De familie P. van Uzzel Royale meerderheid in de Tweede Kamer voor de politiewet Besch avmgszie kien l Verheugt U MICROFOON In het hol van de leeuw TUNNEL s BEETHOVEN wmmmmmm Tekencursus Amsterdamse Effectenbeurs ERIC DE NOORMAN Mont-Blanc /A Zakelijk en dus goed Nederlands compromis mmmm onder de Zeldzame postzegel ZATERDAG 30 MAART 1957 PAGINA 13 Oplossing 16 maart 1957 Horizontaal: 1. emersie; 7. boertig; 13. m Schout-bij-nacht L. Brouwer Oplossing kruiswoordraadsel van vrijdag Keerzijde van de medaille: de beschaving heeft de mens nieuwe ziekten gebracht, zowel geestelijke als lichamelijke M3 H tMfKy \7 iïsl EËÊi imiMSk Av,'< frankrijk^- ITALIË Deze keer heeft Pa weer eens een kryptogram gebrou wen, en omdat hij nog moe is van het vertellen van al zijn vakantiebeleve nissen, en omdat U bovendien Uw kost bare tijd hard nodig zult hebben voor het oplossen van dit kryptogram, laat hij het gebruikelijke verhaaltje ditmaal maar achterwege. Doet Uw best. De omschrijvingen lui den: Horizontaal: 8. In een derge lijke woning kan het leven duur zijn. 9. Wat blijft er over van het wintersport voertuig, als er beslag op wordt gelegd? 10. Of U het nu van voren bekijkt, of vanuit een centraal standpunt, hij blijft Uw naaste. 12. Op de Blaak in Rotterdam nam de agent K. de dienst waar. 14. Vindt U het zo vreemd, als een Est wat varkensbout in voorraad neemt? 18. We hielden een muzikale rust bij dit Noord-Spaanse riviertje. 21. Toen hief het jonge schaap een klaagzang aan. 22. Als Han aan 't borrelen slaat. 23. Wat er ook mee bedoeld wordt, voor beide moet U op Uw tenen passen. 25. Dit kan niet alleen een hamer in houden, maar ook een aambeeld en een stijgbeugel. 28. Men zegt, dat de inwoners van dit Limburgse dorp graag leentjebuur spelen. 80. Dit symbool van de spreekwoorde lijke Hollandse zuinigheid is voor een paar mensen toch altijd nog wel een voorwerp van spot. 32. De rekenkundige grootheden moet U op een andere plaats zoeken. 33. Door een deur kwam dit rijtuig de laan oprijden. Vertikaal: 1. „Vertrek onmiddellijk naar aat wijn huis", zei de koning tegen zijn bood schapper. 2. Els keek heimelijk naar de Est. 3. Gezeten aan de oever van een be kend kanaal, dronk dit meisje een Frans apéritif van dezelfde naam. 4. „Ja, ja, ja", zei de Italiaan, „dat van die Egyptische godin weten we nu wel." 5. Op een door een constructieverbin ding aaneengevoegde wagen reed deze Indische matroos. 6. „Ik ben hier ambtshalve, en andere", zei ons de bergnimf. 7. In het onderste gedeelte van de ka chel kunt U een voorjaarsgroenté vinden. 11. De dwaas meende, dat men met sele nium en cobalt iemand kan bedwel men. Neen, daar is heel wat meer voor nodig, menen wij. 13. Wanneer U deze sport bedrijft, moet U tegen een stootje kunnen. 14. We zijn hier nog maar voor de helft. 15. Met een oude lengtemaat in zijn hand ging de rustend hoogleraar naar M óm' de 'longto van deze Litause rivier op te meten. 16. Zét dat óorlogsvoértuig maar opzij. 17. Toen grootvader een Engelse lening aanbood, kreeg hij veel bezoek. 19. Moest Ed helemaal naar die Belgi sche badplaats, om dat landbouw werktuig te halen? 20. Een vluchtige gast. 24. Politie te S. doet lugubere vondst in ketel. 25. We kunnen het er allemaal wel over eens zijn, dat deze soldaat in zijn soort een genie is. 26. „Alles wijst erop", zei de detective, „dat de inbrekers de geldkist van het café met deze motorboot hebben weggevoerd." 27. De buit van de dieven bestond uit een kettingschakel en een kostbare, oude fabelbundel. 29. Zelfs een Griek, die ver loopt, zal op den duur last krijgen van dit voeteuvel. 30. Als een rund naar de lagere school gaat, moet er wel iets mis zijn met het onderwijs, maar zolang hij al leen blijft, is het nog niet zo erg. 31. „Is hij nog altijd niet in aantocht?" vroeg haar zuster. Oplossingen op briefkaart in te zen den tot en met 6 april aan De Tijd, afd. prijsraadsel, N. Z. Voorburgwal 65, Am sterdam, met vermelding ouder of jon ger dan 18 jaar. 28 29 meent; 14. rozet; 15. br.; 17. klas; 18. eren; 19. ka; 20. ook 22. Epe; 24. bon; 25. leed; 27. anode; 29. semi; 30. idee; 31. idee; 32. eerlang; 35. segment; 37. lade; 38. agio; 39. stuiter; 42. magnaat; 46. Erin; 48. Indo; 49. deeg; 50. leest; 53. eter; 54. eer; 56. ent; 58. Epe; 59. km.; 60. nier; 62. ober; 65. t.r.; 66. leges; 67. reaal; 69. heikant; 70. karbies. Vertikaal: 1. embolie; 2. em.; 3. rek; 4. sela; 5. Ina; 6. etsen; 7. breed; 8. oor; 9. ezel; 10. ren; 11. t.t.; 12. graniet; 16. roede; 19. komen; 21. keer; 23. pos; 24. bede; 26. delling; 27. aandeel; 28. ele gant; 29. simonie; 33. aat; 34. Ger; 35. Sam; 36. gig; 39. sedekah; 40. treem; 41. uier; 43. ante; 44. adept; 45. toreros; 47. ven; 51. eerst; 52. stork; 55. Riga; 57. Lear; 60. nek; 61. een; 63. Bea; 64. rab.; 66. li; 68. l.i. De prijswinnaars zijn: Mej. C. Bosse, Barteljorisstraat 12, HAARLEM; M. Geurts, Haarlemmermeerstraat 69, AM STERDAM; N. Regter, Menneweg 59, SASSENHEIM. Oplossingen op briefkaart in te zen den tot en met 6 april aan 't Kasteel van Aemstel, afd. prijsraadsel, N. Z. Voorburgwal 65, Amsterdam, met ver melding ouder of jonger dan 18 jaar. VAN 25—29 MAART 1957 laagste hoogste laatste versch koers koers tijdv. t.o.v. 29 mrt A.K.U 1901, i 195 195 v. Berkels Pat 171 171% 171% Van Gelder Z 195 200 200 Hoogovens 296 298 296 Ned. Ka belt 266 271% 269 Philips 248% 253% 253 Unilever 361% 371 370 Wilt Fijenrö 221 223 223% Kon Petr 177.60 180.20 178.35 Holl.-Am Lijn 165% 167% 166% K.N.S.M 151% 154% 152 N Scheepv U 174% 179 177 Van Ommeren .277% 282 282 A dam Rubb 79'% 81% 81 H.V.A 87% 92% 90 VerJDeJl Mijen 93 95% 93% 3-3%%Ned '47 86% 87% 86% 3% Inv crt N. 91% 911 91% 3%Ned 1962-64 91% 91% 91A Omzetten (nominaal): Vorige week (def.) Aandelen 8 Obligaties 11.504.288. Deze week (voorl.) Aandelen 9. Obligaties 9.258.843. 5% 2 0 -I- 1 5% 11% 1% 3.55 2 1% 3% 1% 153.844. 330.356. De commandant van het oefensmal deel V, kapitein-ter-zee (tijdelijk com mandeur) L. Brouwer, is bevorderd tot schout-bij-nacht. Hij zal, zoals gemeld, medio april de functie van vlagofficier personeel aanvaarden als opvolger van vice-admiraal H. Bos, die in de cember de Franse vice-admiraal d'esca- dre L. M. P. A. Sala is opgevolgd als bevelhebber der zeestrijdkrachten van de NATO in Centraal-Europa. HORIZONTAAL: 1. kano; 3. druif; 5. snor; 7. nar; 9. iel; 11. 111.0.; 13. zaal; 15. esse; 16. ik; 17. prei; 19. teen; 21. snaak; 23. gewin; 27. dan; 28. tafel; 32. as; 33. sop; 35. r.a.f.; 36. do; 37. oir; 38. gil; 39. li; 41. art; 43. bon; 45. pa; 47. kleed; 49. dom; 51. noria; 53. orgel; 54. aker; 57. otto; 60. nu; 61. tulp; 63. kano; 65. p.s.; 67. nis; 68. lel; 69. lama; 70. kluit; 71. kolf. VERTIKAAL: 1. kam; 2. onze; 3. dra; 4. fis; 5. slee: 6. rok; 8. aai; 10. est; 12. op; 14. land; 15. elan; 16. in; 18. ruw; 20. elf; 22. aal; 23. ga; 24. es; 25. is; 26. noord; 28. ta lon; 29. af; 30. ed; 31. l.o.; 34. pit; 35. rib; 39. l.k.; 40. il; 41. a.e.: 42. rog; 44. n.o.; 45. pi; 46. aa; 48. eik; 49. drop; 50. melk; 52. rat; 54. au; 55. etna; 56. rui; 57. one; 58. tolk; 59. op; 60. nul; 62. l.s.k.; 64. alt; 66. suf. (Van onze parlementaire redacteur) De behandeling van de politiewet is voor de ministers Struycken (binnen landse zaken) en Samkalden (justitie) een succes geworden. Met een overwel digende meerderheid van 106 tegen 4 stemmen is het ontwerp na een debat van drie dagen aangenomen. Zelfs de communisten, die over de gehele zaak geen woord hebben gezegd, stemden voor. Tot de tegenstanders behoorden enige die-hards zoals prof. Gerbrandy, die het niet van zijn hart kon verkrijgen om dit „tweeslachtig wangedrocht" te verkiezen boven het nog erger Politie- besluit van 1945 dat nog altijd geldt. Dat twee ministers verantwoordelijkheid gaan dragen voor één enkele zaak kon prof. Gerbrandy nu eenmaal niet ac cepteren. De Staatk. Ger. heer Kodde vond vooral dat de positie van de bur gemeester nog lang niet voldoende is geregeld als „de kapitein op het schip die als het erop aan gaat komen alleen kan varen". De twee andere tegenstem mers waren de heren Beernink en Schmall van de C.H.-fractie. De rest aanvaardde het compromis. „Een zake lijk en dus goed Nederlands compro mis", merkte minister Samkalden op. Ook voor de Kamer is de strijd over een reeks wetswijzigingen niet zon der succes geweest. Van belang kan vooral zijn een laatste amendement, dat mr. van Doorn (K.V.P.) nog wist aan te brengen, als een eerste stap in de richting van gemeentelijke samen werking op het gebied van de politie. Kleinere gemeenten beneden 25000 in woners, die gesteld zijn op een eigen gemeentelijk politiekorps, kunnen door gezamenlijk optreden wellicht in de toe komst van de rijkspolitie afkomen. De ministers waren er aanvankelijk erg op tegen hieromtrent iets in deze organi satiewet op te nemen, maar zij moesten wel, omdat de gehele Kamer zich ach ter het amendement-Van Doorn stelde. Minister Samkalden vond er iets heel vernuftigs op. „Ik vind het eigenlijk toch wel een aanwinst, dat nu in de wet staat, dat nog een aparte wet nodig Is, die dat mogelijk zal moeten maken," zo merkte hij op en liet het parlement begaan. Het amendement werd z.h.s. aangenomen. De positie van de burgemeesters is nu ook op vele punten naar de wensen van de Kamer geregeld. Alleen de ver antwoordelijkheid voor de opsporing wordt hen niet met evenveel woorden toevertrouwd, zoals prof. Oud gaarne in de wet had willen vastleggen. Minder vredelievend verliepen de parlementaire schermutselingen tussen luit. generaal Calmejjer (C.H.) en de minister van justitie over de mare chaussee. Wanneer mr. Samkalden, die tot het laatst toé met interrupties werd bestookt, niet zijn tanden had laten zien, had het debat gemakkelijk enige uren langer kunnen duren. De heer Calmeij- er bleek niet te kunnen worden over reed. De kon. marechaussee is volgens hem veel van haar taken en bevoegd heden kwijt nu het wapen welbewust niet is vermeld als onderdeel van wat in het algemeen in Nederland tot de politie behoort. Voor anderen dan de heer Calmeijer, die zich het lot van de marechaussee hadden aangetrokken, was het een reëe- le tegemoetkoming van de ministers, dat voortaan niet alleen de minister van justitie, maar ook die van oorlog de gevallen zullen bepalen waarin de marechaussee met opsporing zal wor den belast. (Van onze medische medewerker) oor de vooruitgang van wetenschap en techniek heeft de mens heel wat ziekten overwonnen en hebben vele andere hun afschrik wekkende ernst verlo ren. Pest, cholera, waar aan in vroeger eeuwen miljoenen Europeanen j, ten offer zijn gevallen, om van de volkeren in Azië en Afrika niet te spreken, komen ln Europa niet meer voor dank zij hy giënische maatregelen op het gebied van waterleiding, vuilafvoer enz. Malaria was voorheen ook in West- Europa een gevreesde ziekte die wel iswaar nog niet uitgeroeid is, maar in onze streken steeds zeldza mer wordt. Tuberculose blijft nog steeds slacht offers eisen, maar het schrikbeeld dat de naam van deze ziekte nog niet zo lang geleden voor ons opriep, is dank zij de moderne behandelings-metho- den snel aan het verdwijnen. De medaille heeft echter als altijd een keerzijde. De beschaving heeft de mens nieuwe ziekten gebracht en een aantal reeds bekende ziekten in frequentie doen toenemen. Het is nu eenmaal zo dat een beschaving, gelijk een rijpe vrucht, ook de kiemen van het bederf in zich draagt. Beschaving is een menselijk verschijnsel. De mens heeft de gave zich ver boven de status van het dier te verheffen, maar dit gaat niet vanzelf en slechts tot een beperkte hoogte. Hetgeen ook weer menselijk is, want volmaaktheid is per se bovenmenselijk. Er zijn tal van factoren die de groei van de beschaving remmen, zo als er ook zijn die een beschaving on dermijnen. Als wij ons bepalen tot de gezondheid dan is het niet moeilijk een aantal sprekende voorbeelden te vinden. Het aantal zenuwstoornissen is gro ter dan ooit. Vooral fn een land als Amerika, waar de „techni- «che beschaving" zo'n hoge trap heeft bereikt, .vormt het verschijnsel een groot probleem. Opvoedingsproblemen zijn hier ze ker van grote betekenis. De ouderwet se opvoedingsmethoden zijn terecht vaak verlaten, echter zonder dat men de moderne methoden beheerst. Daar bij komt, dat er veel meer dan vroe ger invloeden van buitenaf werkzaam zijn. Lectuur: tijdschriften, vooral sommige geïllustreerde tijdschriften (beeldromans!) radio, televisie, school vriendjes oefenen een invloed uit, die grijpelijk de kracht of de moge lijkheid te hebben alsnog een meer geschikt beroep te kiezen. Er is mis schien een kentering gaande, veroor zaakt door het steeds toenemend te kort aan hand-arbeiders met de hier uit volgende hogere geldelijke belo ning van het werk. In lichamelijk opzicht is het niet an ders. Ook hier zijn de gevolgen van de beschaving niet alleen maar heilzaam. Verschillende ziekten die vroeger zeldzaam waren, zijn het nu helaas niet meer, terwijl er zelfs nieuwe ziekten zijn ontstaan, die een gevolg zijn van de vergevorderde techniek of de moderne levensgewoon- door de ouders slechts in beperkte ma te kan worden opgevangen en gericht. Ten dele kan het ook verklaard wor den door de steeds hogere eisen die de maatschappij stelt, o.a. op het ge bied van bekwaamheid, voornamelijk in de administratieve sector. Geringe stoornissen in de ontwikkeling, kleine aanpassingsmoeilijkheden zullen eer der aan de dag treden dan in een min der gecompliceerde, gezapige maat schappij het geval was. Voor de arbeiders, wier handwerk in lang niet alle gevallen zoveel vak bekwaamheid vereist als vroeger, geldt dit niet in die mate. De hiermee verbandhoudende mindere waarde ring voor het eerzame handwerk be vorderde echter het streven naar de baan met de witte boord, hetgeen te betreuren maar begrijpelijk was. Het aantal probleem-mensen is hierdoor echter nog groter geworden. Onder het lagere kantoorpersoneel zijn heel wat mensen te vinden, die al of niet door hun ouders gedreven naar kan toor zijn gegaan, maar veel meer op hun plaats zouden zijn in het hand werk. Zij verafschuwen hun huidige werkkring, zonder ook al weer be ten. Zeer actueel is de longkan ker, in veruit de meeste gevallen een gevolg van langdurig zwaar ro ken. Men kan tegenwerpen, dat dit dan niet zozeer een beschavingsziek te is, als wel een uiting van verwor ding van onze beschaving, hetgeen overigens aan het feit niet af doet. De maagzweer is een aan doening die ten nauwste samenhangt met onze moderne leefwijze en de hiermee verband houdenden spannin gen. Het begrip managerziekte is weliswaar niet scherp omschreven, geeft aan dat bij verantwoordelijken of zij die meer verantwoordir z moe ten dragen dan waartoe zij in staat zijn, hart en bloedvaten te zWaar be last worden. Obstipatie is een typisch be schavingsverschijnsel. Primitieve vol keren hebben nooit last van verstop ping. Het gebit van de meeste men sen verkeert niet in de beste toe stand, al wordt er gelukkig veel ge repareerd. De zwakte van het gebit van de moderne mens is een typisch beschavingsverschijnsel. St. 48. De mannen zetten zich op het dek en plechtig wordt de pijp gestopt, waarna Svein Langtand met ware mannenmoed zijn deel van de ceremonie vervuld. Intussen hebben Masoi's krijgers de oude Cendrach van de loop der gebeurtenissen op de hoogte gesteld en de oude scheepsbouwer haast zich zijn vrienden te bezoeken. Alles wordt nu voor het vertrek in gereedheid gebracht. De piratenschuit is in goede conditie gelukkig, zodat ze daarmee zonder te grote risico's de overtocht kunnen aanvaarden. Masoi's krijgers zijn onvermoeid in de weer, leeftocht te verzamelen. De waterzakken worden ge vuld en dan is het ogenblik van scheiden daar. „Ik ga toch slechts om terug te keren, Nahenah", zegt Eric tot de oude krijger, die trouw door alle moeilijkheden heen aan zijn zijde heeft gestaan. „Er is vréugde in mijn hart, nu ik weerkeer naar mijn vrouw en mijn vrienden naar het verre land over zee. Maar ook droefheid, want ik laat hier een van de beste en trouwste vrienden achter, die een man zich maar wensen kan. Hij noemt mij broeder. Gij zijt waarlijk een broeder geweest voor mij". Het tanige gelaat van de oude krijger blijft onbewogen als altijd, maar zijn stem heeft een vreemde trilling, als hij zacht antwoordt: „De goden van de zee mogen u beschermen, broeder. Gij spreekt woorden, welke ik had willen spreken, maar Nahenah laat u zonder verdriet thuis, want dit is geen vaarwel, slechts een tot weer ziens. Gij komt terug, mijn broeder". Ontroerd grijpt Eric de magere bruine arm. „Groet het grote opperhoofd Mohaka". Dan schepen zij zich in en nage wuifd door Nahenah, Masoi en allen, die in die korte tijd hun vrienden ge worden zijn, koersen Eric de Noorman en de zijnen over de brede rivier zee waarts.... naar huis. lil SavVAW-^.W.V.V.V.VA' De zondag van morgen brengt vreugde. Brengen de andere zondagen dat dan niet? Zijn we soms ergens bedroefd over? Nee, dat is het nu juist niet. Wie een beetje verstand heeft van de liturgische kalen der, weet, dat we op het ogen blik midden in de Vastentijd zijn. Die vastentijd, ook wel Qua dragesima genoemd, is de voorbereidingstijd voor het gro te Paasfeest. Zes zondagen zijn er in die vastentijd. Je hebt de namen allemaal wel eens gelezen: de eerste, tweede, derde en vierde zon dag van de vasten. Dan Passie zondag en als laatste Palmzon dag. Wie nog beter de liturgie volgt, weet ook, dat het mor geit'de" vierde zondag van-de vasten is. Dus de middelste van de zes en daarom zijn we morgen halfweg Quadragesi ma. En dat feit nu, dat we de helft van de voorbereiding op het grote Paasfeest gehad hebben, is voor de Kerk reden om een vreugdelied aan te hef fen. Laetare, Jeruzalem! zingt de de Kerk morgen. Verheugt u Jeruzalem. We moeten morgen dus blij zijn; vol vreugde met de Kerk meezingen, omdat we al zo dicht het Paasfeest naderen. Omdat de helft van de voor bereidingstijd, de helft dus van de Vasten voorbij is. Maarals we dat werke lijk vol vreugde zullen bidden, moeten we ons toch ook even heel stil afvragen: Wat hebben we gedaan in deze eerste helft van de vasten? Hebben we ons werkelijk een klein beetje op dat grote feest van Pasen voorbereid. Hebben we iets gedaan? Zijn we door de week een keertje meer naar de kerk geweest? Zijn we thuis een beetje ge hoorzamer geweest? O jaer zijn heel wat jon gens en meisjes, die in deze dagen veel vlugger de bood schappen voor moeder gedaan hebben. Heel veel meisjes zijn extra lief geweest voor de kleintjes thuis. En de jongens: veel min der dan anders hebben ze ge plaagd. O, er is nog zo veel te doen. Dat moet je allemaal zelf maar bedenken. Daar praat je eigenlijk met niemand over. Dat doe je! Geen zin om je les te leren? Je werk te maken? Toch doen! Goed doen! Omdat het vasten is. Omdat je in deze prachtige tijd ook eens een offertje bren gen wilt. En dat zijn allemaal dingen, waarmee een ander niets te maken heeft. Dat is juist het mooie er van. Natuurlijk voel je, dat het moeilijk is, om al die goede dingen te doen. Maar dat is ook de bedoeling. Dan begrijp je ook goed, wat de Kerk mor gen zingt: „Ik ben verheugd over hetgeen tot mij gezegd is: naar het huis van de Heer zul len wij gaan." Dan ga je echt blij de vol gende drie weken tegemoet, om aan het eind daarvan een heer lijk Paasfeest te vieren. Wapen van de spiegel achterzijdevan de „Royal Charles", het admiraalschip van Engeland, dat De Ruyter bij Chatham heeft veroverd. Dit houtenwapen en de grote scheepslantaarns zijn in het Rijksmuseum te Amsterdam te bezichtigen. Gletscherveld op de Mont Blanc (Slot) „Dat zullen we de Engelsen vergelden," zei Johan de Witt. „We zullen hun laten zien, wat we durven. We gaan hen in hun eigen land een bezoek brengen." Het gevolg van dit besluit werd de roemrijke tocht naar Chatham. Onder bevel van Michiel Adriaanszoon de Ruyter stak de Nederlandse vloot de Noord zee over, regelrecht naar de mond van de Theems. Och, och, wat veroorzaakte deze komst een schrik en angst in Engeland. Een Hollandse in vasie in juni van het jaar 1667. Wie had dat durven denken? De Engelsen bedachten van alles om het dreigend gevaar te weren. Schepen liet men in de mond van de Theems zin ken. IJzeren kettingen werden van oever tot oever gespannen. De forten langs de monding werden extra bemand. Het bleek allemaal vruchte loos. De Hollandse vloot, onder de geestdriftige aanvoering van De Ruyter, was niet tegen te houden. Hij had zijn Admiraalschip „De zeven Provinciën" verlaten, om in een sloep dichter bij de andere strijdende schepen te kunnen komen en zo zijn man nen aan te vuren. De ijzeren kettingen werden stuk geva ren. Engelse schepen stonden weldra in vlammen. Londen raakte in angst. Vele voorname lieden maak ten zich reeds klaar, om de stad te verlaten, als de Hol landers soms naar de hoofd stad mochten oprukken. Maar zover gingen de plan nen van de onzen niet. We wil den alleen maar even duidelijk protesteren tegen de zinloze vernieling van onze vissers vloot bij Terschelling. Tenslot te maakten de Hollanders zich meester van twee grote En gelse schepen, die in de Theemsmond lagen. Zo, voor de ogen van de Engelse solda ten, kaapten we de Royal Charles en de Unity weg en voeren daarmee in triomf te rug naar het vaderland. Wat een vreugde heerste er in ons land, toen de vloot van deze tocht naar Chatham zo glorieus terugkeerde. De Ruyter was de man. Overal werd hem grote hulde gebracht. Nog in hetzelfde jaar kwa men de Engelsen naar Breda om vrede te sluiten. De veroverde schepen wer den in de Zeeuwse wateren op geborgen. Daar lagen ze als teken van triomf, maar ook als een ergernis voor de En gelsen. Ze probeerden de sche pen weer te veroveren. Maar dat lukte niet. Ten einde raad besloten ze de schepen maar te vernielen. Het lukte hun ze in brand te steken. Maar wie nu het Rijksmu seum in Amsterdam bezoekt, vindt daar nog een stukje van de voorsteven van de Royal Charles, met naam en wapen. Als een blijvende herinnering aan de tocht naar Chatham. In hetzelfde museum prijkt pok een prachtige beker, die de Staten van Nederland De Ruyter aanboden, als blijk van dankbaarheid voor zijn roem rijk optreden. Nog vele malen na deze ge beurtenis heeft De Ruyter de zeeën bevaren en de naam van Holland hoog gehouden. In april 1676 sneuvelde hij in de strijd tegen de Fransen. Van Syracuse werd zijn lijk naar Nederland gebracht en daar met veel praal begraven in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. 24 maart 1607 was hij in Vlis- singen geboren; dat is dus dit jaar 350 jaar geleden. Michiel Adriaanszoon de Ruyter: een van de grote man nen van de Gouden Eeuw! Het plan voor de langste tun nel van de wereld nadert nu snel zijn uitvoering nu het is aangenomen door het Franse parlement. Reeds in maart 1953 werd het tunnelplan door de Italiaanse en Franse regerin gen goedgekeurd. De weg door het hart van de Mont-Blanc, de hoogste berg van Europa met a asm ril* llRQm TUNNEL PLAN Kaartje vna het tunnelplan zijn meer dan 4800 m„ zal be staan uit een 12,5 km lange tunnel die 72 miljoen zal gaan kosten. De tunnel zal vlak bij de grens van Zwitserland ko men te liggen. Een verbinding door de Mt.-Blanc zal voor het verkeer de grote betekenis heb ben dat men niet meer 530 km om behoeft te rijden om van Frankrijk naar Zwitserland te komen. De tunnel zal korter zijn dan de spoorwegtunnels door de Alpen, ongeveer 11.900 meter tegen 15.003 meter van de sint Gothard en 19,823 me ter van de Simplon. Door zijn ligging op matige hoogte (1203 meter) is de toegang in ieder jaargetijde gewaarborgd, door het aanbrengen van be schermingsgangen tegen lawi nes. Als men met de tunnel zal beginnen kan deze binnen 35 jaar gereed zijn. Het boren van de tunnel zal van twee kanten tegelijk geschieden en de werkploegen zullen worden uitgerust met lorries waarop 14 boren gelijktijdig kunnen wor den gebruikt. In het midden van de tunnel zullen de Itali aanse en de Franse werkploe gen elkaar ontmoeten en op dat moment zal het hart van de hoogste berg van Europa zijn Naast de krant, het g e- schreven woord, da gelijks over de gehele we reld verschijnend in een op lage van 225 miljoen exem plaren kennen we het elektrische woord, dat door middel van 257 miljoen over de ganse aardbol in ge bruik zijnde radio-ontvangtoe stellen tot het publiek komt. Een man, die voor het elek trische woord van even gro te betekenis is geweest als Laurens Janszoon Coster en Johann Gutenberg de uit vinders van de boekdrukkunst voor het gedrukte woord, is Hughes. Er is maar één verschil. Velen van jullie heb ben wel eens gehoord van Coster en Gutenberg, doch de naam van David Edward Hughes is voornamelijk slechts bij ingewijden bekend. Hughes, die 125 jaar geleden in Engeland werd geboren, is de uitvinder van dé microfoon, dat kleine, in wezen eenvoudige apparaatje, zonder hetwelk de radio in zijn huidige vorm on mogelijk zou zijn. Maar zonder microfoons zouden wij ook niet kunnen telefoneren, zonder mi crofoons zouden alle versterker installaties zwijgen, zonder de ze kleine maar toch precieu ze instrumentjes zouden wij al leen nog maar stomme films kunnen aanschouwen en zouden slechthorenden het nog steeds zonder elektrische hoorappa- raatjes moeten stellen om slechts de meest verbreide toe passingen van de microfoon te noemen. Een interessante, veelzijdige figuur, deze Hughes, die op 16 mei 1831 in Londen het levens licht aanschouwde. Toen hij ze ven jaar was, verhuisden zijn ouders naar de Verenigde Sta ten. Op negentienjarige leeftijd kreeg hij al dank zij zijn mu zikale aanleg een benoeming tot professor in de muziek aan het College in Kentucky en daar ontwikkelde de jonge le raar zich tot uitvinder van meer dan gewone begaafdheid. Hij legde zich toe op de studie van klanken, hetgeen hem la ter zou leiden tot uitzending en versterking van klanken. In 1856 nam hij patent op een naar hem genoemde druktele- graaf, die zelfs nog vele jaren doorbroken. Het juiste aantal auto's dat van de tunnel ge bruik zal maken is uiteraard niet bekend. Sommige bereke ningen spreken van 350 auto's per uur op de drukke momen ten. De uitlaatgassen van de auto's vormen een speciaal probleem daar men voor 100 auto's per twintig minuten een hoeveel heid verse lucht nodig heeft gelijk aan de gehele inhoud van de tunnel! Bij de ventilatie van de tunnel wil men gebruik maken van het natuurlijke „doortochten" van de tunnel, aangevuld met het werk van de ventilatoren. Onder de rijbaan komen de voorzieningen voor de werking van de tunnel. Uit de hoogte van de tunnel blijkt duidelijk dat de grootste vracht wagens gebruik zullen kunnen maken van de verbinding. De verlichting van de tunnel zal bestaan uit „daglicht", terwijl hij zal worden voorzien van fo to-elektrische cellen, die iede re verkeersopstopping automa tisch aan de centrale controle post zullen doorgeven. na zijn dood (22 januari 1900) op grote schaal in Amerika en Europa zou worden gebruikt. Ook op andere gebieden was hij werkzaam. Maar zijn naam zal toch vooral tot in lengte van jaren voortleven, omdat hij de uit vinder van de microfoon is. In 1878 slaagde hij er name lijk in deze een praktisch bruikbare vorm te geven, het geen in die dagen van groot belang was voor de verdere ontwikkeling van de in 1876 door Bell uitgevonden tele foon. Het woord „microfoon" was overigens al van heel wat oudere datum. De ver dienste van Hughes' micro foon schuilt vooral in de prak tische bruikbaarheid, hoe wel deze in onze ogen natuur lijk nog verre van volmaakt was. Zijn microfoon bestond uit een koolstaafje, dat rustte in de groeven van twee stuk jes cokes; door dit losse con tact konden de geluidstrillin gen in elektrische trillingen worden omgezet Handige jon gens, die het enorme terrein van de elektriciteit verken nen, maken nu nog wel eens met enkele spijkers en een stukje blik zelf een microfoon, die grote gelijkenis vertoont met de eerste microfoon van Hughes. (Wordt vervolgd) De directeur van de posterij en der Ver. Naties heeft bekend gemaakt dat 8 april een speci ale V.N.-postzegel zal worden uitgegeven ter herinnering aan het optreden van de politie macht der V.N. in Egypte. De zegel zal verschijnen in de waarden van 3 en 8 dollar cents en draagt het embleem van de politiemacht der V.N. Voor muziekliefhebbers (van jazz bijvoorbeeld) een leuk te kenvoorbeeld. Neger-„drum- mer" (Trommelslager). Wij vertellen er geen bijzonderhe den bij, want je moet je eigen fantasie eens laten gaan en trachten zo iets te tekenen naar eigen inzicht of idee. Des noods een geheel orkestje of „band". 26 maart is het 130 jaar ge leden dat Beethoven is over leden. Toen hij acht jaar oud was, verbaasde hij reeds ieder met zijn vioolspel. Op zijn 16e jaar werd hij naar Wenen gestuurd, waar Haydn, een beroemd musicus hem ver der vormde. Daar, in het brand punt der kunsten, heeft Beet hoven zijn buitengewone gaven ontwikkeld in jaren van on vermoeide studie; door misken ning en rampspoed heen. Want daar h{j zeer arm was, leefde hij bekrompen op een klein achterkamertje. Tengevolge van een verkoud heid, opgelopen in de open lucht, verloor hij het gehoor en later werd hij volslagen doof. Maar toch ging hij door met het scheppen van muziekstuk ken, ofschoon hjj deze niet kon horen uitvoeren. Dat hij daar door niet blijmoedig gestemd was valt te begrijpen en in de muziek van Beethoven hoor je meestal de droeve ondertoon van zijn zonloos leven. De terugslag van zijn ge moed openbaart zich in zijn muzikale denkbeelden, maar werd tot zijn hoogste schoon heid in het slotkoor van zijn Negende Symphonie (muziek stuk).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 13