Oud-Berkenroede behoudt ook
als bedrijfspand zijn voorname allure
1
Waar eens joffers, deftig aan
gedaan, schreden, zullen nu
ateliermeisjes werken
Geslaagd concert
door „Haerlem"
De Haarlemse Bloemen] ongens treden
maandag voor het eerst op
TAXI inooo
NAAIMACHINES
DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL
H'
Prachtig ideedat de Bloemenstad
alle eer zal aandoen
Lied der Haarlemse
bloemenjongens
Érg/*
Van Deursen's Speciaalzaak
ZATERDAG 30 MAART 1957
PAGINA 3
„Wij laten aan onze linkerhand Oud-Berkenroededat zich tot
aan de Leydsche Vaart uitstrekt. Hoe weinig menschen ontmoeten
wij in deze aangenaame lommer, een of twee wagens zijn ons
voorbij gereeden, dat zal het zijn", aldus spreekt Karei tot Suzanna
op een van zijn wandelingen die in „Hollands Arkadia" (uitgave
Loosjes) ons het jaar 1804 in herinneringen brengen. De meest
geliefde wandeling die de Haarlemmers in de vorige eeuw maakten
liep langs de herbergen „Out Roomen" (bij de Blauwe Brug) en
„De Emmaüsgangers" (waarnaar het Emmauslaantje bij het
H.F.C. terrein genoemd is) naar „De Dorstige Kuil" hetgeen
dorstige keel betekent aan de Heerenweg. Laatstgenoemde uit
spanning verhuisde later naar de Koediefslaan. Het typische pand
van die naam, thans als woonhuis gebruikt, brengt ons deze wan
deling nog voor de geest. Langs „lommerijke dreeven" keerde men
verkwikt, d.w.z. de dorst gelest!, weer huiswaarts
Veelbetekenend verschil van een letter „e
tussen Berkenroede en Berkenrode
Proces
om een
letter
Bouwheren en bewoners
Verkeersplein
Eigen Bloemenlied wordt gezongen ten aanhore
van B. en W.
Dertig talen
-
Bloemenlied
ENGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444
„De jeugd vliegt uit"
Katholieke Sociale
Jeugdzorg
Programma
VOOR BÉTERE
POOTAARDAPPELEX
ZANDVOORT
Politie treft verre
gaande maatregelen
Wie heden ten dage even onbekom
merd als toen die dreven zou betre
den, zal het punt van uitgang minder
rustig kunnen zoeken. Drie duizend
auto's passeren per uur de Heerenweg,
dat is iets meer dan de een of twee
landauers van één p.k.Het is nu uit
kijken geblazen, doch wie bij voorkeur
niet de spitsuren opzoekt, kan toch nog
door het schone van de streek bekoord
worden.
Waar men vroeger de terugweg aan
ving lag en ligt nog steeds het onvol
prezen Oud-Berkenroede, dat
laatstelijk als rusthuis dienst heeft ge
daan en in enigszins vervallen staat
ongeveer een jaar geleden werd aan
gekocht door de firma Laimböck, die
eind 1945 in het aangrenzenden Ber
kenrode haar handschoenenindus
trie vestigde. Met dezelfde piëteit
waarmee deze firma het uiterlijk van
laatstgenoemd buiten wist te handha
ven, heeft zij ook een stijlvolle restau
ratie bewerkstelligd van Oud-Berkenroe
de, waarin de machines zullen ratelen
van Laimböclts dochteronderneming,
Brentano's Tricotage. Gebreide hand
schoenen, scooter-mutsen en shawls zul
len u niet zo gauw aan een oude bui
tenplaats doen denken. De meisjes die
ze vervaardigen doen dit evenwel in een
historische omgeving. De lichte werk
ruimten, de praktische outillage, de mo
derne kantine en het comfort zouden
zelfs hen dit doen vergeten.
Oud-Berkenroede heette aanvankelijk
Oud-Berkenrode. Een kwestie van uit
spraak zullen sommigen denken of een
gewilde reminiscentie aan het verleden.
Niets is minder waar dan dat. Om die
simpele letter „e" is een langdurig pro
ces gevoerd waarvan de zin alleen is te
vatten, als wij de volgende historische
bijzonderheden vermelden. Het was Flo-
ris V, die reeds in 1287 aan Jan van
Haarlem een stuk groid „dat die Ber
kenrode heyt" in leen gaf. In 1691 streft
de laatste telg der Berkenrodes, het
vermaard geslacht dat zulk een voorna
me rol in Haarlems geschiedenis speel
de. Dit heeft de merkwaardige figuur
opgeleverd, dat de titel en het
vruchtgebruik van de Ambachts
heerlijkheid aan burgemeester Trip van
Amsterdam werden nagelaten terwijl
een verre- achterneef, de heer Lesteve-
nón, ambassadeur aan het Franse hof,
zich indeeigendom mocht verheu
gen. Die vreugde verkeerde echter in
gramschap toen bleek dat de „Wei-Ede
le Groot Achtbaare Mr Johan Trip"
Heer van Berkenrode, zich néést Ber
kenrode ging vestigen en zijn huis Oud-
Berkenrode doopte. De weledelgroot-
achtbare deed inderdaad iets onoir-
baars. Hu meende met de titel ook
de rechten op de naam van h et
h u s te verwerven, wel zeer in tegen
spraak met de hooggestemde lof die
een zekere J. Lindenbergh deze gloed
nieuwe heer van Berkenrode toezwaait:
„De waarheid en gerechtigheid bekrans-
Vw dierbaar hoofd met heilige laurier
Dat straalen schiet als 't heerlijk zonne-
vier"
Die lauriertak heeft de heer Les-
tevenon toch niet de kroon van het
hoofd kunnen stoten. De beide erf
genamen hebben, na eindeloos gehar
rewar, waarbij de advocaten naarstig
hun rekeningen uitschreven, de zaak
in der minne geschikt, waarbij de heer
Trip de naam van zijn huis in dier
voege wijzigde, dat hij er een letter
„e" tussenplaatste.
Voor de buitenstaander blijft deze
naam echter misleidend, hetgeen o.
m. blijkt uit een hierbij afgedrukte
prent uit 1797, waarvan de ontwerper
meent met de heerlijkheid Berkenro
de van doen te hebben.
Over de bouwheren is minder bekend
dan over de bewoners. B(j huize het
Manpad waarmede Oud-Berkenroede in
stijl zo opvallend veel gemeen heeft
zeer onlangs eveneens geheel gerestau
reerd wordt alleen melding gemaakt
van een Meester Metselaar en Meester
Timmerman. Die metselaars en tim
merlieden behaalden geen architecten
diploma's maar zij bouwden burchten
en behuizingen die door hun onmisken
bare schoonheid en allure een blijvend
teken vormen van kennis en kunde. La
tere veranderingen zijn Oud-Berkenroe
de nog ten goede gekomen. De uitbouw
en het dak bewijzen dit.
Zowel het ex- als interieur kreeg na
aankoop door de firma Laimböck een
grondige herziening. De lantaarns die
de ingang flankeren geven daarbij het
geheel ook 's avonds een eigen bekoring.
De bezitting zal gelukkig ook als
woonhuis gebruikt worden. Kamers en
ontvangstzaal verkrijgen hun oude luis
ter. Bij het zien van de vitrage worden
w(j dus niet beetgenomen door een loze
fagade-versiering. Door de bedrijfslei
ding zal het linkergedeelte betrokken
worden. Zodra dat is geschied zal de
familienaam Croon opnieuw aan deze
grond verbonden zijn, want wonderlijker
wijs droeg de schout uit de tijden van
het proces, toen Berkenrode nog een
zelfstandige gemeente vormde (eerst in
1856 door Heemstede geannexeerd) de
zelfde naam. Daar de portier in het
zelfde pand huisvesting krijgt, behoeft
ook hij niet op de wachtlijst van wo
ningzoekenden te staan.
De laatste bewoner van het buiten
vooraleer het als pansion werd inge
richt was de heer Kaars Sijpe-
steijn, overleden in 1934. Het is een
langzamerhand ingeburgerde overtui
ging dat de eertijds zo genoemde „opge
zetenen" van buitenplaatsen alleen
maar aan zichzelf dachten. Dat wij aan
die opgezetenen onze tientallen hofjes
en vaak kapitale weeshuizen danken,
dat er nog iets anders was dan alleen
de zakelijke verhouding werkgever
werknemer, wordt in onze tijd maar al
te graag vergeten. Toch bewijst de be
kende garage Tromp aan de Zandvoort-
se Laan, dat het tussen die rijke en de
knecht nogal meeviel. Kaars Sijpesteijn
liet zpn chauffeur de wagens na en te
vens de gelegenheid in de monumentale
garage van het buiten een zelfstandig
bedrijf te stichten. Die chauffeur heette
Tromp.
We zouden de onvolledigheid van dit
artikel teveel accentueren door niets over
de tuin te vermelden. Leonard Sprin
ger, de bekende tuinarchitect, noemt
het park achter het huis een der eerste
voorbeelden in ons land waar de zoge
naamde landschapsstijl werd toegepast.
Zoals Karei aan Suzanna reeds vertel
de strekte het terrein zich uit tot aan
de Leidse Vaart, was de grond nog niet
verkaveld tot bollenland en later als
bouwterrein. Wat de overturn betreft,
deze lag tussen de Koediefslaan en het
gesloopte Bos en Hoven.
Prent van Oud-Berkenroede uit het
jaar 1797. Rechts ziet men de te
genwoordige garage Tromp, die in
werkelijkheid verderaf is gelegen.
De zware iepen ontbreken nog,
niet de schuine palen langs de
rijbaan. (Intussen is het merkwaar
dig, dat het origineel van deze
prent tot onderschrift heeft de
naam Berkenrode, waaruit blijkt,
dat ook de vervaardiger van de
prent dit huis verwart met het
stamslot van de Ambachtsheer
lijkheid).
In de gemeentelijke concertzaal con
certeerde vrijdagavond het symfo
nie-orkest „Haerlem" onder leiding
van Marinus Adam. Dit orkest bestaat
uitsluitend uit amateurs en is één van
de ensembles, die, zij het soms met
grote inspanning, op redelijke wijze hun
hoofd boven water kunnen houden. Hoe
moeilijk dit soms kan zijn, weten u het
best de insiders te vertellen, die recht
streeks in de bestuursaangelegenheden
betrokken zijn. Ook voor een dirigent
kost het soms ongewone inspanning en
volhouden, om tot behoorlijke resulta
ten te komen. Vanuit dit licht bekeken
kan het concert van „Haarlem", goed
geslaagd genoemd worden. Het was
daarom dubbel jammer dat de publie
ke belangstelling vrijdagavond zo ge
ring was. Een vereniging als deze moet
het vooral hebben van de belangstel
ling op de concerten.
Marinus Adam had dit keer weder
om een interessant programma samen
gesteld. De hoofdschotel van het pro
gramma werd gevormd door Mendels
sohn's vioolconcert, met Jean Louis
Stuurop als solist, en de na de pauze
gespeelde tweede symfonie van Svend-
sen.
Na een verzorgde uitvoering van een
ouverture van Bnïeldieu, klonk het
voor mij onbekende werk „Pavane"
voor koor en orkest van Gabriël Fauré.
Het Haarlems Operakoor „II Trovato-
re" was niet geheel notenvast, hetgeen
niet verhinderde dat dit mooie
werk van Fauré toch de aandacht trok
als compositie. Jean Louis Stuurop, de
jonge violist heeft een boeiende weer
gave van Mendelssohns onvolprezen vi
oolconcert geschonken. Zijn tempi wa
ren van dien aard dat alles doorzichtig
bleef en het orkest werd zodoende de
gelegenheid geschonken de in wezen
zeer moeilijke begeleidingspartij, zo goed
mogelijk te realiseren, al was dan nog
niet alles geheel gaaf.
Met de uitvoering van Svendsen's
tweede symfonie heeft „Haerlem" veel
eer ingelegd. Dit werk werd grotendeels
goed beheerst, waardoor ook aandacht
kon worden geschonken aan dynami
sche afwerking. He* is goed gezien van
Marinus Adam, deze muziek, die men
zelden of nooit op de concerten hoort,
door een ensemble als „Haerlem" te
laten spelen. Het moge waar z(jn dat
bepaalde invloeden var romantische
componisten er in merkbaar zijn, maar
wat geeft dat eigenlijk. Het is goed
klinkende muziek, die door amateurs
valt te realiseren. Het publiek heeft
solist, koor. dirigent en orkest een wel
verdiend applaus niet onthouden.
J. L.
Naar w(j vernemen, staat Haarlem maandag een nieuwe attractie te
wachten, welke zonder twijfel door vreemdeling en burger met groot
enthousiasme begroet zal worden. Haarlem maakt maandag voor het
eerst kennis met rasechte Bloemenjongens, die voorlopig de oude bin
nenstad zullen frequenteren om de straatgangers te verrassen met een
bloem.
Misschien denkt de aandachtige lezer, dat een dergelijke actie maar een
grapje is. Hij denkt zelfs spitsvondig te zijn door op te merken, dat Haar
lem toch al Bloemenmeisjes heeft, die toch altijd meer charme bezitten
dan een stel jongens. Maar diezelfde lezer vergist zich schromelijk. Morgen
immers vertrekken onze meisjes voor een paar dagen naar Londen, en dat
betekent, dat Haarlem haar fleurige aanwezigheid moet missen.
De jongens gaan nu hun plaatsen innemen en zullen een interessant
programma afwerken, dat het optreden van de meisjes misschien in de
schaduw zal stellen. Dat zulks mogelijk is, is op de eerste plaats te danken
aan het energieke initiatief van de heer C. van Gink, eertijds de volijverige
directeur van „Haarlems Bloei".
Ferme jongens, stoere knapen,
Haarlem is op jullie trots;
met wat haartjes op je slapen,
jongens toch, wat is dat knots.
Nu de straat op met je bloem,
Haarlems roem, Haarlems roem. bis
Wat een jongens, wat een kerels,
wat een flinkerds in rood-wit:
ja, zij zingen als de merels,
o wat hebben zij een pit.
Naar de Marrekt. één-twee-hop
wat een mop, wat op mop. bis
Zie ze lachen, zie ze zingen,
onze jongens, fors en fier:
hoor ze dapper ademhalen,
ze doen het uit pleiner.
Bloemen hier en bloemen daar
dan is 't klaar, dan is 't klaar. bis
Ga zo voort nu, ferme knapen,
Haarlems toekomst, dat ziit gij:
wij gaan lekker, lekker slapen
Haarlem staat aan jullie zij-
Naar den vreemde, kom schiet
op,
hals over kop, hals over kop. bis
begon allemaal zo heel gewoon.
Van Gink liep in de Haarlem-
Het
De heer
merhout te wandelen "en luisterde naar
het lente-lied van de vogels.Onderwijl
peinsde hij over de gouden tijd, toen
er nog innerlijke bloei zat in Haarlem
en men de vreemdelingen niet uit hun
land lokte, maar rustig wachtte, tot zij
op eigen initiatief naar Haarlem kwa
men.
En nog altijd peinzend vroeg hij
zich af, waarom er nu altijd Bloemen-
meisjes moesten zijn, en de j o n-
g e n s geen kans kregen. Op dat mo
ment ontmoette hij professor Jan Bron-
ner, die juist een kijkje was gaan ne
men in de Kleine Hout, waar waar
schijnlijk nog vóór de volgende eeuw
wende Hildebrand en diens Camera-
figuren een plaatsje zullen krijgen.
Hoe gaat dat? De twee wandelaars
geraakten in gesprek en de heer Van
Gink legde zijn professorale gezel zijn
probleem voor. Hij was aan het goe
de adres. De professor herinnerde
hem er aan, dat de Bloemenmeisjes
toch een paar dagen naar het oude
Albion zouden gaan, en waarom die
tijd niet gegund aan de jongens om
te laten zien, dat zij als ambassa
deurs beter waren dan de meisjes.
En toen was de zaak gauw bekeken.
Met zijn nog steeds vitale energie or
ganiseerde de heer Van Gink. na pro
fessor Bronner vluchtig bedankt en ge
groet te hebben, een comité van nota
bele Haarlemmers en via verschillen
de subcommissies was er slechts wei
nig tijd nodig om een korps jongens
samen te stellen, die niet alleen der
tig talen vloeiend spraken, maar ook
representatief genoeg bleken om de
naam van Haarlem waardig en hoog te
houden.
Het comité mocht daarbij de selec
tieve steun ontvangen van de rectoren
der Haarlemse middelbare scholen
(langs deze weg worden zij alsnog
hartelijk bedankt) en het probleem van
de bloemen werd spoediger opgelost dan
men in zijn stoutste verwachtingen had
durven dromen. Wethouder A. J. M.
Angenent, onder wie de Dienst van
Hout en Plantsoenen ressorteert, ver
leende royaal zijn steun en keurde goed,
dat alle bloemen uit de Parklaan ge
plukt zouden worden.
„Er komt daar toch kermis," was
zijn overweging. Niet minder dan 10.000
bloemen krijgen de jongelui zodoende
tot hun beschikking.
Dan was er nog de kwestie van de
kleding. Na rijp beraad kwam een der
comitéleden op het verrassende idee
de jongens in het rood-wit te steken.
De Haarlemse kleuren, voegde hij er
Nog gevangen in een winters beeld staat „Oud-Boekenroede" een paar honderd
meter buiten de Herenweg te Heemstede. Ondanks het feit, dat het Buiten dienst
baar is gemaakt aan het zakenleven, heeft het juist, dank zij de zakenman, zijn
oude glorie en waardigheid bewaard.
Aaverten ttt
veelbetekenend toe. Zijn vondst werd
met applaus begroet. De jongelui zul
len nu gestoken worden in wit over
hemd en rode pantalon. Als een soort
certificaat krijgen zij op hun overhemd
een paars embleem met de letters
V.V.V. (Vicit Vim Virtus). Hoofddek
sels zullen uit den boze zijn.
Minstens even origineel was de ge
dachte om de jongens een eigen bloe
menlied mee te geven, dat bij tijd en
wijle (en natuurlijk ijs en weder die
nende) gezongen zou kunnen worden.
Een befaamd Haarlems dichter en
vanzelfsprekend een Haarlemse compo
nist werden in de arm genomen, en
zij slaagden er in binnen uitzonderlijk
korte tijd een lied te vervaardigen, dat
aan alle eisen voldeed: populair, ge
makkelijk in het gehoor liggend en le
vendig. De opmerking, dat de melodie
veel overeenkomst vertoonde met een
liedje uit onze schooljeugd, werd af
gewimpeld met de verklaring, dat juist
daardoor onze verbondenheid met het
verleden een speciaal accent krijgt. Het
comité was vooral enthousiast over het
herhaalde „bis" in de tekst. Inmiddels
is het lied vertaald in het Grieks, La-
Heden ten dage kunnen de bewo
ners en de ateliermeisjes nog op acht
duizend vierkante meter natuur neer
zien. Iets van de oude glorie zal hier
aan worden teruggeschonken. De twee
maal drie iepen vormen een fraaie
oprit. De bomen vooraan rechts be
nevens de bollenschuur op de hoek
van de Zandvoortse Laan belemme
ren vanuit Haarlem echter ernstig
het zicht. Wellicht verdwijnen deze,
wanneer het verkeer ter plaatse meer
ruimte moet krijgen: plannen die
ieder jaar opnieuw de tongen in be
weging brengen. Wij zullen dan een
riant plein rijker zijn. Bij uitzonde
ring nu eens dénk zij' het verkeer
maar niet het laatst ook dank zij
Oud-Berkenroed e
J. A. Bomans.
Advertentie
Alle merken - dus ruime keuze
Ter gelegenheid van de Boekenweek
wordt dinsdag 2 april in gebouw Sint
Bavo te Haarlem een avond georgani
seerd gewijd aan de familie De Wit,
een van onze radio-hoorspelgezinnen.
Enny Mols-de Leeuwe, voordrachtskun
stenares, zal de figuren laten leven. Jan
de Vries, auteur van het hoorspel, zal
hierover vertellen. Een inspeciënt zal
de geluidstechniek toelichten. De avond
wordt georganiseerd door de Haarlem
se boekhandelaren J. H. de Vries en H.
de Vries, onderscheidelijk neef en broer
van de auteur Jan de Vries, en zal om
acht uur aanvangen.
In de kapel van het Romana-huis Kou-
denhorn 34 zal zondag de jaarlijkse Aan
biddingsdag worden gehouden. Alle
vrienden en medewerkers worden met
aandrang verzocht die dag enkele ogen
blikken bij het Allerheiligste te komen
bidden, om Gods zegen voor dit zeer
urgent stadsapostolaat af te smeken.
Bloemen voor de versiering van het al
taar worden vandaag dankbaar aan
vaard.
Maandag 29 april zal de 223ste alge
mene vergadering gehouden worden van
de Koninklijke Algemeene Vereeniging
voor Bloembollencultuur, 's morgens om
half elf in de tuinzaal van het Gemeen
telijk Concertgebouw te Haarlem.
Welk onderwerp zal ik vandaag
aansnijden? Een collega advi
seerde mij een oogje te wa
gen aan de Bloemenmeisjes. Ik heb
zijn suggestie in de lentewind ge
slagen, temeer daar de rood-witte
juffers maandag toch in Londen
onthaald worden en in Haarlem
verstek zullen laten gaan. Of zou
die Engelse reis soms een 1 april
grap zijn? Ik kan me niet voorstel
len, dat één man met twee en twin
tig vrouwen op de boot stapt. Zo
komt ie altijd in de boot.
Laat lk maar in het vertrouwde
Haarlem blijven. Daar valt genoeg
te beleven. Of vond u het geen sen
satie, dat „De Vlo", die ontsnapte
gevangene, rustig met een bewa
ker door de stad kon wandelen en
naar eigen believen weg kon sprin
gen zonder dat er iets aan te doen
was? Dat de Amsterdammer uit de
Haarlemse koepel kon wegkomen,
was geen verrassing. Iedere han
dige jongen schijnt daartoe in staat
te zijn. Maar dat de man een van
zijn bewakers ontmoet in de binnen
stad en rustig met hem op pad gaat,
is een staaltje van durf, waarvoor
ik slechts het grootste respect heb.
En die bewaker maar sjouwen met
„De Vlo", straat in, straat uit, in
de hoop een politie-agent te ont
moeten. En wat te verwachten was:
geen politie-agent in straten of ste
gen.
Kijk, dat zit mij nou een beetje
dwars. Toen laatst het achterlicht
van mijn fiets de geest gaf, heb ik
het er op gewaagd om toch te
fietsen. En of de duivel er mee
speelde, ik ontmoette op mijn weg
vier politie-agenten. De vierde sloeg
toe, terecht natuurlijk.
Maar „De Vlo" had de duivel
aan zijn zijde. Geen agent. Alleen
een bewaker, die van narigheid niet
wist, wat hij moest doen. Het wordt
hoog tijd, dat Haarlem zijn vrou
welijke agenten krijgt. Maandag be
ginnen zij pas met haar opleiding,
doch ik geef u de verzekering, dat,
als de meisjes in dienst geweest
waren, „De Vlo" reeds lang weer
onder de Koepel getoefd zou heb
ben. Hij zou, wanneer hij haar op
straat ontmoet had, zozeer door
charme geboeid zijn geweest, dat
hij rustig met haar meegegaan was,
arm in arm natuurlijk. Eerst win
kels kijken, dan fijn met de agent
naar het bureau.
Zij zijn dus welkom in het Haar
lemse stadsbeeld. Die meisjes in
uniform. Ook al geven zij geen
bloemen.
Tet blijft maar mis met die
Haarlemse Dierenbescher
ming. Als den volke luid ver
kondigd wordt, dat de vrede is ge
tekend, blijkt er altijd nog een
groepje te bestaan, die een gueril-
la-strijd gaat voeten. Ik hoef dus
geen beroep te doen op de dieren-
bescnermers om te bevorderen,
dat de Haarlemmer, die geen die
ren wenst te bezitten, niet lastig ge
vallen wordt door de dieren van an
deren. Zijn de los-lopende honden
al een ergernis in tuinen, die met
veel liefde en veel geld door bloe
menvrienden worden onderhouden,
met de katten is het niet minder
gesteld.
Vorige week beleefden wij het,
dat o kostelijk toeval er een
oorverdovend lawaai was in onze
echtelijke slaapkamer, terwijl de
bloemenmeisjes haar silberachtige
lied door de radio kweelden. Een
flinke klap volgde nog, en wij za
ten als wezenloos aan onze stoel
genageld.
„De Vlo", was onze eerste ge
dachte. En gewapend met een flin
ke knuppel toog ik op onderzoek.
Voorzichtig opende ik de slaapka
merdeur. En wie lag er op bed?
Geen Vlo. Maar een forse zwarte
kat, brutaal en uitdagend, en niet
van zins om te vertrekken. Dat
pleit natuurlijk voor ons bed, maar
er moest heus een buurman aan te
pas komen om de ellendeling (e)
weg te werken.
Als beloning voor de gastvrijheid,
had het lieve dier, waarmee de be
schermers zo kunnen dwepen, de
boel zo intens bevuild, dat het om
streeks drie uur 's nachts werd,
eer de zaak weer op orde was.
Lieve dierenbeschermers, mogen
wij, uw medemensen, ons welwil
lend in uw aandacht aanbevelen.
Indien mogelijk, bescherm ook ons,
en houdt die dieren in uw eigen
huis. Dat vraag ik namens de bloe
menvrienden van de
bloemenstad der bloe-
menmeisj es. Heel har
telijk dank.
Natuurlijk hebben de Haarlemse
Bloemenjongens, die maandag in
actie komen, eerst degelijk geoefend.
Aanvankelijk ging het wat houte
rig, maar al heel gauw hadden zij
de slag te pakken.
tijn, Sanskriet, Roemeens, Amerikaans,
Russisch, Zweeds, Argentijns, Soeda-
nees, Maleis, Australisch, Slowaaks, Ita
liaans, Perzisch, Egyptisch en Go
tisch. Een vertaling in het Frans, Duit»
en Engels achtte men geen zin te heb-
ben. Van een overzetting in het Am
sterdams werd afgezien, vermoedelijk
uit sentimentsoverwegingen.
Wat gaat er nu gebeuren? Maandag
ochtend vroeg trekken onze Haarlem
se Bloemenjongens er op uit. Iedereen,
die naar zijn werk gaat, zal verrast
worden met een bloem uit de Park-
laan. De jongens zullen van geen op
houden weten. Het hoogtepunt van de
dag is geprojecteerd om één uur in de
middag. Dan treden de jongens aan voor
het bordes van het stadhuis en zingen
voor het college van Burgemeester en
Wethouders hun bloemenlied, natuurlijk
in het Haarlems. Zg zullen begeleid
worden door een koper-kwartet, dat
als vanouds plaats zal nemen op de
trans van de toren van de Oude Sint
Bavo. Men zou kunnen spreken van een
pauzeconcert in de openlucht, dat uiter
aard moet dat eigeniyk wel ver
meld worden? geheel gratis toegan
kelijk zal zijn.
Op onze informatie, of de Bloemen
jongens nog een trip naar het bui
tenland zullen maken, kregen wij te
horen, dat dit zeker niet is uitgeslo
ten. Gedacht wordt aan China, om
dat men veel Chinezen naar Haarlem
wil trekken. Vermoedelijk zal ook een
der wethouders meegaan, maar dan
een wethouder, die anders nooit de
kans krijgt er eens uit te vliegen.
Advertentie
BREKEN
HET ADRES sinds 1851
Ged. Oude Gracht 107 - Tel. 14245
De toenemende verkeersdrukte in het
centrum van het dorp heeft de Zand
voortse politie genoopt enkele verre
gaande maatregelen te nemen in het
belang van de veiligheid van het ver
keer. De Kerkstraat zal worden alge-
sloten voor alle verkeer, met uitzonde
ring van handwagens, bakfietsen e.d.
in de richting oost-west. Van zeven tot
tien uur 's morgens geldt een onthef
fing voor vrachtauto's in de richting
west-oost, dit in verband met de be
voorrading der bedrijven.
B(j de r.-k. kerk is een bord geplaatst
waarop staat aangegeven dat het ver
keer naar de boulevards over de Ho-
gerweg wordt geleid. Dit in verband
met de afsluiting van de Kerkstraat
waardoor het verkeer bü het Raadhuis
plein wordt geleid door de Haltestraat
op de Oranjestraat. Voor de Poststraat
zal een-richting-verkeer worden inge
voerd en wel in de richting Hogeweg-
Kerkplein.
Deze maatregel is vooral genomen met
het oog op de veiligheid der voetgan
gers. Het is een proefneming, welke
door de politie aanvankelijk met soepel
heid zal worden gehandhaafd.