderwerping aan God
en offerzin voor het geloof, dat is het
wat de kerk ons aanstonds na de komst
van de Verlosser over Zijn leer op het
hart drukt. Goed beschouwd is ons le
ven daarmee ten voeten uitgetekend.
Deze gedachten behoren dan ook al
onze aandacht te hebben op de eerste
dag van 't nieuwe jaar. Alléén wat ons
nader kan brengen tot ons eigenlijke
levensdoel is van belang. Daarom moe
ten wij ook als trouwe volgelingen van
Christus het nieuwe jaar ingaan met het
vaste voornemen onze hoogste belan
gen beter te behartigen dan tot nu toe.
Het nieuwe jaar is een grote gave
Gods. Een verlenging van de kans voor
de eeuwigheid te werken. Maar daar
door tevens een verhoging van onze ver
antwoordelijkheid.
Het diepe besef van de zin van het
leven, van onze geweldige verantwoor
delijkheid jegens God en onze eigen toe
komst, en het heilige voornemen alle
door Gods goedheid ons ter beschikking
gestelde bovennatuurlijke genademidde
len zoveel en zo goed mogelijk uit de
buiten, dat is de ware gesteltenis,
waarmee een Christen het nieuwe jaar
begint. Dat is dan ook de rijke inhoud
van onze oprechte wens voor u allen:
een waarlijk gezegend Nieuwjaar.
o .V-WW/W
1 fe
4
Een groep Hongaarse meisjes, die op het ogenblik ondergebracht zijn in Bennekom, brachten vrijdag tijdens een uit
stapje naar Rotterdam een bezoek aan Scheveningen. Voor al deze meisjes was het de eerste maal, dat zij de zee in
werkelijkheid aanschouwden. Er werd al direct - naar schelpen gezocht.
„Kostendekkende tarieven voor alle
ziekenhuizen, dus ook voor de nieuw te
bouwen ziekenhuizen, zonder subsidië
ring van overheidswege, moeten onder
de huidige tijdsomstandigheden het juis
te uitgangspunt vormen voor een gezond
ziekenhuisbeleid. In gezonde eco
nomische verhoudingen moet een zie
kenhuis, dat voor een niet onbelangrijk
deel in de economische sfeer ligt, zich
kunnen bedruipen". Deze opmerking
maakte de heer Jos Maenen, voorzit
ter van de Vereniging van Katholieke
Ziekenhuizen, tijdens de vrijdag te
Utrecht gehouden jaarvergadering.
De voorzitter wees er op, dat het aan
trekken van kapitaal de ziekenhuizen
voor ernstige moeilijkheden stelt. Mede
door de prijsbeheersing, die de verple-
gingstarievcn aan banden legt,
moet steeds meer gebruik gemaakt
worden van de rijksfinancierings-
regeling, welke zowel een garantie voor
rente en aflossing van het Onrendabele
Een Zweedse Laplander heeft een
Kerstmis beleefd die hem heugen zal.
Bij een temperatuur van 30 graden on
der nul is hij bijna twee etmalen zonder
wapens in actie geweest tegen vier
lynxen die zijn kudde van 300 rendie
ren belaagden. De 20-jarige Per Gustav
Walkaepae is thans volledig uitgeput
in 't afgelegen gehucht Liilsele ten noor
den van de Poolcirkel aangekomen, na
een strijd van 42 uur tegen de lynxen.
HU kwam hulp vragen om te verhin
deren dat zijn kudde door de lynxen ge
dood wordt cn onmiddellijk is een ge
wapende groep jagers de wildernis in
getrokken om de dieren op te sporen.
Walkaepae vertelde dat zijn rendie
ren op de ochtend van kerstdag dooi
de lynxen werden aangevallen, toen hij
de kudde naar het nabij Liilsele gelegen
kamp dreef. Dag en nacht zette de
jonge laplander de lynxen na, tever
geefs trachtend ze met zijn skistokken
te doden. En steeds kwamen de bees
ten terug en probeerden ze de rendie
ren opnieuw aan te vallen.
Nadat hij het ruim twee dagen zon
der slaap en voedsel had moeten stellen,
gaf Walkaepae tenslotte de ongelijke
strijd op en ging hij op zijn skis naar
Lillseje om hulp te halen. Gevreesd
wordt echter dat de lynxen heel wat
rendieren gedood zullen hebben voor de
jagers de kudde gevonden hebben.
Frankrijk - Een inwoner van Rennes,
een zekere Jean Judin, heeft tijdens
zün Kerstmaaltijd in een oester een
gouden Louis uit 1859 aangetroffen.
(Rtr.)
(Van onze Haagse redacteur)
Sedert geruime tijd is er een nieuwe
opzet in de pen voor het Georganiseerd
Overleg in onderwijszaken. Het begint
er thans naar uit te zien, dat deze
reorganisatie binnen afzienbare tijd
haar beslag zal kunnen krijgen. Het be
zwaar bij de huidige regeling is, dat de
salarisbesprekingen voor b.v. het L.O.,
het Nijverheidsonderwijs en het V.H.M.
O. los van elkander worden gevoerd.
De salarissen van de leerkrachten bij
de verschillende takken van onderwijs
worden aldus niet voldoende op elkaar
afgestemd. Bjj herhaling is dan ook
uitgesproken laatstelijk door minis
ter Cals in het begrotingsdebat dat
het wenselijk zou zijn, dat er één com
missie van overleg voor het gehele on
derwijs tot stand komt.
De desbetreffenle voorstellen van de
regering houden in de vorming van
een algemene overlegcommissie met
daarbij zes bijzondere commissies, na
melijk voor het Kleuteronderwijs, het
L.O., het N.O., het Land- en Tuinbouw
onderwijs, het V.H.M.O. en de Kweek
school. Bij deze opzet zou men tot
een betere coördinatie kunnen komen.
Het geheel mondt uit in de Centrale
Commissie van Overleg, waarin de
verschillende centrales van overheids
personeel zitting hebben.
De voorgestelde reorganisatie heeft de
instemming van de Algemene Neder
landse Onderwijzers Federatie. Dit
bleek nog eens indirect toen deze aan
gelegenheid donderdag ter sprake
kwam op de Algemene vergadering van
de Nederlandse Onderwijzersvereniging.
Alleen willen de onderwijzersorganisa
ties niet met de nieuwe opzet begin
nen voor de hangende kwestie van hun
salarissen afgehandeld is. Dit niet om
dat zij, zoals het wel eens geformuleerd
is, eerst de buit binnen willen halen,
doch omdat zij na de langdurige misère
met hun salarissen niet bij hun leden
menen te kunnen aankomen met de
mededeling, dat deze zaak nu weer aan
een nieuw overleg wordt toevertrouwd.
In de kring van de leraren heeft men
toen deze zaak voor het eerst op het
tapijt kwam direct ernstige bezwaren
tegen het plan geuit. De leraren toon
den zich beducht, dat zij door hun ge
ringere getalsterkte de specifieke be
langen van het V.H.M.O. in één over
legcommissie voor het gehele onder
wijs niet voldoende tot gelding zouden
kunnen brengen. Men meende boven
dien, dat de verschillende ambtenaren,
die aan de besprekingen deelnemen,
ook bij de bestaande regeling wel een
betere coördinatie zouden kunnen be
werkstelligen. De Raad van Leraren was
verder van oordeel, dat men pas van
een werkelijk algemene onderwijscom
missie zou kunnen spreken als ook het
Hoger Onderwijs bij de nieuwe opzet
betrokken werd.
Deze laatste gedachte is niet overge
nomen, maar wel schijnen in de jongste
plannen enkele andere (voor de leraren
scherpe kantjes nu toch wat te zijn bij
geslepen. Wanneer de wezenlijke beslis
singen toch voorbehouden blijven aan
de sub-commissie voor het V.H.M.O. zijn
de leraren wel bereid met de nieuwe
opzet in zee te gaan.
deel van het bouwkapitaal als een hier
uit voortvloeiende jaarlijkse bijdrage in
de exploitatiekosten inhoudt. Wanneer
de overheid bijdraagt in een exploitatie
tekort, ligt het voor de hand, dat zij
zal trachten dit tekort zo klein mogelijk
te houden, met als gevolg een voort
durende controle op de exploitatie en
eventueel medezeggenschap in het be
stuursbeleid.
Door de rijksbijdrage worden de ver-
pleegprijzen weliswaar gedrukt, doch
men kan zich afvragen, aldus de heer
Maenen, of de bijdrage inderdaad
van groot belang is. Voor 1957 is een
miljoen gulden uitgetrokken, welk be
drag in de komende jaren misschien
tot drie vier miljoen gulden zal
stijgen. Relatief gezien is dit bedrag
betrekkelijk klein, in aanmerking ge
nomen, dat de jaarlijkse inkomsten
van de ziekenhuizen rond 250 miljoen
gulden belopen.
Met verwijzing naar de steeds gro
tere onderbezetting van de sanatoria be
nadrukte de voorzitter, dat de sanatoria
zich op dit ernstige probleem moeten
bezinnen welke wegen gevolgd moeten
worden. Sanatoria, die niet beschik
ken over de uitgebreide outillage, welke
voor een goede behandeling nodig is,
moeten hun voortbestaan niet rekken
omwille van hun voortbestaan, ten koste
van de patiënten.
Tijdens de huishoudelijke ochtend
vergadering werd besloten tot nauwere
samenwerking met de vereniging van
r.-k. instellingen voor verpleging en be
handeling van geestelijk gestoorden,
welke samenwerking zal bestaan uit het
gemeenschappelijk gebruik van het bu
reau van de vereniging van Katholieke
Ziekenhuizen te Den Haag. Hiermede
wordt een wens van het Episcopaat ver
vuld, aldus mgr. C. Venings, vicaris-
generaal van de aartsbisschop, die in
de namiddag als geestelijk adviseur een
kort woord sprak.
De secretaris van de vereniging,
rector A. A. M. Sanders, hield een
inleiding over de gastvrijheid in het
«iekenhuis, waarin hij o.m. betoogde
gelijk hij in het jaarverslag gedaan
had dat de functie van het zieken
huis veranderd is. Aanvankelijk meer
op verpleging en verzorging ingesteld,
is het ziekenhuis nu een instelling ge
worden, waar die medische en ver
pleegkundige hulp wordt geboden, die
op geen andere wijze is te verwezen
lijken, De ziekenhuizen zijn centra ge
worden voor een geheel eigen me
dische en verpleegkundige voorzie
ning. De organisatie dreigt ingesteld
te worden op de produktie, zoals in
een bedrijf; diagnose en therapie wor
den belangrijker dan de patiënt zelf,
die als persoon op de achtergrond ge
schoven dreigt te worden.
De katholieke ziekenhuizen, aldus
rector Sanders, hebben in deze tijd een
belangrijk apostolaat te vervullen door
volledig meegaande met de dyna
mische ontwikkeling grote aandacht
te besteden aan de geestelijke waadden,
die in de ziekenverzorging gelegen zijn.
De kern van de katholieke ziekenzorg
blijft de deelname aan Christus' verlos
singswerk.
Maar zijn de katholieke ziekenhui
zen werkelijk getuigenissen van de
christelijke liefde? Ziet men in de pa
tiënt steeds de medereiziger, op weg
naar God? Velen zullen zich bij het be
antwoorden van deze vragen op de borst
moeten kloppen. Rector Sanders noem
de een aantal concrete punten, die ver
beterd zouden kunnen worden, en stelde
hierbij voorop, dat het geheel een kwes
tie van mentaliteit is, die moet spreken
uit ieder woord en elke handeling.
Op de eerste plaats is het nodig,
de patiënt als mens te verzorgen. Uit
zijn milieu gehaald, verkeert de patiënt
in onzekerheid en angst en valt hij terug
tot de irrationaliteit van het kind. Deze
mens moet in gastvrijheid worden op
gevangen. Belangrijk is het daarom, dat
het ziekenhuis een gemeenschap vormt,
een grote familie, waarin de patiënt
rust vindt. Het ziekenhuis moet boven
dien een werkgemeenschap zijn, waar
in geen gespannen toestand mag heer
sen in verband met sociale voorzie
ningen e.d. Een belangrijke rol speelt
de hoofdzuster, die de gastvrouw van
haar afdeling moet zijn en in deze func
tie haar patiënten moet verwelkomen.
Kan men haar niet laten meespreken
bij de aankleding van de afdeling? Zou
den voorts de maaltijden niet met iets
meer sfeer omgeven kunnen worden en
iets meer keuze kunnen bieden? Rector
Sanders pleitte in dit verband voor de
invoering van een hoofd vein de huis
houdelijke afdeling. Hij wees voorts op
de belangrijke taak van de opname-
zuster, die het eerste contact met de
patiënt heeft en veel kan bijdragen tot
een prettig entrée.
Toen fabrieksarbeider S. uit Susteren
donderdagavond thuis kwam, trof hij in
de keuken van zijn woning zijn vrouw
bewusteloos en zijn zoontje (een baby
van vijf maanden) dood aan. Het onge
luk is te wijten aan een gasvergiftiging,
ontstaan door het defectraken van een
brandende petroleumvergasser. De toe
stand van de bewusteloze vrouw is re
delijk wel.
ZONDAG 30 december: zondag onder
octaaf van Kerstmis; eigen mis; credo;
pref. en commun. van Kerstmis; wit.
MAANDAG: H. Silvester, paus-belijder;
mis Si diligis; 2 geb. oct.; credo; pref.
en commun. van Kerstmis; wit.
DINSDAG; Besnijdenis van O. H. J. C.;
eigen mis; credo; pref. en commun. van
Kerstmis; wit.
WOENSDAG: feest van Jezus' naam;
eigen mis; credo; pref. van Kerstmis;
wit.
DONDERDAG: mis van dinsdag; pref.
van Kerstmis; wit.
VRIJDAG: als donderdag.
ZATERDAG: mis van O. L. Vr. op zater
dag; 2 geb. H, Telesphorus; pref. van
O. L. Vr.; wit.
ZONDAG 6 januari: feest van de ver
schijning van O. H. J. C. ofwel Drie
koningen; eigen mis; credo; eigen pref.
en commun.; wit.
51
Een vierde raadselachtige verdwijning!!!
Waar is Marjorie Vandervelde??
Aan de lugubere reeks, gevormd door de ver
dwijning van achtereenvolgens oud-burgemees
ter Patterson, de makelaar Matthew Burke en
mejuffrouw Cathy Gray de eerste overleed
op natuurlijke wijze, de tweede pleegde zelf
moord en over de dood van de laatste hangt
dank zij het stilzwijgen van inspecteur Brennan
een waas van geheimzinnigheid aan deze lu
gubere reeks dus is een nieuw mysterie toege
voegd. Ondanks de weigering van de met het
onderzoek der verdwijningen belaste inspecteur
Brennan om ook maar één inlichting te verschaf
fen die de sterk verontruste gemoederen van
onze stadsbevolking zou kunnen kalmeren on
danks deze weigering heeft de „Morning Post"
aan de hand van mededelingen uit zeer betrouw
bare bronnen de gebeurtenissen die aan de ver
dwijning van Marjorie Varfdervelde voorafgingen
nauwkeurig weten te reconstrueren.
Wij aarzelen niet deze voorgeschiedenis hoogst
merkwaardig te noemen!
De lezer oordele zelf!
De nu spoorloos verdwenen MarjoTie Vander
velde, een 23-jarige jonge vrouw, die een op
vallende aantrekkelijkheid paarde aan een bui
tengewone intelligentie, was enkele jaren als
verslaggeefster aan ons blad verbonden. Tot al
le artikelen die reeds over de zaak Patterson-
Burke-Gray geschreven zijn heeft zij zeer veel
bijgedragen; een groot gedeelte van haar tijd
besteedde zij dan ook aan het onderzoeken van
deze zaak waarbij ZÜ gedreven werd door het
verlangen de lezer een zo nauwkeurig en onpar
tijdig mogelijke voorlichting te geven. Haar ver
boven het gemiddelde liggende journalistieke
prestaties en de goede betrekkingen die zij met
al haar collega's zonder uitzondering onderhield,
gaven haar de volle zekerheid van een grote
carrière in een beroep, dat zij persoonlijk als
een roeping beschouwde.
Kort geleden nam zij volkomen onverwacht haar
ontslag. De reden die zij daarvoor opgaf was
dat zij zich niet langer kon verenigen met het
door ons gevoerde redactionele beleid. Daarvan
was echter nooit eerder ook maar iets gebleken!
Integendeel! Was deze beslissing van Marjorie
Vandervelde reeds vreemd te noemen haar
verdere gedrag werpt nog meer vragen op.
De dag na haar ontslag had zij in een klein
restaurant in onze stad een onderhoud met een
heer, welke ontmoeting niet tot volle tevreden
heid van beide partijen scheen te verlopen.
Enkele dagen daarna heeft zij het pension, waar
zjj een kamer bewoonde, verlaten en sindsdien is
zij daar niet teruggekeerd, hoewel het nooit haar
gewoonte was een nacht weg te blijven zonder
de pensionhoudster van te voren in kennis te
stellen.
Dat een jonge, zelfstandige vrouw met deze re
gel breekt en haar eigen weg gaat, behoeft nog
geen ongerustheid te wekken. Maar de zaak
wordt enigszins ahders als men weet dat reeds één
dag na het vertrek van Marjorie Vandervelde
zich aan het pension twee heren vervoegden, die
toegang eisten tot haar kamer en daar een uit
gebreid onderzoek instelden.
Die heren waren inspecteur Brennan en zijn as
sistent Shane
Nóg meer te denken geeft het feit dat Marjorie
Vandervelde woonde in hetzelfde pension als de
reeds eerder overleden en verdwenen Cathy
Gray ja, dat de kamers van deze meisjes
aan elkaar grensden!
En wat de hierboven genoemde kleine scène in
dat restaurant betreft: wij zouden nooit de in
discretie hebben begaan dit ogenschijnlijk onbe
langrijke voorval te vermelden als niet de heer,
die daarbij een rol speelde, een goede oude be
kende was. Die heer was namelijk inspecteur
Thomas Brennan!
Zeggen wij te veel als wij deze geschiedenis
hoogst merkwaardig noemen? Is nu voor de be
voegde autoriteiten niet het ogenblik aangebro
ken tot het nemen van ingrijpende maatregelen?
De onkreukbaarheid van inspecteur Brennan en
zijn medewerkers staat voor ons boven alle twij
fel, maar wèl vragen wij ons af of zijn falen in
de hem opgelegde taak mag leiden tot een lang
durig voortbestaan van deze angstwekkende si
tuatie.
Reeds eerder schreven wij: een demonische
macht schijnt de heerschappij over onze stad
te voeren. Wij schreven destijds ook: nu zijn het
nog de doden, straks zijn het de levenden. De ge
beurtenissen hebben ons nadien in het gelijk ge
steld. Een van nature blijmoedige, levenslustige
jonge vrouw is nu spoorloos verdwenen; een
aantrekkelijke, intelligente vrouw met een grote
toekomst. In welke duivelse handen is zij geval
len? En wij durven ons dit bijna niet af te
vragen leeft zij nog?
De rjj groeit aan: Wilbur Patterson, Matthew
Burke, Cathy Gray, Marjorie Vandervelde en...
Welke naam zal hier binnen niet al te lange tijd
ingevuld moeten worden. Zal het die zijn van uw
man of uw zoon? Zal het de naam zijn van uw
vrouw of uw dochter?
Brennan smeet de krant van zich af. Hij dacht
lang en diep na maar kon geen enkele uitdrukking
meer vinden die bij benadering zijn stemming zou
weergeven. Natuurlijk had dat beroerde wijf van een
Flannigan tóch gekletst, al had hij haar op het
hart gebonden haar mond dicht te houden. Hij vroeg
zich alleen af hoe Allison bij haar terecht was ge
komen. En die scène in dat Italiaanse restaurant
was helemaal het toppunt! Ze moesten natuurlijk
door iemand gezien zijn. Brennan zag er geen gat
meer in. Hij wist dat hij zo langzamerhand de ge
hele publieke opinie tegen zich had. Alleen een da
verend succes zou hem nog kunnen redden. Alle
andere maatregelen zouden zijn positie maar ver
slechteren.
(Wordt vervolgd)
Er is nog tijd om een kerstplaat aan te kondigen, een bijzondere
kerstplaat nog wel. Het is de 33 toeren Philips-langspeler B 07135 L, die
joy to the world" heet en gewijd is aan een tiental kerstliederen, gezon
gen door de negerzangeres en blues-vertolkster bij uitstek, Mahalia
Jackson, Een prachtige kerstplaat. Niet eerder hoorden wij met zoveel
diepe devotie en tegelijkertijd met zoveel jubelende vreugde het „Stille
Nacht" zingen als Mahalia Jackson het doet en niet eerder boeiden en
ontroerden haar magnifieke stemkwaliteiten, zo gaaf gecombineerd met
haar warme, oprechte voordracht ons sterker en heviger dan m haar
weldadige „O Come All Ye Faithful". En het zelfde kan worden gezegd
van de andere kerstliederen, die ze zingt zoals byuoorbeeld „Little
town of Betlehem" of „Sweet little Jesus-boy", waarbij de frasering van
naar stem- en zeggingskarcht op en tegen het negroïde ritme zulk een
wondere sfeer oproepen. Zeker, alle traditionele kerstgezangen waren
en zijn en blijven mooi, maar intussen is dan toch deze plaat van
Mahalia Jackson een verademing. Mahalia maakt de oudste kerstliederen
helemaal nieuw, omdat zij die grote kunst verstaat en beheerst, "end.
en zeggend de diepste gedachten en gevoelens op te roepen, die in de
tekst van de liederen besloten liggen. Treffend is de foto, die op de hoes
van deze plaat is afgedrukt. Zij typeert op voorname wvze de sublieme
inhoud van deze ook technisch perfect verzorgde Philips-lang-
speler.
Het merk London komt met zijn
langspeelplaat 33 toeren nr.
HA- A2007 tegemoet aan de
grote belangstelling, die in vele krin
gen van muziekliefhebbers, bestaat
voor de negro-spiritual. The Mari
ners, een kwartet van twee blanken
en twee negers, zingt er op deze
plaat maar liefst zestien, waarbij ze
steeds een langzame spiritual afwis
selen met een vluggere en zo leven
dig en vooral ook interessant en
boeiend houden. De exclusieve kwa
liteit van deze langspeler wordt in-
The Mariners
tussen op de eerste plaats bepaald
door het eminente stemmenmateri-
aal van „The Mariniers", een stem-
menmateriaal, dat en kennelijk
met grote liefde en toewijding is
geschoold geworden in een bijzon
der gevoelvolle schildering van de
teksten van de spirituals. Het reper
toire bevat de volgende liederen:
Good news, Nobody knows the trou
ble I see, Hand me down, Get on
board, Steal away. The old ark's
a'moverin, Let us break bread to
gether, On that greay gettin' up
mornin', Ezekiel saw the wheel,
Swing low sweet chariot, Oh Mary
don't you weep, Dry bones, Where
you there, Climbin' up the moun
tains, children, Live humble en No
hidin- place. De stuwende begelei
ding is voortreffelijk. De weergave
van de plaat laat niets te wensen
over.
Technisch prima verzorgd en
harmonisch gaaf, doch aan
merkelijk minder realistisch dan
de zang van de Mariniers, soms zelfs
wat zoetig, klinken via de 33 toeren
Fhilipsplaat B 07139 L de stemmen
van het Norman Luboff Choir, ook
al in negro-spirituals en verder in
verscheidene Amerikaanse volkslied
jes. „Down South" heet de plaat,
die intussen toch echt wel de moei
te van het beluisteren waard is, te
meer waar zij dus een wel fleurige
bloemlezing geeft van het Ameri
kaanse folkloristische lied. De bege
leiding is eenvoudig, doch wel illu
stratief. De nummers op deze plaat:
My old kentucky-home, I must walk
that lonesome valley, Sweet Lorena,
Salangadou, Nobody knows the trou
ble i've seen, Kemo kimo, Deep ri
ver, Carre me back to old Virginny,
Tender love, Down in the valley.
Swing low sweet chariot, The ballad
of the boll weevil, Black is the color
of my true love's hair, Un deux trois
en Dixie. De weergave van de plaat
is prima.
By Philips is na het exquise
45 toerenplaatje nu ook een
groot-formaat 33 toeren lang
speler verschenen met „highlight",
hoogtepunten uit Gershwins opera
„Porgy and Bess", via welke bril
jante plaat men een grote en tege
lijkertijd grootse verscheidenheid
van markante stemmen kan beluis-
teren in de soli, duetten en meer
stemmige fragmenten uit deze, niet
zelden aangrijpende negeropera,
aangrijpend om wat van de neger is:
zijn (haar) natuurlijk acteertalent, al
die afgewogen sfeer- en stemmings
intonaties, waarvan zijn (haar)
zangvermogen is doordesemd. Volle
digheidshalve noemen wij de solisten
Lawrence Winters (Porgy), Camilla
Williams (Bess), Inez Matthews (Se
rena), Avon Long (Sporting Life),
Warren Coleman (Crown), June Mc
Meelden (Clara), Helen Dowdy (Ma
ria, Lily en Strawberry woman),
Eddie Matthews (Jake), William A.
Glover (Mingo), Irving Washington
(Robbins), Harrison Cattenhead (Pe
ter), J. Rosamund Johnson (Fra-
zier), Sadie McGill (Annie), George
Fischer (Jim), Hubert Dilworth (Un
dertaker), Ray Yeafs (Nelson, Crab
man), Robert Carrol (mr. Archdale),
George Mattews (Detective) en
Peter van Zant (Politieman). Het
koor en het orkest staan onder lei
ding van Lehman Engel. De produk
tie is van Goddard Lieberson. De
plaat heeft het nummer S 04513 L.
Over naar de amusementsmuziek.
Op de eerste plaats dan: de
feestplaat van de Ramblers,
door Philips uitgebracht onder nr.
P 13008 R bij gelegenheid van het
dertig jarig bestaan van het orkest.
Theo Uden Masman zwaait de scep
ter uiteraard en even uiter
aard hebben aan deze plaat mee
gewerkt Marcel Thielemans en Ja-
nie Bron. Voorts draagt het publiek
dat bij deze zaalopname alle „hits"
uit de geschiedenis van de Ramblers
naarstig meezingt zijn steentje tot de
algemene feestvreugde bij. Feest-
plaatje dus voor een feestavondje.
En dan dus maar zingen van: Over
25 jaar. Zij zong zo mooi de tweede
stem, 'k Heb maling aan geld, De
Ramblers gaan naar Artis, Mijnheer
de baron is niet thuis. Dag schatte-
boutje, Het boemeltje van Purmer-
end, Thea, Wie is Loesje, M'n schoon
papa, Onze harmonie, die heeft de
eerste prijs, Oh mama, Sara, Maria
de Bahia, Zeeman o zeeman, Bij de
oude watermolen, Ik kom een uurtje
later, Hij wel, Nee nee nee, Made
moiselle, Het meisje uit mijn dorp
je, Dertigste Mei en Oh, wat ben je
mooi. Een voor de liefhebbers
plezierig Ramblers-plaatje, waarbij
men waar voor zijn geld krijgt.
Op Philips 33 toerenplaat nr B
10171 L zijn onder de titel „Con
tinental Juke Box" populaire
nummers van de laatste tijd en een
paar oude getrouwen samengegroefd
tot een gevarieerd en plezierig ge
heel. Het is een plaat voor elk wat
wils geworden. De liefhebber van
het Franse chanson kan er het „Pia
no du pauvre" uit lichten, diegenen,
die de jongste „hit" prefereert vatte
„The great pretender", hij(zij), die
van het romantische muziekje houdt,
kan terecht bij „The Cuckoo-Waltz"
en zo verder. Achtereenvolgens laat
deze veelzijdige langspeler horen:
Dungaree Doll (The Bee Bee Sisters)
Worm-eaten (orkest Svend Asmus-
sen), Boccadi Rosa (Lina Lancia
met orkest van Franco Riva), Koek-
koekwals (Ove Sopp met ritmische
begeleiding), Vino vino (John Paris
met orkestrale begeleiding), Picco-
lino (Ray Collignon), Malaguena
(Trio Los Paraguayos), Gelsomina
(Michel Legrand en zijn orkest), The
great pretender (Bert Visser met
koor en orkest), The tender trap
(Patti Lewis met orkest van Wally
Stott), Le piano du pauvre (Patachou
met orkest van Michel Legrand) en
River Song (Willy Berking en zjjn
orkest met trompetsolo van Horst
Fischer). Muzikaal en vocaal staat
deze plaat op een behoorlijk peil.
De „Five o'clock tea"-platen van
Philips (33 toeren) hebben er
weer een „zusje" bij gekregen,
namelijk nummer 6 (P 13017 R).
Tom Erich en zijn solisten spelen
vlot en soepel en in zeer beschaafde
toonkleurtjes de volgende luister- en
dansnummers: When the saints go
marchin' in, Lisbon antigua, Blue
moon, Easter parade, Arrivederci
Roma, Memories are made of this,
September song, Love me or leave
me. You're driving me crazy. Love
and marriage, Liebe ist ja nur ein
Marchen, Hold me, Dancing with
tears in my eyes, Labeille et le pa-
pillon, The nearness of you, Dream,
Eine Insel aus Traumen geboren,
Sing a song of sunbeams, Jolie Jac
queline, Stumbling, Cheek to cheek,
Te voyo benn, Shuffle off to Buffalo
en Au revoir. Een uitvoerig repertoi
re dus van graag gehoorde melodieën.
Bijzonder geschikte plaat ook, wan
neer men behoefte heeft aan een on
bezorgd achtergrond-muziekje.
Juffrouw „Texas Kitty" zingt van
de prairie en van alles, wat daar
bij hoort via de Philips 33 toeren
plaat P 13020 R, terwijl het orkest
van Jan Corduwener daarbij 'n wild
westmuziekje presenteert, dat het
een Ueve lust is. De plaat galoppeert
van het ene nummer in het andere,
voortgestuwd door croonende viool
klanken en het pittig snaargetokkel
van banjo's en gitaren. Soms
schreeuwt Kitty wel een beetje
dat hoort er nu eenmaal bij als je
tussen de wilde buffels bent opge
voed doch een andere keer, als de
kampvuren branden gaan, weet ze
met evenveel gemak aan haar stem
romantische en weemoedige accen
tjes te geven. De plaat vermeldt:
Just a little lovin', New mule skin
ners blues, My sweet love ain't a-
round, My love for you, I don't
care, The mule train yodel blues,
After dark en My old grey car.
teletypeband mh- vb alg
volksmuziek (aansluiten bij zwarte
schijven onder apart kopje)
Uit de rijke verscheidenheid van
onze al dan niet gewijde vader
landse liederen en kleurrijke
volkswijsjes is een bloemlezing ver
zameld op de 33 toeren Philipsplaat
S 06055 R. De ene zijde van de plaat
vermeldt een negental gedenckklan-
cken van Valerius, o.a. Wilt heden
nu treden, O heer die daer des he
mels tente spreyt en Merck toch hoe
sterek; de andere zijde is gewijd
aan populaire volks- en streeklied-
jes zoals: Daar was e wuf die spon,
Zeg kwezelken wilde gij dansen, Ain
boer wol noa zien noaber tou, Schoon
lieveken en Skotse trye. De zang
wordt vierstemmig en a capelle uit
gevoerd door het Nederlands Kamer
koor onder leiding van Felix de No
bel, die voor de werkjes van het
programma op deze plaat speciale
arrangementen schreef. Zeer ver
dienstelijke arrangementen, die het
stemmenmateriaal van het Kamer
koor alle ruimte hebben gegeven tot
evenwichtige en rijk gevarieerde
wisselende- en samenzang, gevari
eerd ook en treffend in de accenten,
waarmee aan de schildering van de
teksten extra kleurrijke tintjes zijn
gegeven. Er wordt met een aanste
kelijk plezier gezongen en er wordt
bijzonder goed gezongen, gediscipli
neerd en met een geschoolde zin
voor een juiste, vaak zeer gevoel
volle voordracht.
FRÉDÉRIC
mm