Voorbereiding op Pasen .Lectuur naar l^ers behoefte tf^l tSfes.ae CONTOUR 1957 TE DELFT I „De reis naar Portiuncula", nieuwe roman van Andres t* Klassieke muziek op de plaat De „Pathétique door Russen gespeeld Van Beinum met twee werken van W. A. Mozart e Vemieuu)de Goede Week-Viering r Y4ü'*»Sï. pi LI RO L SLAAF VAN UW HUID? De ingewijden" door Hella Haasse Pecteur li i eist ra Wereldomroep biedt dr. Van Beinum serie langspeelplaten aan en V. ^'A K THE POINT OF NO RETURN (2) pis \^V i'i Huidgenezing TUSSEN SCHRIJVER EN LEZER L P O N lijmtbreukenenbreektsnelheidsrecords velp on M- «-SS® SATERDAG 13 APRIC 1957 PAGINA 11 MOïfv fi. ?<Ji ■vervwyA Shell, Week' fe,vanedebed0e- weekkalender Groot succes van de rei sbonnenactie 500.000 km. bereikt Examens Twee zilveren jubilarissen bij de KRO SCHMIDT Prijsvraag Reiman de Bas- stichting rflS \srt jA 0U' d<-#| ersui*1' 7517^ bp/I roO*^ 'X'f t# -l_/ Plecht?il<ije vernieuwing van de heeft ien der Goede Week ?sc' e» \L>' cc. bil>'» P1y MA,C •str?at KViRpS?,» hil^Pende ?,®- 'aatste jaren een diep- Pelif|,vieren ^PZlltnS aangebracht in haan' da' zee? fen" Het is begrij' ittCtegenover Lnve!en, vr« onwennig fecht haeer duia^-i' ioch voeIt men denk- nieelevcn aan- dat een op" dos van ?nHmetJde kerkeHjke her- be»„-?®ren nó n' do°d en verrijzenis los!-lJPe»i ak h ?erst §oed Pasen doet W,ne Mei, het grote feest der Ver- Vin' dat rtP s„Weet °ver het algemeen hian§ iets he?!*8!*-® ''turgische vernieu- hoi, r de m®®t ..bijzonders moet zijn, Va» z° Wein; Jkheid is- dat men er rt-pn2e Plechtig", begrtjpt. Het volgen >- de. On j'8eden alléén is niet vol- ®t heel jaie..manier is men niet in In te nenini, dlePe zin ervan in zich di- Verschii] ül hoort ®en uitleg bii- Von/egeven Parochies is en wordt bii dt daarHn maar lang niet iedereen Vli! ,dat het bereikt. Daar komt nog ie? tig j gesproken woord uiteraard ye^Phet eerste -?e-grijpt--V-ak -li1-?!" !t licht ei 3n- Daar< e> dat de goede JpCht vl??; willen "daarop de aan doen n' zodat ieder zijn keuze (tl het't»j00reerst het dubbelnummer r- de Inschrift Eucharistia dat on- t*00rln titel' l^Vt'^frate - ene'nige! - gehoor, tothanden en staat dan nog met NjiS j aarom is het een reden lo - t Ciat Ho ltao c+ö +ÜH trflTCfViil. V] e zofo,6' ^at de laatste tijd verschil lij. BfïPHö .Tnw Arx Ve ieuwri g°ede verklaringen van de dabbenen ,faasviering in druk zijn V everin eek" de van 'hgen 2 en hg Mhejaar- k dl' ona aan heeft hderwerp hl bo^iid. Kort li'^in dig wordt aji ?erk-i® n worden afzonderlijk na- tolden ud' Men krijgt hier een goed hid et m begrip van de Goede Week bii den l details te worden bezig ge nii a. Deze ei*. Ik', de Jzeze uitgave is verkrijgbaar u'hdaai 'ht^atie van Eucharistia, hj ?t tiidaiseuw.eg 300 te Nijmegen, het t. pfhrift „Getuigenis" (Uitgeve- ja. 2g ^egoriushuis, Utrecht), heeft h] A tot,mmer van zijn eerste jaar- Va.hjn lte' gegeven: „Het Paasfeest V d6?x. '"'bereiding". Het karakter 8<>>leest bbhllcatie wordt bepaald door vr*ht j„Van het periodiek, dat vooral «b phiheil op de liturgische en bi.jbel.se Hikn Sdiirs ten behoeve van katechese bij r daj! h.?- De tekst hiervan is moei- d« |aSt 1 i e van "Eucharistia", maar i veel dieper, omdat hij op y. her P|aats voor priesters en gods- Ij en geschreven is. b ole. uitgeverij St. Paulus Abdij te ow Vonkhout is een liturgische gids n' vp de Goede Week en het Paas- '1, Pa^ j^henen onder het opschrift: bophaiiip'sring. De schrijver is Dom C| nivfd O.S.B. Dit boek staat op V? jnl1'. Het is meer wetenschap- l lk'% v nteerd 'n die zin, dat de NNo^Worvenheden van liturgische ?ktKl. iiS'sche inzichten hierin zvjn ver- P late zich hierdoor echter S] kken. Het boek is uitstekend ht'. ®h zeer volledig. Geen onder- Vt«n de plechtigheden blijft onbe- VMoh*odat nien om geheel en al Ai dipt te worden Dom Gaillard's hiv'i lao. Vergeefs ter hand neemt. P.Stfbj„ftste noemen wij ,,Het Paas- hrj.t!., van dom dr. A. Verheul Stop®1) ''gekomen bi.j de firma J. J. ?'b< 'Sin Zonen te Roermond. Wie bfw'?ri l^ewijd wil worden in de diepe "V te k.® nieuwe Paasviering moet dit hagV^n ilGn- Binnen het beperkte ka- tlga biizn h'edzijden is de schrijver er de ,srnaak .voortreffelijk in ge- P l '-den J?ern van het Paasmysterie L®t Ï^al ,,duidelijk te maken. Het boek ®tih ste i" Priesters als voor leken jj dat wij over dit onderwerp lJ5rtl®hH is helder en boeiend ge- Mjiii hfviitu Zelfs als meditatieboek zeer k^fie heteuaar' omdat het de wereld- hew ssijjo^Kenis van het mysterie der bri,. dit 1. zuiver verklaart. Door werkt als hoofdgedachte W Wezen van het Christendom hijiJ&at °hze aandacht te plaatsen ®rie immers om het Christus- ot centrum van ons leven U JA..0! Pretapril: Palmzondag; eigen mis, A.G- Van H- Kruis: paars. IVq^ÖAg rn's van ferie; paars. Jnis van ferie; paars. v^rt^ÜAr- m,ls.van ferie; paars, SitWitte donderdag; eigen mis, 'hoede vrijdag; plechtigheden, eig^A-Cj jPaaswake en eigen mis; wit. hits- april: Hoogfeest van Pasen; eredo; Wjt. te maken. Wij geloven vast, dat wie dit boek ernstig bestudeert, een onweer staanbaar verlangen in zich voelt op komen om Pasen te vieren volgens de authentieke visie van de Kerk. En dit is, naar onze mening, het grootste compliment, dat wjj de schrijver kun nen maken. Men zal echter tegelijk overtuigd zijn, dat dit niet mogelijk is zonder behoorlijke voorbereiding. Hoe wel de nieuwe liturgie voor ieder ver staanbaar wordt genoemd, moet toch worden toegegeven, dat een werkelijk begrijpen en in zich opnemen van de diepe betekenis der plechtigheden een goede verklaring-vooraf vereist. Die vindt men inderdaad in dit boek, dat wij dan ook met alle nadruk kunnen aanbevelen. Tenslotte willen wij nog wijzen op een keurige uitgave in de Heraut-serie (Graafseweg 11 Nijmegen), waar de paters Jac. de Rooy S.J. en H. Koe nen S.J. een dubbele kruiswegoefening hebben verzorgd, die letterlijk oorspronkelijk mag heten. De eerste is geheel samengesteld uit zeer sugges tief gekozen teksten uit het Oude Tes tament, de tweede heeft men gebaseerd op het Nieuwe Testament. Bij elke sta tie ié een gebed uit de officiële li turgie gevoegd en tevens een voor de vervolgde Kerk. Het boekje, dat maar 0.45 kost, is zeer mooi geïllustreerd en mede daardoor zeer bruikbaar voor hen, die niet naar de kerk kunnen gaan. Zoals men ziet: er is keuze genoeg. Mogen velen door deze aanwijzing er toe komen een van de genoemde wer ken aan te schaffen om zich zelf zo doende de waardevolle dienst te bewij zen het Paasfeest op vruchtbare wijze te vieren. De actie, enige jaren geleden door de Utrechtse kellner Jan Kuyper begonnen, ter inzameling va zgn. reisbonnen ten behoeve van tbc- en astmapatiënten, heeft na veel succes geboekt te hebben, haar einddoel bereikt. Enige maanden geleden had men hiervoor de afstand 500.000 kilometer, 12 maal de omtrek der aarde, gesteld, en dit getal is dezer dagen volgemaakt door een inzending uit Groningen. Daar de initiatiefnemer, die zich de bijnaam „Bonnen-Jan" heeft verworven, inmiddels is verhuisd naar Millingen aan de Rijn, waar hij het hotel Nieuw- Millingen exploiteert, zal de officiële sluiting over enige weken aldaar ge schieden. Dan zal Jan Kuypers worden gehuldigd. AMSTERDAM, 12 april. Kand. theologie: mcj J. Ris, Amsterdam; J. Ponne, Bussum en met lof W. van Gemert, Dordrecht. LEIDEN 12 april Kand. Nederlands recht De dames I. H. van Romondt te Den Haag, E. W. M. J. Th. Pieterse te Den Haag, M. E. Rupp te Amsterdam, C. M. E. de Haas te Den Haag en de heren L. J. W. Berger te Den Haag, W. P. Scheltema te Amsterdam, J." W. H. Combrink te Oss, J. W. van SlcAten te Den Haag, B. N. Leverland te Leiden, A. Dortland te Gouda, M. Olgers te Haren (Gr.), C. J. van Epenhuysen te Vlissingen, Th. P. W. M. Kamphuisen te Velp (Gld.), S. H. A. van Opstall te Bilthoven, M. E. Jonker te Amsterdam, R. P. J. J. Corbeau te Den Haag en C. van Harberden te Den Haag. ROTTERDAM,, 11 april, Kand. ec. we- tensch.: J. Beugel, Rotterdam; J. F. d'Hondt, Den Haag; J. H. de Jongh, Rotterdam; J. Sloos, Leiden; J. Poort man, Leiden en C. P. d'Haans, Den Haag. Doctoraal econ. wetensch.: C. P. van Bergeijk, Hardinxveld; G. A. de Kwaadsteniet, Den Haag en J. Schuur man, pen Haag LEIDEN, 11 april. Kand. Franse taai en lett. L. Dullaart, Den Haag. LEIDEN, 11 april. Gepromoveerd tot doctor in de wis- en natuurkunde op proefschrift getiteld „Fundamental notions in metric curve theory" R. NOt- trot te 's-Gravenhage; gepromoveerd tot doctor in de wis- en natuurkunde op proefschrift „De wijziging in samen stelling van de phosphatidefractie bij de kieming van glycine soya en het spruiten van allium cepa" A. E. F. H. Meijer, Heemstede. GRONINGEN, 12 april. Kand. geschiede nis: mej. G. C. Huisman, Groningen. Kand. geneesk.: (ii B): C. J. Rhee, Hengelo; L. F. Bock, Veendam; J. Kooy, Groningen; J. N. Slager, Eindhoven. Artsexamen le ged.: R. J. van der Hell, Overveen; B. A. A. M. Kools, Rosmalen; S. L. Sternberg, Brooklyn (N. Y.); A. A. Suidman, Nijmegen; G. H. W'iegers, Niehove. Bevorderd tot arts: A. Eijgelaar, Franeker; J. Knol, Groningen; B. C. Maats, Heiloo; R. L. F. Nienhuis, Assen; R. G. Nypels, Groningen; H. Oostra, Gro ningen. NIJMEGEN, 12 april. Kand. Duits: W. M. Smit, Nijmegen. Doet. rechten: L. J. L. M. de Bruyn, Nederasselt. Doet. soc. wetensch.: Zr. E. A. M. van Wessum (cum laude), Vaals. Doet. pol. en soc. wetensch.: J. A. M. En gelen. Lent. Doet. geschiedenis: J. A. Betle.v, Londen en L. J. A. Nelissen, Maastricht. Kand. soc. wetensch.: A. H. M. van der Vaart, Breda; F. L. Jansen, Den Bosch; J. P. S. van Neerven, Eindhoven en mej. L. H. M. Hosselet, Nijmegen. Kand. geschiedenis: pater P. J. Raats, Nijmegen. Advertentie Huidzuiverheid Huidgezondheid Puistjes verdrogen door Purol-poedet De studio-chef van de Katholieke Ra dio Omroep, de hees Frits van Turen- hout, zal op- 27 april 25 jaar bij deze om roep in dienst zijn. Op maandag 13 mei viert de regisseur Léon Povel eveneens zijn 25-jarig jubileum bij de K.R.O. Op beide dagen zal 's morgens tot intentie van de jubilaris een H. Mis worden op gedragen in de Sint Anna-kapel. In de middaguren volgt een receptie in de foyer van de studio, terwijl 's avonds het feest in de kring van medewerkers wordt voortgezet. De heer van Turenhout verleent als Fred Sterwood menigmaal zijn mede werking aan de radio-programma's. In het particuliere leven maakte hij zich zeer verdienstelijk jeg -s de Hilversum- se afdeling van het Nationaal Katholiek Thuisfront. Léon Povel, die zijn werk zaamheden bij de K.R.O. aanving als reporter, is zich na de oorlog op regis seren gaan toeleggen. Advertentie Elk ogenblik van de dag. in de tram, in de trein, op straat en op kantoor wordt U door een onverdraaglijke jeuk aan Uw ongave huid herinnerd. U wilt krabben, maar moet dit nalaten! Een nutteloze bron van zenuwachtigheid, nu DERMES, de machtige genezende zalf, voor U in de handel werd gebracht. DERMES dringt diep in de huid en ver drijft de jeuk. De vorming van gezond weefsel wordt bevorderd en de huid herwint haar natuurlijke veerkracht. DERMES, in alle apotheken en dro gisterijen. T" T" et hiernaast afgebeelde -*■ kinderpor tret, een penseel tekening, is een der verfijnde en vrouwelijic-gevoe- lige tekeningen van Ko Mogen- dorff, te zien op de tentoonstelling „Contour" te Delft. Zoals men zich zal herinneren behelst de tentoonstelling „Contour" een jaarlijks terugke rend overzicht van de beeldende kunst, zoals zij in Nederland reilt en zeilt. Dit jaar is er een aantal goe de tekeningen; on der het werk van de beeldhouwers is eveneens veel genietelijks, en enkele gevestigde talenten hebben schilderstukken van kwaliteit in gebracht. Over het alge meen is het beeld dat van de actua liteit gegeven wordt echter wei nig opwekkend. Misschien is dat te wijten aan een gebrek aan critische zin bij de commissie die de keuze had te bepalen, maar het is natuurlijk ook mogelijk, dat er niets beters beschik baar was. Daar komt bij, dat ons tentoonstellingswezen op een non-stop-re- vue gaat lijken. Er is veel te veel, niemand kan het allemaal afzien; hoogst dubieuze debutanten, die nog moeten leren een hand of een voet op aanne melijke wijze té tekenen, komen in musea en culturele centra" voor de dag met éclatante doeken vol verfproppen of ijle minimalismen die bewij zen, hoe ver het hek wel van de dam is, nu vele ambtenaren en vrijgestel den van het kunstleven bang zijn voor achterlijk te worden aangezien als zij deze onmachtige dolheden nietmet hun aandacht en hun reclame hono reren. In de roman „De Reis" van Aar van de Werfhorst ging, zoals wij vorige week hebben gezien, de jongeman Marten Grubbe op reis „om de weg naar de bron en de oorsprong terug te vinden". Hij voelde zich „volstrekt een zaam als in zijn kindertijd, toen hij het avontuur en het wonder van het leven het sterkst had beleefd". Op de drempel der volwassenheid gekomen besefte hij, dat hij „the point of no return" had bereikt. Er was geen weg terug meer. Hij had de werkelijkheid en zijn persoonlijke verantwoordelijk heid binnen die werkelijkheid te aanvaarden. Maar toch bleef een geweldig heimwee in hem knagen. if Van zulk een geweldig heimwee ge tuigt ook Stefan Andres in zijn nieuwste roman „De reis naar Por tiuncula", uit het Duits vertaald door Vic. Stalling 1). Drie personen nemen aan deze reis deel. Als vakantietrip begonnen, neemt 'de tocht al spoedig het karakter aan van een pelgrima ge. Herr Sulpiz Kasbach, een dikke Duit se bierbrouwer, heeft als knaap het ideaal gekoesterd van minderbroeder te worden. Hij droomde altijd van een eenvoudig, franciscaans bestaan in het zonnige Italië. Zijn „roeping" bleef ech ter in de romantische droom steken. Sulpiz werd zakenman, een keihard re alist, een echte „volwassene" van deze tijd. Maar het heimwee naar zijn jeugd raakte hij niet kwijt. Integendeel, het raakte steeds meer met schuldgevoe lens beladen en tenslotte kwam er iets over Sulpiz, waardoor hjj met kracht werd teruggedreven naar de plaats waar hij het beste in zichzelf verloochende. Die plaats is Portiuncula. Sulpiz reist er heen in gezelschap van zijn doch ter Felicitas, een mooi, bijna volwas sen meisje, aan wie het vaderlijke reis doel verborgen blijft. Onderweg nemen ze een lifter in hun auto mee: Klinger, een verbitterd uit de oorlog terugge keerde man, die zich de vijandschap van Sulpiz op de hals haalt door hem het hart van zijn dochter te ontstelen. Er ontstaat dan een driehoeksverhou ding, waarbij elk der reisgenoten de ba sis van zijn eigen leven moet prijsge ven aan de Anderen. Vader Sulpiz ver dwijnt dan als overbodig geworden mens in de bergen, waar hjj eenmaal als klui zenaar had willen leven. Hij vlucHt „te rug naar de natuur", terug naar zijn verloren .-eugd, terug naar die dagen „van zon en zaligheid, van diepe dorst en diepe lafenis, van verlangen en idea len. O, deze idealen, die. als ze bereikt waren en begroet, opstonden en mee trokken en een deel van ons werden, en die onze ziel door de herinnering te rugtrokken naar de plaatsen, waar we Advertentie STEFAN ANDRES hen voor het eerst hadden ontmoet. Idealen, zeggen we, aldus Stefan An dres idealen..., en met dit even sim pele als opwindende woord is alles be doeld wat door zijn verschijning onze ziel beweegt en feller doet leven en die per in het allerheiligste van het Zijn binnenleidt." Maar de herontmoeting met het ver leden wordt een geweldig fiasco. Klin ger en Felicitas vinden een gebroken vader terug. Daarna is de beurt aan Klinger om „door de knieën" te gaan. Ook hij krijgt het verleden opnieuw te verwerken; hij heeft een onopgehelderde moord op zijn geweten en nu blijkt on verwachts de vermoorde nog in leven te zijn! Wat een herontmoeting! U voelt wel: dit moet blijmoedig eindigen. In het na-oorlogse Duitsland heeft men behoefte aan opbouwende kunst „De reis naar Portiuncula" draagt aan die opbouw het zijne bij. Stefan Andres her- Oorspronkelijke politieroman „Verduivelddaar heb ik, eerlijk gezegd, niet Verder moet je uitkijken naar een ventilator, die aan gedacht, maar je hebt volkomen gelijkjaboven de grond moet uitsteken, begrepen rw T «4- V»ri Vtot nüH rint errinrt^o A Z0|Jden *iM,at,£wbrUikBne>.do §arage voor dat doel hebben lalie nten markte de H.I. op, die blijkbaar tigj .at .,etl ereB,,jan Bruins niet gek vond, maar a rtJu 'nclpvH ?an diena stadhuistaal. %rd zij® c°Urantmf v, m°SelUk zijn, ware het niet, ®L liii- Waarin U aaldeli-'k Sevallerj .gepubli- 1 liiu "aarin 6-=vfflcii Oqu dan garaSe een rol speelde, door- n dat lio-t de bu't onder de vloer was ver- -o ®n diterct°0r hand. Ik moge opmerken, wH.i geslepen bende tegenover ons kW»,. o^hUebl Ze te nu eigenlijk. Denk je 6 w'ds heei5P)z°,maar ergens buiten op de j, .,£)agen h°eg eniBp ®d' Bazel toch geen onzin." v?du*Ze d (}e p ogenblikken, maar de tijd drong; J?P°sitieB®n°°rdenhoutseweg al bereikt. iNtil bQm, °.(JoHop b- lk oaaanyaardbaar, maar yJ'riJe kelriór. in >e tumen van grotere vie*, v„ d'iEen s gemaakt, soms zelfs onder- E'Se yk Vn ngen l s gemaakt, soms 2 S?'Whet hu,-aie Ult de aard der „A deze schui]lwde acbtertuin liggen. Som- Ze vrn..'Plaatsen zjjn zelfs zo goed ge- zelfs onder zaak zover k k terpje vrliw,"*,™ Botsen zijn zeits zo go olnS reèrid® vegeS Hba?-r Z-Un' vooral nu' na il in ^itipp ds naar de „hSgln§ maskeert. ahrt diH®vai v® gebracht, dat de kerels a' n nood t» moeten hebben genomen ^Udpl1 sc:h, j| ku.nnen verdwijnen. Ze moe- en ze dè in-LPreed- hebben gehad, inspecteur met hebben ont- dat is zo. De H.I. wond zich op; „Maar vervloekt, het is bi] elven, we hebben geen tijd te verliezen." „Helaas nee," klaagde Bruins. „Daarom mogen we niets verzuimen, we maken een kans, zelfs een goede kans, maar die moeten we uitbuiten. We moe ten doen alsof we er zeker van zijn, dat de inspec teur daar is, dat alleen zal ons juist doen handelen. Ik moge u een voorstel doen." „Vooruit maar, ik luister." „U gaat met één man de voordeur binnen, twee man onderzoeken de garage grondig en ik ga met rechercheur Hendriks, die in de wagen achter ons volgt, een onderzoek instellen in de tuin. We hebben allemaal sterke zaklantaarns bij ons en een pistool... u toch zeker ook?" „Jadat is in orde." „In de volgwagens heb ik een breekijzer, vier dynamietpatronen en mijn gereedschapskist. Hendrik is een handige vent. Het is helemaal niet uitgeslo ten, dat we aan het verkeerde adres zijn, maar, we hebben dan in ieder geval gedaan wat we konden doen. Laten we hopen op ons gelukkig gesternte." „Goed Bruins," zei de chef, „ik ga met je voor stel akkoord." „Wilt u mij dan even vóór we de villa bereiken, uit de wagen zetten, dan vang ik Hendriks op." Even voor het doel bereikt werd, stapte Bruins uit, waarschuwde rechercheur Hendriks in de volgwagen waarin zes man zaten en vertelde hem in het kort waar het om ging. Hü stopte hem het breekijzer in de handen en stak zelf de dynamietpatronen in zijn zak. Hü zag de H.I. het bordes van het huis opgaan in het licht van de lamp boven de deur. Twee recher cheurs liepen op de garage toe. Het openen van die deur was voor hun bekwame handen kinderspel. „Luister," fluisterde Bruins in het oor van Hen driks, „we hebben geen tijd te verliezen. We sluipen direct door naar de tuin en gaan zoeken naar een schuilkeldergoed begrependie kunnen we herkennen aan een kleine ophoging, maar eerder nog zullen we moeten zoeken naar een deksel of zoiets, wanneer die kelder helemaal is ingegraven. Let goed op, of je bij het pad, dat grindpad daar of je bij dat grindpad een weggetje of paadje vindt, dat naar de ingang van de kelder loopt, snap je Oplettenvooruit!" Ze klommen over het lage tuinhek door de heg en kwamen in een bed met bloemen, maar trok ken zich van de ravage, welke zij ongetwijfeld had den aangericht, niets aan. Ze slopen langs de rand van het grindpad, dat aan de zijkanten van het huis liep en als epn wit achtig waas afstak tegen het duister onder de strui ken, die op enige afstand van het huis en het pad een haag Ybrmden. De hemel was met sterren bezaaid, het huis torende hoog op en scheen in het_ luchtruim te worden opgenomen. Het was doodstil op deze zijweg. De beide rechercheurs kropen verder. Bruins langs het grindpad, Hendriks langs de haag. Eindelijk was het einde van het huis bereikt en moest de tuin voor hen liggen. „Waar nu heen?", fluisterde Hendriks. „Ik zie geen hand voor ogen, kan ik geen licht maken?" „Neen, nog niet, eerst verder en zien waar dit grindpad eindigt, door die dikke haag kunnen we zelf niet gaan." Ze kropen op handen en voeten. Plotseling hield het grindpad op. Bruins nam zijn zaklantaarn, trok zijn jas uit en vormde daarmee een scherm boven de lantaarn, die op de grond was gericht. „Een paadje!" Vlak naast elkaar kropen ze verder langs het paadje, dat tussen lage heesters liep. „Vooruit," fluisterde Bruins en keek op zjjn horlo ge, „11.20 uurGrote God, we komen te laat Het was doodstil. Een uil kraste. Bruins keek in wanhoop omhoog en zag een ster vallen. Nadat Alice naar Brussel was vertrokken, voelde Kielstra de onrust in zich groeien. Hij maakte zich zelf bittere verwijten, dat hij de vrouw die hij lief had, aan gewaagde en gevaarlijke avonturen had blootgesteld, gevaarlijk, omdat zij een mooie vrouw was en onbekend met de mentaliteit van degenen, met wie zjj in aanraking zou komen. (Wordt vervolgd) lil® HELLA S. HAASSE kent men in dit nieuwe boek als de schrijver van „Het mes der barmhar tigheid" (Wir sind Utopia), die prachti ge kleine roman, waarmee hij enige ja ren geleden in ons land bekend raakte. Ook dóarin reisde een mens terug naar het ideaal van zijn jeugd. Het thema is in het nieuwe boek uitgediept, het pro bleem is principiëler gesteld; bezadig der en genadiger uitgewerkt. Maar „Het mes der barmhartigheid" blijft ons toch het liefst. Zeshoek van mensen Tamelijk verwant aan de opzet van „De reis naar Portiuncula" is de nieuw ste roman van Hella S. Haas- se „De Ingewijden" 2). Het gaat hier niet om een driehoek, maar om niet minder dan een zeshoek van mensen die op zoek zijn naar hun basis. Ook deze roman is een natuurlijk vervolg op vroeger werk, met name op Hella Haas- se's roman „De verborgen bron", waar in wij kennis maken met de schilderes Elina Breskei. Van deze figuur wordt in „De Ingewijden" de levensdraad her opgenomen. Men kan haast zeggen, dat zij de oermoederfiguur is van al die an dere reizigers, die tot de mede-ingewij den gaan behoren: het Amerikaanse meisje Jessica Manning, dat op vakan tie in Griekenland verliefd wordt op de primitieve Kretenzer Niko Stephandi- dakis, de door schuldgevoelens gekwel de Nederlandse leraar Lucas Gosschalk met zijn zestienjarige leerling Marten Siebeling, en tenslotte Helmuth Storm, een krankzinnig geworden deserteur uit het Duitse bezettingsleger op Kreta. Niets hebben deze mensen met elkaar te maken; niets, dan dat zij ieder voor zich „the point of no return" niet dur ven te passeren. Maar ze moeten. Het is een soort heilig moeten. De diepste zin van hun leven wordt er in openbaar. De roman is kennelijk uiterst gecon centreerd geschreven. Het is onrecht vaardig er een karakterroman in te wil len zien. Als zodanig pretendeert het boek weinig. Het wil iets heel anders. Het is, zoals de schrijfster zelf heeft opgemerkt, „een poging een beeld te geven van het (zowel horizontaal als verticaal, in de breedte van de eigen lijke handeling èn in de diepte van er varingen en gevoelens) met elkaar-ver- bonden-zijn van de hoofdfiguren." „Het bedachte verhaal van die onderlinge af hankelijkheid en verantwoordelijkheid is bedoeld als een symbool van de wer- k e 1 ij k e immense verknooptheid van menselijke verhoudingen en wereldge beuren." Wij kunnen die poging niet anders dan respectabel vinden. De lectuur vraagt intense aandacht. Het boek is bijzon der omvangrijk. Men moet een toegewij de lezer zijn teneinde een ingewijde te kunnen worden. Een ingewijde, in de geest waarin de oude Pindaros het be doelde, toen hij de verzuchting slaakte, welke Hella Haasse als motto aan haar roman meegaf: „Gelukkig hij, die inge wijd is vóór hij onder de aarde gaat, want hij kent het einde en het van God gezonden begin." Zoals men begrijpen zal, is dit werk van Hella Haasse in een andere geest geschreven dan het overtuigd katho lieke werk van Stefan Andres. Bij Hel la Haasse is de achtergrond het antie ke Hellas; bij Stefan Andres is die ach tergrond het middeleeuwse Italië. Toch spelen" beide boeken in de moderne tijd Ook in die wisselwerking tussen het trekkende verleden en het onont wijkbare heden ervaren wij, maar dan in grootser verband, het probleem van zelfverwerkelijking zoals dat in de af zonderlijke romanfiguren wordt gesteld. Er is een trek terug, naar de roman tiek van het verleden; èn er is een voor waarts moeten, de ongewisse toekomst ln' NICO VERHOEVEN. 1) Stefan Andres: De reis naar Por tiuncula. Vert. d. Vic. Stalling. Uitg. De Fontein, Utrecht. 2) Hella S. Haasse: De Ingewijden. Uitg. Querido, Amsterdam. Voor discophilen heeft de Deutsche Grammophongesellschaft een bij zonder begerenswaardige opname uitgegeven van Tschaikowsky's Zesde symphonie, de Pathétique, die waar lijk wel eens een keer eerder op de plaat is gekomen, maar ditmaal in een lezing, die in zekere zin authentici teit bezit, omdat zij afkomstig is van de Leninggrader Philharmonie onder lei ding van Jewgenij Mrawinskij. Wie deze magnifiek op de plaat ge brachte uitvoering hoort, ervaart, dat zij inderdaad geheel van hetzelfde muziek- gevoel getuigt als men heeft geconsta teerd bij andere kennismakingen met Russische muzikanten. Maar er is na tuurlijk wel geen werk, waarin dat zo frappant spreekt als in de „Pathé tique", die in het Westen veelal ver staan wordt als muziek, waar van opge wondenheid de stukken af moeten vlie gen. Deze Russische lezing nu lijkt heel sterk op de gedenkwaardige uitvoerin gen, die Eduard van Beinum en het Concertgebouworkest er in de afge lopen winter van gegeven hebben. Zij is inderdaad geheel gemusiceerd van het muzikanteske beginsel uit, uitslui tend gericht op realisering in zuivere klank, ontdaan van overdadige accen ten en verbijzonderingen, kortom van in terpretaties, die feitelijk van buiten de muziek komen. Men wordt bij dit or kest verrukt door de lichtheid van toets. Deze musici drukken nooit, zij boren zich niet op een onmatige manier ln een stemming, doei ze spelen in een bepaald stijlgemiddelde, waar zij nooit bui:en treden. Dit wil niet zeggen, dat nun Icank niet zeer intens is. Dat is hij juist wel en inzonderheid de strij kers van de Leningrider Philharmo nie hebben een prachtige glee ende toon, buigzeam en sonoor. Mén zou alleen kunnen wensen, dat de voor tracht op sommige momenten iets meer kracht bezat, doch dit zou aan het persoon lijke temperament van de diigent kun nen liggen, die overigens een voortrei- teiijk muzikant met zijn mede-muzikan ten moet zijn. Men krijgt geer momen' het geve el, dat hij zijn persoonlijkheid opcirirgt, maar hij :'s t ennelijk de lei der van het spel, de meester van een bewonderenswaardige imep muzikan ten. In ieder geval kan men niet meer over Tschaikowsky-interoretetie oorde len, zoi der deze aan een zo kapitale op name als de onderhavige te toetsen, (L.PM 18 334). Posthoorn-serenade V'ror een andere k-srelijkheid zorgde Philips met een nieuwe aanwinst van de Mozarts Jubileum Editie die een van de voornaamste in de i.ele serie blijkt geworden: de Symphonie in A gr. t. K.V. 201 en de Serenade in D gz t. K.V. 320, de zogenaamde Post hoorn-serenade, gespeeld -l'-or onze e'gen meester, Eduard van Beinum en het Concertgebouworkest ze li. Beide stukken 2tin weinig bekend en tonen ons nochtans Mozart in ware uitbarstingen van zijn geide. De Symphonic- stamt uit een periode (1774), waarin de jonge Mo zart kort na elkaar drie van üergelijk® werken schreef in hoogst geïnspireerde stijl. Misschien is deze K V. 201 daar wel de belangrijkste van. ast staat, dat zij met de allersimpelste midde len gan.aakt een samenvetting is van een strakke, door oudere tijdge noten beoefende stijl, maar een sa menvatting op een niveau, waarop al leen een Mozart leefde. De Saint-Foix wil er tegelijkertijd een eerste door braak naar de galante stijlperiode, die weldra ging aanbreken in horen. Dat zal wel waar zijn, maar ik hoor in dit borende, enerzijds krachtige maar te gelijkertijd onbeschrijfelijk weemoedige hoofdthema een verre voorbode van de late g-moll symphonie K.V. 550. Enke le jaren later, in het laatste van het verblijf te Salzburg, is de Posthoorn serenade ontstaan, zo genoemd naar het posthoornmotief in het tweede Trio van het tweede Menuet. Het werk behoort tot de rijkste en krachtigste in het gen re. Het is eigenlijk veel meer sympho nie dan serenade en stellig verwant met de Haffner-symphonie, meer dan met de Haffner-serenade, zoals trou wens in het algemeen de verwantschap met de Prager-symphonie en de st'jl van Don Giovanni hier herhaaldelijk doorbreekt. Dit geldt dan voor de hoek- delen. Daartussenin staan allerlei lui mige middendelen, zoals die in de se renade passen, doch er is een opmer kelijk melancholiek mineur-Andintino, dat in zijn stemming het bestek van een serenade te buiten gaat. De uitvoering laat van Beinum en zijn orkest in hun prachtigste musiceerstijl horen. (A 00398 L). Kubelik in Brahms Decca gaf op LXT 5214 een nieuwe opname uit van Brahms' Vierde sym phonie, gespeeld door Rafael Kubelik en de Wiener Symphoniker. Het orkest- spel laat natuurlijk niets te wensen over. De interpretatie is ongelijk van kwaliteit. Kubelik heeft stellig een strikt gemusiceerde Brahms voor ogen gehad, maar in net eerste deel en in net Andante gaat hij aan de betekenis van deze muziek te gemakkelijk voorbij, iets te haastig en iets te oppervlakkig. Goed, maar onbelangrijk. Het derde deel is al veel beter, schoon juist wat erg na drukkelijk, doch de Finale is magnifiek, in een sterke greep gevat, zeer tem peramentvol, meeslepend en zonder wansmakelijke overdrijving gespeeld. Een reproduktie van een gioot muzi kant. Philips gaf op A 00399 L Tschaikows ky's Vierde symphonie uit, gespeeld door het Concertgebouw-orkest onder Antal Dorati. De resterende ruimte wordt gevuld met Smetana's Moldau. Ontzettend virtuoos is deze Tschaikows- ky, naar de hardste, schitterendste Amerikaanse trant. Er schijnt iets aan het veranderen te zijn in Dorati. Vrijdag heeft dr. Eduard van Bei num, dirigent van het Concertgebouw orkest, in Amsterdam een map in ont vangst genomen met vier langspeel platen, die de transcriptiedienst van Radio Nederland Wereldomroep heeft laten vervaardigen ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als dirigent. Namens de directie van de wereldom roep bood de heer J. W. Acda, hoofd van de centrale programmadienst. de map aan dr. Van Beinum aan. De Wereldomroep heeft enkele maanden geleden een aankondiging van deze serie naar radiostations over de hele wereld verzonden. Hierop is zo en thousiast gereageerd, dat de oplage van deze serie transcriptieplaten op meer dan duizend moest worden ge steld. Van 1019 stations uit 102 landen kwamen aanvragen binnen, waarvan S05 stations in de Verenigde Staten. Er is een Engelse, een Amerikaanse, een Spaanse en een Franse versie. Voor de overige talen wordt een aan kondiging op schrift bijgevoegd. De serie omvat vier programma's van een half uur. Het eerste is een klankbeeld over Eduard van Beinum, waarin is opgenomen de eerste sym phonie van Hendrik Andriessen, het tweede is een concert van de Ne derlander Hans Kox, het derde „Le Printemps" van Debussy en de „Rhap- sodie Espagnole" van Ravel. Het vier de programma bevat het adagio uit de Negende van Bruckner. De concerten zijn uitgevoerd door het Amsterdamse Concertgebouworkest onder leiding van Eduard van Beinum zelf. De Reiman de Bas-stichting te Amersfoort schreef het afgelopen jaar een prijsvraag uit, waarbij verzocht werd een korte verhandeling te geven over de mogelijkheden van de groei van het persoonlijk innerlijk leven door de liefde voor de arbeid en de arbeids gemeenschap in het maatschappelijk proces. De hoofdprijs van 2.000 werd gewonnen door de heer Fr. N. Deelen te Valkenburg (L). Verder werden twee troostprijzen van elk 500 toegekend, resp. aan de heer Daniël Dekker te Brussel voor zijn beschouwing „werk, zolang het dag is" en aan mevrouw Alvertine Vellenga, Rozendaal (G) voor „Wij mensen".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1957 | | pagina 11