De familie P. van Uzzel
Royale meerderheid in de
Tweede Kamer voor de
politiewet
Besch
avmgszie
kien
l
Verheugt U
MICROFOON
In het hol van de leeuw
TUNNEL
s
BEETHOVEN
wmmmmmm
Tekencursus
Amsterdamse
Effectenbeurs
ERIC DE NOORMAN
Mont-Blanc
/A
Zakelijk en dus goed Nederlands compromis
mmmm
onder de
Zeldzame postzegel
ZATERDAG 30 MAART 1957
PAGINA 13
Oplossing 16 maart 1957
Horizontaal: 1. emersie; 7. boertig; 13.
m
Schout-bij-nacht L. Brouwer
Oplossing kruiswoordraadsel
van vrijdag
Keerzijde van de medaille: de beschaving
heeft de mens nieuwe ziekten gebracht,
zowel geestelijke als lichamelijke
M3 H tMfKy \7 iïsl EËÊi
imiMSk
Av,'<
frankrijk^-
ITALIË
Deze keer heeft
Pa weer eens een
kryptogram gebrou
wen, en omdat hij
nog moe is van het
vertellen van al
zijn vakantiebeleve
nissen, en omdat U
bovendien Uw kost
bare tijd hard nodig
zult hebben voor
het oplossen van dit
kryptogram, laat hij
het gebruikelijke
verhaaltje ditmaal
maar achterwege.
Doet Uw best. De
omschrijvingen lui
den:
Horizontaal:
8. In een derge
lijke woning
kan het leven
duur zijn.
9. Wat blijft er
over van het
wintersport
voertuig, als er
beslag op wordt
gelegd?
10. Of U het nu van
voren bekijkt, of
vanuit een centraal standpunt, hij
blijft Uw naaste.
12. Op de Blaak in Rotterdam nam de
agent K. de dienst waar.
14. Vindt U het zo vreemd, als een Est
wat varkensbout in voorraad neemt?
18. We hielden een muzikale rust bij dit
Noord-Spaanse riviertje.
21. Toen hief het jonge schaap een
klaagzang aan.
22. Als Han aan 't borrelen slaat.
23. Wat er ook mee bedoeld wordt, voor
beide moet U op Uw tenen passen.
25. Dit kan niet alleen een hamer in
houden, maar ook een aambeeld en
een stijgbeugel.
28. Men zegt, dat de inwoners van dit
Limburgse dorp graag leentjebuur
spelen.
80. Dit symbool van de spreekwoorde
lijke Hollandse zuinigheid is voor
een paar mensen toch altijd nog wel
een voorwerp van spot.
32. De rekenkundige grootheden moet
U op een andere plaats zoeken.
33. Door een deur kwam dit rijtuig de
laan oprijden.
Vertikaal:
1. „Vertrek onmiddellijk naar aat wijn
huis", zei de koning tegen zijn bood
schapper.
2. Els keek heimelijk naar de Est.
3. Gezeten aan de oever van een be
kend kanaal, dronk dit meisje een
Frans apéritif van dezelfde naam.
4. „Ja, ja, ja", zei de Italiaan, „dat van
die Egyptische godin weten we nu
wel."
5. Op een door een constructieverbin
ding aaneengevoegde wagen reed
deze Indische matroos.
6. „Ik ben hier ambtshalve, en andere",
zei ons de bergnimf.
7. In het onderste gedeelte van de ka
chel kunt U een voorjaarsgroenté
vinden.
11. De dwaas meende, dat men met sele
nium en cobalt iemand kan bedwel
men. Neen, daar is heel wat meer
voor nodig, menen wij.
13. Wanneer U deze sport bedrijft, moet
U tegen een stootje kunnen.
14. We zijn hier nog maar voor de helft.
15. Met een oude lengtemaat in zijn
hand ging de rustend hoogleraar naar
M óm' de 'longto van deze Litause
rivier op te meten.
16. Zét dat óorlogsvoértuig maar opzij.
17. Toen grootvader een Engelse lening
aanbood, kreeg hij veel bezoek.
19. Moest Ed helemaal naar die Belgi
sche badplaats, om dat landbouw
werktuig te halen?
20. Een vluchtige gast.
24. Politie te S. doet lugubere vondst in
ketel.
25. We kunnen het er allemaal wel over
eens zijn, dat deze soldaat in zijn
soort een genie is.
26. „Alles wijst erop", zei de detective,
„dat de inbrekers de geldkist van
het café met deze motorboot hebben
weggevoerd."
27. De buit van de dieven bestond uit
een kettingschakel en een kostbare,
oude fabelbundel.
29. Zelfs een Griek, die ver loopt, zal
op den duur last krijgen van dit
voeteuvel.
30. Als een rund naar de lagere school
gaat, moet er wel iets mis zijn met
het onderwijs, maar zolang hij al
leen blijft, is het nog niet zo erg.
31. „Is hij nog altijd niet in aantocht?"
vroeg haar zuster.
Oplossingen op briefkaart in te zen
den tot en met 6 april aan De Tijd, afd.
prijsraadsel, N. Z. Voorburgwal 65, Am
sterdam, met vermelding ouder of jon
ger dan 18 jaar.
28 29
meent; 14. rozet; 15. br.; 17. klas; 18.
eren; 19. ka; 20. ook 22. Epe; 24. bon;
25. leed; 27. anode; 29. semi; 30. idee;
31. idee; 32. eerlang; 35. segment; 37.
lade; 38. agio; 39. stuiter; 42. magnaat;
46. Erin; 48. Indo; 49. deeg; 50. leest; 53.
eter; 54. eer; 56. ent; 58. Epe; 59. km.;
60. nier; 62. ober; 65. t.r.; 66. leges; 67.
reaal; 69. heikant; 70. karbies.
Vertikaal: 1. embolie; 2. em.; 3. rek;
4. sela; 5. Ina; 6. etsen; 7. breed; 8. oor;
9. ezel; 10. ren; 11. t.t.; 12. graniet; 16.
roede; 19. komen; 21. keer; 23. pos; 24.
bede; 26. delling; 27. aandeel; 28. ele
gant; 29. simonie; 33. aat; 34. Ger; 35.
Sam; 36. gig; 39. sedekah; 40. treem; 41.
uier; 43. ante; 44. adept; 45. toreros; 47.
ven; 51. eerst; 52. stork; 55. Riga; 57.
Lear; 60. nek; 61. een; 63. Bea; 64. rab.;
66. li; 68. l.i.
De prijswinnaars zijn: Mej. C. Bosse,
Barteljorisstraat 12, HAARLEM; M.
Geurts, Haarlemmermeerstraat 69, AM
STERDAM; N. Regter, Menneweg 59,
SASSENHEIM.
Oplossingen op briefkaart in te zen
den tot en met 6 april aan 't Kasteel
van Aemstel, afd. prijsraadsel, N. Z.
Voorburgwal 65, Amsterdam, met ver
melding ouder of jonger dan 18 jaar.
VAN 25—29 MAART 1957
laagste hoogste laatste versch
koers koers tijdv. t.o.v.
29 mrt
A.K.U 1901, i 195 195
v. Berkels Pat 171 171% 171%
Van Gelder Z 195 200 200
Hoogovens 296 298 296
Ned. Ka belt 266 271% 269
Philips 248% 253% 253
Unilever 361% 371 370
Wilt Fijenrö 221 223 223%
Kon Petr 177.60 180.20 178.35
Holl.-Am Lijn 165% 167% 166%
K.N.S.M 151% 154% 152
N Scheepv U 174% 179 177
Van Ommeren .277% 282 282
A dam Rubb 79'% 81% 81
H.V.A 87% 92% 90
VerJDeJl Mijen 93 95% 93%
3-3%%Ned '47 86% 87% 86%
3% Inv crt N. 91% 911 91%
3%Ned 1962-64 91% 91% 91A
Omzetten (nominaal):
Vorige week (def.) Aandelen 8
Obligaties 11.504.288.
Deze week (voorl.) Aandelen 9.
Obligaties 9.258.843.
5%
2
0
-I- 1
5%
11%
1%
3.55
2
1%
3%
1%
153.844.
330.356.
De commandant van het oefensmal
deel V, kapitein-ter-zee (tijdelijk com
mandeur) L. Brouwer, is bevorderd tot
schout-bij-nacht. Hij zal, zoals gemeld,
medio april de functie van vlagofficier
personeel aanvaarden als opvolger
van vice-admiraal H. Bos, die in de
cember de Franse vice-admiraal d'esca-
dre L. M. P. A. Sala is opgevolgd als
bevelhebber der zeestrijdkrachten van
de NATO in Centraal-Europa.
HORIZONTAAL: 1. kano; 3. druif; 5. snor;
7. nar; 9. iel; 11. 111.0.; 13. zaal; 15. esse;
16. ik; 17. prei; 19. teen; 21. snaak; 23.
gewin; 27. dan; 28. tafel; 32. as; 33. sop; 35.
r.a.f.; 36. do; 37. oir; 38. gil; 39. li; 41. art;
43. bon; 45. pa; 47. kleed; 49. dom; 51. noria;
53. orgel; 54. aker; 57. otto; 60. nu; 61. tulp;
63. kano; 65. p.s.; 67. nis; 68. lel; 69. lama;
70. kluit; 71. kolf.
VERTIKAAL: 1. kam; 2. onze; 3. dra; 4.
fis; 5. slee: 6. rok; 8. aai; 10. est; 12. op; 14.
land; 15. elan; 16. in; 18. ruw; 20. elf; 22.
aal; 23. ga; 24. es; 25. is; 26. noord; 28. ta
lon; 29. af; 30. ed; 31. l.o.; 34. pit; 35. rib;
39. l.k.; 40. il; 41. a.e.: 42. rog; 44. n.o.; 45.
pi; 46. aa; 48. eik; 49. drop; 50. melk; 52. rat;
54. au; 55. etna; 56. rui; 57. one; 58. tolk;
59. op; 60. nul; 62. l.s.k.; 64. alt; 66. suf.
(Van onze parlementaire redacteur)
De behandeling van de politiewet is
voor de ministers Struycken (binnen
landse zaken) en Samkalden (justitie)
een succes geworden. Met een overwel
digende meerderheid van 106 tegen 4
stemmen is het ontwerp na een debat
van drie dagen aangenomen. Zelfs de
communisten, die over de gehele zaak
geen woord hebben gezegd, stemden
voor. Tot de tegenstanders behoorden
enige die-hards zoals prof. Gerbrandy,
die het niet van zijn hart kon verkrijgen
om dit „tweeslachtig wangedrocht" te
verkiezen boven het nog erger Politie-
besluit van 1945 dat nog altijd geldt. Dat
twee ministers verantwoordelijkheid
gaan dragen voor één enkele zaak kon
prof. Gerbrandy nu eenmaal niet ac
cepteren. De Staatk. Ger. heer Kodde
vond vooral dat de positie van de bur
gemeester nog lang niet voldoende is
geregeld als „de kapitein op het schip
die als het erop aan gaat komen alleen
kan varen". De twee andere tegenstem
mers waren de heren Beernink en
Schmall van de C.H.-fractie. De rest
aanvaardde het compromis. „Een zake
lijk en dus goed Nederlands compro
mis", merkte minister Samkalden op.
Ook voor de Kamer is de strijd over
een reeks wetswijzigingen niet zon
der succes geweest. Van belang kan
vooral zijn een laatste amendement,
dat mr. van Doorn (K.V.P.) nog wist
aan te brengen, als een eerste stap in
de richting van gemeentelijke samen
werking op het gebied van de politie.
Kleinere gemeenten beneden 25000 in
woners, die gesteld zijn op een eigen
gemeentelijk politiekorps, kunnen door
gezamenlijk optreden wellicht in de toe
komst van de rijkspolitie afkomen. De
ministers waren er aanvankelijk erg op
tegen hieromtrent iets in deze organi
satiewet op te nemen, maar zij moesten
wel, omdat de gehele Kamer zich ach
ter het amendement-Van Doorn stelde.
Minister Samkalden vond er iets heel
vernuftigs op. „Ik vind het eigenlijk
toch wel een aanwinst, dat nu in de
wet staat, dat nog een aparte wet nodig
Is, die dat mogelijk zal moeten maken,"
zo merkte hij op en liet het parlement
begaan. Het amendement werd z.h.s.
aangenomen.
De positie van de burgemeesters is
nu ook op vele punten naar de wensen
van de Kamer geregeld. Alleen de ver
antwoordelijkheid voor de opsporing
wordt hen niet met evenveel woorden
toevertrouwd, zoals prof. Oud gaarne
in de wet had willen vastleggen.
Minder vredelievend verliepen de
parlementaire schermutselingen tussen
luit. generaal Calmejjer (C.H.) en de
minister van justitie over de mare
chaussee. Wanneer mr. Samkalden, die
tot het laatst toé met interrupties werd
bestookt, niet zijn tanden had laten zien,
had het debat gemakkelijk enige uren
langer kunnen duren. De heer Calmeij-
er bleek niet te kunnen worden over
reed. De kon. marechaussee is volgens
hem veel van haar taken en bevoegd
heden kwijt nu het wapen welbewust
niet is vermeld als onderdeel van wat
in het algemeen in Nederland tot de
politie behoort.
Voor anderen dan de heer Calmeijer,
die zich het lot van de marechaussee
hadden aangetrokken, was het een reëe-
le tegemoetkoming van de ministers,
dat voortaan niet alleen de minister
van justitie, maar ook die van oorlog
de gevallen zullen bepalen waarin de
marechaussee met opsporing zal wor
den belast.
(Van onze medische medewerker)
oor de vooruitgang
van wetenschap en
techniek heeft de
mens heel wat ziekten
overwonnen en hebben
vele andere hun afschrik
wekkende ernst verlo
ren.
Pest, cholera, waar
aan in vroeger eeuwen
miljoenen Europeanen
j, ten offer zijn gevallen,
om van de volkeren in
Azië en Afrika niet te spreken, komen
ln Europa niet meer voor dank zij hy
giënische maatregelen op het gebied
van waterleiding, vuilafvoer enz.
Malaria was voorheen ook in West-
Europa een gevreesde ziekte die wel
iswaar nog niet uitgeroeid is, maar
in onze streken steeds zeldza
mer wordt.
Tuberculose blijft nog steeds slacht
offers eisen, maar het schrikbeeld dat
de naam van deze ziekte nog niet zo
lang geleden voor ons opriep, is dank
zij de moderne behandelings-metho-
den snel aan het verdwijnen.
De medaille heeft echter als altijd
een keerzijde. De beschaving heeft
de mens nieuwe ziekten gebracht en
een aantal reeds bekende ziekten in
frequentie doen toenemen. Het is nu
eenmaal zo dat een beschaving, gelijk
een rijpe vrucht, ook de kiemen van
het bederf in zich draagt. Beschaving
is een menselijk verschijnsel. De
mens heeft de gave zich ver boven de
status van het dier te verheffen, maar
dit gaat niet vanzelf en slechts tot een
beperkte hoogte. Hetgeen ook weer
menselijk is, want volmaaktheid is
per se bovenmenselijk.
Er zijn tal van factoren die de
groei van de beschaving remmen, zo
als er ook zijn die een beschaving on
dermijnen. Als wij ons bepalen tot de
gezondheid dan is het niet moeilijk
een aantal sprekende voorbeelden te
vinden.
Het aantal zenuwstoornissen is gro
ter dan ooit. Vooral fn een land
als Amerika, waar de „techni-
«che beschaving" zo'n hoge trap heeft
bereikt, .vormt het verschijnsel een
groot probleem.
Opvoedingsproblemen zijn hier ze
ker van grote betekenis. De ouderwet
se opvoedingsmethoden zijn terecht
vaak verlaten, echter zonder dat men
de moderne methoden beheerst. Daar
bij komt, dat er veel meer dan vroe
ger invloeden van buitenaf werkzaam
zijn. Lectuur: tijdschriften, vooral
sommige geïllustreerde tijdschriften
(beeldromans!) radio, televisie, school
vriendjes oefenen een invloed uit, die
grijpelijk de kracht of de moge
lijkheid te hebben alsnog een meer
geschikt beroep te kiezen. Er is mis
schien een kentering gaande, veroor
zaakt door het steeds toenemend te
kort aan hand-arbeiders met de hier
uit volgende hogere geldelijke belo
ning van het werk.
In lichamelijk opzicht is het niet an
ders. Ook hier zijn de gevolgen
van de beschaving niet alleen
maar heilzaam. Verschillende ziekten
die vroeger zeldzaam waren, zijn het
nu helaas niet meer, terwijl er zelfs
nieuwe ziekten zijn ontstaan, die een
gevolg zijn van de vergevorderde
techniek of de moderne levensgewoon-
door de ouders slechts in beperkte ma
te kan worden opgevangen en gericht.
Ten dele kan het ook verklaard wor
den door de steeds hogere eisen die
de maatschappij stelt, o.a. op het ge
bied van bekwaamheid, voornamelijk
in de administratieve sector. Geringe
stoornissen in de ontwikkeling, kleine
aanpassingsmoeilijkheden zullen eer
der aan de dag treden dan in een min
der gecompliceerde, gezapige maat
schappij het geval was.
Voor de arbeiders, wier handwerk
in lang niet alle gevallen zoveel vak
bekwaamheid vereist als vroeger,
geldt dit niet in die mate. De hiermee
verbandhoudende mindere waarde
ring voor het eerzame handwerk be
vorderde echter het streven naar de
baan met de witte boord, hetgeen te
betreuren maar begrijpelijk was. Het
aantal probleem-mensen is hierdoor
echter nog groter geworden. Onder
het lagere kantoorpersoneel zijn heel
wat mensen te vinden, die al of niet
door hun ouders gedreven naar kan
toor zijn gegaan, maar veel meer op
hun plaats zouden zijn in het hand
werk. Zij verafschuwen hun huidige
werkkring, zonder ook al weer be
ten. Zeer actueel is de longkan
ker, in veruit de meeste gevallen
een gevolg van langdurig zwaar ro
ken. Men kan tegenwerpen, dat dit
dan niet zozeer een beschavingsziek
te is, als wel een uiting van verwor
ding van onze beschaving, hetgeen
overigens aan het feit niet af doet.
De maagzweer is een aan
doening die ten nauwste samenhangt
met onze moderne leefwijze en de
hiermee verband houdenden spannin
gen.
Het begrip managerziekte is
weliswaar niet scherp omschreven,
geeft aan dat bij verantwoordelijken
of zij die meer verantwoordir z moe
ten dragen dan waartoe zij in staat
zijn, hart en bloedvaten te zWaar be
last worden.
Obstipatie is een typisch be
schavingsverschijnsel. Primitieve vol
keren hebben nooit last van verstop
ping.
Het gebit van de meeste men
sen verkeert niet in de beste toe
stand, al wordt er gelukkig veel ge
repareerd. De zwakte van het gebit
van de moderne mens is een typisch
beschavingsverschijnsel. St.
48. De mannen zetten zich op het dek en plechtig wordt de pijp gestopt,
waarna Svein Langtand met ware mannenmoed zijn deel van de ceremonie
vervuld. Intussen hebben Masoi's krijgers de oude Cendrach van de loop der
gebeurtenissen op de hoogte gesteld en de oude scheepsbouwer haast zich
zijn vrienden te bezoeken. Alles wordt nu voor het vertrek in gereedheid
gebracht. De piratenschuit is in goede conditie gelukkig, zodat ze daarmee
zonder te grote risico's de overtocht kunnen aanvaarden. Masoi's krijgers zijn
onvermoeid in de weer, leeftocht te verzamelen. De waterzakken worden ge
vuld en dan is het ogenblik van scheiden daar. „Ik ga toch slechts om
terug te keren, Nahenah", zegt Eric tot de oude krijger, die trouw door alle
moeilijkheden heen aan zijn zijde heeft gestaan. „Er is vréugde in mijn hart,
nu ik weerkeer naar mijn vrouw en mijn vrienden naar het verre land over
zee. Maar ook droefheid, want ik laat hier een van de beste en trouwste
vrienden achter, die een man zich maar wensen kan. Hij noemt mij broeder.
Gij zijt waarlijk een broeder geweest voor mij". Het tanige gelaat van de
oude krijger blijft onbewogen als altijd, maar zijn stem heeft een vreemde
trilling, als hij zacht antwoordt: „De goden van de zee mogen u beschermen,
broeder. Gij spreekt woorden, welke ik had willen spreken, maar Nahenah
laat u zonder verdriet thuis, want dit is geen vaarwel, slechts een tot weer
ziens. Gij komt terug, mijn broeder". Ontroerd grijpt Eric de magere bruine
arm. „Groet het grote opperhoofd Mohaka". Dan schepen zij zich in en nage
wuifd door Nahenah, Masoi en allen, die in die korte tijd hun vrienden ge
worden zijn, koersen Eric de Noorman en de zijnen over de brede rivier zee
waarts.... naar huis.
lil
SavVAW-^.W.V.V.V.VA'
De zondag van morgen
brengt vreugde. Brengen de
andere zondagen dat dan niet?
Zijn we soms ergens bedroefd
over? Nee, dat is het nu juist
niet.
Wie een beetje verstand
heeft van de liturgische kalen
der, weet, dat we op het ogen
blik midden in de Vastentijd
zijn.
Die vastentijd, ook wel Qua
dragesima genoemd, is de
voorbereidingstijd voor het gro
te Paasfeest.
Zes zondagen zijn er in die
vastentijd.
Je hebt de namen allemaal
wel eens gelezen: de eerste,
tweede, derde en vierde zon
dag van de vasten. Dan Passie
zondag en als laatste Palmzon
dag.
Wie nog beter de liturgie
volgt, weet ook, dat het mor
geit'de" vierde zondag van-de
vasten is. Dus de middelste
van de zes en daarom zijn we
morgen halfweg Quadragesi
ma. En dat feit nu, dat we
de helft van de voorbereiding
op het grote Paasfeest gehad
hebben, is voor de Kerk reden
om een vreugdelied aan te hef
fen.
Laetare, Jeruzalem! zingt de
de Kerk morgen. Verheugt u
Jeruzalem.
We moeten morgen dus blij
zijn; vol vreugde met de Kerk
meezingen, omdat we al zo
dicht het Paasfeest naderen.
Omdat de helft van de voor
bereidingstijd, de helft dus van
de Vasten voorbij is.
Maarals we dat werke
lijk vol vreugde zullen bidden,
moeten we ons toch ook even
heel stil afvragen:
Wat hebben we gedaan in
deze eerste helft van de vasten?
Hebben we ons werkelijk een
klein beetje op dat grote feest
van Pasen voorbereid.
Hebben we iets gedaan? Zijn
we door de week een keertje
meer naar de kerk geweest?
Zijn we thuis een beetje ge
hoorzamer geweest?
O jaer zijn heel wat jon
gens en meisjes, die in deze
dagen veel vlugger de bood
schappen voor moeder gedaan
hebben.
Heel veel meisjes zijn extra
lief geweest voor de kleintjes
thuis. En de jongens: veel min
der dan anders hebben ze ge
plaagd.
O, er is nog zo veel te doen.
Dat moet je allemaal zelf
maar bedenken. Daar praat je
eigenlijk met niemand over.
Dat doe je!
Geen zin om je les te leren?
Je werk te maken? Toch doen!
Goed doen! Omdat het vasten
is. Omdat je in deze prachtige
tijd ook eens een offertje bren
gen wilt.
En dat zijn allemaal dingen,
waarmee een ander niets te
maken heeft. Dat is juist het
mooie er van.
Natuurlijk voel je, dat het
moeilijk is, om al die goede
dingen te doen. Maar dat is
ook de bedoeling. Dan begrijp
je ook goed, wat de Kerk mor
gen zingt: „Ik ben verheugd
over hetgeen tot mij gezegd is:
naar het huis van de Heer zul
len wij gaan."
Dan ga je echt blij de vol
gende drie weken tegemoet, om
aan het eind daarvan een heer
lijk Paasfeest te vieren.
Wapen van de spiegel achterzijdevan de „Royal Charles", het
admiraalschip van Engeland, dat De Ruyter bij Chatham heeft
veroverd. Dit houtenwapen en de grote scheepslantaarns zijn
in het Rijksmuseum te Amsterdam te bezichtigen.
Gletscherveld op de Mont
Blanc
(Slot)
„Dat zullen we de Engelsen
vergelden," zei Johan de Witt.
„We zullen hun laten zien, wat
we durven. We gaan hen in
hun eigen land een bezoek
brengen."
Het gevolg van dit besluit
werd de roemrijke tocht naar
Chatham.
Onder bevel van Michiel
Adriaanszoon de Ruyter stak
de Nederlandse vloot de Noord
zee over, regelrecht naar de
mond van de Theems.
Och, och, wat veroorzaakte
deze komst een schrik en angst
in Engeland. Een Hollandse in
vasie in juni van het jaar 1667.
Wie had dat durven denken?
De Engelsen bedachten van
alles om het dreigend gevaar
te weren. Schepen liet men in
de mond van de Theems zin
ken. IJzeren kettingen werden
van oever tot oever gespannen.
De forten langs de monding
werden extra bemand.
Het bleek allemaal vruchte
loos. De Hollandse vloot, onder
de geestdriftige aanvoering
van De Ruyter, was niet tegen
te houden.
Hij had zijn Admiraalschip
„De zeven Provinciën" verlaten,
om in een sloep dichter bij de
andere strijdende schepen te
kunnen komen en zo zijn man
nen aan te vuren. De ijzeren
kettingen werden stuk geva
ren. Engelse schepen stonden
weldra in vlammen. Londen
raakte in angst.
Vele voorname lieden maak
ten zich reeds klaar, om de
stad te verlaten, als de Hol
landers soms naar de hoofd
stad mochten oprukken.
Maar zover gingen de plan
nen van de onzen niet. We wil
den alleen maar even duidelijk
protesteren tegen de zinloze
vernieling van onze vissers
vloot bij Terschelling. Tenslot
te maakten de Hollanders zich
meester van twee grote En
gelse schepen, die in de
Theemsmond lagen. Zo, voor
de ogen van de Engelse solda
ten, kaapten we de Royal
Charles en de Unity weg en
voeren daarmee in triomf te
rug naar het vaderland.
Wat een vreugde heerste er
in ons land, toen de vloot van
deze tocht naar Chatham zo
glorieus terugkeerde.
De Ruyter was de man.
Overal werd hem grote hulde
gebracht.
Nog in hetzelfde jaar kwa
men de Engelsen naar Breda
om vrede te sluiten.
De veroverde schepen wer
den in de Zeeuwse wateren op
geborgen. Daar lagen ze als
teken van triomf, maar ook
als een ergernis voor de En
gelsen. Ze probeerden de sche
pen weer te veroveren. Maar
dat lukte niet. Ten einde raad
besloten ze de schepen maar
te vernielen. Het lukte hun ze
in brand te steken.
Maar wie nu het Rijksmu
seum in Amsterdam bezoekt,
vindt daar nog een stukje van
de voorsteven van de Royal
Charles, met naam en wapen.
Als een blijvende herinnering
aan de tocht naar Chatham.
In hetzelfde museum prijkt
pok een prachtige beker, die
de Staten van Nederland De
Ruyter aanboden, als blijk van
dankbaarheid voor zijn roem
rijk optreden.
Nog vele malen na deze ge
beurtenis heeft De Ruyter de
zeeën bevaren en de naam van
Holland hoog gehouden. In
april 1676 sneuvelde hij in de
strijd tegen de Fransen. Van
Syracuse werd zijn lijk naar
Nederland gebracht en daar
met veel praal begraven in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam.
24 maart 1607 was hij in Vlis-
singen geboren; dat is dus dit
jaar 350 jaar geleden.
Michiel Adriaanszoon de
Ruyter: een van de grote man
nen van de Gouden Eeuw!
Het plan voor de langste tun
nel van de wereld nadert nu
snel zijn uitvoering nu het is
aangenomen door het Franse
parlement. Reeds in maart 1953
werd het tunnelplan door de
Italiaanse en Franse regerin
gen goedgekeurd. De weg door
het hart van de Mont-Blanc, de
hoogste berg van Europa met
a asm
ril* llRQm
TUNNEL PLAN
Kaartje vna het tunnelplan
zijn meer dan 4800 m„ zal be
staan uit een 12,5 km lange
tunnel die 72 miljoen zal gaan
kosten. De tunnel zal vlak bij
de grens van Zwitserland ko
men te liggen. Een verbinding
door de Mt.-Blanc zal voor het
verkeer de grote betekenis heb
ben dat men niet meer 530 km
om behoeft te rijden om van
Frankrijk naar Zwitserland te
komen. De tunnel zal korter
zijn dan de spoorwegtunnels
door de Alpen, ongeveer 11.900
meter tegen 15.003 meter van
de sint Gothard en 19,823 me
ter van de Simplon. Door zijn
ligging op matige hoogte
(1203 meter) is de toegang in
ieder jaargetijde gewaarborgd,
door het aanbrengen van be
schermingsgangen tegen lawi
nes.
Als men met de tunnel zal
beginnen kan deze binnen 35
jaar gereed zijn. Het boren
van de tunnel zal van twee
kanten tegelijk geschieden en
de werkploegen zullen worden
uitgerust met lorries waarop 14
boren gelijktijdig kunnen wor
den gebruikt. In het midden
van de tunnel zullen de Itali
aanse en de Franse werkploe
gen elkaar ontmoeten en op dat
moment zal het hart van de
hoogste berg van Europa zijn
Naast de krant, het g e-
schreven woord, da
gelijks over de gehele we
reld verschijnend in een op
lage van 225 miljoen exem
plaren kennen we het
elektrische woord, dat
door middel van 257 miljoen
over de ganse aardbol in ge
bruik zijnde radio-ontvangtoe
stellen tot het publiek komt.
Een man, die voor het elek
trische woord van even gro
te betekenis is geweest als
Laurens Janszoon Coster en
Johann Gutenberg de uit
vinders van de boekdrukkunst
voor het gedrukte woord,
is Hughes. Er is maar één
verschil. Velen van jullie heb
ben wel eens gehoord van
Coster en Gutenberg, doch
de naam van David Edward
Hughes is voornamelijk
slechts bij ingewijden bekend.
Hughes, die 125 jaar geleden
in Engeland werd geboren, is
de uitvinder van dé microfoon,
dat kleine, in wezen eenvoudige
apparaatje, zonder hetwelk de
radio in zijn huidige vorm on
mogelijk zou zijn. Maar zonder
microfoons zouden wij ook niet
kunnen telefoneren, zonder mi
crofoons zouden alle versterker
installaties zwijgen, zonder de
ze kleine maar toch precieu
ze instrumentjes zouden wij al
leen nog maar stomme films
kunnen aanschouwen en zouden
slechthorenden het nog steeds
zonder elektrische hoorappa-
raatjes moeten stellen om
slechts de meest verbreide toe
passingen van de microfoon te
noemen.
Een interessante, veelzijdige
figuur, deze Hughes, die op 16
mei 1831 in Londen het levens
licht aanschouwde. Toen hij ze
ven jaar was, verhuisden zijn
ouders naar de Verenigde Sta
ten. Op negentienjarige leeftijd
kreeg hij al dank zij zijn mu
zikale aanleg een benoeming
tot professor in de muziek aan
het College in Kentucky en
daar ontwikkelde de jonge le
raar zich tot uitvinder van
meer dan gewone begaafdheid.
Hij legde zich toe op de studie
van klanken, hetgeen hem la
ter zou leiden tot uitzending en
versterking van klanken. In
1856 nam hij patent op een
naar hem genoemde druktele-
graaf, die zelfs nog vele jaren
doorbroken. Het juiste aantal
auto's dat van de tunnel ge
bruik zal maken is uiteraard
niet bekend. Sommige bereke
ningen spreken van 350 auto's
per uur op de drukke momen
ten.
De uitlaatgassen van de auto's
vormen een speciaal probleem
daar men voor 100 auto's per
twintig minuten een hoeveel
heid verse lucht nodig heeft
gelijk aan de gehele inhoud van
de tunnel! Bij de ventilatie van
de tunnel wil men gebruik
maken van het natuurlijke
„doortochten" van de tunnel,
aangevuld met het werk van de
ventilatoren. Onder de rijbaan
komen de voorzieningen voor
de werking van de tunnel. Uit
de hoogte van de tunnel blijkt
duidelijk dat de grootste vracht
wagens gebruik zullen kunnen
maken van de verbinding. De
verlichting van de tunnel zal
bestaan uit „daglicht", terwijl
hij zal worden voorzien van fo
to-elektrische cellen, die iede
re verkeersopstopping automa
tisch aan de centrale controle
post zullen doorgeven.
na zijn dood (22 januari 1900)
op grote schaal in Amerika en
Europa zou worden gebruikt.
Ook op andere gebieden was
hij werkzaam.
Maar zijn naam zal toch
vooral tot in lengte van jaren
voortleven, omdat hij de uit
vinder van de microfoon is.
In 1878 slaagde hij er name
lijk in deze een praktisch
bruikbare vorm te geven, het
geen in die dagen van groot
belang was voor de verdere
ontwikkeling van de in 1876
door Bell uitgevonden tele
foon. Het woord „microfoon"
was overigens al van heel
wat oudere datum. De ver
dienste van Hughes' micro
foon schuilt vooral in de prak
tische bruikbaarheid, hoe
wel deze in onze ogen natuur
lijk nog verre van volmaakt
was. Zijn microfoon bestond
uit een koolstaafje, dat rustte
in de groeven van twee stuk
jes cokes; door dit losse con
tact konden de geluidstrillin
gen in elektrische trillingen
worden omgezet Handige jon
gens, die het enorme terrein
van de elektriciteit verken
nen, maken nu nog wel eens
met enkele spijkers en een
stukje blik zelf een microfoon,
die grote gelijkenis vertoont
met de eerste microfoon van
Hughes.
(Wordt vervolgd)
De directeur van de posterij
en der Ver. Naties heeft bekend
gemaakt dat 8 april een speci
ale V.N.-postzegel zal worden
uitgegeven ter herinnering aan
het optreden van de politie
macht der V.N. in Egypte. De
zegel zal verschijnen in de
waarden van 3 en 8 dollar
cents en draagt het embleem
van de politiemacht der V.N.
Voor muziekliefhebbers (van
jazz bijvoorbeeld) een leuk te
kenvoorbeeld. Neger-„drum-
mer" (Trommelslager). Wij
vertellen er geen bijzonderhe
den bij, want je moet je eigen
fantasie eens laten gaan en
trachten zo iets te tekenen
naar eigen inzicht of idee. Des
noods een geheel orkestje of
„band".
26 maart is het 130 jaar ge
leden dat Beethoven is over
leden.
Toen hij acht jaar oud was,
verbaasde hij reeds ieder met
zijn vioolspel.
Op zijn 16e jaar werd hij naar
Wenen gestuurd, waar Haydn,
een beroemd musicus hem ver
der vormde. Daar, in het brand
punt der kunsten, heeft Beet
hoven zijn buitengewone gaven
ontwikkeld in jaren van on
vermoeide studie; door misken
ning en rampspoed heen. Want
daar h{j zeer arm was, leefde
hij bekrompen op een klein
achterkamertje.
Tengevolge van een verkoud
heid, opgelopen in de open
lucht, verloor hij het gehoor
en later werd hij volslagen
doof.
Maar toch ging hij door met
het scheppen van muziekstuk
ken, ofschoon hjj deze niet kon
horen uitvoeren. Dat hij daar
door niet blijmoedig gestemd
was valt te begrijpen en in de
muziek van Beethoven hoor je
meestal de droeve ondertoon
van zijn zonloos leven.
De terugslag van zijn ge
moed openbaart zich in zijn
muzikale denkbeelden, maar
werd tot zijn hoogste schoon
heid in het slotkoor van zijn
Negende Symphonie (muziek
stuk).