Verontreiniging van de rivieren een
beangstigend probleem
WATER EEN LEVENSBRON
Een sultan ging winkelen...
Kleuterklas aan een lijntje
Radio en TV.
Kard.
Van Roey
tegen Marxistische
waarschuwt
politiek
Het regent
Tussen neus en lippen
Twee debuterende regisseurs
T raanproduktie
tot nu toe hoger
Scherpe reactie op vastenbrief in de
socialistische pers
Sneeuwman verkocht
Tsjechische nozems
Geen Adolf" meer
Geen varken
Binding A.R.K.A.-
K.A.B.
M.O.-examens Friese
taal
Actualiteiten
Vanavond
Willem Barendsz
Onderdelen van
drie-eilandenplan aan
besteed
Pro Ecclesia
Domein der vrouw
DINSDAG 12 FEBRUARI 1957
PAGINA 7
j
De Rijn komt bij Lobith in ons
landZo hebben wij het
in vroeger jaren allemaal
braafjes geleerd en het is nog zo.
Want het is een van die weinige
dingen, waar in de loop der jaren
geen verandering in gekomen is.
Er hoort nog zo het een en ander
achter aan te komen, maar moge
lijk is daar bij deze of gene wel iets
van weggesleten. Tenslotte zijn we
niet allemaal voor geograaf in de
wieg gelegd. Hoe het begon echter,
dat weet iedereen.
Maar begint het echt zo? Daar
valt inderdaad wel het een of
ander op af te dingen, want eigen
lijk begon het al veel eerder. Dat
gebeurde ver weg in Zwitserland.
En wat bij Lobith begint is het
begin van het einde.
Ja, en u weet, het is het eind, dat
de lasten draagt.
Dit laatste verklaart, dat de voor
zitter van de Kamer van Koop
handel te Rotterdam, mr. K. P.
van der Mandele, het wenselijk
heeft geoordeeld in zijn jongste
Nieuwjaarsrede o.m. het beangsti
gende probleem van de hand over
hand toenemende verontreiniging
van het Rijnwater en dat van de
andere rivieren aan de orde te
stellen. Want voor wat het Rijn
water betreft is dit nu zo'n pro
bleem dat zijn oorsprong vindt
ver vóór het befaamde Lobith. En
waarvan men na Lobith de niet
geringe lasten draagt.
Een rivier is een verkeersader.
Daarom kan men haar een
levensader voor een volk noemen.
Mr. van der Mandele heeft met
zijn beeldspraak dieper gepeild.
Hij sprak van „onze levensbron"
en noemde het water voor ons
bestaan van volstrekt vitale bete
kenis. En terecht. Want hij dacht
daarbij aan het water, dat een
levensbehoefte is voor mens en
dier, aan de bevolking met haar
watervoorziening, aan onze land
en tuinbouw, die gedrieën zich la
ven aan het water van de rivieren.
GRIEP?
-m
Examens
HAUTE COIFFURE
PERMANENT INVISIBLE
Het stervende water
Vergiftiging van de bronnen. Dat is
een afschuwelijke, onmenselijke mis
daad, wanneer de opzet daartoe geboren
wordt in een ontaard brein. Het kan
tot een misdaad worden, wanneer het
voortkomt uit verregaande onachtzaam
heid en zorgeloosheid.
Op zulk een bronnenvergiftiging heeft
de heer van der Mandele gewezen.
Een bronnenvergiftiging die een mis
daad zou worden, wanneer men er on
achtzaam en zorgeloos tegenover zou
blijven staan.
Het afvalwater van de industrieën
wordt van oudsher geloosd in de stro
mende rivieren en in kanalen. Ook
voor de Rijn wordt op die regel geen
uitzondering gemaakt. Dit lozen van
afvalwater op kanalen en rivieren is
geen misdaad en het is ook niet funest,
zolang de hoeveelheden verontreinigd
water maar zeer gering blijven in ver
gelijking tot de totale hoeveelheid van
het stromende water.
Want stromend water Is levend wa
ter en dat bezit het vermogen zichzelf
biologisch te reinigen. Maar dat ver
mogen is niet onbegrensd. En wanneer
die grens overschreden wordt, blijft die
natuurlijke reiniging achterwege, ver
ziekt het water en het sterft. Dan
wordt dat afvalwater, samen met het
water, dat het vermoord heeft, voor de
samenleving een probleem. Een enorm
en nijpend probleem zelfs.
Een bedreiging
Zo ver is het in onze dagen gekomen.
Dat is geschied, doordat men, tengevol
ge van de snelle vlucht, welke de in
dustrie heeft genomen en van de tal
rijke en zeer dringende problemen van
de naoorlogsjaren, er te weinig aan
dacht aan heeft geschonken. En nu is
de verontreiniging zo ver en in zulk een
tempo voortgeschreden, dat zij een be
dreiging van onze samenleving vormt.
Tenminste, wanneer wij niet spoedig
afdoende maatregelen nemen, aldus de
heer van der Mandele.
Voor deze verontreiniging zoeke men
voor wat het Rijnwater betreft de
schuld niet in de eerste plaats bij onze
vaderlandse industrie. Want wij heb
ben hier, zoals gezegd, te maken met
het eind, dat de lasten draagt. Soort
gelijke sombere klanken, als door de
voorzitter van de Rotterdamse Kamer
van Koophandel werden geuit, kan men
sinds jaar en dag ook in Duitsland
vernemen. Ook daar is men ernstig
bezorgd over de langzame vergiftiging
van het Rijnwater. Want ook daar wordt
datzelfde probleem van dag tot dag
meer acuut.
De smidse van Duitsland, zo heeft
men in het verleden het Ruhrgebied,
dat ontzaglijke, gigantische industrie
conglomeraat langs de oevers van de
Rijn genoemd. Maar het is niet alleen
een smidse. Het is veel méér dan dat.
Het aantal industrieën, metallurgische,
chemische en andere, is er legio. Deze
tot een fantastische ontwikkeling ge
komen industrie heeft een ontzaglijke
opeenhoping van mensen en fabrieks-
bedrijven ten gevolge gehad. En daar
liggen de bronnen van de verregaande
vervuiling. Maar daar niet alleen. Want
reeds Zwitserland gaat in dit opzicht
niet vrij uit- Niet alleen de kleinere
Zwitserse meren zijn door vervuiling
aangetast, maar ook de grotere, zoals
het Meer van Zürich. En daarna zijn
het het gebied van de Elzas en het
industriebekken van de Saar.
Afvalwater van industrieën, men
moet dat vooral niet bagatelliseren.
Water zo takende mr. van der
Mandele het is een levensbehoefte
voor mens en dier en heeft daarom
aan de eisen van de moderne hygiëne
te voldoen. Maar daarnaast is het een
onontbeerlijke grondstof voor de in
dustrie, een grondstof zelfs, die men
noch vervangen noch importeren kan.
En uit deze grondstof maakt de in
dustrie eigenlijk afvalwater. Te
genover iedere hoeveelheid gebruik-
water staat eenzelfde hoeveelheid af
valwater.
Niet bagatelliseren. Voor de produk-
tie van één ton staal is zeker honderd
kubieke meter water nodig en voor de
produktie van één ton celstof zelfs vier
honderd. En als die vierhonderd kubie
ke meter water naderhand weer ge
loosd worden, is dat water méér ver
vuild, dan een stad van enige duizen
den inwoners het via haar riolen zou
kunnen doen.
Het is één van de problemen van
Het personeel van de schoenen
winkel, recht tegenover de be
roemde galerij van Napels,
keek wel een beetje verwonderd,
toen dezer dagen niemand minder
dan de sultan van Marokko de zaak
kwam binnenstappen en er niet min
der dan 100 paar damesschoenen be
stelde. „Voor mijn vrouw" zei de
sultan, maar hij bedoelde toen de
ontelbare dames, die hij, nu hij een
gecombineerd privé- en statiebezoek
aan Italië brengt, maar heeft thuis
gelaten. De sultan koos de honderd
paar schoenen met zeer grote zorg
vertelde de chef van de zaak la
ter aan journalisten. Hij kocht
slechts schoenen in de maten 36 en
37. Een van de paren kostte 50.000
lire. Eerder op die dag maakte de
sultan een autotoer door de stad. Hij
bekeek de beroemde kathedraal
slechts aan de buitenkant, want hij
weigerde naar binnen te gaan.
Volgens een bericht van de cor
respondent te Khatmandu (In-
dië) van het blad „Statesman",
een krant in New Delhi, is de zoge
naamde yeti, beter bekend als ,,de
verschrikkelijke sneeuwman", ver
kocht. Een anonieme Amerikaai
zou een hoog bod hebben gedaan op
het wezen, dat men ooit nog eens
hoopt te vangen en dat dan in ver
band kan worden gebracht met de
enorme voetsporen, die al jarenlang
op de hellingen van de Himalaya
worden gevonden. De yeti is zo
willen de verhalen het een bijna
menselijk wezen, ongeveer 1.20 me
ter lang en bedekt met lange haren.
De inboorlingen van Khatmandu
noemen het wezen „de mens-beer".
Taalkundigen veronderstellen intus
sen dat door een verkeerde verta
ling van deze naam de legende van
de „verschrikkelijke sneeuwman" in
de wereld is gekomen.
Het blad van het Tsjechoslo-
waakse ministerie van defen
sie, dat „Obrana Lidu" heet,
heeft erover geklaagd, dat het Tsje
chische leger te veel „nozems" telt.
Het blad schrijft, dat die nozems
hun veldmutsen fantastische vor
men geven, hun haar nauwelijks la
ten knippen, speciale plooien in hun
jassen vouwen en bij hun veldunifor-
men suède-schoenen met crêpe-zolen
dragen. Tsjechische meisjes hebben
via brieven, in een ander Praags
®lad gepubliceerd, erover geklaagd,
dat de soldaten zich op dansavonden
onfatsoenlijk gedragen, daar zij naar
een meisje, met wie zij willen dan
sen, fluiten in plaats van een buiging
voor haar te maken en haar beleefd
ten dans te vragen.
Uit Neurenberg komt het bericht,
dat sinds 1915 bij de burgerlij
ke stand van de stad geen kind
meer is aangegeven met de voor
naam Adolf". Dat dit feit aan het
licht gekomen is, is te danken aan
de beheerder van het bureau voor
de burgerlijke stand, die er plezier
in heeft om in zijn vrije tijd aan sta
tistiek te doen. De correspondent in
Neurenberg herinnert er in dit ver
band nog eens aan, dat Neurenberg
eens de stad was, die het poststem
pel „Stadt der Reichsparteitage"
had.
Het gebeurde ergens in Ameri
ka. Toen gevangenen, die
overdag te werk waren gesteld
op een boerderij in de omgeving van
de gevangenis, na afloop van het
werk werden geteld, bleek er een ge
vangene te zijn verdwenen. Prompt
werden sneciale patrouilles gefor
meerd die op zoek gingen naar
de man. Deze kwam tegen de avond
hijgend bij de boerderij aan. Een
jong varken had kans gezien uit zijn
kot te ontsnappen, waarna de ge
vangene heel de omgeving naar de
krulstaart had afgezocht. Hij kwam
met het beest in zijn armen terug.
Toen hij hoorde, dat de gevangenis-
politie naar hem had gespeurd, ant
woordde hij slechts: ik ben geen var
ken...
dit geweldige industrieagglomeraat.
Want behalve met een vuilwaterpro-
bleem worstelt men daar het zij
terloops vermeld ook nog met een
nijpend luchtvervuilingsprobleem. Een
goede zeshonderdduizend ton roet en
stof daalt jaarlijks, als een onafge
broken fijne regen, op het Ruhrge
bied neer en bedreigt er de gezond
heid van de bevolking.
Stinkend vocht
Maar ditmaal hebben wij het over
het water. Op een persconferentie in
Duitsland circuleerde onder de journa
listen een flesje, dat een chemische op
lossing, een kwalijk riekend vocht, be
vatte. „Wat is dit voor viezigheid?",
werd er gevraagd. Het antwoord was
even verrassend als beschamend. „Dat
is Rijnwater!", zo luidde het. Een op
lossing van chemicaliën, dat is niet
overdreven. Het bevatte fenolen, zuren,
chloriden, olie en slijk. En ook nog
water.
Een onderzoek wees uit, dat de Rijn
bij Constanz dagelijks 500 ton zouten, uit
afvalwater afkomstig, meevoert. En
tot Mainz komt er nog het nodige bij.
Tot aan de Nederlandse grens wordt
deze hoeveelheid nog dertig keer zo
groot. Dit verklaart, dat de heer van
der Mandele er op kon wijzen, dat er
alleen al 29.000 ton chloride per etmaal
bij Lobith in het Rijnwater worden
meegevoerd, die een gevaar voor de
toenemende verzilting ook al een
ernstig probleem betekenen.
Een parallel
Een diagnose is goed, maar een the
rapie is beter. De heer van der Man
dele is aan de pogingen om tot een
therapie te komen in zijn rede niet
voorbij gegaan.
Hij heeft de belangrijke constatering
uitgesproken, dat men, nationaal zo
wel als internationaal, tot het inzicht is
gekomen, dat dit probleem vraagt de
handen ineen te slaan.
Men kan zo zeide hij het water
probleem zowel wat de kwantiteit als
wat de kwaliteit betreft alleen geo-poli-
tiek het hoofd bieden, d.w.z. in samen
hang met het gehele stroomgebied.
De vervuiling van het water, zo hebben
wij hier boven laten zien, begint al in
Zwitserland. De zorg, dat Nederland
bruikbaar water krijgt, dient al in
Zwitserland te beginnen.
Het probleem, waar men zich voor
stelt de schouders onder te zetten, is
een zeer gecompliceerd probleem. Het
begint met het bestuderen van de vraag,
waar de grens ligt, onder welke de
natuurlijke biologische zelfreiniging
van het water kan blijven functionne-
ren. En daarna komen de wettelijke zui-
Advertentle
Mijnhardt's Grieppoeders. Doos 50 ct.
veringsverplichtingen en de kosten daar
van aan bod.
Op dit punt heeft de heer van der
Mandele de interessante parallel met
de bestaande openbare diensten voor
de afvoer van vaste afvalstoffen ge
trokken, en dit principe op de vloei
bare afvalstoffen toepasbaar ver
klaard. Een functioneel lichaam, open
baar nutsbedrijf, waaraan de zorg voor
de reiniging is toevertrouwd.
Een belangwekkende suggestie voor
de oplossing van het zo nijpend pro
bleem van het stervende water.
Mr. H. C. M. EDELMAN
Op zijn eerste vergadering in 1957
heeft het hoofdbestuur van de Algeme
ne r.k. ambtenarenvereniging ten aan
zien van de binding der A.R.K.A. met
de K.A.B. besloten de heer J. A. Mid
delhuis, voorzitter van de K.A.B. te
verzoeken de figuur K.A.B. - A.R.K.A.,
zoals hij ueze ziet, in een vergadering
van het hoofdbestuur nader toe te lich
ten. Op de vergadering ontstonden
langdurige en principiële discussies
rond deze binding met de K.A.B., welke
dit jaar de bijzondere aandacht van de
A.R.K.A. zal vragen.
Enerzijds bleek het besef te leven, dat
een min of meer stevige binding aan
aan een rijk-ontwkkelde en doelbewuste
katholieke organisatie als de K.A.B.
voort kan spruiten uit een gezamenlijke
doelgerichtheid met betrekking tot de
sociale orde.
Anderzijds achtte men het, vooral
ook gezien de geldelijke verplichtingen,
niet strikt gewenst zijn ambtelijke be
langen te koppelen aan de zienswijze
van een zoveel groter lichaam, dat me
rendeels uit geheel ongelijksoortige sfe
ren gerecruteerd wordt.
In Staatsblad nr. 28 is gepubliceerd
het Koninklijk Besluit van 30 januari
1957 tot regeling van de in 1956 af te
nemen examens ter verkrijging van de
middelbare akten van bekwaamheid A.
en B. in de Friese Taal.
In afwachting van de totstandkoming
van een gemeenschappelijk programma
voor de examens ter verkrijging van de
akten van bekwaamheid tot het geven
van middelbaar onderwijs in de ver
schillende moderne talen, is bij dit be
sluit de regeling, die voorlopig voor het
jaar 1955 was getroffen voor de middel
bare examens in de Friese taal, ook voor
het jaar 1956 van toepassing verklaard.
Dr. Dina Johanna Kohlbrugge, be
noemd tot buitengewoon hoogleraar in
de faculteit der letteren en wijsbegeer
te aan de rijksuniversiteit te Utrecht
om onderwijs te geven in de Iraanse
taal- en letterkunde, zal op maandag
18 februari a.s. haar ambt aanvaarden.
In de Haagse raadzaal heeft mr. H. A. M. T. Kolfschoten maandagmiddag het ambt van burgemeester van 's-Graven-
hage aanvaard. Op deze foto ziet men v. I. n. r. mr. G. E. van Walsum, burgemeester van Rotterdam, mr. H. A. MT.
Kolfschoten, mr. G. van Hall, burgemeester van Amsterdam, en mevrouw Kolfschoten na de ambtsaanvaarding.
De NCRV had voor haar eerste
maandagavond TV-uitzending een af
wisselend en boeiend programma sa
mengesteld, waarin twee nieuwe regis
seurs op verdienstelijke wijze debuteer
den.
In de filmrubriek van Peter van
Campen deed deze een eerlijke poging
om enige niet te oppervlakkige films
op serieuze wijze te bespreken. Aan de
hand van fragmenten bouwde hij zijn
verhaal op, maar hij gebruikte dat ma
teriaal ook om op bepaalde kwaliteiten
te wijzen. Zijn vaak zeer boeiende
tekst werd nog wat aarzelend voor
gedragen doch wij geloven dat deze
opzet in principe de enige oplossing is
voor een goede filmkritiek voor de TV.
„Van speeldoos tot pierement" heette
een documentair programma waarin de
enthousiaste promotors van een mu
seum voor mechanische muziekinstru
menten, de heren Jongenelen en De
Waard, veel wetenswaardigs, char
mants en belangwekkends vertelden.
Het gebeurde aan de hand van een
groot aantal mooie instrumenten die
zeer aantrekkelijk waren opgesteld. We
hebben wel eens meer oude speeldozen
voor de TV gezien, er echter nog nooit
zo een gedegen en verantwoord ver
haal bij gehoord. Het programma was
ook goed voorbereid anders had regis
seur Leen Valkenier geen kans gezien
het met zo weinig haperingen op het
beeld te brengen. De interviewer was
nog het minst rolvast, veel voorkomend
verschijnsel. Al te weinig zijn de inter
viewers voor de TV overtuigd van de
capaciteiten van de ondervraagden.
Het optreden van Georgette Hage-
doorn was weer een demonstratie van
geest, goede smaak en veelzijdigheid.
Men staat er steeds verbaasd over hoe
veel zij met zo uiterst weinig midde
len weet te suggereren. Het door Sieto
Hoving goed geleide beeld droeg tot het
zeer aantrekkelijke eindresultaat zeker
bij.
Twee actualiteiten, beide uit Den
Haag, hebben ons gisteravond zeer ge
troffen. Allereerst de grote en positieve
aandacht die de Radiokrant van de
NCRV besteedde aan de installatie van
burgemeester Kolfschoten, met een
uitvoerig klankbeeld van deze plechtig
heid. En verder de reportage van de
VARA van het congres van het NOC
waar wel een andere sfeer heerste dan
in november
J. v. S.
De leidster van een kleuterklasje heeft
een praktische en eenvoudige manier
bedacht om te voorkomen, dat haar
pupillen het trottoir aflopen. Ieder kind
houdt een lusje vast, dat in een lang
touw gemaakt is. Het systeem werkt
perfect.
De uitzending vanavond door de KRO
in de reeks „En gij zult het aanschijn
der aarde vernieuwen" heeft tot onder
werp „De intocht van de hoop". De
tekst werd door Daniël de Lange sa
mengesteld uit werk van Charles Pé-
guy, meer in het bijzonder uit diens
Le Mystère des Saints Innocentes. Jur-
riaan Andriessen schreef bij deze uit
zending de muziek, welke onder zijn
leiding zal worden uitgevoerd. (298 m.
20.50 uur).
Voor het Franse Brussel speelt het
groot orkest o.l.v. Franz André waar
bij de Amerikaanse violist Roggiert
Ricci het Eerste concert van Paganini
en het Concert van Max Bruch zal spe
len (483 m. 20 uur).
Het Omroeporkest van Beromünster
speelt o.l.v. Victor Reinshagen. Hier-
bvj speelt de pianist Hans Leygraf het
Derde pianoconcert van Beethoven. Het
orkest voert nog uit La Création du
Monde van Milhaud. (567 m 20
uur).
In de interessante rubriek Sovjet Af
fairs van het Derde Progr. spreekt
Manya Harari over een zojuist in de
Sovjet-Unie verschenen roman „Niet
voor brood alleen". (464 m 21.20
uur).
De Willem Barendsz heeft in de perio
de 7 januari-3 februari 1957 geprodu
ceerd 34.768 barrels (5.795 tons) walvis
traan tegen 26.641 barrels (4460 tons)
in een nagenoeg gelijke periode van het
seizoen 1955/56.
De produktie van spermolie bedroeg
3.717 barrels (619.5 tons), inclusief de
produktie behaald in de periode 25 dec.
1956. 7 januari 1957. In 1955/56 bedroeg
de produktie 10.919 Darrels (1820 tons).
Toen echter werd de jacht op potvissen
door de Willem Barendsz-expeditie be
gonnen op 27 november. Aan vismeel
tenslotte werd geproduceerd 926 tons
tegen 675 tons in dezelfde periode van
het vorige seizoen.
Zoals bekend vaart de expeditie dit
keer slechts met 14 in plaats van 18
vangschepen, teneinde het vangseizoen
te verlengen.
AMSTERDAM, 11 feb. Cand. rech
ten Mej. H. Heijersman (Amsterdam).
LEIDEN, 11 feb. Semi-artsex: J. T.
C. Bakker te Alphen; R. J. Gobius te
Leiden; J. E. Thompson (USA) en G.
M. Weitzner (USA).
Artsex.: R. Giel te Den Haag en B.
W. G. M. Schaap te Venlo
Advertentie
WAGENWEG 29
HAARLEM - TEL. 20518
in combinatie met
DOUBLE COUPE
Een Ideale coiffure, bestand tegen
ons vochtig en winderig klimaat.
Vandaag is als onderdeel van het zgn.
drie-eilandenplan te 's-Gravenhage aan
besteed het maken van een secundaire
dam, een halve km. ten westen van Kat-
seveer, de bouw van de zgn. Zandkreek-
sluis met afsluitdijk tussen de sluis en
Noord-Beveland, het maken van een op
rit in de Jongvrouw Annapolder, het
uitbaggeren van de bouwput tot zes en
een halve meter ben 'en N.A.P. en het
maken van de toeleidingsdammen naar
de toekomstige sluis.
Bij de werkzaamheden aan de dijks-
bouw zal voor het eerst op uitgebreide
schaal worden gewerkt met de zgn. mijn-
steen, de afvalsteen van de steenkolen
mijnen. De dijk zal aan de zeezijde een
hoogte krijgen van 7.87 boven N.A.P
Voor het voetveer zal een andere steiger
moeten worden gebouwd, omdat de hui
dige steiger in de weg staat. Het gehele
werk zal tien maanden na datum van
aanvang opgeleverd moeten zijn. De
bouwput zal ongeveer 400 meter lang en
140 meter breed worden.
Ter gelegenheid van het vijftigjarig
bestaan van de afdeling Alkmaar van
de Nederlandse r.-k. Middenstandsbond
is de voorzitter van deze afdeling, de
heer F. Putman, onderscheiden met het
gouden erekruis „Pro Ecclesia et Pon-
tifice".
Deken J. Th. Jacobs van Alkmaar
heeft zondag tijdens een receptie de
onderscheiding met oorkonde uitge
reikt.
dige schoolwet opgedrongen, die af
breuk doet aan de gewetensvrijheid en
die de gelijkheid van de burgers mis
kent.
Het oprichten van talrijke nieuwe
staatsscholen heeft als hoofddoel in de
christelijke gemeenten het neutrale laï-
cisme te propageren.
De kardinaal gispt dan de plannen
van de regering op het terrein van de
openbare gezondheid en van de sociale
zekerheid, omdat deze plannen niet in
overeenstemming zijn met de principes
van vrijheid en gewetenseerbiediging.
De Vastenbrief besluit aldus: „Mo
gen alle burgers, gehecht aan vrijheid
en bekommerd om het welzijn van het
land, hun ogen goed open houden en
nooit gedogen, dat België geleidelijk zal
worden omgeschakeld tot de socialis
tische staat, waarvan verscheidene on
zer huidige bewindvoerders dromen en
die zij trachten te verwerkelijken. Moge
het de Goddelijke Voorzienigheid beha
gen ons te behoeden voor zo'n ramp
zalige proefneming, waarvan wij de uit
eindelijke gevolgen kunnen aanschou
wen in de socialistische staten van
centraal-Europa".
Het Gentse socialistische blad „Voor-
,tuit" ondernam gisteren een scherpe
rtfortéhfsU vormei ra» ReRris'f t™' persoonlijke aanval op de kardinaal, die
dfi has,s vormpn van KpW,P s tra" ervan wordt beschuldigd de kansel te
gebruiken om aan politiek te doen en
ten voordele van de C.V.P. de socia
listen te bekladden. Volgens het socia-
(Van onze Brusselse correspondent)
BRUSSEL, hedenmorgen.
De Belgische katholieke bladen heb
ben de tekst gepubliceerd van de Vas
tenbrief van Kardinaal van Roey, die
op zondag 3 maart in alle Belgische
kerken zal worden voorgelezen. In deze
brief behandelt de kardinaal de huidige
crisis in de wereld in het licht van
de jongste Pauselijke Kerstboodschap.
Sprekend over de gebeurtenissen in
Hongarije zegt Zijne Eminentie niet te
geloven, dat Midden-Europa voor im
mer onderworpen .al blijven aan een
bewind, dat zich enkel door geweld
handhaaft en dat afbreuk doet aan de
diepste overtuigingen van de menselij
ke natuur. In de Kerstboodschap van
de Paus, aldus de kardinaal, worden
de oorzaken aangegeven van de ma
laise, die de mensheid beklemt en te
vens de middelen, die deze malaise
kunnen verhelpen. De daarin vervatte
richtlijnen zijn niet alleen bestemd voor
de landen, die onder de communistische
dwingeland^ zuchten. Zij dienen ook te
worden overwogen in een land zoals
België, waar de huidige regering zich
beroept op de Marxistische leer, waar
van zij de principes tracht toe te pas
sen in verscheidene sectoren van hel
openbaar leven, en dit ten koste van
die de basis vormen van België's tra
ditionele grondwettelijke instellingen.
De regering, zo gaat de Vastenbrief
verder, heeft het land een onrechtvaar-
KARDINAAL VAN ROEY
listische blad heeft de kardinaal zich
voor de wagen laten spannen van de
C.V.P.die een verkiezingsnederlaag
vreest. De C.V.P., aldus „Vooruit", is
zich bewust van de grote populariteit,
die de regering-Van Acker bij de massa
wist te verwerven door haar vooruit
strevende sociale politiek- Zij maakt
niet de minste kans bij de verkiezingen
van volgend jaar. Zij heeft steeds de
kapitalistische belangen gediend en zij
maakt thans gebruik van het geestelijk
gezag van de kardinaal om de gelovi
gen tegen de regering op te ruien en
om alsnog te pogen de belangen van
het kapitaal veilig te stellen.
Het regent, het regent, de pannen
worden nat.zingen de kinderen
vrolijk en uitgelaten, alsof die neer-
miezerende regen een pretje is. Het
regent ja, dat doet het nog al eens
een keer in ons land en niet alleen
de pannen, maar ook de straten en
wij, die door die regenbui heen moe
ten worden nat, kletsnat. Wij worden
nat en ook die uitgelaten zingende
kleuters. Hun jasjes worden nat en
hun haren en natuurlijk ook hun
schoenen en voor het geval die op
de normale wijze al niet nat genoeg
worden zijn de kinderen graag be
reid ze een handje te helpen. Kinde
ren vinden water heerlijk en, als
moeder er niet bij is of een andere
volwassenen, die het verbiedt, ken
nen ze nauwelijks een groter plezier
dan door plassen te lopen en te pro
beren of het water zo hoog staat,
dat het boven hun schoenen uit
komt.
Die neiging van de jeugd heeft er
toe geleid de rubberlaarsjes bijzon
der populair te maken. De moeders
zijn er dolblij mee, want nu komen
de kinderen tenminste droogvoets
in school en weer thuis en de
jeugd zelf vindt het prachtig, want
nu kan er nauwelijks nog een plas
te diep voor hen zijn. Die rubber-
laarsjes zijn dus een uitkomst en wij
kunnen ze iedereen van harte aan
bevelen, mits men er maar voor
zorgt, dat de kinderen in school en
thuis niet met deze voetbekleedsels
blijven rondlopen. Rubber sluit na
melijk luchtdicht af, wat het voor
deel heeft, dat ze geen water door
laten, maar het nadeel dat ze ook
geen lucht doorlaten, zodat dus de
voeten niet kunnen ademen. Dat ver
oorzaakt transpirerende voeten, wat
niet alleen voor de omgeving onaan
genaam is, maar bovendien ongezond
voor het kind zelf.
Zorg overigens dat ook anderszins
uw kinderen, als het regent, er te
gen kunnen. Er zijn tegenwoordig
heerlijke regenjasjes en -capes voor
de jeugd, die hen zelfs tegen de
kwaardaardigste buien beschermen.
Wat die capes betreft, is er iets
eigenaardigs. Tegenwoordig schijnen
de kleine jongetjes en meisjes erg
gesteld te zijn op die dracht. Moge
lijk is dat een modeverschijnsel. Ik
herinner me althans uit mijn eigen
jeugd, dat ik een lange, warme cape
had met een soort kabouterpuntmuts,
die ik verfoeide. Als het even kon,
probeerden wij thuis weg te komen
zonder dat uiterst practische kle
dingstuk en als men ons, voor we
weg waren, wist te betrappen en
beval de cape aan te trekken, ging
dat altijd met gemopper en lange
gezichten gepaard. Nu denken we
wel eens, dat het heerlijk zou zyn
weer zo'n cape te bezitten, waar je
zo lekker helemaal onder kunt weg
kruipen en waaronder al je goede
kleren een veilige schuilplaats vin
den tegen het hemelwater. Voor
volwassenen echter zijn er tegen
woordig zulke mooie, elegante
regenmantels, misschien niet hele
maal zo lekker en zo practisch als
die ouderwetse cape, maar zo on
eindig veel eleganter, dat we, als
we moeten kiezen toch telkens weer
zwichten voor de elegance en de
cape laten hangen. En dan hebben
we tegenwoordig ook weer zulke
mooie paraplu's, dat het jammer zou
zyn om je zo helemaal te beschutten,
dat je die eigenlijk niet meer nodig
hebt. Zo'n paraplu immers is niet
alleen een voorwerp om je tegen
de regen te beschermen, het is een
accessoire, dat je uiterlijke verschij
ning zeer ten goede komt. Alle
ouderwets practische paraplu's tom-
pouces en opvouwbare modellen
moeten het afleggen tegen die sier
lijke naaldparaplu's, die de dames
een elegance verlenen, die je bijna
doet verlangen naar een beetje
regenachtig weer, niet te veel na
tuurlijk, want dicht zijn die regen
schermen nog veel aardiger dan ge
opend. Ach ja, het regent, het
regenten soms vinden wij het
niet eens erg.