Getuigen van Jehova
Huwelijks
opvattingen
D
Hoofdredacteur voor
rechter gedaagd
Y
Voortreffelijke novelle en
amoureuze jeugdbundel
't Zit vast vaster met VELPAFIN
JfjfeKlassieke muziekg^
op de plaat
Clara Haskil en Anda
volmaakt pianoduo
Radio en TV
Principiële dienstweigeraars
Twee „gedurfde Boekenweek
uitgaven
Geloof
en
leven
VJ
Temoignage Chretien
„Wegens belasteren van het leger
Zomerzegels 1957
i'
„DE NACHT DER
GIRONDIJNEN"
Inspecteur
Kielstra
Rustig nijlpaard wordtplotseling razend!
Oudste religieus
overleden
mmm
Kamer vijf weken
op reces
ZATERDAG 30 MAART 1957
PAGINA 11
Liturgische weekkalender
T. J. Twijnstra commandeur
Belgische Kroonorde
door L. J. SCHMIDT
Dan IJmondraad in de
afdelingen
Meer faillissementen
in februari
vorige week hebben wij in onze
beschouwing over dit onderwerp
in het voorbijgaan reeds erop ge
wezen, dat de Getuigen herhaaldelijk
deelsdag, want de kinderen, die dan
geboren worden, komen ter wereld in
gerechtigheid en hebben het eeuwig
leven.
Wat de H. Schrift hiermee te maken
heeft? Wel, er staat toch in Genesis,
dat drie zonen van Noë met hun vrou
wen in de ark waren en gered werden
van de zondvloed. De ark is de Jehova
organisatie. De vloed: Armageddon. Er
waren geen kinderen in de ark
er werden er geen geboren, dus kwamen
er ook geen uit. Pas twee jaar later
- ....- i kregen die mensen kinderen. Daarom
in conflict komen met de burgerlijke is het duideiijk dat „zij, die de
overheid. Dat ligt eigenlijk voor de grote schare zullen vormeó, tót na Ar-
hand, wanneer rnen bedenkt met hoe- mageddon zullen wachten om kinderen
veel fanatisme zij vaak hun standpunt ter wereld te brengen» („kinderen"
verdedigen. Een eenvoudig voorbeeld b]z. 393) Dus: Kinderbeperking! Joos-
kan dat duidelijk maken. Het komt ten tekent in zijn boek o.i. terecht hier
voor, dat z;j een vergadering b v over by aan. Als men dan bedenkt, dat
een of ander godsdienstig onderwerp, het huwelijk wordt gezien als een ,,be-
bezoeken,( enkel en alleen om daar_te veiliging voor de hartstocht", door
„getuigen van hun opvatting. Dat zwakheid verkregen in een „onzedelij-
loopt dan meestal uit op verstoring van ke wereldse maatschappij", dan is het
de orde met het gevolg dat de schul- duidelijk, dat hierin voor velen, die de
,niet meJ- behulp van de plichten van het huwelijk een zware
last vinden en zich daarom afkeren
politie, uit het gezelschap verwijderd
worden. van de Kerk, een dankbare grond ligt
Wat wy echter bedoelen gaat veel om hun gedra te kunnen rechtvaardi-
dieper. Bovenstaand voorbeeld zou de gen „in christelijke zin",
moeite van het vermelden met waard Zo wordt in de opvatting van de Jehova
zijn. Dergelpke moeilykheden lossen Getui<*en het eeuwig leven een soort
zich zelf wel op en komen ook voor Luilekk"rland. De ei|enl ke bramen-
door toedoen van anderen. Hier gaattplp M.,,.
1,'Jln hot hntTiolnlr lrzwvsV»
het echter over de
»r ne leerstellige" OD- !ele ,^aa?:d,e van het huwelijk komt na-
vattingen van de Getuigen, die hun Maar" daar gTlovLi™!] dan oolf iJteMn
plaats als burgers in een geordende 6 J n UK mel m-
maatschappij bedenkelijk maken.
Steunend op hun (vreemdsoortige)
verklaring van het Woord Gods, die
voor hen het enige gezag vertegen
woordigt, maken zij zelf uit, welke
maatregel van de overheid moet ge
hoorzaamd worden en welke niet. Kerk
en staat houden zij immers voor „in
strumenten van de duivel", met het
gevolg, dat wetten vaak niet overeen
komen met hun beginselen. En dan
leggen zij die eenvoudig naast zich
neer.
Voor vaderlandsliefde en wat daar
mee samenhangt kunnen zij geen be
grip opbrengen. Zij weigeren de natio
nale vlag te groeten en openbare amb
ten te bekleden. Militaire dienst is
voor hen helemaal
uit den boze. „In- f
O
dien ik mijn le
ven in blinde ge
hoorzaamheid aan
Caesar (d.i. de
staat) afsta en
mijn leven voor
hen geef," zo staat
in „Dit betekent
eeuwig leven"
bladz. 202, „welk
leven zal ik dan
over hebben om aan God te betalen?"
Over de waarde Van dit argument behoe
ven w;i niets te zeggen: het veroordeelt
zich zelf. Wel zal het duidelijk zijn, dat
een mens met dergelijke opvattingen
vroeg of laat in moeilijkheden moet
komen. Er is, volgens hen, weinig
goeds in deze wereld. Jehova zal bin
nenkort zelf het heft in handen nemen
en allen vernietigen, die niet tot „Zijn
Organisatie", de Getuigen behoren. Én
wat te denken van een opvatting, die
bloedtransfusie en operaties ongeoor
loofd acht, zelfs al kan men daardoor
zijn eigen leven redden. Deze uitvindin
gen heeft Satan bedacht en zijn in strijd
met de Bijbel. Wilt u hiervan nog een
verklaring? Probeert u dan het volgen
de eens te begrijpen. De mens is een
ziel. Deze huist in het bloed. En daar
om. 1
Wie ook maar even nadenkt zal
spoedig inzien, in welke afschu
welijke situaties men met der
gelijke theorieën kan geraken. Overi
gens zouden wij wel eens willen weten
of, vooral wat dit laatste betreft, de
natuur niet vaak sterker blijkt te zijn
dan de leer, al zijn er gevallen bekend,
waarin het fanatisme tot het uiterste
werd doorgevoerd. Zijn deze mensen
eigenlijk niet diep te beklagen wegens
hun geestelijke verblinding?
Ove.r het huwelijk zijn hun ideeën
ook zeer eigenaardig. Wat daarbij ech
ter opvalt is, dat ze pas in 1938 pre
cies hebben vernomen hoe daarover te
denken. En wel doordat de leiding van
de Wachttoren een aparte openbaring
van God heeft gekregen. Als men be
denkt, dat de Jehova-Organisatie offi
cieel sinds 1879 bestaat, dan komt die
openbaring toch wel rijkelijk laat voor
zo een belangrijke zaak als het huwelijk
is.
Behalve in het geval van echtbreuk
houden zij het huwelijk voor onontbind
baar. De moeilijkheid ligt echter el
ders. Na de oordeelsdag, het Armaged
don, is de nieuwe aarde bestemd voor
de „grote schare" uitverkorenen: de
Getuigen.
Hoe moet dat nu met de kinderen
van de Jehova-Getuigen, die kans lopen
niet tot de uitverkorenen te horen?
Satan immers probeert, (zie „Kinde
ren" blz. 298) zoveel mogelijk mensen
tegen God op te zetten, en bedient zich
daarbij van openbare ambtenaren, die
kleine kinderen tot afgodische gebrui
ken dwingen zoals het groeten van
vlaggen en „heil" roepen jegens men
sen!
De „openbaring" antwoordt als volgt.
De Schrift raadt af nog vóór Armaged
don kinderen voort te brengen. Men
is wel vrij het te doen, maar het risico
voor die kinderen is groot. Daarom
kan men beter wachten tot na de oor-
Bijna honderd jaar oud is vrijdag
avond te Utrecht overleden frater Fran-
ciscus Hafkenscheidt van de congre
gatie van O. L. Vrouw van het H. Hart
(Fraters van Utrecht).
Frater Franciscus werd 18 mei 1857
te Ulft (Gld.) geboren. Hij trad in 1875
in bij de fraters van Utrecht, welke
congregatie enige jaren daarvoor door
de toenmalige aartsbisschop van Utrecht
was opgericht. In 1891 werd hij de
eerste frater-algemeen overste. Deze
functie vervulde hij tot 1901, waarna
hij nog twintig jaar werkzaam was als
leraar te Hilversum en Utrecht. Fra
ter Franciscus is bijna 35 jaar gepen-
sionneerd geweest.
ZONDAG 31 maart: Vierde zondag van de
vasten; eigen mis; credo; pref. van de
vasten; paars.
MAANDAG: mis van ferie; paars.
DINSDAG: H. Franciscus van Paula, belij
der; eigen mis; 2 geb. van ferie; pref. v. d.
vasten; paars. Ofwel: mis van ferie;
2 geb. H. Franciscus; paars.
WOENSDAG: mis van de ferie; paars
DONDERDAG: H. Isodorus, bisschop-belij
der-kerkleraar; mis In medio; 2 geb. van
ferie: credo; pref. van vasten; wit. Of
wel: mis van ferie; 2 geb. H. Isodorus;
paars.
VRIJDAG: H. Vincentius Ferrerius, belij
der; mis. Os justi: 2 geb. van ferie; pref.
van vasten; wit. Ofwel: mis van ferie;
2 geb. H. Vincentius; paars.
ZATERDAG: mis van ferie; paars.
ZONDAG 7 april: Passiezondag; eigen mis;
credo; pref. van H. Kruis; paars.
(Van onze Parjjse correspondent)
Parijs, hedenmorgen.
De hoofdredacteur van het weekblad
„Témoignage Chrétlen", Georges Mo-
ntaron, is gisteren op aanklacht van de
minister van nationale defensie door de
rechter van instructie van de Seine-
rechtbank officieel in staat van beschul
diging gesteld wegens „het belasteren
van het leger". De beschuldiging is
gebaseerd op de publicatie door het
weekblad in november j.l. van de brief
van een abonné. „Diens naam kunnen
wij natuurlijk niet onthullen", aldus de
hoofdredacteur, die verwacht had dat
de beschuldiging gebaseerd zou worden
op de publicatie eveneens door zijn
weekblad van het zgn. „dossier Jean
IViiller", een document betreffende de
oorlogvoering in Algerije, afkomstig van
een inmiddels gesneuvelde Franse re
servist. In ieder geval, aldus Georges
Montaron, het proces inzake zekere
pacificatiemethodes in Algerije zal
thans plaats hebben. Wü zijn er op
voorbereid en zullen onze dossiers ope
nen. Wij zullen het „dossier Jean Miil-
ler" in pleidooi brengen.
Onzerzijds voegen wij hier nog aan
toe, dat in het thans geëindigd alge
mene politieke debat in de Nationale
Vergadering „Témoignage Chrétien"
genoemd werd als een van de „vier
groten der Franse contra-propagan-
da"; zijnde de andere drie „Le Mon
de" en de weekbladen ,,1'Express" en
„France-Observateur". Communisti
sche organen zijn buiten beschouwing
gelaten.
Tep aanzien van het gisteren door
ons gemelde geval van generaal Pa
ris de Bollardière heeft de minister van
nationale defensie verkiaard.dat de ont
slagaanvrage van de generaal en daar
mede samenhangende rapporten van
zijn superieuren bestudeerd zijn. De mi
nister zegt dat in deze stukken gener
lei verband aangetroffen wordt tussen
het heengaan van de generaal en een
afkeuring van „ik weet niet welke on
menselijke gedragingen". De minister
verwonderde zich eveneens over de
volgende „tegenstrijdigheid". Hoe, zo
vroeg hij, zou een dergelijke generaal
onder zijn bevelvoering en verantwoor
delijkheid de afschuwelijke vergrijpen
hebben kunnen tolereren die Servan-
Schreiber in ,,1'Express", als gangba
re munt signaleert.' Zou hij niet een
andere tucht, zijn opvattingen waar
dig, hebben kunnen doen heersen?
Om de draagwijdte van deze ministerië
le „verwondering" te kunnen begrijpen
dient de lezer te weten dat Servan-
Schreiber in Algerije juist onder bevel
van generaal Paris de Bollardière heeft
gediend. De ministeriële verklaring zal
evenwel niet door iedereen sterk over
tuigend worden geacht.
Op een samenkomst in Brussel van
industriëlen uit België, Nederland en
Luxemburg is de heer T. J. Twijnstra,
voorzitter van het Verbond van Neder
landse Werkgevers, benoemd tot com
mandeur in de Belgische Kroonorde.
'•'to r.
«MEK
De zomerzegels, welke in 1957 zullen worden uitgegeven door de P. T. T., zijn
gewijd aan de scheepvaart. De zegels, die zijn uitgevoerd in eenkleurige koper
diepdruk, worden verkocht met een toeslag t.b.v. culturele en sociale instellingen.
Op de foto links-boven: de in blauw uitgevoerde zegel van 4 3 ct., waarop een
motorvrachtschip is uitgebeeld; rechts-boven: de zegel van 6 4- 4 ct., welke in
blauw-paars de afbeelding van ,een coaster draagt; links-onder: het exemplaar
van 7 5 ct., dat de Willem Barendsz" tot onderwerp heeft, uitgevoerd in
paars-bruin; onder-midden: een trawllogger op de in grijs-omber afgewerkte
zegel van 10 8 ct. en onder-rechts de zegel van 30 8 ct. in muisgrijs met
de stijlvolle afbeelding van het s.s. „Nieuw Amsterdam".
Advertentie
Ml
andaag wordt de beeldhouwer Albert Termote, die in Voorburg
woont, zeventig jaar. Hij neemt een enigszins aparte plaats in
onder de beeldhouwers, omdat zijn werk over het geheel geno
men een sacraal karakter heeft. Termote is geboortig van West-Vlaan-
deren, vluchtte in 1914, toen de oorlog uitbrak, naar Engeland en stak
van daar uit over naar Nederland, waar hij in Amsterdam leerling
werd van prof. J. Bronner. Van hem heeft hij wellicht die neiging
overgenomen tot stylering, waardoor zijn beelden gekenmerkt waren
in de twintiger jaren. Later is hij vrijer en natureier geworden, noch
tans met behoud van de sacrale inslag.
Termote heeft zich tenslotte laten naturaliseren en heeft o.a. ge
woond en gewerkt te Volendam, waar hij in hoofdzaak kleine plastie
ken maakte. Maar hij is vooral bekend om wat hij maakte in samen
werking met de architectenschool van Kropholler en om de open
bare monumenten, waarvan het bekende standbeeld van Sint Willi-
brord op het Janskerkhof te Utrecht stellig het voornaamste is.
Dat durven ze niet, heeft de jeugd wel eens gedacht en
gezegd: ter gelegenheid van de Boekenweek een bloemlezing
voor ons samenstellen op een amoureus thema, 't Is altijd
maar iets „neutraals", iets „ongevaarlijks", zoals: de muze
en het ambacht, de muze en het dier, de muze en de zee, of
de muze op reis. Nu is het er dan toch van gekomen: „De
muze en het Meisje", zijnde de negende bloemlezing in de
allengs populair geworden Boekenweekreeks-voor-de-jeugd.
De Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Ne
derlandse Boek heeft het eindelijk aangedurfd. En we zijn
daar blij om. Evenals om die andere moedige daad: de uit
gave van een novellistisch Geschenk, handelend over een
onderwerp dat allesbehalve „feestelijk" en evenmin „neutraal" is, zodat het
bij oppervlakkige beoordeling ongeschikt voor het doel had kunnen worden
bevonden, maar waarvan de jury en propagandacommissie niettemin heb
ben gezegd, dat ze het moesten uitgeven.
vlekvrije koudlijm
van CETA BEVER
Het was een soort heilig moeten. Om
twee redenen. Ten eerste behandelt de
novelle, aldus het juryrapport, „een
drama, waarmee ons hele volk is ge
confronteerd," te weten de Jodenver
volging. Al is de oorlog tien jaar ge
leden en al is menig lezer moe van al
les wat naar oorlogsboeken zweemt,
toch zijn er bepaalde aspecten van de
oorlogswerkelijkheid, waarvoor wij de
ogen nooit zullen mogen sluiten. Het
gaat daarbij niet om de realistische
beschrijving van hoe èrg het wel was.
Het gaat om geestelijke achtergronden,
om een kenschets van de mentaliteit
waaruit dit erge als iets bovenmense
lijks of ondermenselijks geboren kon
worden. Zulk een kenschets geeft in
kort bestek de novelle van dit jaar, ge
titeld „De nacht der Girondijnen."
En nu de tweede reden van uitga<
ve: deze novelle is een van de voor
treffelijkste staaltjes van hedendaag
se novellekunst, niet alleen in Neder
land, maar ook naar -internationale
maatstaven gemeten. Met zijn onge
kend grote oplage van 150.000 exem
plaren kan dit Geschenk een unieke
stimulans zijn om méér novellen te
gaan lezen.
Immers, de novelle is nog altijd een
beetje het stiefkind van de proza-lezers.
Oorspronkelijke politieroman
60
„Ik moet' een opmerking maken, mademoiselle,
die ik liever achterwege had gelaten, maar wan
neer Brentano geweten had, dat u verraad, zoals u
dat noemt, pleegde, zou hij geen ogenblik hebben
geaarzeld u voor eeuwig onschadelijk te maken
vergeet u dat niet! U spreekt van verraad, maai
dat is niet juist. U heeft geen verraad gepleegd, u
deed het werk van een detective en dat het leven
van een speurder niet altijd over effen paden gaat,
heeft u nu ondervonden. Van verraad is geen spra
ke. Wanneer wij, detectives, ons in het vertrouwen
dringen van iemand, die wij van het plegen van een
misdaad verdenken, stellen wü onze methode van
ontmaskering tegenover zijn slinkse handelingen, die
ten doel hebben zün daden te camoufleren. Van
verraad is alleen sprake, wanneer de betrokkene
bona-fide is. Ik moet u dan ook dringend verzoe
ken, zelfverwijt van u af te zetten. Dank zij rw
tactvol optreden hebben we allen, die vanavond met
Brentano in aanraking zün geweest, kunnen arreste
ren, terwül we tevens bewüsmateriaal in handen
kregen. Daarmee hebben we de bende een gevoelige
klap toegebracht.
U is moe, u heeft rust nodig. Ik heb u hier
laten komen, omdat ik naar buiten de indruk wilde
vestigen, u een verhoor te hebben afgenomen, maar
nu moet u naar huis gaan. Ik zal een taxi voor
laten komen, een agent zal u uitgeleide doen.
Ik dank u hartelük voor de buitengewone wüze,
waarop u ons geholpen heeft, mademoiselle. Na alle
emoties die u doormaakte, zal een goed bericht
u zeker welkom zün. Zoëven belde ik inspecteur
Kielstra op. Ik had een lang gesprek met hem en
ik vetmoed, dat u het heel prettig zult vinden te
horen, dat hü vannacht nog hierheen komt. Ik ver
telde hem, dat ik een vermoeden heb, dat Brentano
de dader is van de moord op dat meisje in de villa
in Den Haag. Het is daarom zeer gewenst, dat
wü samen overleg plegen. Toen ik hem het gebeurde
van hedenavond uitlegde, deelde hij mü mee dat
hij bij aankomst hier, eerst bij u zou aangaan om
naar uw toestand te informeren. U kunt hem om
ongeveer 7 uur verwachten."
Legrand glimlachte. Hü zag Alice totaal verande
ren. Het vooruitzicht binnen een paar uur Henk
bü zich te hebben, deed haar weer helemaal opleven.
„Zegt u inspecteur Kielstra, mij dadelük op te
bellen zodra hij hier is."
„Zeker inspecteur, daar kunt u op rekenen."
„Wel te rusten, mademoiselle enau revoir."
Een agent in uniform bracht haar door een ver
trek, waarin de Engelse Anita en het jongmens
met het geonduleerde haar «aten te wachten. Het
was hun aan te zien, dat zij allesbehalve opgewekt
waren. Ze hingen, meer dan ze zaten, in hun stoe
len, zagen er doodvermoeid uit en namen nauwelüks
notitie van haar, terwül ze strak voor zich uit keek
en geen teken van herkenning gaf. Het was met
een gevoel van grote opluchting, dat zü in de taxi
plaats nam.
De intense vreugde, Henk spoedig bü zich te zul
len hebben, drong de ernstige gebeurtenissen, die
zich de afgelopen nacht hadden afgespeeld, op de
achtergrond.
Thuis gekomen werd zü allerhartelükst verwel
komd door haar hospita. De vrouw was opgebleven
en had met angst en spanning haar thuiskomst af
gewacht.
Alice vertelde haar in het kort wat zü had mee
gemaakt en dat zü om ongeveer 7 uur iemand uit
Holland verwachtte, die een uitgezocht ontbüt moest
hebben.
Van rusten kwam niet veel. De tafel was om zes
uur in de puntjes verzorgd, een bloemetje, op de
vroegmarkt gekocht, gaf de gedekte tafel een vro-
IÜk aanzien. Telkens verschikte Zü weer het een
en ander, overtuigde zich voor de zoveelste maal,
dat de sigaretten klaar stonden. De klok trok zich
weinig van haar ongeduld aan en vervolgde tergend
langzaam zün cirkelgang. Eindelük zeven uur! Om
de vüf minuten liep ze naar het raam om te zien
of hü er al aankwam.
„Wat kan tijd toch langzaam gaan," dacht ze, „en
soms zou je de wü'zers van de klok willen tegenhou
den."
Het werd acht uurnegen uur. Eindelük hield
er een auto voor het huis stil. Het was een slee
van een wagen, niet het gezellige karretje van Henk.
Een dame en een heer stapten uit. Alice hoorde
de bel gaan.
„Als er maar niets met hem Is gebeurd," dacht
ze vol angst.
Madame kwam, hoogst zenuwachtig, de kamer in
en kondigde het bezoek aan van „monsieur en mada
me Durand, die mademoiselle dringend wensten te
spreken."
„Laat ze maar boven komen."
Ze vreesde een jobstüding te zullen horen.
„Excuseert u ons vroege bezoek mademoiselle,"
zei monsieur Durand beleefd, „maar het is dringend
nodig, dat wü een onderhoud hebben over het ge
beurde van gisteravond. Wij kregen bericht, dat mon
sieur Brentano in een botsing met de politie werd
doodgeschoten. Tevens vernamen wü, dat u daarbü
tegenwoordig was. Wü zün leden van de club en
u zult wel begrüpen, dat dit alles ons zeer ter
harte gaat, want ook verscheidene leden werden
gearresteerd. Zoudt u zo vriendelijk willen zyn ons
in te lichten?"
Aan dat verzoek voldeed Alice. Ze vertelde van
haar verhouding tot de club, haar reis met Bren
tano en alles wat zich de vorige avond had afge
speeld. Ze eindigde met: „U begrüpt zeker wel hoe
geweldig mü dit alles heeft aangepakt."
„Natuurlük kan ik me dat volkomen indenken,"
zei madame Durand.
„Vindt u het niet vreemd, dat de politie van elke
transactie op de hoogte was en achtereenvolgens alle
betrokkenen kon arresteren? Zou Brentano deze wü
ze van overhandigen van de waren meermalen heb
ben toegepast, dan zou er aanleiding zün om te ver
onderstellen, dat de politie er achter gekomen was,
maar dat is uitgesloten, omdat we nooit handelen
volgens een vast plan, dat zult u zelf wel begrü
pen." (Wordt vervolg CL)
Men leest over het algemeen liever ro
mans. De laatste tijd kentert de smaak
van de grote naar de kleine roman.
Een novelle zou men een heel kleine
roman kunnen noemen. Maar het we
zenlijk verschil tussen de twee genres
is belangrüker dan het verschil in om
vang. De roman is een heel ander
soort compositorische eenheid dan de
novelle. Een romanopzet kort men niet
geslaagd tot een novelle In. En een
echt thema voor een novelle laat zich
niet gaaf tot een /oman uitspinnen. Een
novelle put een detail uit, terwül een
roman een vlechtwerk is. Een novellé
staat van de eerste tot de laatste blad-
zü als een boog gespannen, terwyl een
roman een berglandschap is met toppen
en dalen en wisselende vergezichten.
Volmaakt
We moeten zeggen: het Geschenk
van dit jaar is zuiver letterkundig ge
sproken een volmaakte novelle. Geen
overbodig woord staat er in. Dat bete
kent anderzyds, dat men het boekje
met gespannen aandacht zal moeten
lezen, liefst zonder onderbreking, want
al te gauw is men het contact met de
leidende gedachte op de achtergrond
kwijt.
Die leidende gedachte is: de mens
wordt ontmenst zodra zün eigen leven
hem meer waard is dan het leven van
zijn medemensen. De „biecht" -van de
vertellende hoofdfiguur in de novelle
maakt ons dit op verpletterende wijze
duidelyk. Hier is een Jood aan het
woord, die om het vege lijf te redden
adjudant van de vyand wordt in het
doorgangskamp Westerbork. Hü is een
verrader, maar bovenal is hij slacht
offer van een systeem, waarin men
met geniaal overleg iedereen tot ge
vangene maakt, met dan voor de zwak
ke naturen de kans om tot gevangen
bewaker (niettemin gevangene blij
vend) op te klimmen. De novelle heeft
van de auteur een bevrüdend einde
meegekregen, hetwelk doet denken aan
de „zielereiniging" waarmee klassieke
tragedies plegen te besluiten. Het mees
terwerkje ontleent uiteraard aan dit
einde zijn diepste betekenis. Naar de
auteur mag men raden: de naamlyst
achter in het boekje biedt daarbij de
helpende hand.
Voor de jeugd
Wij zouden de Muze en het Meisje
niet graag als exclusieve uitgave voor
de jeugd beschouwd zien, zomin als wij
voornoemde novelle uitsluitend lectuur
voor volwassenen achten. Iedereen die
werkelük belangstelling heeft voor het
Boek (en de Boekenweek is er om die
belangstelling op te kweken), kan van
beide uitgaven met vrucht kennis ne
men. Maar uiteraard is de jeugduit-
gave toch typisch op de jeugd afge
stemd. Dat betekent, dat tè amoureuze
muzische avonturen uit de bloemlezing
werden geweerd. Maar dat betekent
ook iets positiefs, namelijk, dat de
bloemlezers aan de hedendaagse jon
ge dichters een sterkere stem in het
kapittel hebben gegeven dan aan de
dichters van weleer. Hans Andreus,
Michel van der Plas, Harriet Laurey,
Mies Bouhuys komt men als tijdgeno
ten der jeugd in dit boekje tegen. En
men kan er van overtuigd zün, dat ze
een klankbodem zullen vinden. De sa-
menstellers, Ad den Besten en Bert
Voeten, zün overigens in hun keuzei
Een gebruikelüke plaat in het
veel gezochte genre der concer
ten is uitgegeven door Columbia
op CX 1403, die bevat twee concerten
voor twee klavieren en wel Bach's C-
duo concert en Mozarts Es gr. t. K.V.
365, waarbij als piano-duo optreden
Clara Haskil en Geza Anda. Iedereen
zal verbaasd zyn voor hij de plaat heeft
fehoord, en iedereen zal wederom ver-
aasd zijn, nadat hij haar heeft gehoord,
maar om een andere reden. De eer
ste verbazing betreft het feit, dat twee
persoonlükheden, die zulke verscheiden
pianistische stijlen lijken te vertegen
woordigen, gtkoppeld werden. De slot-
verbazing betreft het feit van dit in
superieure muzikaliteit praktisch vol
maakte ensemble. Toch kan men, bü
aandachtig luisteren, wel onderscheid in
de speelaard horen. Juist genoeg om
zich te realiseren, dat er twee men
sen aan het spelen zün en niet één mens
met vier handen. Het bewonderenswaar
dige is, hoe beiden naar elkaar toe groei
en. Haskil houdt haar beroemde „jeu
perlé" net zoveel in ais nodig is om
Anda te ontmoeten, wiens toucher een
zweem aardser is, maar die zich van
zijn kant met groot succes inspant om
bü behoud van dit kenmerk de pun
tige spiritualiteit van Haskil te ontmoe
ten. Het resultaat is een twee-eenheid
van vrouwelijke charme en mannelijke
kloekheid. Het is prachtig en het wordt
door Alceo Galliera met het Philhar-
monia-orkest in het kader gezet, dat
erbü past.
De bovengenoemde kenmerken van
het spel der beide pianisten komen
uiteraard het scherpst te voorschyn in
Mozarts pianoconcert, waar de beide
klavieren als concerterende individuen
optreden. Het Baci -concert biedt daar
voor minder gelegenheid, omdat het nog
in de gebonden twee-stemmigheid is ge
schreven, waarin Anda en Haskil het
ook streng houden. Twee clavecimbels
zijn natuurlijk altijd nog beter dan con
certvleugels, maar in de onderhavige
vertolking is toch een succesrijke poging
gedaan om het klankprobleem op te
lossen.
Bach
Van de Hongaars-Amerikaanse pianis
te Agi Jambor mocht ik u enkele we
ken geleden •'wee Capitol-platen aan
kondigen met de zes klavierpartita's
van Bach. Ditmaal ontving ik van
Capitol één plaat, P 8348, waarop zij
een gemengd Bachprogramma speelt.
Het bevat als hoofdwerken de Chroma
tische Fantasie en Fuga en het Concer
to nach Italienischem Gusto, aange
vuld met het Preludium, Fuga ~n Alle-
fro in Es gr.t. en het Preludium en
'uga in a kl. t. Het laatste is een
werk van zeer onderhoudende, scherp
geprofileerde factuur, dat verwant is met
het Italienische Concert. Het Preludium,
Fuga en Allegro is door Bach behalve
voor clavecimbel ook voor luit bedoeld
en het is bij een grote rükdom van mu
zikale gedachten dan ook duidelük op
de mogelijkheden van de luit geschre
ven. Ook in dit geval moet men weer
veel bewondering hebben 'voor Agi Jam-
bors manier van Bach-spelen op het
moderne klavier. Met haar puntige tou
cher en een geraffineerd kort pedaal-
gebruik haalt zü de stemvoeringen
prachtig naar voren, en zy musiceert
als regel ook in de rustige, brede trant
die Bach vergt Daar staan soms tegen
over enkele onberekenbare, naar myn
gevoel grillige momenten. Dit neemt
niet weg, dat de manier, waarop zij
een gemouvementeerd stuk als de Chro
matische fantasie speelt, haar stempelt
tot een Bach-vertolkster van hoge rang.
In de Mozart-Jubileum Editie gaf
Philips uit het Pianoconcert in C gr.
t. K.V. 467. gespeeld door Alice Heksch
met de Wiener Symphoniker onder
Bemhard Paumgartner met stijlvolle
cadenzen van de soliste zelf. Het is
zeer heldere en deugdelijke pianistiek,
die Alice Heksch laat horen in dit uiter
mate briljante van geest sprankelende
werk. De voordracht is inderdaad meer
deugdelijk dan briljant Er is een
zweem gemis aan gratie in dit speL
In de aanvullende Fantasie in d kl. t.
K.V. 397 vertoont het wel zijn beste
eigenschappen. (A 00777 R.)
Serkin en Brahms
Opnieuw is er een opname versche
nen van Brahms' Tweede pianoconcert
op Philips A 01270 L, ditmaal in een
vertolking van Rudolf Set kin met Euge
ne Ormandy en het Philadelphia-Or-
kest. Er is eigenlijk niets, dat tegen
deze vertolking te zeggen valt. Dirigent
en solist verstaan elkaar volledig ter
zake van de zware grandezza van het
stuk. Serkins ritmiek is uiterst hoekig,
maar dat laat zich in dit werk zeer
wel verdedigen. Hij heeft alle mannelij
ke kracht en brede virtuositeit, die
hier vereist worden. Er is er misschien
maar een, die hem overtreft: Rubin
stein, by wie de zware kanten er in de
loop der jaren zijn afgeslepen tot er
een spel van wonderlijke uitgebalan
ceerde strakheid ontstaan is. Maar
daarmee kan geen misprijzen voor Ser
kin bedoeld zijn. L. H.
(Van onze parlementaire redacteur)
Wanneer de Tweede Kamer na een
recès dat vrijdag is ingegaan, begin
mei weer bijeenkomt, zal het wetsont
werp tot bevordering van een evenwich
tige ontwikkeling in het gebied van de
IJmond in de afdelingen worden onder
zocht. De Kamer zal dan de plannen
der regering ter beoordeling krijgen, om
voor het eerst in Nederland binnen een
provincie een bovengemeentelyk orgaan
te creëren, dat rechtstreeks gekozen
wordt door de kiesgerechtigden van en
kele gemeenten (Velsen, Beverwijk en
Heemskerk).
Dit orgaan, de zgn. IJmondraad, zal
allereerst tot taak hebben een werkplan
vast te stellen dat met inachtneming
van het streekplan bepaalt welke voor
zieningen in het belang van een even
wichtige ontwikkeling van de IJmond
vereist zyn. Het zal zich in beginsel
voorts kunnen bezighouden met alle
problemen die met de ontwikkeling in
het gebied verband houden, zü het in
adviserende zin.
Advertentie
Het eerste gedresseerde nylpaard ter
wereld was Oedipus, het braafste en
vredigste dier, dat men zich kon den
ken. Jarenlang werkte hü rustig mee
in de voorstellingen van circus Sarrasa-
ni en liep dromerig en onverschillig van
zün bassin naar de piste en weer terug.
Juist omdat hü zo gesteld was op rust,
zal het altüd wel een raadsel blijven
wat er op een avond in Oedipus is om
gegaan. Wat hem ertoe heeft gebracht
zün eendere kalme loop plotseling te
onderbreken en zich onverwachts, in
volslagen razemü, op de olifanten te
werpen, die niets vermoedend op hun
plateau stonden te wiegen. Allen, die
het zagen, waren ais aan de grond ge
nageld
Zo begint één van de tientallen verha
len, die u kunt lezen in het circusal
bum „De bonte droom van het Circus."
Een boeiend en afwisselend verhaal
met talloze pentekeningen, vele prach
tige kleurenplaten en plaatjes, geschre
ven door de circuskenners bü uitstek
J. v. Doveren en Fred Thomas. Voor
slechts 2,50 kunt u dit boekwerk ko
pen bü uw roomboterleverancier of
rechtstreeks bestellen per brief of brief
kaart bü Kantoor „Roomboteralbum",
Postbus 47, Den Haag. U krügt het al
bum dan per omgaande toegezonden on
der rembours.
Vermeld vooral duidelyk uw naam en
volledig adres. De bübehorende plaat
jes, ontvangt u gratis voor ry'ksboter-
merken. U vindt zo'n merk op elk pak
je roomboter. Neem een pakje extra
voor de zondag!
Een van de poëtische illustraties
van Jan van Keulen, waarmee „Dc
Muze en het Meisje" rijkelijk is
verlucht.
naar onze smaak minder geslaagd
dan, gegeven de rijkdom van het onder
werp, mogelük ware geweest. Het gaat
hier niet zo zeer om gemiste namen
van dichters alswel om gemiste kansen
tot het brengen van juist die liefdesver
zen uit het verleden, waarvan men als
onschools bloemlezer weet dat ze de
onschoolse jeugd van vandaag nog iets
te zeggen kunnen hebben. Van Breero's
Liedeken („Snachts rusten meest de
dieren") kan men dit inderdaad zeg
gen, evenzo van de ironische liefdes
klacht Aan Betsy van Piet Paaltjens.
Ook de keuze uit Gorter, Leopold en
Roland Holst is pittig verantwoord.
Maar het gekozen werk van Richard
Minne, Nes Tergast, Jo Landheer, C.
J. Kelk e.a. laat zo'n flauwe smaak na,
dat men zegt: dan maar liever niet
over de liefde.
Hopelijk staat er in het boekje toch
voldoende dat het aankomend lezers
publiek kan prikkelen om op eigen ge
legenheid speurtochten te gaan onder
nemen in het rijk der Nederlandse poë-
zie. Dat is immers de bedoeling.
NICO VERHOEVEN.
In de serie populaire klassieken speelt
het Omroepkamerorkest vanavond voor
de KRO o.l.v. Anton Kersjes. Uitge
voerd worden o.m. de Symfonie nr. 46
van Josef Haydn. Dick de Reus speelt
het Vioolconcert KV 219 van Mozart
(298 m - 19.10 uur).
Die lustigen Weiber von Windsor, de
komische opera in 3 actes naar Shake
speare, op muziek van Nicolai, wordt
volledig uitgevoerd voor het Derde
Progr. door het Weens Symfonieorkest,
het Bregenz-festivalkoor en solisten
waaronder Otto Edelmann als Falstaff.
Het geheel o.l.v. Fritz Faun (464 m -
20.10 uur).
Zondagmiddag speelt het Omroepor
kest o.l.v. de Engelse gastdirigent Hu-
go Rignold voor de AVRO. Uitgevoerd
wordt werk van Schubert en Tsjaikows-
ky en daarnaast Young Persons Gride
to the Orchestra van Benjamin Britten
(402 m - 14.20 uur).
Voor de NWDR speelt het Symfonie
orkest o.l.v. Hans Schmidt Isserstedt,
waarbij Henny Wolff, sopraan, werk van
Haydn zal zingen (309 m - 19.15 uur).
Voor het Franse Nat. Progr. speelt
het Orchestre des Colonnes o.l.v. André
Vandernoot werk van Strauss, Brahms
en Beethoven (347 m - 17.45 uur).
Abu Hassan, de komische opera in
één acte van Weber, wordt voor het
Derde Progr. uitgevoerd door BBC-en-
sembles o.l.v. o.l.v. Leo Wurmser (464 m -
20.45 uur).
Het totaal aantal faillissementen uit
gesproken in de maand februari 1957
bedraagt 113 (febr. 68), te verdelen als
volgt In de provincie Noord-Holland
(exclusief Amsterdam) 13 (9). Amster
dam 19 (7), Zuid-Holland (exclusief
Den Haag en Rotterdam) 10 (6), Den
Haag 7 (6), Rotterdam 11 (4), Utrecht
8 (3), Gelderland 5 (7), Noord-Brabant
14 (10), Limburg 11 (8), Zeeland 3 (0),
Friesland 6 (1), Groningen 1 (2), Dren
te 1 (0), Overijssel 4 (4).
Het totaal uitgesproken faillissemen
ten van 1 januari 1957 t/m 28 februari
1957 bedraagt 218 (182). Opgegeven door
Van den Graaf Co, Amsterdam).