Getuigen van Jehova Huwelijks opvattingen D Hoofdredacteur voor rechter gedaagd Y Voortreffelijke novelle en amoureuze jeugdbundel 't Zit vast vaster met VELPAFIN JfjfeKlassieke muziekg^ op de plaat Clara Haskil en Anda volmaakt pianoduo Radio en TV Principiële dienstweigeraars Twee „gedurfde Boekenweek uitgaven Geloof en leven VJ Temoignage Chretien „Wegens belasteren van het leger Zomerzegels 1957 i' „DE NACHT DER GIRONDIJNEN" Inspecteur Kielstra Rustig nijlpaard wordtplotseling razend! Oudste religieus overleden mmm Kamer vijf weken op reces ZATERDAG 30 MAART 1957 PAGINA 11 Liturgische weekkalender T. J. Twijnstra commandeur Belgische Kroonorde door L. J. SCHMIDT Dan IJmondraad in de afdelingen Meer faillissementen in februari vorige week hebben wij in onze beschouwing over dit onderwerp in het voorbijgaan reeds erop ge wezen, dat de Getuigen herhaaldelijk deelsdag, want de kinderen, die dan geboren worden, komen ter wereld in gerechtigheid en hebben het eeuwig leven. Wat de H. Schrift hiermee te maken heeft? Wel, er staat toch in Genesis, dat drie zonen van Noë met hun vrou wen in de ark waren en gered werden van de zondvloed. De ark is de Jehova organisatie. De vloed: Armageddon. Er waren geen kinderen in de ark er werden er geen geboren, dus kwamen er ook geen uit. Pas twee jaar later - ....- i kregen die mensen kinderen. Daarom in conflict komen met de burgerlijke is het duideiijk dat „zij, die de overheid. Dat ligt eigenlijk voor de grote schare zullen vormeó, tót na Ar- hand, wanneer rnen bedenkt met hoe- mageddon zullen wachten om kinderen veel fanatisme zij vaak hun standpunt ter wereld te brengen» („kinderen" verdedigen. Een eenvoudig voorbeeld b]z. 393) Dus: Kinderbeperking! Joos- kan dat duidelijk maken. Het komt ten tekent in zijn boek o.i. terecht hier voor, dat z;j een vergadering b v over by aan. Als men dan bedenkt, dat een of ander godsdienstig onderwerp, het huwelijk wordt gezien als een ,,be- bezoeken,( enkel en alleen om daar_te veiliging voor de hartstocht", door „getuigen van hun opvatting. Dat zwakheid verkregen in een „onzedelij- loopt dan meestal uit op verstoring van ke wereldse maatschappij", dan is het de orde met het gevolg dat de schul- duidelijk, dat hierin voor velen, die de ,niet meJ- behulp van de plichten van het huwelijk een zware last vinden en zich daarom afkeren politie, uit het gezelschap verwijderd worden. van de Kerk, een dankbare grond ligt Wat wy echter bedoelen gaat veel om hun gedra te kunnen rechtvaardi- dieper. Bovenstaand voorbeeld zou de gen „in christelijke zin", moeite van het vermelden met waard Zo wordt in de opvatting van de Jehova zijn. Dergelpke moeilykheden lossen Getui<*en het eeuwig leven een soort zich zelf wel op en komen ook voor Luilekk"rland. De ei|enl ke bramen- door toedoen van anderen. Hier gaattplp M.,,. 1,'Jln hot hntTiolnlr lrzwvsV» het echter over de »r ne leerstellige" OD- !ele ,^aa?:d,e van het huwelijk komt na- vattingen van de Getuigen, die hun Maar" daar gTlovLi™!] dan oolf iJteMn plaats als burgers in een geordende 6 J n UK mel m- maatschappij bedenkelijk maken. Steunend op hun (vreemdsoortige) verklaring van het Woord Gods, die voor hen het enige gezag vertegen woordigt, maken zij zelf uit, welke maatregel van de overheid moet ge hoorzaamd worden en welke niet. Kerk en staat houden zij immers voor „in strumenten van de duivel", met het gevolg, dat wetten vaak niet overeen komen met hun beginselen. En dan leggen zij die eenvoudig naast zich neer. Voor vaderlandsliefde en wat daar mee samenhangt kunnen zij geen be grip opbrengen. Zij weigeren de natio nale vlag te groeten en openbare amb ten te bekleden. Militaire dienst is voor hen helemaal uit den boze. „In- f O dien ik mijn le ven in blinde ge hoorzaamheid aan Caesar (d.i. de staat) afsta en mijn leven voor hen geef," zo staat in „Dit betekent eeuwig leven" bladz. 202, „welk leven zal ik dan over hebben om aan God te betalen?" Over de waarde Van dit argument behoe ven w;i niets te zeggen: het veroordeelt zich zelf. Wel zal het duidelijk zijn, dat een mens met dergelijke opvattingen vroeg of laat in moeilijkheden moet komen. Er is, volgens hen, weinig goeds in deze wereld. Jehova zal bin nenkort zelf het heft in handen nemen en allen vernietigen, die niet tot „Zijn Organisatie", de Getuigen behoren. Én wat te denken van een opvatting, die bloedtransfusie en operaties ongeoor loofd acht, zelfs al kan men daardoor zijn eigen leven redden. Deze uitvindin gen heeft Satan bedacht en zijn in strijd met de Bijbel. Wilt u hiervan nog een verklaring? Probeert u dan het volgen de eens te begrijpen. De mens is een ziel. Deze huist in het bloed. En daar om. 1 Wie ook maar even nadenkt zal spoedig inzien, in welke afschu welijke situaties men met der gelijke theorieën kan geraken. Overi gens zouden wij wel eens willen weten of, vooral wat dit laatste betreft, de natuur niet vaak sterker blijkt te zijn dan de leer, al zijn er gevallen bekend, waarin het fanatisme tot het uiterste werd doorgevoerd. Zijn deze mensen eigenlijk niet diep te beklagen wegens hun geestelijke verblinding? Ove.r het huwelijk zijn hun ideeën ook zeer eigenaardig. Wat daarbij ech ter opvalt is, dat ze pas in 1938 pre cies hebben vernomen hoe daarover te denken. En wel doordat de leiding van de Wachttoren een aparte openbaring van God heeft gekregen. Als men be denkt, dat de Jehova-Organisatie offi cieel sinds 1879 bestaat, dan komt die openbaring toch wel rijkelijk laat voor zo een belangrijke zaak als het huwelijk is. Behalve in het geval van echtbreuk houden zij het huwelijk voor onontbind baar. De moeilijkheid ligt echter el ders. Na de oordeelsdag, het Armaged don, is de nieuwe aarde bestemd voor de „grote schare" uitverkorenen: de Getuigen. Hoe moet dat nu met de kinderen van de Jehova-Getuigen, die kans lopen niet tot de uitverkorenen te horen? Satan immers probeert, (zie „Kinde ren" blz. 298) zoveel mogelijk mensen tegen God op te zetten, en bedient zich daarbij van openbare ambtenaren, die kleine kinderen tot afgodische gebrui ken dwingen zoals het groeten van vlaggen en „heil" roepen jegens men sen! De „openbaring" antwoordt als volgt. De Schrift raadt af nog vóór Armaged don kinderen voort te brengen. Men is wel vrij het te doen, maar het risico voor die kinderen is groot. Daarom kan men beter wachten tot na de oor- Bijna honderd jaar oud is vrijdag avond te Utrecht overleden frater Fran- ciscus Hafkenscheidt van de congre gatie van O. L. Vrouw van het H. Hart (Fraters van Utrecht). Frater Franciscus werd 18 mei 1857 te Ulft (Gld.) geboren. Hij trad in 1875 in bij de fraters van Utrecht, welke congregatie enige jaren daarvoor door de toenmalige aartsbisschop van Utrecht was opgericht. In 1891 werd hij de eerste frater-algemeen overste. Deze functie vervulde hij tot 1901, waarna hij nog twintig jaar werkzaam was als leraar te Hilversum en Utrecht. Fra ter Franciscus is bijna 35 jaar gepen- sionneerd geweest. ZONDAG 31 maart: Vierde zondag van de vasten; eigen mis; credo; pref. van de vasten; paars. MAANDAG: mis van ferie; paars. DINSDAG: H. Franciscus van Paula, belij der; eigen mis; 2 geb. van ferie; pref. v. d. vasten; paars. Ofwel: mis van ferie; 2 geb. H. Franciscus; paars. WOENSDAG: mis van de ferie; paars DONDERDAG: H. Isodorus, bisschop-belij der-kerkleraar; mis In medio; 2 geb. van ferie: credo; pref. van vasten; wit. Of wel: mis van ferie; 2 geb. H. Isodorus; paars. VRIJDAG: H. Vincentius Ferrerius, belij der; mis. Os justi: 2 geb. van ferie; pref. van vasten; wit. Ofwel: mis van ferie; 2 geb. H. Vincentius; paars. ZATERDAG: mis van ferie; paars. ZONDAG 7 april: Passiezondag; eigen mis; credo; pref. van H. Kruis; paars. (Van onze Parjjse correspondent) Parijs, hedenmorgen. De hoofdredacteur van het weekblad „Témoignage Chrétlen", Georges Mo- ntaron, is gisteren op aanklacht van de minister van nationale defensie door de rechter van instructie van de Seine- rechtbank officieel in staat van beschul diging gesteld wegens „het belasteren van het leger". De beschuldiging is gebaseerd op de publicatie door het weekblad in november j.l. van de brief van een abonné. „Diens naam kunnen wij natuurlijk niet onthullen", aldus de hoofdredacteur, die verwacht had dat de beschuldiging gebaseerd zou worden op de publicatie eveneens door zijn weekblad van het zgn. „dossier Jean IViiller", een document betreffende de oorlogvoering in Algerije, afkomstig van een inmiddels gesneuvelde Franse re servist. In ieder geval, aldus Georges Montaron, het proces inzake zekere pacificatiemethodes in Algerije zal thans plaats hebben. Wü zijn er op voorbereid en zullen onze dossiers ope nen. Wij zullen het „dossier Jean Miil- ler" in pleidooi brengen. Onzerzijds voegen wij hier nog aan toe, dat in het thans geëindigd alge mene politieke debat in de Nationale Vergadering „Témoignage Chrétien" genoemd werd als een van de „vier groten der Franse contra-propagan- da"; zijnde de andere drie „Le Mon de" en de weekbladen ,,1'Express" en „France-Observateur". Communisti sche organen zijn buiten beschouwing gelaten. Tep aanzien van het gisteren door ons gemelde geval van generaal Pa ris de Bollardière heeft de minister van nationale defensie verkiaard.dat de ont slagaanvrage van de generaal en daar mede samenhangende rapporten van zijn superieuren bestudeerd zijn. De mi nister zegt dat in deze stukken gener lei verband aangetroffen wordt tussen het heengaan van de generaal en een afkeuring van „ik weet niet welke on menselijke gedragingen". De minister verwonderde zich eveneens over de volgende „tegenstrijdigheid". Hoe, zo vroeg hij, zou een dergelijke generaal onder zijn bevelvoering en verantwoor delijkheid de afschuwelijke vergrijpen hebben kunnen tolereren die Servan- Schreiber in ,,1'Express", als gangba re munt signaleert.' Zou hij niet een andere tucht, zijn opvattingen waar dig, hebben kunnen doen heersen? Om de draagwijdte van deze ministerië le „verwondering" te kunnen begrijpen dient de lezer te weten dat Servan- Schreiber in Algerije juist onder bevel van generaal Paris de Bollardière heeft gediend. De ministeriële verklaring zal evenwel niet door iedereen sterk over tuigend worden geacht. Op een samenkomst in Brussel van industriëlen uit België, Nederland en Luxemburg is de heer T. J. Twijnstra, voorzitter van het Verbond van Neder landse Werkgevers, benoemd tot com mandeur in de Belgische Kroonorde. '•'to r. «MEK De zomerzegels, welke in 1957 zullen worden uitgegeven door de P. T. T., zijn gewijd aan de scheepvaart. De zegels, die zijn uitgevoerd in eenkleurige koper diepdruk, worden verkocht met een toeslag t.b.v. culturele en sociale instellingen. Op de foto links-boven: de in blauw uitgevoerde zegel van 4 3 ct., waarop een motorvrachtschip is uitgebeeld; rechts-boven: de zegel van 6 4- 4 ct., welke in blauw-paars de afbeelding van ,een coaster draagt; links-onder: het exemplaar van 7 5 ct., dat de Willem Barendsz" tot onderwerp heeft, uitgevoerd in paars-bruin; onder-midden: een trawllogger op de in grijs-omber afgewerkte zegel van 10 8 ct. en onder-rechts de zegel van 30 8 ct. in muisgrijs met de stijlvolle afbeelding van het s.s. „Nieuw Amsterdam". Advertentie Ml andaag wordt de beeldhouwer Albert Termote, die in Voorburg woont, zeventig jaar. Hij neemt een enigszins aparte plaats in onder de beeldhouwers, omdat zijn werk over het geheel geno men een sacraal karakter heeft. Termote is geboortig van West-Vlaan- deren, vluchtte in 1914, toen de oorlog uitbrak, naar Engeland en stak van daar uit over naar Nederland, waar hij in Amsterdam leerling werd van prof. J. Bronner. Van hem heeft hij wellicht die neiging overgenomen tot stylering, waardoor zijn beelden gekenmerkt waren in de twintiger jaren. Later is hij vrijer en natureier geworden, noch tans met behoud van de sacrale inslag. Termote heeft zich tenslotte laten naturaliseren en heeft o.a. ge woond en gewerkt te Volendam, waar hij in hoofdzaak kleine plastie ken maakte. Maar hij is vooral bekend om wat hij maakte in samen werking met de architectenschool van Kropholler en om de open bare monumenten, waarvan het bekende standbeeld van Sint Willi- brord op het Janskerkhof te Utrecht stellig het voornaamste is. Dat durven ze niet, heeft de jeugd wel eens gedacht en gezegd: ter gelegenheid van de Boekenweek een bloemlezing voor ons samenstellen op een amoureus thema, 't Is altijd maar iets „neutraals", iets „ongevaarlijks", zoals: de muze en het ambacht, de muze en het dier, de muze en de zee, of de muze op reis. Nu is het er dan toch van gekomen: „De muze en het Meisje", zijnde de negende bloemlezing in de allengs populair geworden Boekenweekreeks-voor-de-jeugd. De Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Ne derlandse Boek heeft het eindelijk aangedurfd. En we zijn daar blij om. Evenals om die andere moedige daad: de uit gave van een novellistisch Geschenk, handelend over een onderwerp dat allesbehalve „feestelijk" en evenmin „neutraal" is, zodat het bij oppervlakkige beoordeling ongeschikt voor het doel had kunnen worden bevonden, maar waarvan de jury en propagandacommissie niettemin heb ben gezegd, dat ze het moesten uitgeven. vlekvrije koudlijm van CETA BEVER Het was een soort heilig moeten. Om twee redenen. Ten eerste behandelt de novelle, aldus het juryrapport, „een drama, waarmee ons hele volk is ge confronteerd," te weten de Jodenver volging. Al is de oorlog tien jaar ge leden en al is menig lezer moe van al les wat naar oorlogsboeken zweemt, toch zijn er bepaalde aspecten van de oorlogswerkelijkheid, waarvoor wij de ogen nooit zullen mogen sluiten. Het gaat daarbij niet om de realistische beschrijving van hoe èrg het wel was. Het gaat om geestelijke achtergronden, om een kenschets van de mentaliteit waaruit dit erge als iets bovenmense lijks of ondermenselijks geboren kon worden. Zulk een kenschets geeft in kort bestek de novelle van dit jaar, ge titeld „De nacht der Girondijnen." En nu de tweede reden van uitga< ve: deze novelle is een van de voor treffelijkste staaltjes van hedendaag se novellekunst, niet alleen in Neder land, maar ook naar -internationale maatstaven gemeten. Met zijn onge kend grote oplage van 150.000 exem plaren kan dit Geschenk een unieke stimulans zijn om méér novellen te gaan lezen. Immers, de novelle is nog altijd een beetje het stiefkind van de proza-lezers. Oorspronkelijke politieroman 60 „Ik moet' een opmerking maken, mademoiselle, die ik liever achterwege had gelaten, maar wan neer Brentano geweten had, dat u verraad, zoals u dat noemt, pleegde, zou hij geen ogenblik hebben geaarzeld u voor eeuwig onschadelijk te maken vergeet u dat niet! U spreekt van verraad, maai dat is niet juist. U heeft geen verraad gepleegd, u deed het werk van een detective en dat het leven van een speurder niet altijd over effen paden gaat, heeft u nu ondervonden. Van verraad is geen spra ke. Wanneer wij, detectives, ons in het vertrouwen dringen van iemand, die wij van het plegen van een misdaad verdenken, stellen wü onze methode van ontmaskering tegenover zijn slinkse handelingen, die ten doel hebben zün daden te camoufleren. Van verraad is alleen sprake, wanneer de betrokkene bona-fide is. Ik moet u dan ook dringend verzoe ken, zelfverwijt van u af te zetten. Dank zij rw tactvol optreden hebben we allen, die vanavond met Brentano in aanraking zün geweest, kunnen arreste ren, terwül we tevens bewüsmateriaal in handen kregen. Daarmee hebben we de bende een gevoelige klap toegebracht. U is moe, u heeft rust nodig. Ik heb u hier laten komen, omdat ik naar buiten de indruk wilde vestigen, u een verhoor te hebben afgenomen, maar nu moet u naar huis gaan. Ik zal een taxi voor laten komen, een agent zal u uitgeleide doen. Ik dank u hartelük voor de buitengewone wüze, waarop u ons geholpen heeft, mademoiselle. Na alle emoties die u doormaakte, zal een goed bericht u zeker welkom zün. Zoëven belde ik inspecteur Kielstra op. Ik had een lang gesprek met hem en ik vetmoed, dat u het heel prettig zult vinden te horen, dat hü vannacht nog hierheen komt. Ik ver telde hem, dat ik een vermoeden heb, dat Brentano de dader is van de moord op dat meisje in de villa in Den Haag. Het is daarom zeer gewenst, dat wü samen overleg plegen. Toen ik hem het gebeurde van hedenavond uitlegde, deelde hij mü mee dat hij bij aankomst hier, eerst bij u zou aangaan om naar uw toestand te informeren. U kunt hem om ongeveer 7 uur verwachten." Legrand glimlachte. Hü zag Alice totaal verande ren. Het vooruitzicht binnen een paar uur Henk bü zich te hebben, deed haar weer helemaal opleven. „Zegt u inspecteur Kielstra, mij dadelük op te bellen zodra hij hier is." „Zeker inspecteur, daar kunt u op rekenen." „Wel te rusten, mademoiselle enau revoir." Een agent in uniform bracht haar door een ver trek, waarin de Engelse Anita en het jongmens met het geonduleerde haar «aten te wachten. Het was hun aan te zien, dat zij allesbehalve opgewekt waren. Ze hingen, meer dan ze zaten, in hun stoe len, zagen er doodvermoeid uit en namen nauwelüks notitie van haar, terwül ze strak voor zich uit keek en geen teken van herkenning gaf. Het was met een gevoel van grote opluchting, dat zü in de taxi plaats nam. De intense vreugde, Henk spoedig bü zich te zul len hebben, drong de ernstige gebeurtenissen, die zich de afgelopen nacht hadden afgespeeld, op de achtergrond. Thuis gekomen werd zü allerhartelükst verwel komd door haar hospita. De vrouw was opgebleven en had met angst en spanning haar thuiskomst af gewacht. Alice vertelde haar in het kort wat zü had mee gemaakt en dat zü om ongeveer 7 uur iemand uit Holland verwachtte, die een uitgezocht ontbüt moest hebben. Van rusten kwam niet veel. De tafel was om zes uur in de puntjes verzorgd, een bloemetje, op de vroegmarkt gekocht, gaf de gedekte tafel een vro- IÜk aanzien. Telkens verschikte Zü weer het een en ander, overtuigde zich voor de zoveelste maal, dat de sigaretten klaar stonden. De klok trok zich weinig van haar ongeduld aan en vervolgde tergend langzaam zün cirkelgang. Eindelük zeven uur! Om de vüf minuten liep ze naar het raam om te zien of hü er al aankwam. „Wat kan tijd toch langzaam gaan," dacht ze, „en soms zou je de wü'zers van de klok willen tegenhou den." Het werd acht uurnegen uur. Eindelük hield er een auto voor het huis stil. Het was een slee van een wagen, niet het gezellige karretje van Henk. Een dame en een heer stapten uit. Alice hoorde de bel gaan. „Als er maar niets met hem Is gebeurd," dacht ze vol angst. Madame kwam, hoogst zenuwachtig, de kamer in en kondigde het bezoek aan van „monsieur en mada me Durand, die mademoiselle dringend wensten te spreken." „Laat ze maar boven komen." Ze vreesde een jobstüding te zullen horen. „Excuseert u ons vroege bezoek mademoiselle," zei monsieur Durand beleefd, „maar het is dringend nodig, dat wü een onderhoud hebben over het ge beurde van gisteravond. Wij kregen bericht, dat mon sieur Brentano in een botsing met de politie werd doodgeschoten. Tevens vernamen wü, dat u daarbü tegenwoordig was. Wü zün leden van de club en u zult wel begrüpen, dat dit alles ons zeer ter harte gaat, want ook verscheidene leden werden gearresteerd. Zoudt u zo vriendelijk willen zyn ons in te lichten?" Aan dat verzoek voldeed Alice. Ze vertelde van haar verhouding tot de club, haar reis met Bren tano en alles wat zich de vorige avond had afge speeld. Ze eindigde met: „U begrüpt zeker wel hoe geweldig mü dit alles heeft aangepakt." „Natuurlük kan ik me dat volkomen indenken," zei madame Durand. „Vindt u het niet vreemd, dat de politie van elke transactie op de hoogte was en achtereenvolgens alle betrokkenen kon arresteren? Zou Brentano deze wü ze van overhandigen van de waren meermalen heb ben toegepast, dan zou er aanleiding zün om te ver onderstellen, dat de politie er achter gekomen was, maar dat is uitgesloten, omdat we nooit handelen volgens een vast plan, dat zult u zelf wel begrü pen." (Wordt vervolg CL) Men leest over het algemeen liever ro mans. De laatste tijd kentert de smaak van de grote naar de kleine roman. Een novelle zou men een heel kleine roman kunnen noemen. Maar het we zenlijk verschil tussen de twee genres is belangrüker dan het verschil in om vang. De roman is een heel ander soort compositorische eenheid dan de novelle. Een romanopzet kort men niet geslaagd tot een novelle In. En een echt thema voor een novelle laat zich niet gaaf tot een /oman uitspinnen. Een novelle put een detail uit, terwül een roman een vlechtwerk is. Een novellé staat van de eerste tot de laatste blad- zü als een boog gespannen, terwyl een roman een berglandschap is met toppen en dalen en wisselende vergezichten. Volmaakt We moeten zeggen: het Geschenk van dit jaar is zuiver letterkundig ge sproken een volmaakte novelle. Geen overbodig woord staat er in. Dat bete kent anderzyds, dat men het boekje met gespannen aandacht zal moeten lezen, liefst zonder onderbreking, want al te gauw is men het contact met de leidende gedachte op de achtergrond kwijt. Die leidende gedachte is: de mens wordt ontmenst zodra zün eigen leven hem meer waard is dan het leven van zijn medemensen. De „biecht" -van de vertellende hoofdfiguur in de novelle maakt ons dit op verpletterende wijze duidelyk. Hier is een Jood aan het woord, die om het vege lijf te redden adjudant van de vyand wordt in het doorgangskamp Westerbork. Hü is een verrader, maar bovenal is hij slacht offer van een systeem, waarin men met geniaal overleg iedereen tot ge vangene maakt, met dan voor de zwak ke naturen de kans om tot gevangen bewaker (niettemin gevangene blij vend) op te klimmen. De novelle heeft van de auteur een bevrüdend einde meegekregen, hetwelk doet denken aan de „zielereiniging" waarmee klassieke tragedies plegen te besluiten. Het mees terwerkje ontleent uiteraard aan dit einde zijn diepste betekenis. Naar de auteur mag men raden: de naamlyst achter in het boekje biedt daarbij de helpende hand. Voor de jeugd Wij zouden de Muze en het Meisje niet graag als exclusieve uitgave voor de jeugd beschouwd zien, zomin als wij voornoemde novelle uitsluitend lectuur voor volwassenen achten. Iedereen die werkelük belangstelling heeft voor het Boek (en de Boekenweek is er om die belangstelling op te kweken), kan van beide uitgaven met vrucht kennis ne men. Maar uiteraard is de jeugduit- gave toch typisch op de jeugd afge stemd. Dat betekent, dat tè amoureuze muzische avonturen uit de bloemlezing werden geweerd. Maar dat betekent ook iets positiefs, namelijk, dat de bloemlezers aan de hedendaagse jon ge dichters een sterkere stem in het kapittel hebben gegeven dan aan de dichters van weleer. Hans Andreus, Michel van der Plas, Harriet Laurey, Mies Bouhuys komt men als tijdgeno ten der jeugd in dit boekje tegen. En men kan er van overtuigd zün, dat ze een klankbodem zullen vinden. De sa- menstellers, Ad den Besten en Bert Voeten, zün overigens in hun keuzei Een gebruikelüke plaat in het veel gezochte genre der concer ten is uitgegeven door Columbia op CX 1403, die bevat twee concerten voor twee klavieren en wel Bach's C- duo concert en Mozarts Es gr. t. K.V. 365, waarbij als piano-duo optreden Clara Haskil en Geza Anda. Iedereen zal verbaasd zyn voor hij de plaat heeft fehoord, en iedereen zal wederom ver- aasd zijn, nadat hij haar heeft gehoord, maar om een andere reden. De eer ste verbazing betreft het feit, dat twee persoonlükheden, die zulke verscheiden pianistische stijlen lijken te vertegen woordigen, gtkoppeld werden. De slot- verbazing betreft het feit van dit in superieure muzikaliteit praktisch vol maakte ensemble. Toch kan men, bü aandachtig luisteren, wel onderscheid in de speelaard horen. Juist genoeg om zich te realiseren, dat er twee men sen aan het spelen zün en niet één mens met vier handen. Het bewonderenswaar dige is, hoe beiden naar elkaar toe groei en. Haskil houdt haar beroemde „jeu perlé" net zoveel in ais nodig is om Anda te ontmoeten, wiens toucher een zweem aardser is, maar die zich van zijn kant met groot succes inspant om bü behoud van dit kenmerk de pun tige spiritualiteit van Haskil te ontmoe ten. Het resultaat is een twee-eenheid van vrouwelijke charme en mannelijke kloekheid. Het is prachtig en het wordt door Alceo Galliera met het Philhar- monia-orkest in het kader gezet, dat erbü past. De bovengenoemde kenmerken van het spel der beide pianisten komen uiteraard het scherpst te voorschyn in Mozarts pianoconcert, waar de beide klavieren als concerterende individuen optreden. Het Baci -concert biedt daar voor minder gelegenheid, omdat het nog in de gebonden twee-stemmigheid is ge schreven, waarin Anda en Haskil het ook streng houden. Twee clavecimbels zijn natuurlijk altijd nog beter dan con certvleugels, maar in de onderhavige vertolking is toch een succesrijke poging gedaan om het klankprobleem op te lossen. Bach Van de Hongaars-Amerikaanse pianis te Agi Jambor mocht ik u enkele we ken geleden •'wee Capitol-platen aan kondigen met de zes klavierpartita's van Bach. Ditmaal ontving ik van Capitol één plaat, P 8348, waarop zij een gemengd Bachprogramma speelt. Het bevat als hoofdwerken de Chroma tische Fantasie en Fuga en het Concer to nach Italienischem Gusto, aange vuld met het Preludium, Fuga ~n Alle- fro in Es gr.t. en het Preludium en 'uga in a kl. t. Het laatste is een werk van zeer onderhoudende, scherp geprofileerde factuur, dat verwant is met het Italienische Concert. Het Preludium, Fuga en Allegro is door Bach behalve voor clavecimbel ook voor luit bedoeld en het is bij een grote rükdom van mu zikale gedachten dan ook duidelük op de mogelijkheden van de luit geschre ven. Ook in dit geval moet men weer veel bewondering hebben 'voor Agi Jam- bors manier van Bach-spelen op het moderne klavier. Met haar puntige tou cher en een geraffineerd kort pedaal- gebruik haalt zü de stemvoeringen prachtig naar voren, en zy musiceert als regel ook in de rustige, brede trant die Bach vergt Daar staan soms tegen over enkele onberekenbare, naar myn gevoel grillige momenten. Dit neemt niet weg, dat de manier, waarop zij een gemouvementeerd stuk als de Chro matische fantasie speelt, haar stempelt tot een Bach-vertolkster van hoge rang. In de Mozart-Jubileum Editie gaf Philips uit het Pianoconcert in C gr. t. K.V. 467. gespeeld door Alice Heksch met de Wiener Symphoniker onder Bemhard Paumgartner met stijlvolle cadenzen van de soliste zelf. Het is zeer heldere en deugdelijke pianistiek, die Alice Heksch laat horen in dit uiter mate briljante van geest sprankelende werk. De voordracht is inderdaad meer deugdelijk dan briljant Er is een zweem gemis aan gratie in dit speL In de aanvullende Fantasie in d kl. t. K.V. 397 vertoont het wel zijn beste eigenschappen. (A 00777 R.) Serkin en Brahms Opnieuw is er een opname versche nen van Brahms' Tweede pianoconcert op Philips A 01270 L, ditmaal in een vertolking van Rudolf Set kin met Euge ne Ormandy en het Philadelphia-Or- kest. Er is eigenlijk niets, dat tegen deze vertolking te zeggen valt. Dirigent en solist verstaan elkaar volledig ter zake van de zware grandezza van het stuk. Serkins ritmiek is uiterst hoekig, maar dat laat zich in dit werk zeer wel verdedigen. Hij heeft alle mannelij ke kracht en brede virtuositeit, die hier vereist worden. Er is er misschien maar een, die hem overtreft: Rubin stein, by wie de zware kanten er in de loop der jaren zijn afgeslepen tot er een spel van wonderlijke uitgebalan ceerde strakheid ontstaan is. Maar daarmee kan geen misprijzen voor Ser kin bedoeld zijn. L. H. (Van onze parlementaire redacteur) Wanneer de Tweede Kamer na een recès dat vrijdag is ingegaan, begin mei weer bijeenkomt, zal het wetsont werp tot bevordering van een evenwich tige ontwikkeling in het gebied van de IJmond in de afdelingen worden onder zocht. De Kamer zal dan de plannen der regering ter beoordeling krijgen, om voor het eerst in Nederland binnen een provincie een bovengemeentelyk orgaan te creëren, dat rechtstreeks gekozen wordt door de kiesgerechtigden van en kele gemeenten (Velsen, Beverwijk en Heemskerk). Dit orgaan, de zgn. IJmondraad, zal allereerst tot taak hebben een werkplan vast te stellen dat met inachtneming van het streekplan bepaalt welke voor zieningen in het belang van een even wichtige ontwikkeling van de IJmond vereist zyn. Het zal zich in beginsel voorts kunnen bezighouden met alle problemen die met de ontwikkeling in het gebied verband houden, zü het in adviserende zin. Advertentie Het eerste gedresseerde nylpaard ter wereld was Oedipus, het braafste en vredigste dier, dat men zich kon den ken. Jarenlang werkte hü rustig mee in de voorstellingen van circus Sarrasa- ni en liep dromerig en onverschillig van zün bassin naar de piste en weer terug. Juist omdat hü zo gesteld was op rust, zal het altüd wel een raadsel blijven wat er op een avond in Oedipus is om gegaan. Wat hem ertoe heeft gebracht zün eendere kalme loop plotseling te onderbreken en zich onverwachts, in volslagen razemü, op de olifanten te werpen, die niets vermoedend op hun plateau stonden te wiegen. Allen, die het zagen, waren ais aan de grond ge nageld Zo begint één van de tientallen verha len, die u kunt lezen in het circusal bum „De bonte droom van het Circus." Een boeiend en afwisselend verhaal met talloze pentekeningen, vele prach tige kleurenplaten en plaatjes, geschre ven door de circuskenners bü uitstek J. v. Doveren en Fred Thomas. Voor slechts 2,50 kunt u dit boekwerk ko pen bü uw roomboterleverancier of rechtstreeks bestellen per brief of brief kaart bü Kantoor „Roomboteralbum", Postbus 47, Den Haag. U krügt het al bum dan per omgaande toegezonden on der rembours. Vermeld vooral duidelyk uw naam en volledig adres. De bübehorende plaat jes, ontvangt u gratis voor ry'ksboter- merken. U vindt zo'n merk op elk pak je roomboter. Neem een pakje extra voor de zondag! Een van de poëtische illustraties van Jan van Keulen, waarmee „Dc Muze en het Meisje" rijkelijk is verlucht. naar onze smaak minder geslaagd dan, gegeven de rijkdom van het onder werp, mogelük ware geweest. Het gaat hier niet zo zeer om gemiste namen van dichters alswel om gemiste kansen tot het brengen van juist die liefdesver zen uit het verleden, waarvan men als onschools bloemlezer weet dat ze de onschoolse jeugd van vandaag nog iets te zeggen kunnen hebben. Van Breero's Liedeken („Snachts rusten meest de dieren") kan men dit inderdaad zeg gen, evenzo van de ironische liefdes klacht Aan Betsy van Piet Paaltjens. Ook de keuze uit Gorter, Leopold en Roland Holst is pittig verantwoord. Maar het gekozen werk van Richard Minne, Nes Tergast, Jo Landheer, C. J. Kelk e.a. laat zo'n flauwe smaak na, dat men zegt: dan maar liever niet over de liefde. Hopelijk staat er in het boekje toch voldoende dat het aankomend lezers publiek kan prikkelen om op eigen ge legenheid speurtochten te gaan onder nemen in het rijk der Nederlandse poë- zie. Dat is immers de bedoeling. NICO VERHOEVEN. In de serie populaire klassieken speelt het Omroepkamerorkest vanavond voor de KRO o.l.v. Anton Kersjes. Uitge voerd worden o.m. de Symfonie nr. 46 van Josef Haydn. Dick de Reus speelt het Vioolconcert KV 219 van Mozart (298 m - 19.10 uur). Die lustigen Weiber von Windsor, de komische opera in 3 actes naar Shake speare, op muziek van Nicolai, wordt volledig uitgevoerd voor het Derde Progr. door het Weens Symfonieorkest, het Bregenz-festivalkoor en solisten waaronder Otto Edelmann als Falstaff. Het geheel o.l.v. Fritz Faun (464 m - 20.10 uur). Zondagmiddag speelt het Omroepor kest o.l.v. de Engelse gastdirigent Hu- go Rignold voor de AVRO. Uitgevoerd wordt werk van Schubert en Tsjaikows- ky en daarnaast Young Persons Gride to the Orchestra van Benjamin Britten (402 m - 14.20 uur). Voor de NWDR speelt het Symfonie orkest o.l.v. Hans Schmidt Isserstedt, waarbij Henny Wolff, sopraan, werk van Haydn zal zingen (309 m - 19.15 uur). Voor het Franse Nat. Progr. speelt het Orchestre des Colonnes o.l.v. André Vandernoot werk van Strauss, Brahms en Beethoven (347 m - 17.45 uur). Abu Hassan, de komische opera in één acte van Weber, wordt voor het Derde Progr. uitgevoerd door BBC-en- sembles o.l.v. o.l.v. Leo Wurmser (464 m - 20.45 uur). Het totaal aantal faillissementen uit gesproken in de maand februari 1957 bedraagt 113 (febr. 68), te verdelen als volgt In de provincie Noord-Holland (exclusief Amsterdam) 13 (9). Amster dam 19 (7), Zuid-Holland (exclusief Den Haag en Rotterdam) 10 (6), Den Haag 7 (6), Rotterdam 11 (4), Utrecht 8 (3), Gelderland 5 (7), Noord-Brabant 14 (10), Limburg 11 (8), Zeeland 3 (0), Friesland 6 (1), Groningen 1 (2), Dren te 1 (0), Overijssel 4 (4). Het totaal uitgesproken faillissemen ten van 1 januari 1957 t/m 28 februari 1957 bedraagt 218 (182). Opgegeven door Van den Graaf Co, Amsterdam).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 11