a
e
Winkeliersvereniging Cronjé
werd 25 jaar geleden opgericht
Uit klein comité groeide een
fikse en actieve vereniging
Waardering der katholieken voor hun
eigen kunstbezit zal zijn toegenomen
Velen vonden de weg naar
het Bisschoppelijk Museum
Prijsvraag slaagde en kreeg van vele
insend(st)ers enthousiast commentaar
H'
i
DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL
He
TAXI 18000
Oplossing
en uitslag
Populaire
winkelstraat
■SI!
„Home, Sweet Home"
voor G. enW.
GROEN Co.
Derde N.Ph.O.-concert voor scholieren
H
CONSERVATOR H. J. A. M. VAN HAAREN:
Zutphens tapijt in
Haarlem gerestaureerd
5?
Afbraak en herstel
i
mmmm
CENTRALE VERWARMING
POW-R-MATIC Oliebranders
HL
WANDELTOCHT „JAN
PASSTOORS"
W$$
r i
De acties van de winkeliers in de Gen. Cronjéstraat en het Julianapark hebben nooit over gebrek aan belangstelling te
klagen gehad. Bovenstaande foto werd bij gelegenheid van een braderie genomen.
Zondag 27 januari zal het vijf en twintig jaar geleden zijn, dat de win
keliersvereniging „Generaal Cronjé" in Haarlem-Noord Werd opgericht.
Natuurlijk laten bestuur en leden dit zilveren jubileum niet ongemerkt
voorbij gaan, en er wordt hard aan verschillende plannen gewerkt om het
zilver een prachtige glans te geven.
Voor woensdag 16 januari is er een algemene ledenvergadering uitge
schreven, waarop een en ander zal worden besproken. Dan kunnen de leden
zich beraden over wat zij niet alleen zichzelf, maar vooral de uitgebreide
klantenschaar zullen bieden.
Een vereniging van winkeliers is al
tijd min of meer een hachelijke onder
neming. Een zakenman is er nu een
maal op uit om het eigenbelang te die
nen. Dat is voor hem een levenskwes
tie. Daarom is er vaak overredings
kracht nodig om winkeliers bij elkaar
te brengen teneinde samen de nodige
activiteit te ontplooien ten bate van
iedereen. Dat samenwerking veel ver
mag en tot uitstekende resultaten kan
leiden, wordt nu wel bewezen door de
vijf en twintig jarige historie van
„Gen Cronjé". De winkeliers van deze
populaire winkelstraat in Noord heb
ben door hun gezamenlijke activiteit
hun straat een naam gegeven, die
klinkt als een klok.
Toen in de dertiger jaren een winke
liersvereniging voor geheel Haarlem-
Noord onder de naam „Eendracht
maakt Macht" werd opgericht, bete
kende dit een begin van die samen
werking. De vereniging hield weliswaar
geen stand, maar het nut werd ter
dege ingezien door enkele Cronjé'ers.
In het licht van een lantaarnpaal
aldus de oude verhalen ontmoeten
zij elkaar, en zij waren ervan overtuigd,
dat het in hun eigen belang zou zijn,
wanneer het „eendracht maakt macht"
in meer beperkte kring waar gemaakt
zou worden.
Zij besloten tot de oprichting van
een comité, dat voorbereidingen
moest treffen tot stichting van een ver
eniging van winkeliers, gevestigd in
de Generaal Cronjéstraat. De leiding
berustte bij de heer J. de Vries, en
deze kon op 27 januari 1932 in totaal
24 winkeliers begroeten, die op een
vergadering, gehouden in „Flora"
aan het Pretoriaplein, wel eens wilden
weten, wat de plannen van het comi
té waren. Uitvoerig werd er toen
gediscussieerd over de mogelijke
den, die er scholen in een eigen win
keliersvereniging, en het bleek, dat
men algemeen met het plan instem
de. Het voorstel kwam officieel in
stemming en het werd aangenomen
met 22 stemmen vóór en 2 blanco.
Tot voorzitter werd gekozen de heer
J. H. Korstjens, en verder namen in
het bestuur zitting de heren de Vries,
Prijs, Sanders, Bosman, Schindeler
en Leenheer.
Ter vergadering werd nog een poging
ondernomen om de winkeliers van de
Schoterweg, Paul Krugerstraat en het
Julianapark in de vereniging op te
nemen, maar dat voorstel kreeg geen
kans van slagen.
Men startte met 30 leden, doch op
de volgende vergadering was dat aan
tal reeds 57. Een goed begin, als men
bedenkt, dat de Gen. Cronjéstraat toen
bjj lange na niet volgebouwd was met
winkels en de particuliere woningen
nog een belangrijk percentage uitmaak
ten.
Met de groei van de winkelstraat
nam ook het ledental toe en velerlei
acties werden er ontplooid om de Cron
jéstraat bjj het publiek een geliefd
koopcentrum te maken. Ondanks de
zware crisisjaren slaagde men daarin
reeds voor de oorlog. Etalage- en an
dere wedstrjjden trokken veel mensen
evenals de verlichtingen, die ook buiten
de grenzen vermaardheid kregen. In die
dagen reeds werd een eigen sinterklaas
traditie geschapen, welke sinds kort
weer hersteld is.
De oorlog en bezetting hadden uiter
aard hun kwalijke invloed op de ver
eniging. De animo kon bjj de leden niet
In de werkplaats tot herstel van an
tieke textiel is een dezer dagen gereed
gekomen het tapijt „Gezicht op Zut-
phen", dat in opdracht van de stich
ting Het Wijnhuisfonds te Zutphen is
vervaardigd en bestemd is voor de
burgerzaal van het raadhuis aldaar.
Het tapijt zal tentoongesteld worden
in het Frans Halsmuseum van 18 t/m
26 januari, gelijktijdig met het voor de
gemeente Nijmegen gerestaureerde an
tieke tapijt „Arcus en de beer", een
van de tapijten uit de bekende meta-
morfosenserie, eigendom van de gemeen
te Nijmegen.
De heer M. M. van Ake, die reeds
spoedig na de oprichting van de win
keliersvereniging „Gen. Cronjé" in het
bestuur kwam en sedertdien de vertrou
wensman van velen is geworden.
erg groot blijven, want voor speciale
acties was er geen plaats meer. De om
standigheden zorgden voor een gebrek
aan velerlei artikelen, de etalages wer
den saai en vervelend, en in 1942 moest
de vereniging zelfs geliquideerd wor
den. Het bestuur kwam niettemin steeds
bijeen om direct paraat te zijn, wanneer
het getij zou keren.
Het getij veranderde gelukkig en
reeds op 3 september 1945 werd een
algemene vergadering in „Bolwerk" ge
houden, waarop 52 belangstellenden
acte de présence gaven. Men kreeg er
spoedig 28 leden bij, en dank zij veler
werk werd het ledental tenslotte 140,
een fraai resultaat, als menbedenkt,
dat het maximum 160 is. In dezelfde
vergadering werd besloten om ook de
winkeliers van het Julianapark, dat
feitelijk één geheel vormt met de Gen.
Cronjéstraat, gelegenheid te geven lid
te worden van de vereniging. Het Ju
lianapark, dat dertig jaar geleden hoog
uit 4 winkeliers telde, had er toen 20.
Van hen traden 18 tot de vereniging
toe. Bij die gelegenheid werd de naam
veranderd in „Winkeliersvereniging
Gen. Cronjé".
De heer Korstjens zwaaide nog steeds
de scepter, maar op 4 februari 1948 droeg
hij de voorzittershamer over aan de
heer C. J. van Kuijeren, die op zijn
beurt op 26 september zijn plaats ruim
de voor de heer A. J. L. van den Borg.
Onder deze drie voorzitters heeft de
i vereniging zich bijzonder krachtig ont
wikkeld, ten gunste natuurlijk van de
j leden, maar evenzeer voor het publiek.
Laatstgenoemde, onder wiens voorzit
terschap de vereniging bij K.B. van 13
maart 1952 koninklijke goedkeuring ver
kreeg,. verstaat de kunst om een ver
eniging te leiden. Waar er tegenstel
lingen zijn, weet hji die te overbrug
gen. Van zijn mede-bestuursleden is
penningmeester M. M. van Ake de nes
tor, de vertrouwensman van iedereen
ook, die reeds spoedig na de oprichting
van de vereniging in het bestuur werd
opgenomen.
Hij loopt dus reeds jaren mee, zoals
de vakterm luidt, en met de voorzit
ter en de actieve secretaris J. A. van
den Berg vormt hij het dagelijks be
stuur, dat verder nog bestaat uit de
heren C. L. Hoeben, P. van der Geest,
H. van Gastel, en Bakker.
Over de activiteit, die in de na-oor-
logse jaren ontketend is, behoeven wij
niet veel te schrijven. Iedereen be
waart nog de beste herinneringen aan
de fraaie verlichtingen, bij verschillen
de gelegenheden, de braderie, sinter
klaasfeesten. en andere acties. Men
ontveinst zich niet, dat het steeds moei
lijker is bepaalde attracties op stapel
te zetten, in verband met stringenter
wordende wettelijke bepalingen, maar
de vindingrijkheid in Noord staat er
letterlijk borg voor, dat er altijd weer
noviteiten te beleven zullen zijn.
De mensen van „Gen Cronjé" prij
zen zich gelukkig, dat zij vooral van
de zijde van de gemeente zoveel mede
werking ontvangen. En men ziet het
altjjd als een grote eer, dat burgemees
ter Cremers vaak bereid is om een
feeërieke verlichting te ontsteken.
Voor de zilveren winkeliersvereniging
is er dus alle aanleiding om binnenkort
de bloemetjes buiten te zetten.
De leden van „Geloof en Weten
schap" hebben gisteravond in de
Haarlemse stadsschouwburg een
goed stuk toneel voorgezet gekregen.
Onder regie van Ank van der Moer
bracht de Nederlandse Comedie „Home,
Sweet Home" een blijspel van Paul. Os-
bom voor het voetlicht. Mede dank zij
een sterke bezetting kreeg dit spel een
voortreffelijke vertolking; de verschil
lende karakters waren haarfijn tegen
elkaar afgewogen, waardoor zelfs de al
ledaagsheid van het gesprek een
even boeiende als levendige kleur kreeg.
De ervaringen van vier zussen-op-leef -
tyd, de drie echtgenoten en van een
neef met zijn verloofde kregen uitste
kend gestalte binnen de huiselijkheid
van de familie. De lichte toon in de le
vensernst gaf aan de tragiek een milde
glans, zodat er ruimte genoeg over
bleef om zich vorstelijk te amuseren.
Deze kanttekeningen mogen hier vol
doende zjjn na wat reeds bij de eerste
voorstelling te Haarlem in onze cou
rant geschreven is. Ook de leden van
„Geloof en Wetenschap" hebben gis
teravond met de grootste bewondering
de levenslust en het vertederende spel
gadeslagen van Jacqueline Royaards-
Sandberg. Zij liet iedereen nog eens ge
nieten van toneelspel uit de oude
school: menselijk en met een onver
woestbaar optimisme. Haar „zusters",
Miqn Duymaer van Twist, Mien van
KerckhovenKling en vooral de altijd
trefzekere Mimi Boesnach, vormden
met haar een prachtig kwartet. De
echtgenoten kregen soms letterlijk
ook het volle pond van Johan Fiolet,
Louis van Gasteren en Ko Arnoldi. Joan
Remmelts weerde zich voortreffelijk als
de „jonge" verloofde, bij wie Elly Wel-
ler als het meisje misschien niet altijd
tot haar recht kwam. Zij weerde zich
echter temidden van al die routiné's
met bekwame ijver. Het langdurige ap
plaus gold de troep in het algemeen
met niet te vergeten het bijzonder
geslaagde décor en Jacqueline Roy-
aards in het bijzonder. Mevrouw Vorst
man had voor de attentie gezorgd, dat
na afloop het „Home, Sweet Home"
gespeeld werd en zij bood de bejaarde
actrice een formidabele mand bloemen
aan. W. H.
Advertentie
BLOEMENDAAL
TELEF. 22143
ret tweede deel van onze Kerst
prijsvraag „Speurtocht door
twee Haarlemse musea" is nu
ook weer ten einde. Tot onze verras
sing hebben wij gemerkt, dat dit ge
deelte, dat betrekking had op de
kunstschatten van het Bisschoppelijk
Museum, nog meer belangstelling
heeft getrokken dan het eerste ge
deelte, dat het Frans Halsmuseum
betrof. Het Bisschoppelijk Museum
is nu eenmaal veel minder bekend
en spreekt zo meenden wij
minder tot de verbeelding van de
mens dan het Frans Halsmuseum.
Misschien ook is dat juist de reden
geweest, dat tal van lezers de nu ge
boden gelegenheid hebben aangegre
pen om eens nader kennis te maken
met het Bisschoppelijk Museum. Tot
op de sluitingsdag van de inzendings
termijn bleven de brieven op ons re
dactiekantoor binnenstromen. Enke
le kwamen zelfs nog daarna binnen,
maar verspeelden daarmee natuurlijk
de kans op een prijs. Aan het slot
van deze grote Kerstprijsvraag kun
nen wij dus gevoeglijk vaststellen,
dat de „Speurtocht door twee Haar
lemse Musea" een volledig succes is
geworden en ons past dan ook on
getwijfeld mede namens de lezers
van onze courant een woord van
dank aan de heer H. P. Baard, de
directeur van het Frans Halsmu
seum en de heer H. v. Haaren, con
servator van het Bisschoppelijk Mu
seum, voor hun initiatief tot deze
interessante wedstrijd.
Ook na onze waarschuwing van ver
leden week kwamen er nog inzendin
gen binnen die niet volledig waren.
Jammer genoeg konden wij deze in
zendingen niet mee laten dingen naar
de vele prijzen. Oo ktroffen we inzen
dingen aan, waarop geen naam
7% Tiet zonder enthousiasme, maar te-
Y vens met enige twijfel omtrent het
-4 welslagen ben ik ingegaan op het
voorstel van de redactie der Nieuwe
Haarlemsche Courant, om het Bisschop
pelijk Museum te betrekken in het
prijsvraag-plan van de heer H. P. Baard.
Meer immers dan het Frans Hals-mu
seum is het Bisschoppelijk Museum voor
de bewoners van Haarlem zelf een onbe
kende grootheid. De weinige bezoekers
die jaarlijks de drempel overschrijden,
om te verkennen wat er achter de
massieve deur van het oude gebouw aan
de Jansstraat te zien, te genieten en te
leren valt, zijn merendeels buitenlan
ders of niet-Haarlemmers. Mag men de
naam van het museum al eens vernomen
hebben, tot een verkenning van hetgeen
deze betekent komt men niet of slechts
zelden.
Dank zij de prijsvraag echter hebben
velen de schroom voor het streng aan
doende gebouw en wellicht ook voor
de naam? overwonnen. In zijn reeds
ruim tien jaar lange loopbaan heeft de
concierge, de heer N. van Keulen, nau
welijks een dergelijke drukte gekend.
Aandachtig schouwend en in elk voor- Conservator H
werp het vurig gewenste détail ver
moedend, ging eenieder door de zalen.
Het gevolg van deze grote aandacht is,
dat meerderen behalve een goede op-
J. A. M. van Haaren
Wintertijd brengt huiselijkheid,
zegt een oude degelijke
spreuk. In onze dagen gaat
dat misschien niet helemaal meer
op, omdat juist in de winter de
avondlessen op volle toeren draai
en en zeker de jeugd er uit flad
dert om nog wijzer te worden. De
tijd, dat het ganzenbord favoriet
was, schijnt spoedig voorbij te zijn;
het „mens erger je niet" wordt al
te letterlijk in practjjk gebracht.
Maar soms komt er wat nieuws
op de markt het waarom en hoe
weer niemand en iedereen werpt
zich er op met een hartstocht, die
alle wereldproblematiek doet ver
geten. De laatste maanden vooral
voor Sint Nicolaas was het een
uitkomst heeft ook in Haarlem
en omstreken het zogenaamd
scrabble menig huisgezin veroverd.
Dat spel op een toverbord, waarop
de deelnemer goochelt met letters,
die (tot woorden gevormd) hem het
nodige aantal punten kunnen ople
veren om hem de overwinning te
bezorgen, heeft talloze Haarlem
mers tot gezonde piekeraars ge
maakt. Er zijn nooit zoveel nieuwe
Nederlandse woorden uitgevonden
als juist door degenen, die aan
scrabble-kriebel lijden. Woorden
als zuidhoekbarometer, asbak
spons, lampgordijn enzovoort poogt
men het bord op te smokkelen.
Lukken doet het nooit, want de te
genstander blijkt immer een scher
pe taalpurist te zijn.
Enkele dagen geleden heb ik
's avonds zo'n honderd mensen er
gens in een zaal zien scrabblen,
aarzelend eerst maar later met
een zeldzame passie. En thuis ge
komen heb ik het spel (geleend bij
een vriendelijke relatie) voor de
dag gehaald. De ochtend brak reeds
aan, toen het laatste woord was ge
vormd. Toen ik naar de redactie
trok, was het me een troost, dat ik
niet de enige was met een scrab-
ble-gezicht.
fet vrije kwartiertje op de scho
len is immer een attractief
feest, aantrekkelijk vooral
voor de omwonenden. Tegenover
onze flat staat een lyceum en iede
re ochtend om tien uur trekken de
„dames" en „heren" lyceïsten on
ze ramen voorbij, in de éne hand
vaak een boek, in de andere altijd
een boterham of een appel. Iedere
dag is het opnieuw een wonderlijke
parade: groepjes jongens en groep
jes meisjes met daar tussendoor
een enkel moedig en dapper duo,
een jongen en meisje, die hand in
hand de schoolspot en dus de ja
lousie durven trotseren. Hij nog
wat onverschillig verliefd, zij met
een eigenwijs ernstig gezicht en een
pedante paardestaart. De laatste
tijd is het beeld van die schooljeugd
wat fleuriger geworden. De bru
taalste meisjes kwamen er uitda
gend het eerst mee, maar zij maak
ten spoedig school: hele trossen be
nen schuifelen nu over de laan, ge
stoken in rode, groene, grijze en
paarse kousen. Ik heb er even aan
moeten wennen, maar ik heb plei-
zier gekregen in die kleurige over
moed, die tenslotte meer poëtische
vreugde geeft dan het zakelijke en
soms oer-vervelende nylon.
Het zal wel weer voorbij gaan,
maar ik heb moeten denken aan
een schooljuffrouw, die vroeger bij
ons thuis nogal eens het onderwerp
van gesprek was. Voor haar wa
ren meisjes met kniekousen een
gruwel: de ski-sokjes, die daarop
volgden, een doorn in het oog: de
blote benen een bron van ergernis.
Zij zou nu een gelukkige tijd be
leefd hebben, ofschoon zij de kleur
zwart voor de kous geprefereerd
zou hebben.
De geest van die juffrouw moet
nog levend zijn, helaas. Zij heeft
tenminste stelling genomen tegen
het meisje-in-de-lange-pantalon. In
bepaalde opzichten kan ik met haar
meegaan, waar sommige van der
gelijke schepsels in zo'n tenue op
een min of meer officiële gelegen
heid verschijnen. Maar ik kan me
niet indenken, hoe zo'n juf het in
haar hoofd haalt om een meisje,
dat vermoedelijk per abuis in lan
ge pantalon (zonder rok) op school
verschijnt, in de hoek zet... met een
lap om. Nog minder begrijp ik iets
van de mentaliteit van een onge
twijfeld brave ziel, die een jonge
moeder, die haar kleuter voor het
eerst naar school brengt, verplicht
vóór de drempel de „lange" broek
van het kind uit te trekken. Maar
laat ik niet te veel piekeren over
dat stijlloze stijlgevoel. Voorlopig
heb ik genoeg aan het fleurige
Breugheliaanse tafereel, dat de ly-
ceisten van de overkant bieden. Het
kleurt haar benen en
mijn leven uitste
kend.
in uitutfii. nci
TLOLftNn
lossing, tevens iets van de „eeuwige
schoonheid", waarvan kunst getuigt,
hebben ontdekt. De lyrische ontboe
zemingen of welsprekende verhandelin
gen die soms de uitslag vergezelden,
zijn hiervan de bewijzen.
Ik kan deze prijsvraag daarom niet
anders dan een groot succes noemen.
De altijd nog te geringe belangstelling
en waardering der katholieken voor hun
eigen kunstbezit zal hierdoor zeker zijn
toegenomen. En dat juist de jongeren
actief zijn geweest, stemt bovendien
hoopvol voor de toekomst.
De redactie van de Nieuwe Haarlemsche
Courant, er steeds op uit om haar lezers
de weg naar het museum te wijzen,
dank ik ten zeerste voor haar initiatief
in dezen. Het is reeds enigszins beloond
door de grote deelname van de speur
ders. Hun speurzin was van dien aard,
dat ik hen bijna zonder uitzondering
geluk kan wensen met het goede resul
taat. Voor de winnaars van een der door
de Bisschoppelijke Commissie ter be
schikking gestelde prijzen tenslotte een
extra proficiat.
H. J. A. M. VAN HAAREN
Conservator van het
Bisschoppelijk Museum.
Adverten tla
en adres van de afzender vermeld ston
den, terwijl die evenmin op de envelop
pe voorkwamen. Ook deze oplossingen
moesten wij helaas terzijde leggen.
Maar er bleven er nog voldoende over
en de redactie heeft dagenlang werk
gehad om alle inzendingen te sorteren.
De opgave was in zekere zin niet ge
makkelijk. Zij eiste inderdaad een uit
gebreide speurtocht door de beide mu
sea, maar wanneer men die ervoor
over had, dan was de oplossing niet al
te moeilijk te vinden. Wij hebben dan
ook heel wat goede oplossingen aange
troffen, zodat uiteindelijk het lot heeft
moeten beslissen.
Commentaar
Het tweede deel van de prijsvraag
heeft ons eveneens een groot aantal
commentaren opgeleverd, zij het, dat
het er minder waren dan bij het eerste
gedeelte. Vrijwel unaniem zijn de brief
schrijvers het erover eens, dat onze
wedstrijd hun de ogen geopend heeft.
Velen waren met de Haarlemse musea
en zeker met het Bisschoppelijk Mu
seum niet bekend. „Het is merk
waardig, dat ik nu pas met deze prijs
vraag het museum heb bezocht en dat
ik er nooit eerder toe ben gekomen",
schrijft ons een inzender.
Overigens is het niet de bedoeling,
dat het hierbij blijft. De eerste kennis
making met de musea zal pas werke
lijk van waarde blijken, wanneer men
zijn bezoeken herhaalt en af en toe eens
terugkeert om een bepaald kunstwerk,
dat opviel door zijn schoonheid, nog eens
te gaan bekijken. „Ik heb ondervonden,
dat je als je wilt genieten van welke
kunst dan ook niet in één dag een
museum door moet hollen, maar dat
je er de tijd voor moet nemen en beter
een bepaald stuk van het museum on
der de loupe kunt nemen", schrijft een
andere lezer ons heel terecht. Enkele
inzenders hebben ons een hele verhan
deling gestuurd over de waarde van
het museumbezoek en uit vrijwel alle
reacties blijkt dat er een wereld van
schoonheid voor onze wedstrijdelingen
is opengegaan. Een van de jongere in
zenders herinnert eraan, dat er naast
de oude kunst, die in de musea bijeen
gebrecht is, ook exposities te zien
moeten zijn van moderne schilders en
wij zouden deze opmerking graag wil
len onderstrepen.
Uit de commentaren blijkt ons ook,
dat de inzenders zich niet tevreden heb
ben gesteld met het oplossen van de
prijsvraag: het herkennen van de in
ons blad afgedrukte fragmenten, maar
dat zij hun museumbezoek hebben be
nut om de tentoongestelde kunstwer
ken eens op hun gemak te bestuderen.
Zo viel hun de vrome expressie op van
vele middeleeuwse houten beelden. Op
gemerkt werd, dat de hoofdpersoon op
een schilderij vaak veel groter werd
afgebeeld dan de overige figuren. Weer
een ander is getroffen door de rijkdom
van kleur die sommige schilderijen ken
merkt. Kortom: men heeft iets moois
opgemerkt, en dat lijkt ons ls
de mooiste beloning die men met deze
prijsvraag heeft kunnen winnen.
Goede kritiek
Ook bij dit tweede gedeelte zijn er
weer inzenders geweest, die kritiek
hadden. Goede, opbouwende kritiek,
die door conservator Van Haaren ten
zeerste op prijs wordt gesteld. Een
der lezers merkt op, dat er in het
Bisschoppelijk Museum nogal wat
veranderd is in vergelijking met vroe
ger, maar hij voegt daar onmiddellijk
aan toe: maar ik geloof, dat
er nog wel een en ander verbeterd
kan worden. De grote zaal bijvoor
beeld, vind ik wel wat ongezellig. De
heer Van Haaren zal 't met deze opmer
king wel helemaal eens zijn. Er zijn
trouwens nog meer dingen in het mu
seum die verbeterd moeten worden.
et programma van het derde con
cert door het Noordhollands Phil-
harmonisch orkest voor de school-
faande jeugd, zal niet de aanleiding van
e mindere zaalbezetting geweest zijn.
Mogelijk zijn hier de juist geëindigde
kerstvakantie en de vele andere culture
le activiteiten, die elkaar in een kort
tijdsbestek opvolgen, debet aan.
Programma-inleider en dirigent Ma-
rinus Adam heeft een populaire maar
heldere toelichting gegeven op de uit
gevoerde werken. Het „adagio" uit het
ballet „Die Geschöpfe des Prome
theus" van Beethoven werd levende
taal voor de jeugd, mede door het zeer
verantwoorde spel der vijf solisten en
het orkest. Het „Concert pour petit
orchestre" van Albert Roussel mag
door het moderne klankpalet dan mis
schien wat minder waardering gevon
den hebben, toch hebben de jeugdige
luisteraars met grote aandacht, na een
werkelijk uitstekende toelichting van
Marinus Adam, maar dit overigens
voortreffelijke stuk muziek geluisterd.
Dat de drie fragmenten uit Wagenaar's
quasi-ernstige opera „De Doge van Ve
netië" een meer begrijpelijke muziek
vorm voor de jeugd bleek, was duide
lijk.
Een apart woord van lof aan het or
kest en speciaal aan dirigent Marinus
Adam moge niet achterwege blijven.
Het was een stijlvolle uitvoering, die
bij de jeugd veel succes opleverde.
J. L.
Zondag 13 januari houdt de Haarlem
se wandelsportvereniging „Jan Pas-
stoors" de tweede van een serie van
vier winter-wandeltochten. Evenals de
vorige keer wordt er vertrokken vanaf
het gebouw „Rosehaghe" aan de Hoof-
manstraat. Er kan zowel individueel
als in groepsverband worden gewan
deld over afstanden van tien of vijftien
kilometer. Het vertrek van gebouw
„Rosehaghe" is gesteld tussen elf uur
en half een.
Dat zal ook gebeuren. Er worden al
plannen voor gemaakt, maar daar
voor is tijd nodig en geld. In ieder
geval is de conservator het er volko
men mee eens, dat de waardevolle
collectie van het Haarlemse Bisschop
pelijk Museum een zo goed mogelijke
huisvesting verdient.
De commentaren zouden ons stof
kunnen geven tot nog veel meer opmer
kingen. Het zal echter duidelijk zijn,
dat onze „Kerstprijsvraag" bij alle le
zers en natuurlijk \ooral bij de ia-
zenders volkomen in de smaak is
gevallen. Wij moeten echter nog even
een woord van lof richten tot de inizen-
ders, die van hun oplossing zelf een
waar kunststukje hebben gemaakt. Een
hunner heeft de afbeeldingen in de
courant keurig uitgeknipt en op
geplakt en van de nodige bijschriften
voorzien. Een andere lezer heerft zich
zelfs de moeite getroost om zijn inzen
ding te schrijven in pracht gecalligra-
feerde gothische letters. Ook uit die
zorg bieek weer de belangstelling en de
waardering voor deze gelegenheid om
kennis te maken met historische kunst
werken.
Ons rest. na dank gebracht te hebben
aan de initiatiefnemers tot deze prijs
vraag, onze lezers te bedanken voor de
grote belangstelling die zij voor de wed
strijd hebben getoond, en de prijswin
naars van harte geluk te wensen.
Wij laten hieronder de volledige
oplossing volgen van het twee
de deel van onze kerstvakantie
prijsvraag „Bisschoppelijk Museum":
1. Aanbidding der koningen. Noordne-
derlands. Ca. 1470.
2. Koorkap. Nederlands. 1520.
3. Aanbidding der herders. Copie naar
Pieter Aertsen.
4. Sint Petrus. Haarlemse school. Ca.
1530.
5. Mannelijke Heilige. Hollands. Eiken
hout. 1480.
6. Sint Antonius de eremiet. Gelders.
Eikenhout. Ca. 1480.
De drie hoofdprijzen zijn na beoorde
ling toegekend aan:
1. Els Haverman. Vondelweg 480. Haar
lem. (boekwerk „Houten beelden" uit
de serie „De schoonheid van ons
land" van prof. dr. J. J. M. Tim-
mers.)
2. E. T. M. Crabbendam, Haarlemmer
straat 18, Zandvoort. (boekwerk
„Rom" van L. Salvatorelli.)
3. M. Hersman, Wagenweg 138, Haar
lem. (boekwerk „ABC van de bouw
stijlen in de Nederlanden" van dr.
Frans Vermeulen.)
Ter aanmoediging zijn de volgende
prijzen toegekend:
1. Sjef Goossens, Emmaplein 30, Haar
lem. (boekwerk „Van Gogh" door
Herman Jedding.)
2. Mevrouw C. E. SigmondDavid,
Dreef 38, Haarlem, (boekwerk „Pe
trus" uit de serie „Kleine getijden
der schoonheid" van R. Scheider.)
3. C. M. Bosman, Wilhelminaweg 7,
Zandvoort. (boekwerk „Johannes"
uit de serie „Kleine getijden der
schoonheid" van R. Scheider.)
4. T. Mekenkamp, Zonnebloemstraat 34,
Haarlem, (boekwerk Chagall" van
Curt Schweicher.)
5. Hans Heezen, Emmaplein 21. Haar
lem. (boekwerk „De Calvarieberg
van de Sint Pauluskerk te Antwer
pen" van Joz. de Coo.)
6. Peter van Bueren. Rijnegomlaan 57.
Aerdenhout. (boekwerk „Nederland
in de prentkunst" van P. T. A. Swil-
lens.)
7. Ineke Nagtegeller, Geuzevesperstr.
24, Haarlem, (boekwerk „Nederland
se glasschilders" van W. Bogtman.)
Aan de volgende inzend (sters)ers is
bij wijze van troostprijs een prachtige
reproduktie toegekend:
W. K. van Wort, Berckheydestraat
25 rood, Haarlem; Mevrouw B. Hul
kenberg, Mariastraat 20, Hillegom; M.
Groos, Begijnhof 2931. Haarlem; Me
juffrouw Ria Blom, Zilkerduinweg 108a.
De Zilk; Jan Hoek, Brederodestraat
24. Haarlem; Jeanne Philippo, Dieze-
straat 8, Haarlem; Han Pierrot, Paulus
Potterlaan 21, Heemstede; D. Haver-
mans. Vondelweg 480, Haarlem: Hanne-
ke Leeuwenberg, Roskamstraat 51,
Haarlem en Marianne van der Maal,
Roosveldstraat 9, Haarlem.
De prijzen kunnen door degenen, die
in Haarlem wonen, vanaf dingdag 15
januari dagelijks tussen 10 en 17 uur
(zondags tussen 13 en 16 uur) bij de
concierge van het museum worden af
gehaald. De overigen krijgen hun prijs
in de loop van de volgende week thuis
gestuurd. Na 31 januari vervalt het
recht op de prijzen, indien ze niet zijn
afgehaald. Over de prijsvraag wordt niet
gecorrespond eerd