Raadselen rond Wallenberg
na Sovjet-nota onopgelost
Tarzan van de
Cöte d'Azur"
staat terecht
tegen het weer!
Uw weerstand!
Weer U
Verhoog
Davita
Pieter Stuyvesantprijs voor
3 vooraanstaande Nederlanders
Mr. D. Delprat, ir. P. Ottert en
Roken
OJMjum, dij échte
CËTAFLEX
lijmt kond alle bont!
Inspecteur
Aetherpiraten huizen
vooral in Overijssel
Pleegzuster Bloedwijn
Kielstra
Verdwijning van Zweeds diplomaat in 1945
Moskou noemt Abakumov
voornaamste zondebok
Reactorcentrum
in Petten?
Berucht in- en
uitbreker
van Heek
A.
PENICILLINE
chemisch bereid
Advies van commissie
van deskundigen
Duitse kustvaarder op
Westkappelse zeedijk
Generaal Hasselman
naar V.S. en Canada
Geldelijke steun voor
de vluchtelingen
DONDERDAG 14 MAART 1957
PAGINA 7
Vrijgeleide paspoort
voor Hongaarse Joden
Bij het Sovjet-commando
De verdwijning
Alle raadselen nog
niet opgelost
EERSTE KAMER
kunstharslijm
Ceta-Bever
door L. J. SCHMIDT
(Van een bijzondere correspondent)
7\T a de nota's, die in het jongste verleden zijn ge-
\l wisseld tussen de Sovjet-Unie en Zweden over
de Zweedse diplomaat Raoul Wallenbergligt
er nog steeds een ondoordringbaar waas van geheim
zinnigheid over diens verdwijning uit Boedapest en over
zijn verder lot. Twaalf jaar lang heeft de Sovjet-Unie
volgehouden, dat Wallenberg nooit in Rusland is ge
weest, totdat zij op 6 februari j.l. in een korte nota
de ontdekking meedeelde van een enkel bewijsstuk,
waaruit dan opgemaakt zou moeten worden, dat de
Zweedse diplomaat op 17 juli 1947 in een gevangenis
te Moskou aan een hartaanval is overleden. In de Rus
sische nota werd beweerd, dat het ministerie van bui
tenlandse zaken onkundig is gehouden van Wallenbergs
gevangennemingdood en crematie door de veiligheids
politie in het algemeen en door de minister van staats
veiligheid, Victor S. Abakumov, in het bijzonder. De
Zweedse regering antwoordde in scherpe bewoordingen
op 20 februari j.l. Zij stelde, dat de Russische regering
verantwoordelijk blijft voor hetgeen Wallenberg is
overkomen en zij trok tevens de Russische bewering in
twijfel, dat de Sovjet-regering nooit eerder in staat is
geweest betrouwbare informaties omtrent de lotgevallen
van Wallenberg in te winnen. In het algemeen droeg de
Zweedse nota het merkteken van ongeloof in de Rus
sische mededelingen en de Zweedse regering gaf met
zoveel woorden te kennen, dat zij de zaak niet zal laten
rusten.
99
Raoul Wallenberg, architect en za
kenman, was pas 32 jaar, toen hij in
1944 als gezantschapssecretaris naar
Boedapest werd gestuurd. Zijn reis was
in hoofdzaak te danken aan een Ame
rikaans initiatief. President Roosevelt
had de toenmalige Amerikaanse am
bassadeur in Stockholm, Herschel, ge
vraagd zo spoedig mogelijk een Zweeds
diplomaat naar Hongarije te laten rei
zen. Het State Department en de Ame
rikaanse inlichtingendiensten hadden
uit bezet Europa zeer nauwkeurige in
formaties gekregen, volgens welke Hit-
Ier en zijn schrikwekkend alter ego
Himmler hadden besloten alle Hon
gaarse Joden uit te roeien.
De keuze van de Amerikaanse am
bassadeur viel onmiddellijk op Raoul
Wallenberg, die hij goed kende en die
hij beschouwde als een humaan en
moedig mens, vol initiatief en uitge
rust met alle eigenschappen die no
dig zijn voor een volmaakt diplo
maat. De jonge Zweed kwam voort
uit een zeer oude familie van beken
de bankiers en zakenlieden.
De nieuwe gezantschapssecretaris
fing onmiddellijk na zijn aankomst in
oedapest aan het werk. Hij moest on
ophoudelijk strijd voeren, niet alleen
tegen de Gestapo, maar ook tegen de
Hongaarse nazi-partij van Szalassy, de
Pijlkruisers.
Het Duitse Oostfront stond op instor
ten en in Boedapest, dat dag en nacht
werd geteisterd door de geallieerde
luchtmacht, heerste de grootste onze
kerheid. Heel wat figuren begonnen
.,na te denken" en te overwegen, of zij
er niet goed aan zouden doen zich door
het stellen van een goede daad een
ontsnappingsmogelijkheid te scheppen.
Wallenberg begreep, dat hü met wat
stoutmoedigheid en verbeelding de ha
chelijke zending, waarmee hij belast
was, tot een goed einde zou kunnen
brengen.
Met goedvinden van zijn regering
ontwierp hij een „vrijgeleide-paspoort",
dat ten doel had de houder ervan auto
matisch onder Zweedse bescherming
te stellen „tot zijn aankomst op Zweeds
grondgebied." Juridisch had dit pas
poort natuurlijk geen enkele waarde,
maar Wallenberg slaagde er toch in
het erkend te krijgen door de Hongaar
se regering. Bovendien wist hij zich
talrijke en toegewijde vrienden te ma-
ben bij de Hongaarse staatspolitie, die
gelukkig niet uitsluitend bestond uit
nazi's en handlangers van Szalassy.
In korte tijd werden duizenden pas
poorten, voorzien van de Zweedse drie
kroon, uitgegeven. Maar alleen de Jo
den die beschikten over commerciële
of familie-relaties met Zweden konden
werkelijk naar Zweden vertrekken.
Wallenberg vond, dat dat nog niet ge
noeg was en hij besloot dicht bij de
Zweedse legatie een ontvangstcentrum
op te richten, dat diplomatieke en con
sulaire exterritorialiteit genoot. Met de
hulp van het Zweedse Rode Kruis en
van talrijke andere buitenlandse diplo
maten stichtte Wallenberg daar het
„internationale ghetto", waar zich op
sommige ogenblikken vijftienduizend
Joodse vluchtelingen ophielden.
Achter de schermen boden zekere
hoge nazi-autoriteiten Wallenberg, die
over aanzienlijke saldi in Zwitserland
beschikte, aan, groepen Joden die wa
ren voorbestemd voor de gasovens, uit
Hongarije te laten ontsnappen.
Intussen naderde het Rode Leger via
Roemenië met rasse schreden de Hon
gaarse grenzen. De meeste buitenland
se diplomaten verlieten Boedapest en
volgden de regering-Szalassy, die via
Oostenrijk uitweek naar Duitsland.
Raoul Wallenberg bleef op zijn post.
Toen Boedapest, na verwoede gevech
ten van straat tot straat en van huis
tot huis, door de Russische soldaten
was veroverd, accrediteerde de Zweed
se diplomaat zich zo spoedig mogelijk
bij het Sovjet-commando. Alles scheen
naar wens te verlopen: de Russen ga
ven Wallenberg een persoonlijke lijf-
wacht, een vrijgeleide en zelfs een auto,
compleet met de nodige benzinebonnen.
Maar vier dagen later ging het mis.
Het was toen 17 januari 1945. De win-
ter was bar, het sneeuwde, de huizen
(Van onze Haagse redacteur)
Y?°r d,e vestiging van het reactor
centrum m ons land hebben de deskun
digen net oog gericht op het plaatsje
Petten in Noord-Holland. Petten wordt
het meest geschikt geacht omdat het
ligt in een dunbevolkt gebied en de
radioactieve afvalstoffen gemakkelijk in
zee kunnen worden geloosd.
Alvorens de keus definitief gemaakt
wordt zal de zaak nog besproken wor
den zowel in de lokale sfeer als in de
ministerraad.
waren niet verwarmd. 's-Morgens
stopte een lange zwarte „Zis", die
veel leek op de vooroorlogse Packard,
omgeven door een escorte van motor
rijders, voor een van de gebouwen
van de Zweedse legatie. In de auto
bevond zich Raoul Wallenberg, die
toen nog niet als arrestant werd be
schouwd. Maar wel was het hem
verboden uit te stappen en de lega
tie binnen te gaan.
Een man, die het uniform droeg van
majoor van het Rode Leger, stapte uit
en liet de twee voornaamste medewer
kers van Wallenberg, Muller en Biro,
roepen. Uit handen van hun chef ont
vingen Muller en Biro een belangrijke
som gelds, in een enveloppe, die was
bestemd voor de aankoop van voedsel
voor de Zweedse beschermelingen.
De chauffeur van de wagen legde in
gebroken Duits uit, dat zijn passagier
onder de bescherming van het Rode
Leger stond en dat hij opdracht had
hem naar Debreczen, dicht bij de Hon
gaars-Roemeense grens, te brengen,
waar zich het hoofdkwartier bevond
van maarschalk toen nog generaal
Malinovski. Wallenberg, die tot op
dat ogenblik nog geen woord had ge
sproken, voegde daar aan toe: „Ik
weet niet, of ik als gasl of als gevan
gene ga." Dat was blijkbaar te veel; de
majoor gaf de chauffeur opdracht ter
stond te vertrekken. Dat was het begin
van de fameuze „Wallenberg-affaire."
Daags na de ontvoering, want zo mag
men het eerste stadium van Wallen
bergs verdwijning nu wel noemen, dus
op 18 januari 1945 deelde een van de
Russische vice-ministers van buiten
landse zaken Dekanazov, aan de
Zweedse ambassadeur in Moskou mee,
dat Raoul Wallenberg voortaan onder
de bescherming van het Rode Leger zou
staan. Een maand later liet de be
faamde mevrouw Kollontai, Russisch
ambassadrice te Stockholm aan de
moeder van de jonge Zweed weten, dat
„haar zoon gezond en in veiligheid
was." Dezelfde mededeling werd over
gebracht aan de Zweedse minister van
buitenlandse zaken, Gunther, ditmaal
nog met de verzekering erbij, dat men
geen enkele vrees behoefde te koesteren
over het lot van de diplomaat, die bin
nenkort naar zijn land zou terugkeren.
Twaalf jaar lang heeft men daarna
van Wallenberg geen enkel levenste
ken meer ontvangen. Op zekere dag
werd officieel vernomen, dat Stalin
zich persoonlijk met het geval bezig
hield. Petities van allerlei groeperin
gen, vertogen in de Zweedse pers wer
den tot de Sovjet-Unie gericht, de Rus
sen gaven geen antwoord. Eindelijk, op
22 augustus 1947, dus ongeveer een
maand nadat Wallenberg volgens de
jongste Russische nota zou zijn over
leden, deelde de Russische onder-mi
nister van buitenlandse zaken, Vishins-
ky, mee, dat „men geen enkel spoor
van de jonge diplomaat had gevonden".
Op 19 oktober 1947 publiceerde het
„Wallenberg-comité" de resultaten
van een langdurig onderzoek, dat het
had ingesteld en waarbij het toegang
had gehad tot bepaalde vertrouwelijke
documenten van het Zweedse ministe
rie van buitenlandse zaken. Het comi
té kwam tot de conclusie, dat Wallen
berg zich sinds 1945 wel degelijk in
Rusland heeft bevonden. Het belang
rijkste getuigenis was dat van de Ita
liaanse diplomaat Claudio de Mohr. De
ze had in verscheidene Moskouse ge
vangenissen vertoefd, waaronder de be
ruchte Ljubljanka. Hij verklaarde on
der ede, dat hij in een cel gezeten had
naast die van Wallenberg. De Mohr
had hem niet kunnen zien, maar hij
gaf zoveel details over de gevangene,
dat er geen twijfel over kon bestaan.
De beide gevangenen onderhielden zich
met elkaar door Morse-tekens tegen
de muur te kloppen.
Nog steeds zijn de raadselen rond Wal
lenberg niet opgelost. Waarom werd
hij gearresteerd? Waarom werd hij op
gesloten in Moskou? Is hij werkelijk
in juli 1947 overleden, en zo ja, onder
welke omstandigheden? Waarom heeft
Stalin zich persoonlijk met het geval
bezig gehouden? De stelling is wel ver
dedigd, dat Wallenberg eenvoudig het
slachtoffer is geworden van Stalins an-
ti-semitisme. Deze laatste zou het hem
nooit vergeven hebben, dat hij zoveel
mensenlevens heeft gered en dan nog
wel levens van Joden! Er is niets met
zekerheid te zeggen en er zijn er zelfs,
die hardnekkig blijven beweren, dat
Wallenberg ergens in de Siberische
„tonga" is vergeten.
Het Duitse kustvaartuig Achilles is
vannacht in dikke mist op de Westkap
pelse zeedijk vastgelopen. Het schip
was op weg naar Antwerpen. De Bel
gische sleepboot Scaldis en een ber
gingsvaartuig zijn uit Vlissingen ter as
sistentie uitgevaren. Ock de reddings
boot President Jan Wierdsma voer uit.
De „Tarzan van de Cöte d'Azur", de
28-jarige Italiaan Dario Sambuco, is
gisteren voor de rechtbank te Genua
verschenen. Sambuco verwierf zich ze
ven jaar geleden een reputatie door een
reeks gedurfde diefstallen in villa's van
beroemde persoonlijkheden aan de Fran
se Rivièra te plegen. De mode-ontwerp
ster Elsa Schiapparelli behoorde tot
zijn slachtoffers. Zijn diefstallen heb
ben Sambuco een Duit van ongeveer
120.000 gulden opgeleverd. De Franse
politie slaagde er echter in hem te ar
resteren. Een rechtbank te Nice ver
oordeelde hem op 27 februari 1953 tot
acht jaar gevangenisstraf. Precies een
half jaar later slaagde „Tarzan" erin
uit de gevangenis te ontsnappen en naar
Italië te vluchten.
Kort daarop arresteerde de Italiaan
se politie hem in het havenkwartier van
Genua. Verzoeken van Franse zijde om
Sambuco uit te leveren werden door de
Italiaanse regering algewezen.
Op 22 juli 1955 deed Sambuco opnieuw
een poging om te ontsnappen, toen hij
met enkele mede-gevangenen naar de
gevangenis te San Remo werd overge
bracht. De poging mislukte en gisteren
veroordeelde de rechtbank te Genua
hem voor deze mislukte poging tot twee
maanden gevangenisstraf.
Het proces werd bijgewoond door tal
van Italiaanse „zware jongens", die
Sambuco als collega en vakman een
grote achting toedragen. Op 27 maart
moet de „Tarzan van de Cöte d'Azur"
zich in Genua verantwoorden voor zijn
in Frankrijk gepleegde diefstallen.
(U.P.)
Van 26 maart tot 5 april zal, op uit
nodiging van de Amerikaanse minis
ter voor defensie, de chef van de ge
nerale staf, generaal B. R. P. F. Has
selman, tezamen met zijn medeleden
van het militaire comité van de NATO
en vergezeld van de generaal-majoor
(vlieger-waarnemer) A. J. de Vries
van de koninklijke luchtmacht, in de
Verenigde Staten een aantal research
instituten van de Amerikaanse strijd
krachten bezoeken.
In aansluiting hierop zal het gezel
schap vervolgeps van 710 april, als
gasten van de Canadeze minister voor
nationale verdediging een overeenkom
stig bezoek brengen aan militaire re-
search-instituten in Canada. Tussen bei
de bezoeken door zal het militair co
mité van de NATO 6 april onder voor
zitterschap van generaal Hasselman te
Washington formeel vergaderen.
Advertentie
Eén enkele dragée Davi
tamon 10 per dag heft
vitaminetekorten radicaal
op. Flacons van 50, 100
en 500 dragées
Een 10 voor gezondheid
hoge vitaminewaarde
ORGANON OSS
Woensdagmiddag zijn de „Pieter Stuyve-
sant-prijzen" ten huize van de Ameri
kaanse ambassadeur in Den Haag door
de heer Freeman Matthews aan drie pro
minente figuren uit het Nederlandse
zakenleven uitgereikt. Op de foto ziet
men (v. I. n. r.) ir. P. F. S. Otten uit Val-
kenswaard, mr. D. A. Delprat uit Am
sterdam, de Amerikaanse ambassadeur
H. Freeman Matthews en de heer H. A.
H. van Heek uit Enschede met hun
onderscheidingen.
Woensdagmiddag heeft de Amerikaan
se ambassadeur in Nederland, de heer
H. Freeman Matthews, voor de eerste
maal de Pieter Stuyvesantprijs uitge
reikt, aan Nederlanders, die belangrij
ke bijdragen hebben geleverd voor de
bevordering van de Nederlands-Ame
rikaanse verstandhouding. De ambassa
deur noemde het eer, bijzonder voor
recht ei r-pn grote eer, aan'mr. D A.
Delprat, ir. P. F. S. Otten en de heer
A. H. van Heek de eerste Pieter Stuy-
vesantprijzen te kunnen uitreiken.
Zij ontvingen elk een zilveren bokaal
met inscriptie, vervaardigd naar een
Amerikaanse nationale held, Paul Re
vere, en een boek over Pieter Stuyve-
sant.
De drie prijswinnaars zijn bekende
Nederla..dse zakenlieden. Mr. Delprat
is oud-directeur en president-commis
saris van de N.V. Stoomvaartmaat
schappij Nederland te Amsterdam, ir.
Otten is directeur van de N.V. Philips'
Gloeilampenfabriek te Eindhoven en de
heer Van Heek is directeur van de N.V.
Rigtersbleek te Enschede.
In zijn toespraak zei de heer Freeman
Matthews, dat de Pieter Stuyvesant
prijs is ingesteld door Amerikaanse le
den van de Willem de Zwijgerprijs-eom-
missie. Hij zei dat de heren, aan wie de
prijs is toegekend, in niet geringe mate
hebben bijgedragen tot het lofwaardige
doel dat de stichting die de Willem de
Zwijgerprijs beheert, nastreeft; de
handhaving en bevordering van de rijke
historische traditie die tussen onze bei
de landen bestaat en die berust op ge-
stage, dagelijkse samenwerking tussen
beide naties op zakelijk en persoonlijk
gebied. Door hun zakenrelaties en het
grote handelsvolume, aldus spreker, dat
deze heren hebben ontwikkeld, hebben
zij persoonlijk het hoge aanzien dat de
burgers van hun land bij mijn landge
noten genieten nog verder doen toene
men. Zij hebben tijd noch moeite ge
spaard om de zaak te dienen, die als
een der hoekstenen moet worden ge
zien van de betrekkingen tussen Neder
land en de Verenigde Staten, het onder
linge begrip tussen de volken der beide
landen, meende hij.
Dr. John C. Sheehan en dr. K. R.
Henery-Logan van de Cambridge-uni-
versiteit te Massachusetts zijn er na
onderzoekingen, die negen jaar in be
slag hebben genomen, in geslaagd peni
cilline op chemische wijze te yervaar-
digen. Penicilline werd tot op heden
uit schimmels in een fermenterings-
proces gewonnen. Beide geleerden heb
ben tien verschillende variëteiten peni
cilline ontwikkeld. De kosten van deze
„synthetische" penicilline zijn hoger
dan die van het natuurlijke produkt,
doch men hoopt de chemisch-vervaar-
digde stof te kunnen gebruiken bij aan
doeningen, waar het „klassieke" pro
dukt niet helpt en bij een groot aan
tal infecties. Wellicht dat de nieuwe
vorm van penicilline minder snel aller
gische reacties bij de patiënten op
wekt. Om dit te onderzoeken worden
reeds proeven op dieren genomen.
Gedurende de tweede wereldoorlog
hebben ongeveer duizend Amerikaanse
en Engelse geleerden vergeefs gezocht
naar een wijze om penicilline synthetisch
te vervaardigen.
Na enige overweging heb
ik besloten toch maar te
blijven roken. Ondanks het
rapport over het verband
dat bestaat tussen het roken
van sigaretten en longkan
ker. Het heeft mij natuur
lijk wel even verontrust.
Zoals trouwens telkens weer
wat anders mij even veront
rust. Maar ik vrees dat, wanneer men
gaat leven naar het ene rapport, het
andere rapport, om zo te zeggen, al
weer voor de deur staat. Ik heb er
vooralsnog geen vertrouwen in dat
straks niet zal blijken dat er verband
bestaat tussen het drinken van melk
en malaria, tussen het overdonderen
de verkeer en het optreden van hart
zwakten, tussen he* zien van films en
het toenemende aantal verstandsver-
bijsteringen. tussen de rock 'n roll
en gewrichtsreumatiek, tussen niet-
roken en de toenemende collectieve
neiging om zijn evenmens uit te
roeien. Ik noem nou maar wat.
En verder: een mens moet toch
leven, dat wil zeggen, een mens moet
toch ergens aan doodgaan.
(Van onze parlementaire redactie)
Een gedeelte van de 25 miljoen, die
de Nederlandse regering, op aandrang
van de Tweede Kamer heeft uitgetrok
ken voor de minder ontwikkelde ge
bieden, zal dit jaar worden gebruikt
voor de vluchtelingen. Minister Luns,
die dit woensdag in de Senaat mee
deelde, voegde er aan toe. dat niet al
leen de Hongaarse vluchtelingen in
Oostenrijk hiervan zullen profiteren,
maar ook hun landgenoten in Joego
slavië, de uit Egypte gevluchte Joden
en de Arabische vluchtelingen in de
Gaza-strook en elders.
De Eerste Kamer heeft woensdag
middag de begroting van buitenland
se zaken z.h.st. aangenomen (C. P. N.
tegen).
Advertentie
versterkt Uw ZENUWEN,
herstelt Uw ENERGIE!
UITSLUITEND bij apothekers en drogisten
Haco product
Adverte n tie
Oorspronkelijke politieroman
46
,,U weet over het algemeen maar heel weinig van
alles wat zich daar in die club afspeelde en toch
ontving u aanzienlijke bedragen uit die bron. Ik wil
graag aannemen, dat u meent de waarheid te spre
ken, maar ik heb mijn levenlang nog niet gehoord,
dat iemand zoveel geld verdiende alleen maar door
het verlenen van diensten, zoals u mij die laatst
heeft geschetst. Ik acht uw antwoord onjuist."
„Uw zaak, inspecteur." Van Bevenvoorde haalde
minachtend de schouders op. Hij scheen zich te her
stellen, kreeg het gevoel, dat hij zou moeten vechten
voor zijn behoud. Dit was duidelijk aan zijn veran
derde houding te zien.
„Inderdaad, maar ook de uwe. Ik moet u er nog
maals op wijzen, dat het in uw eigen belang is,
mijn vragen naar waarheid te beantwoorden. Doet
u dat niet, dan stelt u zich in een verdacht licht.
Gaat u wel eens naar het buitenland?"
„Neen, ik houd niet van reizen."
„Heeft u een pas? Denkt u er aan, dat ik uw ant
woord kan controleren."
„Neen, ik heb geen pas."
„Uw werkzaamheden bepaalden zich alleen tot het
bijwonen van de clubvergaderingen?"
„In hoofdzaak, ja."
„Wat deed u dan nog meer?"
„Ik hielp hier en daar met correspondentie."
„En daarmede verdiende u een inkomen, dat u in
staat stelde een auto te houden, dure kamers te
bewonen, uit te gaan en veel uit te geven? ....Kom,
maak dat een ander wijs.
„Uw zaak," antwoordde hij wederom.
„En ook de uwe, dat zult u merken," antwoordde
Kielstra streng.
„Vertelt u me eens, in welke waren smokkelt de
club."
Van Bevenvoorde werd een moment bleek, wilde
opspringen, beheerste zich en zei;
„Belachelijkdaar antwoord ik niet op."
„Gelijk heeft u, maar het helpt u niets. A propos,
Hélène is op uw verzoek naar dat kamertje gegaan.
Wie vroeg u het haar te vragen?"
Deze vraag greep Van Bevenvoorde hevig aan.
Blijkbaar was de tere snaar geroerd.
Het antwoord klonk bijna zielig en kwam eerst
nadat hij zich wat hersteld had.
„Ik schrik van die vraagu moet me niet kwa
lijk nemenhet is de tweede keer, dat u mij die
vraag steltIk herhaal mijn verklaring van vroe
ger, dat ik er niets van weet. Het is me volkomen
onbegrijpelijk, hoe u er toe komt mij van mede
plichtigheid te verdenken. Ik zou haar naar dat
kamertje hebben gestuurd?.... Belachelijk."
„Neen, u heeft haar gevraagd naar dat kamertje
te gaan
„Geen denken aan, hoe haalt u het in uw hoofd?"
,,U kunt me geen nadere verklaring geven van de
wijze waarop u zulke grote bedragen verdient?"
„Ik ben toch zeker vrij geld te verdienen op mijn
manier?"
„Maar u is ook verplicht inlichtingen te verstrek
ken. U had aan de belastingen toch de bron van
inkomsten moeten vermelden."
„We leven hier toch in een vrij land," lachte Van
Bevenvoorde honend.
„Gelukkig wel, maar vrijheid is geen ongebonden
heid. Wilt u antwoord geven op mijn vraag?"
„Neen en nog eens neen."
Kielstra wendde zich tot de H.I., die met zijn
hoofd knikte.
„Dan arresteer ik u voor het in ontvangst nemen
van grote bedragen, waarvan de herkomst twijfel
achtig is. Heeft u nog iets te zeggen?"
Van Bevenvoorde was opgesprongen.
„Dat neem ik niet, dat is vuil. We leven niet meer
onder de moffen. Ik zal mijn recht vinden, ik ben
vrij burger."
„Het ligt helemaal aan u of u deze vrijheid volle
dig terug zult krijgen. Leg de kaarten op tafel."
Van Bevenvoorde zweeg. Inwendig streed hij een
hevige strijd, die Kielstra gelegenheid gaf uit te woe
den. Zijn emoties waren duidelijk op zijn gezicht te
lezen, maar hij durfde blijkbaar niet voor de waar
heid uit te komen.
Toen nam Kielstra het woord.
„Ik kan me voorstellen in welke positie u ver
keert, het is de strijd tussen waarheid en leugen.
In uw eigen belang, let goed op wat ik zeg, in uw
eigen belang raad ik u aan, mij volledig inzicht te
geven in uw handel en wandel. Voor het laatst vraag
ik u. Wie gaf u opdracht Hélène te verzoeken naar
het kamertje te komen?"
Niemand."
„Hoe komt u aan uw inkomen?"
„Mijn zaak."
Kielstra zei daarop tegen Bruins:
„Breng hem weg."
Toen beiden verdwenen waren en de deur was
dichtgevallen, stond de H.I. op.
„Ik ben blij, dat ik dit verhoor persoonlijk bij
woonde. Je beroep op het gezond verstand onder
schrijf ik. Nu ik zijn reacties heb gezien, ben ik er,
met jou, van overtuigd, dat hij dat meisje naar het
kamertje heeft gezonden."
Bruins kwam binnen, hield de deur open en zei:
„Meneer, daar is juffrouw Steur. Ze heeft ge
hoord, dat Van Bevenvoorde in arrest is gesteld en
vraagt of liever smeekt om gehoord te mogen wor
den."
„Wie is die juffrouw Steur?", vroeg de H.I.
„Dat is de vriendin van Van Bevenvoorde. Ik had
haar een paar vragen gesteld toen ik hem op zijn
kamer opzocht. Zij was daar en ik kan niet anders
zeggen, dan dat ze een uitermate sympathieke indruk
op mij maakte. Ze deed alle mogelijke moeite mij
van zijn onschuld te overtuigen, het was treffend.
Kan ik haar binnenlaten, meneer?"
(Wordt vervolgd)
De heer D. Neuteboom van de P.
T.T. uit Scheveningen, die speciaal is
belast met de opsporing van clandes
tiene zenders, is tijdens de weekein
den bijna nooit thuis. „Praktisch alleen
met Kerstmis en Pasen" zegt hij zelf.
De overige zondagen zwerft hij ergens
in de Gelderse Achterhoek in Twente,
Noord-Oost-Overijssel, of via Emmen,
Musselkanaal, Stadskanaal naar de
omgeving van Groningen. Dat is zijn
„jachtterrein", want merkwaardig ge
noeg worden elders in het land maar
zelden een geheime zender aangetrof
fen.
De bakermaat van het kwaad der
clandestiene zenders is Overijssel. Al
leen in Twente wordt het aantal ge
heime zenders op veertig geschat.
En dat, ondanks het feit, dat de jus
titie zeer streng optreedt. Het is ech
ter de vraag of knap speurderswerk
van gespecialiseerde ambtenaren en
felle rekwisitoren het kwaad van het
illegaal zenden zullen weten te beteu
gelen. De mensen, die er zich aan schul
dig maken stammen uit een bepaald
milieu, waar men geen vrije-tijds-
besteding kent. Doorgaans zijn het lie
den, die bij de politie als a-sociaal
bekend staan, aldus onze zegsman.
Zjj voelen zich een hele Piet, wanneer
het hun gelukt met een eigen gebouw
de apparatuur „in de ether te ko
men. Dat door deze uitzendingen, wel
ke veelal geschieden over golflengten
rond de 200 meter band, het radio-
telefonisch verkeer van lucht- en
scheepvaart vaak ernstig wordt ge
stoord, raakt ze nauwelijks of hele
maal niet.
Tot op zekere hoogte beschikken de
etherpiraten over een technische
knobbel. Dikwijls redden ze het met
slechts de allernoodzakelijkste appara
tuur als een radiotoestel, een pick
up met platen, een condensor en een
microfoon. Wekenlang experimentere
ren ze soms, voordat ze op een goede
zondagmorgen onder een welluidende
naam hun entree in de ether maken.
Dit moment beschouwen ze als het
hoogst bereikbare, een soort bevesti
ging van hun capaciteiten. De rest, de
strijd tegen de overheid om niet gesnapt
te worden, is voor hen slechts sport.
iding
dige spanning met zich mee. Huisvrou
wen en kinderen staan op straat, op de
uitkijk. Vaak hoort men, dat uitzen
dingen onderbroken worden „omdat er
iets niet pluis is". Dikwijls is het loos
alarm, want élke donkergekleurde
auto is geen politieauto. De „ether-
piraten" zijn intussen waarschijnlijk
de enige Nederlanders, die verlangen
naar een her-invoering van het zon
dagsrijverbod. Nooit tevoren hebben de-
ze heren en hun handlangers het zo
gemakkelijk gehad.
Overigens lopen de piraten niet zo
heel vlot in de val Regelmatig verwis
selen ze van naam en golflengte,
en praktisch elke zondag zorgen ze voor
een ander adres, van waaruit wordt uit
gezonden. En ook is het de politie al
eens overkomen, dat een weggetje naar
een boerderij, die tot „studio" was uit-
verkozen, met melkbussen was ver
sperd. Dit natuurlijk om bij een eventu
ele overval tijd te winnen, waardoor
het voor de justitie niet gemakkelijk
wordt om daadwerkelijk te bewijzen,
dat vanuit het bewuste pand is uitge
zonden.
Uiteraard hebben de uitzendingen
niet erg veel om het lijf.' Door
gaans worden, soms a raison van f 1,
per plaat, verzoekprogramma's uitge
zonden. Sommige „zender-exploitan
ten", die een uur tot anderhalf uur
in de lucht zijn, verdienen op deze
manier de aanschaffingskosten van hun
apparatuur terug of verdienen er zelfs
op. Anderen leggen zich toe op „ge
sproken advertenties", waarbij het na
tuurlijk tot allerlei excessen komt. Zo
zijn er al eens „dorpsoorlogen" ont
staan, omdat de weegschaal van win
kelier zus veel onbetrouwbaarder werd
genoemd dan die van winkelier zo.
Ook komt het voor, dat voetbalen
thousiasten in strijd met de feiten, la
ten mededelen, dat voetbalwedstrijden
van concurrerende clubs om de een
of andere reden, zijn afgelast.
Vandaar misschien, dat onze zegs
man tot de conclusie kwam: „Het is
prettig jagen op geheime zenders,
maar het is klaarblijkelijk nog pret
tiger gejaagd te worden"?