a e Winkeliersvereniging Cronjé werd 25 jaar geleden opgericht Uit klein comité groeide een fikse en actieve vereniging Waardering der katholieken voor hun eigen kunstbezit zal zijn toegenomen Velen vonden de weg naar het Bisschoppelijk Museum Prijsvraag slaagde en kreeg van vele insend(st)ers enthousiast commentaar H' i DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL He TAXI 18000 Oplossing en uitslag Populaire winkelstraat ■SI! „Home, Sweet Home" voor G. enW. GROEN Co. Derde N.Ph.O.-concert voor scholieren H CONSERVATOR H. J. A. M. VAN HAAREN: Zutphens tapijt in Haarlem gerestaureerd 5? Afbraak en herstel i mmmm CENTRALE VERWARMING POW-R-MATIC Oliebranders HL WANDELTOCHT „JAN PASSTOORS" W$$ r i De acties van de winkeliers in de Gen. Cronjéstraat en het Julianapark hebben nooit over gebrek aan belangstelling te klagen gehad. Bovenstaande foto werd bij gelegenheid van een braderie genomen. Zondag 27 januari zal het vijf en twintig jaar geleden zijn, dat de win keliersvereniging „Generaal Cronjé" in Haarlem-Noord Werd opgericht. Natuurlijk laten bestuur en leden dit zilveren jubileum niet ongemerkt voorbij gaan, en er wordt hard aan verschillende plannen gewerkt om het zilver een prachtige glans te geven. Voor woensdag 16 januari is er een algemene ledenvergadering uitge schreven, waarop een en ander zal worden besproken. Dan kunnen de leden zich beraden over wat zij niet alleen zichzelf, maar vooral de uitgebreide klantenschaar zullen bieden. Een vereniging van winkeliers is al tijd min of meer een hachelijke onder neming. Een zakenman is er nu een maal op uit om het eigenbelang te die nen. Dat is voor hem een levenskwes tie. Daarom is er vaak overredings kracht nodig om winkeliers bij elkaar te brengen teneinde samen de nodige activiteit te ontplooien ten bate van iedereen. Dat samenwerking veel ver mag en tot uitstekende resultaten kan leiden, wordt nu wel bewezen door de vijf en twintig jarige historie van „Gen Cronjé". De winkeliers van deze populaire winkelstraat in Noord heb ben door hun gezamenlijke activiteit hun straat een naam gegeven, die klinkt als een klok. Toen in de dertiger jaren een winke liersvereniging voor geheel Haarlem- Noord onder de naam „Eendracht maakt Macht" werd opgericht, bete kende dit een begin van die samen werking. De vereniging hield weliswaar geen stand, maar het nut werd ter dege ingezien door enkele Cronjé'ers. In het licht van een lantaarnpaal aldus de oude verhalen ontmoeten zij elkaar, en zij waren ervan overtuigd, dat het in hun eigen belang zou zijn, wanneer het „eendracht maakt macht" in meer beperkte kring waar gemaakt zou worden. Zij besloten tot de oprichting van een comité, dat voorbereidingen moest treffen tot stichting van een ver eniging van winkeliers, gevestigd in de Generaal Cronjéstraat. De leiding berustte bij de heer J. de Vries, en deze kon op 27 januari 1932 in totaal 24 winkeliers begroeten, die op een vergadering, gehouden in „Flora" aan het Pretoriaplein, wel eens wilden weten, wat de plannen van het comi té waren. Uitvoerig werd er toen gediscussieerd over de mogelijke den, die er scholen in een eigen win keliersvereniging, en het bleek, dat men algemeen met het plan instem de. Het voorstel kwam officieel in stemming en het werd aangenomen met 22 stemmen vóór en 2 blanco. Tot voorzitter werd gekozen de heer J. H. Korstjens, en verder namen in het bestuur zitting de heren de Vries, Prijs, Sanders, Bosman, Schindeler en Leenheer. Ter vergadering werd nog een poging ondernomen om de winkeliers van de Schoterweg, Paul Krugerstraat en het Julianapark in de vereniging op te nemen, maar dat voorstel kreeg geen kans van slagen. Men startte met 30 leden, doch op de volgende vergadering was dat aan tal reeds 57. Een goed begin, als men bedenkt, dat de Gen. Cronjéstraat toen bjj lange na niet volgebouwd was met winkels en de particuliere woningen nog een belangrijk percentage uitmaak ten. Met de groei van de winkelstraat nam ook het ledental toe en velerlei acties werden er ontplooid om de Cron jéstraat bjj het publiek een geliefd koopcentrum te maken. Ondanks de zware crisisjaren slaagde men daarin reeds voor de oorlog. Etalage- en an dere wedstrjjden trokken veel mensen evenals de verlichtingen, die ook buiten de grenzen vermaardheid kregen. In die dagen reeds werd een eigen sinterklaas traditie geschapen, welke sinds kort weer hersteld is. De oorlog en bezetting hadden uiter aard hun kwalijke invloed op de ver eniging. De animo kon bjj de leden niet In de werkplaats tot herstel van an tieke textiel is een dezer dagen gereed gekomen het tapijt „Gezicht op Zut- phen", dat in opdracht van de stich ting Het Wijnhuisfonds te Zutphen is vervaardigd en bestemd is voor de burgerzaal van het raadhuis aldaar. Het tapijt zal tentoongesteld worden in het Frans Halsmuseum van 18 t/m 26 januari, gelijktijdig met het voor de gemeente Nijmegen gerestaureerde an tieke tapijt „Arcus en de beer", een van de tapijten uit de bekende meta- morfosenserie, eigendom van de gemeen te Nijmegen. De heer M. M. van Ake, die reeds spoedig na de oprichting van de win keliersvereniging „Gen. Cronjé" in het bestuur kwam en sedertdien de vertrou wensman van velen is geworden. erg groot blijven, want voor speciale acties was er geen plaats meer. De om standigheden zorgden voor een gebrek aan velerlei artikelen, de etalages wer den saai en vervelend, en in 1942 moest de vereniging zelfs geliquideerd wor den. Het bestuur kwam niettemin steeds bijeen om direct paraat te zijn, wanneer het getij zou keren. Het getij veranderde gelukkig en reeds op 3 september 1945 werd een algemene vergadering in „Bolwerk" ge houden, waarop 52 belangstellenden acte de présence gaven. Men kreeg er spoedig 28 leden bij, en dank zij veler werk werd het ledental tenslotte 140, een fraai resultaat, als menbedenkt, dat het maximum 160 is. In dezelfde vergadering werd besloten om ook de winkeliers van het Julianapark, dat feitelijk één geheel vormt met de Gen. Cronjéstraat, gelegenheid te geven lid te worden van de vereniging. Het Ju lianapark, dat dertig jaar geleden hoog uit 4 winkeliers telde, had er toen 20. Van hen traden 18 tot de vereniging toe. Bij die gelegenheid werd de naam veranderd in „Winkeliersvereniging Gen. Cronjé". De heer Korstjens zwaaide nog steeds de scepter, maar op 4 februari 1948 droeg hij de voorzittershamer over aan de heer C. J. van Kuijeren, die op zijn beurt op 26 september zijn plaats ruim de voor de heer A. J. L. van den Borg. Onder deze drie voorzitters heeft de i vereniging zich bijzonder krachtig ont wikkeld, ten gunste natuurlijk van de j leden, maar evenzeer voor het publiek. Laatstgenoemde, onder wiens voorzit terschap de vereniging bij K.B. van 13 maart 1952 koninklijke goedkeuring ver kreeg,. verstaat de kunst om een ver eniging te leiden. Waar er tegenstel lingen zijn, weet hji die te overbrug gen. Van zijn mede-bestuursleden is penningmeester M. M. van Ake de nes tor, de vertrouwensman van iedereen ook, die reeds spoedig na de oprichting van de vereniging in het bestuur werd opgenomen. Hij loopt dus reeds jaren mee, zoals de vakterm luidt, en met de voorzit ter en de actieve secretaris J. A. van den Berg vormt hij het dagelijks be stuur, dat verder nog bestaat uit de heren C. L. Hoeben, P. van der Geest, H. van Gastel, en Bakker. Over de activiteit, die in de na-oor- logse jaren ontketend is, behoeven wij niet veel te schrijven. Iedereen be waart nog de beste herinneringen aan de fraaie verlichtingen, bij verschillen de gelegenheden, de braderie, sinter klaasfeesten. en andere acties. Men ontveinst zich niet, dat het steeds moei lijker is bepaalde attracties op stapel te zetten, in verband met stringenter wordende wettelijke bepalingen, maar de vindingrijkheid in Noord staat er letterlijk borg voor, dat er altijd weer noviteiten te beleven zullen zijn. De mensen van „Gen Cronjé" prij zen zich gelukkig, dat zij vooral van de zijde van de gemeente zoveel mede werking ontvangen. En men ziet het altjjd als een grote eer, dat burgemees ter Cremers vaak bereid is om een feeërieke verlichting te ontsteken. Voor de zilveren winkeliersvereniging is er dus alle aanleiding om binnenkort de bloemetjes buiten te zetten. De leden van „Geloof en Weten schap" hebben gisteravond in de Haarlemse stadsschouwburg een goed stuk toneel voorgezet gekregen. Onder regie van Ank van der Moer bracht de Nederlandse Comedie „Home, Sweet Home" een blijspel van Paul. Os- bom voor het voetlicht. Mede dank zij een sterke bezetting kreeg dit spel een voortreffelijke vertolking; de verschil lende karakters waren haarfijn tegen elkaar afgewogen, waardoor zelfs de al ledaagsheid van het gesprek een even boeiende als levendige kleur kreeg. De ervaringen van vier zussen-op-leef - tyd, de drie echtgenoten en van een neef met zijn verloofde kregen uitste kend gestalte binnen de huiselijkheid van de familie. De lichte toon in de le vensernst gaf aan de tragiek een milde glans, zodat er ruimte genoeg over bleef om zich vorstelijk te amuseren. Deze kanttekeningen mogen hier vol doende zjjn na wat reeds bij de eerste voorstelling te Haarlem in onze cou rant geschreven is. Ook de leden van „Geloof en Wetenschap" hebben gis teravond met de grootste bewondering de levenslust en het vertederende spel gadeslagen van Jacqueline Royaards- Sandberg. Zij liet iedereen nog eens ge nieten van toneelspel uit de oude school: menselijk en met een onver woestbaar optimisme. Haar „zusters", Miqn Duymaer van Twist, Mien van KerckhovenKling en vooral de altijd trefzekere Mimi Boesnach, vormden met haar een prachtig kwartet. De echtgenoten kregen soms letterlijk ook het volle pond van Johan Fiolet, Louis van Gasteren en Ko Arnoldi. Joan Remmelts weerde zich voortreffelijk als de „jonge" verloofde, bij wie Elly Wel- ler als het meisje misschien niet altijd tot haar recht kwam. Zij weerde zich echter temidden van al die routiné's met bekwame ijver. Het langdurige ap plaus gold de troep in het algemeen met niet te vergeten het bijzonder geslaagde décor en Jacqueline Roy- aards in het bijzonder. Mevrouw Vorst man had voor de attentie gezorgd, dat na afloop het „Home, Sweet Home" gespeeld werd en zij bood de bejaarde actrice een formidabele mand bloemen aan. W. H. Advertentie BLOEMENDAAL TELEF. 22143 ret tweede deel van onze Kerst prijsvraag „Speurtocht door twee Haarlemse musea" is nu ook weer ten einde. Tot onze verras sing hebben wij gemerkt, dat dit ge deelte, dat betrekking had op de kunstschatten van het Bisschoppelijk Museum, nog meer belangstelling heeft getrokken dan het eerste ge deelte, dat het Frans Halsmuseum betrof. Het Bisschoppelijk Museum is nu eenmaal veel minder bekend en spreekt zo meenden wij minder tot de verbeelding van de mens dan het Frans Halsmuseum. Misschien ook is dat juist de reden geweest, dat tal van lezers de nu ge boden gelegenheid hebben aangegre pen om eens nader kennis te maken met het Bisschoppelijk Museum. Tot op de sluitingsdag van de inzendings termijn bleven de brieven op ons re dactiekantoor binnenstromen. Enke le kwamen zelfs nog daarna binnen, maar verspeelden daarmee natuurlijk de kans op een prijs. Aan het slot van deze grote Kerstprijsvraag kun nen wij dus gevoeglijk vaststellen, dat de „Speurtocht door twee Haar lemse Musea" een volledig succes is geworden en ons past dan ook on getwijfeld mede namens de lezers van onze courant een woord van dank aan de heer H. P. Baard, de directeur van het Frans Halsmu seum en de heer H. v. Haaren, con servator van het Bisschoppelijk Mu seum, voor hun initiatief tot deze interessante wedstrijd. Ook na onze waarschuwing van ver leden week kwamen er nog inzendin gen binnen die niet volledig waren. Jammer genoeg konden wij deze in zendingen niet mee laten dingen naar de vele prijzen. Oo ktroffen we inzen dingen aan, waarop geen naam 7% Tiet zonder enthousiasme, maar te- Y vens met enige twijfel omtrent het -4 welslagen ben ik ingegaan op het voorstel van de redactie der Nieuwe Haarlemsche Courant, om het Bisschop pelijk Museum te betrekken in het prijsvraag-plan van de heer H. P. Baard. Meer immers dan het Frans Hals-mu seum is het Bisschoppelijk Museum voor de bewoners van Haarlem zelf een onbe kende grootheid. De weinige bezoekers die jaarlijks de drempel overschrijden, om te verkennen wat er achter de massieve deur van het oude gebouw aan de Jansstraat te zien, te genieten en te leren valt, zijn merendeels buitenlan ders of niet-Haarlemmers. Mag men de naam van het museum al eens vernomen hebben, tot een verkenning van hetgeen deze betekent komt men niet of slechts zelden. Dank zij de prijsvraag echter hebben velen de schroom voor het streng aan doende gebouw en wellicht ook voor de naam? overwonnen. In zijn reeds ruim tien jaar lange loopbaan heeft de concierge, de heer N. van Keulen, nau welijks een dergelijke drukte gekend. Aandachtig schouwend en in elk voor- Conservator H werp het vurig gewenste détail ver moedend, ging eenieder door de zalen. Het gevolg van deze grote aandacht is, dat meerderen behalve een goede op- J. A. M. van Haaren Wintertijd brengt huiselijkheid, zegt een oude degelijke spreuk. In onze dagen gaat dat misschien niet helemaal meer op, omdat juist in de winter de avondlessen op volle toeren draai en en zeker de jeugd er uit flad dert om nog wijzer te worden. De tijd, dat het ganzenbord favoriet was, schijnt spoedig voorbij te zijn; het „mens erger je niet" wordt al te letterlijk in practjjk gebracht. Maar soms komt er wat nieuws op de markt het waarom en hoe weer niemand en iedereen werpt zich er op met een hartstocht, die alle wereldproblematiek doet ver geten. De laatste maanden vooral voor Sint Nicolaas was het een uitkomst heeft ook in Haarlem en omstreken het zogenaamd scrabble menig huisgezin veroverd. Dat spel op een toverbord, waarop de deelnemer goochelt met letters, die (tot woorden gevormd) hem het nodige aantal punten kunnen ople veren om hem de overwinning te bezorgen, heeft talloze Haarlem mers tot gezonde piekeraars ge maakt. Er zijn nooit zoveel nieuwe Nederlandse woorden uitgevonden als juist door degenen, die aan scrabble-kriebel lijden. Woorden als zuidhoekbarometer, asbak spons, lampgordijn enzovoort poogt men het bord op te smokkelen. Lukken doet het nooit, want de te genstander blijkt immer een scher pe taalpurist te zijn. Enkele dagen geleden heb ik 's avonds zo'n honderd mensen er gens in een zaal zien scrabblen, aarzelend eerst maar later met een zeldzame passie. En thuis ge komen heb ik het spel (geleend bij een vriendelijke relatie) voor de dag gehaald. De ochtend brak reeds aan, toen het laatste woord was ge vormd. Toen ik naar de redactie trok, was het me een troost, dat ik niet de enige was met een scrab- ble-gezicht. fet vrije kwartiertje op de scho len is immer een attractief feest, aantrekkelijk vooral voor de omwonenden. Tegenover onze flat staat een lyceum en iede re ochtend om tien uur trekken de „dames" en „heren" lyceïsten on ze ramen voorbij, in de éne hand vaak een boek, in de andere altijd een boterham of een appel. Iedere dag is het opnieuw een wonderlijke parade: groepjes jongens en groep jes meisjes met daar tussendoor een enkel moedig en dapper duo, een jongen en meisje, die hand in hand de schoolspot en dus de ja lousie durven trotseren. Hij nog wat onverschillig verliefd, zij met een eigenwijs ernstig gezicht en een pedante paardestaart. De laatste tijd is het beeld van die schooljeugd wat fleuriger geworden. De bru taalste meisjes kwamen er uitda gend het eerst mee, maar zij maak ten spoedig school: hele trossen be nen schuifelen nu over de laan, ge stoken in rode, groene, grijze en paarse kousen. Ik heb er even aan moeten wennen, maar ik heb plei- zier gekregen in die kleurige over moed, die tenslotte meer poëtische vreugde geeft dan het zakelijke en soms oer-vervelende nylon. Het zal wel weer voorbij gaan, maar ik heb moeten denken aan een schooljuffrouw, die vroeger bij ons thuis nogal eens het onderwerp van gesprek was. Voor haar wa ren meisjes met kniekousen een gruwel: de ski-sokjes, die daarop volgden, een doorn in het oog: de blote benen een bron van ergernis. Zij zou nu een gelukkige tijd be leefd hebben, ofschoon zij de kleur zwart voor de kous geprefereerd zou hebben. De geest van die juffrouw moet nog levend zijn, helaas. Zij heeft tenminste stelling genomen tegen het meisje-in-de-lange-pantalon. In bepaalde opzichten kan ik met haar meegaan, waar sommige van der gelijke schepsels in zo'n tenue op een min of meer officiële gelegen heid verschijnen. Maar ik kan me niet indenken, hoe zo'n juf het in haar hoofd haalt om een meisje, dat vermoedelijk per abuis in lan ge pantalon (zonder rok) op school verschijnt, in de hoek zet... met een lap om. Nog minder begrijp ik iets van de mentaliteit van een onge twijfeld brave ziel, die een jonge moeder, die haar kleuter voor het eerst naar school brengt, verplicht vóór de drempel de „lange" broek van het kind uit te trekken. Maar laat ik niet te veel piekeren over dat stijlloze stijlgevoel. Voorlopig heb ik genoeg aan het fleurige Breugheliaanse tafereel, dat de ly- ceisten van de overkant bieden. Het kleurt haar benen en mijn leven uitste kend. in uitutfii. nci TLOLftNn lossing, tevens iets van de „eeuwige schoonheid", waarvan kunst getuigt, hebben ontdekt. De lyrische ontboe zemingen of welsprekende verhandelin gen die soms de uitslag vergezelden, zijn hiervan de bewijzen. Ik kan deze prijsvraag daarom niet anders dan een groot succes noemen. De altijd nog te geringe belangstelling en waardering der katholieken voor hun eigen kunstbezit zal hierdoor zeker zijn toegenomen. En dat juist de jongeren actief zijn geweest, stemt bovendien hoopvol voor de toekomst. De redactie van de Nieuwe Haarlemsche Courant, er steeds op uit om haar lezers de weg naar het museum te wijzen, dank ik ten zeerste voor haar initiatief in dezen. Het is reeds enigszins beloond door de grote deelname van de speur ders. Hun speurzin was van dien aard, dat ik hen bijna zonder uitzondering geluk kan wensen met het goede resul taat. Voor de winnaars van een der door de Bisschoppelijke Commissie ter be schikking gestelde prijzen tenslotte een extra proficiat. H. J. A. M. VAN HAAREN Conservator van het Bisschoppelijk Museum. Adverten tla en adres van de afzender vermeld ston den, terwijl die evenmin op de envelop pe voorkwamen. Ook deze oplossingen moesten wij helaas terzijde leggen. Maar er bleven er nog voldoende over en de redactie heeft dagenlang werk gehad om alle inzendingen te sorteren. De opgave was in zekere zin niet ge makkelijk. Zij eiste inderdaad een uit gebreide speurtocht door de beide mu sea, maar wanneer men die ervoor over had, dan was de oplossing niet al te moeilijk te vinden. Wij hebben dan ook heel wat goede oplossingen aange troffen, zodat uiteindelijk het lot heeft moeten beslissen. Commentaar Het tweede deel van de prijsvraag heeft ons eveneens een groot aantal commentaren opgeleverd, zij het, dat het er minder waren dan bij het eerste gedeelte. Vrijwel unaniem zijn de brief schrijvers het erover eens, dat onze wedstrijd hun de ogen geopend heeft. Velen waren met de Haarlemse musea en zeker met het Bisschoppelijk Mu seum niet bekend. „Het is merk waardig, dat ik nu pas met deze prijs vraag het museum heb bezocht en dat ik er nooit eerder toe ben gekomen", schrijft ons een inzender. Overigens is het niet de bedoeling, dat het hierbij blijft. De eerste kennis making met de musea zal pas werke lijk van waarde blijken, wanneer men zijn bezoeken herhaalt en af en toe eens terugkeert om een bepaald kunstwerk, dat opviel door zijn schoonheid, nog eens te gaan bekijken. „Ik heb ondervonden, dat je als je wilt genieten van welke kunst dan ook niet in één dag een museum door moet hollen, maar dat je er de tijd voor moet nemen en beter een bepaald stuk van het museum on der de loupe kunt nemen", schrijft een andere lezer ons heel terecht. Enkele inzenders hebben ons een hele verhan deling gestuurd over de waarde van het museumbezoek en uit vrijwel alle reacties blijkt dat er een wereld van schoonheid voor onze wedstrijdelingen is opengegaan. Een van de jongere in zenders herinnert eraan, dat er naast de oude kunst, die in de musea bijeen gebrecht is, ook exposities te zien moeten zijn van moderne schilders en wij zouden deze opmerking graag wil len onderstrepen. Uit de commentaren blijkt ons ook, dat de inzenders zich niet tevreden heb ben gesteld met het oplossen van de prijsvraag: het herkennen van de in ons blad afgedrukte fragmenten, maar dat zij hun museumbezoek hebben be nut om de tentoongestelde kunstwer ken eens op hun gemak te bestuderen. Zo viel hun de vrome expressie op van vele middeleeuwse houten beelden. Op gemerkt werd, dat de hoofdpersoon op een schilderij vaak veel groter werd afgebeeld dan de overige figuren. Weer een ander is getroffen door de rijkdom van kleur die sommige schilderijen ken merkt. Kortom: men heeft iets moois opgemerkt, en dat lijkt ons ls de mooiste beloning die men met deze prijsvraag heeft kunnen winnen. Goede kritiek Ook bij dit tweede gedeelte zijn er weer inzenders geweest, die kritiek hadden. Goede, opbouwende kritiek, die door conservator Van Haaren ten zeerste op prijs wordt gesteld. Een der lezers merkt op, dat er in het Bisschoppelijk Museum nogal wat veranderd is in vergelijking met vroe ger, maar hij voegt daar onmiddellijk aan toe: maar ik geloof, dat er nog wel een en ander verbeterd kan worden. De grote zaal bijvoor beeld, vind ik wel wat ongezellig. De heer Van Haaren zal 't met deze opmer king wel helemaal eens zijn. Er zijn trouwens nog meer dingen in het mu seum die verbeterd moeten worden. et programma van het derde con cert door het Noordhollands Phil- harmonisch orkest voor de school- faande jeugd, zal niet de aanleiding van e mindere zaalbezetting geweest zijn. Mogelijk zijn hier de juist geëindigde kerstvakantie en de vele andere culture le activiteiten, die elkaar in een kort tijdsbestek opvolgen, debet aan. Programma-inleider en dirigent Ma- rinus Adam heeft een populaire maar heldere toelichting gegeven op de uit gevoerde werken. Het „adagio" uit het ballet „Die Geschöpfe des Prome theus" van Beethoven werd levende taal voor de jeugd, mede door het zeer verantwoorde spel der vijf solisten en het orkest. Het „Concert pour petit orchestre" van Albert Roussel mag door het moderne klankpalet dan mis schien wat minder waardering gevon den hebben, toch hebben de jeugdige luisteraars met grote aandacht, na een werkelijk uitstekende toelichting van Marinus Adam, maar dit overigens voortreffelijke stuk muziek geluisterd. Dat de drie fragmenten uit Wagenaar's quasi-ernstige opera „De Doge van Ve netië" een meer begrijpelijke muziek vorm voor de jeugd bleek, was duide lijk. Een apart woord van lof aan het or kest en speciaal aan dirigent Marinus Adam moge niet achterwege blijven. Het was een stijlvolle uitvoering, die bij de jeugd veel succes opleverde. J. L. Zondag 13 januari houdt de Haarlem se wandelsportvereniging „Jan Pas- stoors" de tweede van een serie van vier winter-wandeltochten. Evenals de vorige keer wordt er vertrokken vanaf het gebouw „Rosehaghe" aan de Hoof- manstraat. Er kan zowel individueel als in groepsverband worden gewan deld over afstanden van tien of vijftien kilometer. Het vertrek van gebouw „Rosehaghe" is gesteld tussen elf uur en half een. Dat zal ook gebeuren. Er worden al plannen voor gemaakt, maar daar voor is tijd nodig en geld. In ieder geval is de conservator het er volko men mee eens, dat de waardevolle collectie van het Haarlemse Bisschop pelijk Museum een zo goed mogelijke huisvesting verdient. De commentaren zouden ons stof kunnen geven tot nog veel meer opmer kingen. Het zal echter duidelijk zijn, dat onze „Kerstprijsvraag" bij alle le zers en natuurlijk \ooral bij de ia- zenders volkomen in de smaak is gevallen. Wij moeten echter nog even een woord van lof richten tot de inizen- ders, die van hun oplossing zelf een waar kunststukje hebben gemaakt. Een hunner heeft de afbeeldingen in de courant keurig uitgeknipt en op geplakt en van de nodige bijschriften voorzien. Een andere lezer heerft zich zelfs de moeite getroost om zijn inzen ding te schrijven in pracht gecalligra- feerde gothische letters. Ook uit die zorg bieek weer de belangstelling en de waardering voor deze gelegenheid om kennis te maken met historische kunst werken. Ons rest. na dank gebracht te hebben aan de initiatiefnemers tot deze prijs vraag, onze lezers te bedanken voor de grote belangstelling die zij voor de wed strijd hebben getoond, en de prijswin naars van harte geluk te wensen. Wij laten hieronder de volledige oplossing volgen van het twee de deel van onze kerstvakantie prijsvraag „Bisschoppelijk Museum": 1. Aanbidding der koningen. Noordne- derlands. Ca. 1470. 2. Koorkap. Nederlands. 1520. 3. Aanbidding der herders. Copie naar Pieter Aertsen. 4. Sint Petrus. Haarlemse school. Ca. 1530. 5. Mannelijke Heilige. Hollands. Eiken hout. 1480. 6. Sint Antonius de eremiet. Gelders. Eikenhout. Ca. 1480. De drie hoofdprijzen zijn na beoorde ling toegekend aan: 1. Els Haverman. Vondelweg 480. Haar lem. (boekwerk „Houten beelden" uit de serie „De schoonheid van ons land" van prof. dr. J. J. M. Tim- mers.) 2. E. T. M. Crabbendam, Haarlemmer straat 18, Zandvoort. (boekwerk „Rom" van L. Salvatorelli.) 3. M. Hersman, Wagenweg 138, Haar lem. (boekwerk „ABC van de bouw stijlen in de Nederlanden" van dr. Frans Vermeulen.) Ter aanmoediging zijn de volgende prijzen toegekend: 1. Sjef Goossens, Emmaplein 30, Haar lem. (boekwerk „Van Gogh" door Herman Jedding.) 2. Mevrouw C. E. SigmondDavid, Dreef 38, Haarlem, (boekwerk „Pe trus" uit de serie „Kleine getijden der schoonheid" van R. Scheider.) 3. C. M. Bosman, Wilhelminaweg 7, Zandvoort. (boekwerk „Johannes" uit de serie „Kleine getijden der schoonheid" van R. Scheider.) 4. T. Mekenkamp, Zonnebloemstraat 34, Haarlem, (boekwerk Chagall" van Curt Schweicher.) 5. Hans Heezen, Emmaplein 21. Haar lem. (boekwerk „De Calvarieberg van de Sint Pauluskerk te Antwer pen" van Joz. de Coo.) 6. Peter van Bueren. Rijnegomlaan 57. Aerdenhout. (boekwerk „Nederland in de prentkunst" van P. T. A. Swil- lens.) 7. Ineke Nagtegeller, Geuzevesperstr. 24, Haarlem, (boekwerk „Nederland se glasschilders" van W. Bogtman.) Aan de volgende inzend (sters)ers is bij wijze van troostprijs een prachtige reproduktie toegekend: W. K. van Wort, Berckheydestraat 25 rood, Haarlem; Mevrouw B. Hul kenberg, Mariastraat 20, Hillegom; M. Groos, Begijnhof 2931. Haarlem; Me juffrouw Ria Blom, Zilkerduinweg 108a. De Zilk; Jan Hoek, Brederodestraat 24. Haarlem; Jeanne Philippo, Dieze- straat 8, Haarlem; Han Pierrot, Paulus Potterlaan 21, Heemstede; D. Haver- mans. Vondelweg 480, Haarlem: Hanne- ke Leeuwenberg, Roskamstraat 51, Haarlem en Marianne van der Maal, Roosveldstraat 9, Haarlem. De prijzen kunnen door degenen, die in Haarlem wonen, vanaf dingdag 15 januari dagelijks tussen 10 en 17 uur (zondags tussen 13 en 16 uur) bij de concierge van het museum worden af gehaald. De overigen krijgen hun prijs in de loop van de volgende week thuis gestuurd. Na 31 januari vervalt het recht op de prijzen, indien ze niet zijn afgehaald. Over de prijsvraag wordt niet gecorrespond eerd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 3