Voorbereiding op Pasen
.Lectuur naar
l^ers behoefte
tf^l
tSfes.ae
CONTOUR 1957 TE DELFT
I
„De reis naar Portiuncula",
nieuwe roman van Andres
t*
Klassieke muziek
op de plaat
De „Pathétique door
Russen gespeeld
Van Beinum met twee werken
van W. A. Mozart
e Vemieuu)de Goede Week-Viering
r
Y4ü'*»Sï.
pi
LI RO
L
SLAAF VAN UW HUID?
De ingewijden"
door Hella Haasse
Pecteur
li i eist ra
Wereldomroep biedt dr. Van Beinum
serie langspeelplaten aan
en
V.
^'A
K
THE POINT OF NO RETURN (2)
pis
\^V
i'i
Huidgenezing
TUSSEN
SCHRIJVER
EN
LEZER
L P O N lijmtbreukenenbreektsnelheidsrecords velp on
M-
«-SS®
SATERDAG 13 APRIC 1957
PAGINA 11
MOïfv
fi. ?<Ji
■vervwyA
Shell, Week'
fe,vanedebed0e-
weekkalender
Groot succes van de
rei sbonnenactie
500.000 km. bereikt
Examens
Twee zilveren
jubilarissen bij de KRO
SCHMIDT
Prijsvraag Reiman de Bas-
stichting
rflS
\srt jA
0U'
d<-#|
ersui*1'
7517^
bp/I
roO*^
'X'f
t#
-l_/ Plecht?il<ije vernieuwing van de
heeft ien der Goede Week
?sc' e»
\L>'
cc. bil>'»
P1y
MA,C
•str?at
KViRpS?,»
hil^Pende ?,®- 'aatste jaren een diep-
Pelif|,vieren ^PZlltnS aangebracht in
haan' da' zee? fen" Het is begrij'
ittCtegenover Lnve!en, vr« onwennig
fecht haeer duia^-i' ioch voeIt men
denk- nieelevcn aan- dat een op"
dos van ?nHmetJde kerkeHjke her-
be»„-?®ren nó n' do°d en verrijzenis
los!-lJPe»i ak h ?erst §oed Pasen doet
W,ne Mei, het grote feest der Ver-
Vin' dat rtP s„Weet °ver het algemeen
hian§ iets he?!*8!*-® ''turgische vernieu-
hoi, r de m®®t ..bijzonders moet zijn,
Va» z° Wein; Jkheid is- dat men er
rt-pn2e Plechtig", begrtjpt. Het volgen
>- de. On j'8eden alléén is niet vol-
®t heel jaie..manier is men niet in
In te nenini, dlePe zin ervan in zich
di- Verschii] ül hoort ®en uitleg bii-
Von/egeven Parochies is en wordt
bii dt daarHn maar lang niet iedereen
Vli! ,dat het bereikt. Daar komt nog
ie? tig j gesproken woord uiteraard
ye^Phet eerste -?e-grijpt--V-ak -li1-?!"
!t licht ei
3n- Daar<
e> dat de
goede
JpCht vl??; willen "daarop de aan
doen n' zodat ieder zijn keuze
(tl het't»j00reerst het dubbelnummer
r- de Inschrift Eucharistia dat on-
t*00rln titel'
l^Vt'^frate - ene'nige! - gehoor,
tothanden en staat dan nog met
NjiS j aarom is het een reden
lo - t Ciat Ho ltao c+ö +ÜH trflTCfViil.
V]
e zofo,6' ^at de laatste tijd verschil
lij. BfïPHö .Tnw Arx
Ve ieuwri g°ede verklaringen van de
dabbenen ,faasviering in druk zijn
V everin eek" de
van 'hgen 2 en
hg Mhejaar-
k dl' ona aan
heeft hderwerp
hl bo^iid. Kort
li'^in dig wordt
aji ?erk-i® n worden afzonderlijk na-
tolden ud' Men krijgt hier een goed
hid et m begrip van de Goede Week
bii den l details te worden bezig ge
nii a. Deze
ei*.
Ik', de Jzeze uitgave is verkrijgbaar
u'hdaai 'ht^atie van Eucharistia,
hj ?t tiidaiseuw.eg 300 te Nijmegen,
het t. pfhrift „Getuigenis" (Uitgeve-
ja. 2g ^egoriushuis, Utrecht), heeft
h] A tot,mmer van zijn eerste jaar-
Va.hjn lte' gegeven: „Het Paasfeest
V d6?x. '"'bereiding". Het karakter
8<>>leest bbhllcatie wordt bepaald door
vr*ht j„Van het periodiek, dat vooral
«b phiheil op de liturgische en bi.jbel.se
Hikn Sdiirs ten behoeve van katechese
bij r daj! h.?- De tekst hiervan is moei-
d« |aSt 1 i e van "Eucharistia", maar
i veel dieper, omdat hij op
y. her P|aats voor priesters en gods-
Ij en geschreven is.
b ole. uitgeverij St. Paulus Abdij te
ow Vonkhout is een liturgische gids
n' vp de Goede Week en het Paas-
'1, Pa^ j^henen onder het opschrift:
bophaiiip'sring. De schrijver is Dom
C| nivfd O.S.B. Dit boek staat op
V? jnl1'. Het is meer wetenschap-
l lk'% v nteerd 'n die zin, dat de
NNo^Worvenheden van liturgische
?ktKl. iiS'sche inzichten hierin zvjn ver-
P late zich hierdoor echter
S] kken. Het boek is uitstekend
ht'. ®h zeer volledig. Geen onder-
Vt«n de plechtigheden blijft onbe-
VMoh*odat nien om geheel en al
Ai dipt te worden Dom Gaillard's
hiv'i lao. Vergeefs ter hand neemt.
P.Stfbj„ftste noemen wij ,,Het Paas-
hrj.t!., van dom dr. A. Verheul
Stop®1) ''gekomen bi.j de firma J. J.
?'b< 'Sin Zonen te Roermond. Wie
bfw'?ri l^ewijd wil worden in de diepe
"V te k.® nieuwe Paasviering moet dit
hagV^n ilGn- Binnen het beperkte ka-
tlga biizn h'edzijden is de schrijver er
de ,srnaak .voortreffelijk in ge-
P l '-den J?ern van het Paasmysterie
L®t Ï^al ,,duidelijk te maken. Het boek
®tih ste i" Priesters als voor leken
jj dat wij over dit onderwerp
lJ5rtl®hH is helder en boeiend ge-
Mjiii hfviitu Zelfs als meditatieboek zeer
k^fie heteuaar' omdat het de wereld-
hew ssijjo^Kenis van het mysterie der
bri,. dit 1. zuiver verklaart. Door
werkt als hoofdgedachte
W Wezen van het Christendom
hijiJ&at °hze aandacht te plaatsen
®rie immers om het Christus-
ot centrum van ons leven
U
JA..0! Pretapril: Palmzondag; eigen mis,
A.G- Van H- Kruis: paars.
IVq^ÖAg rn's van ferie; paars.
Jnis van ferie; paars.
v^rt^ÜAr- m,ls.van ferie; paars,
SitWitte donderdag; eigen mis,
'hoede vrijdag; plechtigheden,
eig^A-Cj jPaaswake en eigen mis; wit.
hits- april: Hoogfeest van Pasen;
eredo; Wjt.
te maken. Wij geloven vast, dat wie dit
boek ernstig bestudeert, een onweer
staanbaar verlangen in zich voelt op
komen om Pasen te vieren volgens
de authentieke visie van de Kerk. En
dit is, naar onze mening, het grootste
compliment, dat wjj de schrijver kun
nen maken. Men zal echter tegelijk
overtuigd zijn, dat dit niet mogelijk is
zonder behoorlijke voorbereiding. Hoe
wel de nieuwe liturgie voor ieder ver
staanbaar wordt genoemd, moet toch
worden toegegeven, dat een werkelijk
begrijpen en in zich opnemen van de
diepe betekenis der plechtigheden een
goede verklaring-vooraf vereist. Die
vindt men inderdaad in dit boek, dat
wij dan ook met alle nadruk kunnen
aanbevelen.
Tenslotte willen wij nog wijzen op een
keurige uitgave in de Heraut-serie
(Graafseweg 11 Nijmegen), waar de
paters Jac. de Rooy S.J. en H. Koe
nen S.J. een dubbele kruiswegoefening
hebben verzorgd, die letterlijk
oorspronkelijk mag heten. De eerste is
geheel samengesteld uit zeer sugges
tief gekozen teksten uit het Oude Tes
tament, de tweede heeft men gebaseerd
op het Nieuwe Testament. Bij elke sta
tie ié een gebed uit de officiële li
turgie gevoegd en tevens een voor de
vervolgde Kerk. Het boekje, dat maar
0.45 kost, is zeer mooi geïllustreerd
en mede daardoor zeer bruikbaar voor
hen, die niet naar de kerk kunnen gaan.
Zoals men ziet: er is keuze genoeg.
Mogen velen door deze aanwijzing er
toe komen een van de genoemde wer
ken aan te schaffen om zich zelf zo
doende de waardevolle dienst te bewij
zen het Paasfeest op vruchtbare wijze
te vieren.
De actie, enige jaren geleden door de
Utrechtse kellner Jan Kuyper begonnen,
ter inzameling va zgn. reisbonnen ten
behoeve van tbc- en astmapatiënten,
heeft na veel succes geboekt te hebben,
haar einddoel bereikt. Enige maanden
geleden had men hiervoor de afstand
500.000 kilometer, 12 maal de omtrek
der aarde, gesteld, en dit getal is dezer
dagen volgemaakt door een inzending
uit Groningen.
Daar de initiatiefnemer, die zich de
bijnaam „Bonnen-Jan" heeft verworven,
inmiddels is verhuisd naar Millingen aan
de Rijn, waar hij het hotel Nieuw-
Millingen exploiteert, zal de officiële
sluiting over enige weken aldaar ge
schieden. Dan zal Jan Kuypers worden
gehuldigd.
AMSTERDAM, 12 april. Kand. theologie:
mcj J. Ris, Amsterdam; J. Ponne, Bussum
en met lof W. van Gemert, Dordrecht.
LEIDEN 12 april Kand. Nederlands
recht De dames I. H. van Romondt te
Den Haag, E. W. M. J. Th. Pieterse te
Den Haag, M. E. Rupp te Amsterdam,
C. M. E. de Haas te Den Haag en de
heren L. J. W. Berger te Den Haag, W.
P. Scheltema te Amsterdam, J." W. H.
Combrink te Oss, J. W. van SlcAten te
Den Haag, B. N. Leverland te Leiden,
A. Dortland te Gouda, M. Olgers te
Haren (Gr.), C. J. van Epenhuysen te
Vlissingen, Th. P. W. M. Kamphuisen
te Velp (Gld.), S. H. A. van Opstall te
Bilthoven, M. E. Jonker te Amsterdam,
R. P. J. J. Corbeau te Den Haag en C.
van Harberden te Den Haag.
ROTTERDAM,, 11 april, Kand. ec. we-
tensch.: J. Beugel, Rotterdam; J. F.
d'Hondt, Den Haag; J. H. de Jongh,
Rotterdam; J. Sloos, Leiden; J. Poort
man, Leiden en C. P. d'Haans, Den
Haag. Doctoraal econ. wetensch.: C. P.
van Bergeijk, Hardinxveld; G. A. de
Kwaadsteniet, Den Haag en J. Schuur
man, pen Haag
LEIDEN, 11 april. Kand. Franse taai
en lett. L. Dullaart, Den Haag.
LEIDEN, 11 april. Gepromoveerd
tot doctor in de wis- en natuurkunde
op proefschrift getiteld „Fundamental
notions in metric curve theory" R. NOt-
trot te 's-Gravenhage; gepromoveerd
tot doctor in de wis- en natuurkunde
op proefschrift „De wijziging in samen
stelling van de phosphatidefractie bij
de kieming van glycine soya en het
spruiten van allium cepa" A. E. F. H.
Meijer, Heemstede.
GRONINGEN, 12 april. Kand. geschiede
nis: mej. G. C. Huisman, Groningen. Kand.
geneesk.: (ii B): C. J. Rhee, Hengelo; L. F.
Bock, Veendam; J. Kooy, Groningen; J. N.
Slager, Eindhoven. Artsexamen le ged.: R.
J. van der Hell, Overveen; B. A. A. M.
Kools, Rosmalen; S. L. Sternberg, Brooklyn
(N. Y.); A. A. Suidman, Nijmegen; G. H.
W'iegers, Niehove. Bevorderd tot arts: A.
Eijgelaar, Franeker; J. Knol, Groningen; B.
C. Maats, Heiloo; R. L. F. Nienhuis, Assen;
R. G. Nypels, Groningen; H. Oostra, Gro
ningen.
NIJMEGEN, 12 april. Kand. Duits: W. M.
Smit, Nijmegen. Doet. rechten: L. J. L. M. de
Bruyn, Nederasselt. Doet. soc. wetensch.: Zr.
E. A. M. van Wessum (cum laude), Vaals.
Doet. pol. en soc. wetensch.: J. A. M. En
gelen. Lent. Doet. geschiedenis: J. A. Betle.v,
Londen en L. J. A. Nelissen, Maastricht.
Kand. soc. wetensch.: A. H. M. van der
Vaart, Breda; F. L. Jansen, Den Bosch; J.
P. S. van Neerven, Eindhoven en mej. L. H.
M. Hosselet, Nijmegen. Kand. geschiedenis:
pater P. J. Raats, Nijmegen.
Advertentie
Huidzuiverheid Huidgezondheid
Puistjes verdrogen door Purol-poedet
De studio-chef van de Katholieke Ra
dio Omroep, de hees Frits van Turen-
hout, zal op- 27 april 25 jaar bij deze om
roep in dienst zijn. Op maandag 13 mei
viert de regisseur Léon Povel eveneens
zijn 25-jarig jubileum bij de K.R.O. Op
beide dagen zal 's morgens tot intentie
van de jubilaris een H. Mis worden op
gedragen in de Sint Anna-kapel. In de
middaguren volgt een receptie in de
foyer van de studio, terwijl 's avonds het
feest in de kring van medewerkers
wordt voortgezet.
De heer van Turenhout verleent als
Fred Sterwood menigmaal zijn mede
werking aan de radio-programma's. In
het particuliere leven maakte hij zich
zeer verdienstelijk jeg -s de Hilversum-
se afdeling van het Nationaal Katholiek
Thuisfront. Léon Povel, die zijn werk
zaamheden bij de K.R.O. aanving als
reporter, is zich na de oorlog op regis
seren gaan toeleggen.
Advertentie
Elk ogenblik van de dag. in de tram,
in de trein, op straat en op kantoor
wordt U door een onverdraaglijke jeuk
aan Uw ongave huid herinnerd. U wilt
krabben, maar moet dit nalaten! Een
nutteloze bron van zenuwachtigheid, nu
DERMES, de machtige genezende zalf,
voor U in de handel werd gebracht.
DERMES dringt diep in de huid en ver
drijft de jeuk. De vorming van gezond
weefsel wordt bevorderd en de huid
herwint haar natuurlijke veerkracht.
DERMES, in alle apotheken en dro
gisterijen.
T" T" et hiernaast
afgebeelde
-*■ kinderpor
tret, een penseel
tekening, is een
der verfijnde en
vrouwelijic-gevoe-
lige tekeningen
van Ko Mogen-
dorff, te zien op
de tentoonstelling
„Contour" te Delft.
Zoals men zich zal
herinneren behelst
de tentoonstelling
„Contour" een
jaarlijks terugke
rend overzicht van
de beeldende
kunst, zoals zij in
Nederland reilt en
zeilt. Dit jaar is
er een aantal goe
de tekeningen; on
der het werk van
de beeldhouwers
is eveneens veel
genietelijks, en
enkele gevestigde
talenten hebben
schilderstukken
van kwaliteit in
gebracht.
Over het alge
meen is het beeld
dat van de actua
liteit gegeven
wordt echter wei
nig opwekkend.
Misschien is dat te
wijten aan een gebrek aan critische zin bij de commissie die de keuze had
te bepalen, maar het is natuurlijk ook mogelijk, dat er niets beters beschik
baar was. Daar komt bij, dat ons tentoonstellingswezen op een non-stop-re-
vue gaat lijken. Er is veel te veel, niemand kan het allemaal afzien; hoogst
dubieuze debutanten, die nog moeten leren een hand of een voet op aanne
melijke wijze té tekenen, komen in musea en culturele centra" voor de
dag met éclatante doeken vol verfproppen of ijle minimalismen die bewij
zen, hoe ver het hek wel van de dam is, nu vele ambtenaren en vrijgestel
den van het kunstleven bang zijn voor achterlijk te worden aangezien als
zij deze onmachtige dolheden nietmet hun aandacht en hun reclame hono
reren.
In de roman „De Reis" van Aar van de Werfhorst ging, zoals wij vorige
week hebben gezien, de jongeman Marten Grubbe op reis „om de weg naar
de bron en de oorsprong terug te vinden". Hij voelde zich „volstrekt een
zaam als in zijn kindertijd, toen hij het avontuur en het wonder van het
leven het sterkst had beleefd". Op de drempel der volwassenheid gekomen
besefte hij, dat hij „the point of no return" had bereikt. Er was geen weg
terug meer. Hij had de werkelijkheid en zijn persoonlijke verantwoordelijk
heid binnen die werkelijkheid te aanvaarden. Maar toch bleef een geweldig
heimwee in hem knagen.
if
Van zulk een geweldig heimwee ge
tuigt ook Stefan Andres in zijn
nieuwste roman „De reis naar Por
tiuncula", uit het Duits vertaald door
Vic. Stalling 1). Drie personen nemen
aan deze reis deel. Als vakantietrip
begonnen, neemt 'de tocht al spoedig
het karakter aan van een pelgrima
ge. Herr Sulpiz Kasbach, een dikke Duit
se bierbrouwer, heeft als knaap het
ideaal gekoesterd van minderbroeder
te worden. Hij droomde altijd van een
eenvoudig, franciscaans bestaan in het
zonnige Italië. Zijn „roeping" bleef ech
ter in de romantische droom steken.
Sulpiz werd zakenman, een keihard re
alist, een echte „volwassene" van deze
tijd. Maar het heimwee naar zijn jeugd
raakte hij niet kwijt. Integendeel, het
raakte steeds meer met schuldgevoe
lens beladen en tenslotte kwam er iets
over Sulpiz, waardoor hjj met kracht
werd teruggedreven naar de plaats waar
hij het beste in zichzelf verloochende.
Die plaats is Portiuncula. Sulpiz reist
er heen in gezelschap van zijn doch
ter Felicitas, een mooi, bijna volwas
sen meisje, aan wie het vaderlijke reis
doel verborgen blijft. Onderweg nemen
ze een lifter in hun auto mee: Klinger,
een verbitterd uit de oorlog terugge
keerde man, die zich de vijandschap
van Sulpiz op de hals haalt door hem
het hart van zijn dochter te ontstelen.
Er ontstaat dan een driehoeksverhou
ding, waarbij elk der reisgenoten de ba
sis van zijn eigen leven moet prijsge
ven aan de Anderen. Vader Sulpiz ver
dwijnt dan als overbodig geworden mens
in de bergen, waar hjj eenmaal als klui
zenaar had willen leven. Hij vlucHt „te
rug naar de natuur", terug naar zijn
verloren .-eugd, terug naar die dagen
„van zon en zaligheid, van diepe dorst
en diepe lafenis, van verlangen en idea
len. O, deze idealen, die. als ze bereikt
waren en begroet, opstonden en mee
trokken en een deel van ons werden,
en die onze ziel door de herinnering te
rugtrokken naar de plaatsen, waar we
Advertentie
STEFAN ANDRES
hen voor het eerst hadden ontmoet.
Idealen, zeggen we, aldus Stefan An
dres idealen..., en met dit even sim
pele als opwindende woord is alles be
doeld wat door zijn verschijning onze
ziel beweegt en feller doet leven en die
per in het allerheiligste van het Zijn
binnenleidt."
Maar de herontmoeting met het ver
leden wordt een geweldig fiasco. Klin
ger en Felicitas vinden een gebroken
vader terug. Daarna is de beurt aan
Klinger om „door de knieën" te gaan.
Ook hij krijgt het verleden opnieuw te
verwerken; hij heeft een onopgehelderde
moord op zijn geweten en nu blijkt on
verwachts de vermoorde nog in leven
te zijn! Wat een herontmoeting! U voelt
wel: dit moet blijmoedig eindigen. In
het na-oorlogse Duitsland heeft men
behoefte aan opbouwende kunst „De
reis naar Portiuncula" draagt aan die
opbouw het zijne bij. Stefan Andres her-
Oorspronkelijke politieroman
„Verduivelddaar heb ik, eerlijk gezegd, niet Verder moet je uitkijken naar een ventilator, die
aan gedacht, maar je hebt volkomen gelijkjaboven de grond moet uitsteken, begrepen
rw T «4- V»ri Vtot nüH rint errinrt^o A
Z0|Jden
*iM,at,£wbrUikBne>.do §arage voor dat doel hebben
lalie nten markte de H.I. op, die blijkbaar
tigj .at .,etl ereB,,jan Bruins niet gek vond, maar
a rtJu 'nclpvH ?an diena stadhuistaal.
%rd zij® c°Urantmf v, m°SelUk zijn, ware het niet,
®L liii- Waarin U aaldeli-'k Sevallerj .gepubli-
1 liiu "aarin 6-=vfflcii
Oqu dan garaSe een rol speelde, door-
n dat lio-t de bu't onder de vloer was ver-
-o ®n diterct°0r hand. Ik moge opmerken,
wH.i geslepen bende tegenover ons
kW»,.
o^hUebl Ze te nu eigenlijk. Denk je
6 w'ds heei5P)z°,maar ergens buiten op de
j, .,£)agen h°eg eniBp ®d' Bazel toch geen onzin."
v?du*Ze d (}e p ogenblikken, maar de tijd drong;
J?P°sitieB®n°°rdenhoutseweg al bereikt.
iNtil bQm, °.(JoHop b- lk oaaanyaardbaar, maar
yJ'riJe kelriór. in >e tumen van grotere
vie*, v„ d'iEen s gemaakt, soms zelfs onder-
E'Se yk Vn ngen l s gemaakt, soms 2
S?'Whet hu,-aie Ult de aard der
„A deze schui]lwde acbtertuin liggen. Som-
Ze vrn..'Plaatsen zjjn zelfs zo goed ge-
zelfs onder
zaak zover
k k terpje vrliw,"*,™ Botsen zijn zeits zo go
olnS reèrid® vegeS Hba?-r Z-Un' vooral nu' na
il in ^itipp ds naar de „hSgln§ maskeert.
ahrt diH®vai v® gebracht, dat de kerels
a' n nood t» moeten hebben genomen
^Udpl1 sc:h, j| ku.nnen verdwijnen. Ze moe-
en ze dè in-LPreed- hebben gehad,
inspecteur met hebben ont-
dat is zo.
De H.I. wond zich op; „Maar vervloekt, het is bi]
elven, we hebben geen tijd te verliezen."
„Helaas nee," klaagde Bruins. „Daarom mogen
we niets verzuimen, we maken een kans, zelfs een
goede kans, maar die moeten we uitbuiten. We moe
ten doen alsof we er zeker van zijn, dat de inspec
teur daar is, dat alleen zal ons juist doen handelen.
Ik moge u een voorstel doen."
„Vooruit maar, ik luister."
„U gaat met één man de voordeur binnen, twee
man onderzoeken de garage grondig en ik ga met
rechercheur Hendriks, die in de wagen achter ons
volgt, een onderzoek instellen in de tuin. We hebben
allemaal sterke zaklantaarns bij ons en een pistool...
u toch zeker ook?"
„Jadat is in orde."
„In de volgwagens heb ik een breekijzer, vier
dynamietpatronen en mijn gereedschapskist. Hendrik
is een handige vent. Het is helemaal niet uitgeslo
ten, dat we aan het verkeerde adres zijn, maar, we
hebben dan in ieder geval gedaan wat we konden
doen. Laten we hopen op ons gelukkig gesternte."
„Goed Bruins," zei de chef, „ik ga met je voor
stel akkoord."
„Wilt u mij dan even vóór we de villa bereiken,
uit de wagen zetten, dan vang ik Hendriks op."
Even voor het doel bereikt werd, stapte Bruins uit,
waarschuwde rechercheur Hendriks in de volgwagen
waarin zes man zaten en vertelde hem in het kort
waar het om ging. Hü stopte hem het breekijzer in
de handen en stak zelf de dynamietpatronen in zijn
zak.
Hü zag de H.I. het bordes van het huis opgaan in
het licht van de lamp boven de deur. Twee recher
cheurs liepen op de garage toe. Het openen van die
deur was voor hun bekwame handen kinderspel.
„Luister," fluisterde Bruins in het oor van Hen
driks, „we hebben geen tijd te verliezen. We sluipen
direct door naar de tuin en gaan zoeken naar een
schuilkeldergoed begrependie kunnen we
herkennen aan een kleine ophoging, maar eerder
nog zullen we moeten zoeken naar een deksel of
zoiets, wanneer die kelder helemaal is ingegraven.
Let goed op, of je bij het pad, dat grindpad daar
of je bij dat grindpad een weggetje of paadje vindt,
dat naar de ingang van de kelder loopt, snap je
Oplettenvooruit!"
Ze klommen over het lage tuinhek door de heg
en kwamen in een bed met bloemen, maar trok
ken zich van de ravage, welke zij ongetwijfeld had
den aangericht, niets aan.
Ze slopen langs de rand van het grindpad, dat
aan de zijkanten van het huis liep en als epn wit
achtig waas afstak tegen het duister onder de strui
ken, die op enige afstand van het huis en het pad
een haag Ybrmden.
De hemel was met sterren bezaaid, het huis torende
hoog op en scheen in het_ luchtruim te worden
opgenomen. Het was doodstil op deze zijweg.
De beide rechercheurs kropen verder. Bruins langs
het grindpad, Hendriks langs de haag. Eindelijk was
het einde van het huis bereikt en moest de tuin voor
hen liggen.
„Waar nu heen?", fluisterde Hendriks. „Ik zie
geen hand voor ogen, kan ik geen licht maken?"
„Neen, nog niet, eerst verder en zien waar dit
grindpad eindigt, door die dikke haag kunnen we
zelf niet gaan."
Ze kropen op handen en voeten. Plotseling hield het
grindpad op. Bruins nam zijn zaklantaarn, trok zijn
jas uit en vormde daarmee een scherm boven de
lantaarn, die op de grond was gericht.
„Een paadje!"
Vlak naast elkaar kropen ze verder langs het
paadje, dat tussen lage heesters liep.
„Vooruit," fluisterde Bruins en keek op zjjn horlo
ge, „11.20 uurGrote God, we komen te laat
Het was doodstil. Een uil kraste. Bruins keek in
wanhoop omhoog en zag een ster vallen.
Nadat Alice naar Brussel was vertrokken, voelde
Kielstra de onrust in zich groeien. Hij maakte zich
zelf bittere verwijten, dat hij de vrouw die hij lief
had, aan gewaagde en gevaarlijke avonturen had
blootgesteld, gevaarlijk, omdat zij een mooie vrouw
was en onbekend met de mentaliteit van degenen,
met wie zjj in aanraking zou komen.
(Wordt vervolgd)
lil®
HELLA S. HAASSE
kent men in dit nieuwe boek als de
schrijver van „Het mes der barmhar
tigheid" (Wir sind Utopia), die prachti
ge kleine roman, waarmee hij enige ja
ren geleden in ons land bekend raakte.
Ook dóarin reisde een mens terug naar
het ideaal van zijn jeugd. Het thema is
in het nieuwe boek uitgediept, het pro
bleem is principiëler gesteld; bezadig
der en genadiger uitgewerkt. Maar „Het
mes der barmhartigheid" blijft ons toch
het liefst.
Zeshoek van mensen
Tamelijk verwant aan de opzet van
„De reis naar Portiuncula" is de nieuw
ste roman van Hella S. Haas-
se „De Ingewijden" 2). Het gaat hier
niet om een driehoek, maar om niet
minder dan een zeshoek van mensen
die op zoek zijn naar hun basis. Ook
deze roman is een natuurlijk vervolg op
vroeger werk, met name op Hella Haas-
se's roman „De verborgen bron", waar
in wij kennis maken met de schilderes
Elina Breskei. Van deze figuur wordt
in „De Ingewijden" de levensdraad her
opgenomen. Men kan haast zeggen, dat
zij de oermoederfiguur is van al die an
dere reizigers, die tot de mede-ingewij
den gaan behoren: het Amerikaanse
meisje Jessica Manning, dat op vakan
tie in Griekenland verliefd wordt op de
primitieve Kretenzer Niko Stephandi-
dakis, de door schuldgevoelens gekwel
de Nederlandse leraar Lucas Gosschalk
met zijn zestienjarige leerling Marten
Siebeling, en tenslotte Helmuth Storm,
een krankzinnig geworden deserteur uit
het Duitse bezettingsleger op Kreta.
Niets hebben deze mensen met elkaar
te maken; niets, dan dat zij ieder voor
zich „the point of no return" niet dur
ven te passeren. Maar ze moeten. Het
is een soort heilig moeten. De diepste
zin van hun leven wordt er in openbaar.
De roman is kennelijk uiterst gecon
centreerd geschreven. Het is onrecht
vaardig er een karakterroman in te wil
len zien. Als zodanig pretendeert het
boek weinig. Het wil iets heel anders.
Het is, zoals de schrijfster zelf heeft
opgemerkt, „een poging een beeld te
geven van het (zowel horizontaal als
verticaal, in de breedte van de eigen
lijke handeling èn in de diepte van er
varingen en gevoelens) met elkaar-ver-
bonden-zijn van de hoofdfiguren." „Het
bedachte verhaal van die onderlinge af
hankelijkheid en verantwoordelijkheid is
bedoeld als een symbool van de wer-
k e 1 ij k e immense verknooptheid van
menselijke verhoudingen en wereldge
beuren."
Wij kunnen die poging niet anders dan
respectabel vinden. De lectuur vraagt
intense aandacht. Het boek is bijzon
der omvangrijk. Men moet een toegewij
de lezer zijn teneinde een ingewijde te
kunnen worden. Een ingewijde, in de
geest waarin de oude Pindaros het be
doelde, toen hij de verzuchting slaakte,
welke Hella Haasse als motto aan haar
roman meegaf: „Gelukkig hij, die inge
wijd is vóór hij onder de aarde gaat,
want hij kent het einde en het van God
gezonden begin."
Zoals men begrijpen zal, is dit werk
van Hella Haasse in een andere geest
geschreven dan het overtuigd katho
lieke werk van Stefan Andres. Bij Hel
la Haasse is de achtergrond het antie
ke Hellas; bij Stefan Andres is die ach
tergrond het middeleeuwse Italië. Toch
spelen" beide boeken in de moderne
tijd Ook in die wisselwerking tussen
het trekkende verleden en het onont
wijkbare heden ervaren wij, maar dan
in grootser verband, het probleem van
zelfverwerkelijking zoals dat in de af
zonderlijke romanfiguren wordt gesteld.
Er is een trek terug, naar de roman
tiek van het verleden; èn er is een voor
waarts moeten, de ongewisse toekomst
ln' NICO VERHOEVEN.
1) Stefan Andres: De reis naar Por
tiuncula. Vert. d. Vic. Stalling. Uitg. De
Fontein, Utrecht.
2) Hella S. Haasse: De Ingewijden.
Uitg. Querido, Amsterdam.
Voor discophilen heeft de Deutsche
Grammophongesellschaft een bij
zonder begerenswaardige opname
uitgegeven van Tschaikowsky's Zesde
symphonie, de Pathétique, die waar
lijk wel eens een keer eerder op de
plaat is gekomen, maar ditmaal in een
lezing, die in zekere zin authentici
teit bezit, omdat zij afkomstig is van
de Leninggrader Philharmonie onder lei
ding van Jewgenij Mrawinskij.
Wie deze magnifiek op de plaat ge
brachte uitvoering hoort, ervaart, dat zij
inderdaad geheel van hetzelfde muziek-
gevoel getuigt als men heeft geconsta
teerd bij andere kennismakingen met
Russische muzikanten. Maar er is na
tuurlijk wel geen werk, waarin dat zo
frappant spreekt als in de „Pathé
tique", die in het Westen veelal ver
staan wordt als muziek, waar van opge
wondenheid de stukken af moeten vlie
gen. Deze Russische lezing nu lijkt heel
sterk op de gedenkwaardige uitvoerin
gen, die Eduard van Beinum en het
Concertgebouworkest er in de afge
lopen winter van gegeven hebben. Zij
is inderdaad geheel gemusiceerd van
het muzikanteske beginsel uit, uitslui
tend gericht op realisering in zuivere
klank, ontdaan van overdadige accen
ten en verbijzonderingen, kortom van in
terpretaties, die feitelijk van buiten de
muziek komen. Men wordt bij dit or
kest verrukt door de lichtheid van toets.
Deze musici drukken nooit, zij boren
zich niet op een onmatige manier ln
een stemming, doei ze spelen in een
bepaald stijlgemiddelde, waar zij nooit
bui:en treden. Dit wil niet zeggen, dat
nun Icank niet zeer intens is. Dat is
hij juist wel en inzonderheid de strij
kers van de Leningrider Philharmo
nie hebben een prachtige glee ende toon,
buigzeam en sonoor. Mén zou alleen
kunnen wensen, dat de voor tracht op
sommige momenten iets meer kracht
bezat, doch dit zou aan het persoon
lijke temperament van de diigent kun
nen liggen, die overigens een voortrei-
teiijk muzikant met zijn mede-muzikan
ten moet zijn. Men krijgt geer momen'
het geve el, dat hij zijn persoonlijkheid
opcirirgt, maar hij :'s t ennelijk de lei
der van het spel, de meester van een
bewonderenswaardige imep muzikan
ten. In ieder geval kan men niet meer
over Tschaikowsky-interoretetie oorde
len, zoi der deze aan een zo kapitale op
name als de onderhavige te toetsen,
(L.PM 18 334).
Posthoorn-serenade
V'ror een andere k-srelijkheid zorgde
Philips met een nieuwe aanwinst van
de Mozarts Jubileum Editie die een
van de voornaamste in de i.ele serie
blijkt geworden: de Symphonie in A
gr. t. K.V. 201 en de Serenade in D
gz t. K.V. 320, de zogenaamde Post
hoorn-serenade, gespeeld -l'-or onze
e'gen meester, Eduard van Beinum en
het Concertgebouworkest ze li. Beide
stukken 2tin weinig bekend en tonen ons
nochtans Mozart in ware uitbarstingen
van zijn geide. De Symphonic- stamt uit
een periode (1774), waarin de jonge Mo
zart kort na elkaar drie van üergelijk®
werken schreef in hoogst geïnspireerde
stijl. Misschien is deze K V. 201 daar
wel de belangrijkste van. ast staat,
dat zij met de allersimpelste midde
len gan.aakt een samenvetting is
van een strakke, door oudere tijdge
noten beoefende stijl, maar een sa
menvatting op een niveau, waarop al
leen een Mozart leefde. De Saint-Foix
wil er tegelijkertijd een eerste door
braak naar de galante stijlperiode, die
weldra ging aanbreken in horen. Dat
zal wel waar zijn, maar ik hoor in dit
borende, enerzijds krachtige maar te
gelijkertijd onbeschrijfelijk weemoedige
hoofdthema een verre voorbode van de
late g-moll symphonie K.V. 550. Enke
le jaren later, in het laatste van het
verblijf te Salzburg, is de Posthoorn
serenade ontstaan, zo genoemd naar het
posthoornmotief in het tweede Trio van
het tweede Menuet. Het werk behoort
tot de rijkste en krachtigste in het gen
re. Het is eigenlijk veel meer sympho
nie dan serenade en stellig verwant
met de Haffner-symphonie, meer dan
met de Haffner-serenade, zoals trou
wens in het algemeen de verwantschap
met de Prager-symphonie en de st'jl
van Don Giovanni hier herhaaldelijk
doorbreekt. Dit geldt dan voor de hoek-
delen. Daartussenin staan allerlei lui
mige middendelen, zoals die in de se
renade passen, doch er is een opmer
kelijk melancholiek mineur-Andintino,
dat in zijn stemming het bestek van een
serenade te buiten gaat. De uitvoering
laat van Beinum en zijn orkest in hun
prachtigste musiceerstijl horen. (A
00398 L).
Kubelik in Brahms
Decca gaf op LXT 5214 een nieuwe
opname uit van Brahms' Vierde sym
phonie, gespeeld door Rafael Kubelik
en de Wiener Symphoniker. Het orkest-
spel laat natuurlijk niets te wensen
over. De interpretatie is ongelijk van
kwaliteit. Kubelik heeft stellig een
strikt gemusiceerde Brahms voor ogen
gehad, maar in net eerste deel en in net
Andante gaat hij aan de betekenis van
deze muziek te gemakkelijk voorbij, iets
te haastig en iets te oppervlakkig. Goed,
maar onbelangrijk. Het derde deel is
al veel beter, schoon juist wat erg na
drukkelijk, doch de Finale is magnifiek,
in een sterke greep gevat, zeer tem
peramentvol, meeslepend en zonder
wansmakelijke overdrijving gespeeld.
Een reproduktie van een gioot muzi
kant.
Philips gaf op A 00399 L Tschaikows
ky's Vierde symphonie uit, gespeeld
door het Concertgebouw-orkest onder
Antal Dorati. De resterende ruimte
wordt gevuld met Smetana's Moldau.
Ontzettend virtuoos is deze Tschaikows-
ky, naar de hardste, schitterendste
Amerikaanse trant. Er schijnt iets aan
het veranderen te zijn in Dorati.
Vrijdag heeft dr. Eduard van Bei
num, dirigent van het Concertgebouw
orkest, in Amsterdam een map in ont
vangst genomen met vier langspeel
platen, die de transcriptiedienst van
Radio Nederland Wereldomroep heeft
laten vervaardigen ter gelegenheid
van zijn 25-jarig jubileum als dirigent.
Namens de directie van de wereldom
roep bood de heer J. W. Acda, hoofd
van de centrale programmadienst. de
map aan dr. Van Beinum aan. De
Wereldomroep heeft enkele maanden
geleden een aankondiging van deze
serie naar radiostations over de hele
wereld verzonden. Hierop is zo en
thousiast gereageerd, dat de oplage
van deze serie transcriptieplaten op
meer dan duizend moest worden ge
steld. Van 1019 stations uit 102 landen
kwamen aanvragen binnen, waarvan
S05 stations in de Verenigde Staten.
Er is een Engelse, een Amerikaanse,
een Spaanse en een Franse versie.
Voor de overige talen wordt een aan
kondiging op schrift bijgevoegd.
De serie omvat vier programma's
van een half uur. Het eerste is een
klankbeeld over Eduard van Beinum,
waarin is opgenomen de eerste sym
phonie van Hendrik Andriessen,
het tweede is een concert van de Ne
derlander Hans Kox, het derde „Le
Printemps" van Debussy en de „Rhap-
sodie Espagnole" van Ravel. Het vier
de programma bevat het adagio uit de
Negende van Bruckner. De concerten
zijn uitgevoerd door het Amsterdamse
Concertgebouworkest onder leiding
van Eduard van Beinum zelf.
De Reiman de Bas-stichting te
Amersfoort schreef het afgelopen jaar
een prijsvraag uit, waarbij verzocht
werd een korte verhandeling te geven
over de mogelijkheden van de groei
van het persoonlijk innerlijk leven door
de liefde voor de arbeid en de arbeids
gemeenschap in het maatschappelijk
proces. De hoofdprijs van 2.000 werd
gewonnen door de heer Fr. N. Deelen
te Valkenburg (L). Verder werden twee
troostprijzen van elk 500 toegekend,
resp. aan de heer Daniël Dekker te
Brussel voor zijn beschouwing „werk,
zolang het dag is" en aan mevrouw
Alvertine Vellenga, Rozendaal (G) voor
„Wij mensen".