Oud-Berkenroede behoudt ook als bedrijfspand zijn voorname allure 1 Waar eens joffers, deftig aan gedaan, schreden, zullen nu ateliermeisjes werken Geslaagd concert door „Haerlem" De Haarlemse Bloemen] ongens treden maandag voor het eerst op TAXI inooo NAAIMACHINES DOOR EEN ZATERDAGSE BRIL H' Prachtig ideedat de Bloemenstad alle eer zal aandoen Lied der Haarlemse bloemenjongens Érg/* Van Deursen's Speciaalzaak ZATERDAG 30 MAART 1957 PAGINA 3 „Wij laten aan onze linkerhand Oud-Berkenroededat zich tot aan de Leydsche Vaart uitstrekt. Hoe weinig menschen ontmoeten wij in deze aangenaame lommer, een of twee wagens zijn ons voorbij gereeden, dat zal het zijn", aldus spreekt Karei tot Suzanna op een van zijn wandelingen die in „Hollands Arkadia" (uitgave Loosjes) ons het jaar 1804 in herinneringen brengen. De meest geliefde wandeling die de Haarlemmers in de vorige eeuw maakten liep langs de herbergen „Out Roomen" (bij de Blauwe Brug) en „De Emmaüsgangers" (waarnaar het Emmauslaantje bij het H.F.C. terrein genoemd is) naar „De Dorstige Kuil" hetgeen dorstige keel betekent aan de Heerenweg. Laatstgenoemde uit spanning verhuisde later naar de Koediefslaan. Het typische pand van die naam, thans als woonhuis gebruikt, brengt ons deze wan deling nog voor de geest. Langs „lommerijke dreeven" keerde men verkwikt, d.w.z. de dorst gelest!, weer huiswaarts Veelbetekenend verschil van een letter „e tussen Berkenroede en Berkenrode Proces om een letter Bouwheren en bewoners Verkeersplein Eigen Bloemenlied wordt gezongen ten aanhore van B. en W. Dertig talen - Bloemenlied ENGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444 „De jeugd vliegt uit" Katholieke Sociale Jeugdzorg Programma VOOR BÉTERE POOTAARDAPPELEX ZANDVOORT Politie treft verre gaande maatregelen Wie heden ten dage even onbekom merd als toen die dreven zou betre den, zal het punt van uitgang minder rustig kunnen zoeken. Drie duizend auto's passeren per uur de Heerenweg, dat is iets meer dan de een of twee landauers van één p.k.Het is nu uit kijken geblazen, doch wie bij voorkeur niet de spitsuren opzoekt, kan toch nog door het schone van de streek bekoord worden. Waar men vroeger de terugweg aan ving lag en ligt nog steeds het onvol prezen Oud-Berkenroede, dat laatstelijk als rusthuis dienst heeft ge daan en in enigszins vervallen staat ongeveer een jaar geleden werd aan gekocht door de firma Laimböck, die eind 1945 in het aangrenzenden Ber kenrode haar handschoenenindus trie vestigde. Met dezelfde piëteit waarmee deze firma het uiterlijk van laatstgenoemd buiten wist te handha ven, heeft zij ook een stijlvolle restau ratie bewerkstelligd van Oud-Berkenroe de, waarin de machines zullen ratelen van Laimböclts dochteronderneming, Brentano's Tricotage. Gebreide hand schoenen, scooter-mutsen en shawls zul len u niet zo gauw aan een oude bui tenplaats doen denken. De meisjes die ze vervaardigen doen dit evenwel in een historische omgeving. De lichte werk ruimten, de praktische outillage, de mo derne kantine en het comfort zouden zelfs hen dit doen vergeten. Oud-Berkenroede heette aanvankelijk Oud-Berkenrode. Een kwestie van uit spraak zullen sommigen denken of een gewilde reminiscentie aan het verleden. Niets is minder waar dan dat. Om die simpele letter „e" is een langdurig pro ces gevoerd waarvan de zin alleen is te vatten, als wij de volgende historische bijzonderheden vermelden. Het was Flo- ris V, die reeds in 1287 aan Jan van Haarlem een stuk groid „dat die Ber kenrode heyt" in leen gaf. In 1691 streft de laatste telg der Berkenrodes, het vermaard geslacht dat zulk een voorna me rol in Haarlems geschiedenis speel de. Dit heeft de merkwaardige figuur opgeleverd, dat de titel en het vruchtgebruik van de Ambachts heerlijkheid aan burgemeester Trip van Amsterdam werden nagelaten terwijl een verre- achterneef, de heer Lesteve- nón, ambassadeur aan het Franse hof, zich indeeigendom mocht verheu gen. Die vreugde verkeerde echter in gramschap toen bleek dat de „Wei-Ede le Groot Achtbaare Mr Johan Trip" Heer van Berkenrode, zich néést Ber kenrode ging vestigen en zijn huis Oud- Berkenrode doopte. De weledelgroot- achtbare deed inderdaad iets onoir- baars. Hu meende met de titel ook de rechten op de naam van h et h u s te verwerven, wel zeer in tegen spraak met de hooggestemde lof die een zekere J. Lindenbergh deze gloed nieuwe heer van Berkenrode toezwaait: „De waarheid en gerechtigheid bekrans- Vw dierbaar hoofd met heilige laurier Dat straalen schiet als 't heerlijk zonne- vier" Die lauriertak heeft de heer Les- tevenon toch niet de kroon van het hoofd kunnen stoten. De beide erf genamen hebben, na eindeloos gehar rewar, waarbij de advocaten naarstig hun rekeningen uitschreven, de zaak in der minne geschikt, waarbij de heer Trip de naam van zijn huis in dier voege wijzigde, dat hij er een letter „e" tussenplaatste. Voor de buitenstaander blijft deze naam echter misleidend, hetgeen o. m. blijkt uit een hierbij afgedrukte prent uit 1797, waarvan de ontwerper meent met de heerlijkheid Berkenro de van doen te hebben. Over de bouwheren is minder bekend dan over de bewoners. B(j huize het Manpad waarmede Oud-Berkenroede in stijl zo opvallend veel gemeen heeft zeer onlangs eveneens geheel gerestau reerd wordt alleen melding gemaakt van een Meester Metselaar en Meester Timmerman. Die metselaars en tim merlieden behaalden geen architecten diploma's maar zij bouwden burchten en behuizingen die door hun onmisken bare schoonheid en allure een blijvend teken vormen van kennis en kunde. La tere veranderingen zijn Oud-Berkenroe de nog ten goede gekomen. De uitbouw en het dak bewijzen dit. Zowel het ex- als interieur kreeg na aankoop door de firma Laimböck een grondige herziening. De lantaarns die de ingang flankeren geven daarbij het geheel ook 's avonds een eigen bekoring. De bezitting zal gelukkig ook als woonhuis gebruikt worden. Kamers en ontvangstzaal verkrijgen hun oude luis ter. Bij het zien van de vitrage worden w(j dus niet beetgenomen door een loze fagade-versiering. Door de bedrijfslei ding zal het linkergedeelte betrokken worden. Zodra dat is geschied zal de familienaam Croon opnieuw aan deze grond verbonden zijn, want wonderlijker wijs droeg de schout uit de tijden van het proces, toen Berkenrode nog een zelfstandige gemeente vormde (eerst in 1856 door Heemstede geannexeerd) de zelfde naam. Daar de portier in het zelfde pand huisvesting krijgt, behoeft ook hij niet op de wachtlijst van wo ningzoekenden te staan. De laatste bewoner van het buiten vooraleer het als pansion werd inge richt was de heer Kaars Sijpe- steijn, overleden in 1934. Het is een langzamerhand ingeburgerde overtui ging dat de eertijds zo genoemde „opge zetenen" van buitenplaatsen alleen maar aan zichzelf dachten. Dat wij aan die opgezetenen onze tientallen hofjes en vaak kapitale weeshuizen danken, dat er nog iets anders was dan alleen de zakelijke verhouding werkgever werknemer, wordt in onze tijd maar al te graag vergeten. Toch bewijst de be kende garage Tromp aan de Zandvoort- se Laan, dat het tussen die rijke en de knecht nogal meeviel. Kaars Sijpesteijn liet zpn chauffeur de wagens na en te vens de gelegenheid in de monumentale garage van het buiten een zelfstandig bedrijf te stichten. Die chauffeur heette Tromp. We zouden de onvolledigheid van dit artikel teveel accentueren door niets over de tuin te vermelden. Leonard Sprin ger, de bekende tuinarchitect, noemt het park achter het huis een der eerste voorbeelden in ons land waar de zoge naamde landschapsstijl werd toegepast. Zoals Karei aan Suzanna reeds vertel de strekte het terrein zich uit tot aan de Leidse Vaart, was de grond nog niet verkaveld tot bollenland en later als bouwterrein. Wat de overturn betreft, deze lag tussen de Koediefslaan en het gesloopte Bos en Hoven. Prent van Oud-Berkenroede uit het jaar 1797. Rechts ziet men de te genwoordige garage Tromp, die in werkelijkheid verderaf is gelegen. De zware iepen ontbreken nog, niet de schuine palen langs de rijbaan. (Intussen is het merkwaar dig, dat het origineel van deze prent tot onderschrift heeft de naam Berkenrode, waaruit blijkt, dat ook de vervaardiger van de prent dit huis verwart met het stamslot van de Ambachtsheer lijkheid). In de gemeentelijke concertzaal con certeerde vrijdagavond het symfo nie-orkest „Haerlem" onder leiding van Marinus Adam. Dit orkest bestaat uitsluitend uit amateurs en is één van de ensembles, die, zij het soms met grote inspanning, op redelijke wijze hun hoofd boven water kunnen houden. Hoe moeilijk dit soms kan zijn, weten u het best de insiders te vertellen, die recht streeks in de bestuursaangelegenheden betrokken zijn. Ook voor een dirigent kost het soms ongewone inspanning en volhouden, om tot behoorlijke resulta ten te komen. Vanuit dit licht bekeken kan het concert van „Haarlem", goed geslaagd genoemd worden. Het was daarom dubbel jammer dat de publie ke belangstelling vrijdagavond zo ge ring was. Een vereniging als deze moet het vooral hebben van de belangstel ling op de concerten. Marinus Adam had dit keer weder om een interessant programma samen gesteld. De hoofdschotel van het pro gramma werd gevormd door Mendels sohn's vioolconcert, met Jean Louis Stuurop als solist, en de na de pauze gespeelde tweede symfonie van Svend- sen. Na een verzorgde uitvoering van een ouverture van Bnïeldieu, klonk het voor mij onbekende werk „Pavane" voor koor en orkest van Gabriël Fauré. Het Haarlems Operakoor „II Trovato- re" was niet geheel notenvast, hetgeen niet verhinderde dat dit mooie werk van Fauré toch de aandacht trok als compositie. Jean Louis Stuurop, de jonge violist heeft een boeiende weer gave van Mendelssohns onvolprezen vi oolconcert geschonken. Zijn tempi wa ren van dien aard dat alles doorzichtig bleef en het orkest werd zodoende de gelegenheid geschonken de in wezen zeer moeilijke begeleidingspartij, zo goed mogelijk te realiseren, al was dan nog niet alles geheel gaaf. Met de uitvoering van Svendsen's tweede symfonie heeft „Haerlem" veel eer ingelegd. Dit werk werd grotendeels goed beheerst, waardoor ook aandacht kon worden geschonken aan dynami sche afwerking. He* is goed gezien van Marinus Adam, deze muziek, die men zelden of nooit op de concerten hoort, door een ensemble als „Haerlem" te laten spelen. Het moge waar z(jn dat bepaalde invloeden var romantische componisten er in merkbaar zijn, maar wat geeft dat eigenlijk. Het is goed klinkende muziek, die door amateurs valt te realiseren. Het publiek heeft solist, koor. dirigent en orkest een wel verdiend applaus niet onthouden. J. L. Naar w(j vernemen, staat Haarlem maandag een nieuwe attractie te wachten, welke zonder twijfel door vreemdeling en burger met groot enthousiasme begroet zal worden. Haarlem maakt maandag voor het eerst kennis met rasechte Bloemenjongens, die voorlopig de oude bin nenstad zullen frequenteren om de straatgangers te verrassen met een bloem. Misschien denkt de aandachtige lezer, dat een dergelijke actie maar een grapje is. Hij denkt zelfs spitsvondig te zijn door op te merken, dat Haar lem toch al Bloemenmeisjes heeft, die toch altijd meer charme bezitten dan een stel jongens. Maar diezelfde lezer vergist zich schromelijk. Morgen immers vertrekken onze meisjes voor een paar dagen naar Londen, en dat betekent, dat Haarlem haar fleurige aanwezigheid moet missen. De jongens gaan nu hun plaatsen innemen en zullen een interessant programma afwerken, dat het optreden van de meisjes misschien in de schaduw zal stellen. Dat zulks mogelijk is, is op de eerste plaats te danken aan het energieke initiatief van de heer C. van Gink, eertijds de volijverige directeur van „Haarlems Bloei". Ferme jongens, stoere knapen, Haarlem is op jullie trots; met wat haartjes op je slapen, jongens toch, wat is dat knots. Nu de straat op met je bloem, Haarlems roem, Haarlems roem. bis Wat een jongens, wat een kerels, wat een flinkerds in rood-wit: ja, zij zingen als de merels, o wat hebben zij een pit. Naar de Marrekt. één-twee-hop wat een mop, wat op mop. bis Zie ze lachen, zie ze zingen, onze jongens, fors en fier: hoor ze dapper ademhalen, ze doen het uit pleiner. Bloemen hier en bloemen daar dan is 't klaar, dan is 't klaar. bis Ga zo voort nu, ferme knapen, Haarlems toekomst, dat ziit gij: wij gaan lekker, lekker slapen Haarlem staat aan jullie zij- Naar den vreemde, kom schiet op, hals over kop, hals over kop. bis begon allemaal zo heel gewoon. Van Gink liep in de Haarlem- Het De heer merhout te wandelen "en luisterde naar het lente-lied van de vogels.Onderwijl peinsde hij over de gouden tijd, toen er nog innerlijke bloei zat in Haarlem en men de vreemdelingen niet uit hun land lokte, maar rustig wachtte, tot zij op eigen initiatief naar Haarlem kwa men. En nog altijd peinzend vroeg hij zich af, waarom er nu altijd Bloemen- meisjes moesten zijn, en de j o n- g e n s geen kans kregen. Op dat mo ment ontmoette hij professor Jan Bron- ner, die juist een kijkje was gaan ne men in de Kleine Hout, waar waar schijnlijk nog vóór de volgende eeuw wende Hildebrand en diens Camera- figuren een plaatsje zullen krijgen. Hoe gaat dat? De twee wandelaars geraakten in gesprek en de heer Van Gink legde zijn professorale gezel zijn probleem voor. Hij was aan het goe de adres. De professor herinnerde hem er aan, dat de Bloemenmeisjes toch een paar dagen naar het oude Albion zouden gaan, en waarom die tijd niet gegund aan de jongens om te laten zien, dat zij als ambassa deurs beter waren dan de meisjes. En toen was de zaak gauw bekeken. Met zijn nog steeds vitale energie or ganiseerde de heer Van Gink. na pro fessor Bronner vluchtig bedankt en ge groet te hebben, een comité van nota bele Haarlemmers en via verschillen de subcommissies was er slechts wei nig tijd nodig om een korps jongens samen te stellen, die niet alleen der tig talen vloeiend spraken, maar ook representatief genoeg bleken om de naam van Haarlem waardig en hoog te houden. Het comité mocht daarbij de selec tieve steun ontvangen van de rectoren der Haarlemse middelbare scholen (langs deze weg worden zij alsnog hartelijk bedankt) en het probleem van de bloemen werd spoediger opgelost dan men in zijn stoutste verwachtingen had durven dromen. Wethouder A. J. M. Angenent, onder wie de Dienst van Hout en Plantsoenen ressorteert, ver leende royaal zijn steun en keurde goed, dat alle bloemen uit de Parklaan ge plukt zouden worden. „Er komt daar toch kermis," was zijn overweging. Niet minder dan 10.000 bloemen krijgen de jongelui zodoende tot hun beschikking. Dan was er nog de kwestie van de kleding. Na rijp beraad kwam een der comitéleden op het verrassende idee de jongens in het rood-wit te steken. De Haarlemse kleuren, voegde hij er Nog gevangen in een winters beeld staat „Oud-Boekenroede" een paar honderd meter buiten de Herenweg te Heemstede. Ondanks het feit, dat het Buiten dienst baar is gemaakt aan het zakenleven, heeft het juist, dank zij de zakenman, zijn oude glorie en waardigheid bewaard. Aaverten ttt veelbetekenend toe. Zijn vondst werd met applaus begroet. De jongelui zul len nu gestoken worden in wit over hemd en rode pantalon. Als een soort certificaat krijgen zij op hun overhemd een paars embleem met de letters V.V.V. (Vicit Vim Virtus). Hoofddek sels zullen uit den boze zijn. Minstens even origineel was de ge dachte om de jongens een eigen bloe menlied mee te geven, dat bij tijd en wijle (en natuurlijk ijs en weder die nende) gezongen zou kunnen worden. Een befaamd Haarlems dichter en vanzelfsprekend een Haarlemse compo nist werden in de arm genomen, en zij slaagden er in binnen uitzonderlijk korte tijd een lied te vervaardigen, dat aan alle eisen voldeed: populair, ge makkelijk in het gehoor liggend en le vendig. De opmerking, dat de melodie veel overeenkomst vertoonde met een liedje uit onze schooljeugd, werd af gewimpeld met de verklaring, dat juist daardoor onze verbondenheid met het verleden een speciaal accent krijgt. Het comité was vooral enthousiast over het herhaalde „bis" in de tekst. Inmiddels is het lied vertaald in het Grieks, La- Heden ten dage kunnen de bewo ners en de ateliermeisjes nog op acht duizend vierkante meter natuur neer zien. Iets van de oude glorie zal hier aan worden teruggeschonken. De twee maal drie iepen vormen een fraaie oprit. De bomen vooraan rechts be nevens de bollenschuur op de hoek van de Zandvoortse Laan belemme ren vanuit Haarlem echter ernstig het zicht. Wellicht verdwijnen deze, wanneer het verkeer ter plaatse meer ruimte moet krijgen: plannen die ieder jaar opnieuw de tongen in be weging brengen. Wij zullen dan een riant plein rijker zijn. Bij uitzonde ring nu eens dénk zij' het verkeer maar niet het laatst ook dank zij Oud-Berkenroed e J. A. Bomans. Advertentie Alle merken - dus ruime keuze Ter gelegenheid van de Boekenweek wordt dinsdag 2 april in gebouw Sint Bavo te Haarlem een avond georgani seerd gewijd aan de familie De Wit, een van onze radio-hoorspelgezinnen. Enny Mols-de Leeuwe, voordrachtskun stenares, zal de figuren laten leven. Jan de Vries, auteur van het hoorspel, zal hierover vertellen. Een inspeciënt zal de geluidstechniek toelichten. De avond wordt georganiseerd door de Haarlem se boekhandelaren J. H. de Vries en H. de Vries, onderscheidelijk neef en broer van de auteur Jan de Vries, en zal om acht uur aanvangen. In de kapel van het Romana-huis Kou- denhorn 34 zal zondag de jaarlijkse Aan biddingsdag worden gehouden. Alle vrienden en medewerkers worden met aandrang verzocht die dag enkele ogen blikken bij het Allerheiligste te komen bidden, om Gods zegen voor dit zeer urgent stadsapostolaat af te smeken. Bloemen voor de versiering van het al taar worden vandaag dankbaar aan vaard. Maandag 29 april zal de 223ste alge mene vergadering gehouden worden van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur, 's morgens om half elf in de tuinzaal van het Gemeen telijk Concertgebouw te Haarlem. Welk onderwerp zal ik vandaag aansnijden? Een collega advi seerde mij een oogje te wa gen aan de Bloemenmeisjes. Ik heb zijn suggestie in de lentewind ge slagen, temeer daar de rood-witte juffers maandag toch in Londen onthaald worden en in Haarlem verstek zullen laten gaan. Of zou die Engelse reis soms een 1 april grap zijn? Ik kan me niet voorstel len, dat één man met twee en twin tig vrouwen op de boot stapt. Zo komt ie altijd in de boot. Laat lk maar in het vertrouwde Haarlem blijven. Daar valt genoeg te beleven. Of vond u het geen sen satie, dat „De Vlo", die ontsnapte gevangene, rustig met een bewa ker door de stad kon wandelen en naar eigen believen weg kon sprin gen zonder dat er iets aan te doen was? Dat de Amsterdammer uit de Haarlemse koepel kon wegkomen, was geen verrassing. Iedere han dige jongen schijnt daartoe in staat te zijn. Maar dat de man een van zijn bewakers ontmoet in de binnen stad en rustig met hem op pad gaat, is een staaltje van durf, waarvoor ik slechts het grootste respect heb. En die bewaker maar sjouwen met „De Vlo", straat in, straat uit, in de hoop een politie-agent te ont moeten. En wat te verwachten was: geen politie-agent in straten of ste gen. Kijk, dat zit mij nou een beetje dwars. Toen laatst het achterlicht van mijn fiets de geest gaf, heb ik het er op gewaagd om toch te fietsen. En of de duivel er mee speelde, ik ontmoette op mijn weg vier politie-agenten. De vierde sloeg toe, terecht natuurlijk. Maar „De Vlo" had de duivel aan zijn zijde. Geen agent. Alleen een bewaker, die van narigheid niet wist, wat hij moest doen. Het wordt hoog tijd, dat Haarlem zijn vrou welijke agenten krijgt. Maandag be ginnen zij pas met haar opleiding, doch ik geef u de verzekering, dat, als de meisjes in dienst geweest waren, „De Vlo" reeds lang weer onder de Koepel getoefd zou heb ben. Hij zou, wanneer hij haar op straat ontmoet had, zozeer door charme geboeid zijn geweest, dat hij rustig met haar meegegaan was, arm in arm natuurlijk. Eerst win kels kijken, dan fijn met de agent naar het bureau. Zij zijn dus welkom in het Haar lemse stadsbeeld. Die meisjes in uniform. Ook al geven zij geen bloemen. Tet blijft maar mis met die Haarlemse Dierenbescher ming. Als den volke luid ver kondigd wordt, dat de vrede is ge tekend, blijkt er altijd nog een groepje te bestaan, die een gueril- la-strijd gaat voeten. Ik hoef dus geen beroep te doen op de dieren- bescnermers om te bevorderen, dat de Haarlemmer, die geen die ren wenst te bezitten, niet lastig ge vallen wordt door de dieren van an deren. Zijn de los-lopende honden al een ergernis in tuinen, die met veel liefde en veel geld door bloe menvrienden worden onderhouden, met de katten is het niet minder gesteld. Vorige week beleefden wij het, dat o kostelijk toeval er een oorverdovend lawaai was in onze echtelijke slaapkamer, terwijl de bloemenmeisjes haar silberachtige lied door de radio kweelden. Een flinke klap volgde nog, en wij za ten als wezenloos aan onze stoel genageld. „De Vlo", was onze eerste ge dachte. En gewapend met een flin ke knuppel toog ik op onderzoek. Voorzichtig opende ik de slaapka merdeur. En wie lag er op bed? Geen Vlo. Maar een forse zwarte kat, brutaal en uitdagend, en niet van zins om te vertrekken. Dat pleit natuurlijk voor ons bed, maar er moest heus een buurman aan te pas komen om de ellendeling (e) weg te werken. Als beloning voor de gastvrijheid, had het lieve dier, waarmee de be schermers zo kunnen dwepen, de boel zo intens bevuild, dat het om streeks drie uur 's nachts werd, eer de zaak weer op orde was. Lieve dierenbeschermers, mogen wij, uw medemensen, ons welwil lend in uw aandacht aanbevelen. Indien mogelijk, bescherm ook ons, en houdt die dieren in uw eigen huis. Dat vraag ik namens de bloe menvrienden van de bloemenstad der bloe- menmeisj es. Heel har telijk dank. Natuurlijk hebben de Haarlemse Bloemenjongens, die maandag in actie komen, eerst degelijk geoefend. Aanvankelijk ging het wat houte rig, maar al heel gauw hadden zij de slag te pakken. tijn, Sanskriet, Roemeens, Amerikaans, Russisch, Zweeds, Argentijns, Soeda- nees, Maleis, Australisch, Slowaaks, Ita liaans, Perzisch, Egyptisch en Go tisch. Een vertaling in het Frans, Duit» en Engels achtte men geen zin te heb- ben. Van een overzetting in het Am sterdams werd afgezien, vermoedelijk uit sentimentsoverwegingen. Wat gaat er nu gebeuren? Maandag ochtend vroeg trekken onze Haarlem se Bloemenjongens er op uit. Iedereen, die naar zijn werk gaat, zal verrast worden met een bloem uit de Park- laan. De jongens zullen van geen op houden weten. Het hoogtepunt van de dag is geprojecteerd om één uur in de middag. Dan treden de jongens aan voor het bordes van het stadhuis en zingen voor het college van Burgemeester en Wethouders hun bloemenlied, natuurlijk in het Haarlems. Zg zullen begeleid worden door een koper-kwartet, dat als vanouds plaats zal nemen op de trans van de toren van de Oude Sint Bavo. Men zou kunnen spreken van een pauzeconcert in de openlucht, dat uiter aard moet dat eigeniyk wel ver meld worden? geheel gratis toegan kelijk zal zijn. Op onze informatie, of de Bloemen jongens nog een trip naar het bui tenland zullen maken, kregen wij te horen, dat dit zeker niet is uitgeslo ten. Gedacht wordt aan China, om dat men veel Chinezen naar Haarlem wil trekken. Vermoedelijk zal ook een der wethouders meegaan, maar dan een wethouder, die anders nooit de kans krijgt er eens uit te vliegen. Advertentie BREKEN HET ADRES sinds 1851 Ged. Oude Gracht 107 - Tel. 14245 De toenemende verkeersdrukte in het centrum van het dorp heeft de Zand voortse politie genoopt enkele verre gaande maatregelen te nemen in het belang van de veiligheid van het ver keer. De Kerkstraat zal worden alge- sloten voor alle verkeer, met uitzonde ring van handwagens, bakfietsen e.d. in de richting oost-west. Van zeven tot tien uur 's morgens geldt een onthef fing voor vrachtauto's in de richting west-oost, dit in verband met de be voorrading der bedrijven. B(j de r.-k. kerk is een bord geplaatst waarop staat aangegeven dat het ver keer naar de boulevards over de Ho- gerweg wordt geleid. Dit in verband met de afsluiting van de Kerkstraat waardoor het verkeer bü het Raadhuis plein wordt geleid door de Haltestraat op de Oranjestraat. Voor de Poststraat zal een-richting-verkeer worden inge voerd en wel in de richting Hogeweg- Kerkplein. Deze maatregel is vooral genomen met het oog op de veiligheid der voetgan gers. Het is een proefneming, welke door de politie aanvankelijk met soepel heid zal worden gehandhaafd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 3