Verontreiniging van de rivieren een beangstigend probleem WATER EEN LEVENSBRON Een sultan ging winkelen... Kleuterklas aan een lijntje Radio en TV. Kard. Van Roey tegen Marxistische waarschuwt politiek Het regent Tussen neus en lippen Twee debuterende regisseurs T raanproduktie tot nu toe hoger Scherpe reactie op vastenbrief in de socialistische pers Sneeuwman verkocht Tsjechische nozems Geen Adolf" meer Geen varken Binding A.R.K.A.- K.A.B. M.O.-examens Friese taal Actualiteiten Vanavond Willem Barendsz Onderdelen van drie-eilandenplan aan besteed Pro Ecclesia Domein der vrouw DINSDAG 12 FEBRUARI 1957 PAGINA 7 j De Rijn komt bij Lobith in ons landZo hebben wij het in vroeger jaren allemaal braafjes geleerd en het is nog zo. Want het is een van die weinige dingen, waar in de loop der jaren geen verandering in gekomen is. Er hoort nog zo het een en ander achter aan te komen, maar moge lijk is daar bij deze of gene wel iets van weggesleten. Tenslotte zijn we niet allemaal voor geograaf in de wieg gelegd. Hoe het begon echter, dat weet iedereen. Maar begint het echt zo? Daar valt inderdaad wel het een of ander op af te dingen, want eigen lijk begon het al veel eerder. Dat gebeurde ver weg in Zwitserland. En wat bij Lobith begint is het begin van het einde. Ja, en u weet, het is het eind, dat de lasten draagt. Dit laatste verklaart, dat de voor zitter van de Kamer van Koop handel te Rotterdam, mr. K. P. van der Mandele, het wenselijk heeft geoordeeld in zijn jongste Nieuwjaarsrede o.m. het beangsti gende probleem van de hand over hand toenemende verontreiniging van het Rijnwater en dat van de andere rivieren aan de orde te stellen. Want voor wat het Rijn water betreft is dit nu zo'n pro bleem dat zijn oorsprong vindt ver vóór het befaamde Lobith. En waarvan men na Lobith de niet geringe lasten draagt. Een rivier is een verkeersader. Daarom kan men haar een levensader voor een volk noemen. Mr. van der Mandele heeft met zijn beeldspraak dieper gepeild. Hij sprak van „onze levensbron" en noemde het water voor ons bestaan van volstrekt vitale bete kenis. En terecht. Want hij dacht daarbij aan het water, dat een levensbehoefte is voor mens en dier, aan de bevolking met haar watervoorziening, aan onze land en tuinbouw, die gedrieën zich la ven aan het water van de rivieren. GRIEP? -m Examens HAUTE COIFFURE PERMANENT INVISIBLE Het stervende water Vergiftiging van de bronnen. Dat is een afschuwelijke, onmenselijke mis daad, wanneer de opzet daartoe geboren wordt in een ontaard brein. Het kan tot een misdaad worden, wanneer het voortkomt uit verregaande onachtzaam heid en zorgeloosheid. Op zulk een bronnenvergiftiging heeft de heer van der Mandele gewezen. Een bronnenvergiftiging die een mis daad zou worden, wanneer men er on achtzaam en zorgeloos tegenover zou blijven staan. Het afvalwater van de industrieën wordt van oudsher geloosd in de stro mende rivieren en in kanalen. Ook voor de Rijn wordt op die regel geen uitzondering gemaakt. Dit lozen van afvalwater op kanalen en rivieren is geen misdaad en het is ook niet funest, zolang de hoeveelheden verontreinigd water maar zeer gering blijven in ver gelijking tot de totale hoeveelheid van het stromende water. Want stromend water Is levend wa ter en dat bezit het vermogen zichzelf biologisch te reinigen. Maar dat ver mogen is niet onbegrensd. En wanneer die grens overschreden wordt, blijft die natuurlijke reiniging achterwege, ver ziekt het water en het sterft. Dan wordt dat afvalwater, samen met het water, dat het vermoord heeft, voor de samenleving een probleem. Een enorm en nijpend probleem zelfs. Een bedreiging Zo ver is het in onze dagen gekomen. Dat is geschied, doordat men, tengevol ge van de snelle vlucht, welke de in dustrie heeft genomen en van de tal rijke en zeer dringende problemen van de naoorlogsjaren, er te weinig aan dacht aan heeft geschonken. En nu is de verontreiniging zo ver en in zulk een tempo voortgeschreden, dat zij een be dreiging van onze samenleving vormt. Tenminste, wanneer wij niet spoedig afdoende maatregelen nemen, aldus de heer van der Mandele. Voor deze verontreiniging zoeke men voor wat het Rijnwater betreft de schuld niet in de eerste plaats bij onze vaderlandse industrie. Want wij heb ben hier, zoals gezegd, te maken met het eind, dat de lasten draagt. Soort gelijke sombere klanken, als door de voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel werden geuit, kan men sinds jaar en dag ook in Duitsland vernemen. Ook daar is men ernstig bezorgd over de langzame vergiftiging van het Rijnwater. Want ook daar wordt datzelfde probleem van dag tot dag meer acuut. De smidse van Duitsland, zo heeft men in het verleden het Ruhrgebied, dat ontzaglijke, gigantische industrie conglomeraat langs de oevers van de Rijn genoemd. Maar het is niet alleen een smidse. Het is veel méér dan dat. Het aantal industrieën, metallurgische, chemische en andere, is er legio. Deze tot een fantastische ontwikkeling ge komen industrie heeft een ontzaglijke opeenhoping van mensen en fabrieks- bedrijven ten gevolge gehad. En daar liggen de bronnen van de verregaande vervuiling. Maar daar niet alleen. Want reeds Zwitserland gaat in dit opzicht niet vrij uit- Niet alleen de kleinere Zwitserse meren zijn door vervuiling aangetast, maar ook de grotere, zoals het Meer van Zürich. En daarna zijn het het gebied van de Elzas en het industriebekken van de Saar. Afvalwater van industrieën, men moet dat vooral niet bagatelliseren. Water zo takende mr. van der Mandele het is een levensbehoefte voor mens en dier en heeft daarom aan de eisen van de moderne hygiëne te voldoen. Maar daarnaast is het een onontbeerlijke grondstof voor de in dustrie, een grondstof zelfs, die men noch vervangen noch importeren kan. En uit deze grondstof maakt de in dustrie eigenlijk afvalwater. Te genover iedere hoeveelheid gebruik- water staat eenzelfde hoeveelheid af valwater. Niet bagatelliseren. Voor de produk- tie van één ton staal is zeker honderd kubieke meter water nodig en voor de produktie van één ton celstof zelfs vier honderd. En als die vierhonderd kubie ke meter water naderhand weer ge loosd worden, is dat water méér ver vuild, dan een stad van enige duizen den inwoners het via haar riolen zou kunnen doen. Het is één van de problemen van Het personeel van de schoenen winkel, recht tegenover de be roemde galerij van Napels, keek wel een beetje verwonderd, toen dezer dagen niemand minder dan de sultan van Marokko de zaak kwam binnenstappen en er niet min der dan 100 paar damesschoenen be stelde. „Voor mijn vrouw" zei de sultan, maar hij bedoelde toen de ontelbare dames, die hij, nu hij een gecombineerd privé- en statiebezoek aan Italië brengt, maar heeft thuis gelaten. De sultan koos de honderd paar schoenen met zeer grote zorg vertelde de chef van de zaak la ter aan journalisten. Hij kocht slechts schoenen in de maten 36 en 37. Een van de paren kostte 50.000 lire. Eerder op die dag maakte de sultan een autotoer door de stad. Hij bekeek de beroemde kathedraal slechts aan de buitenkant, want hij weigerde naar binnen te gaan. Volgens een bericht van de cor respondent te Khatmandu (In- dië) van het blad „Statesman", een krant in New Delhi, is de zoge naamde yeti, beter bekend als ,,de verschrikkelijke sneeuwman", ver kocht. Een anonieme Amerikaai zou een hoog bod hebben gedaan op het wezen, dat men ooit nog eens hoopt te vangen en dat dan in ver band kan worden gebracht met de enorme voetsporen, die al jarenlang op de hellingen van de Himalaya worden gevonden. De yeti is zo willen de verhalen het een bijna menselijk wezen, ongeveer 1.20 me ter lang en bedekt met lange haren. De inboorlingen van Khatmandu noemen het wezen „de mens-beer". Taalkundigen veronderstellen intus sen dat door een verkeerde verta ling van deze naam de legende van de „verschrikkelijke sneeuwman" in de wereld is gekomen. Het blad van het Tsjechoslo- waakse ministerie van defen sie, dat „Obrana Lidu" heet, heeft erover geklaagd, dat het Tsje chische leger te veel „nozems" telt. Het blad schrijft, dat die nozems hun veldmutsen fantastische vor men geven, hun haar nauwelijks la ten knippen, speciale plooien in hun jassen vouwen en bij hun veldunifor- men suède-schoenen met crêpe-zolen dragen. Tsjechische meisjes hebben via brieven, in een ander Praags ®lad gepubliceerd, erover geklaagd, dat de soldaten zich op dansavonden onfatsoenlijk gedragen, daar zij naar een meisje, met wie zij willen dan sen, fluiten in plaats van een buiging voor haar te maken en haar beleefd ten dans te vragen. Uit Neurenberg komt het bericht, dat sinds 1915 bij de burgerlij ke stand van de stad geen kind meer is aangegeven met de voor naam Adolf". Dat dit feit aan het licht gekomen is, is te danken aan de beheerder van het bureau voor de burgerlijke stand, die er plezier in heeft om in zijn vrije tijd aan sta tistiek te doen. De correspondent in Neurenberg herinnert er in dit ver band nog eens aan, dat Neurenberg eens de stad was, die het poststem pel „Stadt der Reichsparteitage" had. Het gebeurde ergens in Ameri ka. Toen gevangenen, die overdag te werk waren gesteld op een boerderij in de omgeving van de gevangenis, na afloop van het werk werden geteld, bleek er een ge vangene te zijn verdwenen. Prompt werden sneciale patrouilles gefor meerd die op zoek gingen naar de man. Deze kwam tegen de avond hijgend bij de boerderij aan. Een jong varken had kans gezien uit zijn kot te ontsnappen, waarna de ge vangene heel de omgeving naar de krulstaart had afgezocht. Hij kwam met het beest in zijn armen terug. Toen hij hoorde, dat de gevangenis- politie naar hem had gespeurd, ant woordde hij slechts: ik ben geen var ken... dit geweldige industrieagglomeraat. Want behalve met een vuilwaterpro- bleem worstelt men daar het zij terloops vermeld ook nog met een nijpend luchtvervuilingsprobleem. Een goede zeshonderdduizend ton roet en stof daalt jaarlijks, als een onafge broken fijne regen, op het Ruhrge bied neer en bedreigt er de gezond heid van de bevolking. Stinkend vocht Maar ditmaal hebben wij het over het water. Op een persconferentie in Duitsland circuleerde onder de journa listen een flesje, dat een chemische op lossing, een kwalijk riekend vocht, be vatte. „Wat is dit voor viezigheid?", werd er gevraagd. Het antwoord was even verrassend als beschamend. „Dat is Rijnwater!", zo luidde het. Een op lossing van chemicaliën, dat is niet overdreven. Het bevatte fenolen, zuren, chloriden, olie en slijk. En ook nog water. Een onderzoek wees uit, dat de Rijn bij Constanz dagelijks 500 ton zouten, uit afvalwater afkomstig, meevoert. En tot Mainz komt er nog het nodige bij. Tot aan de Nederlandse grens wordt deze hoeveelheid nog dertig keer zo groot. Dit verklaart, dat de heer van der Mandele er op kon wijzen, dat er alleen al 29.000 ton chloride per etmaal bij Lobith in het Rijnwater worden meegevoerd, die een gevaar voor de toenemende verzilting ook al een ernstig probleem betekenen. Een parallel Een diagnose is goed, maar een the rapie is beter. De heer van der Man dele is aan de pogingen om tot een therapie te komen in zijn rede niet voorbij gegaan. Hij heeft de belangrijke constatering uitgesproken, dat men, nationaal zo wel als internationaal, tot het inzicht is gekomen, dat dit probleem vraagt de handen ineen te slaan. Men kan zo zeide hij het water probleem zowel wat de kwantiteit als wat de kwaliteit betreft alleen geo-poli- tiek het hoofd bieden, d.w.z. in samen hang met het gehele stroomgebied. De vervuiling van het water, zo hebben wij hier boven laten zien, begint al in Zwitserland. De zorg, dat Nederland bruikbaar water krijgt, dient al in Zwitserland te beginnen. Het probleem, waar men zich voor stelt de schouders onder te zetten, is een zeer gecompliceerd probleem. Het begint met het bestuderen van de vraag, waar de grens ligt, onder welke de natuurlijke biologische zelfreiniging van het water kan blijven functionne- ren. En daarna komen de wettelijke zui- Advertentle Mijnhardt's Grieppoeders. Doos 50 ct. veringsverplichtingen en de kosten daar van aan bod. Op dit punt heeft de heer van der Mandele de interessante parallel met de bestaande openbare diensten voor de afvoer van vaste afvalstoffen ge trokken, en dit principe op de vloei bare afvalstoffen toepasbaar ver klaard. Een functioneel lichaam, open baar nutsbedrijf, waaraan de zorg voor de reiniging is toevertrouwd. Een belangwekkende suggestie voor de oplossing van het zo nijpend pro bleem van het stervende water. Mr. H. C. M. EDELMAN Op zijn eerste vergadering in 1957 heeft het hoofdbestuur van de Algeme ne r.k. ambtenarenvereniging ten aan zien van de binding der A.R.K.A. met de K.A.B. besloten de heer J. A. Mid delhuis, voorzitter van de K.A.B. te verzoeken de figuur K.A.B. - A.R.K.A., zoals hij ueze ziet, in een vergadering van het hoofdbestuur nader toe te lich ten. Op de vergadering ontstonden langdurige en principiële discussies rond deze binding met de K.A.B., welke dit jaar de bijzondere aandacht van de A.R.K.A. zal vragen. Enerzijds bleek het besef te leven, dat een min of meer stevige binding aan aan een rijk-ontwkkelde en doelbewuste katholieke organisatie als de K.A.B. voort kan spruiten uit een gezamenlijke doelgerichtheid met betrekking tot de sociale orde. Anderzijds achtte men het, vooral ook gezien de geldelijke verplichtingen, niet strikt gewenst zijn ambtelijke be langen te koppelen aan de zienswijze van een zoveel groter lichaam, dat me rendeels uit geheel ongelijksoortige sfe ren gerecruteerd wordt. In Staatsblad nr. 28 is gepubliceerd het Koninklijk Besluit van 30 januari 1957 tot regeling van de in 1956 af te nemen examens ter verkrijging van de middelbare akten van bekwaamheid A. en B. in de Friese Taal. In afwachting van de totstandkoming van een gemeenschappelijk programma voor de examens ter verkrijging van de akten van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de ver schillende moderne talen, is bij dit be sluit de regeling, die voorlopig voor het jaar 1955 was getroffen voor de middel bare examens in de Friese taal, ook voor het jaar 1956 van toepassing verklaard. Dr. Dina Johanna Kohlbrugge, be noemd tot buitengewoon hoogleraar in de faculteit der letteren en wijsbegeer te aan de rijksuniversiteit te Utrecht om onderwijs te geven in de Iraanse taal- en letterkunde, zal op maandag 18 februari a.s. haar ambt aanvaarden. In de Haagse raadzaal heeft mr. H. A. M. T. Kolfschoten maandagmiddag het ambt van burgemeester van 's-Graven- hage aanvaard. Op deze foto ziet men v. I. n. r. mr. G. E. van Walsum, burgemeester van Rotterdam, mr. H. A. MT. Kolfschoten, mr. G. van Hall, burgemeester van Amsterdam, en mevrouw Kolfschoten na de ambtsaanvaarding. De NCRV had voor haar eerste maandagavond TV-uitzending een af wisselend en boeiend programma sa mengesteld, waarin twee nieuwe regis seurs op verdienstelijke wijze debuteer den. In de filmrubriek van Peter van Campen deed deze een eerlijke poging om enige niet te oppervlakkige films op serieuze wijze te bespreken. Aan de hand van fragmenten bouwde hij zijn verhaal op, maar hij gebruikte dat ma teriaal ook om op bepaalde kwaliteiten te wijzen. Zijn vaak zeer boeiende tekst werd nog wat aarzelend voor gedragen doch wij geloven dat deze opzet in principe de enige oplossing is voor een goede filmkritiek voor de TV. „Van speeldoos tot pierement" heette een documentair programma waarin de enthousiaste promotors van een mu seum voor mechanische muziekinstru menten, de heren Jongenelen en De Waard, veel wetenswaardigs, char mants en belangwekkends vertelden. Het gebeurde aan de hand van een groot aantal mooie instrumenten die zeer aantrekkelijk waren opgesteld. We hebben wel eens meer oude speeldozen voor de TV gezien, er echter nog nooit zo een gedegen en verantwoord ver haal bij gehoord. Het programma was ook goed voorbereid anders had regis seur Leen Valkenier geen kans gezien het met zo weinig haperingen op het beeld te brengen. De interviewer was nog het minst rolvast, veel voorkomend verschijnsel. Al te weinig zijn de inter viewers voor de TV overtuigd van de capaciteiten van de ondervraagden. Het optreden van Georgette Hage- doorn was weer een demonstratie van geest, goede smaak en veelzijdigheid. Men staat er steeds verbaasd over hoe veel zij met zo uiterst weinig midde len weet te suggereren. Het door Sieto Hoving goed geleide beeld droeg tot het zeer aantrekkelijke eindresultaat zeker bij. Twee actualiteiten, beide uit Den Haag, hebben ons gisteravond zeer ge troffen. Allereerst de grote en positieve aandacht die de Radiokrant van de NCRV besteedde aan de installatie van burgemeester Kolfschoten, met een uitvoerig klankbeeld van deze plechtig heid. En verder de reportage van de VARA van het congres van het NOC waar wel een andere sfeer heerste dan in november J. v. S. De leidster van een kleuterklasje heeft een praktische en eenvoudige manier bedacht om te voorkomen, dat haar pupillen het trottoir aflopen. Ieder kind houdt een lusje vast, dat in een lang touw gemaakt is. Het systeem werkt perfect. De uitzending vanavond door de KRO in de reeks „En gij zult het aanschijn der aarde vernieuwen" heeft tot onder werp „De intocht van de hoop". De tekst werd door Daniël de Lange sa mengesteld uit werk van Charles Pé- guy, meer in het bijzonder uit diens Le Mystère des Saints Innocentes. Jur- riaan Andriessen schreef bij deze uit zending de muziek, welke onder zijn leiding zal worden uitgevoerd. (298 m. 20.50 uur). Voor het Franse Brussel speelt het groot orkest o.l.v. Franz André waar bij de Amerikaanse violist Roggiert Ricci het Eerste concert van Paganini en het Concert van Max Bruch zal spe len (483 m. 20 uur). Het Omroeporkest van Beromünster speelt o.l.v. Victor Reinshagen. Hier- bvj speelt de pianist Hans Leygraf het Derde pianoconcert van Beethoven. Het orkest voert nog uit La Création du Monde van Milhaud. (567 m 20 uur). In de interessante rubriek Sovjet Af fairs van het Derde Progr. spreekt Manya Harari over een zojuist in de Sovjet-Unie verschenen roman „Niet voor brood alleen". (464 m 21.20 uur). De Willem Barendsz heeft in de perio de 7 januari-3 februari 1957 geprodu ceerd 34.768 barrels (5.795 tons) walvis traan tegen 26.641 barrels (4460 tons) in een nagenoeg gelijke periode van het seizoen 1955/56. De produktie van spermolie bedroeg 3.717 barrels (619.5 tons), inclusief de produktie behaald in de periode 25 dec. 1956. 7 januari 1957. In 1955/56 bedroeg de produktie 10.919 Darrels (1820 tons). Toen echter werd de jacht op potvissen door de Willem Barendsz-expeditie be gonnen op 27 november. Aan vismeel tenslotte werd geproduceerd 926 tons tegen 675 tons in dezelfde periode van het vorige seizoen. Zoals bekend vaart de expeditie dit keer slechts met 14 in plaats van 18 vangschepen, teneinde het vangseizoen te verlengen. AMSTERDAM, 11 feb. Cand. rech ten Mej. H. Heijersman (Amsterdam). LEIDEN, 11 feb. Semi-artsex: J. T. C. Bakker te Alphen; R. J. Gobius te Leiden; J. E. Thompson (USA) en G. M. Weitzner (USA). Artsex.: R. Giel te Den Haag en B. W. G. M. Schaap te Venlo Advertentie WAGENWEG 29 HAARLEM - TEL. 20518 in combinatie met DOUBLE COUPE Een Ideale coiffure, bestand tegen ons vochtig en winderig klimaat. Vandaag is als onderdeel van het zgn. drie-eilandenplan te 's-Gravenhage aan besteed het maken van een secundaire dam, een halve km. ten westen van Kat- seveer, de bouw van de zgn. Zandkreek- sluis met afsluitdijk tussen de sluis en Noord-Beveland, het maken van een op rit in de Jongvrouw Annapolder, het uitbaggeren van de bouwput tot zes en een halve meter ben 'en N.A.P. en het maken van de toeleidingsdammen naar de toekomstige sluis. Bij de werkzaamheden aan de dijks- bouw zal voor het eerst op uitgebreide schaal worden gewerkt met de zgn. mijn- steen, de afvalsteen van de steenkolen mijnen. De dijk zal aan de zeezijde een hoogte krijgen van 7.87 boven N.A.P Voor het voetveer zal een andere steiger moeten worden gebouwd, omdat de hui dige steiger in de weg staat. Het gehele werk zal tien maanden na datum van aanvang opgeleverd moeten zijn. De bouwput zal ongeveer 400 meter lang en 140 meter breed worden. Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de afdeling Alkmaar van de Nederlandse r.-k. Middenstandsbond is de voorzitter van deze afdeling, de heer F. Putman, onderscheiden met het gouden erekruis „Pro Ecclesia et Pon- tifice". Deken J. Th. Jacobs van Alkmaar heeft zondag tijdens een receptie de onderscheiding met oorkonde uitge reikt. dige schoolwet opgedrongen, die af breuk doet aan de gewetensvrijheid en die de gelijkheid van de burgers mis kent. Het oprichten van talrijke nieuwe staatsscholen heeft als hoofddoel in de christelijke gemeenten het neutrale laï- cisme te propageren. De kardinaal gispt dan de plannen van de regering op het terrein van de openbare gezondheid en van de sociale zekerheid, omdat deze plannen niet in overeenstemming zijn met de principes van vrijheid en gewetenseerbiediging. De Vastenbrief besluit aldus: „Mo gen alle burgers, gehecht aan vrijheid en bekommerd om het welzijn van het land, hun ogen goed open houden en nooit gedogen, dat België geleidelijk zal worden omgeschakeld tot de socialis tische staat, waarvan verscheidene on zer huidige bewindvoerders dromen en die zij trachten te verwerkelijken. Moge het de Goddelijke Voorzienigheid beha gen ons te behoeden voor zo'n ramp zalige proefneming, waarvan wij de uit eindelijke gevolgen kunnen aanschou wen in de socialistische staten van centraal-Europa". Het Gentse socialistische blad „Voor- ,tuit" ondernam gisteren een scherpe rtfortéhfsU vormei ra» ReRris'f t™' persoonlijke aanval op de kardinaal, die dfi has,s vormpn van KpW,P s tra" ervan wordt beschuldigd de kansel te gebruiken om aan politiek te doen en ten voordele van de C.V.P. de socia listen te bekladden. Volgens het socia- (Van onze Brusselse correspondent) BRUSSEL, hedenmorgen. De Belgische katholieke bladen heb ben de tekst gepubliceerd van de Vas tenbrief van Kardinaal van Roey, die op zondag 3 maart in alle Belgische kerken zal worden voorgelezen. In deze brief behandelt de kardinaal de huidige crisis in de wereld in het licht van de jongste Pauselijke Kerstboodschap. Sprekend over de gebeurtenissen in Hongarije zegt Zijne Eminentie niet te geloven, dat Midden-Europa voor im mer onderworpen .al blijven aan een bewind, dat zich enkel door geweld handhaaft en dat afbreuk doet aan de diepste overtuigingen van de menselij ke natuur. In de Kerstboodschap van de Paus, aldus de kardinaal, worden de oorzaken aangegeven van de ma laise, die de mensheid beklemt en te vens de middelen, die deze malaise kunnen verhelpen. De daarin vervatte richtlijnen zijn niet alleen bestemd voor de landen, die onder de communistische dwingeland^ zuchten. Zij dienen ook te worden overwogen in een land zoals België, waar de huidige regering zich beroept op de Marxistische leer, waar van zij de principes tracht toe te pas sen in verscheidene sectoren van hel openbaar leven, en dit ten koste van die de basis vormen van België's tra ditionele grondwettelijke instellingen. De regering, zo gaat de Vastenbrief verder, heeft het land een onrechtvaar- KARDINAAL VAN ROEY listische blad heeft de kardinaal zich voor de wagen laten spannen van de C.V.P.die een verkiezingsnederlaag vreest. De C.V.P., aldus „Vooruit", is zich bewust van de grote populariteit, die de regering-Van Acker bij de massa wist te verwerven door haar vooruit strevende sociale politiek- Zij maakt niet de minste kans bij de verkiezingen van volgend jaar. Zij heeft steeds de kapitalistische belangen gediend en zij maakt thans gebruik van het geestelijk gezag van de kardinaal om de gelovi gen tegen de regering op te ruien en om alsnog te pogen de belangen van het kapitaal veilig te stellen. Het regent, het regent, de pannen worden nat.zingen de kinderen vrolijk en uitgelaten, alsof die neer- miezerende regen een pretje is. Het regent ja, dat doet het nog al eens een keer in ons land en niet alleen de pannen, maar ook de straten en wij, die door die regenbui heen moe ten worden nat, kletsnat. Wij worden nat en ook die uitgelaten zingende kleuters. Hun jasjes worden nat en hun haren en natuurlijk ook hun schoenen en voor het geval die op de normale wijze al niet nat genoeg worden zijn de kinderen graag be reid ze een handje te helpen. Kinde ren vinden water heerlijk en, als moeder er niet bij is of een andere volwassenen, die het verbiedt, ken nen ze nauwelijks een groter plezier dan door plassen te lopen en te pro beren of het water zo hoog staat, dat het boven hun schoenen uit komt. Die neiging van de jeugd heeft er toe geleid de rubberlaarsjes bijzon der populair te maken. De moeders zijn er dolblij mee, want nu komen de kinderen tenminste droogvoets in school en weer thuis en de jeugd zelf vindt het prachtig, want nu kan er nauwelijks nog een plas te diep voor hen zijn. Die rubber- laarsjes zijn dus een uitkomst en wij kunnen ze iedereen van harte aan bevelen, mits men er maar voor zorgt, dat de kinderen in school en thuis niet met deze voetbekleedsels blijven rondlopen. Rubber sluit na melijk luchtdicht af, wat het voor deel heeft, dat ze geen water door laten, maar het nadeel dat ze ook geen lucht doorlaten, zodat dus de voeten niet kunnen ademen. Dat ver oorzaakt transpirerende voeten, wat niet alleen voor de omgeving onaan genaam is, maar bovendien ongezond voor het kind zelf. Zorg overigens dat ook anderszins uw kinderen, als het regent, er te gen kunnen. Er zijn tegenwoordig heerlijke regenjasjes en -capes voor de jeugd, die hen zelfs tegen de kwaardaardigste buien beschermen. Wat die capes betreft, is er iets eigenaardigs. Tegenwoordig schijnen de kleine jongetjes en meisjes erg gesteld te zijn op die dracht. Moge lijk is dat een modeverschijnsel. Ik herinner me althans uit mijn eigen jeugd, dat ik een lange, warme cape had met een soort kabouterpuntmuts, die ik verfoeide. Als het even kon, probeerden wij thuis weg te komen zonder dat uiterst practische kle dingstuk en als men ons, voor we weg waren, wist te betrappen en beval de cape aan te trekken, ging dat altijd met gemopper en lange gezichten gepaard. Nu denken we wel eens, dat het heerlijk zou zyn weer zo'n cape te bezitten, waar je zo lekker helemaal onder kunt weg kruipen en waaronder al je goede kleren een veilige schuilplaats vin den tegen het hemelwater. Voor volwassenen echter zijn er tegen woordig zulke mooie, elegante regenmantels, misschien niet hele maal zo lekker en zo practisch als die ouderwetse cape, maar zo on eindig veel eleganter, dat we, als we moeten kiezen toch telkens weer zwichten voor de elegance en de cape laten hangen. En dan hebben we tegenwoordig ook weer zulke mooie paraplu's, dat het jammer zou zyn om je zo helemaal te beschutten, dat je die eigenlijk niet meer nodig hebt. Zo'n paraplu immers is niet alleen een voorwerp om je tegen de regen te beschermen, het is een accessoire, dat je uiterlijke verschij ning zeer ten goede komt. Alle ouderwets practische paraplu's tom- pouces en opvouwbare modellen moeten het afleggen tegen die sier lijke naaldparaplu's, die de dames een elegance verlenen, die je bijna doet verlangen naar een beetje regenachtig weer, niet te veel na tuurlijk, want dicht zijn die regen schermen nog veel aardiger dan ge opend. Ach ja, het regent, het regenten soms vinden wij het niet eens erg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 7