Raadselen rond Wallenberg na Sovjet-nota onopgelost Tarzan van de Cöte d'Azur" staat terecht tegen het weer! Uw weerstand! Weer U Verhoog Davita Pieter Stuyvesantprijs voor 3 vooraanstaande Nederlanders Mr. D. Delprat, ir. P. Ottert en Roken OJMjum, dij échte CËTAFLEX lijmt kond alle bont! Inspecteur Aetherpiraten huizen vooral in Overijssel Pleegzuster Bloedwijn Kielstra Verdwijning van Zweeds diplomaat in 1945 Moskou noemt Abakumov voornaamste zondebok Reactorcentrum in Petten? Berucht in- en uitbreker van Heek A. PENICILLINE chemisch bereid Advies van commissie van deskundigen Duitse kustvaarder op Westkappelse zeedijk Generaal Hasselman naar V.S. en Canada Geldelijke steun voor de vluchtelingen DONDERDAG 14 MAART 1957 PAGINA 7 Vrijgeleide paspoort voor Hongaarse Joden Bij het Sovjet-commando De verdwijning Alle raadselen nog niet opgelost EERSTE KAMER kunstharslijm Ceta-Bever door L. J. SCHMIDT (Van een bijzondere correspondent) 7\T a de nota's, die in het jongste verleden zijn ge- \l wisseld tussen de Sovjet-Unie en Zweden over de Zweedse diplomaat Raoul Wallenbergligt er nog steeds een ondoordringbaar waas van geheim zinnigheid over diens verdwijning uit Boedapest en over zijn verder lot. Twaalf jaar lang heeft de Sovjet-Unie volgehouden, dat Wallenberg nooit in Rusland is ge weest, totdat zij op 6 februari j.l. in een korte nota de ontdekking meedeelde van een enkel bewijsstuk, waaruit dan opgemaakt zou moeten worden, dat de Zweedse diplomaat op 17 juli 1947 in een gevangenis te Moskou aan een hartaanval is overleden. In de Rus sische nota werd beweerd, dat het ministerie van bui tenlandse zaken onkundig is gehouden van Wallenbergs gevangennemingdood en crematie door de veiligheids politie in het algemeen en door de minister van staats veiligheid, Victor S. Abakumov, in het bijzonder. De Zweedse regering antwoordde in scherpe bewoordingen op 20 februari j.l. Zij stelde, dat de Russische regering verantwoordelijk blijft voor hetgeen Wallenberg is overkomen en zij trok tevens de Russische bewering in twijfel, dat de Sovjet-regering nooit eerder in staat is geweest betrouwbare informaties omtrent de lotgevallen van Wallenberg in te winnen. In het algemeen droeg de Zweedse nota het merkteken van ongeloof in de Rus sische mededelingen en de Zweedse regering gaf met zoveel woorden te kennen, dat zij de zaak niet zal laten rusten. 99 Raoul Wallenberg, architect en za kenman, was pas 32 jaar, toen hij in 1944 als gezantschapssecretaris naar Boedapest werd gestuurd. Zijn reis was in hoofdzaak te danken aan een Ame rikaans initiatief. President Roosevelt had de toenmalige Amerikaanse am bassadeur in Stockholm, Herschel, ge vraagd zo spoedig mogelijk een Zweeds diplomaat naar Hongarije te laten rei zen. Het State Department en de Ame rikaanse inlichtingendiensten hadden uit bezet Europa zeer nauwkeurige in formaties gekregen, volgens welke Hit- Ier en zijn schrikwekkend alter ego Himmler hadden besloten alle Hon gaarse Joden uit te roeien. De keuze van de Amerikaanse am bassadeur viel onmiddellijk op Raoul Wallenberg, die hij goed kende en die hij beschouwde als een humaan en moedig mens, vol initiatief en uitge rust met alle eigenschappen die no dig zijn voor een volmaakt diplo maat. De jonge Zweed kwam voort uit een zeer oude familie van beken de bankiers en zakenlieden. De nieuwe gezantschapssecretaris fing onmiddellijk na zijn aankomst in oedapest aan het werk. Hij moest on ophoudelijk strijd voeren, niet alleen tegen de Gestapo, maar ook tegen de Hongaarse nazi-partij van Szalassy, de Pijlkruisers. Het Duitse Oostfront stond op instor ten en in Boedapest, dat dag en nacht werd geteisterd door de geallieerde luchtmacht, heerste de grootste onze kerheid. Heel wat figuren begonnen .,na te denken" en te overwegen, of zij er niet goed aan zouden doen zich door het stellen van een goede daad een ontsnappingsmogelijkheid te scheppen. Wallenberg begreep, dat hü met wat stoutmoedigheid en verbeelding de ha chelijke zending, waarmee hij belast was, tot een goed einde zou kunnen brengen. Met goedvinden van zijn regering ontwierp hij een „vrijgeleide-paspoort", dat ten doel had de houder ervan auto matisch onder Zweedse bescherming te stellen „tot zijn aankomst op Zweeds grondgebied." Juridisch had dit pas poort natuurlijk geen enkele waarde, maar Wallenberg slaagde er toch in het erkend te krijgen door de Hongaar se regering. Bovendien wist hij zich talrijke en toegewijde vrienden te ma- ben bij de Hongaarse staatspolitie, die gelukkig niet uitsluitend bestond uit nazi's en handlangers van Szalassy. In korte tijd werden duizenden pas poorten, voorzien van de Zweedse drie kroon, uitgegeven. Maar alleen de Jo den die beschikten over commerciële of familie-relaties met Zweden konden werkelijk naar Zweden vertrekken. Wallenberg vond, dat dat nog niet ge noeg was en hij besloot dicht bij de Zweedse legatie een ontvangstcentrum op te richten, dat diplomatieke en con sulaire exterritorialiteit genoot. Met de hulp van het Zweedse Rode Kruis en van talrijke andere buitenlandse diplo maten stichtte Wallenberg daar het „internationale ghetto", waar zich op sommige ogenblikken vijftienduizend Joodse vluchtelingen ophielden. Achter de schermen boden zekere hoge nazi-autoriteiten Wallenberg, die over aanzienlijke saldi in Zwitserland beschikte, aan, groepen Joden die wa ren voorbestemd voor de gasovens, uit Hongarije te laten ontsnappen. Intussen naderde het Rode Leger via Roemenië met rasse schreden de Hon gaarse grenzen. De meeste buitenland se diplomaten verlieten Boedapest en volgden de regering-Szalassy, die via Oostenrijk uitweek naar Duitsland. Raoul Wallenberg bleef op zijn post. Toen Boedapest, na verwoede gevech ten van straat tot straat en van huis tot huis, door de Russische soldaten was veroverd, accrediteerde de Zweed se diplomaat zich zo spoedig mogelijk bij het Sovjet-commando. Alles scheen naar wens te verlopen: de Russen ga ven Wallenberg een persoonlijke lijf- wacht, een vrijgeleide en zelfs een auto, compleet met de nodige benzinebonnen. Maar vier dagen later ging het mis. Het was toen 17 januari 1945. De win- ter was bar, het sneeuwde, de huizen (Van onze Haagse redacteur) Y?°r d,e vestiging van het reactor centrum m ons land hebben de deskun digen net oog gericht op het plaatsje Petten in Noord-Holland. Petten wordt het meest geschikt geacht omdat het ligt in een dunbevolkt gebied en de radioactieve afvalstoffen gemakkelijk in zee kunnen worden geloosd. Alvorens de keus definitief gemaakt wordt zal de zaak nog besproken wor den zowel in de lokale sfeer als in de ministerraad. waren niet verwarmd. 's-Morgens stopte een lange zwarte „Zis", die veel leek op de vooroorlogse Packard, omgeven door een escorte van motor rijders, voor een van de gebouwen van de Zweedse legatie. In de auto bevond zich Raoul Wallenberg, die toen nog niet als arrestant werd be schouwd. Maar wel was het hem verboden uit te stappen en de lega tie binnen te gaan. Een man, die het uniform droeg van majoor van het Rode Leger, stapte uit en liet de twee voornaamste medewer kers van Wallenberg, Muller en Biro, roepen. Uit handen van hun chef ont vingen Muller en Biro een belangrijke som gelds, in een enveloppe, die was bestemd voor de aankoop van voedsel voor de Zweedse beschermelingen. De chauffeur van de wagen legde in gebroken Duits uit, dat zijn passagier onder de bescherming van het Rode Leger stond en dat hij opdracht had hem naar Debreczen, dicht bij de Hon gaars-Roemeense grens, te brengen, waar zich het hoofdkwartier bevond van maarschalk toen nog generaal Malinovski. Wallenberg, die tot op dat ogenblik nog geen woord had ge sproken, voegde daar aan toe: „Ik weet niet, of ik als gasl of als gevan gene ga." Dat was blijkbaar te veel; de majoor gaf de chauffeur opdracht ter stond te vertrekken. Dat was het begin van de fameuze „Wallenberg-affaire." Daags na de ontvoering, want zo mag men het eerste stadium van Wallen bergs verdwijning nu wel noemen, dus op 18 januari 1945 deelde een van de Russische vice-ministers van buiten landse zaken Dekanazov, aan de Zweedse ambassadeur in Moskou mee, dat Raoul Wallenberg voortaan onder de bescherming van het Rode Leger zou staan. Een maand later liet de be faamde mevrouw Kollontai, Russisch ambassadrice te Stockholm aan de moeder van de jonge Zweed weten, dat „haar zoon gezond en in veiligheid was." Dezelfde mededeling werd over gebracht aan de Zweedse minister van buitenlandse zaken, Gunther, ditmaal nog met de verzekering erbij, dat men geen enkele vrees behoefde te koesteren over het lot van de diplomaat, die bin nenkort naar zijn land zou terugkeren. Twaalf jaar lang heeft men daarna van Wallenberg geen enkel levenste ken meer ontvangen. Op zekere dag werd officieel vernomen, dat Stalin zich persoonlijk met het geval bezig hield. Petities van allerlei groeperin gen, vertogen in de Zweedse pers wer den tot de Sovjet-Unie gericht, de Rus sen gaven geen antwoord. Eindelijk, op 22 augustus 1947, dus ongeveer een maand nadat Wallenberg volgens de jongste Russische nota zou zijn over leden, deelde de Russische onder-mi nister van buitenlandse zaken, Vishins- ky, mee, dat „men geen enkel spoor van de jonge diplomaat had gevonden". Op 19 oktober 1947 publiceerde het „Wallenberg-comité" de resultaten van een langdurig onderzoek, dat het had ingesteld en waarbij het toegang had gehad tot bepaalde vertrouwelijke documenten van het Zweedse ministe rie van buitenlandse zaken. Het comi té kwam tot de conclusie, dat Wallen berg zich sinds 1945 wel degelijk in Rusland heeft bevonden. Het belang rijkste getuigenis was dat van de Ita liaanse diplomaat Claudio de Mohr. De ze had in verscheidene Moskouse ge vangenissen vertoefd, waaronder de be ruchte Ljubljanka. Hij verklaarde on der ede, dat hij in een cel gezeten had naast die van Wallenberg. De Mohr had hem niet kunnen zien, maar hij gaf zoveel details over de gevangene, dat er geen twijfel over kon bestaan. De beide gevangenen onderhielden zich met elkaar door Morse-tekens tegen de muur te kloppen. Nog steeds zijn de raadselen rond Wal lenberg niet opgelost. Waarom werd hij gearresteerd? Waarom werd hij op gesloten in Moskou? Is hij werkelijk in juli 1947 overleden, en zo ja, onder welke omstandigheden? Waarom heeft Stalin zich persoonlijk met het geval bezig gehouden? De stelling is wel ver dedigd, dat Wallenberg eenvoudig het slachtoffer is geworden van Stalins an- ti-semitisme. Deze laatste zou het hem nooit vergeven hebben, dat hij zoveel mensenlevens heeft gered en dan nog wel levens van Joden! Er is niets met zekerheid te zeggen en er zijn er zelfs, die hardnekkig blijven beweren, dat Wallenberg ergens in de Siberische „tonga" is vergeten. Het Duitse kustvaartuig Achilles is vannacht in dikke mist op de Westkap pelse zeedijk vastgelopen. Het schip was op weg naar Antwerpen. De Bel gische sleepboot Scaldis en een ber gingsvaartuig zijn uit Vlissingen ter as sistentie uitgevaren. Ock de reddings boot President Jan Wierdsma voer uit. De „Tarzan van de Cöte d'Azur", de 28-jarige Italiaan Dario Sambuco, is gisteren voor de rechtbank te Genua verschenen. Sambuco verwierf zich ze ven jaar geleden een reputatie door een reeks gedurfde diefstallen in villa's van beroemde persoonlijkheden aan de Fran se Rivièra te plegen. De mode-ontwerp ster Elsa Schiapparelli behoorde tot zijn slachtoffers. Zijn diefstallen heb ben Sambuco een Duit van ongeveer 120.000 gulden opgeleverd. De Franse politie slaagde er echter in hem te ar resteren. Een rechtbank te Nice ver oordeelde hem op 27 februari 1953 tot acht jaar gevangenisstraf. Precies een half jaar later slaagde „Tarzan" erin uit de gevangenis te ontsnappen en naar Italië te vluchten. Kort daarop arresteerde de Italiaan se politie hem in het havenkwartier van Genua. Verzoeken van Franse zijde om Sambuco uit te leveren werden door de Italiaanse regering algewezen. Op 22 juli 1955 deed Sambuco opnieuw een poging om te ontsnappen, toen hij met enkele mede-gevangenen naar de gevangenis te San Remo werd overge bracht. De poging mislukte en gisteren veroordeelde de rechtbank te Genua hem voor deze mislukte poging tot twee maanden gevangenisstraf. Het proces werd bijgewoond door tal van Italiaanse „zware jongens", die Sambuco als collega en vakman een grote achting toedragen. Op 27 maart moet de „Tarzan van de Cöte d'Azur" zich in Genua verantwoorden voor zijn in Frankrijk gepleegde diefstallen. (U.P.) Van 26 maart tot 5 april zal, op uit nodiging van de Amerikaanse minis ter voor defensie, de chef van de ge nerale staf, generaal B. R. P. F. Has selman, tezamen met zijn medeleden van het militaire comité van de NATO en vergezeld van de generaal-majoor (vlieger-waarnemer) A. J. de Vries van de koninklijke luchtmacht, in de Verenigde Staten een aantal research instituten van de Amerikaanse strijd krachten bezoeken. In aansluiting hierop zal het gezel schap vervolgeps van 710 april, als gasten van de Canadeze minister voor nationale verdediging een overeenkom stig bezoek brengen aan militaire re- search-instituten in Canada. Tussen bei de bezoeken door zal het militair co mité van de NATO 6 april onder voor zitterschap van generaal Hasselman te Washington formeel vergaderen. Advertentie Eén enkele dragée Davi tamon 10 per dag heft vitaminetekorten radicaal op. Flacons van 50, 100 en 500 dragées Een 10 voor gezondheid hoge vitaminewaarde ORGANON OSS Woensdagmiddag zijn de „Pieter Stuyve- sant-prijzen" ten huize van de Ameri kaanse ambassadeur in Den Haag door de heer Freeman Matthews aan drie pro minente figuren uit het Nederlandse zakenleven uitgereikt. Op de foto ziet men (v. I. n. r.) ir. P. F. S. Otten uit Val- kenswaard, mr. D. A. Delprat uit Am sterdam, de Amerikaanse ambassadeur H. Freeman Matthews en de heer H. A. H. van Heek uit Enschede met hun onderscheidingen. Woensdagmiddag heeft de Amerikaan se ambassadeur in Nederland, de heer H. Freeman Matthews, voor de eerste maal de Pieter Stuyvesantprijs uitge reikt, aan Nederlanders, die belangrij ke bijdragen hebben geleverd voor de bevordering van de Nederlands-Ame rikaanse verstandhouding. De ambassa deur noemde het eer, bijzonder voor recht ei r-pn grote eer, aan'mr. D A. Delprat, ir. P. F. S. Otten en de heer A. H. van Heek de eerste Pieter Stuy- vesantprijzen te kunnen uitreiken. Zij ontvingen elk een zilveren bokaal met inscriptie, vervaardigd naar een Amerikaanse nationale held, Paul Re vere, en een boek over Pieter Stuyve- sant. De drie prijswinnaars zijn bekende Nederla..dse zakenlieden. Mr. Delprat is oud-directeur en president-commis saris van de N.V. Stoomvaartmaat schappij Nederland te Amsterdam, ir. Otten is directeur van de N.V. Philips' Gloeilampenfabriek te Eindhoven en de heer Van Heek is directeur van de N.V. Rigtersbleek te Enschede. In zijn toespraak zei de heer Freeman Matthews, dat de Pieter Stuyvesant prijs is ingesteld door Amerikaanse le den van de Willem de Zwijgerprijs-eom- missie. Hij zei dat de heren, aan wie de prijs is toegekend, in niet geringe mate hebben bijgedragen tot het lofwaardige doel dat de stichting die de Willem de Zwijgerprijs beheert, nastreeft; de handhaving en bevordering van de rijke historische traditie die tussen onze bei de landen bestaat en die berust op ge- stage, dagelijkse samenwerking tussen beide naties op zakelijk en persoonlijk gebied. Door hun zakenrelaties en het grote handelsvolume, aldus spreker, dat deze heren hebben ontwikkeld, hebben zij persoonlijk het hoge aanzien dat de burgers van hun land bij mijn landge noten genieten nog verder doen toene men. Zij hebben tijd noch moeite ge spaard om de zaak te dienen, die als een der hoekstenen moet worden ge zien van de betrekkingen tussen Neder land en de Verenigde Staten, het onder linge begrip tussen de volken der beide landen, meende hij. Dr. John C. Sheehan en dr. K. R. Henery-Logan van de Cambridge-uni- versiteit te Massachusetts zijn er na onderzoekingen, die negen jaar in be slag hebben genomen, in geslaagd peni cilline op chemische wijze te yervaar- digen. Penicilline werd tot op heden uit schimmels in een fermenterings- proces gewonnen. Beide geleerden heb ben tien verschillende variëteiten peni cilline ontwikkeld. De kosten van deze „synthetische" penicilline zijn hoger dan die van het natuurlijke produkt, doch men hoopt de chemisch-vervaar- digde stof te kunnen gebruiken bij aan doeningen, waar het „klassieke" pro dukt niet helpt en bij een groot aan tal infecties. Wellicht dat de nieuwe vorm van penicilline minder snel aller gische reacties bij de patiënten op wekt. Om dit te onderzoeken worden reeds proeven op dieren genomen. Gedurende de tweede wereldoorlog hebben ongeveer duizend Amerikaanse en Engelse geleerden vergeefs gezocht naar een wijze om penicilline synthetisch te vervaardigen. Na enige overweging heb ik besloten toch maar te blijven roken. Ondanks het rapport over het verband dat bestaat tussen het roken van sigaretten en longkan ker. Het heeft mij natuur lijk wel even verontrust. Zoals trouwens telkens weer wat anders mij even veront rust. Maar ik vrees dat, wanneer men gaat leven naar het ene rapport, het andere rapport, om zo te zeggen, al weer voor de deur staat. Ik heb er vooralsnog geen vertrouwen in dat straks niet zal blijken dat er verband bestaat tussen het drinken van melk en malaria, tussen het overdonderen de verkeer en het optreden van hart zwakten, tussen he* zien van films en het toenemende aantal verstandsver- bijsteringen. tussen de rock 'n roll en gewrichtsreumatiek, tussen niet- roken en de toenemende collectieve neiging om zijn evenmens uit te roeien. Ik noem nou maar wat. En verder: een mens moet toch leven, dat wil zeggen, een mens moet toch ergens aan doodgaan. (Van onze parlementaire redactie) Een gedeelte van de 25 miljoen, die de Nederlandse regering, op aandrang van de Tweede Kamer heeft uitgetrok ken voor de minder ontwikkelde ge bieden, zal dit jaar worden gebruikt voor de vluchtelingen. Minister Luns, die dit woensdag in de Senaat mee deelde, voegde er aan toe. dat niet al leen de Hongaarse vluchtelingen in Oostenrijk hiervan zullen profiteren, maar ook hun landgenoten in Joego slavië, de uit Egypte gevluchte Joden en de Arabische vluchtelingen in de Gaza-strook en elders. De Eerste Kamer heeft woensdag middag de begroting van buitenland se zaken z.h.st. aangenomen (C. P. N. tegen). Advertentie versterkt Uw ZENUWEN, herstelt Uw ENERGIE! UITSLUITEND bij apothekers en drogisten Haco product Adverte n tie Oorspronkelijke politieroman 46 ,,U weet over het algemeen maar heel weinig van alles wat zich daar in die club afspeelde en toch ontving u aanzienlijke bedragen uit die bron. Ik wil graag aannemen, dat u meent de waarheid te spre ken, maar ik heb mijn levenlang nog niet gehoord, dat iemand zoveel geld verdiende alleen maar door het verlenen van diensten, zoals u mij die laatst heeft geschetst. Ik acht uw antwoord onjuist." „Uw zaak, inspecteur." Van Bevenvoorde haalde minachtend de schouders op. Hij scheen zich te her stellen, kreeg het gevoel, dat hij zou moeten vechten voor zijn behoud. Dit was duidelijk aan zijn veran derde houding te zien. „Inderdaad, maar ook de uwe. Ik moet u er nog maals op wijzen, dat het in uw eigen belang is, mijn vragen naar waarheid te beantwoorden. Doet u dat niet, dan stelt u zich in een verdacht licht. Gaat u wel eens naar het buitenland?" „Neen, ik houd niet van reizen." „Heeft u een pas? Denkt u er aan, dat ik uw ant woord kan controleren." „Neen, ik heb geen pas." „Uw werkzaamheden bepaalden zich alleen tot het bijwonen van de clubvergaderingen?" „In hoofdzaak, ja." „Wat deed u dan nog meer?" „Ik hielp hier en daar met correspondentie." „En daarmede verdiende u een inkomen, dat u in staat stelde een auto te houden, dure kamers te bewonen, uit te gaan en veel uit te geven? ....Kom, maak dat een ander wijs. „Uw zaak," antwoordde hij wederom. „En ook de uwe, dat zult u merken," antwoordde Kielstra streng. „Vertelt u me eens, in welke waren smokkelt de club." Van Bevenvoorde werd een moment bleek, wilde opspringen, beheerste zich en zei; „Belachelijkdaar antwoord ik niet op." „Gelijk heeft u, maar het helpt u niets. A propos, Hélène is op uw verzoek naar dat kamertje gegaan. Wie vroeg u het haar te vragen?" Deze vraag greep Van Bevenvoorde hevig aan. Blijkbaar was de tere snaar geroerd. Het antwoord klonk bijna zielig en kwam eerst nadat hij zich wat hersteld had. „Ik schrik van die vraagu moet me niet kwa lijk nemenhet is de tweede keer, dat u mij die vraag steltIk herhaal mijn verklaring van vroe ger, dat ik er niets van weet. Het is me volkomen onbegrijpelijk, hoe u er toe komt mij van mede plichtigheid te verdenken. Ik zou haar naar dat kamertje hebben gestuurd?.... Belachelijk." „Neen, u heeft haar gevraagd naar dat kamertje te gaan „Geen denken aan, hoe haalt u het in uw hoofd?" ,,U kunt me geen nadere verklaring geven van de wijze waarop u zulke grote bedragen verdient?" „Ik ben toch zeker vrij geld te verdienen op mijn manier?" „Maar u is ook verplicht inlichtingen te verstrek ken. U had aan de belastingen toch de bron van inkomsten moeten vermelden." „We leven hier toch in een vrij land," lachte Van Bevenvoorde honend. „Gelukkig wel, maar vrijheid is geen ongebonden heid. Wilt u antwoord geven op mijn vraag?" „Neen en nog eens neen." Kielstra wendde zich tot de H.I., die met zijn hoofd knikte. „Dan arresteer ik u voor het in ontvangst nemen van grote bedragen, waarvan de herkomst twijfel achtig is. Heeft u nog iets te zeggen?" Van Bevenvoorde was opgesprongen. „Dat neem ik niet, dat is vuil. We leven niet meer onder de moffen. Ik zal mijn recht vinden, ik ben vrij burger." „Het ligt helemaal aan u of u deze vrijheid volle dig terug zult krijgen. Leg de kaarten op tafel." Van Bevenvoorde zweeg. Inwendig streed hij een hevige strijd, die Kielstra gelegenheid gaf uit te woe den. Zijn emoties waren duidelijk op zijn gezicht te lezen, maar hij durfde blijkbaar niet voor de waar heid uit te komen. Toen nam Kielstra het woord. „Ik kan me voorstellen in welke positie u ver keert, het is de strijd tussen waarheid en leugen. In uw eigen belang, let goed op wat ik zeg, in uw eigen belang raad ik u aan, mij volledig inzicht te geven in uw handel en wandel. Voor het laatst vraag ik u. Wie gaf u opdracht Hélène te verzoeken naar het kamertje te komen?" Niemand." „Hoe komt u aan uw inkomen?" „Mijn zaak." Kielstra zei daarop tegen Bruins: „Breng hem weg." Toen beiden verdwenen waren en de deur was dichtgevallen, stond de H.I. op. „Ik ben blij, dat ik dit verhoor persoonlijk bij woonde. Je beroep op het gezond verstand onder schrijf ik. Nu ik zijn reacties heb gezien, ben ik er, met jou, van overtuigd, dat hij dat meisje naar het kamertje heeft gezonden." Bruins kwam binnen, hield de deur open en zei: „Meneer, daar is juffrouw Steur. Ze heeft ge hoord, dat Van Bevenvoorde in arrest is gesteld en vraagt of liever smeekt om gehoord te mogen wor den." „Wie is die juffrouw Steur?", vroeg de H.I. „Dat is de vriendin van Van Bevenvoorde. Ik had haar een paar vragen gesteld toen ik hem op zijn kamer opzocht. Zij was daar en ik kan niet anders zeggen, dan dat ze een uitermate sympathieke indruk op mij maakte. Ze deed alle mogelijke moeite mij van zijn onschuld te overtuigen, het was treffend. Kan ik haar binnenlaten, meneer?" (Wordt vervolgd) De heer D. Neuteboom van de P. T.T. uit Scheveningen, die speciaal is belast met de opsporing van clandes tiene zenders, is tijdens de weekein den bijna nooit thuis. „Praktisch alleen met Kerstmis en Pasen" zegt hij zelf. De overige zondagen zwerft hij ergens in de Gelderse Achterhoek in Twente, Noord-Oost-Overijssel, of via Emmen, Musselkanaal, Stadskanaal naar de omgeving van Groningen. Dat is zijn „jachtterrein", want merkwaardig ge noeg worden elders in het land maar zelden een geheime zender aangetrof fen. De bakermaat van het kwaad der clandestiene zenders is Overijssel. Al leen in Twente wordt het aantal ge heime zenders op veertig geschat. En dat, ondanks het feit, dat de jus titie zeer streng optreedt. Het is ech ter de vraag of knap speurderswerk van gespecialiseerde ambtenaren en felle rekwisitoren het kwaad van het illegaal zenden zullen weten te beteu gelen. De mensen, die er zich aan schul dig maken stammen uit een bepaald milieu, waar men geen vrije-tijds- besteding kent. Doorgaans zijn het lie den, die bij de politie als a-sociaal bekend staan, aldus onze zegsman. Zjj voelen zich een hele Piet, wanneer het hun gelukt met een eigen gebouw de apparatuur „in de ether te ko men. Dat door deze uitzendingen, wel ke veelal geschieden over golflengten rond de 200 meter band, het radio- telefonisch verkeer van lucht- en scheepvaart vaak ernstig wordt ge stoord, raakt ze nauwelijks of hele maal niet. Tot op zekere hoogte beschikken de etherpiraten over een technische knobbel. Dikwijls redden ze het met slechts de allernoodzakelijkste appara tuur als een radiotoestel, een pick up met platen, een condensor en een microfoon. Wekenlang experimentere ren ze soms, voordat ze op een goede zondagmorgen onder een welluidende naam hun entree in de ether maken. Dit moment beschouwen ze als het hoogst bereikbare, een soort bevesti ging van hun capaciteiten. De rest, de strijd tegen de overheid om niet gesnapt te worden, is voor hen slechts sport. iding dige spanning met zich mee. Huisvrou wen en kinderen staan op straat, op de uitkijk. Vaak hoort men, dat uitzen dingen onderbroken worden „omdat er iets niet pluis is". Dikwijls is het loos alarm, want élke donkergekleurde auto is geen politieauto. De „ether- piraten" zijn intussen waarschijnlijk de enige Nederlanders, die verlangen naar een her-invoering van het zon dagsrijverbod. Nooit tevoren hebben de- ze heren en hun handlangers het zo gemakkelijk gehad. Overigens lopen de piraten niet zo heel vlot in de val Regelmatig verwis selen ze van naam en golflengte, en praktisch elke zondag zorgen ze voor een ander adres, van waaruit wordt uit gezonden. En ook is het de politie al eens overkomen, dat een weggetje naar een boerderij, die tot „studio" was uit- verkozen, met melkbussen was ver sperd. Dit natuurlijk om bij een eventu ele overval tijd te winnen, waardoor het voor de justitie niet gemakkelijk wordt om daadwerkelijk te bewijzen, dat vanuit het bewuste pand is uitge zonden. Uiteraard hebben de uitzendingen niet erg veel om het lijf.' Door gaans worden, soms a raison van f 1, per plaat, verzoekprogramma's uitge zonden. Sommige „zender-exploitan ten", die een uur tot anderhalf uur in de lucht zijn, verdienen op deze manier de aanschaffingskosten van hun apparatuur terug of verdienen er zelfs op. Anderen leggen zich toe op „ge sproken advertenties", waarbij het na tuurlijk tot allerlei excessen komt. Zo zijn er al eens „dorpsoorlogen" ont staan, omdat de weegschaal van win kelier zus veel onbetrouwbaarder werd genoemd dan die van winkelier zo. Ook komt het voor, dat voetbalen thousiasten in strijd met de feiten, la ten mededelen, dat voetbalwedstrijden van concurrerende clubs om de een of andere reden, zijn afgelast. Vandaar misschien, dat onze zegs man tot de conclusie kwam: „Het is prettig jagen op geheime zenders, maar het is klaarblijkelijk nog pret tiger gejaagd te worden"?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 7